Your cart is currently empty!
Category: ISA Nieuws
-
Anti-oorlogsactivist voor Londense rechtbank vrijgesproken
Vandaag werd anti-oorlogsactivist Karl Debbaut vrijgesproken voor een rechtbank in Londen. Karl was vroeger woordvoerder van Internationaal Verzet in België en woont momenteel in Londen waar hij coördinator is van International Socialist Resistance. Hij werd vervolgd wegens een vermeende aanval op een politie-agent in dienst tijdens een scholierenstaking tegen de oorlog op dag X, de dag dat de oorlog begon (20 maart 2003).
De rechter was van oordeel dat de politie onrechtmatig opgetreden had toen ze met brute kracht probeerden te verhinderen dat scholieren in Lewisham, Londen, zouden betogen. Ze probeerden de scholieren terug in de scholen te krijgen nadat deze op een bus stapten in de richting van het parlement waar ze met duizenden andere jonge betogers zouden samenkomen.
International Socialist Resistance en Karl Debbaut zijn opgezet met de beslissing van de rechtbank. Het bevestigt dat de pogingen van de politie om de scholieren te verhinderen om aan te sluiten bij een collectieve actie ongehoord was en zelfs onwettelijk. We denken dat dit belangrijk is als overwinning voor het recht om te protesteren en tegen de criminalisering van anti-oorlogsactivisten en politieke activisten in het algemeen.
-
20 jaar geleden: toen Liverpool Thatcher versloeg
In de lente van 1984 ging de gemeenteraad van Liverpool in de aanval tegen de conservatieve regering van Margaret Thatcher en werd een belangrijke overwinning geboekt. De strijd in Liverpool was een massale beweging in de vijfde grootste stad van het land gericht tegen besparingen en privatiseringen. De strijd werd geleid door de Trotskisten rond het weekblad ‘Militant’ die toen de leidinggevende kracht vormden binnen de Labour Party in Liverpool. Laurence Coates, nationaal secretaris van Rättvisepartiet Socialisterna in Zweden (onze Zweedse zusterpartij), was in die periode een full-time organisator van Militant in Liverpool (1984-1987) en was voorheen de jongerenvertegenwoordiger in de nationale leiding van de Labour Party (1981-1983). We spraken met hem over de strijd in Liverpool.
Waarom is de strijd van Liverpool vandaag nog relevant?
LC: Het toont aan wat mogelijk is als er een partij en een leiding is, die bereid is om een echt gevecht aan te gaan voor de belangen van de arbeiders. In die periode, en zoals nog steeds het geval is, werden door de lokale besturen zware besparingen doorgevoerd met o.a. privatiseringen, verhogingen van de lokale belastingen,… om een antwoord te bieden op de beperktere middelen die de steden en gemeenten krijgen van de nationale overheid. Dit was neo-liberalisme voor die term uitgevonden werd.
Maar Liverpool was anders. Er was een stadsbestuur waar het beleid, het programma en vooral de tactieken in de loop van de strijd bepaald werden door de sterke Militant organisatie in Liverpool die weigerde om de besparingen die door de regering geëist werden door te voeren. In tegenstelling tot de mythe die door tegenstanders wordt verspreid (dat marxisten altijd alles willen domineren), bestond de Labour groep in de gemeenteraad van Liverpool ook uit andere linkse Labour-leden en zelfs delen van de rechterzijde van de partij. In feite waren onze kameraden numeriek in een minderheid, maar in de meeste gevallen werden onze voorstellen voor acties en onze ideeën aanvaard.
Vandaag zijn de zogenaamd “linkse” partijen in Brazilië of hier in Zweden begrotingsfundamentalisten: ze leggen sterk de nadruk op een begroting in evenwicht en zelfs overschotten. Marxisten zijn uiteraard niet voor begrotingstekorten, ons alternatief is arbeiderscontrole en democratische planning van de grote bedrijven en banken. Maar in de context van het lokale bestuur, verdedigden we in Liverpool de noodzaak van een begroting gebaseerd op een tekort, waarbij het inkomen niet voldoende zou zijn voor de geplande uitgaven en waarbij er een massale campagne gepland werd om de regering te dwingen om te voorzien in extra middelen.
Labour won de gemeenteraadsverkiezingen in Liverpool in mei 1983 tegen de nationale trend in, en dat omwille van het compleet andere programma dan dat van Labour in de rest van het land.
In welke zin was het anders?
Om te beginnen, hielden we ons aan onze verkiezingsbeloftes. We beloofden om 2.000 ontslagen ongedaan te maken die door het vorige Liberale bestuur werden aangekondigd, en we deden dit ook. De Liberalen hadden de stad gedurende tien jaar bestuurd en hadden alle projecten van de bouw van sociale woningen bevroren. We begonnen met een ambitieus plan om 5.000 nieuwe huizen te bouwen op 4 jaar tijd waardoor er in Liverpool in die periode meer nieuwe woningen zouden gebouwd worden dan in alle andere gemeenten in het land samen. Hierdoor werden bovendien 12.000 jobs gecreëerd in de bouwsector. En dat op een ogenblik dat de werkloosheid onder mannen in Liverpool op 25% stond, onder jongeren waren er delen van de stad met een werkloosheidsgraad van 90%! Inzake de condities van de sociale woningen moest zelfs minister Jenkin van de regering-Thatcher toegeven dat hij nog nooit zoiets gezien had, zelfs hij was geshockeerd.
We begonnen met het minimumloon van de gemeentewerkers op te trekken tot 100 pond per week (wat voor de 4.000 laagst betaalden een loonsverhoging betekende) en een arbeidsduurvermindering van 39 uur tot 35 uur zonder loonsverlies. Het gemeentebestuur had 30.000 werknemers en was daarmee de grootste werkgever van de regio. De vakbonden van het gemeentepersoneel speelden een cruciale rol in de strijd en hadden een enorme controle over het beleid, zo hadden ze het recht om de helft van de kandidaten voor nieuwe jobs te nomineren.
We konden al lachen stellen dat wij als revolutionairen eigenlijk nog de enigen waren die “hervormingen” doorvoerden. Daarbij konden we aangeven hoe op basis van strijd zaken konden doorgevoerd worden en dit plaatsen tegenover de resultaten van de reformisten in de Labour Party die niet omkeken naar de belangen van de arbeidersklasse.
De sociaal-democraten stelden dat de Trotskisten Liverpool op de rand van het faillissement brachten.
Dat is een leugen! Je mag niet vergeten dat de sociaal-democratische leiders van de Britse Labour Party aan de andere kant van de barricaden stonden in Liverpool. Het was het beleid van Thatcher die ervoor zorgde dat Liverpool bijna bankroet was. De besparingen van Thatcher betekenden dat de stad sinds 1979 zo’n 34 miljoen pond had verloren. De regering hoopte om de lokale besturen de harde besparingen te laten doorvoeren. Moesten we ons daar in Liverpool bij neergelegd hebben dan zouden de begrotingsmiddelen in 1984 11% lager geweest zijn dan in 1980-81. We zouden 6.000 arbeiders moeten ontslaan om de begroting in evenwicht te houden.
De nationale Labour-leiding voerde in woorden oppositie tegen Thatcher, maar deed niets in de praktijk. Ze stelden tegenover Labour-gemeentebesturen: “doe wat je wil, maar binnen de wettelijke grenzen”. De lokale besturen kunnen beboet worden en ontslagen worden als ze een begroting opmaken waarbij er meer uitgaven dan inkomsten zijn. De gemeenteraadsleden in Liverpool stelden echter dat zij niet diegenen waren die de wet overtraden, aangezien het beter is een slechte wet niet na te komen dan de armste lagen kapot te maken.
Waar kwam het geld dan vandaan? Militant was ook tegen een belastingsverhoging?
In die periode waren er veel Labour-besturen die de belastingen verhoogden, soms zelfs heel sterk, om besparingen te vermijden. Wij stelden dat dit geen alternatief was omdat het ook de arbeiders treft. Ook vandaag is dat ons standpunt. In Stockholm bijvoorbeeld is er een bestuur van de sociaal-democraten en de Linkse Partij (ex-communisten) die besparingen doorvoeren en de belastingen verhogen. Het blad ‘Internationalen’ van het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale roept het bestuur op om de belastingen te verhogen om besparingen te vermijden. Wij zijn daar tegen en zeggen dat belastingsverhogingen geen antwoord vormen op besparingen doorgevoerd door de regering. Het alternatief is om te strijden voor meer middelen.
In 1984 voerde Thatcher een wet in die gemeentebesturen die een te hoge belastingsverhoging doorvoerden bestrafte. Daarmee werd iedere uitweg geblokkeerd. In Liverpool stelden we dat een beperkte verhoging aanvaardbaar was, een verhoging overeenkomstig de inflatie en om de diensten van de stad te kunnen uitbreiden.
Het gemeentebestuur en vooral de aanhangers van Militant zoals Derek Hatton en Tony Mulhearn, de voornaamste leiders van de strijd, legden uit dat de regering miljoenen had gestolen van de bevolking van Liverpool en andere steden. “Geef ons onze 30 miljoen pond terug” werd gesteld in de beweging, waarmee dit ook in het bewustzijn van bredere lagen doordrong. Volgens een opiniepeiling in de Daily Post (24 september 1985) was 60% van de bevolking – in een stad van 500.000 inwoners – het eens met de eis voor meer geld van de nationale regering. Slechts 24% was niet akkoord met die eis. 74% stelde dat ze in het geval van een staking van de gemeente-arbeiders zich zouden neerleggen bij de verstoring van diensten als scholen, afvalophaling,… om zo het gemeentebestuur te steunen.
En dat terwijl de regering een hysterische campagne voerde tegen ons, een campagne die opgenomen werd door de media en later ook door de nationale Labour-leiding. Meer dan eens dreigde Thatcher om de lokale verkozenen af te zetten en het leger te sturen! Maar wij slaagden erin de steun te winnen van de arbeiders in de stad.
Hoe werd die steun opgebouwd?
