Your cart is currently empty!
Tag: Klimaattop Parijs 2015
-
Trump stapt uit klimaatakkoord. Verdedig de planeet door te strijden voor socialisme
Vorige donderdag kondigde Trump aan dat hij de VS uit het Klimaatakkoord van Parijs wil terugtrekken. Niemand was echt verbaasd. Maar er was nog wat hoop dat de druk van grote bedrijven – met een oproep van topfiguren van bedrijven als Apple, Google, JP Morgan, GE en Microsoft – en de vragen van de paus en de wereldleiders op de G7-top enige impact zouden hebben.Door Jess Spear
De gevolgen voor de VS zijn moeilijk te voorspellen op dit ogenblik. Maar het volstaat om erop te wijzen dat de VS wereldwijd de tweede grootste verantwoordelijke is voor de uitstoot van broeikasgassen, dat de VS meer fossiele brandstoffen produceert dan gelijk welk ander land en dat het Amerikaanse leger de belangrijkste consument van fossiele brandstoffen is. Zonder de VS als partij in het klimaatakkoord, wordt het heel moeilijk om een ernstige impact te hebben en de dreiging van klimaatverandering te beperken. Dit wordt al decennialang erkend door wereldleiders en de VS domineerden de afgelopen klimaatconferenties. Maar de wereldleiders weigeren de onderhandelingen te heropenen en beweren dat ze de klimaatverandering willen aanpakken waarbij “niets ons kan stoppen.”
Een aantal staten en steden in de VS protesteren. California, Washington en New York zijn goed voor 25% van het BBP en 20% van de bevolking. Zij verklaarden dat ze het Klimaatakkoord wel zullen nakomen. Ze vormden samen met zeven andere staten de US Climate Alliance. De doelstellingen van die alliantie werden onderschreven door 105 burgemeesters van steden (waaronder 12 van de 15 grootste steden in het land).
Amerika alleen
De toespraak waarmee Trump deze stap uitlegde, ging gebulkt van het economisch nationalisme. Dit was duidelijk geïnspireerd door de alt-right reactionair Steve Bannon.
Terugtrekken uit het akkoord van Parijs wordt gesteund door een deel van de industriële kapitalisten, onder meer in de energiesector. Maar zelfs in die kringen van de heersende klasse is niet iedereen opgezet met de beslissing. De bezorgdheid heeft niet zozeer te maken met het milieu op zich, maar met de verminderde ‘leidinggevende’ rol van het VS-kapitalisme op het wereldtoneel. De Chinese kapitalisten en heersers zijn bereid om die rol over te nemen nu de verdeeldheid tussen de VS en de EU scherper wordt.
De meerderheid van de Amerikaanse heersende klasse wil niet dat rivalen de groeiende industrie van hernieuwbare energie domineren. Trump beweerde dat het akkoord van Parijs de komende 20 jaar tot het verlies van 6,7 miljoen jobs zou leiden. Hij houdt echter geen rekening met de economische ramp die veroorzaakt wordt door de klimaatverandering. De uitspraak van Trump was slechts één van de vele van de pot gerukte verklaringen.
De belangrijkste reden voor Trump ligt elders. Zijn regering wordt gekenmerkt door crisis en hij weet dat hij zijn basis moet onderhouden rond de kwestie van “jobs terugbrengen.” Een geïsoleerde positie van de VS zal echter tot meer jobverliezen leiden. De bewering dat dit beleid jobs zal terugbrengen in de steenkoolindustrie is – zoals we eerder uitlegden (zie: Stop de oorlog tegen het klimaat) – een leugen. We denken dat er een massale publieke investering nodig is in de infrastructuur op basis van hernieuwbare energie om zo miljoenen degelijke jobs te creëren waarbij beroep gedaan wordt op de kennis van de werkenden uit de vervuilende sectoren .
Wat verdedigen?
Wie begrijpt wat er op het spel staat en wat er nodig is om onze toekomst te beschermen, weet dat het akkoord van Parijs veel te beperkt is. Zoals we destijds opmerkten: “Het bereikte akkoord erkent de noodzaak om onder 2 graden Celsius te blijven, met een doelstelling om de opwarming onder 1,5 graden te houden. Maar de vrijwillige doelstellingen voor de beperking van de uitstoot zijn niet bindend en starten pas vanaf 2020. Als alle doelstellingen behaald worden – wat nooit eerder gebeurde – zal de wereldwijde temperatuur nog steeds met 3,5 graden Celsius toenemen, twee graden meer dan wat volgens wetenschappers veilig is.”
Ondanks de beperkingen kwamen leiders van 200 landen voor het eerst in de geschiedenis overeen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken en om fossiele brandstof te vervangen door hernieuwbare energie met financiële steun hiervoor aan minder ontwikkelde landen. De erkenning dat we onder 2 graden Celsius moeten blijven is een bevestiging van het feit dat 80% van de reserves aan fossiele brandstoffen niet kan geëxploiteerd worden.
Het akkoord volstaat niet, maar het engagement in woorden had er nooit gekomen zonder massale druk van onderuit. Denk maar aan de 400.000 betogers in New York tijdens de grootste milieubetoging ooit in de VS of de honderdduizenden die wereldwijd op straat kwamen en de duizenden die aan acties van massale burgerlijke ongehoorzaamheid deelnamen. Deze druk dwong regeringen tot wat ze niet wilden doen: erkennen dat er iets moet gebeuren.
Kapitalisme versus onze toekomst
Woorden volstaan niet, er zijn daden nodig. De vrijwillige doelstellingen die in Parijs werden overeengekomen, zullen wellicht niet behaald worden. Een aantal EU-landen zal de doelstellingen voor hernieuwbare energieproductie niet halen. Nog voor Trump president werd, zag het er naar uit dat de VS het doel voor 2025 niet zou halen. Het gevoerde beleid gaat immers niet ver genoeg.
De auteurs van het Klimaatakkoord anticipeerden hierop door een vijfjaarlijkse evaluatie in te voeren in de hoop dat de landen meer ambitieuze doelstellingen zouden aannemen. Dat is erg onwaarschijnlijk gezien de al erg beperkte doelstellingen die bovendien niet gehaald worden. Het ontbreekt bovendien aan de nodige politieke bereidheid om de grote oliebedrijven en de financiers van de fossiele brandstoffensector aan te pakken.
We staan momenteel op drie jaar van het punt waarop volgens wetenschappers de uitstoot zal pieken. Na 2020 moet de uitstoot drastisch verminderen om te vermijden dat de temperatuur met meer dan 2 graden Celsius zou toenemen. Er is geen ruimte meer voor uitstel. Elke partij of politicus die dit beweert, is ofwel totaal onwetend ofwel wordt gelogen.
De kapitalisten en hun dienaars in de regering hebben meer dan 25 jaar gehad om iets te doen. Deze tijd ging verloren aan het ontkennen van wat de wetenschap vaststelde. Er werden miljarden uitgegeven aan campagnes om de bevolking te verwarren. Dit alles is niet verwonderlijk: er stonden miljardenwinsten op het spel.
Nu loopt de opwarming uit de hand en is het klimaatstelsel steeds instabieler. Tegelijk zijn er massabewegingen tegen besparingen, ongelijkheid, oorlog en onderdrukking. De milieubeweging moet zich verenigen met de antikapitalistische en socialistische bewegingen om te strijden tegen het hele systeem.
Er is nood aan een nieuwe politieke partij die de belangen van de werkenden en armen verdedigt en opkomt voor een duurzame toekomst. We moeten de woede tegen de aanval van Trump op het klimaat koppelen aan het verzet tegen de aanvallen van de Republikeinen op de werkenden in het algemeen, in het bijzonder met de Trumpcare. Een zomer van verzet met massale actiedagen in heel het land is nodig om duidelijk te maken dat Trump en zijn regime weg moeten.
Wij eisen:
- Onze toekomst is belangrijker dan private winsten – geen terugtrekking uit het Klimaatakkoord, de opwarming onder de 1,5 graden houden door de doelstellingen op te voeren.
- Massale publieke investeringen in openbaar vervoer en hernieuwbare energie.
- Breng de grote banken, grote energiebedrijven en grote landbouwbedrijven onder publiek bezit en onder democratische controle.
- Een ‘rechtvaardige overgang’ voor alle werkenden in vervuilende sectoren met een garantie van waar nodig een nieuwe opleiding en het behoud van degelijk betaalde jobs.
- Een democratisch socialistische planning van de economie op basis van de belangen van de overgrote meerderheid van de bevolking en het milieu. Voor een socialistische VS en een socialistische wereld!
-
“Stakend spoorpersoneel: de klimaatactivisten van de 21e eeuw”
Dit is een citaat van Naomi Klein, klimaatactiviste en auteur van een ophefmakend boek over klimaatverandering. Dit citaat geeft een idee van de politieke strijdpunten voor de strijd tegen klimaatverandering en botst pijnlijk met de povere resultaten van de COP21. In dit artikel geven we onze mening over het klimaatakkoord en over de belangrijkste uitdagingen voor de klimaatbeweging.Artikel door Michael Bouchez uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Uiteindelijk was de belangrijkste verwezenlijking van de COP21 de betrokkenheid van duizenden mensen en organisaties in de protesten in de marge van de klimaattop. Zij hebben nogmaals aangetoond dat de gevolgen van klimaatverandering en de opwarming van de atmosfeer ongerustheid opwekken en dat miljoenen mensen uitkijken naar reële oplossingen. Het was die noodzaak en die hoop op een radicaal antwoord die, ondanks de noodtoestand in Frankrijk en Brussel, toch geleid hebben tot meer dan 10.000 betogers in Oostende, alles samen honderdduizenden betogers in andere landen en verschillende betogingen in Parijs.
In tegenstelling tot de hoera-berichten van politici en in de grote media, is het overgrote deel van de klimaatactivisten heel realistisch: de regeringsleiders en betrokkenen in de klimaatonderhandelingen hebben geen enkel antwoord geboden op de klimaatverandering (zie kader). Vele activisten zullen daar niet meer verwonderd van opkijken, maar dat mag niet leiden tot passiviteit of verslagenheid. Integendeel, we doen er beter aan conclusies te trekken die de beweging wapent met politieke eisen want voor de zoveelste keer is gebleken dat de regeringen geen oplossingen zullen bieden die ingaan tegen de oliesector, de nucleaire lobby’s en de multinationals.
