Your cart is currently empty!
Category: Ecologie
-
Crisis in Oekraïne aangegrepen door fracking-lobby
door Europarlementslid Paul Murphy en Tanja Niemeier
In de context van de escalatie over Oekraïne tussen de VS en de EU enerzijds en Rusland anderzijds, grijpen de vertegenwoordigers van de grote bedrijven en conservatieve politici terug naar de raad van Winston Churchill: “Verspil nooit een goede crisis”.
Als onderdeel van de dreiging van sancties tegen Rusland en de mogelijke Russische vergelding als gevolg daarvan, wordt steeds meer gesproken over “energieveiligheid” en de noodzaak van onafhankelijkheid op vlak van energie en van Russisch gas in het bijzonder. De natuurlijke rijkdommen van Rusland en van het grote gasbedrijf Gazprom zijn een politiek wapen dat door de regering-Poetin wordt ingezet in de strijd voor politieke macht en invloed in de regio en daarbuiten.
In 2012 was Gazprom goed voor 34% van de invoer van natuurlijk gas in de Europese Unie. Vorig jaar leverde Gazprom een record van 162 miljard kubieke meter gas aan de EU en Turkije. Daarvan ging 86 miljard kubieke meter via Oekraïne. Dit maakt duidelijk waarom de EU zoveel interesse heeft in Oekraïne en het bevestigt meteen ook dat economische belangen centraal staan in het conflict.
De Poolse conservatieve premier Donald Tusk verklaarde bij een ontmoeting met de Duitse kanselier Merkel: “De kwestie van Oekraïne gaat over de toekomst van de EU, de veiligheid van de EU en een verbetering van het energiebeleid van de EU. We zullen in de toekomst potentieel agressieve stappen van Rusland niet kunnen beantwoorden indien zoveel Europese landen afhankelijk zijn van Russisch gas.”
Polen is een van de meest fervente aanhangers van schaliegas. Momenteel importeert het land 60% van zijn gas via Gazprom, maar de reserves van schaliegas en -olie worden op de grootste van Europa geschat. De Poolse regering kondigde al aan dat bedrijven die schaliegas ontginnen gedurende zes jaar belastingvrijstelling krijgen. Er wordt gehoopt dat buitenlandse bedrijven zo snel mogelijk investeren en tot de ontginning van het schaliegas overgaan.
Ook de Britse premier Cameron verklaarde meteen dat Groot-Brittannië de plicht heeft om de ontginning van schaliegas, het zogenaamde ‘fracken’, te aanvaarden. Dat Groot-Brittannië veel minder van Russisch gas afhankelijk is, wordt niet in rekenschap genomen.
Lokale gemeenschappen, milieuactivisten en socialisten zijn gekant tegen het ontginnen van schaliegas met de methode die ‘fracking’ wordt genoemd. Er zijn steeds meer bewijzen van gezondheids- en milieurisico’s als gevolg van fracking of hydraulisch kraken. Er is steeds meer bewijs dat dergelijke gasproductie het drinkwater aantast, de lucht en de bodem vervuilt, het klimaat ten slechte komt en aanleiding kan geven tot aardbevingen.
Bovendien zorgt fracking ervoor dat de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen nog decennialang in stand kan gehouden worden. Naast de pleidooien om hier deze sociaal en ecologisch rampzalige gasontginning te ontwikkelen, wordt ook opgeroepen om schaliegas uit de VS te importeren.
De conservatieven, reactionairen en de ontkenners van klimaatverandering in het Europees Parlement zijn heel openlijk over hun standpunten. Zo stelde de partij Verenigd Polen (dat deel uitmaakt van de groep rond de Britse UKIP) in een resolutie in het Europees Parlement: “Schaliegas neemt een belangrijk deel van de Noord-Amerikaanse markt in en heeft de prijs naar beneden gehaald. Dit kan in Europa herhaald worden en het kan de energietoevoer veiligstellen en de economische concurrentiepositie versterken.”
De EU en de VS onderhandelen momenteel een vrijhandelsakkoord, de Transatlantic Trade and Investment Partnerschip (TIPP). Indien dit akkoord erdoor komt, zal het de fracking-lobby goed uitkomen. Toen de Amerikaanse president Obama in Brussel was om de handelsrelaties en de situatie in Oekraïne te bespreken, stelde hij dat het akkoord de export van schaliegas gemakkelijker zou maken.
Om tot vreedzame oplossingen voor problemen inzake energieproductie, consumptie en milieu te komen, moeten we breken met de winstlogica en de inhaligheid. Massale publieke investeringen in hernieuwbare energie zijn noodzakelijk, naast publieke middelen voor onderzoek en ontwikkeling van alternatieve energie alsook onderzoek naar klimaatverandering en energie-efficiëntie. De grote energiebedrijven moeten genationaliseerd worden. Ze moeten onder democratisch publieke controle en bezit worden geplaatst zodat de belangen van de samenleving en het milieu centraal kunnen staan.
-
IPCC-rapport. Massale publieke investeringen in hernieuwbare energie nodig!
Reactie door Europarlementslid Paul Murphy
Naar aanleiding van het laatste rapport van het Intergouvernementeel Panel over Klimaatverandering (IPCC) moet de Ierse regering onmiddellijk werk maken van een grootschalig programma van publieke investeringen in hernieuwbare energie. De ecologische ramp wordt steeds dreigender, maar toch blijven de Ierse en andere regeringen hun kop in het zand steken. Het nieuwste rapport van het IPCC bevestigt dat er nood is aan een fundamentele verandering in hoe de wereldeconomie wordt georganiseerd.
Het rapport stelt dat de uitstoot van broeikasgassen meteen moet verminderen en dat deze uitstoot in de komende 80 jaar moet verdwijnen. De rampzalige situatie werd de afgelopen decennia meermaals bevestigd. Sinds 1992 waren er 19 klimaattoppen die alleen op een fiasco uitliepen, van Kyoto over Kopenhagen tot Doha. De handel in uitstootrechten gaf tal van bedrijven mogelijkheden om te vervuilen en het is duidelijk dat dit geen oplossing biedt.
De Ierse regering probeert een Wet inzake Klimaatverandering goed te keuren waarin geen doelstellingen staan. Er is onmiddellijke actie nodig, halfslachtige maatregelen volstaan niet. Er moet een bindende doelstelling van een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 20% tegen 2020 en 55% tegen 2030 komen in de EU. De Ierse regering moet onmiddellijk afstappen van het idee van een wet die geen doelstellingen omvat, er is nood aan bindende en sterke doelstellingen.
In plaats van ruzie te maken over contracten met Groot-Brittannië om windenergie aan hen te verkopen, moet de regering een programma van publieke investeringen opstarten om hernieuwbare energie op grote schaal te ontwikkelen. Daartoe moeten we de grote bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de vervuiling aanpakken. Ofwel is het milieu onhoudbaar ofwel hun winsthonger. Laat ons deze bedrijven in publiek bezit nemen om ze te beheren in het belang van de samenleving en het milieu.
-
Milieucrisis in India. Verwoesting door extreem weer
Artikel door Pete Dickenson, Socialist Party (Engeland en Wales)
De westelijke staat Maharastra kende de ergste droogte sinds 1972. Het zorgde ervoor dat het water in de ergst getroffen gebieden zoals Marathwada bijzonder schaars werd. De bebossing in Maharastra is de afgelopen decennia met 40% afgenomen, wat de temperatuur verder de hoogte injaagt aangezien de bossen voorheen een deel van de uitstootgassen opnamen.Op het begin van de 21ste eeuw waren er ernstige periodes van droogte in het noordwesten van India waardoor het waterpeil sterk zakte. Van 2000 tot 2002 was er een tekort aan water in Orissa waardoor oogsten mislukten en er enorm veel honger werd geleden, elf miljoen mensen werden geraakt door hongersnood. In 2006 was er opnieuw een droogte in het noordoosten van India toen de moesson uitbleef.
Naast de gevallen van droogte waren er ook vernietigende overstromingen in 2002, 2003 en 2004. Op 26-27 juli 2005 kreeg Mumbai een record van 944mm regen te verwerken. Het leidde tot 1000 doden en een kostprijs van 250 miljoen dollar. De frequentie van de cyclonen in de Golf van Bengalen is afgenomen, maar de intensiteit van de cyclonen neemt toe wat leidt tot onder meer overstromingen.
De gletsjers van de Himalaya, de grootste hoeveelheid ijs ter wereld buiten de poolkappen, zijn bedreigd. Ze vormen de bron van de uitgebreide structuur van rivieren en delta’s in het noorden van het Indische subcontinent. Honderden miljoenen mensen zijn ervan afhankelijk. Het bassin van de Ganges alleen telt 500 miljoen bewoners. De gletsjers van de Himalaya smelten sneller dan gelijk waar anders ter wereld. Het betekent dat rivieren in de regio, waaronder de Ganges, seizoensgebonden kunnen worden waarbij ze enkel in het regenseizoen effectief stromen. Dit zou een economische en sociale ramp vormen.
Het rapport van het IPCC uit 2007 stelde dat een verderzetting van de huidige tendens kan betekenen dat de gletsjers tegen 2035 volledig verdwenen zijn. Dit perspectief werd sindsdien betwist, maar zelfs indien de gegevens niet correct zijn, blijft de dreiging overeind. De gevolgen van de klimaatveranderingen kunnen sneller gevoeld worden dan wat de huidige modellen aangeven.
Klimaatveranderingen zijn niet de enige bedreiging van het Indische milieu. Er is vervuiling door het verwekken van kernenergie bijvoorbeeld. De Indische regering zet sterk in op kernenergie, wat de mogelijkheid van een nieuwe ramp zoals die in Tsjernobyl in de Oekraïne in 1986 of Fukushima in Japan in 2011 vergroot. Het leidt tegelijk ook tot het niet opgeloste probleem van het veilig verwerken van het bijzonder giftige kernafval dat gedurende meer dan 100.000 jaar moet opgeborgen worden. Zoals de meeste andere regeringen probeert de Indische de kernenergie te rechtvaardigen met het argument dat het goed is voor het milieu.
