Blog

  • Ford Genk: Acties personeel dwingen directie tot toegevingen

    De Ford-arbeiders en de syndicale delegaties hebben een eerste overwinning behaald. 2 maanden eerder dan gepland, heeft de directie op papier toegezegd om de nieuwe generatie Mondeo’s in Genk te produceren. Bovendien valt op 15 november aanstaande nog een andere belangrijke beslissing: dan bepaalt de Ford-directie of Genk voortaan ook de Galaxy en het nieuwe cross-overmodel mag produceren.

    Eric Byl

    Als dat laatste doorgaat, is er minstens tot 2012 werk voor 5 à 6.000 mensen, zoniet voor hooguit 3.000 tot 3.500. Uiteraard is deze overwinning slechts heel voorwaardelijk. Uit ervaring weten we dat de beloftes van de Ford-directie, zelfs als ze op papier staan, geen sluitende garanties zijn. Bovendien bestaat er niet de minste duidelijkheid over het lot van de 3.000 zogenaamde overtollige arbeiders en zijn er bij de toeleveranciers nu al 730 banen gesneuveld.

    Niettemin betekent het al heel wat om een multinational als Ford tot zo’n toegeving te dwingen. Zonder 3 weken lang Ford in een wurggreep te nemen door de Transit en belangrijke onderdelen niet te laten vertrekken, zou de directie nooit tot zo’n toegeving zijn overgegaan. De directie zal het misschien niet graag toegeven, net zomin als de politici, maar het stilvallen van de Transit-productie in het Britse Southampton en het feit dat ook in Turkije de productie van de Transit in het gedrang kwam, hebben de doorslag gegeven.

    Daarmee wordt meteen geantwoord op de “goede raad” van de politici. Die gooiden de armen in de lucht, verklaarden zich zo goed als machteloos en raadden de arbeiders aan om vooral de overblijvende 6.000 jobs niet in gevaar te brengen door te radicale acties. Zij wisten nochtans net als iedereen op het bedrijf dat de contracten met de onderaannemers slechts liepen tot 2006 en dat het zonder strijd na 2006 met Ford Genk wellicht helemaal afgelopen zou zijn.

    Twee maten, twee gewichten

    Wie zijn rekeningen niet betaalt, krijgt doorgaans een deurwaarder op bezoek. Betaal je je wagen of je huis niet af, dan wordt er beslag op gelegd. Ben je werkloos, dan behoor je na enige tijd tot het “sociaal profitariaat”. En dat moet uiteraard worden gestraft! Heb je geen papieren? Dan ben je illegaal en kan je opgesloten worden en uitgewezen. Wanneer je echter als patroon de CAO en andere afspraken niet naleeft en duizenden gezinnen van hun inkomen berooft, dan worden je goederen niet in beslag genomen, wordt je niet beboet, opgesloten of uitgewezen, maar biedt de regering je een lastenverlaging aan.

    Het antwoord van de regering-Verhofstadt op de woordbreuk van Ford: “we moeten ploegenarbeid aantrekkelijker maken”. Kortom, met gemeenschapsgeld wil Verhofstadt bedrijven als Ford betalen om onze gezondheid te ondermijnen. Hij doet dat, naar verluidt, in ons belang. Wedden dat we weldra beschuldigd zullen worden van medische overconsumptie?

    Volgens Verhofstadt en co heeft Ford trouwens een reden om haar eerdere beloftes niet na te leven: de loonkosten zijn “te hoog”, en dus moeten er loonlastenverlagingen worden doorgevoerd. Zou Verhofstadt eens willen overwegen dat mensen hun huur niet graag betalen, dat die huur dikwijls te hoog is en huurverlagingen goed van pas zouden komen?

    Van een oppositie die een beetje oppositie is, zou je verwachten dat ze Verhofstadt eens flink aanpakt over de dubbele standaard die hij hanteert. Niets daarvan. Hoewel de loonlast in een bedrijf als Ford slechts 7% bedraagt van het totale kostenplaatje, luidt het bij de oppositie in koor: meer lastenverlaging. Die plaat is ondertussen al grijs gedraaid, maar ondanks alle lastenverlagingen blijft de werkloosheid toenemen en de uitkering afnemen.

    Politieke spelletjes en lobbying

    Zoals bij iedere grote sanering werden ook bij Ford politieke spelletjes gespeeld. Het heeft nog nooit een fabriek gered, maar net zoals bij Renault en Sabena had het vakbondsapparaat ook nu van politieke lobbying de hoeksteen van haar strategie gemaakt. Een heuse task force van de regering werd aangesteld. De syndicale delegaties werden van ministerie naar ministerie gesleept en hadden zelfs een ontmoeting met de Vlaamse minister-president, Somers dus.

    De steun van de politici bleef echter bij een paar mooie kiekjes, om de kiezer te tonen hoe solidair onze politici wel waren. Voorts “kregen” de arbeiders een gratis concert georganiseerd door VLD-kandidaat Herman Schueremans en SP.a kandidaat Chokri Mahassine. En gesponsord door “bevriende multinationals” als Coca Cola, Maes Pils en Pizza Hut.