Tijdens de COP21 werd opnieuw “groen kapitalisme” gepromoot door tal van nucleaire lobbies, petroleumbedrijven, … die van de gelegenheid gebruik maakten om zich groen voor te stellen. Ondertussen blijven tal van nieuwe voorbeelden de nefaste effecten van de vrije markt illustreren. Het fraudeschandaal met sjoemelsoftware blijft niet beperkt tot VW maar blijkt ook bij Opel en Renault aanwezig. Niet alleen het klimaat, maar ook volksgezondheid wordt door het winstbejag op de helling gezet: In Flint, Michigan werd de noodtoestand uitgeroepen ten gevolge van besparingen op de watervoorziening in de stad die tot dramatisch hoge loodconcentraties in het drinkwater leidden (zie kader).
Onze eigen regering volgt dezelfde logica. Besparen op openbaar vervoer staat hoog op de agenda. Tussen 2016 en 2019 wil de regering 3 miljard euro op de spoorwegen besparen. Daarbij moeten meer dan 6000 jobs verdwijnen bij Infrabel, NMBS en HR-Rail. Daarmee wordt de NMBS meteen klaargestoomd voor een privatisering. Wat dit betekent, zien we in Groot-Brittannië: prijzen zijn daar tot vijf maal hoger dan in België en treinen rijden veel minder regelmatig. Op welke manier zal dat het openbaar vervoer stimuleren? Ondertussen zorgen files voor een enorme uitstoot, maar bedrijfswagens worden voor 4 miljard euro gesubsidieerd en daaraan raken is taboe voor de rechtse regering. Het geld voor de subsidiëring van bedrijfswagens moet blijkbaar bij de NMBS gehaald worden? Milieuvervuilend transport wordt dus gesubsidieerd ten koste van collectief transport … Wie ziet daar nog enige logica in? Investeren in openbaar vervoer zou dit aantrekkelijker, efficiënter én milieuvriendelijker kunnen maken, maar publieke diensten zijn geen winstpost voor bedrijven en dus niet interessant voor onze neoliberale regering.
De vraag is hoe de klimaatbeweging haar eisen kan koppelen aan een verdediging van publieke diensten als de NMBS. Gaan we ons nog verder laten wijsmaken dat de vrije markt en dus ook hun politieke vertegenwoordigers een antwoord kunnen bieden? Enkel klimaateisen die gekoppeld zijn aan investeringen in en democratische controle over publieke diensten kunnen een breed front tot stand brengen waarin ook de vakbonden en de arbeidersbeweging een sterke rol kunnen spelen.
Naomi Klein maakte het punt heel duidelijk: stakende spoorarbeiders zijn de klimaatactivisten van de 21e eeuw. Door zich te verzetten tegen de afbouw van de dienstverlening, verdedigen ze klimaatvriendelijke oplossingen. De staking bij de NMBS werd nochtans zelfs door De Morgen beschimpt. De verontwaardiging over het politieke gestuntel om met de verschillende regio’s een akkoord te sluiten zodat de Belgische delegatie iets kon voorstellen in Parijs, was al lang vergeten. De vele dossiers over COP21, de rampzalige berichten over klimaatverandering, … waren blijkbaar slechts papiervulling. Bij de eerste acties rond eisen die iets kunnen betekenen in het terugdringen van de uitstoot, zijn de journalisten al wat ze eerder schreven vergeten.
Opkomen voor een leefbaar klimaat, is onderdeel van onze strijd voor een systeem waarin de belangen van de meerderheid van de bevolking centraal staan en niet de winsten van een steeds kleiner wordende minderheid. De klimaatbeweging kan de strijd van het personeel in verschillende sectoren steunen om ook op hun beurt de steun te krijgen van die sectoren in klimaatbetogingen. Zoals regels rond veiligheid en gezondheid op de werkvloer afgedwongen zijn door de arbeidersbeweging, zullen we met strijd voor een andere samenleving ook wereldwijde gezondheid voor onze planeet afdwingen.
[divider]
Loodvergiftiging in Flint, Michigan
In Flint, Michigan werd de waterbevoorrading in 2014 gereorganiseerd. De oude bevoorradingswijze vanuit Detroit werd als onderdeel van een kostenbesparing vervangen door bevoorrading uit de rivier Flint. Het water in die rivier was echter zo bijtend dat het lood uit versleten waterleidingen opnam in het drinkwater voor gezinnen. Tests gaven aan dat het water zoveel lood bevatte dat het toxisch afval was. Resultaat: tot 12.000 mensen met een te hoog loodgehalte in hun bloed, een 10-tal doden, vele ziektes en gezondheidsrisico’s.
Dergelijke vervuiling is niet onoverkomelijk. Het is het resultaat van een politieke keuze om de goedkoopste weg te volgen in plaats van te investeren in degelijke watervoorziening. Maandenlang werden klachten van bewoners genegeerd. Als de ‘kosten’ voor publieke diensten zoveel mogelijk gedrukt worden, zijn de armste en gewone gezinnen de eerste slachtoffers. Michael Moore zei terecht dat dit niet zomaar een watercrisis is, maar een armoedecrisis en een raciale crisis. Flint is namelijk één van de armste steden in de VS met de vierde hoogste werkloosheidsgraad en 53% Afro-Amerikanen.
[divider]
COP21: een historisch akkoord?
Klimaatactivisten moeten al veel goede wil aan de dag leggen om het akkoord van de klimaattop in Parijs als historisch te bestempelen. Er worden aanbevelingen gedaan, maar er zijn geen becijferde of bindende voorstellen. Er worden “gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden en respectievelijke capaciteiten” gevraagd. Dit betekent zo veel als het ondergeschikt maken van de inspanningen aan economische belangen die voor de elite uit het ene of het ander land belangrijk zijn. Het akkoord “nodigt” de verschillende partijen “uit” of “raadt hen aan” om “naar eigen goeddunken” en “naar eigen mogelijkheden” de nodige maatregelen te nemen om de effecten van de klimaatopwarming tegen te gaan.
De realisatie van die verantwoordelijkheid zou gebeuren door hogere matigingsdoelstellingen – die verder niet worden uitgewerkt – en door klimaatfinanciering van 100 miljard om de armere landen te helpen. Die financiering van 100 miljard dollar wordt voorgesteld als een enorme bijdrage van de rijke landen. In realiteit ligt het ver onder de noden en verbleekt het in het niets tegenover pakweg de 498 miljard dollar jaarlijkse subsidies voor fossiele energie (cijfers van 2013). Over fossiele brandstoffen werd onder druk van onder andere Saoedi-Arabië en de olie-industrie overigens niets gezegd. Ook de beruchte emissiehandel kan rustig verder gaan.
Over de ogenschijnlijk radicale beslissingen zoals het verlagen van de maximale temperatuurstijging tegen 2050 tot 1,5 graden Celsius in plaats van 2 graden hoeven we maar te zeggen dat het akkoord op geen enkele wijze aangeeft hoe dit kan gerealiseerd worden. Integendeel, met de op COP21 voorgestelde inspanningen van de verschillende landen komen we volgens wetenschappers aan een stijging van 2,7 graden. De eerstvolgende evaluatie mag dan wel gepland zijn in 2023, sancties voor landen die hun doelstellingen niet halen zijn er niet. Voor handelsakkoorden is dit wel de standaard, maar die blijken belangrijker te zijn dan een klimaatakkoord.
-
[Archieftekst] Zal Rio de aarde redden?
In De Militant van juli-augustus 1992 publiceerden we een dossier over de klimaattop van Rio de Janeiro. Sindsdien is de discussie over klimaat sterk veranderd en is er meer wetenschappelijke kennis, maar het is nuttig om de politieke benadering die we in 1992 naar voor brachten eens te (her)ontdekken.
Zal Rio de aarde redden?
De planeet wordt vergiftigd en de middelen om in het levensonderhoud te voorzien worden vernietigd. Voor landbouw geschikte gronden ter grootte van India en China samen lijden onder menselijke activiteiten sinds WO II.Ontbossing, overbegrazing en slechte landbouwtechnieken hebben 24% van de landbouwgronden in Latijns-Amerika geruïneerd. De meeste van die schade is echter nog relatief klein en omkeerbaar – tot dusver.
Het regenwoud, waarvan we afhankelijk zijn voor onze zuurstof, verdwijnt zienderogen. Queensland, ooit Australiës groenrijkste provincie, heeft het enige regenwoud dat het land rijk was, omgekapt. Dit leidde tot het ontstaan van een stofwoestijn zoals we die in de meeste delen van het land kunnen terugvinden. Dit alles wordt nog verergerd door het kweken van speciale soorten rundvee voor vleesconsumptie in de fastfoodketens.
Houthakkers hebben grote delen van Brazilië ontbost, teneinde graslanden te scheppen om runderen bestemd voor de Westerse vleesmarkt te kweken. Maar wanneer het regenwoud verdwijnt, vermindert de regenval waardoor het land opdroogt. Volkeren zien hun omgeving vernietigd worden en vallen van armoede in hongersnood.
Dit gebeurde in Ethiopië en Soedan, waar kilometer na kilometer bomen omgekapt werden om vee te kweken en gewassen te zaaien die in het Westen tot veevoer verwerkt worden.
Het resultaat? Een steeds verder oprukkende woestijn, een stijging in de temperatuur van de atmosfeer en ontbelare mensen die sterven van ziekte en honger. In de bergachtige streken van Assam en de Filippijnen verdwijnen de bomen van de hellingen. Gevolg hiervan was dat de overvloedige regen niet meer gebroken werd voor het bereiken van de bodem, hierdoor trad erosie op. Rivieren spoelen deze vruchtbare grond kilometers weg, tot in de lagunes waar het zich neer zet.
Deze aard werd beroofd van chemische elementen die de plantengroei veroorzaken en blijft dus onbegroeid. Er kunnen wel mensen gaan wonen. De eilanden in deze delta’s zijn dan ook vestigingsplaatsen waar men leeft van wat vee en het verbouwen van maïs, totdat overstromingen en/of orkanen mens, dier en maïs wegspoelen. Het verlies aan mensenlevens is enorm. Milieurampen zijn echter niet onvermijdbaar. Zo hebben vrouwen in Kenia op bergen terassen aangelegd om de grond vast te houden. Op deze manier vermeden ze een milieucatastrofe en verhoogden ze de maïsproductie. In Burkina Faso werden stenen muurtjes gebouwd rond de velden om het oprukken van de woestijn tegen te houden. Geweldige oogsten en een stijging van het grondwaterpeil waren het gevolg. Heel wat rampen zouden zo kunnen voorkomen worden, moesten de winsten van de kapitalisten hierdoor niet in het gedrang komen.