De rechterzijde in Labour heeft altijd gesteld dat de opvattingen van Militant en van het Trotskisme nooit massale steun zouden kunnen krijgen. Ons ‘extremisme’ zou de mensen afschrikken, werd gezegd. In Liverpool toonden we aan wie de echte extremisten waren: Thatcher en diegenen die de besparingen doorvoerden. Natuurlijk noemden zij ons extremisten. Maar de bevolking aanvaardde die versie niet zomaar. Dat werd bijvoorbeeld duidelijk in een brief aan een lokale krant: “Ik weet niet wie die Leon Trotski was, maar te oordelen naar het aantal huizen die gebouwd zijn in Liverpool moet dit een bouwvakker geweest zijn”!
Wij hebben altijd begrepen dat de strijd niet beperkt mag blijven tot het parlementaire toneel of tot de zalen van het gemeentebestuur, moet naar de straten, werkplaatsen en wijken moet gebracht worden. Enkel door de arbeiders te mobiliseren konden we Thatcher tot toegevingen dwingen. Zo organiseerden we op 29 maart 1984 een 24-uren algemene staking op de dag dat de begroting moest gestemd worden. Dit was één van de grootste algemene stakingen op stadsniveau ooit, zo werd die actie omschreven in het boek “Liverpool a City that Dared to Fight” van Peter Taaffe en Tony Mulhearn. 50.000 mensen betoogden naar het stadhuis om hun steun te laten blijken voor de positie van het gemeentebestuur. Sindsdien genoot de strategie van het bestuur (het weigeren van besparingen) massale steun. Het dagblad “Liverpool Echo” had een voorpagina met de titel: “Betoging van de massa’s”.
Hoe was zo’n grote mobilisatie mogelijk?
De staking en betoging waren het resultaat van maandenlang campagne voeren met massa-meetings in heel de stad, aan de bedrijven, het verspreiden van pamfletten, deur-aan-deur campagnes,… We konden niet vertrouwen op de burgerlijke media om ons standpunt correct naar voor te brengen. In de aanloop naar de stemming over de begroting verspreidde de Labour Party van Liverpool 180.000 exemplaren van haar eigen krant. Intussen beperkte de nationale Labour-leiding zich tot de vraag om de gemeentebelastingen in Liverpool met 60% te verhogen in plaats van de strijd aan te gaan!
Dacht je dat het mogelijk was dat één stad op zichzelf de strijd zou winnen?
Neen, we ondernamen concrete stappen om nationale en internationale steun te krijgen. Kameraden uit heel de wereld kwamen naar Liverpool en hielpen ons in de campagne. Na de tragedie in het Heyzel-stadium in Brussel (waarbij 38 supporters van Juventus gedood werden toen een deel van het stadium instortte tijdens een match tussen Juventus en Liverpool FC), contacteerde het gemeentebestuur een aantal arbeidersorganisaties in Turijn waarna er een uitwisseling was om de problemen van de arbeiders in beide steden te bespreken. Dat gebeurde tegenover een media-campagne die o.a. beweerde dat de inwoners van Liverpool allemaal agressieve hooligans waren en dat omwille van Militant!
We hadden heel wat succes toen we banden probeerden aan te halen met vakbondsorganisaties in andere steden, vooral in Londen. Vertegenwoordigers van het gemeentebestuur spraken op meetings in heel het land. Militant organiseerde een aantal heel grote meetings. De overwinning op 9 juni 1984, toen de regering een reeks toegevingen deed voor een totale waarde van 16 miljoen pond, was enkel mogelijk omdat drie maanden voordien ook de mijnwerkers in staking gegaan waren. Thatcher wist dat ze geen gevecht op twee fronten aankon en besliste om zich te concentreren op de mijnwerkers. Een aantal linkse groepen bekritiseerden ons omdat we de toegevingen aanvaardden. Bij de mijnwerkers kregen we echter andere reacties, zij zagen dat onze overwinning een belangrijke stap vooruit was omdat aangetoond werd dat Thatcher kon verslagen worden door de arbeidersklasse op basis van een besliste leiding en de juiste tactieken. Nadat belangrijke toegevingen werden gedaan, was het voor ons bijna onmogelijk om dat zomaar te weigeren en de strijd verder te voeren. De arbeiders in Liverpool zouden immers beginnen geloven dat de Tory-propaganda correct was, dat wij een verborgen agenda hadden om ten alle prijze de confrontatie aan te gaan.
Waren er spanningen met andere groepen die mee in de campagne betrokken waren? Hoe kon de eenheid bewaard worden in Liverpool?
Toen de nationale Labour-leiding stalinistische methoden toepaste om de lokale partij-afdeling te sluiten, begonnen er splitsingen te ontstaan. Maar in de eerste fase van de strijd, tussen 1983 en 1985, was de druk van de bevolking op onze eisen en onze campagne-strategie zodanig sterk dat de critici een laag profiel aanhielden.
Wij toonden aan dat het mogelijk was om een massabeweging, een erg brede beweging, te organiseren op basis van strijdbare slogans en de methoden van het marxisme. Dat is vandaag ook belangrijk als sommigen beweren dat we potentiële steun afschrikken, dat we te politiek zouden zijn in bvb de anti-oorlogsbeweging. Als we dan zien hoe onze organisatie in tal van landen massale jongerenbetogingen tegen de oorlog organiseerde, moeten we ook nadenken wat de bedoeling is van de critici die stellen dat we mensen zouden afschrikken waardoor de beweging niet “breed” genoeg zou zijn. Wellicht bedoelen die critici dat een “brede” beweging betekent dat we de sociaal-democraten en andere traditionele partijen aan onze kant zouden moeten krijgen. Voor hen was het feit dat er grote scholieren- en studentenstakingen waren niet relevant.
Je kunt dat vergelijken met wat de Communistische Partij deed in Liverpool. Vanop de zijlijnen gaven ze kritiek dat wij de beweging niet breed genoeg maakten. Zij wilden een brede beweging met de Labour-leiding, de kerk en – ongelofelijk maar waar – zelfs delen van de conservatieve Tory-partij! Ze kregen uiteindelijk hun alliantie met de Tory partij en de Labour-leiding, maar dan wel tegen het gemeentebestuur en tegen de verworvenheden die door de massale strijd in 1983-87 werden afgedwongen.
Hoe reageerde de heersende klasse op de successen in Liverpool?
Thatcher kon ons niet verslaan op democratische basis. We wonnen iedere verkiezing in die periode. Bij de algemene verkiezingen in 1983 stemde 47% van de stad (128.467 stemmen) voor Labour. Dit steeg tot 57% (155.083 stemmen) bij de volgende verkiezingen in 1987. De 47 van Liverpool (de 47 gemeenteraadsleden van Labour die de strijd tot op het einde gevoerd hebben) moesten afgezet worden door een gerechtelijke actie in de House of Lords, een overblijfsel van het feodalisme! Op zo’n ogenblikken zien we dat de kapitalisten nog beroep doen op instellingen als de monarchie of in Groot-Brittannië of de Lords.
Dat was echter enkel mogelijk op basis van een alliantie tussen Thatcher en de Labour-leiding. Er werd een boete van meer dan een half miljoen pond en juridische kosten opgelegd aan de 47, geld dat opgehaald werd in de arbeidersbeweging.
Terwijl wij de strijd voerden tegen de Tories, organiseerde de Labour-leider Neil Kinnock een tweede front tegen ons. De partij werd ontbonden in Liverpool en onder zware nationale controle heropgericht. Onze leden werden uitgesloten en konden niet meer opkomen onder de naam ‘Labour’. Dit ging samen met een zware lastercampagne. Kinnock beschuldigde ons van ondemocratische methoden en corruptie, maar trad zelf later in dienst als Europees Commissaris in de Commissie van Jacques Santer die collectief ontslag moest nemen in 1999 na een massaal corruptie-schandaal. Kinnock kreeg opnieuw een vetbetaalde job bij de commissie en ligt vandaag opnieuw onder vuur omwille van een corruptie-schandaal in Eurostat, een agentschap dat onder zijn controle valt. Het waren dat soort figuren die de gemeenteraadsleden van Liverpool aanvielen, terwijl hun enige ‘misdaad’ was dat ze opkwamen voor jobs en diensten.
Wat was de impact van de aanvallen in de vakbonden?
De acties tegen de Militant in Liverpool waren het begin van een soort politieke contra-revolutie in de Labour Party die onder Blair tot haar logische conclusies zou komen in de vorm van een door en door burgerlijke partij. Van bij het begin van onze strijd waren er tegenkantingen van carrièristen en stalinisten, maar die elementen stonden geïsoleerd. Toen Kinnock en heel het establishment zich tegen ons keerden, konden die elementen een grotere rol spelen.
Zo kwam de oppositie in de zogenaamde Zwarte Groep (een kleinburgerlijke groep die zichzelf opwierp als spreekbuis van de zwarte gemeenschap in de stad. Ze werden steeds opgevoerd door de nationale media en de rechterzijde binnen Labour. Niemand van hen was uiteraard geïnteresseerd in de mening van de zwarte vakbondsmilitanten en personeelsleden van de stad die een belangrijke rol speelden in de beweging tegen de besparingen.
De aanvallen van die groep werden door Kinnock gebruikt om te proberen de beweging te splitsen of verwarring te zaaien. Hij wilde de indruk wekken dat wij racisten waren of ‘kleurenblind’ en niet geïnteresseerd in specifieke noden van migrante arbeiders. Die leugen werd tegengesproken door de verwezenlijkingen van het gemeentebestuur op vlak van tewerkstelling, huisvesting en anti-discriminatie maatregelen die een belangrijke stap vooruit betekenden.
De stalinisten die toen weinig leden hadden in Liverpool, hadden wel een aantal belangrijke posities binnen de vakbond. In plaats van deze organisaties te mobiliseren tegen de besparingen, gebruikten ze hun positie om het gemeentebestuur aan te vallen. Ze speelden een erg destructieve rol in de leiding van de lerarenvakbond en slaagden erin om een kleine meerderheid van de leraars, waarvan er velen niet in de stad woonden, tegen een stakingsplan te laten stemmen toen gestaakt werd om het gemeentebestuur te ondersteunen in 1985.