De heldhaftige strijd in Koodankulam in de zuidelijke staat Tamil Nadu tegen de bouw van een kerncentrale toont het verzet en de vastberadenheid om kernenergie niet zomaar te aanvaarden. Het is een van de langst durende bewegingen uit de Indische geschiedenis (Verslag van een Antwerpse solidariteitsactie met de strijd in Koodankulam). Er waren jarenlang aanvallen door de politie. In september 2012 was er een protestbetoging naar de kerncentrale die door de politie werd aangevallen. Daarbij vielen een dode en tal van gewonden. Ondanks de repressie en het geweld, bleef het protest van de omwonenden vreedzaam. Zelfs een rechtszaak wegens ‘rebellie’ tegen 55.000 mensen, waaronder kinderen, werd met vreedzaam en vastberaden verzet beantwoord.
De kerncentrale wordt gebouwd op een plaats waar de tsunami van 2004 bijzonder veel vernielingen aanbracht. Er is een vluchtelingencentrum voor de overlevenden van die tsunami op amper 500 meter van de kerncentrale. Het verzet tegen de bouw van de centrale werd versterkt door de ervaring van de ramp in Fukushima, waar het een tsunami was die drie kernreactoren raakte en leidde tot een enorme nucleaire ramp.
De regering geeft subsidies aan het Russische bedrijf Atomstroyexport om de centrale van Koodankulum te bouwen. De aansprakelijkheid voor het bedrijf werd beperkt tot 70 miljoen euro, een veel lager bedrag dan in andere landen. Om het leven van de multinationals nog gemakkelijker te maken, was er een poging om het grootste deel van de aansprakelijkheid over te dragen aan de operator, in dit geval het overheidsbedrijf Nuclear Power Corporation of India Limited (NPCIL). Met andere woorden: de risico’s voor toekomstige rampen wordt op de Indische belastingbetalers afgewenteld. Na een campagne van milieugroepen ging dit niet door en moest het bedrijf toch een deel van de risico’s dragen.
De Indische regering wil tegen 2050 25% van de energie uit kerncentrales halen. Vandaag zijn de 20 bestaande kerncentrales slechts goed voor 3% van de energie, het gaat dus om een erg grote uitbreiding van de capaciteit. Er worden zeven reactoren gebouwd en er zijn plannen voor minstens 35 andere nieuwe projecten. Dit is een bijzonder grootschalige ontwikkeling, er wordt tot 10.000 Mw capaciteit per site verwacht. Het Franse bedrijf Areva is akkoord om zes reactoren van 1.650 Mw te bouwen in Jaitapur in Maharastra. Dat zou meteen de grootste nucleaire site ter wereld worden.
Er is al lang een campagne tegen de bouw van deze nucleaire site die ieder jaar 300 ton kernafval zou voortbrengen. Lokale boeren weigerden de compensaties die het NPCIL aanbood, de boeren zijn bang van het gevaar van radioactieve straling. Het feit dat de site in een zone ligt die gevoelig is aan aardbevingen is daar niet vreemd aan. Sinds 2009 waren er aanhoudend protestacties. Duizenden mensen werden daarbij opgepakt en er viel een dode.
Andere multinationals kregen contracten om sites te bouwen in verschillende gebieden: GE-Hitachi Nuclear Energie in Kovada (Andra Pradesh) en Westinghouse in Mithivirdi (Gujarat). Volgens het Amerikaanse Centre for Responsive Politics hebben 20 multinationals en grote bedrijven, waaronder Areva, lobbyisten ingezet om hun belangen te verdedigen. Die zullen overigens opmerken dat de Indische bevolking veel wantrouwen heeft in het gezondheids- en veiligheidsbeleid van grote multinationals. De ramp bij Union Carbide Corporation in Bhopal in de jaren 1980 staat in het collectieve geheugen gegrift.
Ondanks de enorme risico’s van de snelle uitbreiding van kernenergie, zal het effect op de CO2-uitstoot beperkt zijn. Een officieel comité dat het energiebeleid moest onderzoeken, stelde dat zelfs een vertwintigvoudiging van de kernenergie tegen 2031, het doel van de regering, zou betekenen dat kernenergie slechts goed is voor 5 tot 6% van de totale energieproductie in het land. Het bevestigt nogmaals aan dat het theoretische idee van minder uitstoot niet opweegt tegen de enorme risico’s.
Campagnes tegen de gevolgen van klimaatverandering en tegen de nucleaire dreiging zullen aan belang winnen naarmate de crisis dieper wordt. De fundamentele reden voor de bedreiging van het milieu is dezelfde in India als elders: de zoektocht naar winst door de grote bedrijven en de regeringen die dat mee mogelijk maken. We moeten de macht uit hun handen halen. Dat is een cruciale eerste stap om tot blijvende oplossingen voor de ecologische bedreigingen te komen.
-
Rekeningrijden: een asociale maatregel
door Tim (Brussel)
Op 17 februari startten de verschillende gewesten in België met een pilootproject rond ‘rekeningrijden’. Het idee was om een systeem uit te testen waarbij de verkeersbelasting wordt berekend aan de hand van het aantal kilometers dat er per auto wordt gereden. Op basis van de richttarieven die werden voorgesteld, bleek al snel dat het nieuwe systeem voor veel mensen, vooral diegenen die dagelijks met de wagen naar het werk gaan, een stevige meerkost zou veroorzaken. Wanneer er jaarlijks zware besparingen gebeuren op het openbaar vervoer, is het invoeren van een systeem van rekeningrijden een sterk asociale maatregel.
Nog voor het pilootproject goed en wel van start kon gaan, ontstond er een grote verontwaardiging in de publieke opinie. Het maakt dat het systeem al dood was voor het werkelijk van start ging: in een mum van tijd tekenden meer dan 150.000 mensen een online petitie tegen het initiatief. Zo snel als het kon verlieten de politici als ratten het zinkende schip van het rekeningrijden.
Een van de laatste verdedigers van het systeem was Brussels Minister van Mobiliteit Bruno De Lille (Groen!). “A lunatic is just a minority of one”, moet hij met George Orwell in het achterhoofd gedacht hebben, en hij bleef het rekeningrijden halsstarrig verdedigen als een manier om het dagelijkse verkeersinfarct in Brussel op te lossen. De Lille is dezelfde minister die de voorbije jaren voortdurend bespaarde op het openbaar vervoer in Brussel. In het kader van het investeringsplan 2013-2017, kreeg de MIVB in 2013 een nieuwe besparing van 116 miljoen euro te slikken. In februari dit jaar gingen de tarieven nogmaals sterk de hoogte in. Bij de regeringsvorming in 2009 beloofde de groene minister nog gratis openbaar vervoer als middel tegen de files, vandaag is dat blijkbaar rekeningrijden geworden…
En dat is meteen de kern van het probleem. Niemand zal ontkennen dat de dagelijkse files in België een gigantisch probleem zijn. Een systematisch gebrek aan investeringen in infrastructuur, en dan vooral in het openbaar vervoer, heeft daar in belangrijke mate toe bijgedragen. Alle openbaar vervoersmaatschappijen in ons land werden de voorbije jaren door besparingen en tariefverhogingen getroffen, en bouwen hun aanbod af. Onlangs nog lekte uit dat de NMBS, in het kader van haar nieuw vervoersplan dat in december 2014 van start zou moeten gaan, wil afstappen van het idee van ‘basismobiliteit’. Dat is het idee dat openbaar vervoer zo moet georganiseerd moet worden dat ieder er vlot toegang tot moet hebben. Vooral in landelijke gebieden en buiten de spitsuren zou het aanbod aan treinen steeds verder worden afgebouwd. Dit soort beleid combineren met het invoeren van rekeningrijden betekent dat een meerderheid van de bevolking hard getroffen wordt in haar mobiliteitsmogelijkheden.
Gratis en degelijk openbaar vervoer is de enige duurzame en sociale oplossing voor het mobiliteitsprobleem. Massale investeringen in openbaar vervoer en alternatieve transportmiddelen zoals binnenvaart kunnen de files op onze wegen drastisch aanpakken, en dat in combinatie met bijvoorbeeld een arbeidsduurvermindering met behoud van loon, en bijkomende aanwervingen, zodat mensen bijvoorbeeld een dag minder naar het werk moeten.
-
Stop kernenergie! Actief strijden om niet radioactief te worden…
door Tibaud (Luik)
Ongeveer dag op dag drie jaar na de tragedie van Fukushima is er in Brussel op 9 maart een betoging van het platform ‘Stop Doel – Stop Tihange’. Binnen de beweging tegen kernenergie zijn er verschillende benaderingen, maar iedereen is het erover eens dat Fukushima nooit meer mag gebeuren en dat we zo snel mogelijk kernenergie moeten stoppen.Is een herhaling van Fukushima mogelijk?
Sinds Fukushima gaat iedere discussie over kernenergie al snel over de veiligheid. Als we de gevolgen van de ramp in Fukushima zien, is dat niet verwonderlijk. Vreemd genoeg weerhield het onze volksvertegenwoordigers er niet van om in november de verlening van de activiteit van de kernreactor Tihange 1 met tien jaar goed te keuren. De reactor zou tot 2025 functioneel blijven. Het gaat om een reactor die dateert van 1975 waarbij toen een levensduur van 30 jaar werd voorzien. Het gaat om de oudste werkende kernreactor in ons land, destijds opgezet aan de hand van de criteria en veiligheidsmaatregelen van de jaren 1960. Dat die criteria niet veilig waren, bleek onder meer uit de nucleaire ramp in Three Miles Island in de VS in 1979.In mei vorig jaar werd ook Tihange 2 (in werking sinds 1983) opnieuw opgestart. Dat gebeurde samen met Doel 3, een reactor uit 1982, en ondanks het bestaan van scheurtjes in de reactoren. Dergelijke nonchalante houding inzake veiligheid is geen Belgisch monopolie. Médiapart maakte bekend dat 25 van de 58 actieve Franse reactoren onderhevig zijn aan corrosie. Het officiële controle-orgaan stelde dat de dikte van de wand van de 25 betrokken Franse reactoren ‘onaanvaardbaar’ was. Niet bepaald geruststellend dus. (1)
En wat met het radioactief afval? Er is maar liefst 200.000 jaar nodig vooraleer het plutonium niet meer gevaarlijk is. Vandaag is er geen enkele oplossing die alle risico’s kan indekken. Het huidige beleid bestaat erin om het probleem van het gevaarlijke afval onder tafel te vegen. Maar iedereen weet dat je niet goed bezig bent als poetsen betekent dat het stof onder een tapijt wordt verstopt. Er wordt algemeen aangenomen dat er in de komende eeuw een tekort zal zijn aan uranium, wat nodig is bij het begin van de nucleaire productie. De behandeling van het uranium vraagt overigens heel wat CO2, wat meteen ook het idee van ‘niet-vervuilende kernenergie’ doorprikt.
Welke alternatief?
Het komt erop aan om de energieproductie te oriënteren op hernieuwbare energie, met tegelijk een massale publieke financiering van wetenschappelijk onderzoek naar en de ontwikkeling van hernieuwbare energie. We moeten het onderzoek hiernaar uit de greep van de private sector halen. We moeten strijden voor een energiesector die democratisch wordt beheerd en gecontroleerd door de gemeenschap, in het kader van een democratisch geplande economie. Enkel dan kunnen we een einde stellen aan de verspilling van grondstoffen en middelen door het kapitalistische productiesysteem. Enkel dan kunnen we onze energiebehoeften en de veiligheid van ons milieu met elkaar in overeenstemming brengen.Van het begin van het productieproces van kernenergie tot de berging van het afval, kernenergie betekent van begin tot einde problemen waar geen oplossingen voor bestaan. In tegenstelling tot de wiskunde waar het vermenigvuldigen van twee negatieve cijfers een positief resultaat oplevert, leveren de elkaar versterkende minpunten van kernenergie nooit een positief resultaat op.
(1) ‘Un problème de corrosion sur 25 réacteurs nucléaires français’, online raadpleegbaar op: http://www.lemonde.fr/planete/article/2014/02/07/un-probleme-de-corrosion-sur-25-reacteurs-nucleaires-francais_4362466_3244.html [21/02/2014]
Betoging tegen kernenergie. Zondag 9 maart om 14u aan het Noordstation in Brussel
-
Door winst aangedreven globale opwarming
Het was voorspelbaar. De VN-top over het klimaat in Warschau, de 19de klimaattop sinds die in Rio in 1992, eindigde met lege woorden. Ondanks het laatste IPCC-rapport dat vaststelt dat de bedreigingen groter zijn dan ooit aangenomen, werden geen concrete maatregelen genomen om de uitstootgassen die tot de globale opwarming leiden aan banden te leggen. Het kapitalistische systeem is niet in staat om met deze bedreiging om te gaan.De tyfoon Haiyan richtte een spoor van vernieling en dood aan in de Filipijnen. Ongewoon krachtige tornado’s zorgden ook in het Mid-Westen van de VS voor enorme vernielingen en enkele doden. Er waren intense stormen in Sardinië waarbij op 90 minuten tijd 450mm regen viel. Het zijn maar drie voorbeelden van extreme weersomstandigheden op een week tijd. We moeten natuurlijk meteen zeggen dat geen enkele extreme weersomstandigheid direct kan toegeschreven worden aan globale opwarming. Maar het is wel voor zowat iedereen, met uitzondering van de koppigste klimaatsceptici, duidelijk dat het aantal extreme weersomstandigheden toeneemt, dat ze extremer worden en dat er een verband is met de globale opwarming.
Het the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) publiceerde op 27 september haar laatste verslag. Gevestigde politici reageerden zoals ze dat altijd doen. Iedereen lijkt het erover eens te zijn dat de mensheid en heel wat andere levensvormen verschrikkelijke gevolgen zullen ondergaan indien er niets gebeurt aan de uitstootgassen die de globale opwarming veroorzaken. Maar de wereldleiders zitten vast, ze zijn niet in staat om iets te ondernemen tegen deze existentiële bedreiging.
De recente onderhandelingen in Warschau toonden (eens te meer) aan dat de leidinggevende vertegenwoordigers van het corrupte, vervuilende, olie en gas opslorpende, door winst aangedreven kapitalistische systeem het niet eens raken over zelfs maar de minste fundamentele maatregel. Ze weerspiegelen de beklemmende concurrentie tussen de grote bedrijven en de daarbij horende sterke nationale rivaliteiten. Dat is waarom de regeringsleiders vooral debatteerden over wie moet betalen voor het oplossen van de klimaatcrisis – de historische verantwoordelijken voor uitstoot, de VS en de EU, of de opkomende economieën India en China. Alsof het erom gedaan was om de machteloosheid van het systeem te benadrukken, hield de Poolse regering tijdens de klimaatonderhandelingen in het land ook een top over kool. Niet om het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken, maar net om het meer aan te wenden.
In het verleden stelden revolutionairen wel eens dat de heersende klasse met gesloten ogen afstevende op een ramp. Vandaag is de situatie eigenlijk nog erger. Het gewicht van het wetenschappelijk bewijs maakt dat ze hun ogen niet meer kunnen sluiten. Maar toch blijven ze onverdroten dezelfde koers uitgaan. De tijd om er iets aan te doen, raakt stilaan op.
Catastrofaal rapport
Het vijfde rapport van het IPCC bevat niets dat echt nieuw is, maar het was wel het meest volledige rapport tot nu toe met meer dan 2.000 pagina’s die voortbouwen op het werk van honderden wetenschappers. Niemand kan het rapport ervan beschuldigen een radicaal document te zijn. Integendeel, onder veel wetenschappers is er een consensus dat dit rapport erg conservatief is.
Nochtans zijn er verregaande gevolgen verbonden aan de inhoud van het rapport. Er wordt gesteld dat er 95% zekerheid is dat er klimaatveranderingen plaatsvinden en dat dit vooral wordt veroorzaakt door uitstootgassen die vrijkomen door menselijke activiteiten – in het bijzonder door het gebruik van fossiele brandstoffen en door ontbossing. In het rapport van het IPCC in 2007 was er nog sprake van 90% zekerheid. Nu wordt gezegd dat het ‘bijzonder waarschijnlijk’ is dat menselijke activiteiten verantwoordelijk zijn voor meer dan de helft van de waargenomen temperatuurstijging tussen 1951 en 2010.
Er was tussen 1750 en 2011 een toename van 40% in de concentratie van atmosferische koolstofdioxide, het ging van 278 deeltjes per miljoen tot 390. De atmosferische concentratie van koolstofdioxide, methaan en lachgas zijn toegenomen tot een niveau dat “ongezien was in de laatste 800.000 jaar.”
De gemiddelde oppervlaktetemperatuur steeg met 0,89° Celsius sinds 1901 en met 0,60° sinds 1950. De experts van het IPCC verwachten tegen 2100 op zijn minst een stijging met 2 graden boven het voor-industriële niveau. Maar de stijging zou wel eens veel hoger kunnen zijn. Dat zou leiden tot het vrijkomen van methaan in de Arctische toendra. De ijskappen aan de polen, die de straling van de zon terug weerkaatsen, zouden verdwijnen. Dat zou de globale opwarming verder versnellen waardoor het volledig uit de hand loopt.
Het rapport van het IPCC stelt dat er minstens 50% kans is om de globale opwarming onder de 2 graden te houden, maar dan mag er in de rest van de eeuw niet meer dan 820 tot 1.445 miljard ton aan uitstootgassen vrijkomen (in termen van CO2 equivalenten). Aan het actuele ritme van ongeveer 50 miljard ton per jaar, zou dit aantal binnen ongeveer 20 jaar kunnen bereikt worden.
Het niveau van de zeespiegel is de afgelopen eeuw met ongeveer 19 centimeter gestegen. Het ritme van de stijging versnelt door het afsmeltende ijs en de toename van de hoeveelheid zeewater. Tegen 2100 kan er een stijging zijn met 26 tot 82 centimeter. Een stijging met 62 centimeter bedreigt ‘waarschijnlijk’ het leven van miljoenen mensen, vooral de armsten. De oceanen verzuren omdat ze ongeveer een derde van de uitgestoten koolstofdioxide opnemen.
De interactie tussen menselijke en natuurlijke invloeden is echter complex. Het IPCC stelde vast dat het ritme van de opwarming van de oppervlakte de afgelopen 15 jaar zelfs vertraagd is, de toename daalde van 0,12 graden per decennium tussen 1951 en 2012 tot 0,05 graden tussen 1998 en 2012.
Het rapport stelt dat dit mogelijk werd veroorzaakt door vulkaanuitbarstingen die as in de lucht spuwen (waardoor het zonlicht wordt afgeschermd en de temperatuur daalt), fluctuaties in radiatie van de zon en natuurlijke verschillen in de planetaire cyclus. Ondanks die factoren was er een lichte temperatuurstijging, wat volgens het IPCC net aantoont wat het belang van de menselijke activiteiten is. Het rapport stelt: “Elk van de afgelopen drie decennia kenden we telkens een hogere oppervlaktetemperatuur dan in gelijk welk voorgaand decennium sinds 1850. In de noordelijke hemisfeer was de periode van 1983 tot 2012 wellicht de warmste periode van 30 jaar in de afgelopen 1400 jaar.”
Sceptisch over sceptici
Het was voorspelbaar dat diegenen die ingaan tegen zowat 95% van de wetenschappelijke studies en meningen de vaststellingen van het IPCC over het tragere ritme van opwarming meteen aangrepen. Deze sceptici proberen niet om een complex geheel aan gegevens en vaststellingen begrijpelijk naar voor te brengen, ze houden het erop om enkele data eruit te pikken, de context ervan weg te halen, trends op lange en medium termijn te vermengen en weer met klimaat dooreen te halen.
En er zijn vaak kapitalistische politici die met plezier een handje toesteken. Het rapport van het IPCC kwam enkele dagen voor de conferentie van de Britse conservatieve Torypartij uit. In het kader van die conferentie verklaarde Owen Paterson, de minister van leefmilieu, zowaar: “Mensen zijn heel emotioneel over dit onderwerp, maar ik denk dat we gewoon moeten aanvaarden dat het klimaat al eeuwenlang verandert. Ik denk dat dit laatste rapport geruststellend is omdat het aantoont dat er slechts een erg bescheiden toename is, waarvan de helft al gerealiseerd is. Ze hebben het over 1 tot 2,5 graden. En we weten dat voor mensen de grootste doodsoorzaak de koude in de winter is en niet zozeer de hitte in de zomer. Dit betekent dat het landbouwseizoen wat langer zou worden en dat het mogelijk zou worden om iets noordelijker in sommige koudere gebieden aan landbouw te doen.” (The Guardian 30 september)
Het klimaat is uiteraard veranderd in het 4,5 miljard jaren durende bestaan van de planeet en natuurlijk gebeurde dat niet alleen gedurende een periode van enkele eeuwen. Maar waar we nu over spreken, is iets anders. Het gaat om de menselijke tussenkomst die een proces van globale opwarming is opgestart sinds het begin van de industriële revolutie. De globale opwarming betekent niet dat het steeds overal warmer zal zijn. Paterson is ofwel een bewuste ontkenner van de klimaatveranderingen ofwel een van de meest onwetende figuren op de planeet. Dat hij minister van leefmilieu onder conservatief bewind is, zal wel toeval zijn. David Cameron beloofde bij zijn aantreden in 2010 dat dit de “meest groene regering ooit” zou zijn.