    Wie dat concert mocht meemaken zal zich wellicht afgevraagd hebben wat die pensenkermis met de strijd van Ford te maken had, tenzij een publiciteitscampagne voor de regeringspartijen. Geen wonder dat er heel wat arbeiders gromden: “wij hebben geen muziek nodig, maar werk”.

    Eerder die dag (18 oktober) was op de betoging, tussen de talloze delegaties uit bedrijven als Opel en VW, een gezamenlijke delegatie van alle “democratische partijen” opgevallen. Met zoveel politieke steun zou je toch verwachten dat er meer mogelijk is dan de handen in de lucht te gooien en zich machteloos te verklaren.

    Die zogenaamde “machteloosheid” is eigenlijk niets meer dan een rookgordijn om medeplichtigheid in dit soort sociale drama’s te verbergen. We weten uiteraard niet wat er deze keer van aan was, maar net als bij Renault en Sabena was er ook nu weer minstens een vermoeden dat de regering al maanden was ingelicht – maar wijselijk zweeg. De baas van de staatsveiligheid verklaarde onomwonden dat ze al van juni op de hoogte waren dat er bij Ford iets stond te gebeuren.

    Van industriële maatschappij naar kenniseconomie?

    De Ford-directie had haar saneringsplannen nog maar net bekend gemaakt, of de propagandamachine om die aanvaardbaar te maken schoot al in werking. Wereldvreemde “specialisten” als de professoren Blanpain en De Grauwe, of gouverneur Hilde Houben-Bertrand, berekenden ons voor dat het industriële tijdperk voor België is afgesloten en dat we ons voortaan maar beter op de diensten en de kennisjobs kunnen richten.

    Yves Desmet – hoofdredacteur van De Morgen, maar vooral iemand die zich doorgaans met de stroom laat meevoeren – vat de argumenten nog eens samen: 40 jaar geleden was Vlaanderen agrarisch, dan begon een industriële cyclus die nu op zijn einde loopt. In het tijdperk van de globalisering is een verschuiving van dit soort industriële activiteit naar lageloonlanden steeds onvermijdelijker. Je kunt die evolutie wat afremmen, maar de trend is onafwendbaar. Conclusie: strijd voor het behoud van die jobs is zinloos. We kunnen beter investeren in “toekomstgerichte sectoren”, waarin “we de rest van de wereld nog wel aankunnen”.

    Desmet noch Blanpain, De Grauwe,… lijken zich eraan te storen dat in de zogenaamde “toekomstgerichte” kenniseconomie vorig jaar maar liefst 15.000 jobs verloren ging. Die “trend” zette zich ook in 2003 door met een geschat verlies van 22.000 jobs. Dat is ook logisch. Welk bedrijf wil haar research op middellange termijn immers volledig loskoppelen van haar productie? Als we de productie niet hier kunnen houden, dan zullen onderzoek en diensten onvermijdelijk volgen.

    Desmet en co moeten trouwens niet teveel illusies koesteren: de 21e eeuw is niet meer het koloniale tijdperk van weleer, de zogenaamde lage loonlanden beschikken over steeds meer goedkope geschoolde arbeidskrachten. Binnenkort zijn Desmet, Blanpain en co misschien ook wel overtollig, voor zover dat ooit anders is geweest.

    Desindustrialisatie en delokalisatie

    Wat Blanpain, De Grauwe en Desmet uitbraken, is fors overdreven. Maar hun stellingen zijn uiteraard wel gebaseerd op een evolutie uit het verleden. Delokalisatie van hele sectoren, vooral de arbeidsintensieve, naar lage loonlanden is een kenmerk geweest gedurende tientallen jaren. De textielindustrie heeft daar wellicht het zwaarst onder geleden. De groei van de wereldmarkt en de wereldwijde arbeidsdeling hebben vooral in de zware industrie een grote tol geëist. Zal dat ook in de komende jaren de belangrijkste trend zijn?

    Wetenschap en techniek zijn vandaag tot op zo een niveau ontwikkeld dat in hele sectoren de kapitaalvereisten – om telkens weer nieuwe en betere machines en productiemethodes te ontwikkelen – zodanig groot zijn dat de loonkosten eigenlijk slechts een klein onderdeel vormen van de totale kost. De nabijheid van een afzetmarkt, een goeie infrastructuur en politieke stabilititeit nemen toe in belang.

    Globalisering is niet enkel, zelfs niet vooral, een economisch verschijnsel. Het is in de eerste plaats een politiek regime – van ongebreidelde flexibiliteit, liberalisering van voormalige diensten, ondermijning van arbeidscontracten, etc. – dat de sterke imperialistische machten aan de rest van de wereld opdringen. Het komt erop neer dat alle sociale beperkingen op de vrije markt moeten worden opgeheven. En dat in “het algemeen belang”. Verhofstadt verwoordde deze illusie met zijn stelling dat er niet minder, maar meer vrije markt nodig was om de armoede op de wereld te bestrijden.