Waarom eindigde de strijd in Liverpool met een nederlaag?
De achtergrond van de strijd in 1985 was anders dan in 1984. De mijnwerkers hadden een nederlaag opgelopen door de schandalige rol van de rechtse vakbondsleiders die weigerden een effectieve solidariteitscampagne op te zetten. Thatcher wou wraak nemen op Liverpool om de idee dat militante actie resultaten oplevert teniet te doen.
Om de eenheid met andere gemeentebesturen te bewaren, aanvaardden we samen met 25 andere besturen om een tactiek toe te passen waar we het eigenlijk niet mee eens waren. Dat was de tactiek om geen belastingen te heffen als protest tegen de regering. Wij waren voor een deficitaire begroting omdat dit gemakkelijker kon uitgelegd worden aan het publiek.
Maar deze periode toont aan hoe wij de tactiek van het eenheidsfront gebruiken. We zetten een stap terug om eenheid te bereiken met andere besturen. Moesten we dat niet gedaan hebben zou men Liverpool en Militant een sektarische positie verweten hebben. De eenheid kwam echter snel onder vuur te staan omdat het ene bestuur na het andere afzag van de gezamenlijke tactiek. Daarom stonden we alleen in de strijd en we wisten dat dit niet evident zou zijn. Maar er was geen alternatief, we moesten de strijd tegen de besparingen aangaan.
Toen onze oproep voor een algemene staking van het gemeentepersoneel in september 1985 nipt weggestemd werd (omwille van sabotage door delen van de vakbondsleiding), bevonden we ons in een bijzonder moeilijke positie. Maar zelfs in die omstandigheden, bleven de 47 nog anderhalf jaar aan de macht tot maart 1987. Dat zorgde ervoor dat we het programma voor de bouw van sociale woningen konden verderzetten. De tactieken die we toepasten, maakten het erg moeilijk voor onze tegenstanders, ook al waren zij toen in het offensief. Dat werd toegegeven door Michael Heseltine, de voorzitter van de Tory partij op dat ogenblik, die stelde dat Militant de organisatie was die nooit sliep…
De nieuwe generatie moet lessen trekken uit de strijd van Liverpool. Die strijd toonde aan dat de arbeiders het neo-liberale offensief kunnen stoppen. In strijdbewegingen is een duidelijk programma nodig, een organisatie, een basis in de arbeidersklasse en een leiding die in staat is het gevecht met de tegenstanders aan te gaan, erop vooruit te lopen en erop te antwoorden met de nodige tactische flexibiliteit. Dat betekent dat er een marxistische partij moet opgebouwd worden en dat is wat we vandaag met de Socialist Party, de opvolger van Militant, en het CWI, onze internationale organisatie doen.
Dit interview verscheen eerder in Offensiv, het weekblad van Rättvisepartiet Socialisterna, onze Zweedse zusterpartij
-
Enkel wereldsocialisme biedt een uitweg
CWI
De leiding van het Committee for a Workers’ International (CWI) kwam eind november samen op haar jaarlijkse conferentie. Leden van het Internationaal Uitvoerend Bestuur uit 16 verschillende landen kwamen bijeen om te discussiëren over de ontwikkelingen in 2003 en de perspectieven voor de komende periode uit te werken.
Vincent Devaux
Discussie over de wereldsituatie
Peter Taaffe startte met een algemene inleiding over de wereldsituatie. In de loop van 2003 zagen we massabewegingen zoals de beweging tegen de oorlog in Irak. We kunnen ook de betoging van 100.000 arbeiders in Berlijn op 1 november aanhalen, of de algemene staking van 9 dagen in Nigeria die het land stillegde. Het accent lag echter op de situatie in Irak: zal de Amerikaanse bezettingsmacht verstrikt geraken in een conflict vergelijkbaar met de Vietnam-oorlog? Er stierven de laatste 8 maanden meer Amerikaanse soldaten dan tijdens de eerste 2 jaar van de Vietnam-oorlog.
De situatie in Afghanistan – dat vandaag opnieuw de belangrijkste opiumproducent is geworden – is een voorbeeld van hoe de politiek van Bush meer instabiliteit creëert op wereldvlak. Brian uit de Verenigde Staten gaf een beeld van het groeiende verzet tegen de oorlog onder de soldaten en hun families.
Economie aan het sputteren
De discussie spitste zich natuurlijk ook toe op de toestand van de wereldeconomie. De groei stagneert in de eurozone en is erg zwak in Japan. Zelfs als de recente groei in de VS sterk leek (7,5% in het 3e kwartaal), hebben onder Bush 3 miljoen arbeiders hun job verloren. En de economie in de VS draait nog altijd 25% onder haar capaciteit.
De economie in China groeit sterk, maar wordt geconfronteerd met oververhitting en slechte leningen. Ze zal het wereldkapitalisme niet redden. In Duitsland verwacht men 40.000 faillissementen en 300.000 ontslagen voor 2004. Er zijn 5 miljoen werklozen in Duitsland, wat vergelijkbaar is met het begin van de jaren ’30.
In Australië is er nog een vrij stevige groei van 6%, maar de gecreëerde jobs zijn voornamelijk halftijds en de zeepbel op de huizenmarkt begint te barsten. Een kameraad uit Kazakhstan wees op een economische groei van 3% in zijn land, op basis van de export van gas en aardolie en het plunderen van de bodemrijkdommen door de multinationals. Tegelijk ligt de werkloosheid echter op 50%!
Grote bewegingen in Latijns-Amerika
Een belangrijk thema was de situatie in Latijns-Amerika. De regering-Lula en de rol van de PT (Arbeiderspartij), die een antisociaal beleid voert in Brazilië, brengt de kwestie van een nieuwe arbeiderspartij naar voor. De groeiende tegenstellingen in Venezuela (Chavez), de recente bewegingen in Bolivië, Peru, Argentinië,… zijn slechts enkele voorbeelden van de gisting die op het continent plaastvindt.
Ierland: campagne tegen dure vuilzakken
Ook werd er verslag gegeven van de campagne die we in Ierland voerden tegen de belasting op de vuilniszakken, waarmee we nationaal in het nieuw kwamen rond het gevangen zetten van CWI-parlementair Joe Higgins en ons gemeenteraadslid Clare Daly.
Europa: groeiende tegenstellingen
In Europa groeien de tegenstellingen tussen de kapitalistische machthebbers. Frankrijk en Duitsland doorbreken de regels van het Stabiliteitspact en de uitbreiding van de EU zal nieuwe economische en politieke problemen stellen. In Engeland waren er stakingen bij de post, de spoorwegen,…
Op syndicaal vlak zorgen de tegenstellingen binnen de samenleving voor een verhoogde druk op de vakbondsleiding. In sommige vakbonden zijn er zelfs afsplitsingen, zoals bij de CFDT in Frankrijk. De belangrijkste trend zal echter een druk zetten op en voorbijsteken van de bestaande vakbondsleiders zijn.
Sri Lanka: nationale vraagstuk
De historische situatie in Sri Lanka werd uitgebreid uiteengezet door onze kameraden. Het nationale vraagstuk en het recht op zelfbeschikking van de volkeren kan enkel duurzaam worden opgelost in het kader van een socialistische samenleving.
Uitbouw van het CWI
Tot slot werd de uitbouw van het CWI bediscussieerd. In Groot-Brittannië zijn er nu 34 afdelingen van de jongerencampagne ISR. Er was ook de belangrijke rol van verschillende secties in de anti-oorlogsbeweging. In Nigeria hebben onze kameraden deelgenomen aan de verkiezingen en beginnen ze een massa-invloed te ontwikkelen in delen van de hoofdstad Lagos. De Griekse sectie verdubbelde op een jaar tijd haar lidmaatschap.
Het is duidelijk dat we een nieuwe fase van de klassenstrijd ingaan, de jaren ’90 liggen achter ons. Op basis van de ervaring van de arbeiders in strijd zal de noodzaak van een verandering van de samenleving zich stellen. Dat proces zal niet rechtlijnig zijn en veel omwegen kennen. Het zal zich weerspiegelen in de vorming van nieuwe massa- of semi-massaformaties, waarop we ons moeten oriënteren en waar we een revolutionair alternatief in naar voor zullen brengen.
-
Waarom een internationale socialistische organisatie noodzakelijk is
Geert Cool
LSP maakt deel uit van het Committee for a Workers’ International (CWI), een internationale organisatie met afdelingen in meer dan 35 landen op alle continenten.
De noodzaak aan een internationale organisatie komt voort uit de manier waarop het kapitalisme ontwikkeld is. Bij de discussie over de oprichting van de Eerste Internationale stelde Marx dat internationalisme een logisch gevolg is van de creatie van een wereldmarkt onder het kapitalisme. Friedrich Engels schreef reeds in 1847 in zijn "Beginselen van het communisme" hoe een revolutionaire beweging niet tot één land alleen kan beperkt blijven als we verandering willen bekomen.
Zeker in een periode van globalisering geldt dit des te meer. De onderlinge samenhang tussen verschillende bedrijven, landen en continenten is immers nog nooit zo groot geweest. Momenteel wordt de wereldeconomie gedomineerd door 37.000 bedrijven die 1/3 van de totale productiemiddelen ter wereld controleren.
Als we het kapitalisme willen bestrijden, zal dit enkel mogelijk zijn als er wereldwijd iets gedaan wordt tegen de greep van de kapitalisten die internationaal georganiseerd zijn. Daarom moeten ook wij ons internationaal organiseren om een tegenmacht te kunnen opbouwen die in staat is om fundamenteel te breken met het kapitalisme. Bovendien zien we meer en meer hoe gebeurtenissen een internationale impact hebben.