We moeten bijzonder sceptisch staan tegenover de overgrote meerderheid van de klimaatsceptici. Velen van hen hebben duidelijke en concrete belangen, in veel gevallen hebben ze banden met de door fossiele brandstof aangedreven industrie, ze krijgen steun van rechtse politici en een groot deel van de rechtse media.
De vuilste 90
Een recent verslag in het magazine ‘Climate Change’ stelde dat amper 90 grote bedrijven verantwoordelijk zijn voor 63% van de cumulatieve globale uitstoot van koolstofdioxide en methaan tussen 1751 en 2010. Bijna 30% van die uitstoot kwam van de 20 grootste bedrijven. De helft van de geschatte uitstoot vond in de afgelopen 25 jaar plaats. (Suzanne Goldenberg, Global Warming Down to ‘90 Big Firms’, The Guardian, 21 November)
In deze lijst vinden we oliebedrijven als BP, Chevron, Exxon en Shell naast koolproducenten als British Coal Corp, Peabody Energy en BHP Billiton. Er staan 31 staatsbedrijven in, waaronder Saudi Aramco, Gazprom (Rusland) en Statoil (Noorwegen). Negen andere bedrijven worden door de regering beheerd, vooral koolbedrijven in Polen, China, de vroegere Sovjetunie en Noord-Korea. Het is dus niet echt de ‘menselijke activiteit’ die de stuwende kracht van de klimaatverandering is. Het is correcter om te stellen dat de winsthonger de globale opwarming aanstuwt met de meest vervuilende 90 bedrijven aan het stuur.
Grote bedrijven betalen veel geld aan denktanks en andere organisaties om het werk van klimaatwetenschappers te ondermijnen. Myron Ebell van het Centre for Energy and Environment van de Amerikaanse rechtse denktank Competitive Entreprise Institute verklaarde: “We moeten bezorgd zijn over het feit dat het paniekerige establishment junk-wetenschap blijft gebruiken om een rampzalig beleid te voeren waardoor de wereld veel armer zal worden en de arme mensen in de arme landen tot blijvende armoede worden veroordeeld.” (The Guardian, 21 september)
De laatste mensen waar het CEI om bekommerd is, zijn de arme mensen in arme landen. De denktank wordt immers gefinancierd door bedrijven als Exxon Mobil, American Petroleum Institute, Texaco, General Motors en stichtingen verbonden met rijke plutocraten als de familie Koch die een enorme rijkdom vergaarde op basis van fossiele brandstoffen.
Het lobbywerk vanuit rijke reactionaire hoek heeft een zeker effect. Een week voor de bekendmaking van het IPCC-rapport kwam het Britse Energy Research Centre met een peiling waaruit bleek dat 19% van de Britten denkt dat het klimaat niet verandert. Een jaar eerder was dat slechts 11% en in 2005 was het 5%. (The Observer, 22 september)
Afstappen van fossiel brandstoffen
De mensheid wordt geconfronteerd met een enorm probleem en een reëel dilemma. Om de emissie van uitstootgassen te beperken, moeten we het gebruik van fossiele brandstoffen drastisch verminderen en ook stoppen met het kappen van de regenwouden. Betekenisvolle actie houdt dus een fundamentele verandering in wat betreft de manier waarop de economie en de samenleving functioneren.
Dat kan niet bereikt worden door maatregelen in de marge, er zijn grote veranderingen nodig. Een deel daarvan zou bestaan uit enorme investeringen van menselijke en financiële middelen in het ontwikkelen en verbeteren van de efficiëntie van hernieuwbare energie: zon, wind en zeekracht. Het gebruikelijke argument tegen hernieuwbare energie is dat ze onvoldoende in staat zijn om het van de fossiele brandstoffen over te nemen. Dat is een zichzelf versterkend argument: als er geen investeringen zijn in hernieuwbare energie – omwille van de economische en politieke belangen van de kapitalisten – dan zullen ze uiteraard nooit voldoende ontwikkelen.
Het is ook noodzakelijk om alle vormen van dubbel werk in het productieproces en onderzoek af te bouwen, ingebouwde vervuiling uit te schakelen net zoals de concurrentie tussen gelijkaardige bedrijven en naties of het vele geld dat nu verloren gaat aan publiciteit. De wijze waarop goederen worden verdeeld, met de voedselindustrie als voorbeeld, moet dringend gereorganiseerd worden. Er kan ongetwijfeld een forse toename zijn van het gebruik van het spoor voor goederentransport, naast de ontwikkeling van geïntegreerd openbaar vervoer.
Dergelijke thema’s gaan steeds dieper naar het hart van het economisch systeem. Hoe is het mogelijk om een duurzaam gebruik van de grondstoffen, productie en distributie van goederen en diensten te plannen als ze eigendom zijn van een kleine minderheid, een elite die geen enkele verantwoording verschuldigd is? Hoe is het mogelijk om een plan op te maken als de overgrote meerderheid van de bevolking – diegenen die ook instaan voor alle productie, diensten en distributie – geen zeg hebben over hoe de economie wordt beheerd?
Het systeem zit vast
Jammer genoeg kijken de meeste commentatoren niet verder dan het kapitalistische systeem en de grenzen ervan. De bekende milieuactivist en columnist George Monbiot beschrijft de problemen op uitstekende wijze en hij haalt vaak de hypocrisie van de kapitalistische politici onderuit. Hij heeft de dubbelspraak van de Britse regering meermaals in het voetlicht geplaatst.
Maar Monbiot is van een tegenstander van kernenergie een voorstander geworden omdat hij het ziet als een alternatief op fossiele brandstoffen. Het falen van TEPCO, het Japanse energiebedrijf dat de kerncentrale van Fukushime beheerde, toont aan hoe gevaarlijk dat standpunt is. Na een tsunami in 2011 was er een driedubbele ramp in Fukushima en de gevolgen ervan blijven voortduren. De gevolgen zijn niet onder controle, er wordt gezegd dat er nog steeds radioactief materiaal in de zee terecht komt. Hele delen van de omgeving zijn aangetast en kunnen voor een onbepaalde tijd niet meer bewoond worden.
Er zit nochtans een logica achter de positiewijziging van Monbiot. Hij stelt zelf: “Klimaatverandering en globale opwarming zijn eigenlijk onvoldoende sterk als termen voor wat [uit het IPCC rapport] blijkt. Dat rapport brengt het verhaal van een klimaat ineenstorting… Het is een catastrofe en we zijn slecht uitgerust om het te vermijden” (The Guardian 28 september). Als er geen ernstig alternatief op het kapitalistische systeem wordt gezien, dan moet je je beperken tot de ‘oplossingen’ die nu voorhanden zijn. Als het om een toekomst van een onbewoonbare wereld gaat, zijn sommigen wanhopig genoeg om te denken dat we er nog goed van afkomen met af en toe een kernramp.
Lord Stern, de voormalige hoofdeconoom van de Wereldbank die oproept tot acties rond globale opwarming, stelt het zo: “Wat we in de plaats moeten stellen, is het verhaal van een stijgende levensstandaard, sterkere gemeenschappen en een meer weerbare samenleving die de uitdaging van de strijd tegen armoede aangaat met blijvende voordelen. Onze kinderen zouden een koolstofarme economie erven die veiliger, schoner en meer efficiënt zou zijn op basis van investeringen in technologische vernieuwing.” (The Observer, 22 september)
Hij denkt dat dit kan bereikt worden door samenwerking in de private sector en meer samenwerking tussen natiestaten. Dergelijke samenwerking is ongetwijfeld mogelijk en het gebeurt al tussen de belangrijkste vervuilende bedrijven en hun politieke marionetten. Het gebeurt om desinformatie te verspreiden, te lobbyen of om prijzen af te spreken. De motor van het kapitalistische systeem is de winst op korte termijn. Het kan niet veranderd worden in een systeem dat de zorg voor de planeet, de bevolking en de grondstoffen op langere termijn in rekenschap brengt.
Recent bracht de Financial Times een editoriaal waarin de zakenkrant het probleem van de globale opwarming erkende. De krant stelde: “Sceptisch zijn tegenover de VN-onderhandelingen betekent niet dat de wetenschappelijke consensus over de realiteit van klimaatverandering en de dreiging ervan wordt verworpen. Maar het kan niet opgelost worden met lege woorden. Er is een nieuwe aanpak nodig na 20 jaar van mislukte onderhandelingen.” (Wasting Energy on a Successor to Kyoto, 20 november)
We zijn het er volledig mee eens, maar de FT is natuurlijk niet in staat om een nieuwe aanpak naar voor te brengen. Om een koolstofneutrale economie te ontwikkelen, moeten we de economische en politieke macht uit de handen van de 90 meest vervuilende bedrijven halen, alsook van de andere grote bedrijven en de gevestigde partijen. Enkel een democratisch georganiseerde en geplande economie is daartoe in staat, op basis van een volledige betrokkenheid van de grote meerderheid van de bevolking, de werkenden, aanbieders van diensten en consumenten. De strijd om de door winsthonger aangedreven globale opwarming te stoppen, is de strijd om het kapitalisme te vervangen door een wereldwijd socialistisch systeem gebaseerd op menselijke solidariteit en met respect voor de planeet waar we op leven.
-
Klimaattrein naar Warschau. “Het is al tien na twaalf”
Afgelopen vrijdag vertrok een trein met 700 Belgische activisten naar Warschau. Het initiatief ging uit van ‘Klimaat en Sociale Rechtvaardigheid’. In Warschau werd deelgenomen aan een betoging in het kader van de VN-top over het klimaat, COP 19 (de 19e conferentie). Verschillende betogers hadden op hun gezicht een uurwerk getekend. Dat uurwerk gaf aan dat het tien na twaalf was, een uitdrukking van de dringendheid en van het feit dat het zelfs al wat te laat is.