Vele van de bomen die in Zuid-Oost-Azië geveld werden, komen terecht in fabrieken waar men Chinese eetstokjes maakt. Britse handelaars verkopen nog steeds teekhout uit de Filippijnen. Dit ondanks het feit dat de Filippijnse regering een uitvoerverbod instelde en Groot-Brittannië een importverbod. De vernietiging van het milieu is verschrikkelijk, maar blijkbaar ook verschrikkelijk winstgevend. Wanneer vleesfabrikanten en de houthandelaars zeker zijn van horenhoge winsten, gaan zij niet op zoek naar alternatieven.
Fossiele brandstoffen en hun afgeleide producten vervuilen het milieu enorm. Maar toch is er niemand die zich haast om alternatieven zoals zon- en windenergie te ontwikkelen. Onderzoek naar dergelijke bronnen is duur en garanderert bovendien geen grote winsten. Een dieselmotor die twee minuten draait, produceert evenveel kankerverwekkende stoffen als 1000 sigaretten en stoot bovendien koolstofdioxide uit, wat het broeikaseffect versterkt. Maar aardolie is winstgevend… Bush vocht een oorlog uit om de Westerse olie en winsten veilig te stellen.
Wat veroorzaakte de Golfoorlog en het in brand steken van de Koeweitse oliebronnen? De drang naar winst.
Wat bedreigt de regenwouden en brengt onze zuurstofvoorziening in gevaar? De drang naar winst.
Bush, Major en co lachen voor de camera’s in Rio. Maar hun regeringen spreken de taal van de grote automobiel- en olielobbies wanneer ze wegen blijven aanleggen en het openbaar vervoer afbouwen. Zullen zij bijgevolge helpen om het milieu veilig te stellen tegen de hebzucht van de kapitalisten?
Het gemeenschappelijk bezit en beheer van het land en de productiemiddelen, socialisme dus, is de enige oplossing.
[divider]
In 1989 betaalden de Derde Wereldlanden de banken 20 miljard dollar meer aan intrest dan ze aan leningen ontvingen. In hetzelfde jaar werd 51 miljard dollar kapitaal versast van de Derde Wereld naar het Westen door middel van repatriëring van de winsten en het terugtrekken van kapitaal. Dat was evenveel als de hoeveelheid hulp die deze landen van het Westen ontvingen. De winsten die gemaakt worden ten koste van de Derde Wereld maken alles nog dramatischer. De armste landne in de wereld worden door het kapitalisme leeggezogen.
[divider]
Armoede door overbevolking?
De rijken willen de controle op de bevolkingsgroei vooraan op de agenda plaatsen. De bevolking stijgt snel in de armste landen en kan toenemen met 3,2 miljard in de komende 40 jaar.
De negentiende eeuwse econoom Malthus heeft reeds, weinig succesvol, willen aantonen dat de bevolking altijd sneller groeit dan de voedselproductie en dat armoede bijgevolg onvermijdelijk is. De kapitalisten zeggen vandaag dat de armen moeten stoppen met zoveel kinderen te krijgen. Maar het is het kapitalistische productiesysteem dat verantwoordelijk is voor de armoede.
Er wordt genoeg voedsel geproduceerd in de wereld. In 1988 werd 360 miljoen ton graan opgeslagen of zelfs vernietigd om te vermijden dat de wereldprijs zou dalen. Tussen 1986 en 1990 groeide de landbouwproductie in de wereld met 3% (De Morgen 29/8/91). Dit is meer dan de bevolkingsgroei, maar de armste landen zijn steeds minder in staat om in hun voedselbevoorrading te voorzien.
De oorzaak hiervan is de subsidiëring en dumping van graan door o.a. de VS, waardoor de prijs daalt en de Afrikaanse boeren niet rendabel kunnen telen. Dit zou geen probleem zijn moesten de mensen in de Derde Wereld de koopkracht hebben om in het Westen graan te kopen. Maar dit ontbreekt. Daarenboven worden boeren in Europa betaald om land onbebouwd te laten liggen of om industriegewassen te kweken.
Toch is er een verband tussen het aantal kinderen en armoede. Kinderen zijn in de Derde Wereld het equivalent van onze sociale zekerheid. Indien je ziek of te oud bent om te werken, wie moet er dan voor je zorgen? De enige mogelijkheid in de Derde Wereld is naar je familie te gaan. Dus hoe meer kinderen, hoe kleiner de last voor de kinderen. Boeren hebben bovendien arbeidskracht nodig om te zaaien, oogsten, … In Bangladesh werken kinderen vanaf 10 jaar op de velden. Op hun vijftiende hebben ze de investering die ouders moesten doen om ze groot te brengen terugbetaald.
In de Westerse landen, zelfs in de katholieke zoals Italië, kennen we tegenwoordig lage geboortecijfers. Thailand, waar de levensstandaard in de zeventiger en tachtiger jaren sneller steeg dan in andere ontwikkelingslanden, kent eveneens een tragere bevolkingsaangroei. Vele landen waar vrouwen geen rechten hebben, kennen hoge geboortecijfers. Betere rechten voor vrouwen, gelijk loon en gezondheidszorg met het vertrekken van voorbehoedsmiddelen kan de bevolkingsexplosie stoppen. Maar de ontwikkeling van de Derde Wereld is nog altijd de belangrijkste factor.
De aarde kan geen oneindige bevolkingsgroei verdragen. Professor Vanderborght van de RUG verklaart aan De Standaard (4/6/02) dat de bevolkingsgroei lijdt tot milieuvervuiling. Bevolkingsgroei gaat volgens hem gepaard met een groei in de ontwikkeling en bijgevolg een vergrote vervuiling. Wat hij echter vergeet te vermelden is dat economische ontwikkeling niet noodzakelijk gepaard gaat met vervuiling. Het zijn de kapitalisten die kiezen voor vervuilende productiemethodes om hun winsten in stand te houden. Terecht verzetten de Derde Wereldlanden zich tegen het opleggen van beperkingen.
Daarmee raken ze echter nog niet de kern van de zaak aan: een milieuvriendelijke productie. Noch dit, noch het optrekken van de levensstandaard van de mensen in de Derde Wereld, is aan de orde op de top te Rio.
[divider]
- Elk jaar wordt een gebied ter grootte van tweemaal ons land omgevormd tot woestijn. Een gebied viermaal zo groot wordt zodanig uitgeput dat het niet meer geschikt is voor landbouw.
- 16,9 miljoen hectare bossen worden wereldwijd vernietigd.
- In de Derde Wereld sterven elke minuut 28 kinderen als gevolg van armoede.
- Drievierden van de wereldbevolking lijdt onder armoede, ziekte, honger en droogte.
- Op het platteland in Ethiopië beschikt slechts 9% van de bevolking over drinkbaar water. Indien iedereen drinkbaar water had, zouden 2 miljoen kinderen ziekten als buikloop overleven.
- 90% van de stedelingen in de Derde Wereld hebben in darmen en bloed parasitaire wormen.
[divider]
De gastheren van de top: de smerige heersers van Brazilië!
Chico Mendes, de Braziliaanse vakbondsleider en lid van de arbeiderspartij, werd vermoord door rechtse landeigenaars omdat hij de regenwouden en de rechten van zijn vakbondsleden verdedigde.
Hij vocht tegen de vernietiging van het milieu door het te verbinden aan de problemen van armoede. Hij toonde de weg aan de internationale arbeidersbeweging om actie te voeren en hij vocht voor socialisme.
Socialisme staat niet op de agenda van de heersende klasse die de Rio-top bevolkt. Braziliïes heersende klasse, de moordenaars van Mendes, zijn de gastheren van deze conferentie. Ze maakten de luxehotels klaar en om zeker te zijn dat de top niet verstoord zou worden, maakten ze de straten schoon. Rechtse doodseskaders, criminele bendes en de politie verdreven duizenden arme straatkinderen uit het gezichtsveld van de ‘gasten’. Meer dan 200 straatkinderen werden vermoord in de eerste maanden van 1992. Het besparingsprogramma dat opgelegd werd door de Wereldbank betekende:
- 12 miljoen werklozen
- Een daling van 20% van de lonen in het laatste jaar
- Een miljoen mensen op het platteland worden niet betaald voor hun arbeid, slavernij komt weer voor (8.000 gevallen volgens een rapport).
De rijkste 10% van de Brazilianen beschikken over de helft van het nationaal inkomen. 1% bezit 53% van de rijkdom terwijl 60% onder de armoedegrens (volgens de VN) leeft. De koopkracht van de laagste lonen in Brazilië wordt geschat op 30% van wat het in 1956 was. Brazilië steunt op de multinationals voor zijn ontwikkeling. Het laat hen het land vervuilen en toxische stoffen dumpen.
[divider]
Bescherm de ozonlaag, niet de winsten!
De recente hittegolf deed mensen schrikken van de gevolgen van huidkanker. De ozonlaag is met 20% verminderd boven Noord-Europa.
Dit betekent verminderde bescherming tegen ultraviolet licht, wat het menselijk weerstandsvermogen aantast en huidkanker en oogziektes veroorzaakt. Mensen worden reeds aangemaand zich te bedekken, zich in te smeren met allerlei lotions en zonnebrillen te dragen. Wetenschappers verboden aan de VN denken dat er 300.000 extra gevallen van huidkanker zullen voorkomen en 1,4 miljoen mensen zullen lijden aan oogziektes ten gevolge van klimaatveranderingen. De vernietiging van de ozonlaag wordt versneld door het gebruik van chloorfluorcarbonaten (CFK’s) die gebruikt worden in spuitbussen, koelkasten, … In Groot-Brittannië weigerde de regering CFK’s te verbieden onder druk van multinational ICI, die onderzoek naar alternatieven stopzette tengevolge van de recessie. Met CFK’s vallen er grote winsten te maken, terwijl de veilige alternatieven wel beschikbaar zijn, maar de bedrijven maken hogere winsten met nieuwe chemische producten als HCFK’s die nog steeds de ozonlaag aantasten.