    In een periode van economische recessie zullen de handelsbelemmeringen en maatregelen om de eigen burgerij uit de wind te zetten meer en meer toenemen. Meteen zal het belang groeien om in iedere cruciale regio ter wereld, en daarbij behoort ook Europa – potentieel nog steeds de grootste markt ter wereld, een industriële aanwezigheid te hebben.

    Na de wet-Renault, de wet-Ford?

    Er zijn allerlei argumenten om geen krachtsverhouding op te bouwen. De sluiting van Renault baarde de gelijknamige wet die de patroons voortaan “verplicht” vooraf aan te kondigen wanneer ze ons op straat willen gooien. Intussen heeft oud-Ecolo parlementslid Vincent Decroly in maart van dit jaar, in samenwerking met de Werkgroep Economische Democratie van Attac, een strenger wetsvoorstel ingediend.

    LSP zou zo’n wet uiteraard niet afwijzen, maar tegelijk willen we waarschuwen voor illusies. Niet alleen omdat wetten op allerlei mogelijke manieren omzeild kunnen worden, maar bovendien omdat ze onvermijdelijk een krachtsverhouding op een gegeven moment weerspiegelen. Doorgaans worden dat soort wetten, zodra de krachtsverhoudingen gekeerd zijn, uitgehold. Van Decroly en Attac zou je verwachten dat ze zich daarvan bewust zijn.

  • Na een sluiting, welke reconversie?

    Interview door Guy Van Sinoy

    Getuigenis van André Fontaine, 25 jaar arbeider bij Renault-Vilvoorde afgedankt bij de sluiting in ’97

    Om de sluiting aanvaardbaar te maken heeft Renault een toneel opgevoerd. Eerst door in het bedrijf een showroom met zetels, telefoon en stapels dagbladen in te richten voor werkzoekende arbeiders. Vervolgens door talloze pannelen met jobaanbiedingen te plaatsen, waarvan vele al vervallen.

    Bovendien verbond Renault zich ertoe om op de bedrijfsterreinen de komende 3 jaar 400 arbeiders over te nemen (aanvankelijk had men 1500 gezegd): 200 het eerste jaar, dan 100 en nog eens 100. Die arbeiders verrichten kleine werken in de plaatslagerij, montage van uitlaten en van banden. Ze moesten loonsvermindering en meer flexibiliteit aanvaarden en verloren hun premies.

    Tenslotte beloofde men de werkzoekenden met opleidingen bij te staan. Probeer het je eens in te beelden: arbeiders die jaren bij Renault werkten, moesten een nieuw vak leren. In welke branche? Aan welk loon? In welke voorwaarden? De meesten waren daar niet toe bereid. De selectie gebeurde nogal willekeurig op basis van het dossier op de personeelsdienst. Het is niet omdat men jaren lasser is geweest, dat men niets anders kan. Sommigen werden om psychische of fysische redenen geweigerd. Anderen werden zonder de minste vorming georiënteerd naar slecht betaalde jobs (afwasser in de horeca) om er vanaf te zijn en aan te tonen dat men “snel” ander werk kon vinden.

    Voor Renault werkte ik als fotograveur. Ik heb dus een opleiding als infograficus (lay out op PC) aangevraagd en werd geselecteerd. Gedurende 4 maanden kregen we een opleiding in de privé. Langs Franstalige kant waren we met een dertigtal. Uiteindelijk heeft men ons gezegd dat het teveel kostte en dat we de opleiding maar bij de FOREm (de Waalse tegenhanger van de VDAB) moesten vervolledigen. De meesten hebben opgegeven. Ik heb als enige de vorming gedurende 2 jaar voortgezet.

    Op de FOREm-opleiding was ik de enige werkzoekende. Alle anderen waren infografici, gestuurd door hun werkgever om hun vorming goedkoop te perfectioneren. Eigenlijk was de opleiding op hun maat gesneden. Ik vond dat shockerend. Natuurlijk hebben ze recht op bijkomende vorming, maar hun werkgever heeft voldoende middelen voor een private opleiding. De FOREm moet zich richten op werkzoekenden.

    Normaal moest op de vorming een stage van 3 maanden in een bedrijf volgen. De FOREm liet me echter weten dat ik te oud was (meer dan 50), dat de markt verzadigd was en dat het geen zin had mijn vorming verder te zetten. Ik ga ervan uit dat ze van bij het begin mijn geboortedatum hadden gelezen in mijn dossier! Men heeft mij jaren aan het lijntje gehouden voor niets.

  • Europees parlement stemt liberalisering statuut dokwerkers weg

    In het Europees parlement stemden 219 tegen 209 parlementsleden voor het verwerpen van de liberalisering van het statuut van de dokwerkers. Het voorstel was erop gericht dat bedrijven eigen havenarbeiders kunnen inzetten in plaats van erkende dokwerkers. Nu moeten dokwerkers erkend zijn, waardoor er ook controle is op hun statuut, loon, de veiligheid in de havens, …

    De liberalisering van het statuut van de dokwerkers was een enorme bedreiging, zowel voor de dokwerkers zelf als voor de veiligheid in de havens die sterker gegarandeerd is als er gewerkt wordt met arbeiders die weten hoe er moet gewerkt worden. Uiteraard is dit niet naar de zin van het havenpatronaat dat liever goedkopere arbeidskrachten zou inzetten.

    Het wegstemmen van de liberalisering is niet het resultaat van een sociaal bewustzijn bij de euro-parlementairen. Het is een gevolg van de druk die er kwam door de enorme acties van de dokwerkers de afgelopen maanden. Eind september legden ze de havens in een aantal landen, waaronder ook de havens van Antwerpen en Zeebrugge plat.

    De stemming is dan ook een overwinning voor de dokwerkers, maar ongetwijfeld zullen er nieuwe pogingen komen om hun statuut aan te vallen. We moeten ons daartegen blijven bezetten. Met de stemming in het Europees parlement is aangetoond dat strijd loont. Dat voorbeeld moet ook door andere bedreigde sectoren aangegrepen worden om strijd te voeren tegen voorstellen van liberaliseringen en privatiseringen.

  • Maastricht: Protest tegen komst van Colin Powell

    ZONDAG 30 NOVEMBER, 13 UUR, KONINGSPLEIN, MAASTRICHT

    Op 1 en 2 december wordt in Maastricht de OVSE-top gehouden. Vertegenwoordigers uit 55 landen komen daar samen. Ook de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell zal aanwezig zijn.

    Het hoofdpunt op de agenda is de ‘strijd tegen het terrorisme’. Onder deze noemer voerde de Amerikaanse regering oorlog in Afghanistan en Irak. Onder dezelfde noemer duurt de onrechtmatige bezetting van Irak voort.

    Inmiddels is er een een platform opgericht: Enmasse. Enmasse organiseert zondag 30 november vanaf 13u00 een demonstratie in Maastricht. In een verklaring stellen zij: "Wij spreken ons uit tegen de Amerikaanse oorlogscampagne en de steun die verschillende Europese landen, waaronder Nederland, hieraan geven. (…) Daarom roepen wij op tot een massale demonstratie op zondag 30 november. Voor een vreedzaam Europa in een vreedzame wereld. Voor het behoud van burgerrechten en democratie."

    Colin Powell is één van de centrale figuren in de regering-Bush die de oorlog in Irak naar voor bracht. Hij is mee verantwoordelijk voor de groeiende wereldwijde onstabiliteit als gevolg van de oorlog. Hij is ook mee verantwoordelijk voor het beleid van de regering-Bush die de werkende bevolking in de VS doet opdraaien voor de enorme kosten van de oorlog en de bezetting.

    Redenen genoeg dus om te betogen. De Linkse Socialistische Partij roept samen met haar Nederlandse zusterorganisatie Offensief op om mee te betogen. Een kleine delegatie van LSP trekt daarom zondag naar Maastricht.

  • Kledingregels voor vrouwen in Nigeria: pure discriminatie

    In de context van de huidige sociaal-economische en politieke situatie in Nigeria, heeft het regionale parlement in Ogun een wet opgemaakt die de kledij van vrouwen aan banden legt. Die maatregel zal niet het effect ressorteren zoals bedoeld.

    Titi Salaam, verantwoordelijke voor de vrouwenwerking van de Democratic Socialist Movement (DSM)

    Titi Salaam op een meeting in Gent vorig jaar

    Volgens deze politici, die pretenderen heiliger te zijn dan de paus, kunnen sociale problemen als verkrachtingen, prostitutie, … gestopt worden als de samenleving regels oplegt voor de kledij van vrouwen.

    De voorstanders van een regulering van de kledij van vrouwen geloven dat vandaag vrouwen "naakt" rondlopen. Ze benadrukken dat vrouwen zich meer en meer "provocatief" kleden en zelfs immoreel en onbetamelijk. Hun definitie van te verbieden kledij is "alle kledij die het mannelijke in de man versterkt". Ze geloven dat "provocatieve kledij" aan de basis ligt van verkrachtingen van jonge vrouwen.

    Het regionale parlement in de deelstaat Ogun bediscussieert de wet en probeert de standpunten van de bevolking erover te weten te komen. Ook op een aantal universiteiten wordt erover gediscussieerd.

    Voor ons is de poging om een wet tegen "provocatieve kledij" een inbreuk op de mensenrechten van de vrouwen. Als vrouw wil ik me kunnen kleden zoals ik dat zelf wil. Ik draag geen kledij om mannen te behagen, maar omdat ik er mezelf goed in voel. Als een man daardoor opgewonden raakt, moet hij zijn blik maar afwenden. Als we dergelijke "provocatieve" kledij dragen, is dat niet omdat we prostituees zijn, enkel omdat we ons uitdrukken zoals we zelf willen.

    Onlangs kwam in het nieuws hoe 30-jarige mannen meisjes van soms maar 5 jaar hadden verkracht. Wat is er provocatief aan een meisje van 5 jaar?

    De wet die nu voorligt, zou er niet mogen komen. Er zijn belangrijker thema’s die aan bod moeten komen en bovendien vormt het een discriminatie ten aanzien van vrouwen.

    Bij de problemen in Nigeria zien we dat er honger is, 70% leeft onder de armoedegrens (en dus met minder dan 1 dollar per dag). Je zou denken dat de parlementen nadenken hoe ze jobs kunnen creëren of voorzien in de basisbehoeften van de bevolking. Maar ze treden liever op ten aanzien van symptomen in plaats van tegen de redenen van de sociale problemen.

    In plaats van de belangen van de meerderheid van de bevolking te verdedigen, tonen de standpunten van de politici over zogenaamde "niet-politieke" thema’s aan dat ze enkel de logica van het huidig systeem verdedigen. Kapitalisme leidt tot de uitbuiting van de arbeiders door een kleine minderheid die de controle heeft over de rijkdom in de samenleving en haar winsten kan vergroten door de anarchie van de markt. De enorme uitbuiting van vrouwen is een integraal onderdeel van het kapitalisme.

    Daarom moet de strijd tegen dit nieuwe wetsvoorstel en tegen ieder voorstel tot discriminatie van vrouwen beantwoord worden met campagnes vanuit de arbeidersbeweging.

  • Loonstop in Nederland: ook gevolgen voor Belgische arbeiders

    Nederland is in recessie. De regering heeft dit niet alleen aangegrepen om een massale aanval op de sociale zekerheid in te zetten – zowel op ziektekosten, verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid en regelingen voor de eindeloopbaan, als op werkloosheidsuitkeringen en banenplannen moet worden bespaard. Maar ook de loonkosten moeten eraan geloven.

    Jan Van Emous

    De groeiverwachtingen voor de economie zijn voor 2004 0,6% (EU: 2%) en er wordt verwacht dat de werkloosheid in 2004 net als dit jaar met 100.000 zal stijgen. De overheidsbegroting zal, ondanks de zware besparingen, dit en volgend jaar op een tekort afstevenen dat dicht bij de bovengrens van 3% komt die in het Stabiliteitspact van de Europese Munt Unie is vastgelegd.

    In Nederland zijn de “sociale” partners (regering, werkgevers en vakbonden) tot een akkoord gekomen over een loonstop voor de jaren 2004 en 2005. In ruil voor een pauze van 2 jaar in het uitvoeren van een onbelangrijk deel van de zware bezuinigingsronde van 17 miljard euro die Balkenende de komende 4 jaar wil doorvoeren, heeft de vakbeweging toegezegd om geen loonstijgingen te eisen bij de CAO-onderhandelingen. Concreet betekent dat voor de Nederlandse loontrekkenden dat ze er in koopkracht op achteruit zullen gaan. Automatische loonindexering – de aanpassing van de lonen aan de prijsstijgingen – is in Nederland al jaren onbestaand.

    Ook de andere buurlanden en belangrijke handelspartners van België – Frankrijk en Duitsland – staan er economisch niet al te best voor. Welk gevaar heeft dit voor de Belgische arbeidersklasse? Niet alleen zal de sterk van de export afhankelijke Belgische economie een slechter resultaat boeken dan waar de regering-Verhofstadt op hoopt. Ook hier zullen de patroons luider beginnen te roepen om een meer gematigde groei van de loonkosten. Met de wet op het concurrentievermogen uit 1996 – die stelt dat de Belgische lonen gemiddeld niet sneller mogen groeien dan in de buurlanden Nederland, Duitsland en Frankrijk – hebben ze daar ook een “wettelijke” stok voor achter de deur.

    De regering is de patroons al tegemoet gekomen met de lastenverlichtingen die ze de komende jaren als cadeau heeft toegezegd. De vakbondsleiders hebben die uitverkoop van de sociale zekerheid nog maar eens hun zegen gegeven. Het zal voor de bazen echter niet genoeg zijn. Voor dit en volgend jaar samen is er een loonnorm afgesproken van maximaal 5,4%. Nu de lonen veel lager lijken uit te vallen in Nederland zullen de patroons harder aandringen bij de vakbonden om in loononderhandelingen niet het maximale van de loonnorm te vragen.

    Het is een reëel gevaar dat de vakbondsleiding – die in het geval van het ABVV in nauw contact staat met de regering via de SP.a – voor de druk zal zwichten om maar geen loon-eisen te stellen. Als het volgend jaar verkiezingen zijn geweest en de economie niet merk-baar beter presteert, zal ook de roep om de loonindexatie af te schaffen weer heviger te horen zijn, in aanloop naar de volgen-de onderhandelingsronde over de loonnorm.

  • Begroting: De regering goochelt, op onze kosten

    Stel: je gaat als jong gezin een lening aan van 50.000 euro om een huis te bouwen. Je haalt je geld op bij de bank, soupeert dat op aan alles behalve je huis en gaat dan met uitgestreken gezicht bij de gemeente (“de gemeenschap”) aankloppen om je bouwplannen te financieren. De kans is groot dat je gek wordt verklaard. Als de regering geld uitgeeft dat ze voor iets anders had bedoeld, kan ze echter nog altijd bij ons – de arbeiders en hun gezinnen – terecht. En heet zoiets “een budgettaire meevaller”.