De Afrikaanse delegatie in Warschau benadrukte dat de klimaatveranderingen zich al laten voelen. Het is geen probleem dat zich morgen pas zal stellen, er zijn nu al gevolgen. De recente ramp met de tyfoon Haiyan op de Filipijnen herinnert op brutale wijze aan de dringendheid van maatregelen. De tijd van de mooie woorden is voorbij, er moeten daden komen.
Maar sinds de eerste Klimaatconferentie van de VN, in Rio in 1992, is er niets of toch bijzonder weinig veranderd. De top in Warschau moest de basis vormen voor een akkoord over de beperking van uitstootgassen. Dat akkoord zou in 2015 op de volgende Klimaattop in Parijs moeten ondertekend worden. Het ontbrak evenwel niet aan officiële argumenten om vooral niet tot een bindend akkoord te komen. De VS verklaarden dat ze geen enkele andere doelstelling zou toepassen dan diegene die de Amerikaanse regering zelf bepaalt. De andere landen aarzelden niet om zich te verschuilen achter het feit dat de grote landen niet tot een concreet resultaat wilden komen.
Een top gedomineerd door het kapitaal
“COP19 zal het meest extreme voorbeeld zijn van hoe de private sector op nooit eerder geziene wijze de onderhandelingen domineert”, verklaarde een lid van Corporate Europe Observatory aan een journalist van de Franse krant Libération. “De Poolse regering heeft elf bedrijven het statuut van partner gegeven. Onder die bedrijven ook enkelen die eerder getuigden van weinig betrokkenheid met het klimaat, zoals ArcelorMittal, het bedrijf dat het meeste voordeel haalt uit de steenkoolmarkt in Europa, of BMW dat pogingen van de EU om de uitstoot van auto’s te verminderen al decennialang blokkeert.”
De Poolse autoriteiten gingen erg ver. De minister van Economie organiseerde zelfs een top over steenkool en klimaat tijdens de VN-top om zo de mijnsector te ondersteunen. De logica van concurrentie en de winsthonger van het kapitalistische productiesysteem zorgen ervoor dat iedere regering steeds vertrekt vanuit de concurrentiepositie van de eigen economie.
Geen verandering
“De definitie van waanzin is hetzelfde blijven doen en een ander effect verwachten”, aldus Albert Einstein. Dat gaat eigenlijk ook op voor de tegentoppen. Tal van activisten en vele NGO’s denken dat het doel van de mobilisatie er vooral uit bestaat om de politici ertoe aan te zetten enige moed te tonen. De politieke leiders hebben totnutoe echter op geen enkel ogenblik wat dan ook gedaan om de kern van het probleem aan te pakken – de enorme verspilling van middelen en energie door een productiesysteem dat gebaseerd is op winstmaximalisatie ten koste van het milieu en van de meerderheid van de bevolking. Waarom zouden ze daar nu wel iets aan doen?
We stellen iedere dag opnieuw vast hoe de regeringsleiders volgzame lakeien van de dictatuur van de banken en de multinationals zijn. Ze voeren een hard besparingsbeleid, gebruiken de economische crisis als excuus om milieuregels te versoepelen voor de bedrijven, geven rechtstreekse steun aan de bedrijven (met name aan de werkgevers, niet aan de werkenden),…
Sommige militanten denken dat de betogingen samen met de toename van het aantal rampen en de realiteit van de klimaatveranderingen zullen volstaan om de machthebbers op andere gedachten te brengen. Het voorbeeld van het smeltende poolijs geeft aan dat dit een illusie is. Het kapitalisme past zich aan de klimaatveranderingen aan en ziet er kansen in: het afsmelten van het poolijs opent een nieuwe economische strijd omdat er olievoorraden toegankelijk worden.
System change, not climate change
De Belgische delegatie in Warschau was goed voor ongeveer de helft van de betogers. Er waren minder dan 2.000 betogers. Dat geeft aan dat er weinig enthousiasme voor de betoging was. Het was bovendien niet evident om in Polen zelf te mobiliseren.
In Polen berichten de media nooit over milieuthema’s. Maar liefst 86% van de elektriciteit in het land komt van fossiele energiebronnen. Er zijn bovendien ongeveer 3 miljoen jobs met die sector verbonden, er zijn bijvoorbeeld nog ongeveer 90.000 mijnwerkers. Het volstaat ook niet om over “ecologische transitie” te spreken in een land dat gekenmerkt werd door een “democratische transitie” waarbij een wild kapitalisme in de plaats van de stalinistische dictatuur kwam. Zelfs de Poolse vakbonden staan erg sceptisch tegenover ecologische eisen. In die omstandigheden zullen we niet ver geraken met een retoriek die zich beperkt tot “verantwoordelijke consumptie” en zonne-energie.
De kunstmatige tegenstelling tussen werkgelegenheid en milieu doorbreken, kan enkel door tot de kern van het probleem door te dringen. We moeten wijzen op het falen van het kapitalisme, zowel op economisch vlak als voor mens en milieu. In onze mobilisaties moeten we dan ook een antikapitalistisch en socialistisch programma naar voor schuiven gekoppeld aan de actiemethoden waarover de arbeidersbeweging beschikt: het blokkeren van de economie door algemene stakingen en massastrijd.
Tegenover de gevaren als gevolg van de klimaatveranderingen, is er nood aan een planmatige aanpak van de economie waarbij de reactionaire greep van de wereld van de big business aan de kant wordt geschoven om plaats te maken voor het publiek bezit van de sleutelsectoren van de economie onder democratisch beheer en controle. Dat laatste is ook van belang om het verschil met de bureaucratisch geplande stelsels van het vroegere Oostblok duidelijk te maken.
De recente massamobilisaties sinds het uitbarsten van de Tunesische revolutie in 2011 geven een weg vooruit aan. Het feit dat deze bewegingen nu in een impasse zitten, wijst op de noodzaak om grondig te discussiëren over een alternatief op het kapitalisme en over de wijze hoe we daartoe kunnen komen. Het volstaat niet om ons te beperken tot het aanklagen van het systeem, we moeten het omverwerpen.
Naar Polen met de klimaattrein
Een trein vol activisten naar Polen brengen en logement ter plaatse, maaltijden onderweg (en zelfs bier van de tap) organiseren, was een enorme uitdaging die ‘Klimaat en Sociale Rechtvaardigheid’ op een geslaagde wijze is aangegaan. Het aantal deelnemers overtrof de verwachtingen, waardoor ook de wagon die voor debatten was voorzien met reizigers werd volgestouwd. Dat verhinderde niet dat er onderweg heel wat werd gediscussieerd.
Op de betoging viel de Belgische delegatie natuurlijk op door zijn relatieve gewicht, maar ook door de dynamiek die uitging van de delegaties van JNM (Jeugdbond voor Natuur en Milieu) en Comac, de jongeren van de PVDA.
Enkele LSP-leden gingen mee met de trein. In Polen vervoegden we enkele leden van Alternatywa Socjalistyczna, onze Poolse zusterorganisatie, met wie we samen tussenkwamen op de betoging. Op de slotmeeting kon een LSP-vertegenwoordiger kort spreken. Hij had het over het verband tussen de ecologische crisis en de economische crisis alsook over het belang om de sociale mobilisaties onderling te verbinden tot een massastrijd voor een democratisch socialistische samenleving.
Enkele foto’s van socialisme.be
-
Geen fracking in België, maar een hernationalisatie van de energiesector!
Minister van Leefmilieu Joke Schauvliege meldde recent dat de Limburgse Reconversie Maatschappij, opgericht om de Limburgse “maakeconomie” om te vormen tot “een innovatieve en technologische economie” samen met de Australische firma Dart Energy, 10 miljoen euro verzamelde voor eventuele proefboringen naar onconventioneel gas. Komt het controversiële ‘fracken’ zo binnenkort ook naar België?
Artikel door Jeroen (Gent) uit de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’
What the frack?
Onconventioneel gas (zoals schaliegas of steenkoolgas) is gas dat zich in harde bodemlagen bevindt. Om het te kunnen winnen wordt een techniek gebruikt die men ‘hydraulic fracturing’ (letterlijk: hydraulisch kraken) of ‘fracking’ noemt. Diep ondergronds worden horizontale boringen uitgevoerd, soms kilometers lang. Vervolgens wordt een mengsel van water en chemicaliën in de gangen gepompt en zo wordt de druk opgevoerd tot breuken ontstaan in het gesteente waarlangs vervolgens het gas kan ontsnappen.
Deze vorm van fracking werd eind jaren ’90 ontwikkeld in de VS. De regering zette er sterk in op fracking om onafhankelijker te worden in haar energievoorziening en de prijzen te drukken. Wereldwijd is fracken aan een sterke opmars bezig door de hoge olie- en gasprijzen en de crisis. In verschillende Europese landen wordt vandaag al gefrackt, zoals het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Polen en Denemarken; in andere landen, zoals Frankrijk en België, wordt het sterk overwogen.
Ramp voor het milieu
De effecten van frackingoperaties op het milieu zijn desastreus te noemen. Het water dat gebruikt wordt, wordt gemengd met gigantische hoeveelheden chemicaliën, waarvan verschillende erg schadelijk zijn voor de mens. Slechts 10 tot 40%, afhankelijk van het gesteente waarin men werkt, van de gebruikte vloeistof komt terug aan de oppervlakte. Het bevat dan veel schadelijke chemicaliën, kankerverwekkende stoffen, corrosieve zouten en radioactief materiaal.
De zuivering van dit goedje kost veel tijd, kennis en geld, allemaal dingen die de multinationals hier liever niet aan spenderen. Wat achterblijft in de bodem wordt verondersteld daar te blijven, maar er zijn sterke aanwijzingen dat de vloeistof migreert, en niemand kan zeggen waar het op langere termijn terechtkomt.
Het gas dat vrijkomt bij het breken van steenlagen kan ook niet steeds allemaal opgevangen worden en komt soms in het grondwater terecht. In de Amerikaanse staat Pennsylvania kwamen onderzoekers tot de vaststelling dat het grondwater in regio’s waar aan fracking gedaan werd tot 17 keer meer methaangas bevat dan normaal. Er zijn zelfs gedocumenteerde voorbeelden van mensen die het water uit hun kraan kunnen doen ontbranden.