President Bush dreigde zijn bezoek aan de top af te zeggen omdat deze verplichtingen wilde opleggen om de uitstoot van koolstofdioxide te verminderen. Bush dreigde en zette iedereen onder druk tot de streefdoelen verlaagd werden. Het gevolg is dat men nu akkoorden sluit om de uitstoot van koolstofdioxide tegen het jaar 2000 te stabiliseren. Zelfs dit zal echter niet verplichtend zijn.
[divider]
Onze planeet heeft socialisme nodig!
De organisatoren van de top in Rio drukken hun diepe ongerustheid over de aftakeling van de bestaansmogelijkheden op de aarde uit. Ze willen een aanzienlijke ontwikkeling om armoede te verbannen en het milieu te beschermen.
UNCED-organisator Maurice Strong, een Canadese miljardair, wil akkoorden over de bescherming van de wouden, de klimaatveranderingen en de diversiteit van de soorten. Hij wil ook hulp- en technologieoverdracht en speciale programma’s op de Derde Wereld op milieuvriendelijke wijze te helpen ontwikkelen. Mooie woorden, maar kan hij ze ook uitvoeren?
Elk deel van UNCED’s agenda werd verwaterd. Daarenboven zullen de GATT-onderhandelingen en de wereldhandel voor de ontwikkelingslanden nadelig blijven, ondanks alle akkoorden die op de top werden gesloten. Een wereldrecessie kan de problemen voor die landen nog verergeren.
De leiders van de onderontwikkelde landen vrezen dat de rijkere landen zullen proberen hen de rekening te presenteren. De Westerse landen willen een ontwikkelingsstop opleggen aan deze staten, wat een crisis zal veroorzaken. De Derde Wereld heeft nood aan ontwikkeling, maar niet aan ontwikkeling ten voordele van de multinationals.
De kern van het probleem is niet een Noord-Zuid conflict. Het wereldkapitalisme, een systeem van concurrentie tussen nationale staten en de blinde wedren naar winst, is de drijvende kracht achter de vernietiging van de planeet. Kapitalisme leidt tot armoede, crisis en uitputting van het milieu. Het zijn de grote multinationals die de aarde kapot maken door ontbossing, dumpen van vuiligheid en vergiftigende dampen die uit hun fabrieken komen.
Het is de schuld van het kapitalisme dat de Derde Wereld in een vicieuze cirkel van de schuldenlast terechtkomt. Het zijn de oneerlijke handelsverhoudingen, de superuitbuiting door de multinationals en de dictaten van de Wereldbank en het IMF, die de sociale ellende veroorzaken.
Wanneer we ontwikkeling willen in de ontwikkelingslanden, is er internationale coördinatie nodig en hebben we behoefte aan een democratische planning van de productie en handel om de uitbuiting te stoppen en een halt toe te roepen aan de verloedering van ons milieu. Enkel socialisme op wereldvlak kan de schuldenlast kwijtschelden, de militaire uitgaven terugschroeven en de productie plannen om de behoeften van de bevolking te bevredigen en het milieu niet te belasten.
De top in Rio zal niets oplossen. Het op winst gebaseerde systeem blokkeert elke oplossing. Ben je bezorgd over het milieu? Sluit je dan bij ons aan en vecht mee om het kapitalisme te dumpen!
-
Ondanks verbod toch klimaatacties, een verslag uit Parijs

Een deel van de ploeg van het CWI in Parijs afgelopen weekend Er was een betogingsverbod, maar toch trokken tal van klimaatactivisten afgelopen weekend naar de acties naar aanleiding van de klimaattop COP21 in Parijs. Ook vanuit België trokken we met een ploeg van LSP naar Parijs om er samen met onze Franse kameraden van Gauche Révolutionnaire en leden van andere afdelingen van het CWI te pleiten voor een antikapitalistische opstelling en een strijd voor een samenleving zonder overproductiecrisis zodat de vervuiling en verspilling die inherent is aan de markteconomie gestopt worden.
Verslag door Max (Bergen)
Omwille van de noodtoestand en het betogingsverbod was het niet gemakkelijk om actie te voeren. Het was werkenden en jongeren niet toegelaten om zich rond een belangrijke kwestie als het klimaat te organiseren zoals ze dat wilden. Er waren aanhoudend politiecontroles en verschillende militanten werden preventief opgepakt. Het zette druk op de organisatoren van verschillende evenementen en het maakte het moeilijker om in te gaan tegen de illusie dat er verandering kan komen van de COP21, een bijeenkomst van de wereldwijde elite die bovendien gesponsord werd door de grootste vervuilers ter wereld.
Moest de Syrische oorlog niet tot in Europa geïmporteerd zijn met de aanslagen in Parijs, dan was de betoging waarvoor wij net zoals tal van organisaties al sinds de zomer voor mobiliseerden, bijzonder groot geweest. Het aantal betogers op die 29ste november, bij het begin van de klimaattop, had ongetwijfeld het miljoen overschreden. Nu waren er 780.000 betogers in een honderdtal landen. De impact van het protest zou groter geweest zijn. Door de aanslagen was het protest niet toegelaten. We moeten ook antwoorden op de vluchtelingencrisis en de aanslagen, we mogen dit niet aan de rechterzijde overlaten. Ondanks het betogingsverbod is het wel duidelijk dat een groeiende laag van de bevolking bezorgd is om het milieu en dat het protest groter wordt. Verschillende vakbonden uit vervuilende sectoren beginnen ook naar buiten te komen met standpunten in de strijd voor een schonere toekomst.
Ondanks de context van veiligheidsmaatregelen en het betogingsverbod, deden we toch een goede interventie op de acties in Parijs. We vormden een ploeg met leden uit zes verschillende landen. Op vrijdagavond was er een goed bijgewoonde meeting van onze internationale organisatie. Daarna trokken we naar de straten van Parijs omp campagne te voeren. Zaterdag waren er twee bijeenkomsten van enkele duizenden mensen van diverse achtergronden. We kwamen er tussen met ons materiaal en ons standpunt dat we de strijd voor het klimaat moeten verbinden met de strijd voor betere arbeids- en levensvoorwaarden, waarbij dit botst met de belangen van de kapitalisten in de huidige samenleving.
Van de COP21 en de gevestigde regeringen die volledig in de zak van de multinationals zitten, moeten we niet verwachten dat er stappen komen in de richting van een rationeel geplande duurzame en ecologische productie. Dergelijke stappen kunnen enkel vanuit de arbeidersbeweging komen als die op georganiseerde wijze verandering afdwingt. Het is de arbeidersbeweging die in staat is om de nodige sociale en ecologische veranderingen door te voeren en dit op basis van een strijd tegen kapitalistische uitbuiting van de mens en de natuur. Zolang de productiemiddelen in handen zijn van een kleine minderheid die deze enkel gebruikt om de winsten te vergroten, zitten we vast. Als socialisten eisen we de nationalisatie onder democratische controle van de sleutelsectoren van de economie (waaronder de energiesector) zodat collectief kan beslist worden over hoe en wat er geproduceerd wordt waarbij de belangen van de meerderheid van de bevolking centraal staan, waaronder ook het beschermen van ons leefmilieu.
Het huidige systeem is niet goed bezig, LSP en steeds meer anderen die bezorgd zijn om de ecologische en economische problemen komen op voor een ander systeem. Met eigen onafhankelijke organisaties van de uitgebuite klassen kunnen we ingaan tegen dit systeem dat leidt tot vernietiging. Hun systeem werkt averechts, hoog tijd om het te stoppen en te bouwen aan een socialistisch alternatief!
-
Klimaatonderhandelingen: 25 jaar gebakken lucht
25 jaar al spreken gevestigde politici over de noodzaak om de globale opwarming aan te pakken. De eerste onderhandelingen begonnen in de aanloop naar de Klimaattop van 1992. De meeste politici zijn het vandaag eens dat de menselijke activiteiten aan de basis van de potentieel rampzalige klimaatverandering. Maar er werd niets gedaan om de dreiging af te wenden. Dat komt omdat deze politici met handen en voeten gebonden zijn aan het door winst gedreven kapitalistische systeem. Een dossier door BEN ROBINSON uit Socialism Today.De VN-conferentie in Parijs is de meest recente in de lijst van onderhandelingen en topbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten tonen het failliet van het kapitalisme, een systeem dat er niet in slaagt om een antwoord te bieden op de klimaatramp die het veroorzaakt. Het ritme van de toename van de vervuiling blijft toenemen, de discussies van diplomaten doorheen de wereld lijken niets te veranderen.
Dit is niet het geval omdat regeringen en NGO’s niet weten waar vervuiling vandaag komt. Het is een gevolg van de tegenstellingen waar de klimaatverandering hen mee confronteert. Klimaatverandering is een interne bedreiging die leidt tot veranderingen die nu al merkbaar zijn in de oceanen, stromingen, bossen en woestijnen, weerpatronen, vruchtbaarheid van grond of de poolkappen. Het is een wereldwijde bedreiging die wereldwijde acties vereist.
De individuele landen die aan deze onderhandelingen deelnemen, vertegenwoordigen de belangen van de heersende klassen in deze landen. Veel van deze heersende klassen zijn direct verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen. Zeker de grote vervuilers – de VS, de EU en nadien ook China – nemen aan elke onderhandeling deel om de belangen van de rijke elite te verdedigen.
Er kwamen al heel wat interessante verklaringen van VN-conferenties (ook bekend als COP’s – Conferenties van Partijen ). Maar deze verklaringen en beloften waren doorgaans niet bindend en hadden geen concrete gevolgen. Het volstond niet om iets te doen aan grote vervuilers en hun regeringen.
Rio en de opkomst van het neoliberalisme
In 1992 erkende de VN-conferentie in Rio de nood aan gecoördineerde actie rond klimaatverandering. Er werd ingestemd met de wetenschappelijke consensus dat de wereldwijde temperatuur toeneemt als gevolg van menselijke activiteiten. Dit was vooral door een toename van de koolstofdioxide in de atmosfeer, waardoor een groter aandeel van de hitte van de zon vastzit in de atmosfeer. Dat heeft verregaande gevolgen voor het klimaat, niet alleen op vlak van de stijgende temperatuur. Het bedreigt ook de voedselproductie, een stijgende zeespiegel bedreigt de bevolking in laag gelegen gebieden, er is het gevaar van droogte en er zijn steeds meer extreme weersituaties.
Koolstofdioxide is niet het enige broeikasgas. Methaan is veel krachtiger in het vasthouden van de hitte van de zon. Het komt voort uit landbouwactiviteiten maar ook uit natuurlijke processen. De menselijke activiteit is de belangrijkste bron van uitstoot van koolstofdioxide en het vormt de belangrijkste factor in de door de menselijke activiteit veroorzaakte globale opwarming. Andere broeikasgassen die door menselijke activiteiten vrijkomen, worden doorgaans meegerekend als ‘equivalenten van koolstofdioxide’. De conferentie van Rio legde als eerste de doelstelling vast om de grens van opwarming vast te leggen op 2 graden celsius boven het niveau van voor de industrialisering.
Koolstofdioxide wordt vooral geproduceerd door energieproductie en industriële processen. De significante toename in de concentratie van koolstofdioxide in de atmosfeer is een gevolg van de industriële revolutie. Het werd proportioneel veel sterker met de ontwikkelingen op vlak van productie en energie sindsdien. De bedrijven die historisch vooraan stonden in de industriële ontwikkelingen, vooral bedrijven uit het westen, hebben financiële beloningen opgestreken maar zwijgen over de gevolgen op vlak van klimaatverandering, vervuiling, vernietigingen en uitbuiting doorheen het industriële proces.
De uitbuiting en vernieling legde de basis voor de rijkdom van de heersende klassen in het westen en het is ook de basis voor hun dominante positie als producent van broeikasgassen. In 2013 stelde een onderzoek dat in het magazine Climatic Change verscheen dat amper 90 bedrijven verantwoordelijk waren voor 63% van de wereldwijde uitstoot van koolstofdioxide en methaan tussen 1751 en 2010. Maar liefst 30% van de uitstoot komt van de 20 grootste bedrijven. Het gaat onder meer om BP, Chevron, Exxon, Shell, Gazprom, steenkoolbedrijven, … Er is dus niet zozeer een door de mensen aangedreven globale opwarming, maar een door grote bedrijven veroorzaakte opwarming.
De feiten over klimaatverandering en de noodzaak van actie hierrond, werden aanvaard op de conferentie van Rio. Maar die conferentie vond plaats op een ogenblik dat de wereld zich aanpaste aan nieuwe krachtsverhoudingen. De ontbinding van de stalinistische Sovjet-Unie maakte dat de VS als enige wereldmacht overbleef. Er was een triomfalisme rond het idee dat de VS de Koude Oorlog had ‘gewonnen’. Er was niet alleen triomfalisme, ook de neoliberale ideologie van Ronald Reagan en Margaret Thatcher, was dominant.
Volgens de toenmalige retoriek was de vrije hand van de markt allesoverheersend en de belangrijkste kracht in de samenleving. Ertegen ingaan, was onaanvaardbaar. Amerikaanse multinationals, maar ook andere, zagen enorme kansen voor winsten door de deregulering en privatiseringen als onderdeel van deze nieuwe wereldorde.
VS doen niet mee met Kyoto
Deze economische en politieke voorwaarden bepaalden de akkoorden op de eerste drie COP-conferenties: in Berlijn (1995), Genève (1196) en het hoogtepunt van Kyoto in 1997. Het protocol van Kyoto was gericht op het beperken van uitstoot door incentives van de markt. Er werd niet ingegaan op mogelijke collectieve acties, zoals het opvoeren van de middelen voor onderzoek naar groene technologie of een ultimatum voor de ontginning van fossiele energiebronnen. In de plaats daarvan bepaalde Kyoto doelstellingen voor de vermindering van de uitstoot van koolstofdioxide tegen 2012.
Deze doelstellingen hadden betrekking op de ontwikkelde kapitalistische landen, de landen waar het kapitalisme historisch voordeel haalde uit de koolfstofdioxide. Er werd gemiddeld een beperking van 6 tot 8% voorgesteld in vergelijking met de uitstoot in 1990. De doelstellingen waren een grote stap achteruit tegenover de vereisten die door wetenschappers voorop gesteld waren om een opwarming met 2 graden te voorkomen. Wetenschappers vroegen ongeveer 20% vermindering van de uitstoot.
De keuze van 1990 als graadmeter voor de beperking van de uitstoot was wellicht nog de grootste zwakte in het protocol van Kyoto. Het was het jaar voor de dramatische instorting van de industrie in de voormalige Sovjet-Unie, een instorting die zorgde voor een drastische daling van de uitstoot als gevolg van de chaotische terugkeer naar de markt en de afbouw van zowel de industrie als de levensstandaard. Deze daling duurde tot in 1998. Het zorgde ervoor dat er voor Kyoto ook maar iets kon uithalen al een aanzienlijke vooruitgang was geboekt. Deze beperking werd verder versterkt door de mechanismen in Kyoto om de uitstoot te beperken.
Het protocol van Kyoto voerde uitstootrechten in. Er waren rechten om een ton koolstofdioxide te produceren op basis van eerdere uitstoot. Indien bedrijven minder uitstoot hadden dan wat hen toegekend was als recht, dan konden ze de overschot van uitstootrechten verkopen. De hoeveelheid rechten kon daarna geleidelijk verminderd worden, waardoor de kost van vervuiling zou toenemen en het interessant zou worden om de uitstoot te beperken. Maar de uitstootrechten in Rusland en de voormalige stalinistische landen konden gemakkelijk verkocht worden, waardoor de kost nooit zodanig opliep dat het voor bedrijven interessanter werd om de uitstoot te beperken in plaats van uitstootrechten te kopen.
Een ander belangrijk instrument van Kyoto waren de projectgebonden mechanismen zoals CDM (Clean Development Mechanisms). Deze lieten grote vervuilers toe om uitstootkredieten te verdienen door groene projecten in de ontwikkelende wereld te ondersteunen. Zo kan financiële steun gegeven worden om een project van ontbossing te stoppen, zodat het bos uitstoot kan absorberen. Door geld te geven om het status quo te behouden, konden de bedrijven meer broeikasgassen uitstoten. Dit is dan nog zonder rekening te houden met de mogelijkheid van corruptie en gebrek aan toezicht.
Opeenvolgende VN-conferenties werkten de details van het akkoord van Kyoto verder uit. Dit leidde uiteindelijk tot een akkoord op COP11 in Montréal, Canada, in 2005. De impact van Kyoto was amper een obstakel voor de grote multinationals of hun winsten. De wereldwijde uitstoot bleef toenemen, de winsten bleven recordniveau’s doorbreken. Nog voor Kyoto van start ging, trokken grote vervuilers zoals Australië en de VS zich al terug.
De houding van de Amerikaanse regering is misschien nog het duidelijkste voorbeeld van waar de prioriteiten echt liggen. Het Amerikaanse kapitalisme kende een nooit geziene rijkdom en invloed, maar het weigerde het Kyoto-akkoord door te voeren. De beperkingen van de uitstoot moesten evenredig zijn met de omvang van de uitstoot, waardoor de VS een groot deel zou moeten realiseren. De VS zijn goed voor ongeveer 35% van de wereldwijde uitstoot. Het zou de Amerikaanse kapitalisten een nadelige positie bezorgen tegenover de Europese. Dit is waarom de VS niet met Kyoto meededen.
Indien er een kapitalistisch land in staat was om beslissende acties tegen klimaatverandering te ondernemen, dan was het wel de VS. Zowel op vlak van rijkdom als technologie waren de VS goed geplaatst. Maar de winsthonger overheerste. Nadat George W Bush een ratificatie van Kyoto uitsloot in 2001 trok hij met het land ten oorlog in Afghanistan en Irak. Een van de doelen hiervan was het versterken van de Amerikaanse dominantie over de wereldwijde olievoorraden.
Wie betaalt de rekening?
Het duurde 13 jaar vooraleer de VN overeenstemming vond dat er iets moest gebeuren. De eerste voorstellen leverden echter niets op. De uitstoot bleef toenemen en de klimaatverandering onder het kapitalisme bleef een groeiende impact hebben op de wereld. In 1998 waren er volgens VN-statistieken 25 miljoen klimaatvluchtelingen, voor het eerst meer dan oorlogsvluchtelingen. In 2007 toonde klimaatonderzoek aan dat de impact van veranderende weerpatronen een rol speelde in de droogte in Soedan en de Hoorn van Afrika, wat op zijn beurt een rol speelde in het bloedige conflict van Darfoer.
Zelfs de ontwikkelde kapitalistische landen zijn niet immuun. Het is niet mogelijk om een direct verband te leggen tussen een voorbeeld van extreem weer en de globale opwarming. Maar het is wel steeds waarschijnlijker dat extreem weer, zoals orkaan Katrina waarbij New Orleans en vooral de armen en kleurlingen geraakt werden, een resultaat is van klimaatverandering. De vraag wie hier de rekening voor moet betalen en hoe we ons op nieuwe crises moeten voorbereiden, kwamen aan bod op verschillende bijeenkomsten van de COP, zeker op vraag van ontwikkelende landen waar dergelijke rampen nog versterkt worden door de bestaande armoede.
De ontwikkelende landen stelden onder leiding van China en India dat de grootste vervuilers de kosten voor de armere landen mee moeten dragen. Die armere landen hebben minder ontwikkelde infrastructuur of middelen voor de ontwikkeling van groene technologie. China vroeg in het bijzonder internationale steun op verschillende bijeenkomsten van de COP. Het land stelde dat het middelen moest krijgen om de ontwikkeling verdere te zetten en tegelijk de uitstoot te beperken.
De zesde COP-bijeenkomst in het Duitse Bonn (2001) stemde in met de noodzaak van een fonds om landen bij te staan in de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering. Op COP 12 in Nairobi, Kenya (2006), werd overeenstemming gevonden over de procedures voor dit aanpassingsfonds. Op COP 14 in Poznan, Polen (2008), werd een akkoord gesloten over een fonds om landen die door klimaatverandering geraakt worden bij te staan. COP 16 in Cancun, Mexico (2010), besloot om een Groen Klimaatfonds in te voeren met een doel om 100 miljard dollar per jaar op te halen. In 2013 werd bericht dat het fonds aan 10 miljard dollar per jaar kwam. COP 18 in Doha, Quatar (2012), voerde het aanpassingsfonds in waar alle landen die Kyoto aanvaard hadden aan moesten bijdragen. De VN schat dat het fonds tot 86 miljard dollar per jaar nodig heeft, maar het reeds opgehaalde geld zou slechts 300 miljoen dollar bedragen.