    Peter Delsing

    Ongeveer iets dergelijks is er met de begroting voor 2003 en 2004 gebeurt. De overname van het Belgacom-pensioenfonds – 5 miljard euro, gespreid over 2 jaar – dient enkel om de slechte financiële situatie van de regering te verdoezelen. Vande Lanotte, SP.a-minister van Begroting, en premier Verhofstadt (VLD) hopen zo hun regering voorbij de verkiezingen van juni 2004 te tillen.

    Al verschillende jaren smukken liberalen en sociaal-democraten (daarvoor nog met de groenen) de begroting op met eenmalige operaties. Zonder de overname van het Belgacom-pensioenfonds zou de regering in 2003 en 2004 met een gezamenlijk tekort zitten van 1,7% van het BBP (alle goederen en diensten die in België worden geproduceerd). Tel daarbij de verkoop van Credibe (een voormalige overheidsinstelling voor hypothecair krediet), voor 2,8 miljard euro, en Verhofstadt zou met een tekort van 2,7% hebben gezeten, wat al aardig de 3%-norm van de Europese Unie benadert. Het toont ook aan hoe snel de tekorten zouden oplopen zonder de uitverkoop van staatseigendommen en overheidsdiensten.

    Bij Belgacom vielen duizenden ontslagen en moet de overheid het pensioenfonds overnemen om het geprivatiseerde Belgacom concurrentieel te houden (voordien moesten de winsten bijspringen omdat het pensioenfonds – belegd in aandelen – met verliezen op de beurs werd geconfronteerd). Dit betekent dat de belastingsbetalers (overwegend arbeiders en hun gezinnen) de komende jaren de pensioenen van Belgacom moeten overnemen omdat de regering met het pensioengeld van de Belgacom-werknemers (waarvoor ze zelf hebben gewerkt) haar schulden aan de banken gaat afbetalen! Het “socialisme zal voorwaar gezellig zijn of niet zijn”, dixit Stevaert.

    En dit nog allemaal in de veronderstelling dat er volgend jaar een economische groei van 1,8% wordt gerealiseerd (niet genoeg om de werkloosheid te laten dalen). Volgens Edwin De Boeck, hoofdeconoom van KBC Asset Management, heeft de regering in 2005 zelfs een groei van 4% (!) nodig om niet in het rood te geraken – zonder met budgettair bedrog of zware besparingen rekening te houden.

    “Iedereen weet dat de toestand van het federale budget onhoudbaar wordt. (…) Maar niemand durft het te zeggen.”, aldus Karel De Gucht (VLD) in De Standaard (18/10/2003). Als we de komende jaren nog een fatsoenlijk pensioen, een uitkering voor werkloosheid of ziekte – laat staan een degelijke job – willen hebben, zullen we een socialistische massabeweging moeten uitbouwen om het verrotte kapitalisme omver te werpen. Bouw mee aan de LSP om zo’n socialistisch alternatief te realiseren.

  • VUB: linkse student verkozen in Sociale Raad met 700 stemmen

    Bij de verkiezingen voor de Sociale Raad aan de VUB was ALS en LSP-lid Simon Van Haeren kandidaat. Hij won een zetel in de Sociale Raad met 700 stemmen.

    Tim Joosen

    De cijfers

    Er werden in totaal 2.584 stemmen uitgebracht. Simon Van Haeren kreeg 714 stemmen achter zijn naam, wat 27,6% van de uitgebrachte stemmen is.

    De verkiezingen voor de Sociale Raad (SoR) aan de VUB zijn uitgelopen op een overwinning voor Aktief Linkse Studenten. De kandidaat die ALS naar voren schoof, Simon Van Haeren, is verkozen met meer dan 700 stemmen, ondanks een zware anti-ALS campagne die gevoerd werd door de tegenstanders. De overwinning betekent een streep door de rekening voor de directie van de universiteit, die de studentenvertegenwoordigers tot nu toe gebruikte om haar programma van besparingen en privatiseringen door te voeren.

    De tegenkandidaten hadden er nochtans alles aan gedaan om te vermijden dat ALS verkozen zou geraken. De dagen van de verkiezingen stonden verschillende leden van de tegenlijst LSD (Lijst Studenten Democratie, what’s in a name?), tegen de reglementen in, vlak aan de stemhokjes om studenten ervan te "overtuigen" niet voor ALS te stemmen. Hun "politieke" argumenten waren hierbij zeer doorslaggevend: "stem niet voor ALS, want dat zijn allemaal leden van een uiterst linkse partij die de VUB failliet willen laten gaan…". Bij sommige kiezers gaven de LSD-kandidaten zelfs "stemadvies" tot in het stemhokje.

    We kunnen dit onsportief gedrag natuurlijk begrijpen. De LSD-ers kunnen natuurlijk niet over de boeg komen met hun eigen politiek programma: ze zijn de voorbije jaren immers verantwoordelijk geweest voor de stijging van de prijzen in de koten, de stijging van de inschrijvingsgelden, en de stijging van de maaltijdprijzen. Buiten scheldtirades en loze verdachtmakingen hebben deze studentenvertegenwoordigers dus weinig overtuigende argumenten tegen ons.