Daarnaast is er nog een gevaar op aardbevingen (zoals gebeurd bij de Britse stad Blackpool), het enorme waterverbruik (tot 13 miljoen liter per boring), het gevaar op ongevallen, de impact op het landschap, het gas dat ontsnapt in de atmosfeer,…
Investeren in alternatieven
LSP verdedigt een compleet verbod op onconventionele gasontginning en massale investeringen in duurzame, alternatieve energieproductie. Om dit mogelijk te maken moet beslag gelegd worden op de enorme hoeveelheid middelen die multinationals in deze ‘hype’ pompen (de Belgische chemiereus Solvay gaf recent 1 miljard euro uit aan één enkele overname). LSP verdedigt daarom de (her)nationalisatie van de energiesector onder democratische controle.
-
Genetische manipulaties: wetenschap en big business
De afgelopen jaren was er een forse toename van het gebruik van genetisch gemanipuleerde organismen (ggo). Dit is geen nieuw fenomeen, tien jaar geleden publiceerde onze Britse zusterorganisatie een interessant dossier over ggo’s en big business. Met het oog op de betoging tegen de rol van Monsanto in ons voedselproces, leek het ons nuttig om dit dossier ook voor Nederlandstalige lezers beschikbaar te maken. Enkele technologische elementen uit het artikel zijn mogelijk achterhaald, maar de grote lijnen blijven meer dan ooit actueel. Verder biedt ook de documentaire ‘De wereld volgens Monsanto’ een interessante kijk op de wereld van de agrobusiness. Wie mee wil protesteren: morgen wordt betoogd, afspraak om 13u aan het rondpunt Schuman (aan het Europees parlement, metro: Schuman).
Documentaire
Genetische manipulaties: wetenschap en big business
Een Brits regeringsrapport over genetisch gemanipuleerde organismen (ggo) stelde dat deze niet winstgevend zijn tenzij de vraag ernaar toeneemt. Het is echter niet verwonderlijk dat er enige terughoudendheid is. Bedrijven als Monsanto bepalen vandaag wat de prioriteiten voor onderzoek zijn, de wetenschap wordt afgestemd op hun winsthonger. Wetenschap wordt vooral een poging om nieuwe mogelijkheden te vinden om de kapitalisten snelle winsten te bezorgen.
‘Engineering’, ‘manipulatie’ of verandering?
DNA is universeel voor alle levende wezens, van bacteriën over schimmels tot planten of dieren. Met behulp van een ‘knip en plak’-methode is het (soms) mogelijk om een wenselijk onderdeel van het DNA van een bepaald organisme over te plaatsen op een ander organisme of om een ongewenst element te vervangen.
Als een vis in zeewater van minder dan 0,25 graden celsius kan overleven, kan dat misschien gereproduceerd worden voor de bloesems van perziken zodat deze een ijzige nacht overleven. De methode van ‘knippen en plakken’ kan uitgevoerd worden door virussen in te zetten, die zijn immers erg goed in het plaatsen van hun genetische informatie in het DNA van hun gastheer (zoals het geval is als wij een virale infectie hebben). Bacteriën kunnen ook gebruikt worden aangezien redelijk gemakkelijk met hun DNA kan gewerkt worden.
Als een mengeling van DNA-fragmenten – die hopelijk het gewenste geen bevatten – wordt gemengd met kleine deeltjes goud, is het mogelijk om ze te injecteren in de cellen van het ontvangende organisme. Deze laatste fase staat bekend als de “shotgun techniek” of “bioballistiek”.
Er is weinig verbeelding nodig om vast te stellen dat het ontbreekt aan precisie en zekerheid. De uiteindelijke positie van de overgeplaatste genen op het DNA van de receptor is een kwestie van geluk.
Is dat belangrijk? Het is wel degelijk belangrijk omdat genen niet geïsoleerd bestaan maar een impact hebben op hun omgeving en zelf een invloed van die omgeving ondergaan, er is een impact op het DNA zelf en op de cellen.
De biotechnische industrie verkiest de term “manipulatie” in plaats van genetische ‘engineering’ omdat er aan dat laatste een beeld van Frankensteun hangt. Maar manipulatie doet denken aan eenvoudige aanpassingen zoals steeds het geval was sinds de mens planten en dieren domesticeerde door ze selectief te telen of te fokken. Genetische ‘verandering’ is een meer accurate beschrijving.
De wenselijkheid van die veranderingen is een andere kwestie.
Geen mirakeloplossing
Omwille van de onvoorspelbare uitkomst van de techniek, zijn er soms onverwachte resultaten. Een zalm met een groeihormoon groeide te snel en werd te dik. Het vlees van de vis was bovendien groen – een lastige kwestie voor de marketingafdeling. In 1997 moest Monsanto terugkomen op een aantal vormen van koolzaad toen er een onverwachte geen opdook. Er waren dan wel al 60.000 zakken met dergelijk zaad verkocht in Canada.
In het echte leven bestaan genen niet geïsoleerd. Genetisch aangepaste organismen blijven evenmin in afgesloten laboratoria opgesloten. Het is mogelijk dat planten giftig worden om een schimmel die hen aanvalt te stoppen, maar hun gif via de wortels ook in de grond brengen waar andere schimmels en bacteriën nodig zijn om de grond vruchtbaar te houden. Als deze bacteriën en schimmels gedood worden, kan het leiden tot onvruchtbare grond.
De Noord Amerikaanse koningsvlinder lijkt aangetast te worden door het stuifmeel van genetische aangepaste maïs. Duizenden andere insectensoorten zijn minder zichtbaar, maar hun positie in de voedselketen is essentieel. Tenzij er onderzoek wordt gedaan naar alle soorten die kunnen aangetast worden, is het risicovol om genetisch aangepaste planten of dieren vrij te laten.
Er is bewijs dat het aantal soja-allergieën in Noord-Amerika toeneemt, niet toevallig waar er al enkele jaren genetisch aangepaste varianten verkocht worden. In sommige gevallen werd een noten-gen toegevoegd. Mogelijk heeft dit een notenallergie in soja ingebracht, terwijl soja breed gebruikt wordt in tal van voedingsproducten waaronder babyvoeding.
Voorstanders van de ggo-technologie minimaliseren de mogelijkheid dat virussen en bacteriën die gebruikt worden om in genen in te brengen, kunnen overleven en zich vermenigvuldigen in een bredere omgeving. Maar tegelijk is er groeiend bewijs dat sommige wel kunnen overleven, met onbekende gevolgen.
Er is bewijsmateriaal dat aangeeft dat delen van DNA mogelijk zelfs overleeft na het koken en doorheen de spijsvertering waarbij ze door de darmwanden mogelijk in menselijke cellen terecht komen. Is dat belangrijk? Niemand die het weet. Wellicht gebeurde dit doorheen onze ontwikkeling, maar we aten toen niet het genetische brouwsel dat nu wordt geserveerd.
Omdat de technieken om nieuwe genen in DNA in te brengen lukraak en onzeker zijn, is er nood aan methode om cellen met de gewenste veranderingen af te splitsen van die zonder deze veranderingen. Een geen voor antibiotische weerstand wordt gekoppeld aan een gewenst gen. Het doseren van het mengsel met antibioticum doodt de cellen met ongewijzigd DNA. De overlevende veranderde cellen hebben dan een geen voor antibiotische weerstand, dat mogelijk op andere bacteriën kan overgedragen worden eens het organisme dat uit de cellen groeit in een breder milieu terecht komt.
Stuifmeel van genetisch veranderde planten kan zich tot vier kilometer ver verspreiden met de wind en tot vijf kilometer via bijen. Zaden kunnen door landbouwmachines van veld tot veld overgebracht worden. Er is al bewijs dat wilde varianten van genetisch veranderde planten kunnen kruisen om nieuwe eigenschappen te verwerven, waardoor de weerstand tegenover onkruidverdelger breed verspreid kan worden.
Diversiteit
Onze omgeving verandert constant, doorheen het klimaat, overstromingen, droogtes en ziektes. Het ritme van verandering verhoogt met de klimaatveranderingen. Natuurlijke variatie betekent dat bepaalde leden van een soort beter aangepast zijn om in de nieuwe omstandigheden te overleven dan andere. De conventionele moderne landbouw heeft zeker de afgelopen vijftig jaar het aantal voedselplanten al sterk beperkt. Kijk maar naar wat je in de supermarkten kunt krijgen: dezelfde appelsoorten worden nu wereldwijd geteeld.
De diversiteit wordt nu nog meer bedreigd. Om hun investeringen eruit te halen, voegen biotechnologische bedrijven ‘terminator’ genen toe aan planten en er wordt voor gezorgd dat de zaden die verkocht worden zelf geen nieuwe zaden kunnen creëren. Landbouwers moeten zaden van de grote bedrijven kopen, vaak gaat het om dezelfde grote bedrijven die ook op biotechnologisch vlak actief zijn.
Een grootschalig experiment in China in 1999/2000 vergeleek traditionele rijstplantages (met verschillende soorten op een zelfde veld) met de moderne methoden (waarbij enkel de meest productieve soort wordt geteeld). Verrassend genoeg waren er op de traditionele velden 94% minder schadelijke schimmels waardoor er geen chemische behandeling nodig was. De opbrengst was ook 18% groter. Dit resultaat is natuurlijk niet nuttig voor bedrijven die de verkoop van zaden en chemicaliën willen opdrijven om de winsten te maximaliseren. Diversiteit kan niet gemonopoliseerd worden.
Hongersnood bestrijden
Aanvankelijk botste de techniek van genetische aanpassingen op groot consumentenverzet in Europa, maar niet in de VS. Andere voedselexporterende landen waren terughoudend om hun Europese markten niet te verliezen. De druk was zo groot dat supermarkten en zelfs Amerikaanse multinationals in Europa, zoals McDonalds of BurgerKing, geen genetisch aangepaste producten gebruikten.
De eerste generatie van gewassen die werd aangepast, moesten resistent zijn tegen onkruidverdelgers. Maar dat volstond niet om er een interessante publiciteitscampagne rond te voeren. Een Amerikaanse wetenschapper in overheidsdienst, Robert May, stelde hierover: “Er was nood aan een glamoureuzer ggo-product dat het imago van de biotechnologie zou veranderen.” Er kwam een tweede generatie van aangepaste gewassen waarbij werd gesteld dat de aanpassingen een einde konden maken aan hongersnood.
George Bush gooide zijn volle gewicht in de campagne. “Voor het lot van een continent dat wordt getroffen door hongersnood, roep ik de Europese regeringen op om hun verzet tegen biotechnologie op te geven”, stelde hij in juni 2003. Van de 22 meest geïndustrialiseerde landen is de VS overigens 22ste als het aankomt op het geven van hulp aan minder ontwikkelde landen.
Minstens 600 miljoen mensen lijden aan ondervoeding of slechte voeding. Er wordt gesteld dat de genetisch aangepaste “ gouden rijst” een oplossing kan bieden. De rijst is genetisch aangepast zodat het centrale graan pro-vitamine A produceert dat vervolgens tot vitamine A wordt omgezet in het lichaam. Een gebrek aan deze vitamine is de belangrijkste oorzaak van blindheid onder kinderen, er worden 250.000 tot 500.000 kinderen per jaar hierdoor getroffen. Het leidt bovendien tot een gebrek aan weerstand tegenover ziektes, de helft overlijdt binnen een jaar nadat ze hun zicht verloren. Gouden rijst (de naam komt van de kleur, niet van de hoeveelheid winst die Synerga ermee hoopt te maken) zou 5 tot 8% van de aanbevolen hoeveelheid van de vitamine geven met slechts 100 gram droge rijst. Met zo’n dieet van rijst zou een kilo droge rijst of drie kilo gekookte rijst per dag volstaan om een volledige dosis vitamine A te krijgen.
Het is echter verre van zeker dat dit dieet een gebrek aan vitamines zou oplossen. Er is vet nodig om de vitamine op te nemen en andere vitaminen en mineralen maken er gebruik van. Een dieet van enkel rijst zou bijna zeker tot tekorten op andere vlakken leiden. Ruwe rijst heeft overigens meer voedingswaarden, waaronder vitamine A, in de buitenrand die vaak wordt verwijderd om de opslag van de rijst gemakkelijker te maken, onder meer om de export ervan mogelijk te maken.
Syngenta sloot een akkoord met de uitvinders van de Gouden Rijst (die werden gefinancierd door publieke fondsen en liefdadigheid) dat boeren die minder dan 10.000 dollar per jaar verdienen niet moeten betalen voor hun zaden. Het is echter niet duidelijk of ze in de toekomst zullen moeten betalen en of ze ook gratis chemicaliën zullen krijgen die mogelijk nodig zijn om de rijst te telen.
Recent werd ook gewezen op de mogelijkheid van een aardappel met een derde meer proteïnen dan normale aardappelen, de ‘protato’. De Indische regering stelde dat dit misschien in de gratis schoolmaaltijden kan gebruikt worden. Maar deze variant op de aardappel heeft slechts 2,5% proteïnen terwijl linzen, bonen en erwten 20 tot 26% hebben.
Dergelijke producten bieden geen antwoord op de ondervoeding of slechte voeding van mensen, een tekort dat voortvloeit uit het feit dat ze geen grond hebben om zelf voedsel te telen of omdat ze geen geld ervoor hebben als ze in steden wonen.
Om hongersnood te bestrijden, zou een kwijtschelding van de schulden van de armste landen veel efficiënter zijn. Ook een verdeling van de grond onder de boeren, gratis krediet en technische bijstand voor irrigatie, het opstapelen van granen en andere maatregelen zouden veel meer effect hebben. Ondervoede mensen hebben geen genetisch aangepaste gewassen nodig, ze hebben socialisme nodig.
Medicijnen en geld
Genetische aanpassingen hebben geleid tot een aantal verbeteringen op het vlak van medicijnen. Interferonen zijn sinds de jaren 1950 bekend en kunnen nuttig zijn voor de behandeling van virale aandoeningen, kanker en multiple sclerose – zaken die moeilijk of onmogelijk op een andere manier kunnen behandeld worden. Door dezelfde technieken als in de biotechnologie toe te passen is het mogelijk om interferonen in een nuttige hoeveelheid te produceren. Er worden beta-interferonen gebruikt voor multiple sclerosis. Het is geen volledige oplossing, maar het lijkt beter te zijn dan gelijk welke andere behandeling. Hormonen zoals insuline kunnen worden geproduceerd, terwijl ze vroeger moesten geëxtraheerd worden van varkens of koeien.
Een mogelijke ontwikkeling waar veel onderzoek naar wordt gedaan, is de productie van vaccins en andere medicijnen in voedselproducten. Een voorbeeld is de banaan met genen die een choleravaccin produceren. Dat zou nuttig zijn in delen van de wereld waar er weinig toegang is tot ziekenhuizen, verpleegkundigen, propere naalden en spuiten of koeling om vaccins op te slaan.
Dergelijke producten zouden natuurlijk voordelen hebben, maar er zijn ook nadelen zoals de vraag hoe de dosis zou gecontroleerd worden en wat eventuele bijeffecten zijn. Zou het niet gemakkelijker en veiliger zijn om de gezondheidszorg uit te bouwen en verpleegkundigen op te leiden in de neokoloniale wereld? Het zou overigens wel eens goedkoper kunnen uitvallen dan de huidige onderzoeksprogramma’s.
Het doel van de grote bedrijven achter de onderzoeken is natuurlijk niet om vaccins te creëren voor wie te arm is om hen te betalen. Ze willen dezelfde technieken gebruiken om gezondheidssupplementen te creëren voor de westerse markt.
Een socialistisch programma
De agenda van de grote bedrijven zorgt ervoor dat vervelende resultaten aan de kant worden geschoven. Zo was er de ontdekking dat delen van genetisch aangepast DNA door de darmen in de genetische structuur kan terechtkomen van een dier dat het gegeten heeft. Dat zou moeten geleid hebben tot een meer intensief onderzoek naar het voedselproces. Maar de bedrijven doen dat niet, ze vrezen immers meer om marktaandeel te verliezen dan dat ze de mogelijke gevolgen op vlak van gezondheid en ecologie in aanmerking nemen.
Zowat tien grote bedrijven domineren deze industriële sector. Maar liefst 70% van alle genetisch aangepaste gewassen worden geteeld met technologie van Monsanto. Het bezit of heeft akkoorden met de grootste zadenbedrijven en onderzoekscentra in de wereld. De chemische afdeling werd afgesplitst in een ander bedrijf, Solutia, dat meteen de verantwoordelijkheid van decennia van toxische operaties moet ontlopen.
Syngenta is wereldwijd de grootste producent van pesticiden. Het werd opgezet door een fusie van de biotechnische eenheid van het Zwitserse Novartis (zelf een fusie van chemische en farmaceutische giganten Sandoz en Ciba-Geigy) en AstraZeneca (een fusie van de farmaceutische en agrochemische afdelingen van ICI uit Groot-Brittannië en het Zweedse Astra).
Andere grote bedrijven zijn DuPont/Pioneer (een fusie van het grootste chemische bedrijf ter wereld en de grootste Amerikaanse zadenbedrijven), Dow/Mycogen (ook uit de VS), Bayer en BASF (in Duitse handen), Limagrain (Frankrijk) en Takii en Company (Japan).
Deze bedrijven moeten in publieke handen komen door ze te nationaliseren zonder compensaties, tenzij aan kleine aandeelhouders op basis van bewezen noden. Een arbeidersregering zoude chemische bedrijven alsook de onderzoekscentra nationaliseren. Mogelijk zou zo’n regering nog genetisch aangepaste voedselproducten moeten importeren, tenzij er wereldwijd arbeiderspartijen met een socialistisch programma worden opgebouwd.
Net als andere publieke sectoren, zou ook deze van de chemie en biotechnologie democratisch moeten beheerd worden door de werkenden, consumenten, kleine boeren, wetenschappers en gezondheidswerkers om ervoor te zorgen dat gezondheid en milieu de centrale prioriteiten van het onderzoek vormen. Een gebalanceerd standpunt is dan mogelijk met zowel de voordelen als nadelen van de nieuwe technologische mogelijkheden en de voorzichtigheid die daarbij aan de dag moet gelegd worden. In een socialistische samenleving is er mogelijk een rol voor genetisch aangepaste producten, maar wellicht op een veel kleinere schaal dat de opgefokte beweringen die nu de commerciële belangen moeten ondersteunen.
Winsten voor de grote bedrijven
De sector van de genetische aanpassingen groeit snel. Er zijn mogelijk voordelen en waarschijnlijk ook grote gevaren. Wie beslist wat onderzocht wordt en welke producten op grotere schaal worden ontwikkeld?
Dat zijn enkele grote bedrijven die de biotechnologie domineren, ook al wordt het meeste onderzoek publiek gefinancierd. De Britse bedrijven in de sector kunnen hun onderzoekskosten voor 100% van de belastingen afschrijven. Onverkozen managers nemen beslissingen waarbij ze enkel aan de aandeelhouders verantwoording verschuldigd zijn.
Er wordt gesteld dat de technologie het mogelijk maakt om hongersnood te stoppen, maar slechts 1% van het onderzoek is gericht op gewassen geteeld door arme boeren. Er duikt een nieuwe vorm van kolonialisme op waarbij natuurlijke grondstoffen van armere landen geplunderd worden door de biotechnologische bedrijven.
In 1980 besliste het Amerikaanse Supreme Court dat vormen van leven aan een patent konden onderworpen worden. Niet alleen de methode van het isoleren van een gen uit levende dingen wordt als privaat bezit gezien, maar ook het levende ding zelf! Planten uit het regenwoud of elders die mogelijk toepassingen kunnen kennen op het vlak van medicijnen worden aan patenten onderworpen zodat de lokale gemeenschappen die hun kennis generaties lang doorgaven hier nu voor moeten betalen.
De Indische plant Neem heeft tal van geneeskundige mogelijkheden. Nadat het Amerikaanse bedrijf WR Grace er een patent op nam, verhonderdvoudigde de prijs ervan op twee jaar tijd!
De Wereldhandelsorganisatie ziet nauwkeurig toe om deze diefstal van traditionele kennis en levende grondstoffen. Het TRIPS-akkoord (Trade Related Intellectual Property Rights) laat alleen bezit toe indien er tests in laboratoria zijn gedaan. Een multinational die een irrelevante test op een plant doet kan er vervolgens het bezit van claimen. Mensen die de plant generaties lang gebruikte hebben maar die geen toegang hebben tot een laboratorium, worden in naam van de ‘vrije markt’ verplicht om vervolgens te betalen voor wat voorheen maatschappelijk gedeelde kennis was.