Zo werd op 15 februari 2003 wereldwijd betoogd door miljoenen mensen tegen de oorlogspolitiek van Bush en Blair. Dit leidde er zelfs toe dat in burgerlijke kranten werd gesproken van een nieuwe wereldmacht: de internationale "publieke opinie". Dat is correct tot op zekere hoogte, maar een opinie op zich zal niet volstaan om komaf te maken met het kapitalisme. Het is noodzakelijk dat we de arbeiders en jongeren internationaal organiseren en bewapenen met politieke ideeën en methoden waarmee effectief verandering kan worden afgedwongen.
Het CWI baseert zich op de historische ervaringen van de arbeidersbeweging om er lessen uit te trekken en vanuit dat collectieve geheugen vandaag sterker te staan in het analyseren van de wereldsituatie, om er zo efficiënter in te kunnen tussenkomen. Het volstaat immers niet om de wereldsituatie louter te analyseren, het komt erop aan de wereld te veranderen.
Het CWI bestaat uit nationale afdelingen die samen een politiek project uitwerken. Vandaar zijn er geregeld internationale vergaderingen. Om de 4 jaar is er een wereldcongres met verkozen vertegenwoordigers uit de nationale afdelingen, om discussies te voeren over de wereldsituatie en de werking van het CWI. Op die wereldcongressen wordt een internationale leiding, het Internationaal Uitvoerend Bestuur, verkozen. Die leiding komt jaarlijks samen om een weeklang intensief te discussiëren, wat nadien leidt tot discussies in de verschillende afdelingen en het plannen van onze activiteiten en tussenkomsten.
Met onze internationale organisatie zijn we er in de afgelopen jaren in geslaagd om vanuit een kleine kern afdelingen op te bouwen die in staat zijn om een rol te spelen in bewegingen. We beginnen geleidelijk aan een politieke factor te vormen waarmee gebouwd wordt aan een socialistisch alternatief op de miserie en armoede van het kapitalisme. Sluit aan bij het CWI!
-
De wereldsituatie na de oorlog in Irak: groeiende instabiliteit
Hieronder publiceren we een verslag van de discussie op de bijeenkomst van de internationale leiding van het CWI over de wereldsituatie. Eerder publiceerden we de inleiding door Peter Taaffe. Nu publiceren we een verslag van een aantal tussenkomsten in de discussie en van de afronding door Lynn Walsh.
Discussie
VS-imperialisme overspannen
Een Zweeds lid van de internationale leiding, Per Olsson, benadrukte dat er sprake is van een versnelling in de gebeurtenissen. Het aantal aanvallen op VS-troepen in Irak neemt toe in intensiteit. We zien hoe het VS-imperialisme meer en meer overspannen raakt, zowel op economisch, politiek als militair vlak. De dominostrategie voor het Midden-Oosten is compleet mislukt en de bereidheid om de wapens op te nemen tegen de bezettingstroepen neemt dagelijks toe.
De donorconferentie om steun op te halen voor de heropbouw van Irak was een fiasco, na de val het stalinisme is de lijm tussen de verschillende imperialistische krachten verdwenen.
In 1991 werd de oorlog niet tot zijn conclusie doorgetrokken, wellicht om te vermijden wat we vandaag zien ontwikkelen: een onzekere toekomst voor gelijk welk regime er ook komt in Irak, een lage moraal onder de VS-soldaten,…
Petr Jinda uit Tsjechië voegde daar aan toe dat de VS het middel van een bezetting niet zou nodig gehad hebben, moest het kunnen rekenen op een vorm van lokale steun.
Andros uit Griekenland stelde dat hij niet inziet hoe een exitstrategie mogelijk zou zijn. Indien er al een regering komt, is het geen stabiele regering. Een pro-Amerikaanse regering zal ook geen stabiliteit verwerven en kan de situatie niet omkeren. De VS is tussengekomen en kan niet zomaar terug, daarvoor was het element van prestige te belangrijk in deze oorlog.
Per-Ake Westerlund uit Zweden haalde het rechtse weekblad ‘The Economist’ aan waarin een recente titel was: "failure becomes possible for Irak". Met meer dan 10.000 burgerslachtoffers, een vervierdubbeling van de prijs voor brood, 60% van de gezinnen die afhankelijk zijn van voedselprogramma’s,… zal geen stabiliteit tot stand gebracht worden.
De imperialisten proberen de verdeeldheid over de oorlog op te lossen en tot een eensgezind standpunt te komen, maar er staat veel op het spel in deze olierijke regio waardoor er snel een nieuwe en versterke verdeeldheid kan groeien.
Midden-Oosten: explosieve situatie
Juval uit Israël legde uit hoe de oorlog van Israël de basis vormt voor de steun aan Sharon. Als het wat te rustig wordt, vermoordt Israël de één of andere Hamasleider om reactie van Hamas uit te lokken en daarop te kunnen reageren.
De regering probeert de aanslag op een Joodse synagoge in Turkije te gebruiken om de joodse gevoelens te versterken. Ze proberen het idee te populariseren dat al wie geen jood is, quasi automatisch anti-semiet zou zijn.
Het nationale vraagstuk wordt gebruikt om het asociale beleid te verbergen. Het privatiseringsprogramma van de regering-Sharon is immens: de post, spoorwegen, havenarbeid, ziekenhuizen en zelfs een deel van de militaire activiteiten worden geprivatiseerd. De vakbondsleiding komt onder druk en moest reeds 3 dagen algemene staking in de openbare diensten organiseren. Ook de dokwerkers gingen reeds 2 keer in staking, en dat tegen beslissingen van de rechtbanken en de vakbondsleiding in.
Kevin Simpson van de dagelijkse leiding van het CWI stelde dat de processen die samengingen met de periode na de Tweede Wereldoorlog ten einde komen, wat enorme gevolgen heeft op wereldwijde veranderingen. Dat is zeer duidelijk in het Midden-Oosten. Er is de mogelijkheid van het opbreken van een aantal landen, tegenstellingen die leiden tot conflicten,…
In Israël zijn er beperkte veranderingen in het bewustzijn, geleidelijk aan begint een bewustzijn te ontwikkelen tegen het establishment en tegelijk is er een afbrokkeling van het zelfvertrouwen van de heersende klasse. Een krantenartikel had het over de "laatste zionistische" generatie waarmee het zionisme, de heersende ideologie in Israël, in vraag werd gesteld. Vanuit de militaire top kwam er kritiek op Sharon omwille van het bestendigen van de bezetting van Palestina.
De sociale tegenstellingen in Israël zijn enorm en werden zelfs uitgedrukt in de lokale verkiezingen: niet alleen Likoed verloor zetels, maar de Arbeiderspartij verloor. Er was slechts een opkomst van 41%, het laagste ooit. Uit recente peilingen blijkt dat een meerderheid van de Israëli van oordeel is dat zij in de recente oorlog meer verloren hebben dan de Palestijnen. Er is m.a.w. een schrik dat Sharon het land naar de afgrond brengt.
De wegenkaart voor vrede in Israël/Palestina is mislukt en de polarisatie neemt toe in zowel Israël als Palestina. Dat zal ook een regionale impact hebben. Anderzijds is het belangrijk om na te gaan waarom de VS nadruk legde op die wegenkaart. Dat was niet enkel een element om een "democratisch" imago aan te meten bij de invasie van Irak. Het wijst erop dat de VS probeert een groter aantal landen onder controle te krijgen.
In verschillende landen in het Midden-Oosten groeit de druk op de regimes door de bewegingen van onderuit. In Jordanië en Syrië werden de regeringen licht aangepast, in Egypte en Saoedie-Arabië zijn er onderhandelingen met oppositiekrachten. In Egypte zijn de gesprekken met de oppositiegroepen het resultaat vande massale betogingen eerder dit jaar (de grootste betogingen sinds de broodrellen in 1977). De anti-oorlogsbetogingen gingen samen met sociale en economische bewegingen. De regering besliste om de munt te devalueren, wat catastrofaal is voor de levensstandaard (72% van de primaire goederen wordt ingevoerd).
In Saoedie-Arabië lijken de veranderingen het grootst, wat eigenlijk vooral wijst op de diepgang van de crisis in dat land. In zekere zin zijn de prinsen van Saoedie-Arabië vergelijkbaar met de Russische tsaar: ze realiseren dat er iets fout loopt en dus beloven ze verkiezingen. Ze hebben 2 oppositiegroepen gecoöpteerd: een groep intellectuelen die opkomt voor burgerlijke en democratische rechten en een groep van de sjietische minderheid. Deze hervormingen hebben een dubbele bedoeling: enerzijds een poging om de meest extreme Wahabi-religieuzen terug te dringen, maar ook bedoeling om de twee oppositiegroepen dichter aan het regime te linken en hun bewegingsruimte zo wat in te perken. Dit heeft echter weinig effect, bredere lagen raken vervreemd van het politieke establishment. Dat leidt tot een versterking van het islamfundamentalisme, wat de situatie kan destabiliseren.
De VS bereikt vandaag in het Midden-Oosten net het tegengestelde van wat het wil bereiken. In plaats van meer stabiliteit en steun voor de VS zien we het tegenovergestelde.
Crisis in de wereldeconomie
Aron Amm uit Duitsland ging in op de wereldeconomie. Hij stelde dat de "heropleving" in de VS-economie louter het gevolg is van kredieten. De industriële productie blijft intussen op een laag niveau en er zal gedurende 2 à 3 jaar een groei nodig zijn van gemiddeld 4% om de overcapaciteit te boven te komen. De fundamentele problemen van de economie zijn niet opgelost. De kapitalisten proberen de winsten te herstellen door de levensstandaard van de massa’s aan te pakken, wat echter de consumptie ondermijnt.
Ook in Europa zien we economische problemen. Duitsland en Frankrijk zijn de cruciale landen in de Eurozone. Duitsland wordt economisch gezien de "zieke man" van Europa genoemd: er worden 40.000 faillissementen verwacht dit jaar (wat gelijk staat aan 300.000 jobs die verloren gaan), veel banken hebben slechte schulden (schulden die wellicht niet terug betaald worden), er zijn 5,5 miljoen werklozen in het land,…
Zowel Duitsland als Frankrijk halen systematisch de Maastrichtnormen niet. Bovendien kan een heropleving van de klassenstrijd in Duitsland het Europees project in gevaar brengen. De betoging van 1 november met 100.000 deelnemers kan een keerpunt betekenen aangezien de crisis een enorm effect heeft op het inkomen van de bevolking. Het bewustzijn hierrond is aan het ontwikkelen en kan de mogelijkheid van strijd versterken. Op termijn zal hier echter een linkse politieke kracht noodzakelijk zijn om een hernieuwde opgang van extreem-rechts te voorkomen.
Kazachstan: gewrongen tussen de VS, China en Rusland
Een kameraad uit Kazachstan gaf weer hoe Kazachstan van een agro-industrieel land in 1989 geëvolueerd is tot een agro-mineraal land. De officiële regeringspropaganda stelt dat er dankzij het neo-liberaal beleid een groei van 3% was en een stabiele munt. Maar de groei is er enkel in die sectoren die gelieerd zijn aan de grondstoffen: olie en gas. Al de rest is in diepe crisis.
De olie- en gaswinning zorgen voor regionale tegenstellingen. Het olierijke westen en zuiden staat onder grote invloed van de VS. Het noorden van Kazachstan is nauw verbonden met Rusland terwijl China probeert voet aan grond te krijgen in zowel het westen als het oosten van het land. Kazachstan zit gewrongen tussen China, Rusland en de VS die elk hun eigen agenda hebben.
Ondanks de officiële groei van de economie is er een sterke daling van de levensstandaard. De desindustrialisatie na de val van het stalinisme leidt tot een werkloosheidsgraad van rond de 50% in grote delen van het land. Het semi-koloniale karakter van het land werd duidelijk bij acties van multinationals als Samsung. Toen die een fabriek sloot, werd onmiddellijk een volledige stad afgesloten.
In heel de regio probeert het establishment een neo-liberaal beleid op te leggen. In Oezbekistan werd het regime beloond voor haar steun aan de oorlog met miljoenen dollars steun, waarbij vooral uitgekeken wordt naar de ontwikkeling van de ontginning van het goud, de gas en de olie. Intussen zijn er politiek weinig veranderingen, er zijn in Oezbekistan nog steeds 10.000 politieke gevangenen!
In Kirgizië is de situatie anders omdat dit land geen grondstoffen heeft. De neo-liberale hervormingen komen er vooral de heersende familie ten goede. Er zijn al twee militaire basissen van de VS in Kirgizië, maar is er daartegen oppositie zowel van de linkerzijde als van de islamitische krachten. De linkerzijde staat sterk in het geïndustrialiseerde noorden, de islamitische krachten vooral in het landelijke zuiden.
Latijns-Amerika: crisis van het neo-liberalisme
(Er was een aparte discussie over Latijns-Amerika, waarvan het verslag later volgt.)
André Ferrari uit Brazilië stelde dat Latijns-Amerika een voorbeeld vormt van de crisis van het neo-liberalisme en verzet van de massa’s ertegen. De burgerij wordt gedwongen om rekening te houden met de bevolking. In Bolivië moest de regering een nieuw masker opzetten, dat van een centrum-links gezicht. In Argentinië kan de burgerij zichzelf enkel aanvaardbaar maken vanuit een radicale populistische positie.
Het aan de macht komen van Lula in Brazilië leidde tot een nieuwe situatie op het continent. Ondanks de kritieken die wij op populistische regimes moeten geven en het feit dat we de limieten ervan moeten uitleggen, moeten we begrijpen dat ze een nieuwe periode uitdrukken. Lula probeert een onafhankelijke positie in te nemen. Maar intussen gaat hij door met het sluiten van akkoorden met het IMF. Op die manier speelt hij een belangrijke rol in het behouden van de burgerlijke kapitalistische instellingen op het continent.
Afronding van de discussie door Lynn Walsh
Irak: het Vietnam van Bush?
Onze perspectieven over Irak zijn sneller en exacter uitgekomen dan wat we zelf hadden kunnen denken. Zelfs in de New York Times stond een editoriaal met als titel: "Het Iraakse moeras". Het woord ‘moeras’ wordt tegenwoordig veel gebruikt als het gaat over de VS-bezetting van Irak…
Ook de vergelijking met Vietnam wordt meer en meer gemaakt. Ondanks de vele verschillen zijn er inderdaad heel wat gelijkaardige stadia van ontwikkeling aanwezig. De oorlog werd gestart op basis van een veronderstelling: de aanwezigheid van massavernietigingswapens en een band met Al Qaida. Dat doet denken aan het Tonkin-incident in Vietnam waarmee een interventie werd verantwoord.
In Irak werd er prematuur over een overwinning gesproken door het regime van Bush. De Amerikaanse gezant Bremer stelde dat het nodig was om de ‘harten en het verstand’ te winnen, een frase die ook gebruikt werd in Vietnam. De volgende dag werd die frase overigens beantwoord met aanslagen tegen de bezettingstroepen.
Vandaag wordt gesproken over een ‘Irak-izering’, een proces dat moet leiden tot de overdracht van de macht aan een lokale regering. Zowel de aanhangers van Bush als de oppositie discussiëren over een exit-strategie. Maar de taktiek van ‘Irak-izering’ zal niet meer succesvol zijn dan de poging tot Vietnamisering in het verleden…
Ook indien de VS-troepen officieel "op uitnodiging" van de "verkozen Iraakse regering" actief zouden zijn, zal dit nog steeds als een bezetting beschouwd worden.
Neo-conservatieven gediscrediteerd
De neo-conservatieven zijn gediscrediteerd door de enorme wanorde die ze in Irak veroorzaakt hebben. Voor de oorlog waren zelfs leidinggevende Republikeinen kritisch over de militaire strategie van Rumsfeld, Wolfowitz,… Die kritieken verstomden toen de oorlog begon, maar komen vandaag opnieuw naar boven.
Als we kijken naar de doelstellingen van Bush en co bij de aanvang van de oorlog, zien we waarom ze politiek in de problemen komen:
- ze zouden het Saddam-regime verslaan, wat effectief gebeurde, en dit met een minimum aantal troepen: 150.000 volgens Rumsfeld, wat na een aantal maanden tot 10.000 à 20.000 zou kunnen afnemen.
- er zou een democratisch Irak georganiseerd worden en dit zou als voorbeeld dienen in heel de regio.
- de politiek van ‘pre-emptive strikes’ zou ertoe leiden dat alle zogenaamde schurkenstaten zich zouden verplicht zien om te voldoen aan de eisen van de VS.
- in een document over de nationale veiligheidsstrategie werd zelfs gesteld dat die strategie er ook op gericht was om kritische bondgenoten de leiding door de VS op te leggen.
Die doelstellingen staan in een schil contrast met de realiteit vandaag. Bush moest intussen vermijden dat hij verantwoording moet afleggen aan het parlement en kan een aanzienlijke som geld gebruiken zonder enige rekenschap te moeten afleggen.
Recent stelde een voormalige buitenlands adviseur van Carter dat er een enorme paradox aanwezig is: de militaire kracht van de VS is nog nooit zo groot geweest, maar de politieke kracht nog nooit zo beperkt…
Biedt de VN een uitweg?
De VS wil zo dringend mogelijk de bezetting van Irak internationaliseren. De VN zou echter geen fundamenteel verschil maken. Het is zelfs betwistbaar of de VN wel iets kan doen gezien haar interne verdeeldheid. Net als de VN, zijn ook de NAVO en de EU verdeeld. Op de donorconferentie bleek dat niemand de rekening voor de bezetting wil betalen.
Kortom: de VS zit in een zwakkere positie en heeft steeds minder maneuvreerruimte.
Oppositie in Irak
Het is niet evident om een correcte inschatting te maken van de oppositie in Irak. Er is beperkte informatie van de Communistische Partij over nieuwe vakbonden en organisaties, maar het karakter en de sterke van nieuwe organisaties en bewegingen is moeilijk in te schatten. Alleszins is het duidelijk dat de Communistische Partij niets te maken heeft met het marxisme en communisme. Het zijn burgerlijke democraten die zelfs in de voorlopige raad zetelen en meewerken aan de bezetting.
Wel zeker is dat de islamitische krachten een zekere steun genieten en goed georganiseerd zijn. Tot nu toe zijn de Sjietische krachten nog niet zo sterk betrokken bij het verzet, het verzet laait vooral op in de Soennitische driehoek. Maar in de toekomst is het mogelijk/waarschijnlijk dat ook onder de Sjieten het verzet zal toenemen.
Er is een element van Iraaks nationalisme dat een rol speelt in het Iraakse verzet. Dit nationalisme is echter niet te vergelijken met het linkse nationalisme van Nasser in Egypte indertijd, Nasser stond immers onder invloed van het stalinisme.
Op het eerste zicht slaat de balans over in het voordeel van de islamitische krachten in de Iraakse oppositie.
Wereldeconomie
Het effect van krantenkoppen en propaganda in het nieuws op het bewustzijn is niet te onderschatten. Het heeft zelfs een effect onder linkse militanten. De groei van 7% op jaarbasis (in het derde kwartaal) in de VS, lijkt een enorme verandering. Wellicht zal er in 2003 over heel het jaar een groei zijn van rond de 4%. In 2002 was er een groei van 2,4% en in 2001 van 0,3%.
Waarop is deze zogenaamde heropleving gebaseerd? We kunnen een analogie maken met het gebruik van doping in de atletiek. Er waren in de jaren 1990 enorme kapitaalinjecties in de VS. Het succes in de VS ging ten koste van de rest van de wereld en leidde tot een toename van de uitbuiting. De injectie van buitenlands kapitaal maakte het gebruik van krediet mogelijk waardoor gezinnen een schuld hebben van gemiddeld 130% van hun jaarinkomen. Er is een zeepbel op de huizenmarkt en op de kredietmarkt. De overheidsuitgaven voor defensie zijn met 27% toegenomen in het laatste fiscale jaar (van september tot september). Op hetzelfde ogenblik zijn de nieuwe jobs in vergelijking met diegene die verloren gaan, jobs aan lagere lonen en met meer flexibiliteit. Er zijn in de VS 9 miljoen werklozen, 45 miljoen mensen werken deeltijds en het aantal armen is onder Bush gestegen met 3 miljoen.
Welke politieke oppositie in de VS?
De stijging van de werkloosheid en daling van de levensstandaard heeft enorme gevolgen. Er is echter geen politieke uitdrukking van de impact ervan op het bewustzijn. De vakbonden blijven verbonden aan de Democraten. Nochtans zijn de voorwaarden voor de ontwikkeling van massale beweginen van de arbeidersklasse meer en meer aanwezig.
Over de presidentsverkiezingen van volgend jaar moeten we voorzichtig zijn inzake voorspellingen, er kan immers nog veel veranderen. Howard Dean is erin geslaagd zichzelf een imago aan te meten van tegenstander van de oorlog en het establishment. Maar het verleden van Dean als gouverneur van Vermont en zijn standpunten over tal van thema’s staan in een sterk contrast met dat imago. Wij kunnen geen Democratische kandidaten ondersteunen, zelfs niet indien Kucinich de nominatie zou winnen. Wij moeten de noodzaak van een onafhankelijke arbeiderspartij benadrukken buiten het kader van een big business partij als de Democraten.
Op dit ogenblik is het nog niet duidelijk of Nader zal opkomen, maar er zijn indicaties die ons doen vermoeden dat hij zal opkomen. De vraag die wij ons moeten stellen is of een deelname van Nader een voordeel kan bieden voor de arbeidersklasse en voor de tussenkomst van onze organisatie. Het antwoord is tweemaal ja. Het zou ons de mogelijkheid bieden om onafhankelijk tussen te komen in de verkiezingscampagne om de noodzaak naar voor te brengen voor een breuk met de Democraten. We kennen de enorme beperkingen van Nader, maar toch zou een deelname van Nader kansen bieden.
Dalende dollar
De afgelopen periode is de waarde van de dollar sterk gedaald. In de jaren 1990 was de dollar minstens 20% overgewaardeerd. Dat was belangrijk om kapitaal aan te trekken, en het subsidieerde de levensstandaard van de Amerikaanse bevolking die goedkoper buitenlandse producten kon kopen.
Het handelstekort neemt zo’n omvang aan dat de VS verplicht is om van politiek te veranderen ook al zullen ze dit nog niet openlijk toegeven. Bovendien wordt door de transfer van productie naar China het handelstekort enkel maar groter.
Een verdere daling van de dollar, wat erg waarschijnlijk is, zal enorme gevolgen hebben voor de VS, maar ook voor de wereldeconomie. Het zal de export naar de VS duurder maken. Een stijging van de euro en de yen tegenover de dollar maken een heropleving van de Europese of Japanse economie moeilijk. In de VS betekent een zwakkere dollar een stijging van de levenskosten.
Dit zal leiden tot een daling van de netto-invoer van kapitaal in de VS. Er bestaat daar nog discussie over onder economen, maar zoals één van hen stelde: "onhoudbare netto-kapitaalinvoer blijft altijd langer duren dan economen mogelijk achten." In augustus was er nog een totale kapitaalinvoer van 50 miljard dollar wat leidde tot reacties alsof dit het bewijs was van een vertrouwen in de VS-economie. De beurskoersen stegen opnieuw en dan werd dat op zijn beurt gezien als een bewijs van de herlopleving van de economie. In september bleek er slechts een netto kapitaalinvoer van 4,5 miljard dollar te zijn. Het is niet zeker of dit zal verdergezet worden in oktober en november, maar het lijkt erop dat er een keerpunt ontwikkelt.
Het tekort in de VS bedraagt vandaag 46 miljard dollar per maand. De VS zal er alles aan doen om de crisis over te hevelen naar Europa, Japan en de neo-koloniale wereld. Een scherpe van de dollar met 20% tot 30% (nodig om de dollar opnieuw in balans te brengen) zou vernietigend zijn voor de economie en leiden tot stagnatie en recessie.
De daling van de dollar heeft ook gevolgen voor de economie in Europa. Een sterke Euro gecombineerd met het stabiliteitspact en het beperken van de uitgaven, houdt iedere mogelijke heropleving in Duitsland en andere Euro-landen tegen.
De wereldprocessen die we vandaag zien ontwikkelen leggen de basis voor massale opstanden. In de jaren 1990 daalde de levensstandaard in Latijns-Amerika, Azië en Afrika. Vandaag wordt de levensstandaard ook in de VS en Europa aangepakt. Dit leidt tot verzet, er zullen massale opstanden en sociale onrust plaatsvinden. Daar moeten wij ons op voorbereiden.
-
Lewisham (Londen): Socialist Party wint gemeenteraadszetel in tussentijdse verkiezingen
Bij tussentijdse verkiezingen in het district Telegraph Hill in Lewisham behaalde de Socialist Party een belangrijke overwinning. Volgens de eerste cijfers behaalde onze kandidaat, Chris Flood, 590 stemmen en versloeg daarmee Labour die 490 stemmen haalde.
Chris wordt daarmee het vijfde gemeenteraadslid van de Socialist Party, en dat ondanks het meerderheidsstelsel waarbij enkel de grootste partij een gemeenteraadszetel verkozen krijgt bij een verkiezing. In Lewisham vervoegt hij Ian Page van de Socialist Party in de lokale raad.
Eerder merkte Chris op: "De mensen die we bij het deur-aan-deur campagnevoeren spreken, zeggen ons vaak dat ze hun lokale gemeenteraadsleden niet kennen. Zowel nationaal als lokaal, gaat Labour er vanuit dat ze zonder enige inspanning wel op hun stemmen kan rekenen. Veel mensen hebben gezien wat Ian Page als raadslid van de Socialist Party heeft gedaan. Ian Page speelde een leidinggevende rol in de Save Lewisham Housing Campaign waarmee verhinderd werd dat de lokale gemeenteraad 7.500 flats en huizen verkocht."
Volledige resultaat:
- Socialist Party: 590 stemmen (32,7%)
- Labour: 490 (27,2%)
- LEAP (onafhankelijke campagne tegen onderwijsbesparingen): 350 (19,4%)
- Liberal Democrats: 155 (8,6%)
- Tories: 121 (6,7%)
- Greens: 88 (4,9%)
- UKIP: 9 (0,5%)
-
Filmmaker Ken Loach: nood aan een nieuwe arbeiderspartij
Conferentie van Britse afdeling van Internationaal Verzet
Mark Desgranges en Ken Douglas
Na de grote anti-Bush betoging in Londen hield International Socialist Resistance (ISR) vorig weekend een nationale conferentie. Meer dan 100 jongeren uit Engeland en Wales bediscussieerden de campagnes voor de komende periode en hoe ISR verder kan opgebouwd worden. Eén van de meest opmerkelijke sprekers op de conferentie was de onafhankelijke socialistische filmmaker Ken Loach (bekend van films als ‘Land and Freedom’).
ISR-organisator Clare James opende de conferentie: "Er waren zes grote nationale betogingen tegen de oorlog en een studentenbetoging tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld. Het kapitalisme is enkel geïnteresseerd in de winst en dat gaat ten koste van ons onderwijs, onze levensomstandigheden en onze toekomst. Daarom moeten wij vechten voor onze toekomst."
Denise Dudley uit Melbourne (Australië) bracht verslag uit van de campagnes van Youth against the War in Melbourne waarmee scholierenstakingen werden georganiseerd. Die campagne kreeg de steun van een aantal vakbonden en linkte de strijd tegen de oorlog aan de strijd tegen armoede, werkloosheid en de nood van een alternatief op het kapitalisme.
Op de conferentie waren er veel scholieren en studenten die spraken over de omstandigheden waarin ze actief zijn en leven. Matthew Dobson, een student uit Swansea, vertelde hoe hij voor hij naar de unief ging verteld werd dat hij daar zou leren hoe het er aan toegaat in het echte leven. Hij zei dat dit klopt: studenten moeten schulden maken, jobs aannemen tegen een hongerloon en leven in slechte huisvesting. De studenten zijn terecht woedend tegenover Blair die voor hij aan de macht kwam in 1997 beloofde om van onderwijs een prioriteit te maken, maar sindsdien enkel bespaard heeft. Onder New Labour is het aantal studenten voor het eerst in de geschiedenis gedaald en als de regering haar plannen doorvoert zal studeren aan een top-universiteit ertoe leiden dat de studenten er 4.500 euro schulden voor moeten maken.
Michael Wainwright die actief is aan de Brunel universiteit zei dat de Socialist Students reeds aan meer dan 20 universiteiten actief zijn. Aan Brunel wordt strijd gevoerd om meer boeken en computers ter beschikking te hebben, de universiteit is immers geen top-universiteit waarvoor middelen beschikbaar zijn. In plaats van te investeren in onderwijs, bouwt de universiteit enkel een mogelijks winstgevende cafetaria naast de bibliotheek. Fiona Pashazadeh, een lid van ISR in Brighton, zei dat jongeren steeds langer thuis blijven wonen omdat ze het financieel niet aankunnen om alleen te gaan wonen. Als je 900 euro per maand voor een kleine flat moet betalen, is het niet evident.
Colin Ray uit Sheffield vertelde hoe hij nooit gedacht had dat de acties tegen de oorlog zo groot zouden zijn, hij herinnerde hoe ze in Sheffield vorige winter in de koude campagne voerden voor een scholierenstaking op Dag X. Toen duizenden scholieren effectief in actie kwamen op Dag X was het duidelijk dat het idee van ISR voor die scholierenstakingen opgenomen werd door erg brede lagen van de scholieren. Colin zei: "Wij hadden de ideeën en die werden overgenomen". Hij riep de jongeren op om ook de Socialist Party te vervoegen om een politiek alternatief op het kapitalistisch systeem op te bouwen.
Brian Cahill bracht verslag uit van de campagnes van Socialist Youth in Ierland. Die jongerenbeweging (de Ierse afdeling van Internationaal Verzet) was erg actief in de strijd tegen de gehate huisvuilbelasting waartegen campagne wordt gevoerd. Brian legde uit hoe ook een relatief kleine organisatie een enorme impact kan hebben en dat het daarom belangrijk is om Internationaal Verzet uit te bouwen om ook een dergelijk effect elders te kunnen hebben.
Ken Loach: nood aan een politiek verlengstuk
De onafhankelijke filmmaker en socialist, Ken Loach, bekend van films als ‘Land and Freedom’ (over de Spaanse revolutie) en Sweet Sixteen, was een opvallende spreker op de conferentie. Hij zei dat de conferentie op een belangrijk ogenblik kwam, vlak na de grootste betoging ooit op een weekdag (de betoging tegen de komst van Bush).
Loach zei dat de historische betogingen niet mogen onderschat worden. De media stelde dat de helft van de bevolking Bush zou verwelkomen bij zijn bezoek, maar waar waren deze mensen? Waar waren de mensen met VS-vlaggen om Bush welkom te heten?
Ken Loach benadrukte dat de oorlog enorm veel zaken duidelijk gemaakt heeft, nooit eerder was een imperialistische oorlog zo openlijk imperialistisch. Blair en Gordon Brown zijn leugenaars en de enige oppositie die ze krijgen komt van de anti-oorlogsbeweging.
Betogingen op zich volstaan echter niet. Er is geen enkel perspectief dat New Labour kan hervormd worden. De partij is verbonden met het kapitalisme en de globalisering en de zoektocht naar winst, de goedkoopste arbeid, de goedkoopste grondstoffen en olie. Dat is de drijvende kracht achter het buitenlands beleid van Bush en Blair.
Loach stelde dat er nood is een aan open coalitie met een socialistische kern, waarbij het van cruciaal belang is dat deze gesteund wordt door de vakbonden, een nieuwe partij zal er enkel komen met vakbondssteun.
ISR opbouwen in de scholen, universiteiten en werkplaatsen
Op de ISR-conferentie waren er ook discussies in kleinere groepen. Chaminda Jayanetti uit Lewisham bracht verslag uit van de discussie over racisme en extreem-rechts: "De meerderheid van de stemmen voor de BNP komen voort uit frustratie tegenover het kapitalistisch beleid. De mensen zouden niet openstaan voor racisme als ze in deftige huizen wonen en financiële zekerheid hebben." Op de discussie over onderwijs werd beslist om campagne te voeren tegen de privatiseringsvoorstellen in scholen en jeugdfaciliteiten. Ook werd een resolutie aangenomen die zich uitspreekt tegen de discriminatie van holebi’s.
Een discussie over lage lonen en het opzetten van vakbonden op de werkplaatsen kon op veel enthousiasme rekenen. Veel jongeren doen bijjobs om rond te komen en staan veelal volledig los van de vakbonden. In Australië is er een campagne ‘Unite’ waaraan we meewerken en die gericht is op het introduceren van vakbondsrechten bij precaire jobs in de horeca en andere plaatsen waar het niet evident is om een syndicale werking op te zetten.
Bij de discussie over de opbouw van ISR waren er verslagen uit heel het land. Vanuit Coventry werd gezegd hoe met een lokale nieuwsbrief de leden en sympathisanten meer kunnen betrokken worden. In Bristol worden geregeld kleinere acties gedaan met nadien vergaderingen om zo een bredere laag actief te krijgen. De komende periode willen we het aantal actieve leden versterken door ISR bekend te maken en lokaal actief te zijn.
De conferentie werd afgesloten door Martin Crook uit Nottingham die zei dat de gebeurtenissen van het afgelopen jaar de mythe doorbroken hebben dat jongeren apatisch en passief zouden zijn. Jongeren speelden een belangrijke rol in de anti-oorlogsbeweging met de scholierenstakingen, de studentenbetoging tegen het inschrijvingsgeld en in tal van andere campagnes. Het kapitalisme zaait haat en verdeling in heel de wereld, maar de ideeën van het socialisme en van klassenstrijd kunnen de arbeiders en jongeren verenigen. ISR kan daar een belangrijke rol in spelen door jongeren te overtuigen dat er nood is aan een andere samenleving, een socialistische samenleving.
-
Empire Defeated. Interview met de auteur, Peter Taaffe
Waarom werd een boek gemaakt over de oorlog in Vietnam?
Ik sprak op Socialisme 2003 in Londen, ons vormingsweekend, over de oorlog in Vietnam en zag dat er een enorme interesse was in deze oorlog en de effecten ervan op jongeren en arbeiders.
Hierna werd me gevraagd een kort overzicht te schrijven van de oorlog, maar eens ik begon met wat onderzoek en het schrijven, was het duidelijk dat er meer nodig was dan een brochure. Dit boek is het resultaat ervan.
Wat was de impact van de Vietnam-oorlog op bevolking toen?
Het is niet mogelijk om de enorme effecten van de Vietnam-oorlog op mijn generatie te overdrijven. Jongeren kwamen al in beweging tegen wat zij aanzagen als het onmenselijke kapitalistische systeem, ook al werd dat systeem toen niet geconfronteerd met dezelfde economische problemen als vandaag.
De economische groei na 1945 was nog niet tot een einde gekomen. Studenten kwamen echter naar voor in landen als Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië om zich te verzetten tegen het kapitalisme: tegen de vervreemding en de uitbuiting van de arbeiders en de bevolking in Azië, Afrika en Latijns Amerika.
Dit werd gecombineerd met een enorme honger naar verandering, wat door velen werd gekoppeld aan de nood va een andere samenleving waarbij komaf gemaakt wordt met het kapitalisme om een socialistische samenleving door te voeren.
De jaren ’60 werden gekenmerkt door een opstand van een hele generatie, waaronder ook diegenen van een middenklasse achtergrond en zelfs een aantal zonen en dochters van lagen uit de heersende klasse, zeker als ze bevrijd werden van de impact van hun ouders terwijl ze studeerden aan de universiteiten en hogescholen.
Dit was een barometer voor het groeiende ongenoegen in de samenleving in het algemeen en onder de arbeiders in het bijzonder. Het kwam tot uiting in de oppositie van de vakbonden tegen de patroons, hun systeem en de pro-kapitalistische maatregelen die genomen werden door de Labour-regering van Harold Wilson die aan de macht was van 1964 tot 1970.
Daarenboven zagen we de barbarij van het VS-imperialisme in haar poging om een nederlaag toe te brengen aan de strijd van de Vietnamese arbeiders en boeren voor nationale bevrijding van de uitbuiting van het kapitalisme en het grootgrondbezit.
De oorlog zorgde voor een enorme ontwikkeling van het bewustzijn waarbij duizenden, tienduizenden en uiteindelijk miljoenen mensen zich niet enkel uitspraken tegen het VS-imperialisme, maar ook socialistische en revolutionaire conclusies trokken over de natuur van het kapitalisme en imperialisme. Dat leidde tot grote strijdbewegingen op straat, zowel in Europa als in de VS zelf.
Wat zijn de verschillen tussen Vietnam en Irak vandaag?
Het meest evidente verschil is dat de Vietnamezen vochten vanuit de jungle en dat het verzet vooral bestond uit boeren in de landelijke gebieden, terwijl de Irakezen vanuit de steden zich verzetten tegen de VS aangezien Irak enorm verstedelijkt is.
Er zijn echter ook een aantal belangrijke gelijkenissen tussen wat vandaag in Irak gebeurt en Vietnam waar de VS geleidelijk aan in een rampzalige toestand terecht kwam. De VS komt vandaag in Irak ook enorm in de problemen en het is mogelijk dat ze net zoals in Vietnam in 1975, na een oorlog die 30 jaar duurde, zullen verplicht zijn om de troepen terug te trekken. Een aantal kapitalistische commentatoren betwisten dit en stellen dat Vietnam de steun kreeg van twee grootmachten, Rusland en China, die geplande economieën waren gedomineerd door een bureaucratische elite, en dat het verzet verenigd was in één bevrijdingsorganisatie, het National Liberation Front (NLF, later bekend als de Viet Cong). Ik denk dat dit echter verkeerd is.
De VS wordt enorm gehaat door een meerderheid van de Irakese bevolking die hen zien als brutale buitenlandse uitbuiters, dit loopt gelijk met hoe de VS gezien werd in Vietnam 30 jaar geleden. Het klopt dat de Irakese bevolking niet verenigd is in één verzetsorganisatie en verdeeld is langs etnische en religieuze lijnen, tussen de Sjietische meerderheid, de Soennieten, de Koerden, Turkmenen, … Maar die zien allemaal de VS als de "vijand" (behalve de Koerden misschien die in een aantal plaatsen de interventie van de VS toejuichten).
Zelfs de Sjieten komen in oppositie tegen de VS. De Soennieten gaan al langer de confrontatie aan met de VS-troepen en zelfs als deze oppositie beperkt blijft tot de zogenaamde ‘Soennietische driehoek’ – Tikrit, Fallujah, … – zal de VS niet in staat zijn om het te onderdrukken. Als reactie op het neerhalen van een aantal helicopters, heeft de VS bombardementen uitgevoerd zoals in Vietnam om wraak te nemen op de bevolking van Fallujah.
Het stijgend aantal doden onder de VS-troepen vertoont ook veel gelijkenissen met het begin van de Vietnam-oorlog. Er zijn al meer slachtoffers gevallen sinds Bush de ‘overwinning’ uitriep dan in de eigenlijke ‘oorlog’. Dit leidt in de VS zelf tot enorme consternatie, vergelijkbaar met de reacties op de Vietnam-oorlog.
De media in de VS staat vol van verhalen van families die hun echtgenoot, vader, zoon, … verloren in Irak en in de opiniepeilingen zien we dat Bush sneller achteruit gaat dan president Johnson bij het begin van de oorlog in Vietnam. De geschiedenis herhaalt zich nooit op eenzelfde manier, maar als de VS gaat voor een lange periode van bezetting, zullen ze met hetzelfde lot geconfronteerd worden als in Vietnam.
Is het niet mogelijk dat de VS een uitweg vindt in Irak door de macht over te dragen aan een lokaal bestuur, iets wat niet gebeurde in Vietnam?
Het beleid van ‘Irakisering’ is toch een echo van het beleid van de VS in Vietnam toen geprobeerd werd het bestuur te ‘Vietnamiseren’. Nu al worden diegenen die in Irak meewerken met de VS gezien als verraders en zelfs als de VS niet meer fysiek aanwezig zou zijn, zou dit niet veranderen.
Irak is een broeihaard van Arabisch nationalisme en de Arabische wereld kan eenzelfde steun verlenen aan de Irakese oppositiekrachten als China en Rusland destijds aan het NLF.
Welk effect had de oorlog in Vietnam destijds op jongeren?
Zoals ik al zei, had het een enorm effect. Er waren veel jongeren die in actie kwamen tegen de horror van de VS-oorlog en velen kwamen tot socialistische en marxistische conclusies.
Veel van die jongeren speelden een belangrijke rol in het versterken van de arbeidersbeweging. Een aantal van hen werden trotskisten, zeker in Groot-Brittannië, waar die jongeren een sterke beweging bouwden rond Militant (de voorloper van de Socialist Party) die op deze basis in staat was om de strijd van het gemeentebestuur van Liverpool tussen 1983 en 1987 te leiden en ook een leidinggevende rol speelde in de strijd tegen de Poll Tax, een beweging die leidde tot de val van de ‘Iron Lady’, Thatcher, die toen een vooraanstaande figuur was van de kapitalistische reactionairen.
Welke lessen kunnen we vandaag trekken uit Vietnam?
Er zijn veel lessen en in het boek komt dit uitgebreid aan bod. Het belangrijkste is dat los van de omvang van de militaire machine, massavernietigingswapens, napalm, … dit niet volstaat om een heel land aan de ketenen van het VS-imperialisme te binden. De VS probeerde dit in Vietnam en nu opnieuw in Irak.
De Vietnam-oorlog leidde tot enorm grote betogingen in Europa en de VS, zo wordt vermeld in het boek dat op één dag in 1969 zo’n 36 miljoen mensen wereldwijd deelnamen aan anti-oorlogsacties.
Het was niet enkel de heroïsche strijd van de Vietnamezen, maar ook een opstand van de Amerikanen die leidde tot een nederlaag van de heersende klasse van de VS in Vietnam. We mogen niet vergeten dat de belangrijkste slachtoffers van de Vietnam-oorlog gewone mensen waren aan beide zijden. Miljoenen arbeiders en boeren in Vietnam, Laos en Cambodja hadden te lijden onder de oorlog, en het waren de zonen en dochters van arbeiders in de VS die sneuvelden in de jungle van Vietnam.
Cheney, Bush, Rumsfeld en de rest van de bende die de VS-regering controleert en een ‘eindeloze oorlog’ wil voeren, slaagden er samen met de zonen en dochters van de rijken in om te vermijden dat ze militaire dienst moesten doen. Zij mogen echter niet verward worden met de jongeren die bewust opkwamen tegen de oorlog en probeerden om militaire dienst te vermijden.
Wat waren de wereldwijde gevolgen van de Vietnam-oorlog en hoe kun je dat vergelijken met de huidige situatie in Irak?
De Vietnam-oorlog was de langste oorlog van de 20ste eeuw en strekte zich uit over 30 jaar. Het valt te betwijfelen of ooit een klein land zo’n effect gehad heeft als vietnam. De Vietnamese bevolking heeft een belangrijk hoofdstuk geschreven in de strijd van onderdrukte bevolkingen tegen de barbarij van het kapitalisme en imperialisme. Vietnam staat in het bewustzijn gegrift van iedereen die het meegemaakt heeft en heeft een blijvende indruk gemaakt o.a. met het zogenaamde ‘Vietnam-syndroom’ onder de Amerikaanse bevolking, iets waar ook Bush niet kan doorbreken. Bovendien ging het gepaard met massale bewegingen, zoals we die ook gezien hebben tijdens de oorlog in Irak.
De belangrijkste les die we naar voor brengen in het boek is dat zolang het kapitalisme en imperialisme blijft bestaan, er nieuwe Vietnams en Iraks zullen ontstaan (denk maar aan Colombia, de guerilla strijd in Aceh in Indonesië, …). Enkel een nieuwe, jonge en politiek gewapende arbeidersbeweging met socialistische en marxistische standpunten die de arbeiders mobiliseert om verandering te bekomen, kan een herhaling van deze gebeurtenissen voorkomen.
-
Jonge activisten in de gevangenis in Ierland
Vorige maandag (op 3 november) werden in Ierland nog eens 6 activisten gevangen gezet omdat ze campagne voerden tegen de dure vuilzakken en deelnamen aan een actie tegen de nieuwe dubbele belasting op huisvuil. De 6 werden voor drie weken veroordeeld en tot een geldboete van 1.500 Euro per persoon.
Onder de gearresteerden bevinden zich Fionn Ryder en Dave Murphy. Fionn en Dave zijn beiden lid van Socialist Youth (de Ierse afdeling van International Socialist Resistance) en de Socialist Party. Fionn is een 24-jarige postman en lid van de Civil and Public Services Union (CPSU). Dave is een 19-jarige student aan het University College Dublin (UCD). Dave is kandidaat bij de verkiezingen van studentenvertegenwoordigers in de UCD, de eerste kandidaat in de geschiedenis van de unief die vanuit de gevangenis wil verkozen worden…
ISR spreekt zich uit tegen de gevangenzetting van alle activisten die opkwamen tegen de dure vuilzakken, maar omdat Fionn en Dave de jongsten zijn, is het nuttig om hen zeker een solidariteitsbericht te sturen om te tonen dat tal van jongeren achter hun strijd staan en het waarderen dat ze opkomen tegen de aanvallen op de levensstandaard van de arbeiders en jongeren.
Joe Higgins verklaarde over de recente gevangenzettingen in het Ierse parlement: "De regering van de Taoiseach (benaming van de titel van Ierse premier) heeft alle standaarden van een beschaafde samenleving omgedraaid. De onschuldige belastingbetalers, die heel hun leven belastingen betalen en nu gepensioneerd zijn, worden vervolgd en gevangen genomen omdat de Taoiseach de rechtbanken wil gebruiken om nieuwe belastingen op te leggen, maar de miljonairs en bankiers die massale fraude organiseren, gaan vrijuit."
De rechtbanken proberen samen met het Ierse establishment om de actievoerders te intimideren om de beweging tegen hun asociaal beleid te breken. De regering voerde een dubbelen belasting in waarbij de meerderheid van de bevolking reeds betaald voor de openbare diensten via hun PAYE (Pay as You Earn) belasting en nu nog eens een bijkomende belasting zouden moeten betalen voor de afvalophaling.
Dit beleid leidt tot een begrijpelijke woede in veel arbeidersbuurten. De Socialist Party nam deel aan het opzetten van campagnes tegen dit beleid en verdedigde de idee van een niet-betalingscampagne. Dit idee kreeg een positieve respons in tal van arbeiderswijken en velen nemen deel aan de niet-betalingscampagne.
Lokale raden beslisten om enkel het afval op te halen van wie betaalde en de rest te laten stikken. Dat werd gezien als een poging om de massale niet-betalingscampagne te breken. De campagne stelde daarom dat alle vuilzakken moesten opgehaald worden, of anders geen enkele. Daarom werden blokkades georganiseerd van de vuilkar in verschillende delen van Dublin. Veel vuilnismannen staan erg sympathiek tegenover de campagne. De lokale raden daarentegen beslisten om mensen op te pakken, voor het gerecht te brengen en hen in de gevangenis te droppen.
Dat is de manier waarop de regering reageert op mensen die niet akkoord gaan met haar asociaal beleid. Ze criminaliseren gewone belastingbetalers om hen te discrediteren en anderen te waarschuwen om zich alleszins niet te verzetten tegen onrechtvaardige maatregelen. Ondanks die intimidatie steunt 37% van de bevolking van Dublin de taktieken van de campagne. Dat aantal is hoger dan het percentage dat de regering vandaag nog steunt.
We willen duidelijk maken dat niet enkel de bevolking van Dublin niet akkoord gaat met het Ierse establishment en vragen jongeren om hun steun te betuigen met de gevangen genomen actievoerders. Schrijf een bericht naar Fionn en Dave (in het Engels) via freedaveandfionn@hotmail.com (stuur een kopie naar info@socialisme.be) en de berichten worden hen bezorgd.
-
Verkiezingen in Noord-Ierland: twee socialistische kandidaten in Belfast
Kandidaten van de Socialist Party:
Jim Barbour
Tommy Black
Bij de komende verkiezingen voor een regionaal parlement in Noord-Ierland zullen er in twee districten kandidaten van de Socialist Party opkomen.
Op 26 november zullen de eerder uitgestelde verkiezingen plaatsvinden. Enkele dagen voor de geplande verkiezingen in mei dit jaar, besliste Tony Blair om de verkiezingen onbepaald uit te stellen. Reden daarvoor waren de sectaire spanningen en het totale wantrouwen in de vredesakkoorden. Bovendien werd duidelijk dat de lokale regering voor Noord-Ierland een asociaal beleid voerde in de korte periode dat er een verkozen parlement en regering was in Noord-Ierland.
Bij de verkiezingen op 26 november komt de Socialist Party op in Belfast South en Belfast East. De kandidaten zijn Jim Barbour (Belfast South) en Tommy Black (Belfast East). Jim is een leidinggevende figuur binnen de vakbond van de brandweermannen (FBU) en zit als vertegenwoordiger van de Noord-Ierse brandweermannen in de Britse leiding van de FBU. Tommy is actief in wijkcampagnes in het oosten van Belfast sinds vele jaren. Hij leidt lokaal de campagne tegen een nieuwe belasting op water en was ook actief in de campagne tegen de lage lonen.
Meer info over de verkiezingscampagne vind je op de verkiezingssite van onze Noord-Ierse kameraden.