Category: Feminisme

  • Seksistische #GamerGate zorgt voor discussie in videogame-sector

    Het lastigvallen van vrouwen in de industrie van de videogames, zowel online als offline, heeft een nieuw dieptepunt bereikt met de recente campagne Gamergate.

    Artikel door Ben Robinson uit Socialist Alternative, de krant van onze Amerikaanse zusterorganisatie

    Gameontwikkelaar Zoe Quinn werd er door haar ex-partner van beschuldigd dat ze met journalisten in bed dook om positieve recensies van haar games te bekomen. De beschuldigingen waren privé en bleken bovendien niet te kloppen. Maar toch werd Zoe Quinn snel een doelwit, waarbij private foto’s en persoonlijke gegevens zoals haar adres en telefoonnummer werden verspreid. Vrienden en familieleden werden lastiggevallen. Er werd gedreigd om haar te vermoorden of te verkrachten. Zoe Quinn voelde zich al gauw onveilig in haar eigen huis.

    Deze haatcampagne breidde snel uit naar andere doelwitten. Zo werd de feministische journaliste Anita Sarkeesian aangepakt. Zij had eerder in 2014 een aantal video’s op Youtube geplaatst waarin werd aangeklaagd hoe vrouwen in videogames worden afgebeeld. Het leidde meteen tot online haatcampagnes, maar het werd een pak erger door GamerGate. Zoals Zoe Quinn werd ook Anita Sarkeesian bedreigd met de dood en verkrachting. Ze vluchtte haar huis uit.

    Midden oktober zegde ze af voor een toespraak die ze zou houden aan de universiteit van Utah. Dat gebeurde na anonieme berichten, zogezegd van een student, waarin werd gedreigd met de “bloedigste schietpartij op school in de Amerikaanse geschiedenis”. Anderen, zoals Brianna Wu die games ontwikkelt en bespreekt, kregen gelijkaardige dreigementen. De politie van Utah vertelde aan Sarkeesian dat ze de aanwezigen bij haar toespraak niet zouden kunnen beschermen aangezien de wetgeving van de deelstaat studenten toelaat om wapens op de campus te dragen.

    De haatcampagne werd gerechtvaardigd met het argument dat werd ingegaan tegen vriendjespolitiek in de berichtgeving over games. Maar deze bekommernissen werden volledig overschaduwd door de aanvallen op individuele vrouwen. De hashtag “gamergate” werd gestart door de conservatieve acteur Adam Baldwin die eerder in 2014 beweerde dat het homohuwelijk vergelijkbaar is met incest. Het American Enterprise Institute, een rechtse denktank, die erg invloedrijk was toen George W Bush president was, verspreidde een reeks video’s waarin de vrouwenhaat in videogames werd gerechtvaardigd.

    Met GamerGate werd vooral uitgehaald naar de verhoudingen tussen journalisten, recensenten en onafhankelijke ontwikkelaars zoals Zoe Quinn. Er werd veel minder nadruk gelegd op voorbeelden van journalisten en recensenten die voordelen krijgen van de grote game-ontwikkelaars. Grand Theft Auto IV, momenteel de best beoordeelde videogame ooit met een gemiddelde quotering van 98/100 (Metracritic), werd aan journalisten voorgesteld tijdens een verblijf van vier dagen in een viersterrenresort waar het bedrijf alle kosten voor zich nam. De verkoop van de game was in de eerste week van zijn verspreiding in 2008 meteen goed voor 500 miljoen dollar. Eerder in 2014 werd een geselecteerde groep journalisten die Watch Dogs van Ubisoft zouden recenseren getrakteerd op Nexus 7 tabletten. De verkoop van spelletjessoftware was in de VS in 2013 goed voor 20,5 miljard dollar, dat is bijna het dubbele van de inkomsten van de Noord-Amerikaanse bioscopen in datzelfde jaar.

    Videogames kunnen mensen onderdompelen in verhalen en situaties die rijker en veel gelaagder zijn dan andere vergelijkbare media. Een culturele kritiek zoals die van Anita Sarkeesian is ongetwijfeld van essentieel belang om het potentieel te benutten. Het zou moeten verwelkomd worden door de ontwikkelaars van videogames, journalisten en al wie de games speelt natuurlijk. Kritische stemmen zoals Sarkeesia en Quinn – haar bekendste release, Depression Quest, gaar over het verhaal van hoe je kan omgaan met geestelijke ziektes – het zwijgen opleggen, zal de kwaliteit van toekomstige videogames enkel maar verminderen.

    Het feit dat GamerGate vooral gericht was tegen vrouwen en hen op die basis ook aanviel, geeft aan in welke mate seksisme vandaag nog een maatschappelijk gegeven is. Naast bewegingen zoals CarryThatWeight – een beweging die momenteel op de campussen in de VS brede steun vindt – is het noodzakelijk om een kritiek op games en entertainment in het algemeen te ontwikkelen als onderdeel van de strijd voor een wereld zonder seksisme.

  • Belgische Thatchers in actie… Vrouwen in de vuurlinie van het besparingsbeleid

    Artikel door Mandy (Luik) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Vrouwen zullen het besparingsbeleid hard voelen. Uiteraard zijn er de aanvallen op alle werkenden en uitkeringstrekkers, waaronder zowat de helft vrouwen. Maar de besparingen houden daar niet op. De meest kwetsbare lagen worden het eerst aangepakt, de solidariteit van de sociale zekerheid uitgehold. En dat raakt vrouwen des te harder.

    Onzekerheid, jobverlies, inkomensverlies

    Op alle machtsniveaus is er een aanval op de publieke werkgelegenheid. Dat gebeurt onder meer door slechts een deel van de uitstroom (onder meer door pensionering) te compenseren met instroom. Door wie op pensioen gaat niet te vervangen, neemt het aantal jobs af. Er wordt nu al gezegd dat er mogelijk contractuele interimmers zullen ingezet worden voor ‘specifieke noden’. Het aandeel van vrouwen in de publieke sector ligt hoog – in Europa gaat het om 69,2% van de werkenden. Deze vrouwen hadden in de publieke sector hogere lonen en de arbeidsvoorwaarden zijn bovendien beter waardoor het gemakkelijker is om het werk met de gezinssituatie te combineren. Een aanval op de publieke sector ondermijnt dat verder.

    Op regionaal vlak wordt bespaard op de tewerkstelling in de socio-culturele en de non-profit sectoren waar veel vrouwen actief zijn. In Brussel wil de regering het gebruik van dienstencheques verder aanmoedigen. Dat veel jobs in de deze sector – zeker bij private dienstenchequebedrijven – laag betaalde en onzekere jobs zijn die vooral door vrouwen worden beoefend, zal wel toeval zijn. Een studie van de RVA over de uitsluiting van langdurig werklozen toont aan dat vrouwen nog meer in onzekere jobs zoals deze met dienstencheques terechtkomen dan mannen (10% van de vrouwelijke langdurige werklozen raakt via een job in de sector van de dienstencheques uit de werkloosheid tegenover 0,4% voor mannen).

    Magere pensioentjes nog verder afgeroomd

    De regeling van de pensioenen versterkt de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Er is een pensioenkloof van 23% tussen mannen en vrouwen, bij zelfstandigen loopt dat op tot 33%. Een derde van de mannelijke gepensioneerden en meer dan de helft (60%) van de vrouwelijke gepensioneerden moet rondkomen met minder dan 1.000 euro per maand. De arbeidsmarkt is structureel ongelijk, vrouwen verdienen gemiddeld nog steeds 25% minder als bediende en 17% minder als arbeider. Vrouwen hebben ook minder vaak een rechtlijnige loopbaan, ze gaan gemakkelijker over tot deeltijds werk of tot een onderbreking, vaak omwille van familiale redenen.

    En dan wil de regering nu de pensioenleeftijd verhogen van 65 naar 67 jaar in 2030 met tegelijk ook een langere loopbaanvereiste om recht te hebben op een volledig pensioen. In 2017 zal een loopbaan van 41 jaar vereist zijn, in 2019 wordt dat 42 jaar. Driekwart van de vrouwelijke werkenden (en een kwart van de mannelijke werkenden) komt niet aan die loopbaanvereiste.

    Sociale afbraak

    De middelen voor sociale bescherming worden aan drastische voorwaarden onderworpen. De werkloosheidsuitkeringen, kinderbijslag, hulp aan gezinnen, sociale uitkeringen, … zullen allemaal afnemen. Vrouwen doen meer beroep op sociale uitkeringen dan mannen omdat ze nog steeds het grootste deel van de verantwoordelijkheid voor het gezin opnemen en omdat ze het vaak financieel niet breed hebben. Zij worden nu hard geraakt. De meest kwetsbare groep is die van alleenstaande moeders.

    De kinderbijslag stemt absoluut niet overeen met de reële kosten voor een kind. En nu wil de Vlaamse regering nog eens 176 miljoen euro hierop besparen door de kinderbijslag twee jaar lang niet te indexeren. Voor een gezin met drie kinderen gaat het al snel om een verlies van 220 euro. De nieuwe Vlaamse regering wil bovendien de kinderbijslag hervormen door hetzelfde bedrag voor alle kinderen te betalen. Vanaf 2017 dreigen de 150.000 Vlaamse gezinnen met drie of meer kinderen jaarlijks meer dan 500 euro te verliezen.

    De beperking van de wachtuitkering in de tijd, een maatregel van de vorige regering, zal ertoe leiden dat tienduizenden werklozen vanaf 1 januari hun uitkering zullen verliezen. Het ABVV maakte bekend dat het in Wallonië om 32.000 werklozen gaat en dat 64% van hen vrouwen zijn. Ongeveer een kwart van de vrouwen die hun uitkering zullen verliezen zijn vrouwen met een gezin ten laste. Duizenden alleenstaande vrouwen met kinderen zullen beroep moeten doen op sociale bijstand van het OCMW.

    En dan is er nog de hervorming van de werkloosheidsuitkering die de inkomensgarantie voor deeltijds werkenden die samenwonend zijn afschaft. Vier op de vijf deeltijds werkenden zijn vrouwen. In tegenstelling tot wat ons in de media wordt verteld, gaat het zelden om een vrije keuze. Doorgaans wordt deeltijds gewerkt om voldoende tijd te hebben voor het gezin. Als er iemand in een koppel minder gaat werken om voor de kinderen te zorgen, is het doorgaans de vrouw omdat haar loon meestal lager ligt. Komt daar nog bij dat de wachtuitkering beperkt wordt tot 25 in plaats van 30 jaar, waardoor veel jongeren die hogere studies aangaan of die deeltijds werken geen recht hebben op een uitkering. Met de enorme flexibilisering en onzekere contracten (deeltijds, interim, van beperkte duur, met dienstencheques, …) zal het voor veel vrouwen onmogelijk worden om nog recht te hebben op een werkloosheidsuitkering op basis van arbeid.

    Onzichtbaar en gratis werk

    Er is een algemeen offensief op de openbare diensten: gezondheidszorg, onderwijs, openbaar vervoer, … Overal wordt bespaard en zullen de kosten voor gebruikers toenemen. Dat zal vrouwen des te harder treffen.

    Ten eerste omdat ze het meeste van al gebruik maken van die diensten. Deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt is in grote mate afhankelijk van beschikbare kinderopvang. Vrouwen maken meer gebruik van gezondheidsdiensten voor zichzelf (onder meer wegens zwangerschappen)  of hun kinderen. Ze maken meer gebruik van openbaar vervoer.

    Ten tweede vormen vrouwen de meerderheid van de werkenden in het onderwijs, zowel in het kleuteronderwijs, het lager als het secundair onderwijs maar ook in de buitenschoolse opvang. Er zijn meer vrouwen actief als sociaal assistent maar ook als verplegend personeel. De besparingen treffen deze groepen bijzonder hard.

    Ten slotte zijn het meestal vrouwen die voor het werk opdraaien als een dienst niet langer door de gemeenschap wordt aangeboden.

    Een besparing van 355 miljoen euro in de gezondheidszorg in 2015, met onder meer een verhoging van het remgeld van 8,23 tot 12 euro voor bepaalde specialisten (waaronder gynaecologen, nochtans geen luxespecialisten), komt hard aan. Vrouwen die bevallen zullen een halve dag sneller het ziekenhuis uit moeten. De prijs die een patiënt zelf moet betalen bij een specialist neemt met meer dan 45% toe en ook wie recht heeft op een verhoogde tussenkomst (wie minder dan 1400 euro per maand verdient) zal meer moeten betalen.

    In Wallonië is daarenboven beslist om investeringen, waaronder die in kinderopvang en rust- en verzorgingsinstellingen, uit te stellen. Investeringen die uitgesteld worden, gaan gepaard met de bijhorende jobs die eveneens uitgesteld worden. In Vlaanderen komt er een verhoging van de minimumtarieven voor kinderopvang. Een kind naar de opvang brengen zal 65 euro per maand meer kosten, op jaarbasis is dat 780 euro. Tegelijk met deze besparingen worden de openbare diensten van de steden, gemeenten en provincies eveneens afgebouwd.

    De zorgsector en het onderwijs worden aan hun lot overgelaten door een gebrek aan publieke middelen. Dat verhoogt de druk op vrouwen door de toename van hun onbetaalde arbeid in het gezin. Degelijke collectieve diensten die financieel toegankelijk zijn versterken de gelijkheid tussen mannen en vrouwen, de financiële onafhankelijkheid van vrouwen en op termijn versterkt het de emancipatie. Het besparingsbeleid maakt het moeilijker om een job uit te oefenen, laat staan dat er voldoende jobs die aangepast zijn aan een gezinssituatie. Het zorgt ervoor dat veel vrouwen hun zogenaamd ‘traditionele’ rol van huismoeder noodgedwongen opnemen. De afbouw van de openbare diensten staat gelijk met een toename van huishoudelijk werk en zorgtaken voor vrouwen. Er is dan niet veel andere keuze dan deeltijds werken of afzien van betaalde arbeid.

    Voor de emancipatie van vrouwen

    We stellen vast dat er een scherpe tegenstelling is tussen het besparingsbeleid aan de ene kant en emancipatie van vrouwen aan de andere kant. De noden van vrouwen zijn noden voor de volledige werkende bevolking: goede lonen, degelijke arbeidsvoorwaarden, kwaliteitsvolle en betaalbare openbare diensten die een deel van het huishoudelijk werk opnemen.

    Ongelijkheid zit ingebakken in de genen van het kapitalisme. Om ongelijkheid te stoppen, moeten we het kapitalisme aan de kant schuiven en vervangen door een samenleving waarin de noden van de meerderheid van de bevolking centraal staan, een democratisch socialistische samenleving.

  • Ierland. Actie voor het recht op abortus

    Afgelopen dinsdag waren er in verschillende landen solidariteitsacties naar aanleiding van de verjaardag van de dood van Savitta, een jonge vrouw die abortus werd ontzegd in Ierland en vervolgens aan de verwachte complicaties bij de bevalling overleed. In Ierland zelf werd de campagne voor een referendum om het verbod op abortus uit de grondwet te halen kracht bijgezet met een actie waarbij abortuspillen uit Belfast in Noord-Ierland per trein naar Dublin werden gebracht. Een verslag van de actie door Rita Harrold.

    ierlandactie
    Een verbod op abortus betekent niet dat het niet meer gebeurt. Het zorgt er enkel voor dat de toegang moeilijker wordt en dat er meer gevaren aan verbonden zijn. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn er jaarlijks 21,6 miljoen onveilige abortussen per jaar. Het aantal doden als gevolg van onveilige abortussen loopt op tot 13% van alle doden bij bevalling. De rechtse activisten die beweren ‘pro leven’ te zijn, blijven evenwel pleiten om abortus illegaal te houden in Ierland.

    De enige reden waarom er niet meer doden vallen in Ierland is het bestaan van een veiligheidsnet in Groot-Brittannië. Onder druk van het besparingsbeleid en het gebrek aan werk, en door de mogelijkheden van het internet, doen steeds meer vrouwen nu beroep op abortuspillen.

    Women on Web (WOW, womenonweb.org) is het geesteskind van dokter Rebecca Gomperts, een Nederlandse dokter en activist. Women on Waves stuurde in 2001 een boot naar Ierland in een poging om vrouwen tot in de internationale wateren mee te nemen om zo het Ierse verbod op abortus te omzeilen. Dat verbod staat nog steeds in de Grondwet, meer bepaald in het 8ste amendement op de Grondwet. Maar een schip volstond niet voor de duizenden vrouwen die wereldwijd toegang nodig hebben tot een veilige abortus, ook waar dit verbodne is. WOW werd opgezet om het internet aan te wenden om informatie te verspreiden over veilige abortussen en om netwerken te vestigen waardoor de nodige pillen kunnen verspreid worden onder vrouwen die dit nodig hebben.

    Baas over eigen lichaam!

    In Groot-Brittannië en andere landen waar abortus legaal is en medische abortussen (niet via een operatie maar via pillen) worden togepast, gaan vrouwen doorgaans naar een ziekenhuis en wordt met een gezondheidswerker gesproken. Womenonweb.org vervangt deze consultatie door een online gesprek met een dokter. De filosofie erachter is dat vrouwen zelf hun zwangerschap kunnen vaststellen. De abortuspillen zijn veilig, ze staan op de lijst van essentiële geneesmiddelen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Er zijn weinig redenen waarom ze niet veilig zouden kunnen gebruikt worden.

    Mifepristone en Misoprostol worden gebruikt voor een medische abortus in de eerste 12 weken van de zwangerschap. De eerste pil wordt op de eerste dag genomen en heeft geen zichtbare neveneffecten. Het beëindigt de zwangerschap. De tweede pil wordt enkele uren later genomen, onder de tong of in de vagina. Deze pillen veroorzaken contracties.

    Bloedingen, pijn en felle krampen zijn normaal maar gaan over eens de abortus geslaagd is. In minder dan 1% van de medische abortussen is er sprake van zware bloedingen. Als dit gebeurt of als er andere complicaties zijn, moeten vrouwen uiteraard direct naar het ziekenhuis. Een medische abortus leidt tot hetzelfde als een natuurlijke miskraam. Als er pillen in de vagina werden geplaatst, moeten die eerst verwijderd worden vooraleer naar het ziekenhuis wordt gegaan. Dan kan een dokter geen verschil vaststellen met een natuurlijke miskraam.

    Weg met het verbod op abortus!

    WOW biedt praktische steun aan vrouwen die baas willen zijn over hun eigen lichaam en leven. De campagne ROSA organiseerde op 28 oktober een Abortuspiltrein met activisten die pillen van WOW in Belfast ophaalden en naar Dublin brachten. Ook in Noord-Ierland zijn de pillen verboden, maar WOW stuurt de pillen naar Belfast voor verspreiding in zowel het noorden als het zuiden van Ierland.

    Dat zoiets anno 2014 nog moet is een schande. We moeten het verbod op abortus uit de grondwet halen. Er is een campagne om daar een referendum over te organiseren op het ogenblik dat er ook andere referenda gepland zijn in 2015.

    Een snelle medische abortus zou kunnen vermijden dat er doden vallen. De pillen moeten in Ierland beschikbaar worden, samen met andere abortusdiensten. De actie waarbij met een trein pillen naar Dublin werden gebracht verwees ook naar de contraceptietrein van 1971. We moeten onrechtvaardige wetten breken en tegen het establishment ingaan. Een massale campagne waarbij we opkomen voor het democratische recht om het verbod op abortus uit de grondwet te halen, is wat nu aan de orde is.

    Verslag met video op indepedent.ie

  • Brussel. Solidariteit met de pro-keuze beweging in Ierland

    Avortement03

    Op dinsdagavond 28 oktober verzamelden een 35-tal activisten voor de Ierse ambassade in Brussel. Er was een solidariteitsactie met de pro-keuzebeweging in Ierland. Er waren een tiental gelijkaardige acties doorheen de hele wereld. De Socialist Party, onze Ierse zusterpartij, komt op voor een referendum in het voorjaar van 2015 om het verbod op abortus uit de Grondwet te halen. De internationale solidariteit is belangrijk om de beweging in Ierland te ondersteunen. Een eerste spreker legde uit dat het verbod op abortus in Ierland tot doden leidt. Ook in landen waar abortus verboden is, wordt het toegepast. Maar dan wel in gevaarlijke omstandigheden waarbij het leven van vrouwen op het spel wordt gezet.

    Een tweede tussenkomst riep op tot mobilisatie om onze rechten te verdedigen. Het Spaanse voorbeeld toont aan dat wat afgedwongen rechten lijken te zijn op elk ogenblik opnieuw afgepakt kunnen worden. Enkel een massabeweging en internationale solidariteit kunnen onze rechten verdedigen.

    Tenslotte werd het verband gelegd tussen de strijd voor abortus en de strijd tegen besparingen. In België is abortus niet verboden, maar vrouwen hebben vaak toch geen echte keuze. Voor een echte vrije keuze, is het noodzakelijk dat vrouwen zich niet tot abortus verplicht zien omwille van financiële of materiële redenen. dat is waarom we de pro-keuze-activisten ook moeten mobiliseren tegen het besparingsbeleid van de rechtse regering.

    • Voor het recht op vrije en gratis abortus in publiek toegankelijke centra
    • Voor preventie aan de hand van gratis voorbehoedsmiddelen en kwaliteitsvolle seksuele voorlichting op school
    • Voor degelijke, voltijdse jobs met goede lonen, kwaliteitsvolle openbare diensten die vrouwen helpen om werk en gezin te combineren, voor kinderbijslag die de werkelijke kosten dekt om te vermijden dat abortus een louter financiële beslissing zou zijn.

    Afspraak op 9 november voor de antifascistische betoging!

     

    Fotoreportage door Boubaker

  • Solidariteit met de pro-keuzebeweging in Ierland

    rosaOp 28 oktober herdenken we de dood van Savita Halappanavar, nu 2 jaar geleden. Deze jonge vrouw overleed in oktober 2012 ten gevolge van complicaties tijdens haar zwangerschap. Ze zou nog steeds in leven zijn, mocht ze abortus hebben kunnen laten uitvoeren. Dit verhaal toont aan dat het verbod op abortus doodt. Na de dood van Savita vonden verschillende protestacties plaats in verschillende landen, waaronder België, om de politiek van de Ierse regering aan te klagen. Deze protestacties hebben de Ierse regering ertoe gebracht abortus te accepteren, maar enkel wanneer het verderzetten van de zwangerschap levensbedreigend zou zijn voor het leven van de moeder. Een nieuw voorval maakt dat de beweging voor het recht op abortus zich verder moet mobiliseren. Een jonge vrouw, slachtoffer van verkrachting, werd een abortus ontzegt na 8 weken zwangerschap en werd door de Ierse staat gedwongen tot een keizersnede.

    De Socialist Party (Ierland) – zusterorganisatie van de Linkse Socialistische Partij (LSP) in Ierland- roept op tot actie en solidariteit om de Ierse pro-choice beweging te steunen. Ze eisen een referendum, in het voorjaar van 2015, waarin de Ierse bevolking zich kan uitspreken over het schrappen van het verbod op abortus uit de Ierse grondwet. Wij steunen deze oproep en organiseren een actie op dinsdag 28 oktober om 18u30 voor de Ierse ambassade

    • Voor het recht op vrije en gratis abortus in publiek toegankelijke centra
    • Voor preventie aan de hand van gratis voorbehoedsmiddelen en kwaliteitsvolle seksuele voorlichting op school
    • Voor degelijke, voltijdse jobs met goede lonen, kwaliteitsvolle openbare diensten die vrouwen helpen om werk en gezin te combineren, voor kinderbijslag die de werkelijke kosten dekt om te vermijden dat abortus een louter financiële beslissing zou zijn. 

     

    dinsdag 28 oktober. 18u30 aan de Ierse ambassade, chaussée d’Etterbeek 180 – 1040 Etterbeek

    Facebook evenement

  • Friedrich Engels en vrouwenbevrijding

    engelsHet is 130 jaar geleden dat ‘Oorsprong van het gezin, particuliere eigendom en de staat’ door Friedrich Engels verscheen. Marxisten hebben dit boek lange tijd gezien als een belangrijke tekst over de oorsprong van vrouwenonderdrukking. Maar het werd de voorbije tijd bekritiseerd door mensen die alternatieve verklaringen voor de tweederangspositie van vrouwen in de samenleving naar voor brachten. Christine Thomas gaat na in welke mate het boek vandaag nog relevant is voor vrouwenstrijd.

    In het voorwoord van de eerste editie van ‘Oorsprong van het gezin, particuliere eigendom en de staat’ omschrijft Engels het werk bescheiden als “een geringe compensatie voor datgene, wat mijn overleden vriend [Karl Marx] niet meer vergund was te doen.” In zijn laatste jaren was Marx erg geïnteresseerd in de studie van vroege samenlevingen als onderdeel van zijn algemene analyse van het functioneren en de historische ontwikkeling van het kapitalisme. Engels bouwde verder op de toen nog ongepubliceerde nota’s van Marx. Hij erkende dat hij voor dit boek veel materiaal haalde uit het boek Ancient Society van de Amerikaanse advocaat en amateur-antropoloog Lewis Henry Morgan. Dat boek verscheen zeven jaar eerder.

    Het vertrekpunt om de historische ontwikkeling van de samenleving te begrijpen, is het proces van productie en reproductie. Veranderingen in hoe we rondkomen in het leven hebben een impact op productie en sociale verhoudingen, er is een complex samenspel van economische en sociale krachten. Sociale instellingen zoals de staat, het gezin en daarmee verbonden de onderdrukking van vrouwen zijn specifieke historische elementen die aan verandering onderhevig zijn. Vooral op basis van de studie van Morgan over de Noord-Amerikaanse Irokese bevolking en de Polynesische samenleving, probeert Engels aan te tonen dat er in het verleden egalitaire samenlevingen bestonden waar er geen particuliere eigendom was, geen staat en geen stelselmatige onderdrukking van vrouwen. Het gezin was in deze samenlevingen niet de voornaamste sociale instantie.

    Ondertussen zijn we meer dan 100 jaar van archeologisch en antropologisch onderzoek verder en kunnen we stellen dat de algemene argumenten van Engels nog steeds valabel zijn. Maar het boek ‘Oorsprong van het gezin, particuliere eigendom en de staat’ was uiteraard een product van zijn tijd. Het probeerde op revolutionaire wijze in te gaan tegen de heersende ideologie die het voorstelde alsof de instellingen van de kapitalistische samenleving universeel en natuurlijk waren. Tegelijk was het boek beperkt door wat in de jaren 1880 wetenschappelijk reeds voorhanden was. Als gevolg hiervan zijn er onvermijdelijk feitelijke fouten in het boek inzake de vroege samenlevingen en hun ontwikkeling. Engels erkende dat dit boek herzien zou moeten worden naarmate er nieuw bewijsmateriaal opdook.

    Engels volgde het standpunt van Morgan als hij stelde dat de gemeenschappelijke en egalitaire ‘gens’ de centrale sociale eenheid van klassenloze samenlevingen waren. Hedendaagse antropologen erkennen het historische bestaan van ‘gens’, maar niet de terminologie en verwijzen eerder naar een ‘verwantschapsgroep’. Er wordt algemeen aanvaard dat er klassenloze sociale groepen zonder particuliere eigendom, in de zin van particuliere eigendom van de productiemiddelen, en zonder staatsstructuur bestonden in een belangrijk deel van de geschiedenis.

    De visie van Engels over hoe de ‘gens’ evolutionair tot stand kwamen, wordt wel niet aanvaard. Er is geen bewijs voor de verschillende stadia die hij naar voor bracht: van onbeperkte ‘promiscuïteit’ tot ‘paargedrag’ (zonder seksuele relaties tussen generaties) en dan het ‘groepshuwelijk’ (met een verbod op huwelijk tussen afstammelingen). Dat was pure speculatie. Zoals Morgan voor hem, dacht Engels ten onrechte dat de bestaande verwantschapsverhoudingen – hoe mensen elkaar benaderden, als zuster, vader, vrouw,… – in deze samenlevingen een reproductie waren van verhoudingen uit een ver verleden. In werkelijkheid waren het uitdrukkingen van de relatief recente sociale en economische verhoudingen.

    irokDe gemeenschappelijke ‘gens’ van Morgan en Engels waren de centrale sociale organisatie van samenlevingen die zich baseerden op eenvoudige landbouw. Het waren vaak samenlevingen waar de afstamming bepaald werd langs de lijn van de moeder waarbij vrouwen een aanzienlijke autoriteit genoten. Eleanor Burke Leacock (1) legde uit hoe de vrouwen onder de Irokezen de voorraad groenten, vlees en andere goederen controleerden alsook huwelijken regelden en bepaalden wie stamverantwoordelijke was. Een aantal lezers van het boek van Engels namen aan dat de periode van ‘matriarchaal’ bewind voor het patriarchaat kwam, de periode van geïnstitutionaliseerde controle van vrouwen door mannen. Er is daar geen bewijs voor. Toen Engels verwees naar het ‘recht van de moeder’ had hij het over afstamming die bepaald werd langs de lijn van de moeder en niet over matriarchaat. Engels dacht effectief dat dit in alle gevallen voor de bepaling van afstamming langs mannelijke lijn kwam. Leacock lijkt daarmee akkoord te gaan als ze stelt dat er tal van voorbeelden zijn van samenlevingen waar de bepaling van de afstamming eerst langs de kant van de moeder gebeurde en nadien langs de kant van de vader, maar dat er geen omgekeerde voorbeelden zijn. Er is daar geen sluitend bewijs voor, dus blijft het een open vraag.

    De eerste gekende samenlevingen waren bovendien geen landbouwsamenlevingen maar baseerden zich op de eenvoudiger technieken van jagen, vissen en verzamelen. Antropologen zoals Leacock en Richard Lee (2) hebben uitgebreide studies gedaan naar de jager-verzamelaarsamenlevingen doorheen directe ervaringen met overlevende volkeren en door historische verklaringen te bestuderen, waaronder de geschriften van Jezuïeten uit de 17de eeuw over de oorspronkelijke inheemse bevolking van het schiereiland Labrador in Canada. Elke samenleving heeft duidelijk eigen kenmerken die bepaald worden door verschillen in geografie, omgeving,… maar dit betekent niet dat het onmogelijk is om algemene gezamenlijke kenmerken van de jager-verzamelaarsamenlevingen vast te stellen.

    Er zullen altijd wel uitzonderingen zijn en het is belangrijk om te begrijpen of de groep van jager-verzamelaars bijvoorbeeld contact had met samenlevingen met andere productiemethoden of zelfs vanuit een meer ontwikkeld technologisch systeem terug ging naar het jagen en verzamelen. Het is ook nodig om op te letten voor eventuele vooroordelen en veronderstellingen van de oorspronkelijke schrijvers of onderzoekers die zich op bronnen uit tweede hand baseerden. Maar zelfs met deze elementen in het achterhoofd kunnen enkele algemene punten over de organisatie van de jager-verzamelaarsamenlevingen gemaakt worden.

    Verschillend maar gelijk

    De omvang was verschillend naargelang de omgeving en de aanwezige voedselvoorraad, maar doorgaans leefden de jager-verzamelaars in kleine sociale groepen van 30 tot 40 mensen op basis van een verwantschap. De samenstelling van deze groep kon erg los zijn met een wisselend lidmaatschap en een flexibele interpretatie van verwantschap, het ging niet noodzakelijk om bloedverwanten. Deze groepen waren mobiel in de zoektocht naar voedsel, ze kwamen om verschillende ogenblikken bijeen om samen te werken, voor sociale activiteiten,… De productie en distributie van goederen gebeurde sociaal en op basis van samenwerking. De productiemiddelen waren erg beperkt. Er waren mogelijk beperkte private bezittingen, maar de productiemiddelen waren collectief bezit met weinig accumulatie aangezien de groep steeds onderweg was. Er waren uitwisselingen van geschenken tussen verschillende groepen, maar de productie was in de eerste plaats toch voor direct gebruik.

    Alle volwassen zonder fysieke beperkingen waren doorgaans direct betrokken in de productie en distributie van voedsel. De belangrijkste arbeidsdeling was op basis van geslacht. Doorgaans waren de mannen verantwoordelijk voor het jagen en de vrouwen vooral voor het verzamelen van vruchten, noten, bessen,… De goederen van beide geslachten werden collectief gedeeld door de groep. Omdat de bronnen van Engels vooral betrekking hadden op landbouwsamenlevingen, wordt niet specifiek verwezen naar de rol van vrouwen in het verzamelen maar wel naar de rol als verantwoordelijken voor de kinderen en het huishouden. Maar Engels was wel correct als hij het ‘publieke’ karakter van de rol van vrouwen in deze samenlevingen. De zorg voor kinderen was een sociale rol in het belang van de hele groep en er was geen kunstmatig onderscheid tussen de private rol van een vrouw in een individueel gezin en haar publieke rol in de samenleving in het algemeen, een onderscheid dat wel bestaat onder het kapitalisme en andere klassensamenlevingen.

    In de jager-verzamelaarsamenlevingen konden persoonlijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen zowel stabiel als los zijn. Ook waren er zowel gevallen dat de man naar de groep van de vrouw trok na een ‘huwelijk’ of omgekeerd dat de vrouw naar de groep van de man trok. Omwille van de samenwerkende aard van de groep, leidde een breuk niet tot economische problemen voor vrouwen en kinderen. De belangrijkste sociale eenheid was de collectieve groep, niet het gezin, en dit was gebaseerd op onderlinge economische afhankelijkheid van de hele groep en niet van individuele vrouwen die afhankelijk waren van hun mannelijke partner.

    Leacock, Stephanie Coontz en Petra Henderson (3) of Christine Ward Gaitley (4) waarschuwen allen voor het gevaar om veronderstellingen te doen over de rol van vrouwen in het tijdperk voor de klassensamenlevingen waarbij deze veronderstellingen gebaseerd zijn op de ongelijke sociale verhoudingen die kenmerkend zijn onder het kapitalisme. Een arbeidsdeling tussen mannen en vrouwen komt niet noodzakelijk neer op ongelijkheid. De economische bijdrage van vrouwen in de jager-verzamelaarsamenlevingen voorzag doorgaans in het grootste deel van de voedingsbehoeften van de groep. Terwijl de rollen van mannen en vrouwen verschilden, was het niet zo dat er sprake was van ondergeschiktheid. Beiden waren gelijkwaardig en nodig voor de groep.

    Leacock toonde aan hoe vrouwen hun eigen productie controleerden, autonoom beslissingen namen over de activiteiten waarvoor ze verantwoordelijk waren. Vrouwen waren doorgaans de belangrijkste verzorgers van de kinderen en hun reproductieve rol beperkte hun mogelijkheden om te jagen (dat zou uiteraard gevaarlijk zijn voor zwangere vrouwen of moeders). Maar dit betekende niet dat hun sociale status lager was. In werkelijkheid was de arbeidsdeling vaak erg flexibel waarbij vrouwen ook op kleine dieren joegen of meegingen met de mannen op de jacht . Tegelijk waren mannen vaak betrokken bij de zorg voor de kinderen.

    De huidige ongelijke sociale status voor vrouwen kan niet enkel uitgelegd worden door de reproductieve functie van vrouwen waarbij dit los wordt gezien van sociale en economische verhoudingen zoals een aantal radicale feministen (en niet-feministen) proberen te doen. Theorieën over mannelijke suprematie als gevolg van meer kracht of geweld zijn eveneens onhoudbaar. Alhoewel geweld en sporadisch zelfs oorlogsvoering voorkwamen in de vroege klassenloze samenlevingen, waren dit erg uitzonderlijke fenomenen. De studie van Leacock stelt dat de belangrijkste waarden van de gemeenschapsgroepen bestonden uit samenwerking, wederkerigheid, solidariteit, generositeit, geduld en respect. Zelfs jagen was normaal gezien een activiteit gebaseerd op samenwerking tussen mannen en soms ook vrouwen. Dat gaat in tegen het stereotype en ruwe biologische deterministische beeld van de man als agressieve eenzame jager.

    De jager-verzamelaarsamenlevingen werden gekenmerkt door economische en sociale verhoudingen die niet hiërarchisch waren en zonder sociaal onderscheid op basis van rijkdom. Er was geen staat. Het nemen van beslissingen en oplossen van conflicten gebeurde informeel op basis van discussie en consensus. Als conflicten niet opgelost raakten, leidde het er doorgaans tot dat iemand de groep verliet. De groep kan geneigd geweest zijn om meer te luisteren naar de standpunten van bepaalde leden van de groep, maar deze ‘autoriteit’ was op persoonlijke kenmerken gebaseerd of de leeftijd. Het kwam niet voort uit eigendomsverhoudingen. Ze konden hun mening geven en proberen om de anderen te overtuigen, maar ze waren niet in staat om anderen iets op te leggen.

    Neolithische revolutie

    Voor Engels kwam het opbreken van de gemeenschappelijke gens en het proces van de opkomst van particuliere eigendom, klassen, het gezin als sociale instelling, vrouwenonderdrukking en de staat voort uit de ontwikkeling van technologie en de productiekrachten. In het eerste hoofdstuk van ‘Oorsprong van het gezin, particuliere eigendom en de staat’ gebruikte hij een evolutionair schema vol 19de eeuwse terminologie – wildheid, barbaarsheid en beschaving – dat vandaag niet meer gevolgd wordt. Antropologen zullen eerder spreken van de jager-verzamelaarsamenleving, landbouwsamenleving en stedelijke samenlevingen. Enkele details van hoe Engels de veranderingen in de samenleving naar voor bracht, worden eveneens betwist door bewijsmateriaal dat sindsdien is opgedoken. Maar er is een breed gedragen overeenstemming dat er ongeveer 8.000 tot 10.000 jaar geleden een revolutionaire verandering in de productie plaatsvond. Doorgaans wordt hiernaar verwezen als de ‘neolithische revolutie’, een term die voor het eerst werd gebruikt door de archeoloog V Gordon Childe. Deze verandering was de aanzet voor processen in de richting van sociale stratificatie, ongelijkheid in macht, rijkdom en een onderscheid op basis van geslacht en klasse.

    Deze radicale verandering kwam voort uit de mogelijkheden van de samenlevingen om planten en dieren te temmen. Engels dacht ten onrechte dat het kweken van dieren vooraf ging aan het planten en oogsten van granen. Historische studies tonen nu aan dat beiden wellicht in nauw verband met elkaar ontwikkelden (inzake historisch tijdverband). Aanvankelijk gebeurde dit in het vruchtbare gebied van zuidwest-Azië en het ‘nabije oosten’.  Eenvoudige landbouw ontstond onafhankelijk van elkaar in minstens vijf delen van de wereld en verspreidde zich wellicht verder naar andere regio’s door de migratie van landbouwers, de verspreiding van kennis van de nieuwe technieken of door veroveringen. De landbouw kwam in Europa vanuit Azië rond 3.500-6.000 voor onze tijdrekening.

    Het ging niet om een rechtlijnig proces. Sommige samenlevingen begonnen de voedselproductie pas op te nemen bij het koloniale contact, anderen verzetten zich ook daartegen en gingen met de jager-verzamelaarmethode door tot vrij recente tijde. Engels wordt vaak bekritiseerd voor het verdedigen van een eenzijdige visie op sociale ontwikkelingen en er wordt dan gezegd dat dit ingaat tegen de algemene geschriften van Marx over historische ontwikkelingen. Dergelijke kritiek baseert zich vaak op het gebrek aan informatie van Engels over de verschillende samenlevingen, maar ook op foutieve interpretaties van wat Engels stelde in plaats van op wat Engels zelf naar voor bracht.

    De reden waarom mensen van de jager-verzamelaarsamenlevingen overgingen naar landbouw, verschilde wellicht van regio tot regio. Er waren omgevingsfactoren zoals een vermindering van de beschikbare voedselvoorraad of een toename van het aantal eenvoudig te telen planten. Een aantal samenlevingen van jager-verzamelaars in erg rijke regio’s (zoals de noordwestelijke kust van Noord-Amerika) konden een relatief sedentair leven leiden, maar de meeste groepen waren nomadisch en trokken rond om voedselbronnen aan te spreken.

    Met productie op basis van eenvoudige landbouwtechnieken  (afbranden van terrein, schoffel, graafstokken,…) begon dit te veranderen. De grond werd voorbereid, er werden granen gezaaid en geoogst. Dat vereiste meer constante aandacht van de telers. Doorheen de tijd begonnen sommige verwantschapsgroepen zich te vestigen, kleine permanente dorpen te vormen en uiteindelijk werd het nomadische leven opgegeven. Een sedentaire levensstijl zorgde er samen met een toegenomen productiviteit voor dat de fertiliteit toenam en ook de bevolkingsdichtheid groter werd.

    De omvang van de groepen jager-verzamelaars was doorgaans beperkt zodat het mogelijk was om snel verder te trekken naar plaatsen waar voedsel voorhanden was. Vrouwen konden daarbij niet gemakkelijk meer dan een kind meedragen, waardoor de tijd tussen de verschillende kinderen doorgaans rond de vier jaar lag. Dat gebeurde op basis van seksuele onthouding, maar indien nodig ook door abortus of door babymoord. In sedentaire samenlevingen waren de beperkingen niet zo groot en konden vrouwen regelmatiger kinderen krijgen, de tijd tussen twee kinderen nam af tot een gemiddelde van ongeveer twee jaar.  De bevolking begon geleidelijk te groeien.

    In eenvoudige landbouwsamenlevingen werd de productie vaak, maar niet altijd, uitgevoerd door individuele of uitgebreide gezinnen. De grond was wel collectief ‘bezit’ van de verwantschapsgroep. De verdeling van voedsel gebeurde collectief en doorgaans waren economische en sociale verhoudingen georganiseerd op basis van verwantschapsbanden. Naarmate de samenleving ontwikkelde werden die banden meer geformaliseerd. Sociaal aanvaarde normen over toegang tot middelen – de basis waarop de productie werd georganiseerd, de arbeidsdeling, de verdeling van wat geproduceerd werd, uitwisseling binnen en met  andere groepen, wie met wie kon trouwen,… – werd geleidelijk aan meer geregeld en gestructureerd. Maar het was nog steeds georganiseerd op basis van verwantschap en gemeenschappelijke waarden van samenwerking, wederkerigheid, wederzijdse verplichtingen en verantwoordelijkheden die door de groep werden bepaald.

    Opkomst van de klassensamenleving

    Zoals Engels uitlegde, kwamen de nieuwe economische en sociale krachten voort uit de veranderde productiemethoden die de basis voor potentiële conflicten binnen en tussen verwantschapsgroepen in zich droegen. Dit ondermijnde de egalitaire, gemeenschapsorganisatie waarop de groepen gebaseerd waren. Het was echter geen onvermijdelijk of lineair proces, iedere samenleving had een eigen dynamiek. In sommige samenlevingen ontwikkelde dit interne proces helemaal tot aan een klassenverschil. In andere hield het bij de tussenstadia van ontwikkeling al op, sommige samenlevingen stortten in elkaar vooraleer het proces vervolledigd was. Voor velen kwam de klassensamenleving niet tot stand door interne ontwikkelingen, maar omdat het van buitenaf werd opgelegd door koloniale machten. Bovendien waren dit processen die in sommige gevallen geleidelijk aan over een periode van duizenden jaren ontwikkelden.

    De productie in de jager-verzamelaarsamenlevingen was vooral gericht op direct gebruik door leden van de groep. Met de ontwikkeling van landbouw en bijhorende technologische verbeteringen zoals het bakken van potten en metaalbewerking, gevolgd door meer intensieve productietechnieken zoals de ploeg of irrigatie, werd het mogelijk om meer te produceren dan de onmiddellijke behoeften van de groep. Een voorraad van overschot aan graan en andere voeding kon bijgehouden worden voor moeilijker tijden als gevolg van mislukte oogsten, stormen, droogte, infecties,…

    Een groeiend surplus liet sommige individuen en groepen toe om zich uit de voedselproductie terug te trekken. Dat was het geval met ambachtslui, handelaars, strijders en priesters. In sommige samenlevingen nam een specifiek lid van de groep met een zeker prestige de functie op zich om het surplus te verzamelen en te verdelen, vaak doorheen ceremoniële feesten. Aanvankelijk waren er aan deze rol in functie en ten voordele van de volledige groep geen privileges verbonden, naar de gewoonten van wederkerigheid en generositeit werd van de uitoefenaar van deze functie doorgaans verwacht dat hij meer gaf dan hij kreeg. Maar de basis werd gelegd voor de ontwikkeling van verschillen en competitie tussen gezinnen en groepen, waarbij de meest productieve het meeste prestige kregen.

    In sommige gevallen werd de positie van dorpsoverste erfelijk en ontwikkelden verantwoordelijken die meer privileges genoten in de vorm van meer toegang tot middelen, zonder er de volledige controle over te verwerven. Hiërarchie en ongelijke toegang tot middelen ontwikkelde samen met en in tegenstrijd met de bestaande horizontale gemeenschapsorganisatie van de groep. In die samenlevingen waar de dominante groep, chef,… probeerde weg te gaan van de verplichting van wederkerigheid, werd de weg voorbereid voor klassenverschillen waarbij een of meer sociale groepen een deel van de geproduceerde goederen van anderen tot zich nam zonder dat ze daarvoor iets moesten terugdoen voor de rest van de verwantschap.

    Consolideren van de staat

    De groeiende ongelijkheid en de klassenverschillen werden stilaan bevestigd en hierdoor ontstond de nood aan speciale instellingen en krachten om de steeds complexere samenlevingen te beheren, de producenten aan te zetten tot meer productie en om bijdragen/belastingen af te dwingen. Dit werd gebruikt om de geprivilegieerde positie van de heersende groepen te beschermen, te legitimeren en te versterken. Er waren natuurlijk wel gevallen van verzet en rebellie tegen de opkomende klassenheerschappij. Maar de ontwikkelende heersende elites waren vaak gebaseerd op elementen van de verwantschapsbanden die bleven bestaan op een ogenblik dat klassenverhoudingen al dominant waren.  De op de verwantschap gebaseerde ideologie speelde een belangrijke rol in het rechtvaardigen van stratificatie en uitbuiting, het zorgde ervoor dat de heersende laag aanvaard werd door de bredere sociale groep.

    De meest succesvolle heersers waren doorgaans diegenen die gezien werden als nauw verbonden met de voorlopers van de groep en de goden. Hun nabijheid verklaarde hun capaciteit om de productie op te drijven en rechtvaardigde hun blijvende heerschappij als essentieel voor het welzijn van de volledige groep. De rol van priesters en de kaste van priesters was nauw verbonden met de ideologische rechtvaardiging van de economische en politieke macht van de heersende lagen. In sommige gevallen (zoals Mesopotamië) kwamen de heersende groepen zelf uit deze lagen voort. Waar de processen het verste ontwikkelden, werd de ideologie geïnstitutionaliseerd als staatsreligie.

    Hoe de klassenverhoudingen ontwikkelden, verschilde van samenleving tot samenleving en kan doorheen de strijd tussen verschillende heersende groepen veranderen. Engels legde uit wat de processen waren in de totstandkoming van de slavernij in het klassieke Griekenland en Rome. De eerste gekende klassensamenlevingen waren evenwel gebaseerd op wat Marx de Aziatische productiewijze noemde. De naam is wat ongelukkig want dit type van samenleving kwam ook buiten Azië voor. Slavernij was mogelijk in een dergelijke samenleving, maar het was niet de dominante productievorm. De grond was geen particulier bezit, zoals in de feodale samenleving, maar werd gezien als ‘eigendom’ van de staat die de landbouwers en andere onderworpen groepen uitbuitte door bijdragen of taksen van hen af te dwingen en door collectieve arbeid op grootschalige gemeenschapswerken zoals de aanleg van wegen, irrigatie, tempels of begraafplaatsen voor de heersende elite. De eerste stadstaten ontstonden wellicht rond 3.700 voor onze tijdsrekening in Mesopotamië. De economische herverdeling, religie, ambachten, schrijven, handel,… werden daar door en rond de tempel georganiseerd. De staat voorzag de boeren in de productiemiddelen en haalde het surplus meteen op voor eigen rekening.

    De afname van de status van vrouwen tegenover die van mannen was onlosmakelijk verbonden met deze economische en sociale processen die de basis vormden voor klassenongelijkheid en de staat. Het was geen plotse gebeurtenis, zoals sommige ‘interpretaties’ van Engels lijken te veronderstellen, maar een langdurig proces vol tegenstrijdigheden waarbij er duizenden jaren van verschillende niveaus van onderdrukking waren in verschillende samenlevingen. Engels legde nooit uit waarom het de mannen waren die het dominante geslacht werden en niet de vrouwen, maar het beschikbare bewijsmateriaal zou aangeven dat als gevolg van de al bestaande arbeidsverdeling tussen mannen en vrouwen in verwantschapsgroepen de functies die het dichtst betrokken waren bij de accumulatie, opslag en verdeling van het surplus doorgaans door mannen werden uitgeoefend.

    Er is bewijsmateriaal van vrouwen die stamhoofd waren, handelaars of priesters, zeker in de Afrikaanse samenlevingen. Maar doorgaans waren het mannen die deze posities uitoefenden en bovendien als strijders verantwoordelijk waren voor de verdediging en de accumulatie van de surplusproductie. In deze samenlevingen waar de landbouwtechnieken steeds zwaarder en intensiever werden, waren het de mannen die verantwoordelijk waren voor het ploegen en de irrigatie. Een arbeidsdeling die in een egalitaire samenleving geen hiërarchie of genderverhouding omvatte, legde de basis voor een groeiend prestige voor (sommige) mannen die steeds meer macht verkregen door hun controle op het groeiende surplus.

    Geïnstitutionaliseerde genderongelijkheid

    De veranderende productietechnieken zorgden ervoor dat het belang van het individuele gezin als economische eenheid groter werd. Deze economische eenheid bleef bestaan naast en in concurrentie tot de verwantschapsgroep. In de eerste klassensamenlevingen was de staat voor de toe-eigening van een deel van de gezinsproductie afhankelijk van de mannelijke gezinshoofden om hun deel bij te dragen. Dat versterkte de mannelijke controle over de vrouwelijke productie binnen het individuele gezin. Als gevolg hiervan werden vrouwen economisch steeds meer afhankelijk van het mannelijke gezinshoofd en verloren ze hun relatieve autonomie in de samenleving. Tegelijk werd hun werk, dat voorheen een sociale rol speelde voor de hele verwantschapsgroep, steeds meer een particuliere activiteit in het kader van een individueel gezin. Vrouwen van de economisch dominante groepen verloren doorgaans ook hun economische autonomie en stonden onder de controle va de mannen, zelfs indien ze nog een zekere sociale macht hadden over de onderworpen klassen wiens arbeidskracht werd uitgebuit om een surplus te produceren.

    In de eerste verwantschapsgroepen betekende exogamy (het buiten de eigen groep ‘trouwen) niet noodzakelijk, zoals Engels dacht, dat er geen sprake was van huwelijk tussen verwanten (incest). Het was in de eerste plaats verbonden met het creëren van samenwerking tussen verschillende groepen. Het was ook niet zo dat mannen de vrouwen ‘uitwisselden’ als een vorm van handelswaar zoals de structuralistische antropologen (5) en sommige feministen stellen. De verwantschapsgroep als geheel, waaronder de vrouwen, waren bij de beslissingen betrokken (6). Met de opkomst van klassenongelijkheid, begon het huwelijk onder de heersende elite een politieke rol te spelen gericht op het vergroten en consolideren van rijkdom, macht en prestige.

    De economisch dominante groepen probeerden de rijkdom en economische controle te behouden binnen hun erfopvolging en gezin. Hierdoor kreeg het concept van erfenissen een groter belang. Het versterkte en en droeg bij tot het veralgemenen van de vaststelling van de afkomst op basis van de vaderlijke lijn. Tegelijk nam de controle op de reproductie en seksualiteit van vrouwen toe, er kwamen harde straffen voor overspel door vrouwen. Over de tijd werd het monogame patriarchale gezin waar Engels naar verwees, waarbij een individuele man de totale controle over het hele gezin had en daarbij ook fysiek geweld mocht gebruiken, de belangrijkste vorm van familiale eenheid. Deze vorm ontstond wel later in de ontwikkeling van de klassensamenleving dan wat Engels vermoedde. Met de consolidatie van de klassenheerschappij raakten de genderongelijkheden stilaan geïnstitutionaliseerd. Het werd versterkt en opgevoerd door de ideologie en religie.

    Echte bevrijding

    Door de onderdrukking van vrouwen in een historisch proces te plaatsen en door aan te tonen dat de mannelijke dominantie en systematische onderdrukking van vrouwen niet universeel was, blijft ‘Oorsprong van het gezin, particuliere eigendom en de staat’ van Engels een krachtig boek, zelfs indien er feitelijke onnauwkeurigheden zijn opgedoken. Het boek toonde aan dat economische en sociale veranderingen de positie van vrouwen in de samenleving hebben veranderd, wat meteen ook betekent dat toekomstige veranderingen de basis kunnen leggen voor het einde van onderdrukking van vrouwen. “De eerste voorwaarde voor de bevrijding van vrouwen”, stelde Engels, “bestaat daarin, dat het gehele vrouwelijke geslacht wederom deelneemt aan de maatschappelijke productie.”

    We hebben de afgelopen decennia gezien hoe structurele veranderingen in het kapitalisme hebben geleid tot een opmerkelijke toename van de participatie van vrouwen op de werkvloer. Dit had ongetwijfeld een positief effect op de standpunten en verwachtingen van vrouwen zelf en het had ook een invloed op de meer algemene sociale attitudes. Maar de economische, sociale en persoonlijke autonomie van vrouwen wordt beperkt door de noden van het kapitalisme. Engels legde uit dat dit vereist dat “het individuele gezin niet langer de economische eenheid van de maatschappij is.” Het gezin als instelling en de rol van vrouwen daarin is sinds het schrijven van ‘Oorsprong van het gezin, particuliere eigendom en de staat’ duidelijk veranderd. Maar het boek behoudt een economische en ideologische relevantie voor het 21ste eeuwse kapitalisme dat leidt aan een systeemcrisis en bol staat van de tegenstellingen: een systeem dat vrouwen als goedkope arbeidskrachten op de werkvloer uitbuit terwijl het tegelijk afhankelijk is van hun traditionele rol als onbetaalde zorgdragers in het gezin.

    De kapitalistische ideologie over de rol en status van vrouwen in de samenleving is ook sterk ontwikkeld sinds het einde van de 19de eeuw. Maar de ideeën en waarden van een systeem op basis van de productie gericht op winsten en ongelijkheid op vlak van rijkdom en macht, blijven bestaan en gaan samen met het uitgeleefde idee van mannelijke autoriteit en suprematie, een idee dat zijn oorsprong vindt in vroegere klassensamenlevingen. Als gevolg blijven vrouwen geconfronteerd worden met geweld, seksueel misbruik en beperkingen van hun seksualiteit en reproductieve rechten, seksisme, discriminatie, stereotype genderrollen en dubbele standaarden.

    Voor Engels lag de basis voor het oplossen van de problemen van vrouwen in de samenleving in de “overgang van de productiemiddelen naar gemeenschappelijk bezit”. Dat zou ervoor zorgen dat het monogame gezin niet langer de economische eenheid van de samenleving is. “De particuliere huishouding wordt een maatschappelijk bedrijf. De verzorging en opvoeding van de kinderen wordt een openbare aangelegenheid; de maatschappij zorgt voor alle kinderen op dezelfde wijze.” In een socialistische samenleving zullen persoonlijke verhoudingen bevrijd zijn van economische en sociale beperkingen die hen vandaag nog steeds beperken. De basis voor echte bevrijding zal gelegd worden. Honderddertig jaar nadat de woorden van Engels over vrouwenonderdrukking werden geschreven, behouden ze nog al hun kracht.

    [divider]

    Voetnoten

    1. Leacock: Myths of Male Dominance, Monthly Review Press.
    2. Leacock and Lee: Politics and History in Band Societies, Cambridge University Press, 1982; Lee, The !Kung San, Cambridge, 1979.
    3. Coontz and Henderson: Women’s Work, Men’s Property, Verso, 1986.
    4. Gaitley: Kinship to Kingship, Gender Hierarchy and State Formation, University of Texas Press, 1987.
    5. Zie, vooral, Levi-Strauss.
    6. Zie Leacock, Gaitley, Coontz and Henderson, op cit.
  • Slachtoffer van verkrachting abortus ontzegd in Ierland

    Verklaring door Ruth Coppinger, parlementslid van de Socialist Party

    Volgens de Sunday Times vroeg een jonge vrouw die het slachtoffer was van een verkrachting na acht weken zwangerschap een abortus op basis van haar zelfmoordneigingen. De krant stelde dat tegen de experts haar zelfmoordneigingen bevestigden, een verloskundige tussenkwam om een keizersnede voor te stellen aangezien de foetus levensvatbaar was. De krant stelde dat de vrouw in honger- en dorststaking ging omdat haar vraag werd afgewezen. Ze kreeg hierop gedwongen vocht toegediend. De vrouw weigerde een keizersnede waarop de rechter een bevel hiervoor werd gevraagd, maar ondertussen had de vrouw alsnog ingestemd met een keizersnede.

    ireland2Zonder volledig overzicht van alle feiten ziet het er naar uit dat de overheid een kwetsbare vrouw een onwaarschijnlijk wreed mentaal en fysiek lijden heeft aangedaan. Feit is dat deze jonge vrouw met zelfmoordneigingen niet kon reizen omwille van haar status als migrant. Dat ze in honger- en dorststaking ging, geeft aan dat ze bijzonder wanhopig was omwille van het uitstel en de uiteindelijke weigering van haar aanvraag. Het gedwongen toedienen van vocht, samen met een aanhoudende weigering van de vraag tot abortus komt barbaars over. Het feit dat haar foetus werd vertegenwoordigd door een advocaat is middeleeuws en geeft aan dat het leven van een vrouw en dat van een foetus door de Ierse wet [het ‘8ste Amendement’ op de Grondwet] op gelijke voet worden geplaatst. Deze wetgeving zorgde er in dit geval voor dat een vrouw met zelfmoordneigingen abominabel werd behandeld door de staat.

    Tegen dat de experts ermee akkoord waren dat de vrouw zelfmoordneigingen had, stelde de verloskundige vast dat de foetus levensvatbaar was. De onvermijdelijke tegenstrijdigheid in een door de katholieke kerk beïnvloed wettelijk kader van het ‘evenwicht’ tussen rechten van een foetus en een volwassen vrouw, betekent dat vrouwenrechten nog steeds ontzegd worden.

    Na de tragische dood van Savita Halpannavaar riep de gewone bevolking van Ierland ‘Nooit meer’. Jammer genoeg zal het lichaam van vrouwen onder deze wetgeving steeds gezien worden als een louter werktuig om kinderen te produceren en als een terrein waarop de rechtbanken en politici het voor het zeggen hebben.

    Ik zal volgende vragen aan de regering en ministers Varadkar en Fitzgerald stellen:

    • Wat veroorzaakte het uitstel tussen de vraag van de vrouw tot abortus toen ze acht weken zwanger was en de afwijzing van de vraag 12 of meer weken later? Kwam dit door het nieuwe onwerkbare wettelijke kader en de richtlijnen die deze vrouw duidelijk tekort schoten, of was er een ‘afweging van rechten’ om de beslissing bewust uit te stellen tot het ogenblik dat er levensvatbaarheid was?
    • Wat waren de omstandigheden die de staat en de gezondheidsdiensten toelieten om de volledige controle over deze vrouw over te nemen, waaronder de beslissing om naar de rechtbank te stappen op kosten van de belastingbetalers? Waarom kreeg ze geen recht op abortus of minstens het recht om het land te verlaten om elders een abortus toegediend te krijgen? Waarom kreeg deze vrouw gedwongen vocht toegediend toen ze in honger- en dorststaking ging, net omdat ze geen positief antwoord kreeg op de vraag tot abortus die ze wilde om haar zelfmoordgedachten de kop in te drukken? Was deze gedwongen toediening van vocht in het belang van de vrouw of de foetus?
    • Het recht van vrouwen om te reizen om toegang te hebben tot abortus werd 21 jaar geleden bevestigd in de wet. Waarom discrimineert de staat nu tegen vrouwen wiens reismogelijkheden beperkt zijn? Komen er garanties op automatische rechten op visa en terugkeer voor alle niet-Europese vrouwen of meisjes die in het buitenland een abortus willen?
    • Wie denken jullie dat de lichamen van vrouwen bezitten? Zijzelf, of de staat? Waarom werd een advocaat aangesteld voor de foetus en wie was verantwoordelijk voor die aanstelling? Wat zijn de plannen om in de 21ste eeuw binnen te treden inzake gezondheidszorg en een keuze voor vrouwen in Ierland? Of zal de regering zich beperken tot het voorwendsel dat dit een moderne, democratische staat is terwijl duizenden vrouwen naar het buitenland reizen om toegang te hebben tot abortus, illegale abortussen ondergaan met het risico dat ze hiervoor gevangenisstraffen oplopen en met het feit dat de meest kwetsbare vrouwen – de armsten, migranten, zieke vrouwen,… – nog steeds groot gevaar lopen?

    ireland6
    Gisteren werd in Dublin (en andere Ierse steden) geprotesteerd tegen dit schandaal. De Socialist Party lag mee aan de basis van dit protest.

  • Zomerschool van het CWI. Commissie over feminisme en socialisme

    Verslag door Emily (Namen)

    Femmes_contre_la_criseVeel mensen met diverse standpunten beroepen zich op de term feminisme. Volgens ons is enkel het socialisme in staat om de materiële basis te vormen waarop een einde aan seksisme kan gemaakt worden.

    Tien jaar geleden werd nog over post-feminisme gesproken. Vanuit een puur juridisch standpunt hebben vrouwen effectief een wettelijke gelijkheid bekomen. Maar de economische crisis van de afgelopen jaren heeft opnieuw bevestigd dat deze gelijkheid enkel op papier bestaat. De groepen in de samenleving die het hardste onderdrukt worden – zoals vrouwen – voelen de gevolgen van de crisis veel harder. Zelfs indien er vandaag geen brede vrouwenbeweging is, voelen velen zich betrokken door deze kwestie en is er een bereidheid tot actie. Het ontbreekt vooral aan methoden en perspectieven om er richting aan te geven.

    Marxisten komen op voor echte gelijkheid die zich niet tot het virtuele domein beperkt. Daartoe is het eerst en vooral belangrijk om vrouwen van revolutionaire socialistische standpunten te overtuigen. Anderzijds is het nodig om de strijd te voeren waarmee een nieuwe samenleving kan uitgebouwd worden, een samenleving waarin de materiële basis voor onderdrukking van vrouwen is verdwenen, kortom een socialistische samenleving.

    We kunnen niet ontkennen dat er ook in de arbeidersklasse seksisme aanwezig is. Deze onderdrukking is ouder dan het kapitalistische systeem. Het dateert van de eerste klassensamenlevingen en is sindsdien verder ontwikkeld. Het is dan ook een constante strijd om vrouwen te organiseren en te ontwikkelen als revolutionaire kaders.

    Het patriarchaat heeft niet altijd bestaan. In de primitief communistische samenlevingen was er een zekere taakverdeling tussen mannen en vrouwen, maar niet op basis van een hiërarchie tussen de geslachten. Het overleven van de groep was enkel mogelijk op basis van een perfecte samenwerking tussen iedereen. De komst van een productieoverschot legde de materiële basis voor de onderdrukking op klassenbasis en ook de onderdrukking van vrouwen. Het ging samen met de notie van privaat eigendom dat van generatie op generatie overgaat. Dit leidde tot de opkomst van een hiërarchie tussen de rol van productie en deze van reproductie. Er waren verschillende vormen van klassensamenlevingen, maar de onderdrukking van vrouwen was een weerkerend fenomeen in al deze vormen. Enkel door een einde te maken aan de klassensamenleving is het mogelijk om een einde te maken aan seksisme. Daartoe is de eenheid van mannen en vrouwen van onze klasse doorheen onze strijd onmisbaar.

    We moeten daarbij opmerken dat niet alleen vrouwen uit de arbeidersklasse onderdrukt worden. Zo is er in alle lagen van de bevolking geweld tegen vrouwen, maar voor vrouwen uit beter begoede lagen is het doorgaans wel gemakkelijker om een gewelddadige situatie te verlaten zonder hierdoor meteen in armoede en ellende terecht te komen. De Amerikaanse presidentsvrouw Michelle Obama mag dan wel een zwarte vrouw zijn, ze wordt uiteraard niet op eenzelfde wijze onderdrukt als een vrouw in de fastfoodsector en ook minder dan een man die in deze sector werkt. Alle vrouwen worden onderdrukt, maar arbeidersvrouwen worden dubbel onderdrukt. Als vrouwen van de heersende klasse echt tegen seksisme willen ingaan, moeten ze breken met hun klasse om samen met de arbeidersklasse tegen het kapitalisme te strijden. Klassenonderdrukking gaat voor andere vormen van onderdrukking. Enkel door de klassensamenlevingen af te schaffen, is het mogelijk om seksisme en andere vormen van onderdrukking aan te pakken.

    Wij verwerpen het burgerlijke feminisme dat mannen tegen vrouwen plaatst – en er soms zelfs vanuit gaat dat vrouwen enkel en alleen omwille van hun geslacht wel gelijk moeten hebben. Het volstaat niet om vrouwen hoger in de maatschappelijke hiërarchie te laten doorklimmen, vrouwelijke managers veranderen het karakter van de klassenonderdrukking niet. Verworvenheden die bekomen zijn, kregen we niet door enkele uitzonderlijke vrouwen in de parlementen. Het is geen individuele kwestie, er is nood aan een globale visie. De ervaring van iedereen kan anders zijn, maar een begrip van de verschillende standpunten op basis van solidariteit en eenheid is nodig.

    Het algemeen stemrecht, gelijkheid in het burgerlijk huwelijk, het recht om te scheiden, recht op veilige abortus, moederschapsverlof, kinderopvang, collectieve restaurants,… zijn verworvenheden die tijdens periodes van intensieve strijd door de volledige arbeidersklasse zijn afgedwongen. Dat zagen we onder meer met de Russische revolutie van 1917 waarmee enkele decennia voorsprong werden genomen op de rest van de wereld. Het is door massastrijd dat de dubbele taak van vrouwen in een klassensamenleving kan aangepakt worden.  Met die dubbele taak wijzen we op zowel het productieve werk in het kader van het normale arbeidsproces als het werk in het huishouden dat op de kap van vrouwen terecht komt. Vrouwen uit de hogere klassen kunnen daar personeel voor inhuren.

    Het is eveneens op basis van massastrijd op syndicaal vlak dat het principe van gelijk loon voor gelijk werk werd gevestigd. Desondanks blijft er tot op vandaag een kloof bestaan tussen de lonen van mannen en vrouwen. Naargelang de krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal is die kloof kleiner of groter. De Wereldbank stelt dat de loonkloof varieert tussen 10 en 30%. Er is daarbij overigens geen opmerkelijk verschil tussen de zogenaamde rijke en arme landen, onder de werkenden met de laagste lonen is het verschil wel opmerkelijk groter.

    Met de besparingen die momenteel wereldwijd worden doorgevoerd, komt de kwestie van de dubbele dagtaak opnieuw prominenter op de agenda. De eerste aanvallen zijn vaak gericht op de zorgsector (kinderopvang, bejaardenzorg, gezondheidszorg, onderwijs, opvanghuizen voor vrouwen,…). Steeds meer wordt zorg opnieuw overgeheveld naar de familie. Het werk komt vaak bij vrouwen terecht in de vorm van individuele verantwoordelijkheden in plaats van collectieve zorg door de samenleving. Tegelijk worden de arbeidsvoorwaarden onder vuur genomen, werklozen vervolgd,… Het besparingsbeleid werpt een groot aantal vrouwen in onzekerheid en ellende. Het doet de onderdrukking van vrouwen toenemen en zet hun materiële levensvoorwaarden onder druk.

    We moeten opkomen voor een socialistische samenleving waarin de basis gelegd wordt voor echte gelijkheid. Zo kan de opvang van kinderen door de gemeenschap georganiseerd worden terwijl een ouder tegelijk het recht heeft om thuis te blijven om kinderen op te voeden en daar niet meteen financieel voor afgestraft wordt. Het is enkel dan dat er een echte vrije keuze mogelijk is. Dat kan echter enkel op basis van een democratisch beheer van de economie.

    Tegenover zo een diep gewortelde onderdrukking als seksisme is het nodig om diepgaand te werken. We moeten een constante aandacht hebben voor de integratie van vrouwen in elke strijdbeweging en tegelijk in de arbeidersbeweging de discussie over de strijd tegen seksisme blijven aangaan. Om eenheid te bekomen moeten we onze strategie en methoden uitleggen. Maar zelfs in die omstandigheden zullen we nooit volledig vrij van seksisme zijn.

    Als we campagnes voeren rond thema’s die meer specifiek op vrouwen gericht zijn (bvb rond abortus, opvang voor vrouwen die het slachtoffer van geweld binnen het gezin zijn,…) moeten we een flexibele benadering hanteren. We hebben met het CWI in verschillende landen campagnes opgezet, maar wij zijn slechts een beperkte factor die ingaat tegen omvangrijke problemen. Maar onze ‘vrouwenwerking’ staat niet los van de rest van onze werking, het is een integraal en noodzakelijk onderdeel van onze gezamenlijke strijd voor socialisme.

     

  • Video. Indisch protest tegen verkrachtingen

    In India waren er de afgelopen maanden verschillende verkrachtingen die heel wat aandacht kregen. Voor het eerst is er protest tegen verkrachtingen en tegen seksisme. Daarbij blijkt dit probleem in India erg groot te zijn. De linkse socialisten van ‘New Socialist Alternative’ voeren mee campagne onder de slogan ‘Rage Now Against Rape’. Naar aanleiding van een verkrachting in Bangalore, waarbij de politie overigens toekeek maar niet optrad, waren er de voorbije dagen acties in deze stad. In het kader van deze acties publiceerde New Socialist Alternative onderstaande video’s.

  • Recht op abortus opnieuw onder vuur

    Artikel door Cathy S (Luik) uit de zomereditie van ‘De Linkse Socialist’

    De campagne ‘One of us’ is een ‘burgerinitiatief’ voor de bescherming van het embryo. De campagne werd in mei 2012 opgezet vanuit kringen van pro-life-activisten. Dat is de naam die gebruikt wordt door de reactionaire tegenstanders van abortus. Gregor Puppink, voorzitter van ECLJ (European Center of Law and Justice) is de officiële woordvoerder van de groep en komt tussen in alle religieuze zaken die voor het Europees Hof van de Rechten van de Mens komen. De Europese coördinatrice van de campagne is Ana Del Pino, tevens vicevoorzitter van de Spaanse federatie van pro-life verenigingen.

    Het doel van de beweging is om “de financiering van activiteiten te beëindigen die de vernietiging van menselijke embryo’s veronderstellen, in het bijzonder met betrekking tot de domeinen van onderzoek, ontwikkelingshulp en volksgezondheid.” Het gaat onder meer om de financiering van NGO’s die bezig zijn met seksuele en reproductieve rechten, waaronder abortus. De groep baseert zich op een uitspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens in de zaak Brüstle uit 2011 waarin werd beslist tot “het uitsluiten van iedere biotechnologische interventie waarin menselijke embryo’s worden gebruikt of vernietigd.” De beweging wil dat de EU deze specifieke uitspraak veralgemeent op alle vlakken. Het is een openlijke aanval op de toegang tot contraceptie en tot abortus met medische begeleiding onder hygiënische omstandigheden.

    ‘One of us’ zorgde voor een verrassing. Op 29 oktober vorig jaar werden meer dan 1.579.000 handtekeningen ingediend bij de EU, met opmerkelijk veel handtekeningen uit Roemenië, Malta, Cyprus en zelfs uit Nederland maar ook uit de andere EU-lidstaten. Op 28 mei 2014 besliste de Europese Commissie om het wetsvoorstel van de beweging te verwerpen, maar ‘One of us’ kondigde al aan dat het onderzoekt of een beroep bij de Europese rechtbanken mogelijk is.

    Dergelijke initiatieven zijn een waarschuwing. Er is een terugkeer van reactionaire en gevaarlijke opvattingen. Het argument van de ‘bescherming van het leven’ door abortus te verbieden, wordt weerlegd door de vrouwen die overlijden omwille van een clandestiene en onveilige abortus of omdat een abortus werd geweigerd.

    Sommige voortrekkers van de pro-life-beweging proberen op het euroscepticisme in te spelen door de verwerping van hun voorstel af te doen als een afwijzing van ‘participatieve democratie’. Dat is ironisch als je weet dat heel wat openlijk extreemrechtse militanten in deze beweging actief zijn. In het nieuwe Europees Parlement zitten er ongeveer 140 verkozenen van diverse extreemrechtse en rechtse populistische bewegingen. Waakzaamheid is dus geboden.

    Tegenover het offensief van de anti-abortuslobby pleiten wij voor een front van verzet dat opkomt voor de rechten van vrouwen waarbij ook wordt ingegaan tegen het besparingsbeleid. De verdediging van het recht van vrouwen om baas te zijn over hun eigen lichaam en om een vrije keuze te hebben, is onlosmakelijk verbonden met de verdediging van sociale verworvenheden en openbare diensten.

    De zogenaamde ‘pro-life’-activisten zien we nooit sociale eisen verdedigen. Ze beperken hun activiteiten tot het intimideren van vrouwen voor abortuscentra. Op 15 mei bracht Koppen daar nog een schokkende reportage over.(*) We moeten een antwoord bieden op de anti-abortuslobby en hen geen ruimte voor intimidatie van kwetsbare vrouwen laten.

    • Voor een massaal plan van publieke investeringen in kinderopvang en onderwijs
    • Voor een massaal plan van sociale woningbouw
    • Voor een collectieve arbeidsduurvermindering tot 32 uur per week, zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen
    • Voor een verhoging van de uitkeringen
    • Voor gratis contraceptie toegankelijk voor mensen van alle leeftijden
    • Voor een verhoging van de publieke middelen voor centra van familiale planning, abortuscentra,…

     

    (*) Bekijk deze reportage op www.een.be/programmas/koppen/anti-abortus-activisten

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop