Your cart is currently empty!
Tag: Jan Jambon
-
Protest na dodelijk politiegeweld en doofpotoperatie

Vorig weekend voerden campagne Solidarity en Blokbuster een eerste actie in Charleroi uit protest tegen het dodelijk politiegeweld en de doofpotoperatie die erop volgde. Vrijdagavond volgde een actie in Luik met een 70-tal aanwezigen en vandaag in Brussel met 120 aanwezigen.
Protest is belangrijk omdat het de druk verhoogt. We kunnen niet vertrouwen op onderzoeken binnen het politie-apparaat zelf, waaronder het Comité P dat onderdeel is van dat apparaat. We kunnen niet vertrouwen op de politieke verantwoordelijken die zelfs zo ver gaan om te verklaren dat ze hun verantwoordelijkheid ‘vergeten’ zijn. Jambon werd 11.000 euro per maand betaald om te weten wat er op zijn kabinet gebeurde, niet om het te vergeten. Mogelijk was hij te verblind door dingen die er niet waren (zoals die ‘dansende moslims’ na de aanslagen in Brussel) om te zien wat er wel was? Of was een Slovaakse dode in een cel in Charleroi niet relevant voor de voormalige minister van Binnenlandse Zaken? Neen, op het establishment moeten we niet rekenen om klaarheid in deze zaak te brengen of om sancties uit te spreken. Een onafhankelijk onderzoek is er één onder controle van de familie van het slachtoffer, de arbeidersbeweging, de antiracismebeweging …
In de VS was er massaprotest nodig om de moordenaars van George Floyd gearresteerd en vervolgd te krijgen. Het zal hier niet anders zijn: protest is nodig om ervoor te zorgen dat het establishment niet wegkomt met een tweede doofpot. Er moeten sancties zijn voor de agente die de Hitlergroet bracht en voor de agenten die het slachtoffer richting dood stuurden. De politieke verantwoordelijke voor het optreden van de politiediensten op dat ogenblik was Jan Jambon. Zijn partijgenoten zien in die vaststelling een ‘politiek spel’, alsof alles steeds om hen draait. Wij zien geen politiek spel, wij zien een dode door een optreden van een politiedienst waar Jambon politiek verantwoordelijk voor was. Dat is geen spel, het is bloedernstig.
Vandaag hield Jambon een persconferentie die vooral tot doel had om zijn eerdere leugen recht te zetten: nu moest Jambon erkennen dat hij wel degelijk van de zaak wist. Daarnaast had de persconferentie tot doel om zijn positie als minister-president veilig te stellen. Een elegante uitweg door hem aan te stellen als minister van vergeten zaken, zat er duidelijk niet in en dit ondanks bewezen capaciteiten. Excuses, laat staan een oproep tot sancties voor de betrokken agenten, vielen er niet te horen. Jambon beperkte alles tot een communicatiefout waarmee hij naar eigen zeggen vooral zichzelf in de nesten werkte. Ook nu was Jambon teveel met zichzelf bezig om oog te hebben voor het slachtoffer en zijn familie.
Tien jaar na de dood van Jonathan Jacob is er opnieuw een dode gevallen in een politiecel. Opnieuw was er geen aangepaste medische hulp, maar harde en dodelijke repressie. Als er onvoldoende middelen zijn voor degelijke zorg, blijft inderdaad enkel repressie over. De logica moet veranderen: investeer in zorg en onderwijs, niet in repressie. Investeer in publieke openbare ruimte en ontspanningsmogelijkheden. In tegenstelling tot repressie biedt dat een antwoord als er tot in Blankenberge gevochten wordt om de oasen in een sociale woestijn.
Dit alles vereist een breuk met het huidige systeem, waarin de sociale tekorten toenemen terwijl het establishment met alles denkt weg te komen. In een klassensysteem is de dood van een gewone werkende mens een detail dat al gauw vergeten is, de dood van een aspirant lid van een elitaire studentenclub iets dat tot taakstraffen leidt en een gevecht op het strand met Brusselse jongeren iets wat wel meteen bestraft wordt. Klassenjustitie is onderdeel van een klassensysteem, verzet hiertegen is nodig. Strijd tegen racisme, betekent opkomen voor sociale eisen en solidariteit om deze af te dwingen. Er is nood aan een andere samenleving waarin de belangen van de werkenden en hun gezinnen centraal staan. Dat is waar wij voor opkomen, doe mee en sluit je aan!
Fotoreportage van de actie in Brussel (door Liesbeth):
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/XWcX17TVVzpwFgWVA]Foto’s vanop de actie in Luik vrijdagavond:







-
Jambon meer bezorgd om winsten dan gezondheid

Jambon. (Foto vanop Wikipedia) ‘Het moet maar eens gedaan zijn met al die technische werkloosheid’. Dat is wat Vlaams minister-president Jambon ervan denkt. Blijkbaar keek hij iets teveel naar de standpunten van de Amerikaanse president Trump die er exact hetzelfde over verkondigt. Terwijl gewone mensen bezorgd zijn om hun gezondheid en die van hun familieleden, in het bijzonder oudere naasten, wil Trump tegen Pasen de productie terug volledig op gang trekken. Jambon volgt Trump daarin.
Medische experts blijven oproepen om regels rond social distancing na te leven en een complete ramp voor de zorgsector te vermijden door een oncontroleerbare verspreiding van het virus zoveel mogelijk te vermijden. Ze merken op dat de piek nog moet komen en dat we mogelijk naar dagen gaan met meer dan 100 doden in België. Marc Van Ranst zei gisteravond op televisie dat bepaalde doelgroepen nog onvoldoende bereikt worden met de boodschap tot social distancing. Hij had het over jongeren, maar blijkbaar geldt het ook voor sommige politici.
Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) vindt dat er te snel naar technische werkloosheid wordt gegrepen en dat sommige jobs echt wel kunnen doorgaan: “We moeten opletten dat we niet het niet werken stimuleren in plaats van het werken.” Hij verwees onder meer naar poetshulpen met de stelling dat je gerust boven kan zitten terwijl de poetshulp beneden poetst. Het leverde Jambon zelfs uit werkgevershoek kritiek op, waarop zijn woordvoerder moest erkennen dat de minister-president de realiteit op het terrein niet helemaal kent. Dat is woordvoerderstaal om te zeggen dat Jambon compleet wereldvreemd is.
Voor de minister-president is zoveel mogelijk aan de slag blijven een toonbeeld van burgerzin. Daarmee maakt hij duidelijk waar de prioriteiten liggen en wiens belangen hij verdedigt. Burgerzin voor Jambon vertrekt niet van wat nodig is voor de meerderheid van de mensen en van wat aanbevolen wordt door medische experts zoals virologen en gezondheidswerkers. Neen, burgerzin voor Jambon betekent de winsten van de grote bedrijven veilig stellen.
Wat zou burgerzin vandaag betekenen? Misschien dat er meteen veel meer publieke middelen worden vrijgemaakt voor de zorgsector, niet alleen om deze crisis aan te pakken maar ook om erna te zorgen dat er voldoende plaats is en genoeg collega’s op de werkvloer om het zorgwerk werkbaar te maken? Daar hebben we de Vlaamse regering echter nog niet over gehoord. Minister Beke is wat de sociale sector betreft niet eens bereid om de geplande besparingen op te schorten, waardoor de aanvallen op de allerzwaksten gewoon doorgaan. Het zou ook van burgerzin getuigen indien Jambon binnen zijn partij eens orde op zaken stelt, bijvoorbeeld om burgemeesters geen straatfeesten te laten bijwonen zoals in Izegem, maar meer fundamenteel om voorstellen tot besparingen op sociale zekerheid op een gezonde afstand van de realiteit te houden. Het getuigt van weinig burgerzin om het zorgpersoneel lof toe te zwaaien, maar tegelijk achter hun rug al het volgende mes klaar te houden dat in de sociale zekerheid zal geplant worden!
Als we de zorgcrisis op een efficiënte wijze willen aanpakken, laten we belangrijke beslissingen beter niet over aan wereldvreemde politici zoals Jambon. Die zijn meer bezorgd over hoeveel hun rijke vrienden dit jaar weer naar belastingparadijzen kunnen doorsluizen (qua overbodige verplaatsing kan dat tellen!) dan over onze gezondheid. In deze crisis wordt duidelijk dat gewone werkenden veel meer initiatief en burgerzin aan de dag leggen: van de extra inspanning van het zorgpersoneel tot de collectieve acties om onveilige niet-essentiële productie stil te leggen. Zonder onze arbeid en onze burgerzin zou er niets functioneren. Misschien wordt het tijd dat we vanuit die vaststelling belangrijke beslissingen zelf op een democratische wijze nemen en de nodige planning opstellen waarmee we de sociale noden en behoeften van de volledige bevolking tot centraal uitgangspunt kunnen promoveren.
-
De bende van Jambon: een arrogante besparingsregering

Foto: PPICS Bij de voorstelling van het Vlaams regeerakkoord bleven de cijfers uit. Nu is duidelijk waarom de regering-Jambon daar liever mee wachtte: de cijfers tonen aan dat er geen sprake is van een investeringsregering, maar van een harde besparingsregering. De framing van de regering als ‘sociaal’ was eigenlijk gewoon fake news.
Minister-president Jambon gaf er de voorkeur aan om de cijfers niet meteen vrij te geven. Hij schepte daar zelfs mee op tijdens een diner-bijeenkomst van het Vlaamsgezinde Doorbraak, een website die een maand geleden in opspraak kwam na een racistisch opiniestuk waarin voetballer Lukaku een ‘mensaap’ werd genoemd. Het feit dat de schrijver van dat opiniestuk nog steeds voor Doorbraak schrijft, gaf meteen een grotere geloofwaardigheid aan de bewering van Jambon dat wel degelijk geprobeerd werd om het Vlaams Belang bij het bestuur te betrekken. Jambon was de hoofdspreker op het sponsordiner, een rol waarin hij werd voorgegaan door Theo Francken en Thierry Baudet. Voor het thuispubliek van Doorbraak verklaarde Jambon dat de begrotingstabellen klaar waren, maar dat hij ze liever nog niet aan de oppositie gaf. Het was tekenend voor de arrogantie van de N-VA’er, maar er was meer aan de hand. Met de cijfers bij de hand blijft er immers niets over van de bewering dat de Vlaamse regering hier en daar wat sociale investeringen zal doen.
De investeringen in welzijn worden deels betaald door besparingen elders op welzijn. Bovendien wordt er niet vertrokken van wat nodig is om bijvoorbeeld wachtlijsten weg te werken, maar van de beschikbare middelen in de hoop daarmee een verdere escalatie van de zorgcrisis te vermijden. Hoger reikt de ambitie niet. De afschaffing van de woonbonus wordt verkocht als een maatregel om de huizenprijzen te doen dalen, maar het Brusselse voorbeeld toont aan dat dit niet het geval is. Met de afschaffing van de indexering van het kindergeld in het oude stelsel en vanaf het derde kind, wordt een eerdere belofte gebroken.
Een daling van de energiefactuur zit er niet in en de energiebedrijven mogen zich al in de handen wrijven: naast de hoge facturen kunnen ze zich al opmaken voor het langer openhouden van de kerncentrales. En dan zijn er nog de aanvallen op de ambtenaren, het middenveld, nieuwkomers en werklozen. De Vlaamse regering richt zelf een sociaal bloedbad aan: 1500 jobs bij de ambtenarij gaan verloren door niet-vervanging van wie op pensioen vertrekt. Misschien kunnen de statutaire betrekkingen die daar verloren gaan opgevangen worden door onbetaalde dwangarbeid van werklozen in gemeenschapsdienst?
Met dergelijke voorstellen is het normaal dat Jambon en zijn coalitiepartners liever een persconferentie houden dan een parlementair debat. Dat CD&V en VLD hier volledig in mee gegaan zijn, zegt veel over hun slagkracht. Dat ze zich voor de kar van N-VA laten spannen om de tekorten op vlak van welzijn te verkopen in het geval van CD&V (in een sector waar het ACV sterk staat en het ongenoegen al bijzonder groot is) of om de aanvallen op nieuwkomers door te voeren in het geval van Open VLD (terwijl er net rond dat punt enige interne oppositie was), geeft aan dat eventuele pogingen van de PS om CD&V en VLD los te weken voor een paars-groene regering zonder N-VA weinig kans op succes hebben. N-VA werpt zich op als een arrogante besparingspartij. Kersvers minister Zuhal Demir voelde zich uiteraard meteen in haar element: ze haalde uit naar de klimaatjongeren die maar eens moeten stoppen met hun protest omdat hun boodschap begrepen is. Niet dat de Vlaamse regering ook maar iets van klimaatambitie uitstraalt uiteraard.
Tegen deze arrogante besparingsregering zal verzet nodig zijn. Welk verzet? Dat zal Jambon niet bepalen. Er zal straatprotest nodig zijn om een krachtsverhouding op te bouwen waarmee de werkenden en hun gezinnen hun bekommernissen en eisen centraal plaatsen in het publieke debat. Eisen zoals voor een hoger minimumloon (14 euro per uur), hogere pensioenen, arbeidsduurvermindering, massale publieke investeringen in infrastructuur en diensten (zoals openbaar vervoer, zorg, onderwijs), … zullen we niet afdwingen met louter goede argumenten. Er zal strijd voor nodig zijn omdat onze levensstandaard nu eenmaal botst met de winsthonger van een kleine elite die zich maar al te graag laat bedienen door die arrogante nieuw-Vlaamse besparingsregering.
-
Asociaal beleid afgestraft: Jambon zet Zweeds door en doet er nog een schep bovenop

Jambon. (Foto vanop Wikipedia) Het asociale beleid van de Zweedse regeringen werd afgestraft. Toch krijgen we op Vlaams niveau een heruitgave van de vorige regering. De verliezende partijen zetten door en doen er nog een schep bovenop. Het asociale karakter van het beleid wordt opgevoerd. Niet alleen migranten worden hard aangepakt, ook werklozen, het middenveld en de ambtenaren. Wie blijft buiten schot? De rijksten, de vastgoedlobby, de grote bedrijven, … Er is inderdaad een VB-stempel op deze regering die als motto lijkt te hanteren: ‘rijk volk eerst’. De sociale beloften in het regeerakkoord worden in de verf gezet, maar het blijkt een dun laagje vernis te zijn.
Door Geert Cool
Sociale klemtonen: onvoldoende middelen zullen problemen niet oplossen
De regering-Jambon probeert zich voor te doen als ‘sociaal’ voor wie hier woont – we schreven bijna ‘voor echte Vlamingen’ – en strenger voor wie er bij wil horen. Een blik op wat als sociale maatregelen wordt voorgesteld, maakt duidelijk dat dit nonsens is. De noden in onder meer de zorgsector, onderwijs en inzake betaalbaar wonen zijn bijzonder groot. De voorgestelde middelen beantwoorden niet aan de noden.
Zo is er geen sprake van de benodigde 1,6 miljard euro per jaar om de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg weg te werken. Dat was het cijfer waar het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) over sprak. Met 270 miljoen euro komt de nieuwe Vlaamse regering nog niet in de buurt! Om de ouderenzorg betaalbaar te houden, komt er geen maximumfactuur en zal de overheid evenmin fors investeren in degelijke publieke ouderenzorg. Neen: het zorgbudget voor een groot aantal ouderen wordt opgetrokken en er is de belofte van extra personeel op basis van personeelsnormen. Alles samen krijgt welzijn 550 miljoen euro extra, dat is ongeveer hetzelfde als onder de vorige Vlaamse regering en het blijft een pak onder wat nodig is.
Er wordt geen werk gemaakt van tienduizenden nieuwe sociale woningen, ook al is de wachtlijst opgelopen tot 153.910 mensen in Vlaanderen in 2018 (bijna evenveel als het aantal beschikbare sociale woningen: 156.280). De regering beweert te investeren in sociale huisvesting, maar erg ambitieus is ze niet. Het regeerakkoord houdt het op: “De investeringsmachtiging voor nieuwbouw en renovatie wordt de volgende 5 jaar gecontinueerd op het niveau van 2019” met een klemtoon op renovatie. Kortom: er wordt niet extra geïnvesteerd en er komen geen of amper nieuwe sociale woningen bij. De Vlaamse steun voor sociale huisvesting in de grote steden (Antwerpen, Gent) blijft behouden. Het voorstel uit de startnota van De Wever om die financiering te stoppen, was volgens de N-VA-voorzitter bewust naar voren gebracht om het nadien terug te trekken. Zo gaat het met sociale maatregelen van deze Vlaamse regering: we mogen al blij zijn met wat we hadden… Een status-quo dat niet volstaat, wordt als ‘vooruitgang’ voorgesteld. Zonder extra sociale huisvesting wordt enkel gefoefeld aan de toegang ertoe: die wordt moeilijker voor nieuwkomers.
De verlaging van de registratierechten bij de aankoop van een nieuwe woning van 7 naar 6% wordt als een sociale maatregel voorgesteld, maar komt nadat het opgedeeld tarief van 5% (voor klein beschrijf) en 10% (voor groot beschrijf) was afgeschaft. Voor een kleine woning blijft er dus een stijging van de registratierechten. Het afschaffen van de woonbonus wordt door sommigen als een ‘links’ accent voorgesteld. Dat is nonsens: de woonbonus zorgde voor een stijging van de huizenprijzen waarbij wat een gezin terugkreeg als woonbonus eigenlijk al doorgegeven was aan de vastgoedsector. Die sector moet van de regering-Jambon niets vrezen: door niet in extra sociale huisvesting te investeren, wordt de ‘huizenmarkt’ volledig aan de private sector overgelaten. Waar de invoering van de woonbonus tot stijgende prijzen leidde, zal de afschaffing ervan wellicht geen daling veroorzaken. Werkenden die een woning kopen zijn er de dupe van. Een links accent zou bestaan uit massale publieke investeringen in sociale huisvesting en betaalbaar wonen, maar dat vinden we niet in het regeerakkoord.
Blijft nog de maatregel van de jobbonus over: wie minder dan 1.700 euro bruto per maand verdient, zou een nettobonus krijgen van 50 euro per maand. Wie tussen 1.700 en 2.500 euro bruto verdient, zal een kleinere bonus krijgen. Deze opgesmukte jobkorting zou volgens de liberalen van toepassing zijn op één op de drie werkenden. De maatregel kost 350 miljoen euro en is één van de duurste die deze regering neemt. Mensen met een laag inkomen zullen dit zeker verwelkomen, maar het blijft nog even wachten: de maatregel komt er pas in 2021. En we moeten vaststellen dat de regering niet de werkgevers wil laten betalen voor hun personeel maar de gemeenschap. In plaats van een hoger loon dat recht geeft op bijhorende sociale voordelen (bijvoorbeeld inzake pensioenen) wordt een bonus uit de gemeenschapskas betaald.
De ‘sociale’ maatregelen vallen dus mager uit en wegen niet op tegen de nieuwe asociale voorstellen in het regeerakkoord.
Tegen nieuwkomers, werklozen, ambtenaren en al wie ambetant is
Het Vlaams Belang vond terecht dat het regeerakkoord wel degelijk de stempel van de partij droeg. Opmerkelijk was trouwens dat het VB geen kritiek had op het tekortschieten van de voorgestelde ‘sociale’ maatregelen, maar zich beperkte tot de roep om migranten en nieuwkomers nog harder aan te pakken. Het regeerakkoord neemt maatregelen uit het beruchte 70-puntenprogramma van het Vlaams Blok over: Vlaanderen stapt uit gelijkekansencentrum Unia en maakt de toegang tot onder meer de verplichte inburgering moeilijker. Nieuwkomers zullen 180 euro inschrijvingsgeld betalen voor de inburgeringscursus en twee keer 90 euro voor examens Nederlands en maatschappelijke oriëntatie. Met 360 euro is een inburgeringscursus duurder dan een driejarige Bachelor-opleiding voor een beursgerechtigde student.
Hiermee creëert de Vlaamse regering de illusie dat de sociale achteruitgang van de afgelopen jaren het resultaat is van investeringen in nieuwkomers. De lage lonen, tekort aan middelen voor onderwijs, falende infrastructuur of tanende zorgsector zijn echter het resultaat van een transfer van middelen van de gemeenschap naar de grote bedrijven via allerhande belastingvoordelen. Daar weigeren alle regeringen in dit land – inclusief de federale eens die er komt – tegen in te gaan. Met 43.397 nieuwkomers in Vlaanderen in 2017 (de laatste cijfers in de Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor van de Vlaamse overheid) zou een bijdrage van 360 euro in totaal 15 miljoen euro opleveren. Om de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg weg te werken, is 1,6 miljard euro nodig of honderd keer meer. Anders gezegd: de aanvallen op nieuwkomers zijn vooral symbolisch om de indruk te wekken dat de regering gaat voor het ‘eigen volk eerst’: ze zullen amper middelen opbrengen maar ondertussen is 360 euro heel veel geld voor wie hier net aankomt.
Wie dacht dat de aanvallen zich tot de nieuwkomers zouden beperken, vergist zich. Werklozen bijvoorbeeld worden harder aangepakt. De VDAB krijgt meer mogelijkheden om werkzoekenden strenger op te volgen met een “verplichte overeenkomst over een persoonlijk traject naar werk” (waarvoor de VDAB overigens geen extra middelen krijgt) gevolgd door een mogelijkheid van verplichte onbetaalde gemeenschapsdienst na twee jaar. Gemeenten kunnen personeel beginnen afdanken: straks komen er onbetaalde dwangarbeiders in de plaats. Dat is letterlijk wat deze maatregel in Nederland heeft betekend: het voorbeeld van de afgedankte straatveger die nadien als gemeenschapsdienst onbetaald de straten moest vegen, is algemeen gekend.
Liggen ook onder vuur: wie voor de Vlaamse overheid werkt. Nieuw personeel wordt voortaan enkel contractueel tewerkgesteld, met uitzondering van het onderwijs. Het ambtenarenstatuut wordt volledig afgebouwd, wat een stap achteruit is voor het betreffend personeel (onder meer inzake jobzekerheid en pensioenen). De Vlaamse regering wil een “slanke” overheid met minder personeel. Inzake de lonen wordt een schot voor de boeg gelost met de stelling dat “het belang van anciënniteit in de loonvorming” wordt “teruggeschroefd.”
Nieuwkomers, werklozen en ambtenaren krijgen het gezelschap van al wie ‘ambetant’ kan zijn voor de rechtse Vlaamse regering. Zo wordt de financiële ondersteuning aan gelijkekansencentrum Unia afgeschaft, moet de VRT de ‘Vlaamse identiteit’ uitdragen en stoppen met kritische opiniestukken te publiceren (de nieuwssite mag enkel ter ondersteuning van beeldmateriaal zijn), het Minderhedenforum verdwijnt en de mutualiteiten worden voorzichtig aangepakt met de suggestie dat de zorgkassen (betaald door de zorgpremie) samensmelten en los komen te staan van de mutualiteiten.