China wordt de grootste
De EU behaalde de doelstellingen van Kyoto. Maar dit kwam door een mengeling van factoren. De gevolgen van de val van het stalinisme zorgden ervoor dat er binnen de EU een voordeel was inzake uitstoot. De industrie in het vroegere Oost-Duitsland was grotendeels verdwenen en er was een grote reorganisatie van de industriële productie. Groot-Brittannië haalde de doelstellingen deels als gevolg van de harde oorlog van Thatcher tegen de militante mijnwerkersvakbond, een strijd die leidde tot het zo goed als volledige verdwijnen van de Britse steenkoolsector.
Een andere factor was de wereldwijde neerwaartse spiraal. Veel van de uitstootintensieve sectoren verdwenen naar landen met lagere arbeidskosten, in het bijzonder naar China. Indien de Britse import en export in de berekeningen zouden meegenomen worden, dan is de uitstoot sinds 1990 met ongeveer 100 miljoen ton toegenomen. Er kunnen gelijkaardige voorbeelden gegeven worden doorheen West-Europa. We zagen hoe China wereldwijd de belangrijkste industriële grootmacht werd waardoor China de VS voorbijstak als belangrijkste bron van uitstoot van koolstofdioxide.
De snelle industriële ontwikkeling eiste een hoge ecologische tol in China. Er is een sterke toename van de woestijnvorming, onder meer door het omleiden van rivieren en de aanleg van dammen om industriële centra van water en energie te voorzien. Afval wordt gewoon in rivieren gedumpt, waardoor naar schatting 700 miljoen Chinezen vervuild water drinken. Smog en stofwolken zijn dagelijkse kost in de grote steden. Een groot deel van de Chinese industrie draait op steenkool. Het land maakt gebruik van natuurlijke reserves. Daar bovenop is er nog een enorme uitbuiting van de werkenden. Deze uitbuiting stuurt de Chinese groei aan. Veel werkenden zijn overigens bij de eerste slachtoffers van de ecologische vernieling, zij voelen de gevolgen als eersten.
De groei van ontwikkelende landen op het vlak van vervuiling heeft de impact van bestaande COP-akkoorden verder ondermijnd. Deze akkoorden waren immers gebaseerd op de beperking van uitstoot in het westen. Tegen 2010 was de uitstoot van ontwikkelende landen bijna even groot als die van de ontwikkelde landen en nadien werd deze zelfs voorbijgestoken. Zowel Cindia als China keurden het verdrag van Kyoto goed, maar ze werden niet opgenomen in de doelstellingen om de uitstoot te beperken. De landen waarvoor Kyoto doelstellingen voorop stelde, zijn nu slechts goed voor minder dan 50% van de uitstoot aangezien zowel de VS als China ontbreken.
De Amerikaanse industrie kent nu meer internationale concurrentie. Alhoewel die industrie nog toonaangevend is op wereldvlak, zijn er toch meer en meer elementen die de positie van de VS ondermijnen. Het Amerikaanse prestige kreeg een forse deuk door de rampzalige militaire avonturen in het Midden-Oosten en de VS waren het epicentrum van de wereldwijde economische crisis die vanaf 2007-08 begon. Het ondermijnde de Amerikaanse positie ook aan de onderhandelingstafel rond klimaatverandering. Tegelijk zorgde het ervoor dat de grote Amerikaanse bedrijven tot minder toegevingen rond ecologische kwesties bereid zijn.
De Chinese elite is afhankelijk van sterke economische groei en weigert toegevingen te doen op vlak van de uitstoot. De zware nadruk van de Chinese onderhandelaars op fondsen voor groene ontwikkeling en compensatie voor landen die geraakt worden door klimaatverandering, leidde tot succes met het opzetten van een aanpassingsfonds en het Groene Klimaatfonds. Maar het gebrek aan middelen voor beide fondsen toont hoe weinig bereidheid er is om groene groei in China of elders effectief te ondersteunen.
Na Kyoto viel alles stil
De doelstellingen van Kyoto liepen in 2012 af. De afwezigheid van een nieuw akkoord dat hierop verder bouwde, zorgde ervoor dat een aantal ondertekenaars van Kyoto op de COP 18 in Doha beslisten om de bestaande doelstellingen gewoon verder aan te houden tot er een nieuw akkoord kwam. Diegenen die besloten om de doelstellingen van Kyoto verder te zetten, waren goed voor slechts 15% van de wereldwijde uitstoot. Dat volstaat niet om tot de drastische beperking van de uitstoot te komen die volgens wetenschappers nodig is.
De handel in uitstootrechten blijft groter worden en dwong tot actie. Bij het begin van de VN-conferenties en tijdens de verschillende toppen werd steeds herhaald dat het doel is om de globale opwarming onder de 2 graden celsius te houden. De uitstootbeperkingen van Kyoto volstonden niet, ze waren veel minder ambitieus dan wat volgens wetenschappers nodig is. Wetenschappelijk onderzoek dat op COP17 in Durban (2011) werd voorgesteld, toonde aan dat de uitstoot met 40% moet verminderen tegen 2021 om niet boven de 2 graden opwarming te komen.
In plaats van de dringendheid te erkennen en tot actie over te gaan, kwamen COP-bijeenkomsten niet eens meer tot een akkoord zoals dat van Kyoto. De aanvankelijke tijdschaal van een opvolger voor Kyoto op de conferentie in Parijs in 2015, werd niet gehaald. Voor de komende COP-conferenties wordt nu een tijdschaal gehanteerd om tot een nieuw akkoord te komen tegen 2020, wetenschappers stelden dat de uitstoot tegen 2021 met 40% moet verminderen…
Moest de situatie niet zo ernstig zijn voor de mensheid en de planeet, we zouden eens goed kunnen lachen met de komedie die opgevoerd wordt. In 2006 beschreef een journalist van de BBC de aanwezigen op de conferentie in Nairobi als ‘klimaattoeristen’ die naar de top kwamen “om Afrika te zien en te kijken naar de wilde dieren, de armen, de stervende Afrikaanse kinderen en vrouwen.”
Los van de vraag wie de afgevaardigden om de COP-bijeenkomsten zijn, is de dominantie van de belangen van de grote bedrijven op dergelijke bijeenkomsten duidelijk. Elke stap die tegen deze belangen dreigt in te gaan, wordt meteen beantwoord. Regeringen verdedigen slaafs deze belangen. Op vraag van de vorige Labour-regering in Groot-Brittannië kwam er een rapport over klimaatverandering. Nicholas Stern verklaarde daarin dat klimaatverandering “het resultaat is van het grootste marktfalen dat de wereld ooit zag.” Het hoogtepunt van het VN-proces was het akkoord van Kyoto waarmee slechts 60% van de vervuilers instemden tot acties die niet volstonden en waarin tal van achterpoortjes opengelaten werden. Conferenties eindigden vaak met officieel optimisme van de deelnemende regeringen en NGO’s, terwijl er in de praktijk niets werd bekomen.
Als we het aan de grote bedrijven en hun politici overlaten, dan wordt de mensheid om zeep geholpen. De politici blijven eindeloos palaveren. Ondertussen is er wel een groeiende beweging die opkomt voor radicale acties. Tijdens de conferentie in Kopenhagen in 2009 waren er 100.000 aanwezigen op betogingen. In New York waren er in 2014 honderdduizenden betogers die klimaatactie eisten. Deze beweging moeten we bewapenen met een socialistisch programma waarmee we werkenden en jongeren kunnen verenigen om de strijd tegen globale opwarming aan te gaan.
-
Geen ambitie rond klimaat en bovendien besparingen op spoor: deze regering is onverantwoord
De aanval van de rechtse regering op het spoor schakelt een versnelling hoger. Eerder werd al vooropgesteld om 20% van de middelen voor de NMBS te schrappen. Nu wordt dit vertaald naar praktische voorstellen met onder meer een verhoging van de arbeidsduur en opdrijven van de flexibiliteit. Het personeel ligt onder vuur, maar ook de reizigers. Een vijfde van de middelen van de NMBS schrappen, betekent onvermijdelijk slechtere dienstverlening. Als het van de directie afhangt, komen er bovendien ook ‘flexibelere’ tarieven. Lees: meer betalen voor minder diensten. Als we de regering laten doen, wordt de NMBS voorbereid op een privatisering. Dan kunnen de tarieven helemaal ‘flexibel’ worden en betalen we ons blauw voor steeds minder dienstverlening.Terwijl de politieke verantwoordelijken in dit land moeite hebben om tot een klimaatakkoord te komen, heerst er wel een grote consensus als het gaat om de afbouw van het spoor terwijl dit net een deel van het antwoord op zowel de klimaatcrisis als de mobiliteitsproblemen vormt. De afbouw van de dienstverlening wordt bovendien op schandalige wijze in de schoenen van het personeel geschoven. Als het personeel durft te reageren op de afbraakpolitiek, wordt het een onverantwoorde houding verweten. Maar wie is eigenlijk onverantwoord: diegenen die midden een klimaatcrisis en een groeiend fileprobleem het openbaar vervoer willen afbouwen, of diegenen die daartegen protesteren?
Om het individueel verkeer te verminderen, zou een drastische uitbreiding van het openbaar vervoer op basis van een plan van publieke investeringen een belangrijke stap zijn. Het ontmoedigen van individueel verkeer door het openbaar vervoer gratis te maken en bovendien uit te breiden inzake aanbod, zou het milieu ten goede komen en ons land een goed eind op weg zetten om een vermindering van de uitstoot te realiseren. Het zou bovendien een antwoord bieden op de fileproblemen, of denken de regeringen echt dat het volstaat om gewoon nog wat beton bij te leggen?
Maar neen, dit soort voorstellen is niet wat de rechtse regering voor ogen heeft. De klimaattrein heeft ze letterlijk en figuurlijk gemist. En dus richt ze haar woede tegen de trein op zich. Hoe kan een vermindering van de middelen met 20% anders gezien worden? Het personeel is er nu de eerste dupe van. Er worden eisen gesteld om flexibeler en langer te werken. Rechtse politici zoals Van Quickenborne verklaren dat het afschaffen van een vakantiedag voor koningsdag toch niet zo erg kan zijn. Misschien moet Van Quickenborne eens een maandje meedraaien in een stelsel ‘buiten reeks’. Een paar keer om 4u ’s ochtends beginnen, soms eens tot 23u ’s avonds werken en dit alles pas een paar dagen op voorhand aangekondigd.
Er wordt begonnen met een aanval op het personeel, maar de gevolgen daarvan zullen verder gaan en tasten onvermijdelijk ook de dienstverlening voor de reizigers aan. Het feit dat het personeel reageert op de aanvallen wordt aangegrepen om personeel tegen reizigers op te zetten. Het personeel vroeg een duidelijk antwoord van de vakbonden. De aangekondigde stakingen komen er natuurlijk snel, waardoor het niet evident is om deze georganiseerd te krijgen. Deze beperking in het actieplan wordt meteen aangegrepen door de regering om eens te meer de kwestie van minimale dienstverlening op de agenda te zetten. Om de politieke agenda van afbouw van de dienstverlening te realiseren, wil de regering protest hiertegen verbieden. Met deze regering krijgen we straks enkel nog minimalistische dienstverlening.
Personeel en reizigers hebben dezelfde belangen. Er zijn drastische investeringen nodig in openbaar vervoer als antwoord op de gebreken vandaag, maar ook op de klimaatuitdagingen en de fileproblemen. Tevreden personeel is een voorwaarde om het openbaar vervoer degelijk te laten rijden. Niet de rechtse regering of de directie of hun duurbetaalde consultants laten de treinen rijden, dat gebeurt door het gewone spoorpersoneel.
De ernst van de aanval op het personeel vereist een ernstig antwoord. Dat gebeurt best door een zorgvuldig opgesteld opbouwend actieplan waarmee ook naar de reizigers wordt gestapt om onze gezamenlijke belangen te verdedigen. Slecht voorbereide stakingsacties dreigen onze slagkracht te ondermijnen. Een informatie- en mobilisatiecampagne is nodig om de acties goed te organiseren, zowel onder personeel als onder reizigers. De rechtse regering zal niet aarzelen om deurwaarders en stakingsbrekers in te zetten, de dagelijkse propaganda in de gevestigde media draait nu al op volle toeren om dit voor te bereiden. Regering en directie gaan voor een harde confrontatie, we moeten ons antwoord daarop afstemmen.
-
Wereldwijde klimaatstrijd: kapitalisme is de vijand
De klimaattop in Parijs met vertegenwoordigers van meer dan 190 regeringen vindt plaats terwijl de hele wereld toekijkt. Er waren massale protestacties, de mensen zijn kwaad omdat de regeringen niets doen. Ook in Parijs waren er acties ondanks het verbod van de Franse regering als onderdeel van de noodtoestand die drie maanden duurt. Hieronder de tekst van het pamflet dat in Parijs wordt verdeeld door onze militanten uit verschillende landen.
Dit jaar, 2015, is het warmste jaar ooit sinds 1850. Als er niets verandert, zal de wereldwijde temperatuur volgens de VN met vier graden toenemen voor 2100. Dit is twee keer zoveel als de maximale grens die naar voor gebracht wordt als limiet om menselijke en ecologische rampen te vermijden.Ondanks het oppervlakkige optimisme zal de bijeenkomst in Parijs geen oplossingen bieden voor de dreiging. Het gevaar komt er immers door het beleid van dezelfde regeringen die vaak gedomineerd worden door de belangen van de grote oliebedrijven, andere multinationals en het kapitalistische systeem in het algemeen. Om vooruit te komen, moeten we de groeiende strijd voor het behoud van ons milieu koppelen aan arbeidersstrijd rond lonen en arbeidsvoorwaarden. Dit kan op basis van een democratisch socialistisch programma.
Elke strijd voor het milieu botst op hard verzet van het kapitalistische systeem. Amper 90 grote bedrijven zijn verantwoordelijk voor 63% van de wereldwijde uitstoot van koolstofdioxide en methaan tussen 1851 en 2010, de helft van die uitstoot gebeurde in de laatste 25 jaar.
In Frankrijk is 18% van de industrie goed voor 87% van de totale uitstoot, 46% hiervan komt van amper 21 industriële sites. Het voorbeeld van Volkswagen is opmerkelijk. Dit bedrijf probeerde zich ecologisch voor te doen en gebruikte dit als verkoopsargument, maar tegelijk werd speciale software gebruikt om controle op vervuiling te misleiden. Dit gebeurde sinds 2009 waarbij de auto’s tot 40 keer meer uitstoot veroorzaakten dan toegelaten in de EU!
Wat staat er op het spel?
- Er is een toenemend aantal rampen zoals de orkaan Haiyan in de Filippijnen in 2013. In 2014 moesten 19 miljoen mensen hun huis verlaten omwille van natuurrampen, 90% van de getroffen mensen komen uit Azië.
- Volgens de NASA is een stijging van de zeespiegel met een meter op 100 tot 200 jaar een realistisch scenario. Dit zou in Azië alleen al 150 miljoen mensen treffen. Velen stellen dat een stijging met een meter een te conservatieve inschatting is.
- Tegelijk kennen grote delen van Centraal en Zuid-Amerika, zuidelijk Afrika, zuidelijk Australië en landen rond de Middellandse Zee een sterke toename van het aantal droogtes. De watertoevoer voor tot twee miljard mensen is bedreigd in de komende 40 tot 50 jaar. Het ijs en de sneeuw die voor water zorgen in Centraal Azië en elders dreigen immers te verdwijnen.
Het ritme van de ontwikkelingen is nog onbekend. Wetenschappers waarschuwen voor verschillende kantelpunten waarop veranderingen onomkeerbaar worden. Fundamenten voor alle leven, waaronder het menselijke leven, zoals koraalriffen, mangrovebossen en bijen dreigen te verdwijnen.
Klimaatverandering – het grootste falen van de kapitalistische markt
De wereldwijde temperatuur is nu al met een graad toegenomen sinds het begin van de industrialisering. Dat wordt alvast beweerd door een nieuw rapport van het Meteorological Office, de nationale weerdienst van Groot-Brittannië. Hiermee zouden we halfweg zijn naar de symbolische grens van twee graden, de bovengrens die door de VN wordt vooropgesteld. De laatste keer dat het wereldwijd twee graden warmer was dan voor de industralisering, was 120.000 jaar geleden toen de zeespiegel minstens zes meter hoger was dan vandaag.
De bijeenkomsten van de politici hebben de afbraak van het milieu niet gestopt. Sinds de top in Rio de Janeiro in 1992 is de wereldwijde uitstoot van koolstofdioxide verdubbeld tot meer dan 35 miljard ton.
Met de nationale beloften van regeringen voor de top in Parijs zou de uitstoot nog steeds oplopen tot 56,7 miljard ton in 2030. Volgens de meest optimistische prognoses van de VN zou dit leiden tot een temperatuurstijging van 2,7 graden.
De rijke landen beloven slechts een kwart van wat nodig is, stelt de website Climate Fairshares.
Wat wordt in Parijs voorgesteld?
- In essentie zijn het ‘marktoplossingen’. De handel in uitstootrechten die in Europa faalt omdat bedrijven bijna onbeperkte quota krijgen, zal uitgebreid worden tot China, Korea, Japan en andere landen.
- Niets is bindend, alle beloften zijn vrijblijvend, er zijn geen straffen of boetes.
- Er is geen beperking van bestaande subsidies voor olie, steenkool of autobedrijven.
Zelfs kleine stappen vooruit worden bedreigd door elke nieuwe neergang van de wereldeconomie. Dit leidt immers tot maatregelen om de belangen van de banken en grote bedrijven veilig te stellen.
Alle andere oplossingen die besproken worden, zoals opslag van koolstofdioxide, leiden tot meer risico’s aangezien er geen afname van de uitstoot is.
Strijd voor klimaat en milieu
De massale campagne tegen de Keystone Xl oliepijpleiding van Canada naar de Mexicaanse golf haalde in november een overwinning na vier jaar van strijd door activisten, boeren, inheemse bevolking en andere mensen.
In Melbourne speelden leden van de Socialist Party een belangrijke rol in het protest tegen het vervuilende project van een nieuwe Oost-Westverbinding. Massaal protest, waaronder betogingen, blokkades en acties met vakbondsaanwezigheid zorgden ervoor dat het project gestopt werd. In Zweden zijn leden van het CWI betrokken in een gelijkaardige strijd tegen het duurste project voor een snelweg in Europa.
Er zijn ook belangrijke strijdbewegingen tegen de goudmijnen in Griekenland, olieboringen rond de Noordpool, het tekort aan water in Sao Paulo of tegen fracking, een praktijk die nog verboden is in Frankrijk.
Een socialistisch vertrekpunt
- De noden van de mensen en de planet moeten voor de wereldwijde winsthonger geplaatst worden.
- Er is een verschuiving nodig weg van het model van kapitalistische groei en ontwikkeling op basis van uitbuiting door multinationals van de bevolking en de natuur. In de plaats daarvan moet de bevolking beslissen en controle uitoefenen over de natuur en de productie.
- Binnen het kapitalistische kader zijn er geen blijvende oplossingen.
- Er zijn enkel internationale oplossingen. De dreiging van klimaatverandering is niet louter een milieukwestie. Het is een kwestie van sociale rechtvaardiging tegen de diefstal van natuurlijke rijkdommen door rijke landen en multinationals.
De strijd voor socialisme organiseren
Het kapitalistische systeem duwt ons achteruit, we moeten er een einde aan maken. We kunnen slechts tot fundamentele verandering komen door revolutionaire acties, zoals die in Frankrijk in 1968. Dit vereist dat we de eigenaars van de grote bedrijven onteigenen en de sleutelsectoren van de economie onder de controle van de werkenden en de bevolking plaatsen door ze te nationaliseren. Het gaat onder meer om de grote energiebedrijven, de voedselindustrie, ‘Big Pharma’, de automobiel- en transportsector, en vele andere grote monopolies die ons leven domineren, zoals de banken.
Werkende mensen die de controle in de samenleving overnemen, dit zou alles veranderen. We zouden degelijk materiaal gebruiken om duurzame producten te maken, producten die ook geen schade toebrengen aan de arbeiders die ermee moeten werken of er gebruik van maken. 80% van de fossiele brandstoffen moeten in de grond blijven. De landbouw moet fundamenteel veranderen. Er moet geïnvesteerd worden in nieuwe fabrieken, goedkope stelsels van openbaar vervoer, huisvesting en alle efficiënte vormen van hernieuwbare energie. Dat is de enige manier om een verandering door te voeren. Het zou gepaard gaan met een planmatige aanpak die veel nieuwe groene jobs zou opleveren. Een rapport van de International Trade Union for Construction and Woodworkers stelt dat een groene reconversie niet alleen mogelijk is, maar ook miljoenen nieuwe jobs zou opleveren.
We hebben de technische mogelijkheden om de productie te plannen naargelang onze behoeften en niet de winsten. We kunnen een rationeel beheer van alle middelen op de planeet organiseren. Dit kan, maar het vereist een strijd voor een democratisch socialistische samenleving met een democratische planning op internationaal niveau.
-
Klimaat: van de multinationals moeten we niets verwachten
Interview met Pascoe Sabido van Corporate Europe Observatory
In het kader van de onderhandelingen rond COP21, de klimaattop van de Verenigde Naties in Parijs, spraken we met Pascoe Sabido, onderzoeker en activist van Corporate Europe Observatory (CEO). Hij zit in Parijs en had het over de onderhandelingen, zijn visie op klimaatverandering, het gelobby van multinationals, de Europese Unie en sociale bewegingen.Interview door Pietro (Brussel)
Wat is CEO?
“Het Corporate Europe Observatory (CEO) is een groep die onderzoek doet en mobiliseert. Er wordt specifiek ingegaan op de invloed van de bedrijven en hun drukkingsgroepen op de beslissingen van de Europese Unie. Die invloed leidt tot een beleid van sociale onrechtvaardigheid waarbij de afbraak van ons milieu versnelt.
“We moeten hun macht kunnen beperken om een antwoord te bieden op wereldwijde problemen zoals armoede, klimaatverandering, sociale onrechtvaardigheid, honger en vervuiling. We doen onderzoek naar de activiteiten van multinationals en gebruiken dit onderzoek om de impact van de multinationals op het gevoerde beleid aan te klagen.”
Het rapport ‘Cooking the planet’ onderzoekt de banden tussen de Europese Commissie en de lobbygroepen van de grote bedrijven. Welke rol speelden de Europese commissarissen Canette (energie en klimaat) en Sevcovic (vice-voorzitter van de Commissie) in de onderhandelingen voor COP21?
“De belangrijkste beslissingen waren al genomen voor zij in november 2014 hun functie opnamen. Maar zij zullen eens te meer zeggen dat ze een krachtig en bindend akkoord willen, terwijl ze eigenlijk enkel de meest vervuilende bedrijven willen geruststellen. Ze willen dat Europa fossiele energie, met inbegrip van schaliegas, blijft gebruiken en dat hernieuwbare energie geen centrale plaats inneemt.
“Ze blijven zeggen dat Europa opkomt voor een ambitieus plan tegen de globale opwarming en dat het de andere landen zijn die nog een hele weg moeten afleggen. Maar het zijn Europese bedrijven die zich verrijken met goedkope fossiele energie. In landen als Colombia is het de winsthonger van deze bedrijven die ervoor zorgt dat grondstoffen als steenkool worden geëxploiteerd.”
Wat is de rol van de oliesector en de private bedrijven in de onderhandelingen?
“Olie is van cruciaal belang voor de kapitalistische economie. De lobbygroepen van de sector hebben een grote invloed op onze regeringen. Ze financieren onze regeringen en vice versa. In een van onze rapporten brengen we het voorbeeld van een werknemer van de Europese Commissie die tegelijk werkt voor Saudi Aramco, een van de grootste oliebedrijven.
“De grote bedrijven speelden een erg belangrijke rol in alle klimaatonderhandelingen. Ze deden er alles aan om er zelf voordeel uit te halen en om te vermijden dat hen iets in de weg zou gelegd worden. De logica van deze onderhandelingen is volledig gebaseerd op de logica van de markt en de vrijhandel. Die worden gezien als oplossingen en niet als problemen.”
Is het mogelijk om de bedrijven tot verandering aan te zetten?
“Kunnen kalkoenen Kerstmis ontlopen? Niet bepaald. Het commerciële model van de grote bedrijven is niet verenigbaar met gelijk welke poging om regels inzake klimaat op te leggen. Als we iets willen bereiken, moeten we er in de eerste plaats voor zorgen dat de grote bedrijven niet langer onze regeringen in hun macht hebben. De aanpak van de Europese Unie is niet gebaseerd op de behoeften van de bevolking, maar op de belangen van de grote bedrijven. Volkswagen en de volledige automobielsector toonden dat hun winsten steeds voor de belangen van de planeet worden geplaatst.”
Je hebt de mobilisatie naar COP21 het voorbije jaar gevolgd. Welke discussies onder sociale bewegingen en NGO’s blijven je bij?
“Er zijn altijd uiteenlopende standpunten. Sommigen hebben een meer algemeen beeld en vertrekken vanuit het systeem, anderen zijn bang om het verband te leggen tussen de afbraak van het klimaat en ons economisch systeem, het kapitalisme. De strijd voor het klimaat is in essentie een vraag naar wie het in de toekomst voor het zeggen heeft: de bevolking of de multinationals. Het gaat om een kwestie van democratie. We moeten stoppen met ons te beperken tot de hoeveelheid broeikasgassen die toegelaten wordt: we moeten erkennen dat dit in de eerste plaats een sociale en een economische discussie is. Als we consequent willen zijn, moeten we alles compleet veranderen.
“Elke dag die voorbijgaat zonder verandering, betekent dat er nadien meer moet gedaan worden als gevolg van de klimaatveranderingen. Hoe meer de tijd loopt, hoe dringender de noodzaak van radicale systeemverandering. We hebben geen geleidelijke transitie nodig, maar een radicale omvorming van de samenleving.”
Welke rol kunnen sociale bewegingen en de arbeidersbeweging hierin spelen?
“De vakbonden hebben een grote rol te spelen. Op een dode planeet is er geen leven en geen werk. Indien de vakbonden geen strategie tot strijd ontwikkelen, geven ze toe aan de belangen van de werkgevers en de multinationals. Op dit ogenblik nemen de meeste vakbonden in de praktijk niet echt deel aan de mobilisaties rond klimaat. Nochtans biedt de discussie rond klimaat enorme kansen om op te komen voor een andere samenleving, een samenleving met degelijke openbare diensten (huisvesting, vervoer, gezondheidszorg, …) waarbij de notie van arbeid wordt herdacht en waarin de macht van de multinationals wordt gebroken.
“De werkenden moeten collectief en democratisch beslissen wat ze produceren en consumeren, voor wie ze produceren en hoe dit gebeurt. Dit zou een herverdeling van de rijkdom onder de volledige bevolking betekenen. Als we tegen klimaatverandering willen ingaan, moeten we een ander economisch model vestigen. De enige manier om dat te bereiken, is door er samen voor op te komen met massabewegingen. Het is niet evident, maar er zijn wel kansen, niet alleen voor wie ecologische rechtvaardigheid wil maar voor al wie opkomt voor sociale rechtvaardigheid.”
-
Klimaatmars in Oostende toont groeiend protest
In Parijs mocht het niet, in Brussel evenmin en zelfs in Oostende was het op 29 november niet toegelaten om aan te sluiten bij de wereldwijde actiedag tegen klimaatverandering. De klimaattop zelf gaat uiteraard wel gewoon door, alleen het protest ertegen werd verboden. Maar zo’n verbod maakt geen einde aan een groeiend besef dat de klimaatcrisis ernstig is. Op 29 november waren er wereldwijd 785.000 betogers. Gisteren kwamen er daar in Oostende 14.000 bij. Met een week uitstel werd alsnog in België betoogd.
De opkomst was hoger dan het aantal betogers dat voor Parijs vooropgesteld was. Het geeft aan dat klimaat en milieu gevoelige thema’s zijn en dat de mobilisatie hierrond groter wordt. Met de Actief Linkse Studenten hebben we ons daarop voorbereid door in onze campagnes een grote nadruk te leggen op de strijd tegen klimaatverandering. Onder de slogan ‘Save the planet from capitalism’ wijzen we op de nood van een breuk met het huidige systeem, niet alleen om een einde te maken aan armoede, ellende en oorlog maar ook om het voortbestaan van de mensheid niet op de helling te zetten. We komen op voor een rationele socialistische planning van de economie.
Hieronder foto’s van de klimaatmars in Oostende.
-
Zondag klimaatmars in Oostende: red onze planeet van het kapitalisme!
Eén dag in de COP21 en onze regering is erin geslaagd België te laten verkiezen tot fossiel van de dag, de NGO-prijs voor de slechtste leerling van de klas. Niet verwonderlijk: geen akkoord tussen de gewesten betekent ook geen bijdrage op de COP21. Sinds februari 2015 heeft België bovendien de dubieuze eer de langst draaiende kerncentrale te huisvesten. Doel 1 & 2 worden heropgestart en nu wil deze regering een levensduurverlenging van de oude installaties bediscussiëren. Nu er toch zo veel over veiligheid wordt gesproken … hoeveel Fukushima’s zijn er nog nodig?
En dan wil onze regering ons wijsmaken dat klimaat een prioriteit is? Wat gaan ze ons nog op de mouw spelden? Dat de vrije markt een oplossing zal bieden? Het volkswagenschandaal heeft die illusie alvast doorprikt. Voor de multinationals is “groen” niet meer dan een marketingstunt. Uiteindelijk gaan ze voor winstgevendheid, niet voor de toekomst van ons leven op deze planeet.
Groen kapitalisme bestaat niet! 2/3e van de historische broeikasgassen zijn door 90 multinationals uitgestoten en vandaag zijn slechts 32 bedrijven verantwoordelijk voor 1/3e van de uitstoot. De COP21 zal daarin geen verandering brengen. België slaat er een mal figuur, maar de hele top zal gedomineerd worden door marktoplossingen. Steeds hetzelfde herhalen en andere resultaten verwachten was volgens Einstein de definitie van waanzin!
Wat de gemeenschap niet bezit kan ze niet controleren. Enkel democratische controle van werknemers en consumenten over een genationaliseerde energie- en automobielsector kan beslissen welke oplossingen en investeringen echt nodig zijn. Zo’n democratische controle vergt economische planning en breekt met de winstlogica en het kapitalisme.
Voor democratische controle over de energiesector en de natuurlijke rijkdommen!
-> Zondag 6 december om 12u op het Zeeheldenplein Oostende: klimaatmars