    ALS kwam als enige organisatie op met een heus programma. We verzetten ons tegen alle asociale maatregelen zoals de prijsstijgingen of de mogelijke sluiting van het restaurant in Jette, en willen terug een Sociale Raad creëren die ten dienste staat van de studenten, en niet van het neoliberaal beleid van de minister van onderwijs en het rectoraat.

    Natuurlijk zal de ALS-verkozene op zich geen belangrijke veranderingen in het beleid kunnen afdwingen. ALS zal dus ook buiten de SoR studenten blijven mobiliseren en organiseren tegen privatiseringen en besparingen in het hoger onderwijs. We roepen alle studenten dan ook op om aan te sluiten bij onze organisatie, en met ons mee te strijden voor degelijk en gratis onderwijs!

  • Ierse activist als studentenvertegenwoordiger verkozen vanuit gevangenis

    David Murphy zit momenteel in de Ierse gevangenis wegens zijn deelname aan acties tegen de dure vuilzakken. Eerder besloot het Ierse establishment ook al om parlementslid Joe Higgins en gemeenteraadslid Clare Daly een maand op te sluiten omwille van hun verzet tegen de asociale maatregelen van de regering. In UCD (University College Dublin) waren er deze week verkiezingen voor studentenvertegenwoordigers. Socialist Party lid David Murphy was daarbij kandidaat. Oisín Kelly van de Socialist Party brengt verslag uit.

    In UCD was er een referendum om Coca Cola te boycotten in de studentenvoorzieningen. Dit referendum werd gewonnen met 56,5%. Op dezelfde dag was er een verkiezing van een aantal studentenvertegenwoordigers waarbij onze kandidaten 77% kregen. David Murphy kreeg vanuit de gevangenis 38%.

    Campagne voor David Murphy aan de UCD"

    De boycot van Coca Cola in de winkels van de studentenvakbond (de studentenvakbond heeft 5 winkels op de campus) kreeg nationale en internationale media-aandacht. Wij waren samen met andere linkse activisten betrokken in het opzetten van de campagne en wonnen een eerste stemming met 51%. De rechterzijde besloot daarop om het referendum gewoon over te doen. Maar hierbij was de uitslag nog sterker: 56,5% stemde voor een boycot in de grootste opkomst voor een referendum op UCD in 5 jaar.

    Voor de studentenvertegenwoordigers hadden we kandidaten in de Kunstrichting, Menswetenschappen en Keltische studies. Er waren 3 mandaten te verdelen en wij wonnen er 2 van bij de eerste telling. David Murphy is nu de eerste persoon die verkozen is in de Academische Raad terwijl hij in de gevangenis zit. Enkel begin 20ste eeuw was er al een lid die in de gevangenis zat (Eoin MacNeill, een voormalig parlementslid voor Derry en een Ierse nationalist).

    In Ierland zijn er eerder al gevangenen verkozen bij andere verkiezingen. Dat was het geval in 1918 toen Ierse nationalisten vanuit de gevangenis in het Britse parlement werden verkozen. Bij de hongerstaking van Bobby Sands werd deze verkozen in het Britse parlement.

    Met de verkiezing van David Murphy versterken we onze positie onder de studentenvertegenwoordigers aan de UCD. We zullen verder campagne voeren tegen onderwijsbesparingen, maar ook tegen de dure vuilzakken, een maatregel die iedereen in de stad treft.

  • Nigeria: een systeem in crisis

    Eind november kwam de internationale leiding van het CWI samen. Het IEC (International Executive Committee) wordt verkozen op een wereldcongres dat om de vier jaar plaats vindt en samengesteld wordt door verkozen vertegenwoordigers van de verschillende nationale afdelingen. Op de bijeenkomst dit jaar was er veel aandacht voor de situatie in Nigeria waar onze organisatie een sterk uitgebouwde positie heeft. We publiceren een korte samenvatting van een inleiding door Segun Sango, algemeen secretaris van de Democratic Socialist Movement, op deze bijeenkomst.

    Sociale ramp

    De situatie van veel arbeiders in Nigeria gaat van slecht naar slechter. Volgens de Verenigde Naties leeft meer dan 70% van de Nigerianen onder de armoedegrens van 1 dollar per dag. Bovendien is er geen uitgewerkt systeem van sociale zekerheid.

    Het land komt meer en meer terecht in een situatie van barbarisme met een enorme werkloosheid, armoede,… Op economisch vlak merken we dat de waarde van de munt enorm afneemt. Bij de val van het militaire regime in 1999 betaalde je 85 Naira voor één dollar, nu is dat officieel 140 N.

    Nigeria heeft de twijfelachtige eer om op de lijst van de meest corrupte landen de tweede plaats in te nemen na Bangladesh.