Onderwijs: toegang tot hoger onderwijs moeilijker
Er zijn beloften om nieuw personeel in het onderwijs aan te trekken, onder meer door de anciënniteit uit de privésector over te nemen. In het kleuteronderwijs zouden er meer middelen komen. Het M-decreet – een poging tot opname van leerlingen met specifieke noden in het reguliere onderwijs, evenwel zonder de nodige middelen hiervoor te voorzien – wordt opnieuw afgeschaft. De ernstige herfinanciering door meer publieke middelen voor onderwijs, blijft echter uit.
Wat wel verandert, is de grotere nadruk op prestaties. Verplichte standaardproeven in het secundair onderwijs zijn daar deel van. In het hoger onderwijs komt er een harde knip tussen bachelor en masteropleidingen, wat de toegang tot masteropleidingen beperkt (tenzij een student de middelen heeft om langer te studeren). Daarnaast wil de regering een ‘rationalisering’ van de bacheloropleidingen, waarbij opleidingen met minder dan 115 studenten bedreigd zijn.
Geen investeringen in openbaar vervoer
Op De Lijn is er de afgelopen jaren fors bespaard en de Vlaamse regering wil daarmee doorzetten. De regering wil ons meer laten betalen: “Sowieso blijft De Lijn verder een hogere kostendekkingsgraad realiseren en blijft kostenefficiëntie een permanente drijfveer.” Kostendekkingsgraad staat voor het aandeel van de kosten die door de gebruikers rechtstreeks betaald wordt, naast het aandeel dat we onrechtstreeks via de gemeenschapsmiddelen betalen. De regering legt bovendien op dat er in de tweede helft van de regeerperiode in één vervoersregio een volledige liberalisering wordt doorgevoerd: via tendering zal daar een operator aangeduid worden. De weg voor private bedrijven wordt gemakkelijker: “We onderzoeken tevens hoe we de drempels in de regelgeving kunnen wegwerken voor private vervoersinitiatieven.”
Dat dit op protest van het personeel kan botsten, beseft de Vlaamse regering ook. Daarom bepaalt het regeerakkoord: “We zetten een stap verder op het vlak van een gegarandeerde dienstverlening.” Daartoe wordt aangedrongen op overleg met de sociale partners, maar als dat niets oplevert doet de regering het zelf. “Bij gebreke aan resultaten binnen de termijn van zes maanden, zal de regering het initiatief nemen om voormelde doelstelling alsnog te realiseren.”
Vlaamse identiteit
Op het N-VA-congres kregen de kopstukken het meeste applaus voor de nationalistische maatregelen. Waar er in het gemeenschapsonderwijs een volledig verbod op levensbeschouwelijke tekenen, inclusief de hoofddoek, komt in naam van de neutraliteit, geldt de neutraliteit niet voor de burgemeesterssjerp waar er voortaan keuze is tussen de Belgische driekleur en een Vlaamse versie. Voortaan zullen we aan de sjerp zien of er een Vlaams-nationalistische burgemeester is of niet. Er komt een ‘Vlaams canon’. In de Vlaamse rand wordt onderzocht of er een ‘voorrangregel’ komt om voorkeur te geven aan “leerlingen uit de Vlaamse gemeenschap.”
Quid CD&V?
De vorming van de nieuwe Vlaamse regering verliep ondanks dezelfde samenstelling als de vorige niet gemakkelijk. Het duurde vier maanden en er was een lijvig document – zonder exacte cijfers – nodig om de regeringsvorming te bezegelen. Het blijft immers een regering van verliezende partijen, waarbij N-VA de vooruitgang van VB probeert te gebruiken om de eigen stempel te vergroten. De liberalen zijn blij dat ze erbij zijn. CD&V zal het met dit regeerakkoord nog moeilijker krijgen om zich voor te doen als het ‘sociaal gezicht’ binnen een rechtse regering. De partij stond al onder druk door het asociale beleid van de vorige Zweedse regeringen, maar lijkt nu aan de top oprecht enthousiast over een verderzetting van de aanvallen. De enige discussies lijken te gaan over welke rol welk kopstuk zal spelen. Met het tegenvallende resultaat en de nog dramatischer achteruitgang in de peilingen na de verkiezingen, stelt zich stilaan de vraag: ‘quid CD&V’? Wat zal CD&V doen? Na de verkiezingen vlogen al verwijten over en weer tussen ACV-leiders en CD&V-kopstukken, met dit regeerakkoord wordt het voor de ACV-top nog moeilijker om CD&V de hand boven het hoofd te houden.
Verzet nodig!
De maatregelen in het regeerakkoord liggen in de lijn van de vorige Vlaamse regering en gaan nog een stap verder op verschillende vlakken, onder meer tegen nieuwkomers, ambtenaren of personeel en gebruikers van De Lijn. De sociale maatregelen die beloofd worden, voldoen helemaal niet aan de noden en zijn vaak slechts bevestigingen van wat er al was. Deze regering rijdt voor de rijken. Gewone werkenden die dachten dat zij het beter zouden hebben omdat migranten harder aangepakt worden, moeten maar eens becijferen wat de afschaffing van de woonbonus voor hen kost. Het begint met migranten, maar de neoliberale besparingslogica kan zich niet tot deze groep beperken.
Er zal verzet nodig zijn tegen de regering-Jambon. We mogen ons niet langen vangen aan de racistische verdeel-en-heersmethode die vandaag prominent verdedigd wordt door de regering, in een poging om het sociale falen op andere vlakken te verbergen. De rechtse partijen werden afgestraft omwille van hun asociaal beleid, meer nog meer asociaal beleid zullen ze daar geen antwoord op bieden. Collectieve strijd van de arbeidersbeweging rond de noden voor de meerderheid van de bevolking, is nodig. Als de arbeidersbeweging haar stempel niet op de discussies drukt, zal het publieke debat beperkt zijn tot racisme-light versus hard racisme, tussen keiharde besparingen op onze levensstandaard versus een zachtere variant ervan.
-
Dodelijk asielbeleid: meisje van twee omgekomen door politiekogel

Protest vrijdagavond Eerst werd het ontkend, nadien kwam het door een “verdwaalde” kogel. Feit is dat een tweejarig meisje omkwam door een politiekogel. Er werd met scherp geschoten op een busje migranten. Sinds wanneer is dat de norm in ons land? Kinderen doodschieten doe je niet. Nu niet. Nooit.
Van repressie tot ‘licence to kill’
Er was meteen iets vreemd aan de berichtgeving. Men deed er alles aan om de verantwoordelijkheid voor het dodelijke geweld op de kap van de migranten in het busje te schuiven. Zo werd het voorgesteld als zelfverdediging. Nochtans moet het voor de politie na een achtervolging tussen Namen en Bergen duidelijk geweest zijn dat het om een busje vol mensen ging. Zelfs indien het busje niet meteen stopte, was er toch geen reden om met scherp op de inzittenden te schieten?Het lijkt erop dat het repressieve asielbeleid waarbij regeringspartij N-VA migranten ziet als ‘overlast’ en ‘kost’ doorsijpelt naar het beleid op het terrein. Dezelfde dag dat N-VA aankondigt dat Francken en Van Overtveldt zullen berekenen hoeveel een migrant ‘kost’ – een voorstel dat recht uit het oude 70-puntenplan van het Vlaams Blok komt, een plan waardoor die partij wegens racisme veroordeeld is – schieten agenten op migranten waarbij een dode valt.
Het incident doet denken aan wat 20 jaar geleden gebeurde met Semira Adamu. Zij werd bij een uitwijzing vermoord door agenten die haar met een kussen lieten stikken in een vliegtuig. Dat leidde tot grote verontwaardiging en heel wat protest. De bevoegde ministers namen ontslag. Vandaag zwijgen de bevoegde ministers: ze hebben over van alles en nog wat – zeker indien ze er verdeeldheid mee kunnen zaaien – meteen hun Twitter-mening klaar, maar over een dergelijk falen van hun beleid houden ze de lippen op elkaar. Zowel de feiten als de leugens die meteen erna werden verspreid, worden toegedekt in wat een doofpotoperatie lijkt. Enkel als daar kritiek op komt, waagt Theo Francken zich aan een mening: “Ik vind het vreselijk dat dit meisje gestorven is, maar wat een walgelijke politieke recuperatie.” Walgelijk is het inderdaad.
Dit incident is niet het eerste dit jaar. Eerder kwam een migrant om het leven bij een politiecontrole aan de autosnelweg in Jabbeke. Migranten die ellende in Irak, Syrië of Somalië ontvluchten, worden hier behandeld als opgejaagd wild. Het kabinet-Jambon legt de verantwoordelijkheid bij de migranten zelf: “De regels zijn eenvoudig. De politie kan het vuur openen als er mensenlevens in gevaar zijn. Dat is absoluut het geval als een bestelwagen voor de politie probeert te vluchten en zo met het leven van de inzittenden speelt.” Over het feit dat met scherp op mensen wordt geschoten, komt er geen woord kritiek. Anders gezegd: er geldt blijkbaar een ‘licence to kill’ tegen migranten.
De versie van de moeder van het meisje gaat in die richting: “Toen er mensen uitstapten, heeft een agent nog een tweede keer geschoten. Mijn man kon de kogel ontwijken. Mawda, die in mijn armen lag, had geen kans. Er is geen sprake van een afgeketste kogel.” Alexis De Swaef van de Liga voor de Mensenrechten merkt terecht op: “Ik ben ook bang dat politiemensen nu beginnen te denken dat ze meer mogen dan de wet voorschrijft. Zij horen ook wat Jambon zegt. Zelfs als ze kiezen voor de harde aanpak, weten ze dat de minister hen altijd in bescherming zal nemen.”
Waarom mensen vluchten
De ouders van het tweejarig meisje Mawda komen uit Iraaks Koerdistan. Ze proberen naar Engeland te geraken, maar zaten in een vluchtelingenkamp nabij Duinkerke vanwaar ze zochten naar methoden om de oversteek te maken. Waarom ze Irak verlaten hebben in 2015? “We zagen geen toekomst in Irak. Als het er één dag goed gaat, kunnen er de volgende dag alweer bommen vallen.”
Dat is de realiteit in heel wat door oorlog getroffen landen: van Afghanistan over Irak, Syrië, Somalië tot Libië. Welke toekomst hebben jonge mensen in die landen? Het asielbeleid van deze regering is gericht op het ontmenselijken van de vluchtelingen: er wordt niet gekeken naar de redenen waarom gevlucht wordt, laat staan naar hoe die omstandigheden ontstaan zijn. Na decennia van neokoloniale plunderpolitiek gekoppeld aan imperialistische interventies en oorlogen, neemt de wanhoop toe. Er worden middelen besteed aan oorlogsvoering, maar niet aan heropbouw. Dat is een voedingsbodem voor sectaire conflicten, krijgsheren en een vluchtelingenprobleem. Francken beweert dat hij migratie wil stoppen, maar blijft blind en doof voor de oorzaken waarom mensen alles achterlaten in de hoop elders een toekomst te vinden.
Ook de Belgische regering draagt een verantwoordelijkheid in deze situatie. Er is deelname aan militaire interventies en nu wil de regering miljarden vrijmaken voor nieuwe gevechtsvliegtuigen die onder meer in oorlogen in het Midden-Oosten kunnen ingezet worden. De kostprijs van die gevechtsvliegtuigen is al berekend, daar hebben we Van Overtveldt niet voor nodig: 15 miljard euro.
De rechterzijde probeert het voor te stellen alsof links vragende partij is voor meer vluchtelingen. Nochtans is het de linkerzijde die beseft dat niemand voor zijn of haar plezier vlucht. Bovendien stond consequent links vooraan in het verzet tegen onder meer de oorlog in Irak. Toen al waarschuwden we dat die imperialistische interventie het Midden-Oosten tot een tijdbom zou herscheppen met gevolgen tot bij ons. Steun aan oorlog, dictators, neokoloniale plundering, Libische mensensmokkelaars of Soedanese folteraars maken het probleem erger. Trump doet er met zijn provocaties in het Midden-Oosten nu nog een schep bovenop, wat meteen leidt tot geweld tegen Palestijnse betogers door het Israëlische regime. Dat geweld werd vorige week nog goedgepraat door N-VA-voorzitter De Wever. Rechts richt overal ter wereld puinhopen aan. Wie vervolgens medeleven met de slachtoffers van die puinhopen toont, wordt zelf gecriminaliseerd.
Onmenselijk beleid stoppen
Er is nood aan een regularisatie van mensen-zonder-papieren, recht op huisvesting, afschaffing van gesloten centra, vrij verkeer, stopzetting van de uitwijzingen en van de criminalisering van mensen-zonder-papieren, stop het racisme en de hypocrisie van de overheid, respect van fundamentele rechten zoals toegang tot medische zorg en onderwijs. Dat is nodig in de plaats van het huidige repressieve asielbeleid.
Tegen de achtergrond van een rechtse regering zullen we niets cadeau krijgen. Voor elke hervorming is een revolutionaire strijd nodig. Deze eisen moeten gepaard gaan met een aanhoudende strijd voor de eenheid van alle werkenden tegen besparingen en racisme, voor een samenleving zonder al die vormen van ongelijkheid. We moeten ons verzetten tegen het systeem dat zorgt voor ellende en uitbuiting, een regime dat gebaseerd is op oorlog en neokoloniale plunderingen, waardoor mensen geen andere kans zien dan hun leven wagen en vluchten. We moeten een krachtsverhouding opbouwen op basis van strijd en solidariteit, met als doel een socialistische samenleving zonder uitbuiting en moordende concurrentie.
Het spontane protest vrijdagavond was een goede eerste stap. De nationale betoging van mensen-zonder-papieren op 10 juni is een volgende belangrijke afspraak. We moeten ons organiseren, mobiliseren, protesteren en bouwen aan een alternatief op het kapitalisme.
Enkel op die manier kunnen we een eind maken aan oorlogen, neokoloniale plunderingen, repressief asielbeleid, dodelijk politiegeweld, … De vreselijke dood van Mawda moet een aanzet tot hernieuwde en sterkere strijd tegen het huidige beleid zijn. Dat is misschien mager als troost voor de ouders van Mawda, maar het is de enige manier om in de toekomst gelijkaardige situaties onmogelijk te maken.
-
Significant racisme om aandacht af te leiden van het falende beleid

Betoging tegen racisme in Leuven in maart van dit jaar. Foto door PPICS Een kat in het nauw maakt rare sprongen. De vele kritieken op het falen van het veiligheidsbeleid van de Belgische regering zorgden ervoor dat vanuit de grootste regeringspartij, de N-VA, de aandacht elders werd gelegd. Minister Jambon verklaarde meermaals dat een significant aantal moslims in Brussel danste na de aanslagen van 22 maart. Die stelling hardmaken kon hij niet, ze intrekken deed hij evenmin.
Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Als mensen met een migratieachtergrond uit de boot vallen, is dit volgens de N-VA’ers louter en alleen aan henzelf te wijten. “Ze hebben hier alle kansen gekregen,” stelde voorzitter De Wever. Zijn adjudant Liesbeth Homans blijft racisme relativeren. Dat zelfs de OESO stelt dat België achteroploopt in de integratie van migranten in zowel het onderwijs als de arbeidsmarkt, wordt gemakshalve genegeerd.
Dat de vernietiging van de Brusselse industrie vanaf eind jaren 1970 heeft geleid tot een erg hoge werkloosheidsgraad onder lager opgeleiden in de hoofdstad (nog steeds meer dan 30%!), wordt niet in rekenschap genomen. Dat er wel degelijk sprake is van racisme en discriminatie evenmin. Neen, migranten grijpen volgens de N-VA de aangeboden kansen niet. En daarom groeien 37,2% van de kinderen met ouders die buiten België geboren zijn in armoede op tegenover een eveneens rampzalig gemiddeld van 18,8% voor alle kinderen.
Niet alleen worden de kansen niet gegrepen (over welke jobs en andere kansen spreekt De Wever eigenlijk – toon ons eens die aangeboden kansen, meneer de burgemeester!), die migranten willen volgens N-VA niet integreren en dit wordt toegeschreven aan culturele en/of religieuze fenomenen. Om het falen op sociaal vlak toe te dekken en niet te moeten erkennen dat een steeds grotere groep in de samenleving uit de boot valt, wordt een aanval ingezet op de slachtoffers van het asociale beleid. Het is makkelijker om te schoppen naar de armen dan om de armoede aan te pakken. Die armen worden plots zelf verantwoordelijk gesteld voor de armoede. Met het besparingsbeleid om onder meer de koffers in Panama en andere belastingparadijzen te vullen, heeft het dan niets te maken.
De uitspraken van Jambon getuigen van racisme tegen een significant deel van de migrantenbevolking in ons land. Mogelijk hoopt de N-VA op deze manier het verlies aan kiezers aan het Vlaams Belang te stoppen, maar door racisme te pamperen zal dit niet gebeuren. De wakes en acties na de aanslagen waren erg divers en maakten duidelijk dat er onder alle lagen van de bevolking, los van afkomst of religie, een afkeer is van terreur. De regering slaagde er niet in om zich op te werpen als de voortrekker van ‘nationale eenheid’.
Het enige wat dan nog overblijft, is het aloude verdeel-en-heers. Vertaald naar N-VA-argumenten betekent dit dat werklozen verantwoordelijk zijn voor de werkloosheid omdat ze niet willen werken en daardoor de sociale zekerheid ondermijnen. Of nog dat migranten verantwoordelijk zijn voor de rampzalige sociale omstandigheden in de wijken waar ze wonen. We mogen dit niet aanvaarden en moeten bouwen aan onderlinge solidariteit in de strijd voor een andere samenleving.
-
Excuseer…
Erg origineel of oprecht komen de excuses van de N-VA-prominenten niet over. Er waren wel al wat zaken waarvoor ze zich moesten excuseren. Van racistische uitspraken (Theo Francken) over steun aan collaborateurs (Jambon, Francken, Weyts) tot het binnenhalen van liberale parvenu’s als kabinetschef (Jambon opnieuw) of een verdoken verleden bij het Vlaams Blok (nog steeds Jambon). Dat de excuses niet gemeend overkwamen, blijkt uit het feit dat ze zonder problemen onderling kunnen ingewisseld worden: het ene excuus past even goed bij een ander feit waarvoor excuses worden aangeboden. We nemen de proef op de som.
N-VA-minister Jan Jambon stelde over de nazi-collaborateurs dat die daar “wel hun redenen voor hadden”. N-VA-parlementslid Koenraad De Groote srpeekt vandaag op een herdenking van de fascist Joris Van Severen, hij biedt de aanwezigen als burgemeester van Dentergem zelfs een gratis glas aan. Voor 65-plussers die de bus nemen bestaat gratis niet, maar voor aanwezigen op een herdenking van Van Severen… Gevraagd naar het fascistisch karakter van Van Severen, antwoordde De Groote: “Je moet dat zien in de historische context van die tijd, dat is niet te vergelijken met vandaag.” En dat terwijl partijvoorzitter De Wever blijft herhalen dat zaken uit de vorige eeuw niet meer moeten opgerakeld worden.
De N-VA-excuses kunnen algemeen toegepast worden. Joy Donné, de man die met zijn Porsche Bart De Wever ging ophalen en in opspraak kwam omdat hij met twee verschillende nummerplaten rond reed en een parkeerboete op de grond gooide, werd beloond met de functie van kabinetschef van Jan Jambon. Mogelijk excuus voor Jambon om net Donné aan te stellen? “Ik had daar wel mijn redenen voor.” Dat Donné van een liberaal kabinet kwam? “Je moet dat zien in de historische context van die tijd.”
Minister van Binnenlandse Zaken Jambon stond eind jaren 1980 aan de wieg van de Brasschaatse afdeling van het Vlaams Blok, zo maakte apache.be bekend en het nieuws werd bevestigd door op dat vlak goed geplaatste bronnen als Dewinter en ex-VB’er Luc Sevenhans (die de burgemeestersjerp van Brasschaat in opvolging van Jambon misliep omdat de N-VA-leiding dacht dat een ex-VB’er op die functie moeilijk zou liggen in de media). Mogelijk excuus voor Jambon? “Je moet dat zien in de historische context van die tijd, dat is niet te vergelijken met vandaag.”
Er wordt gefluisterd dat de man in de cirkel op de foto bij dit artikel eveneens de huidige minister van Binnenlandse Zaken is. De foto komt van een aanval van extreemrechts bij het Stuc in Leuven in 1984. Ook een andere aanwezig op die actie, Jurgen Ceder, zit ondertussen bij N-VA. Op gewelddadige wijze andersdenkenden aanvallen? “We hadden daar onze redenen voor”. En ook nog: “Je moet dat zien in de historische context van die tijd, dat is niet te vergelijken met vandaag.”
Wij zien de rechtse regering in de historische context van deze tijd en hebben allemaal wel een reden om er in verzet tegen te gaan. Afspraak op 6 november in Brussel en tijdens de andere acties van het syndicale actieplan!
-
Collaboratie, extreemrechts en de N-VA

Bob Maes (ex-VMO) met Ben Weyts en Theo Francken. Foto gepubliceerd door AFF De afgelopen dagen leek de kritiek op de nieuwe regering opmerkelijk veel te gaan over het aangebrande karakter van een aantal N-VA excellenties. Het klopt dat er in de N-VA een aantal figuren zitten met een verleden van steun aan collaboratiekringen, meer nog de partij komt voort uit deze traditie. Maar dit was ook al het geval, en had meer gewicht, toen de PS nog met de Volksunie in een zelfde regering zat. Enkele verduidelijkingen over de collaboratie, extreemrechts en de N-VA.
Artikel door Geert Cool
De Vlaamse Beweging en de collaboratie
De collaboratie met de Duitse nazi-bezetting in 1940-44 was uiteraard geen puur Vlaamse aangelegenheid. Er waren regionale verschillen, ook in Vlaanderen zelf was dat het geval. Een studie van Huyse en Dhondt naar de afkomst van de collaborateurs stelde vast dat 62% Nederlandstalig was en 38% Franstalig, ongeveer eenzelfde verhouding als tussen Nederlandstaligen en Franstaligen in het land.
De reden waarom de Vlaamse collaboratie bekender is, heeft alles te maken met het bestaan van sterk georganiseerde uitdrukkingen hiervan. Meer bepaald was er het VNV dat over ongeveer 100.000 leden beschikte. Ter vergelijking: geen enkele Belgische partij komt vandaag aan dat aantal. Het VNV ging volop mee in de collaboratie, leverde oorlogsburgemeesters en stapte ook mee in de retoriek van de nazi’s. VNV-leiders als Staf De Clerq schuwden de anti-Joodse uitspraken niet. Zo stelde hij in 1940: “Er is maar één oplossing. Zuivering van ons gehele volkslichaam. Totale en volledige uitschakeling van de jood uit het gezonde volkslichaam. (…) Wij zijn nationalisten, dat wil zeggen, wij staan op de leer van ons volk, cultuur en bloed. De jood behoort niet tot ons volk, nog veel minder tot ons bloed. En hij heeft de cultuur die erop gericht is de christelijke cultuur te vernietigen. Wie niet arbeidt is een parasiet. Wie zag de jood ooit arbeiden? De jood steelt, plundert, bedriegt, sjachert.”
Dit was de retoriek van de leiders van het VNV. Na de oorlog werden heel wat collaborateurs vervolgd. De heropgerichte Vlaams-nationalistische kringen baseerden zich voornamelijk op dergelijke collaborateurs, gezien het gewicht van het VNV was dat niet verwonderlijk. Vanuit deze Vlaamse beweging die zich eerst in katholieke kringen hergroepeerde, ontstond de Volksunie en nadien het Vlaams Blok. Historicus Bruno De Wever stelde enkele jaren terug (naar aanleiding van een vorige collaboratierel als gevolg van een opiniestuk van zijn broer Bart): “Na de oorlog heeft de brede Vlaamse beweging de collaboratie inderdaad in haar schoot opgenomen, via vergoelijking en verzwijging. Vlaanderen kende een blad als ’t Pallieterke, een historicus als Arthur De Bruyne, die sympathieke en vlotte boeken schreef over collaborateurs. Er waren de IJzerbedevaart, dichters als Anton Van Wilderode, of de krant De Standaard, een trait-d’union tussen de democratische, katholieke intellectueel en de Vlaamse collaborateur.”
Het feit dat een groot deel van de Vlaamse beweging voortkwam uit de collaboratie zorgde ervoor dat deze collaboratie steeds werd goed gepraat en dat amnestie voor de collaborateurs een belangrijke eis was. Ook Bob Maes (de Zaventemse N-VA’er die destijds verantwoordelijk was voor de Vlaamse Militanten Organisatie, die bij haar ontbinding werd opgevolgd door de Vlaamse Militanten Orde van Bert Eriksson) bevestigde dit nogmaals toen hij op televisie Staf De Clercq goed praatte. Alleszins waren organisaties van collaborateurs zoals het Sint-Maartensfonds integraal onderdeel van de Vlaamse Beweging en deden organisaties en politici die zich hierop beroepten niet moeilijk over het karakter van dat Sint-Maartensfonds. Toen het Sint-Maartensfonds eind jaren 1980 van de Europese lijst van extremistische organisaties werd gehaald, gebeurde dit met steun van zowat alle Belgische Europarlementsleden. In 2001 moest Johan Sauwens wel ontslag als minister nemen wegens zijn aanwezigheid op een feest van het Sint-Maartensfonds.
Vandaag blijft er niet veel over de collaboratiekringen die stilaan uitgestorven zijn. Het Sint-Maartensfonds bestaat niet meer. Ook de Vlaams-nationalistische partijen hebben hun retoriek aangepast, bij Vlaams Belang kan de kandidaat-voorzitter bijna ongestraft neerbuigend doen over de IJzerwake en wordt amper nog gepleit voor amnestie. Idem bij N-VA. Dit betekent niet dat het collaboratieverleden niet meer aanwezig is, alleen is het belang ervan afgenomen.
Als Jambon verklaart dat de collaborateurs wel “hun redenen” hadden, maar dat hij zelf niet in die tijd leeft en er niet over oordeelt, volgt hij het standpunt van De Wever toen die in 2010 onder vuur werd genomen. De Wever verwees toen naar een uitspraak van de Franse president Mitterand. “Of zoals François Mitterrand het zei toen men hem confronteerde met zijn verleden als ambtenaar in het collaborerende Vichy-regime: ‘On ne tourne pas le dos à ce qu’on était, on change, c’est tout.” Ook daar kan een rechtvaardiging van de collaboratie in gelezen worden. En ja, eens te meer kan De Wever naar de socialisten verwijzen om zijn standpunt goed te praten.
De ene VMO is de andere niet…
De aanwezigheid van Ben Weyts en Theo Francken op een verjaardagsfeest van Bob Maes werd aangegrepen om fors uit te halen. Er werd gesproken over een nazicollaborateur die bovendien verantwoordelijk was voor de VMO, een verboden privémilitie. Dat Bob Maes politiek gezien zo zwart als een stoof was, staat buiten kijf. De man was tijdens de oorlog als jongere lid van het VNV en de Nationaal Socialistische Jeugd Vlaanderen. Dat de Vlaamse Militanten Organisatie (de eerste begin jaren 1970 ontbonden VMO) niet dezelfde privémilitie als de Vlaamse Militanten Orde (de tweede VMO opgezet door de radicale neonazi’s rond Bert Eriksson), klopt eveneens. Maar het maakt van de eerste VMO geen lieverdjes, het is geen toeval dat de militanten van de tweede VMO zich op deze traditie baseerden.
De rol van Bob Maes en andere VU’ers hierin was al langer bekend en vormde ook voor de PS geen probleem om meermaals in een regering met de Volksunie te stappen. Dat gebeurde overigens ook op een ogenblik dat Maes nog als senator voor de VU in het parlement zat. Dat was meer bepaald het geval voor de regeringen Tindemans II en Vanden Boeynants II.
Zonder de VMO van Bob Maes was ook de tweede radicalere VMO van neonazi Bert Eriksson er niet gekomen. De tweede VMO is veroordeeld als privé-militie, maar ook bij de eerste VMO stelden zich heel wat juridische problemen door gevallen van geweld. Dit was geen onschuldig clubje, het was wel wat meer dan een ‘plakploeg’. Net zoals veel N-VA’ers vandaag dubbelzinnig blijven over de collaboratie, is dat ook over andere gewelddadige episodes uit het verleden van de Vlaamse Beweging het geval.
Extreemrechts?
Kunnen we hieruit besluiten dat N-VA extreemrechts is? Niet alleen worden de collaboratie en het geweld van de eerste VMO goedgepraat, er zijn ook de foto’s van Jambon die naar Le Pen gaat luisteren en eerder ook van De Wever samen met Le Pen. De vriendenclub van Theo Francken noemde zich naar het VNV. En er zijn de vele VB’ers die de overstap naar N-VA hebben gezet. Mogelijk wordt Jan Jambon als burgemeester van Brasschaat door zo’n overgelopen Vlaams Blokker van het eerste uur opgevolgd, met name Luc Sevenhans. Binnen de NSV (studentenclub van het VB) is er zowel sympathie voor hardere extreemrechtse stromingen zoals Gouden Dageraad als voor N-VA.
Die elementen zijn allemaal aanwezig, maar toch waarschuwen we om de omschrijving ‘extreemrechts’ niet te minimaliseren. In essentie is de N-VA een kleinburgerlijke formatie, een politieke uitdrukking van kleine ondernemers die weg geconcurreerd worden door grote bedrijven en die zich afzetten tegen het establishment waar ze zelf maar al te graag tot zouden behoren. Een extreemrechtse kracht die haar posities ook wil afdwingen met straatgeweld, wat bij het VB wel aanwezig was, is N-VA niet. Sommige N-VA’ers, zoals Francken, doen denken aan de rechtse populisten zoals Wilders of de Deense Volkspartij.
Met het populistische discours kan de N-VA een breder ongenoegen electoraal vertalen waardoor er ook figuren van diverse pluimage worden aangetrokken. Van voormalige Vlaams Blokkers tot liberale Porsche-liefhebbers. De aanwezigheid van extreemrechtse elementen volstaat niet om de partij volledig als extreemrechts te bestempelen.
De N-VA is nog steeds een kleinburgerlijke partij, die de mening vertegenwoordigt van de kleine bazen in Vlaanderen. O.a. het “gezonde verstand” dat zegt dat wanneer het in Vlaanderen minder goed gaat, “we” dan moeten stoppen de “socialistische politiek” in Wallonië te subsidiëren. De wil ook om af te raken van een aantal (of alle) beschermingsmechanismen op de arbeidsmarkt, zonder oog voor het behoud van het kapitalisme als systeem… De N-VA combineert die eisen van Voka – een zakelijk en cijfermatig Vlaams-nationalisme gebaseerd op economisch egoïsme – met een meer romantische vleugel van historische Vlaams-nationalisten.
Weg met deze regering!
De kritiek op Jambon en Francken is gebaseerd op correcte elementen. Maar door de aandacht quasi alleen hierop te vestigen dreigt de discussie over het asociale karakter van de rechtse regering al gauw naar het communautaire terrein verlegd te worden, iets wat de PS al enige tijd doet. Het ontslag van Jambon en Francken zou niet volstaan om een einde te maken aan de openlijke aanval op alle sociale verworvenheden die door deze rechtse regering is ingezet. Het probleem is niet dat er enkele rotte appels in de regering zitten, het probleem is dat het volledige beleid tegen onze belangen ingaat. De aanvallen treffen ons allemaal, zowel Vlamingen als Franstaligen, zowel werkenden als uitkeringstrekkers. Het zal er op aankomen om allen samen in verzet te gaan tegen deze regering van de rijken.
-
N-VA’er Jambon onder vuur
De marginale neonazi’s van de N-SA (Nieuw-Solidaristisch Alternatief) zagen hun kans om op de kar van de anti-N-VA hetze in de media te springen. Ze haalden eerder gepubliceerde foto’s van Jan Jambon op een feest van het Sint-Maartensfonds terug boven. Deze keer haalden ze er de gevestigde media wel mee, de timing zat immers beter. Neonazi’s die via de systeempers de conservatieve neoliberalen van N-VA aanpakken, het is eens iets anders. Een gelegenheid om een en ander te duiden aan de hand van enkele archiefteksten.
Wat was het Sint-Maartensfonds?
Officieel hield het Sint-Maartensfonds het in 2006 voor bekeken, een jaar later was er echter nog een publieke bijeenkomst van de groep. Maar sindsdien lijkt het volledig over en uit voor de groep die gericht was op het bijeenbrengen van voormalige Oostfrontstrijders die vrijwillig en uit overtuiging met de Duitse nazi’s gingen vechten.
Het Sint-Maartensfonds (SMF) kende in de naoorlogse periode een zekere aanhang, onder meer met militanten die ook actief waren bij andere verenigingen zoals de verboden privé-militie VMO (Vlaamse Militanten Orde). Geüniformeerde VMO-militanten bleven ook na het verbod op die organisatie op feesten van het SMF opduiken. Dat bleek in 2001 toen Johan Sauwens (toen nog VU, nadien CD&V) als minister moest aftreden na een bezoek aan een SMF-feest waarbij het Vlaams Belang beeldmateriaal hiervan vrijgaf.
Doorheen de jaren kende het SMF ook afsplitsingen, zo vertrok de groep rond André Vanhecke om het tijdschrift Periodiek Contact uit te brengen. In dat tijdschrift werd nog een stap verder gegaan en verschenen openlijke lofbetuigingen aan Hitler. Niet dat ze bij het SMF niet zo aangebrand waren, maar er werd iets meer voorzichtigheid aan de dag gelegd bij het onderscheid tussen wat intern en extern werd gezegd. In ‘Berkenkruis’, het tijdschrift van het SMF, werd wel een forum geboden aan tal van voormalige nazi’s, zoals de naar Argentinië uitgeweken ter dood veroordeelde Leo Poppe of Jef François en Ward Hermans.
Banden met gevestigde politici en andere organisaties
Samen met het doelpubliek van het SMF is ook de organisatie zelf grotendeels van het toneel verdwenen en uitgestorven. Maar tot eind jaren 1980 had deze organisatie een zeker gewicht. Er was politieke invloed bij de Volksunie maar ook andere partijen hoopten een graantje steun te kunnen meepikken. In 1985 werd in het Europees Parlement een lijst van gevaarlijke organisaties aangelegd en daarbij kwam er lobbywerk bij te kijk om het Sint-Maartensfonds van deze lijst te houden. Dat gebeurde niet alleen door de VU-afgevaardigde, maar ook door liberalen, christendemocraten en zelfs een sociaaldemocraat (ondanks intern protest). Het liberale Europese parlementslid op dat ogenblik was huidig Europees Commissaris Karel De Gucht die in 2007 de toespraak van Jan Jambon voor het SMF nog voor de voeten van Yves Leterme van Jambon’s kartelpartner CD&V gooide.
Het feest waar Jambon namens de Vlaamse Volksbeweging sprak, was dezelfde gelegenheid waar ook Johan Sauwens aanwezig was. Het ging om de 50ste verjaardagsviering van het SMF in 2001. Na de oorlog duurde het immers een paar jaar vooraleer de nazicollaborateurs zich opnieuw konden en durfden te organiseren. Groepen als de Vlaamse Volksbeweging en andere waren aanwezig op SMF-bijeenkomsten omdat hun ledenbestand deels overlapte. Het SMF deed er ook alles aan om in verschillende kringen invloed uit te oefenen. Toen de media in 2001 op de aanwezigheid van Sauwens op het SMF-feest sprong, verklaarde het SMF zelf dat het leden had in alle grote partijen (met uitzondering van het groene Agalev). Jammer genoeg werden geen namen genoemd.
Neonazi’s springen nu op de kar
Het is uiteraard geen verrassing dat N-VA’ers met een verleden in de Vlaamsnationalistische beweging ook in aanraking kwamen met de meer aangebrande onderdelen van die beweging. Van Jambon circuleren allerhande geruchten. Zo zou hij in 1984 aanwezig geweest zijn bij NSV-geweld in Leuven (zie foto). De banden met figuren die sindsdien een tussenstap maakten via VB om nu ook bij N-VA te belanden, zoals Jurgen Ceder, zouden uit die tijd dateren.
Het is opvallend dat er vandaag wel mediabelangstelling is voor neonazi’s die eerder al probeerden om dezelfde foto’s te slijten. De timing vandaag is natuurlijk beter, de N-VA ligt langs alle kanten onder vuur en elk mogelijk incident wordt opgeklopt. Niet dat we medelijden moeten hebben, N-VA is op net dezelfde manier groot geworden. Dat de neonazi’s op de anders door hen uitgespuwde regimepers beroep doen om hun vroegere medestanders uit SMF-kringen aan te pakken, biedt amusant spektakel.
Maar tegelijk moeten we terugkeren naar de waarschuwing die wij al meermaals naar voor brachten: indien de electorale zeepbel van De Wever en co stilaan leegloopt, is een terugkeer van het Vlaams Belang en andere extreemrechtse krachten niet uitgesloten. Tegen een achtergrond van politieke onstabiliteit aangewakkerd door de crisis en met een ondermijning van de autoriteit van alle instellingen en een op organisatorisch en ideologisch vlak nog zwakke arbeidersbeweging, is er een grote ruimte voor afkeer (niet gaan stemmen) en proteststemmen voor diverse populistische en extreemrechtse groepen.
Lees ook:
- Van collaboratie tot het Vlaams Blok. Na de oorlog: collaborateurs doen verder (stuk uit LSP en Blokbuster brochure)
- Bruine ‘misstap’ Sauwens schudt regering wakker (2001)
- Oostfronters houden het voor bekeken (2006)
- Sint-Maartensfonds duikt opnieuw op in de campagne (2007)