Deze bedrijven stellen dat ‘hun’ gepatenteerde kennis en genetisch aangepaste zaden uniek zijn, maar ze ontkennen tegelijk dat de gewassen die eruit voortkomen anders zouden zijn. Het geproduceerde voedsel zou gelijk zijn aan voedsel dat niet genetisch aangepast is. Er wordt beweerd dat er geen speciale tests of labels nodig zijn. Het is niet verrassend dat dezelfde bedrijven ervoor zorgen dat de wet aangepast wordt opdat ze niet kunnen vervolgd worden voor eventuele onverwachte gevolgen van hun beschermde kennis. Ze willen uiteraard vermijden dat ze net als de tabaks- of asbestbedrijven uit het verleden geconfronteerd worden met dure juridische gevechten opgestart door de slachtoffers.
De Amerikaanse en Britse regeringen zijn hevige verdedigers van de biotechnologische bedrijven. De Britse minister van milieu Michael Meacher verklaarde nadat hij minister af was: “De invloed van de grote bedrijven op deze regering is erg groot”. Zo’n verklaringen komen uiteraard na de feiten.
George W Bush stelde Ann Veneman aan als minister van landbouw. Zij was eerder lid van de directie van Calgene, het eerste bedrijf dat genetisch aangepast voedsel op de markt bracht. Het bedrijf werd nadien door Monsanto overgenomen.
-
Hun winsthonger bedreigt onze toekomst
De chaotische kapitalistische productiewijze ligt aan de basis van een ongelijke verdeling van rijkdom en overproductie. Het leidt tot crisissen op alle vlakken: een diepe economische crisis die miljoenen mensen de miserie instuurt, een sociale crisis waarbij mensen vervreemden van elkaar en zichzelf, een ecologische crisis die basisbehoeften als water, voedsel en een gezonde leefomgeving bedreigt. De basis hiervan ligt in hoe het kapitalisme functioneert.
Dit systeem bedreigt onze leefomgeving omdat kapitalisten enkel kijken naar de onmiddellijke winsten die steeds groter moeten zijn. Maatschappelijke of ecologische noden zijn niet van tel, enkel de winsten tellen. Er wordt liefst zo goedkoop mogelijk geproduceerd om vervolgens producten van beperkte kwaliteit zo duur mogelijk te verkopen. Lage lonen, afdankingen, verminderde veiligheid op de werkvloer, goedkope afvallozing, schadelijke maar goedkope productieprocessen,… worden met de mantra van de ‘winstmaximalisatie’ en de ‘concurrentiekracht’ toegedekt. Als gewone productie de winsten niet op peil houdt, wordt niet geaarzeld om te gokken in de casino’s van de wereldwijde financiële markten. De winsten dienen uiteraard niet voor de gemeenschap maar spijzen de belastingparadijzen en dienen voor de megafortuinen van de kleine laag superrijken.
De productiewijze leidt tot een steeds verdere uitputting van grondstoffen (bodem, water,… inbegrepen), een steeds groter wordende afvalberg die niet verwerkt wordt (wegens te duur) en een enorme verspilling van grondstoffen en energie, zoals de waanzinnige logistieke operaties. In plaats van de oorzaken van de ecologische problemen aan te pakken, wordt de verantwoordelijkheid doorgeschoven naar de gewone ‘man in de straat’. Het is de schuld van wie geen biogroentjes koopt, appels in een plastic zakje doet of geen waterbesparend toilet heeft. Meteen wordt een ideale rechtvaardiging gevonden voor allerhande ecotaksen en moralistische argumenten. Uiteraard beter een duurzaam zakje voor de appels, dat spreekt voor zich, maar niemand vraagt zich intussen af waarom niet al onze groenten duurzaam gekweekt zijn en niet alle toiletten waterbesparend worden gemaakt.
Een socialistisch antwoord
Socialisten worden vaak verweten dat ze de productiewijze wel willen aanpakken, maar dat er toch meer nodig is. Dat we ook de bevolking moeten heropvoeden. Verander de wereld, begin bij jezelf. Wij denken dat consumptie niet los kan gezien worden van de kapitalistische productiewijze waarbij grote winsten worden geboekt door ons minderwaardige producten en zelfs gewoon afval te verkopen. Om ons te stimuleren, worden we bovendien dagelijks gebombardeerd met allerhande vormen van reclame.
We zijn het eens met de Franse Parti de Gauche van Jean-Luc Mélenchon die in zijn ‘Manifeste pour l’écosocialisme’ (ecosocialistisch manifest) stelt dat socialisme alle mogelijkheden heeft om tot een werkelijke “duurzame ontwikkeling” van de mens te komen. Daarmee wordt gedoeld op een ontwikkeling die de volgende generaties niet belemmert in hun ontwikkeling.
Het verwijt dat socialisme uitgaat van een ‘productivistische logica’ met de illusie van de oneindigheid van grondstoffen is niet terecht. De Parti de Gauche lijkt dat nochtans te impliceren als het stelt dat het opkomt voor ecosocialisme waarbij het socialisme zich ontdoet van de productivistische logica en de ecologie in een antikapitalistisch kader wordt gesteld. Socialisme betekent de productie afstemmen op de maatschappelijke noden door ze democratisch te plannen. Onder maatschappelijke noden verstaan we uiteraard ook het overleven van de mensheid en dus moet het noodzakelijkerwijze om een groene planning gaan.
Alleen al door bestaande ideeën en mogelijkheden optimaal te benutten (denk maar aan passiefhuizen, stadsverwarming, recyclagetechnieken, hernieuwbare energie,…), zijn grote stappen vooruit mogelijk. Vandaag zijn deze ideeën enkel beschikbaar voor een kleine en rijke elite, onder het socialisme kan dit op een grote schaal en duurzaam worden toegepast.
Een democratische planning zou een einde maken aan de verspilling en vervuilende chaos van het kapitalisme. Er zou ook geïnvesteerd worden in onderzoek naar milieuvriendelijke alternatieven die vervolgens ontwikkeld kunnen worden. Een democratische planning is nodig om de noden en wensen van de bevolking te bepalen, maar ook om inspraak te kunnen geven aan wetenschappers en specialisten die vaak een goed zicht hebben op mogelijkheden die vandaag niet benut worden omdat ze niet onmiddellijk rendabel zijn of omdat er onvoldoende middelen voor dergelijk onderzoek worden uitgetrokken.
Hoe dit bereiken?
Wij vinden het positief dat de Parti de Gauche opkomt voor een democratische planning van de economie en de ecologische crisis uitdrukkelijk koppelt aan de noodzaak van een socialistisch antwoord. Voor ons heeft socialisme inherent een ecologisch karakter. De term ‘ecosocialisme’ lijkt te suggereren dat een onderscheid met ‘klassiek’ socialisme nodig is om dat ecologische element te benadrukken. De praktijken van de stalinistische dictaturen in het Oostblok zouden dat kunnen rechtvaardigen, maar het stalinisme was een karikatuur van socialisme met een bureaucratische dictatuur die iedere vorm van arbeidersdemocratie de kop indrukte.
De centrale vraag – en de grootste beperking van het programma van de Parti de Gauche – is hoe we tot een socialistisch alternatief kunnen komen. De partij van Mélenchon heeft het over een “burgerrevolutie” maar blijft erg vaag over de invulling van die revolutie alsook de wijze waarop zo’n revolutie mogelijk is. Om de macht uit de handen van de kapitalistische haaien te halen en een democratische planning mogelijk te maken, is een bewuste organisatie van de werkende bevolking nodig met actiecomités en het platleggen van de economie met een algemene staking. Het is immers niet door verkiezingen en het geleidelijk overnemen van kapitalistische instellingen dat we tot fundamentele verandering zullen komen. Een democratische massapartij met een revolutionair en socialistisch programma is noodzakelijk om alle onderdrukten te verenigen in de strijd voor een andere samenleving.
Schaliegas of biobrandstoffen: geen oplossing
Schaliegas wordt ontgonnen door een proces van hydraulisch fractureren of ‘fracking’ (in het Engels). Dat is gevaarlijker dan de normale gaswinning. Er komt immers methaan vrij, een gas dat voor het milieu nog schadelijker is dan koolstofdioxide. Fracking heeft ook al geleid tot lokale aardbevingen en het kan het grondwater vergiftigen. Toch wordt vooral in de VS hierop ingezet en is ook bij ons de discussie gestart om schaliegas te ontginnen.
Biobrandstoffen zouden de afhankelijkheid van vervuilende olie moeten verminderen. Maar ondertussen worden bossen gekapt om graan te telen voor biobrandstoffen en zet dit de landbouw en de voedselprijzen mee onder druk.
In actie
12 oktober: protest tegen Monsanto!
Na eerdere succesvolle acties tegen de rol van multinational Monsanto in het bepalen van wat op ons bord terechtkomt, volgt op 12 oktober een nieuwe internationale actiedag. Monsanto heeft een hele reeks patenten in handen en staat vooraan in de ontwikkeling van genetisch gemanipuleerde organismen (GGO). Genetische aanpassingen kunnen nuttig zijn voor de samenleving, maar niet als het gebeurt op basis van de winsthonger van private bedrijven. Het groeiende verzet tegen GGO’s werpt belangrijke vragen op: wie heeft de touwtjes van de samenleving in handen en hoe wordt die controle vandaag aangewend? Vandaag vergroten multinationals als Monsanto hun controle op wat er geteeld wordt en dus ook op wat er op ons bord terechtkomt. Wij steunen het verzet daartegen. Doe mee met de acties op 12 oktober!
20 oktober: Kernwapens, time to go!
Op 20 oktober vindt in het Jubelpark in Brussel een manifestatie tegen kernwapens plaats. Exact 30 jaar na de grote betoging tegen kernwapens in ons land (op 23 oktober 1983 betoogden 400.000 mensen tegen de bommen), blijft de roep voor de verwijdering ervan bestaan. De aanwezigheid van kernwapens in Kleine Brogel wordt amper nog ontkend, er wordt zelfs gesproken over een mogelijke modernisering ervan. Deze vernietigende wapens vormen een bedreiging voor mens en planeet. Steun het protest ertegen!
November. Een trein naar Warschau!
Op 16 november wordt in de Poolse hoofdstad Warschau betoogd tijdens de internationale klimaatonderhandelingen. Deze onderhandelingen zullen net als de vorige niets opleveren. Gevestigde politici munten op deze gelegenheden uit in holle woorden en lege beloften. Met een grote protestactie wordt daartegen ingegaan. Vanuit ons land wordt een trein ingelegd om deel te nemen aan de betoging van 16 november.