    Het afgelopen jaar waren er verschillende prijsverhogingen van benzine, en dat in een land dat olie uitvoert! De prijzen stegen eerst van 26 N per liter tot 40 N, na betogingen en acties werd dat beperkt tot 34 N, maar intussen is het verhoogd tot meer dan 45 N. De prijs voor gas is met 70% gestegen. Het patronaat stelt dat dit noodzakelijk is om bedrijven in stand te kunnen houden. Maar de sociale gevolgen zijn enorm. Als het tanken dubbel zo duur geworden is op korte tijd, zorgt dat voor een daling van de levensstandaard.

    De toegang tot moderne middelen als mobiele telefonie is enorm beperkt. Er zijn maximum zo’n 2,5 miljoen GSM’s in het land, maar slechts 10% kan er effectief gebruik van maken. De prijzen om te telefoneren zijn immers hoger dan in de meeste Westerse landen. De prijzen zijn hoog omdat gesteld wordt dat het land te arm is om nieuwe producten massaal op de markt te brengen…

    Verkiezingen

    Bij de recente verkiezingen was er een enorme corruptie om de heersende partijen aan de macht te laten blijven. Wij namen deel aan de campagne van de National Conscience Party, de enige partij die gezien wordt als eerlijk en als een partij die aan de kant van de bevolking staat.

    De campagne was echter niet gemakkelijk, de partij werd pas laat geregistreerd en heeft veel minder middelen dan de andere partijen. Toch was de deelname van de NCP een erg belangrijke politieke ontwikkeling in Nigeria. We moesten opboksen tegen de corruptie en de vervalsingen van de uitslagen. In een district van Lagos waar de NCP-kandidaat een lid van onze organisatie was, haalden we 77.000 stemmen (9,5%). In dat district was iedereen ervan overtuigd dat wij eigenlijk de verkiezing hadden gewonnen, maar dat enkel op basis van corruptie ons stemmenaantal sterk naar beneden was gehaald.

    De omvang van de corruptie wordt duidelijk als we zien hoe een vertegenwoordiger van de regeringspartij een oproep deed om fondsen te schenken aan zijn campagne en op 24 uur tijd 3 miljoen dollar wist te verzamelen! Zelfs Bush zou zo’n bedrag niet slecht vinden… In feite kwam het erop neer dat de staatskas geplunderd werd om stemmen te kopen. In één district werden er meer stemmen geteld dan het aantal inwoners, maar toch werd de uitslag aanvaard!

    Het feit dat wij in deze omstandigheden enorme aantallen kiezers konden overtuigen om voor onze kandidaten te stemmen, is een weerspiegeling van de mogelijkheden.

    Naar een opsplitsing van het land?

    De situatie vandaag in Nigeria kan leiden tot het opbreken van het land. Er zijn de tegenstellingen tussen het Noorden en het Zuiden, tegenstellingen op etnische en religieuze basis. Het is voor de burgerij bovendien niet gemakkelijk omdat de mogelijkheid van een min of meer onafhankelijk radicaal regime zich niet meer stelt zoals in de jaren ’70 toen gebruik kon gemaakt worden van de tegenstellingen tussen de VS en de Sovjetunie om met een aantal Afrikaanse leiders een radicaler regime te vestigen.

    De economische situatie vandaag kan leiden tot een militaire coup op basis van de etnische en religieuze tegenstellingen. Maar dat zal uiteraard de economische en sociale problemen niet oplossen.

    Algemene stakingen

    Het afgelopen jaar waren er drie algemene stakingen, waarvan er één werd afgeblazen vlak voor het zou plaatsvinden. Deze acties waren bijzonder belangrijk omdat ze voor het eerst alle arbeiders verenigden in een strijd die losstaat van religieuze of etnische tegenstellingen.

    Anderzijds is er een crisis bij de vakbondsleiding. De acties waren vooral een uitdrukking van het feit dat er een enorme actiebereidheid was. Maar de leiding heeft geen alternatief op het beleid van de regering. In feite zijn ze voor een neo-liberaal model, maar voor het beperken van de gevolgen ervan voor de arbeiders. Dit maakt onze tussenkomst complexer.

    Door onze tussenkomst in de algemene stakingen was er een coalitie van de vakbondskoepel NLC (Nigerian Labour Congress), mensenrechtenorganisaties, politieke groepen,… De meeste voorstellen om de strijd te organiseren kwamen van ons, zo deden we meetings om te discussiëren over een alternatief voor de arbeiders.

    Enorme mogelijkheden

    In de puinhoop die Nigeria is, brengen wij een socialistisch alternatief naar voor. Ondanks de enorme problemen waarmee we geconfronteerd worden, bouwen we aan een sterke organisatie die een weg vooruit kan aanbieden. De Democratic Socialist Movement organiseert honderden leden en sympathisanten en heeft in bepaalde delen van de hoofdstad Lagos een massa-basis. De afgelopen periode waren leden van onze organisatie verschillende keren op de nationale televisie in debatten met mensen die konden bellen naar de TV voor vragen en opmerkingen. Daarmee kunnen we ons profiel enorm versterken om onze organisatie verder uit te bouwen.

    De Democratic Socialist Movement heeft ook een uitgebreide analyse gepubliceerd van de huidige situatie in het land en onze interventies. De brochure is online te lezen in het Engels op de site van de DSM: lees deze brochure.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop