Your cart is currently empty!
Tag: Palestina
-
Trump provoceert. Israëlische staatsterreur richt bloedbad aan

Protest in Jeruzalem tegen de provocaties van Trump en tegen de dodelijke machine die de Israëlische staat is. Foto: Naor Wereldwijd reageren gewone mensen geschokt op het geweld van de Israëlische staat tegenover Palestijnse betogers in Gaza. Op 14 mei alleen vielen 60 doden bij protestacties tegen de verhuis van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem.
Edito van weekblad ‘The Socialist’
Bij het schrijven van dit artikel op 15 mei waren er nieuwe protestacties naar aanleiding van de herdenking van de Palestijnse Nakba (catastrofe), toen 750.000 Palestijnen zeventig jaar geleden moesten vluchten bij de oprichting van de staat Israël.
De verhuis van de Amerikaanse ambassade is slechts één van de vele provocaties van Trump in het Midden-Oosten, waar de spanningen op verschillende fronten escaleren. De eenzijdige intrekking van het akkoord over nucleaire ontmanteling in Iran leidt tot een ernstige crisis. Als een echte pyromaan giet Trump extra olie op een reeds erg ontvlambare situatie in Syrië. Dit gebeurt in een regio die hard getroffen is door een oorlog die al langer duurt dan de Eerste Wereldoorlog.
In de nasleep van het eenzijdig opzeggen van het nucleaire akkoord ontstonden er nieuwe complexe conflicten en oorlogen. De recente Israëlische raketaanvallen op Iraanse troepen in Syrië kunnen leiden tot een nieuwe oorlog, aanvankelijk tussen Israël en Iran/Syrië maar het kan escaleren tot een nieuwe algemene regionale oorlog.
Dit kan ook een terugslag hebben in Europa met mogelijk een nieuwe golf van vluchtelingen die daar veiligheid zoeken, maar ook met nieuwe terreuraanslagen die zich kunnen verspreiden tot in de VS.
Trump beweert dat het opzeggen van het nucleaire akkoord met Iran het voor dat laatste land onmogelijk maakt om “ooit kernwapens te bezitten.” Het resultaat zou wel eens het tegenovergestelde kunnen zijn: het ontwikkelen en bezitten van kernwapens door Iran en andere machten, zoals Saoedi-Arabië.
De Britse krant The Guardian schreef: “Het gescheld van Trump is gebaseerd op veronderstellingen die vooroordelen versterken, maar niet op de werkelijkheid gebaseerd zijn.” De krant stelt dat het nonsens is dat Iran op het punt stond om “het gevaarlijkste wapen ter wereld te bemachtigen.”
Het akkoord liet Iran toe om verder te gaan met het verrijken van uranium, maar het was “niet toegelaten en het was technisch niet mogelijk om dit proces te gebruiken om kernwapens te produceren.” Onder het akkoord mocht Iran geen plutonium verwerken als “alternatieve weg voor kernwapens.” The Guardian kwam tot de conclusie dat de toespraak van Trump “vervreemd was van de realiteit,” een beleefde manier om te zeggen dat het leugens waren.
Dit nieuwe voorbeeld van arrogantie door Trump als vertegenwoordiger van het VS-imperialisme werd voorafgegaan door een verdere bocht naar rechts in zijn regering, onder meer met de promotie van CIA-directeur Mike Pompeo als minister en in het bijzonder met de promotie van John Bolton die eerder onder George W Bush in de regering zat. Bolton is een conservatief met een lange staat van dienst. Hij speelde een belangrijke en rampzalige rol in de invasie van Irak. Zijn voorstel om Teheran te bombarderen ging zelfs voor Bush te ver!
In 2000 merkte Bolton op: “Als we nu de VN Veiligheidsraad zouden hertekenen, dan zou ik één permanent lid voorstellen: de VS. Dat zou een uitdrukking zijn van de machtsverdeling in de wereld.” Voor Bolton moet de VS de rest van de wereld in de pas laten lopen, de economische handelsoorlog van Trump tegen rivaliserende machten is er een voorbeeld van. Dit dreigt uit de hand te lopen met vergeldingsacties en een wereldwijde handelsoorlog. Bovendien kunnen de gevolgen van de militaire acties erg negatief zijn voor de economie.
Het waanzinnige buitenlandse beleid van Bolton gaat nog verder dan het beleid van ‘Amerika eerst’ onder Trump. Het is een brutale versie van ‘Amerika alleen’, een terugkeer naar het Amerikaanse unilateralisme dat ondermijnd werd door het falen van eerdere oorlogen in Afghanistan en Irak.
Het Amerikaanse beleid botste op wereldwijd verzet, wat een impact had op sommige regeringen zoals die van Duitsland en Frankrijk die zich verplicht zagen om kritisch te reageren op de VS. Trump is bereid om de Franse president Macron te negeren. De kruiperige smeekbedes van Macron in Washington hadden overigens een negatief effect de al tanende populariteit van de Franse president in eigen land. De Duitse kanselier Merkel en zelfs Boris Johnson en de voorzichtige ‘kritiek’ van Theresa May werden allemaal aan de kant geschoven.
Regimeverandering in Teheran
Het ultieme doel van Trump en Bolton is immers regimeverandering in Teheran. Ze willen dit niet bereiken met een militaire interventie, maar door harde sancties die leiden tot een nieuwe regering.
Zelfs de paar generaals die nog in de regering van Trump overblijven – zoals minister van Defensie Mattis, die een ‘matigende invloed’ heeft op Trump – verzetten zich tegen deze strategie die “onvoorziene gevolgen” zou hebben voor de VS. Ze denken terecht dat het nucleaire akkoord met Iran werkte. Ze probeerden tevergeefs om te vermijden dat Trump het inferno dat hij begon verder zou voeden.
Zelfs voor de laatste provocaties had Trump zich al de woede van de Palestijnen op de hals gehaald met de erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël. De situatie stond al op een kookpunt, de woede werd intenser toen, volgens journalist Patrick Cockburn, “Israëlische en Amerikaanse vlaggen in de straten wapperden en er reuzegrote reclameborden met het gezicht van Trump verschenen.” Tegelijk proberen tienduizenden Palestijnen eens te meer door het grenshekken rond Gaza te breken. Gaza is de grootste openluchtgevangenis ter wereld. Het protest leidt tot een groot aantal doden onder de actievoerders. De Israëlische troepen schieten willekeurig mensen neer.
Trump en de neoconservatieven rond hem zullen niet de snelle en gemakkelijke overwinning behalen die ze verwachten. Voor de dreigementen van Trump werden de islamitische hardliners in Iran, en zelfs de ‘hervormingsgezinde’ Rouhani-regering, geconfronteerd met massale revolte, niet in het minst van de arbeidersklasse die het toneel bestijgt met stakingsacties. Er is ook aanhoudend discussie over kwesties als de weigering van vrouwen om de verplichte hijab te dragen.
De acties van Trump zullen op korte termijn wellicht eerder steun voor het behoud van het status quo als gevolg hebben. Het kan de Iraanse regering wat tijd geven en de onmiddellijke dreiging van een onafhankelijke beweging van de werkende klasse en de arme massa’s wat verminderen.
Het opvoeren van de sancties zal ongetwijfeld leiden tot een verergering van de reeds wanhopige economische voorwaarden van de Iraanse massa’s. De verantwoordelijkheid hiervoor zal echter niet automatisch bij het regime gelegd worden, het zal eerder bij de dreiging van buitenaf gelegd worden.
De herinnering van de oorlog met Irak zit in het geheugen van de Iraanse bevolking ingebakken. Het Britse en Amerikaanse imperialisme steunden de invasie van Iran door Saddam, ook al leidde dit tot vreselijke verliezen aan beide kanten. Er vielen 300.000 Iraanse doden en talloze gewonden.
Geen enkele buitenlandse kracht is in staat om vandaag een dergelijke aanval te lanceren. Maar het is mogelijk dat Israël – dat in het verleden vermeende nucleaire sites in Iran heeft gebombardeerd – op vraag van Trump en het VS-imperialisme overgaat tot gelijkaardige maar omvangrijkere bombardementen op nucleaire sites.
“Vernietigende sancties”
Het regime van Trump dreigt met “vernietigende sancties” tegen landen, zoals de Europese machten, die met het akkoord willen doorgaan. Brutale berekeningen over hoeveel winst er kan geplunderd worden en de strategische belangen zijn de enige zaken die tellen. De belangen van de mensen in de regio zijn niet van tel.
Kijk maar naar de dubbele houding van Poetin die in Moskou een vriendelijk gesprek had met de Israëlische premier Netanyahu op een ogenblik dat Israëlische bommenwerpers ingezet werden tegen militaire posities van zijn ‘bondgenoten’ Iran en president Assad van Syrië.
Het toont aan dat de werkende massa’s in het Midden-Oosten en elders enkel op hun eigen krachten kunnen vertrouwen en op die van hun broeders en zusters in de rest van de wereld. Enkel zo kan een uitweg gevonden worden uit de nachtmerrie die door het kapitalisme en het imperialisme is gecreëerd in de regio.
De massa’s moeten zich organiseren en hun eigen organisaties versterken met klassenoplossingen voor de problemen van elk land en van de hele regio.
De huidige verkiezingen in Irak tonen dat de massa’s zoeken naar een einde van de sectaire partijen die slechts bijdroegen aan de enorme problemen die het kapitalisme en het imperialisme doorheen monsterlijke militaire interventies hebben veroorzaakt.
De brutale verdediging van de Amerikaanse belangen en de dreiging van economische vergeldingsacties zullen de interimperialistische rivaliteit tussen de VS en anderen, zoals China, versterken. China voert heel wat handel met Iran, onder meer door olie te kopen.
De VS denkt dat zijn economische dominantie en in het bijzonder de leidinggevende positie in de banksector volstaat om iedereen in de pas te doen lopen. Dat is op korte termijn onwaarschijnlijk, het duurt immers langere tijd vooraleer sancties effectief zijn. De VS kan bovendien geconfronteerd worden met economische schade indien de landen die aangepakt worden tegenmaatregelen nemen.
Het Iraanse regime verklaarde dat het bereid is om het nucleaire akkoord te blijven steunen indien het intact blijft. Dat is op voorwaarde dat de oorspronkelijke niet-Amerikaanse ondertekenaars van het akkoord blijven steunen. Trump daarentegen wil ‘vernietigende sancties’ voor al wie het akkoord blijft steunen en toepassen.
Stop de inmenging door buitenlandse machten: laat de bevolking van elk land in de regio beslissen over zijn eigen lot, met de steun en aanmoediging van de wereldwijde arbeidersbeweging.
De werkenden en jongeren doorheen de wereld moeten hun stem laten horen en zich voorbereiden op een nieuwe massale anti-oorlogsbeweging die kan bijdragen aan het dwarsbomen van de arrogante en dictatoriale acties van Trump, Saoedi-Arabië en Israël. Trump moet op groot protest botsen als hij Europa bezoekt in juli. Dit protest kan bijdragen aan de opbouw van een beweging in het Midden-Oosten die als een grote bezem alle kapitalisten en imperialisten, de sjeiks, prinsen en sectaire politici van het toneel van de geschiedenis kan vegen.
-
Verzet tegen zionisme is niet hetzelfde als antisemitisme

Linkse socialisten op 1 mei in Tel Aviv. Onze zusterorganisatie in Israël/Palestina komt in moeilijke omstandigheden op voor een socialistisch antwoord op het brutale regime. In Groot-Brittannië wordt op schandalige wijze uitgehaald naar Labour-voorzitter Jeremy Corbyn. Dit gebeurt met het argument dat hij ‘antisemitisch’ zou zijn omwille van zijn verzet tegen het brutale Israëlische regime. Deze campagne heeft nu ook een staartje in ons land gekregen. Er kwamen protestverklaringen uit rechtse hoek tegen het eredoctoraat voor Ken Loach aan de ULB in Brussel. Wij zijn het niet volledig eens met de benadering die Ken Loach inneemt (zie dit dossier met enkele bedenkingen bij de BDS-campagne). Maar het moet duidelijk zijn dat verzet tegen zionisme niet hetzelfde is als antisemitisme. Tevens is het duidelijk dat de huidige aanvallen op Corbyn vooral een excuus zijn om de linkerzijde te bestrijden. Hieronder twee artikels die in maart in weekblad ‘The Socialist’ verschenen.
[divider]
Beschuldiging van antisemitisme: nieuwe poging om Corbyn te bestrijden
Edito van The Socialist 27 maart 2018

Corbyn. (foto door Paul Mattson) De Blairistische meerderheid van Labour parlementsleden zal de leiding van Jeremy Corbyn nooit aanvaarden. Corbyn won de tweede voorzittersverkiezingen die de Blairisten hem in 2016 oplegden op overtuigende wijze, maar nu blijven ze uitkijken naar elke mogelijkheid om hem te ondermijnen, te beschadigen en uiteindelijk af te zetten.
De laster over het ‘antisemitisme’ van Corbyn bouwt voort op een commentaar van twee lijnen die Corbyn in 2012 op Facebook maakte.
Rechts parlementslid Luciana Berger voert de aanval aan. Ze suggereerde dat Corbyn zich had verzet tegen de verwijdering van een antisemitische muurschildering in oost Londen. Rechtse Labour-parlementsleden vielen over elkaars voeten om zo snel mogelijk de muurschildering aan te klagen. In 2015 stelde de Jewish Chronicle dat er een “antisemitische ondertoon” was in het werk. Deze parlementsleden proberen vooral de eigen zetels veilig te stellen. Zo wordt Luciana Berger bedreigd met afzetting door de basis van Labour in Liverpool Wavertree. Daartoe wordt niet geaarzeld om in te spelen op oprechte angst voor antisemitisme.
Corbyn reageerde dat hij de verwijdering van de muurschildering “volledig” had ondersteund. Dat volstond niet voor de rechterzijde van Labour die vastbesloten was om samen met de Board of Deputies of British Jews en de Jewish Leadership Council de zaak zo hard uit te melken als mogelijk.
Parlementslid John Mann weigerde op de BBC te verklaren dat Corbyn geen antisemiet is. De journaliste die hem interviewde las enkele verklaringen van Corbyn zelf die uitdrukkelijk en krachtig alle vormen van racisme en antisemitisme veroordeelt. Ze vroeg Mann: “Het lijkt alsof het er niet toe doet wat hij zegt, het is nooit goed genoeg voor mensen als u.”
In zijn eigen studententijd was Mann zelfs geen voorstander van het recht van de Israëli’s op een eigen staat. Hij verzette zich sterk tegen de positie van Militant, onze voorloper, dat opkwam voor een socialistisch Israël naast een socialistisch Palestina. Mann stelde toen dat er één kapitalistische staat moest zijn waarin beide nationaliteiten samenleven.
De rechtse woede tegen Corbyn werd nog groter toen hij een lid van het schaduwkabinet aan de deur zette. Het ging om Owen Smith die zich eerder kandidaat had gesteld als uitdager van Corbyn in de voorzittersverkiezingen. Smith was tegen het overeengekomen partijstandpunt ingegaan en gaf openlijke steun aan het idee van een tweede referendum over de EU.
Het feit dat de BBC voor het programma waar Mann sprak naar eigen zeggen geen enkel parlementslid van Labour kon vinden dat Corbyn wenste te verdedigen, spreekt boekdelen over de samenstelling van de parlementaire fractie. Er zijn vooral rechtse parlementsleden die zich net als de gevestigde media niet laten tegenhouden door de feiten als ze een hysterische campagne tegen Corbyn kunnen voeren. Het uitgangspunt is dat als er genoeg modder wordt gegooid, er hier of daar wel iets zal blijven plakken. Corbyn wordt zelfs beschuldigd op basis van Facebook-berichten die niet van hem waren.
De aanval moet beantwoord worden. Dit moet niet op een defensieve vergoelijkende wijze gebeuren, maar met een energiek tegenoffensief.
Israël
Diegenen die de linkerzijde van ‘antisemitisme’ beschuldigen, erkennen soms dat kritiek op het Israëlische regime niet hetzelfde is als antisemitisme. Maar ze halen bewust beide zaken door elkaar met de stelling dat kritiek op het Israëlische beleid een ‘dekmantel’ is voor antisemitisme.
Dit is een poging om in te gaan tegen de linkerzijde die zich tegen de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden verzet en die zich uitspreekt tegen alle vormen van racisme en antisemitisme. Sommigen ter linkerzijde hebben vanuit hun steun aan de Palestijnse zaak verkeerde politieke standpunten ingenomen over Israël (zie hieronder), maar dit betekent niet dat er sprake is van antisemitisme in de arbeidersbeweging.
Een recente studie van het Institute for Jewish Policy Research gaf aan dat er onder mensen die zichzelf ‘rechts van het centrum’ situeren een hoger percentage is met “minstens één antisemitische opstelling.”
Tijdens de brutale oorlogen van het Israëlische leger in Gaza werden Joodse groepen verwelkomd op de grote anti-oorlogsbetogingen en waren er ook sprekers van deze groepen. Op deze acties waren er een groot aantal moslims. Deze eenheid in actie versterkt de solidariteit met de oorlogsslachtoffers en onderdrukten, deze solidariteit versterkt ook de arbeidersstrijd in Groot-Brittannië zelf.
Diegenen die Corbyn en de linkerzijde van antisemitisme beschuldigingen willen de arbeidersbeweging verdelen en verzwakken. Hun zoveelste poging om Corbyn aan de kant te schuiven is daar een onderdeel van.
Hypocrisie van de Blairisten
Antisemitisme komt vooral bij extreemrechts voor. Het zijn socialisten en syndicalisten die vooraan staan in de strijd tegen racisme, neonazisme en antisemitisme. De rechterzijde binnen Labour speelt daar amper of zelfs geen rol in.
De leiding rond Corbyn heeft steun gegeven aan disciplinaire sancties in gevallen waar er mogelijk sprake is van antisemitisme, soms gebeurde dit zelfs op een bijzonder overdreven wijze. In 2016 heeft Momentum, de groep binnen Labour die Corbyn steunt, zijn eigen vicevoorzitter afgezet. Dat was Jackie Walker, zelf van Joodse afkomst. Ze werd afgezet na een harde mediacampagne tegen opmerkingen die ook volgens Momentum op zich niet antisemitisch waren. Walker werd ook geschorst als lid van Labour.
De houding van de rechterzijde van Labour en van de Tories tegenover antisemitisme is helemaal anders als het uit een andere hoek komt. Waar blijft hun kritiek op Saoedi-Arabië waar “moskeeën en scholen al decennialang een antisemitisch venijn verspreiden dat niet meer gezien werd sinds de nazi’s,” om het in de woorden van het rechtse magazine Spectator te zeggen?
Toen de schaduwminister van buitenlandse zaken Emily Thornberry in het parlement een motie voorstelde waarin de regering werd opgeroepen om de steun aan de Saoedische bombardementen van Jemen op te zeggen in afwachting van een VN-onderzoek, waren er meer dan 100 Labour-verkozenen die weigerden om voor deze motie te stemmen. Onder hen ook John Mann, Liz Kendall, Wes Streeting en Luciana Berger.
Terwijl links beschuldigd wordt van antisemitisme, blijft rechts stil over de wetten die in het Israëlische parlement gestemd worden en die schokkend racistisch zijn tegen Palestijnen die in Israël wonen, om nog maar te zwijgen over de gedwongen verhuizingen van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en de racistische discriminatie die er schering en inslag is en niet moet onderdoen voor antisemitisme.
Op het partijcongres van Labour werd vorig jaar ‘Jewish Voice for Labour’ opgezet tijdens een meeting met meer dan 300 afgevaardigden. De groep verzette zich tegen de aanvallen op Corbyn die ondersteund werden door de ‘Jewish Labour Movement’ en andere rechtse groepen. Jewish Voice for Labour kreeg amper aandacht in de massamedia, terwijl het protest tegen Corbyn breed uitgesmeerd werd. JVL verklaarde voorstander te zijn van een “open, democratische en inclusieve” partij en voor de “rechten van Joodse mensen en tegen de onrechtvaardigheden tegenover Palestijnen en andere onderdrukte volkeren.”
Dergelijke standpunten zijn belangrijk en erg welkom. Ze moeten gepaard gaan met eisen en druk voor concrete maatregelen om Labour effectief te democratiseren, onder meer met een verplichte herselectie en verkiezing van kandidaten voor de parlementsverkiezingen.
De nieuwe laster over ‘antisemitisme’ tegen Corbyn en de hysterie van beschuldigingen rond Russische spionage zullen wellicht niet pakken. Maar het zijn wel waarschuwingen van de dringendheid van een tegenoffensief.
[divider]
Verzet tegen zionisme is geen antisemitisme
Door Bob Labi
Noch de organisatoren van de ‘open brief’, de Board of Deputies (BDBJ), noch de Jewish Leadership Council (JLC), beweren dat ze alle mensen van Joodse afkomst of aanhangers van de Joodse religie in Groot-Brittannië vertegenwoordigen. Maar ze geven wel graag die indruk. Beide instanties zijn federaties van vertegenwoordigers van Joodse organisaties zoals synagogen, liefdadigheidsinstanties en politieke groepen. Ze vertegenwoordigen niet de mensen van Joodse afkomst die geen lid zijn van dergelijke organisaties op diegenen die tot de snel groeiende Charedi (ultra-orthodoxe) Joodse gemeenschap behoren. Die laatste is momenteel goed voor ongeveer 16% van de Britse Joden.
Zowel BDBJ als JCL verdedigen het zionisme en proberen ten onrechte om elk verzet tegen zionisme gelijk te stellen met antisemitisme. Zoals de huidige JCL-voorzitter Jonathan Goldstein het vorig jaar stelde: “We benadrukken en zijn trots op onze historische band en onbreekbaar engagement voor het land van onze voorvaderen, de staat Israël.”
Historisch waren veel Joden, mensen van Joodse afkomst en Joodse organisaties anti-Zionistisch. In 1917 schreef de toenmalige voorzitter van de BDBJ naar de Times om zich uit te spreken tegen zionisme omdat deze strekking “alle Joodse gemeenschappen ter wereld ziet als een thuisloze nationaliteit.”
Deze standpunten worden door de huidige BDBJ-leiders niet afgedaan als antisemitisch, maar er wordt toch scherp afstand van genomen: “Met het voordeel van inzichten die een eeuw langer omvatten, zijn we zeker dat onze voorlopers” nu akkoord zouden zijn dat Israël “de ultieme beschermplaats voor de Joodse bevolking is en een plaats waar de Joden over hun eigen toekomst beslissen.”
De massale slachtpartij van miljoenen Europese Joden in de holocaust van de nazi’s, het feit dat veel Joden die de nazi’s probeerden te ontvluchten geen visa kregen van andere landen, en de vele anti-Joodse rellen en pogroms in Europese en Arabische landen heeft er ongetwijfeld toe geleid dat veel Joden, waaronder ook niet-religieuze Joden, Israël effectief zien als een ‘ultieme beschermplaats.’ Dit is nochtans niet het geval.
Onze voorlopers waren het eens met de waarschuwingen van Trotski in de jaren 1930 toen die stelde dat het opzetten van een specifieke Joodse staat op een grondgebied dat al bewoond wordt door niet-Joden een val zou zijn voor de Joden die hiernaar verhuizen. In Israël is er een constante vrees om een oorlog te verliezen en de ‘zee ingedreven’ te worden. Dat is een uitdrukking van het feit dat het opzetten van Israël geen oplossing was voor de dreigingen waarmee de Joden geconfronteerd werden. Dat was een belangrijk argument toen onze voorlopers zich verzetten tegen het opzetten van Israël.
Naderhand erkenden we echter dat er in de decennia sinds 1948 een Israëlische natie en een Israëlische arbeidersklasse is ontwikkeld. Dat betekent dat we opkomen voor de volledige rechten van de Palestijnen, maar ook moeten ingaan op de sociale en nationale kwesties waarmee de Israëlische arbeidersklasse geconfronteerd wordt.
Onder de oprichters van de JCL waren er een aantal Joodse kapitalisten die zich gezien hun klassenpositie uiteraard tegen socialisme verzetten. Tot voor kort werd JCL geleid door Sir Mick Davies die in juni 2017 aangesteld werd als topman van de Conservatieve Partij.
Mensen van Joodse origine behoren zoals alle volkeren tot verschillende klassen: kapitalisten, middenklasse en werkende klasse. Ze hebben ook verschillende politieke standpunten. Internationaal hebben mensen van Joodse origine een prominente rol gespeeld in de arbeidersbeweging. De nazi’s vielen het marxisme zelfs aan als een ‘joodse samenzwering’, maar tegelijk waren er in fascistisch Italië een aantal Joden lid van de Zwarthemden van Mussolini, tot er ook daar vanaf 1938 anti-Joodse wetten werden ingevoerd.
Vandaag zijn het kapitalistische en pro-kapitalistische elementen die zowel BDBJ als JLC domineren. Dat is waarom hun ‘open brief’ niet gewoon een kritiek op Corbyn is, het is ook gericht tegen socialisten in het algemeen die aangeklaagd worden omwille van wat “de obsessieve haat van radicaal links tegen het zionisme, zionisten en Israël.”
Met dergelijke propaganda negeren de pro-kapitalistische BDBJ en JCL-leiders het standpunt van de Socialist Party, de sterkste linkse kracht in de vakbonden, en van onze zusterorganisatie in Israël/Palestina, de Socialistische Strijdbeweging. In plaats daarvan gebruiken ze fouten en stommigheden van sommige individuen en kleine groepen om wat ze ‘radicaal links’ noemen in het algemeen aan te vallen.
We verzetten ons tegen de poging om verzet tegen zionisme met antisemitisme gelijk te stellen. Verzet tegen zionisme betekent niet antisemitisch verzet tegen de Joden, mensen van Joodse afkomst of de Israëlische arbeidersklasse. Zoals in alle kapitalistische landen is er ook in Israël klassenstrijd en we steunen de strijd van zowel de Israëlische als de Palestijnse werkenden tegen de kapitalisten en tegen onderdrukking.
De Socialist Party en de Socialistische Strijdbeweging komen op voor een gezamenlijke oproep aan beide nationaliteiten voor het recht op hun eigen staten op socialistische basis, met volledige rechten voor alle minderheden in die staten. Dit is enerzijds een duidelijke verwerping van dwang zowel tegenover Palestijnen als Israëli’s. Tegelijk is het een oproep voor het omverwerpen van het kapitalisme om zo de levensstandaard van alle werkenden te kunnen optrekken.
Het is niet uitgesloten dat een gezamenlijke strijd van Palestijnen en Israëli’s kan leiden tot de creatie van één staat die een socialistische maatschappijverandering doorvoert. Maar om daar te geraken, is het noodzakelijk om eerst de rechten van de twee volkeren te erkennen.
-
Gaza: protest is geen terrorisme
- Voor een onafhankelijk onderzoek naar de moorden
- Stop de belegering, stop de Israëlische bezetting!
- Voor een socialistische oplossing van de nationale kwestie
In je eigen land rondlopen wordt doorgaans niet als een misdaad gezien. Maar voor de twee miljoen Palestijnen die gevangen zitten in Gaza wordt het beschouwd als een bedreiging van de staat Israël. Dat is althans de visie van de rechtse premier Benjamin Netanyahu.
Toen de bewoners van Gaza, de grootste gevangenis ter wereld, een massaprotest begonnen tegen de achtergrond van de brutale belegering door zowel Israël als Egypte en tegen de vreselijke situatie waarin de mensen zich bevinden, stuurde de regering-Netanyahu meteen het leger.
Het leidde tot 18 doden en meer dan 1.500 gewonden onder de Palestijnen die deelnamen aan de ‘Mars van de terugkeer’ in het kader van de Dag van het Land (waarop de Palestijnen herdacht worden die op 30 maart 1976 werden vermoord toen ze protesteerden tegen de onteigening van hun grond door Israël). Er werd ook geprotesteerd tegen de aanhoudende belegering van Gaza door Israël en Egypte.
De corrupte kapitalistische regering van Netanyahu mobiliseerde een troepenmacht, waaronder 100 scherpschutters, om het burgerprotest de kop in te drukken. De Socialistische Strijdbeweging (het CWI in Israël/Palestina) riep op tot protest en verzet tegen onderdrukking en het afslachten van ongewapende betogers. We betuigden onze solidariteit met het massaprotest tegen de achtergrond van een brutale belegering en de vreselijke omstandigheden die aan de Palestijnen worden opgelegd.
Ondanks de dreigementen en de zware repressie kwamen 20.000 tot 25.000 mensen, waaronder veel gezinnen met kinderen, op straat in de betogingen van vrijdag 30 maart. Er waren acties op zes locaties in de buurt van de grens tussen Gaza en Israël. De regering-Netanyahu kwam de dreiging van geweld tegen de betogers na en blijft dit goedpraten. Toplui van het leger maakten zelfs duidelijk dat de dodelijke repressie zal doorgezet worden bij toekomstige betogingen. “We zullen blijven optreden tegen betogers in Gaza zoals we dit afgelopen vrijdag deden.”
Een 18-jarige betoger, ‘Abd al-Fattah Abd a-Nabi, die terwijl hij wegliep van achter zich in het hoofd werd geschoten door het Israëlische leger, was één van de 18 dodelijke slachtoffers. Er waren ongeveer 1500 gewonden, waaronder heel wat kinderen. De meeste gewonden waren geraakt omdat met scherp geschoten werd. Anderen raakten gewond door rubberkogels of traangasgranaten die uit drones boven de betogers werden afgevuurd. De ziekenhuizen op de Gazastrook hadden een tekort aan bloed.
De regering-Netanyahu geniet de steun van de nationalistische media en een reeks nationalistische kapitalistische elementen. Er werd gereageerd op vreedzaam protest dat ten onrechte werd omschreven als een “gewelddadige terreuraanval.” Dat was althans de omschrijving die gebruikt werd door Danny Danon, de Israëlische ambassadeur bij de VN. De protestacties bedreigden nochtans niemands veiligheid.
Het is kenschetsend voor de “Hasbara” (propaganda) machine van de bezetting om de realiteit om te keren en elk Palestijns protest als gewelddadig af te doen. De dagelijkse militaire agressie en een belegering die twee miljoen mensen verstikt wordt daarbij niet als gewelddadig gezien, maar massaprotest ertegen wel.
Het onderdrukken van het protest door de regering-Netanyahu heeft niet als doel om de vrede van het Israëlische publiek te beschermen. Dat is absoluut niet het geval. Het doel van het ophitsen, demoniseren en militair aanvallen van ongewapende burgers is om de Palestijnse bevolking af te laten zien van protest. Opkomen voor de eigen rechten wordt bloedig de kop ingedrukt. Het doel is om de belegering, de nationale onderdrukking van de Palestijnen, de armoede en de ellende verder te zetten. Het is ook bedoeld om zand in de ogen van de Joodse werkenden en jongeren te strooien door hen te mobiliseren tegen de strijd van de Palestijnse werkenden en jongeren voor een waardig leven. Voor Netanyahu in het bijzonder biedt de oorlog een nieuwe kans om in te spelen op angst rond veiligheid onder het Israëlische publiek om zo de aandacht af te leiden van de vermoedens van corruptie tegen hem persoonlijk en van het enorme falen van zijn regering.
Het is belangrijk om te benadrukken dat een regime dat betogers zomaar aanvalt een potentieel gevaar vormt voor toekomstige strijd van Israëlische werkenden en jongeren die op harde tegenstand van de heersende klasse zullen botsen. Het bloedbad onder Palestijnse betogers en de verderzetting van de belegering en de bezetting maken dat het perspectief van vrede verderaf staat en het is een waarschuwing dat een verdere verslechtering van de levensvoorwaarden van de werkende bevolking in de directe toekomst mogelijk is. Het beleid om meteen met scherp te schieten zal wellicht tot meer doden leiden en dit zal niet enkel voor de Palestijnen gevolgen hebben. De escalatie van militaire repressie door Israël kan leiden tot een nieuwe algemene escalatie van geweld, wat ook de Israëlische burgers zal raken. Het is belangrijk dat Israëlische werkenden en jongeren zich uitspreken tegen het geweld van de Israëlische regering en deelnemen aan protestacties tegen de regering-Netanyahu.
De provocatieve transfer van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem, waarbij het recht van de Palestijnen op een eigen staat en hoofdstad in Jeruzalem genegeerd wordt, en de 70ste verjaardag van Israël die officieel gevierd wordt door de Palestijnse situatie en rechten te negeren, leiden tot protest. De recente acties zijn onderdeel van een reeks acties gedurende anderhalve maand in aanloop naar de 70ste verjaardag van de Palestijnse Nakba, de stelselmatige verwoesting van honderden bezette Palestijnse dorpen en gemeenschappen en de gedwongen verhuis van 750.000 inwoners in de oorlog van 1948.
De komende weken zijn er acties gepland in de Gazastrook, op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem, maar ook in Jordanië, Syrië en Libanon. Het initiatief voor het protest wordt ondersteund door de belangrijkste krachten in de Palestijnse beweging. Het protest voor de rechten van Palestijnse vluchtelingen is het grootste sinds de stormachtige betogingen van duizenden vluchtelingen aan de grens met Israël op de dag van Nakba in 2011, toen tegen de achtergrond van de revolutionaire golf die de ‘Arabische lente’ werd genoemd. Toen vielen 15 doden en honderden gewonden.
De eerste protestdag dit jaar viel op 30 maart, de Dag van het Land waarop de Arabisch-Palestijnse staking in Israël in 1976 wordt herdacht. Toen werden zes betogers doodgeschoten. Tegelijk werd het begin van de paasvakantie, dit jaar eveneens op 30 maart, als excuus gebruikt om opnieuw een algemeen verbod op grensovergangen aan de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook op te leggen. Het bevestigde eens te meer het beleid van misbruik en collectieve straffen. Ook het beleid om in de praktijk Palestijnse betogers te executeren komt wel vaker voor.
“Wat is er gevaarlijk aan kinderen die op enkele honderden meter van tanks en gewapende soldaten staan? Het enige wat we met de mars vragen is om ons onaanvaardbaar leven aan te klagen,” zei Hasan al-Kurd, een van de organisatoren van het protest aan de Israëlische website ‘Local Call.’ “Er zijn veel doden en gewonden gevallen. Maar denken ze echt dat dit ons zal stoppen? We hebben geen andere keuze dan het protest door te zetten. Ik wil het Israëlische publiek oproepen om druk te zetten op de regering. De mensen hier zullen blijven sterven en uiteindelijk zal het in hun gezicht ontploffen.”
“We kwamen hier niet om te sterven, maar om naar ons land terug te keren,” stond in het Hebreeuws op een protestbord tijdens de Palestijnse acties. Zowat 70% van de inwoners van de Gazastrook zijn vluchtelingen. Het is een bevolking die in 1948 met geweld op de Gazastrook werd teruggedreven waardoor dit een van de dichtst bevolkte gebieden ter wereld werd en een belegerde getto van armoede en crisis.
Bijna elke week komen er Palestijnse individuen uit de Gazastrook naar het grenshekken met Israël in de hoop om de slechter wordende situatie te onvluchten. Ze zitten nog liever in een Israëlische gevangenis. Tegelijk zijn er regelmatig betogingen en confrontaties langs de grens. De voorbije week waren er vier ‘invallen’ door bewoners van Gaza die het Israëlische leger in verlegenheid brachten. In één geval trokken twee inwoners van Gaza ongeveer 20 kilometer te voet naar het trainingskamp van Tze’elim. In een ander geval hadden vier Palestijnse activisten militair gereedschap in brand gestoken alvorens terug te keren naar de Gazastrook.
“De wereld moet begrijpen dat we in een grote gevangenis leven. Elke inwoner van Gaza voelt ditz elf aan en wil deze boodschap duidelijk maken,” stelde een lid van het organiserende comité in de krant Haaretz. “De mars gaat over de terugkeer, het moet de wereld een boodschap tonen: we hebben genoeg van de belegering en van de bezetting.” Hij antwoordde daarmee ook op de bewering van de Israëlische regering dat Hamas betogers moest inhuren en betalen om op straat te komen.
De regering-Netanyahu dient het kapitaal en de nederzettingen. Deze rechtse regering wil Israëls 70ste verjaardag vieren en de publieke steun mobiliseren op nationalistische basis. Daartoe worden de rechten van Palestijnse vluchtelingen en van Palestijnen in het algemeen dagelijks met de voeten getreden.
Op 15 mei, de Nakba dag, moeten de betogingen een hoogtepunt bereiken met de “Miljoenenmars.” De zware militaire repressie is erop gericht om een uitbreiding van de protestbeweging te vermijden. Een verdere uitbreiding van het protest bedreigt immers het bezettingsregime, net zoals massaprotest elke dictatuur bedreigt. De Israëlische regering, maar ook Hamas, is bang voor een mobilisatie van tienduizenden en zelfs van honderdduizenden aan de grens van de Gazastrook. Hamas wil geen onafhankelijke massastrijd die aan haar controle ontsnapt en aantoont dat de Palestijnse massa’s kunnen bereiken wat de militaire macht van Hamas niet kon: de heersende orde van belegering en bezetting in de problemen brengen.
Gezien de zware militaire repressie is het niet duidelijk in welke mate deze beweging de komende weken zal kunnen groeien. Het versterken van de organisatie achter het protest is belangrijk, er is nood aan onafhankelijke democratische comités van bewoners die samenkomen om over de volgende stappen in de strijd te discussiëren en te beslissen en om de zelfverdediging van de betogers te organiseren.
De constante pogingen van de Israëlische heersende klasse om de angst onder de Israëlische bevolking te versterken moet beantwoord worden. Dat kan enkel indien een echt alternatief wordt aangeboden.
Socialisten steunen een massale en onafhankelijke Palestijnse strijd, zoals deze georganiseerd werd tijdens de eerste intifada. We benadrukken dat het in het belang van de Israëlische werkenden en jongeren is om zich niet te laten misleiden door de ophitsende propaganda van de regering-Netanyahu, maar om integendeel een moedige hand van solidariteit en vrede uit te steken naar de Palestijnse betogingen en om zelf ook te betogen tegen de Israëlische kapitalistische regering en tegen de bezetting en de belegering. Het is in het belang van de Israëlische werkenden en jongeren om voor vrede op te komen op basis van oprechte erkenning onder meer van de historische onrechtvaardigheid van de Nakba en met fundamentele sociale verandering, een socialistisch systeem dat een einde maakt aan de extreme ongelijkheid en dat een terugkeer van vluchtelingen die dat wensen mogelijk maakt terwijl het welzijn, leven en persoonlijke veiligheid van iedereen en gelijke rechten zonder discriminatie voor beide nationale groepen gegarandeerd worden.
We strijden vandaag tegen repressie en voor democratische en sociale eisen, maar er is een breder alternatief nodig. Zoals we eerder schreven: “Significante strijdbewegingen kunnen belangrijke verworvenheden afdwingen, maar enkel op socialistische basis is het mogelijk om de levensomstandigheden van de Palestijnen gelijk te stellen met die van de Israëli’s en om de algemene levensstandaard tot ver boven de best mogelijke voorwaarden onder het kapitalisme op te trekken. Het is ook enkel op deze basis mogelijk om volledige gelijke rechten op alle domeinen te bekomen. Enkel zo is het mogelijk om de beschikbare middelen op rationele en democratische wijze in te zetten gericht op de welvaart van de massa’s en om de nodige investeringen te doen in middelen voor de Palestijnse vluchtelingen – een rechtvaardige oplossing vereist een strijd die welvaart en gelijkheid in de regio garandeert en die opkomt voor directe dialoog en wederzijdse instemming, met inbegrip van de erkenning van de historische onrechtvaardigheden en een recht op terugkeer.” (‘De marxistische linkerzijde, het nationale conflict en de Palestijnse strijd’ https://nl.socialisme.be/28685/de-marxistische-linkerzijde-het-nationale-conflict-en-de-palestijnse-strijd)
Wij eisen:
- Het vestigen van een onafhankelijke onderzoekscommissie – met Israëlische, Palestijnse en internationale vertegenwoordigers van arbeidersorganisaties, lokale organisaties en onafhankelijke mensenrechtenorganisaties – om de moord op betogers te onderzoeken. Vervolg de verantwoordelijken voor de moorden, ook de politieke verantwoordelijken.
- Solidariteit met het Palestijnse protest. Stop het repressieve beleid, stop het vermoorden van betogers! Stop het ophitsen: protest is geen terrorisme!
- Voor gezamenlijke betogingen van Joden en Arabieren, Israëli’s en Palestijnen, tegen de bezetting, de belegering, armoede, ongelijkheid en de regering van kapitaal en nederzettingen.
- Voor een uitbreiding van de protestbeweging, voor massastrijd van de Palestijnen voor nationale en sociale bevrijding. Voor het vestigen van democratische actiecomités die het protest helpen organiseren en de acties verdedigen.
- Weg met het beleid van ‘conflict management’, weg met de oorlog voor de vrede van de nederzettingen. Stop de oorlogsretoriek en de nationalistisch-racistische ophitsing.
- Haal het leger nu uit de bezette gebieden terug! Stop de bezetting, stop de belegering tegen de inwoners van de Gazastrook. Stop het opleggen van armoede en ellende, stop de nationalistische onteigeningen, stop de nationale onderdrukking van de Palestijnse bevolking.
- Voor een rechtvaardige oplossing van het Palestijnse vluchtelingenprobleem. Erkenning van de historische onrechtvaardigheid van de Nakba – de verwoesting van honderden dorpen en verdrijven van honderdduizenden bewoners – en voor het recht op terugkeer van vluchtelingen die dat wensen. Voor het garanderen van een welvarend en gelijk leven voor alle inwoners.
- Stop de ontkenning van het recht op zelfbeschikking – voor een onafhankelijke, democratische, socialistische en gelijkwaardige Palestijnse staat met Oost-Jeruzalem als hoofdstad, naast een democratisch en socialistisch Israël dat gelijke rechten voor iedereen garandeert.
-
Israël/Palestina: stop de arrestatie van tieners, stop de bezetting!
De 16-jarige Ahed Tamimi en haar 21-jarige nicht Nur werden op 19 december opgepakt bij een militaire raid op hun huis in Nabi Saleh, een dorp op de Westelijke Jordaanoever. Ahed’s moeder Neriman werd opgepakt toen ze naar het politiekantoor ging informeren naar haar dochter. De laptops en gsm’s van alle familieleden werd door het leger in beslag genomen.door Neta Most, Socialistische Strijdbeweging (CWI in Israël/Palestina)
De arrestatie kwam er nadat er beelden verspreid raakten van de twee jonge vrouwen die tegen twee zwaar bewapende soldaten uitpakten. Dat gebeurde vlak nadat een 15-jarig familielid zwaargewond raakte bij geweld van militairen tegen een protestactie. De beelden tonen aan dat er geen sprake was van het verwonden of bedreigen van de soldaten. Ze hielden hun wapen vast en hielden zich gedeisd. De beelden leidden tot een schreeuw om wraak onder de Israëlische rechterzijde. Minister van Onderwijs Bennet bijvoorbeeld riep meteen op tot de arrestatie van de twee vrouwen.
Het leger beschuldigt Ahed van vijf “misdrijven” tegen de veiligheidsdiensten en van “ophitsing”. Haar moeder wordt beschuldigd van het filmen ervan en van “ophitsing” op sociale media. Nur wordt ook beschuldigd van geweld tegen een soldaat. De vrouwen kwamen in de beruchte militaire gevangenis Ofer terecht, Nur werd na 16 dagen vrijgelaten. Ze zullen voor een militaire rechtbank verschijnen waar zo goed als iedereen veroordeeld wordt. Er wordt geprobeerd om nog extra beschuldigingen uit het verleden toe te voegen. Er is niet alleen geen kans op een eerlijk proces, maar ook een reëel gevaar van jarenlange gevangenisstraffen.
Het hoeft niet meer opgemerkt te worden dat Joodse kolonisten die overgingen tot geweld op Palestijnen, Israëlische linkse activisten of zelfs op politie-agenten en soldaten zo goed als nooit vervolgd worden.
In de Israëlische media was er vooral discussie over de vraag of de soldaten meteen geweld hadden moeten gebruikten tegen Tamimi in plaats van zich in te houden. Het wordt voorgesteld als een confrontatie tussen een onschuldige soldaat die door twee jonge vrouwen aangevallen wordt voor een camera. De feiten weerleggen dit: het leger was op provocatieve wijze het dorp binnengevallen om reactie uit te lokken en tot nog meer geweld over te gaan. Maar toch stellen de media Ahed Tamimi verantwoordelijk. Alsof een jong meisje er voor kiest om onder het bewind een vreemd bezettingsleger te leven. Sinds de uitspraken van Trump zijn minstens 610 Palestijnen opgepakt door het Israëlisch leger, waarvan 170 minderjarigen.
De meeste Israëlische media gaan voorbij aan de kern van de zaak: waarom trokken die soldaten het dorp Nabi Saleh binnen? Slechts enkele journalisten wijzen op het protest in het dorp tegen de bezetting en tegen de diefstal van het dorp door de oprukkende nederzetting van Halamish. Het water van de bron op private Palestijnse grond is nodig voor de Palestijnse landbouwers, maar de kolonisten nemen het water over waardoor ze hun grond niet meer kunnen bewerken. Het Israëlische leger beschermt dit en onderdrukt protest tegen deze onrechtvaardigheid. Bij het onderdrukken van protest vielen er in Nabi Saleh al twee doden: Mustafa en Rushdi Tamimi.
Op de dag van het gefilmde incident trok het leger Nabi Saleh niet alleen binnen om een betoging te stoppen, maar ook om elk verder protest af te raden. Het doel van de legeraanwezigheid is om de kolonisten te beschermen en om de onderdrukkende bezetting verder op te leggen. Onder die bezetting hebben Joodse kolonisten toelating om te stelen, terwijl Palestijnen zelfs niet het recht hebben om te protesteren.
Solidariteit en de toekomst van de strijd
De brutale willekeurige arrestatie van de Tamimi’s heeft geleid tot de solidariteit waar de regering en het leger bang van waren toen de video van de jonge vrouwen viraal ging. Werkenden en jongeren in heel de wereld waren geschokt en er volgden tal van acties voor hun vrijlating. Dat toont de beperkingen van de macht van een bezettingsregime: de onderdrukking botst op verzet en solidariteit. “Ahed is een vertegenwoordiger van een nieuwe generatie van jonge vrijheidsstrijders. Zij zijn de levenslijn waarmee onze revolutie nieuw leven wordt ingeblazen,” schreef haar vader Ahed Tamimi in een open brief aan zijn dochter.
De arrestatie van de Tamimi’s heeft als doel om verzet tegen het militair regime in de bezette gebieden te stoppen. De regering van kolonisten en kapitalisten probeert het verzet te breken met dodelijke onderdrukking en probeert het conflict “te beheren” ten koste van de toekomst van Palestijnse werkenden en jongeren, maar ook ten koste van Israëlische werkenden. De aanvallen moeten stoppen: het leger en de kolonisten moeten weg uit de bezette gebieden zodat vrede mogelijk wordt.
- Voor solidariteitsacties die de vrijlating van de Tamimi’s eisen.
- Stop de willekeurige arrestaties en opsluitingen zonder proces. Stop de administratieve arrestaties. Bescherm het recht van elke gevangene op juridische hulp, informatie over de tenlasteleggingen en een eerlijk proces.
- Haal het leger uit de bezette gebieden! Stop de bezetting van de Palestijnse gebieden, stop de nederzettingen!
- Vrijlating van alle Palestijnse politieke gevangenen! Voor een rechtvaardig proces met vastgelegde procedure en onder toezicht van arbeidersorganisaties en mensenrechtengroepen van beide kampen in het conflict om al wie verdacht wordt van misdrijven in het conflict te berechten.
- Voor een onafhankelijke, democratische en socialistische Palestijnse staat met een hoofdstad in Oost-Jeruzalem, naast een democratisch socialistisch Israël met echte gelijkheid voor alle minderheden, als onderdeel van de strijd voor een socialistisch Midden-Oosten en regionale vrede.
[divider]
Tussenkomst van Paul Murphy in het Iers parlement: -
Voor de vrijlating van Ahed Tamimi!
Moedige strijder tegen Israëlische onderdrukking
De arrestatie van de 16-jarige Ahed Tamimi en haar 21-jarige neef Nur Tamimi gebeurde na een confrontatie met een Israëlische soldaat. Het incident kreeg wereldwijd aandacht en bevestigt eens te meer de brutaliteit van de bezetting van Palestina door de Israëlische staat.Artikel door Oisin Kelly, overgenomen vanop socialistparty.ie
De twee gearresteerden gingen in tegen soldaten en spraken hen aan op hun aanwezigheid voor hun huis na een actie waarbij hun 15-jarige neef zwaar gewond raakte. Ahed moet zich nu voor 12 beschuldigingen verantwoorden voor een militaire rechtbank. Ahed’s moeder Mariman werd ook opgepakt omdat ze het incident filmde.
Het dorp Nebi Sallah, waar de familie-Tamimi woont, kende de voorbije periode regelmatig protestacties tegen de diefstal van de watervoorraad door een naburige Joodse nederzetting. Het water werd gebruikt door Palestijnse landbouwers. Het droogleggen van het dorp heeft vernietigende gevolgen voor de lokale boerderijen. Het Israëlische leger, IDF, onderdrukt protest om de nederzettingen te ondersteunen. In het recente verleden vielen er twee jonge doden na aanvallen door het leger op protestacties in Nebi Sallah.
Vlak voor Ahed en Nur soldaten confronteerden, was hun 15-jarige neef zwaar gewond geraakt door een kogel van het Israëlische leger. Het leger stelde zich bijzonder agressief op in de buurt en stuurde aan op provocaties. De Tamimi’s hebben terecht hun woede geuit tegen de aanwezigheid van het Israëlische leger en tegen de onderdrukking van het lokale protest.
De video van de confrontatie ging wereldwijd rond op sociale media. Er was geen geweld in de video en de twee zwaar bewapende soldaten houden zich gedeisd. Maar de Israëlische rechterzijde eist vergelding. Onderwijsminister Naftali Bennet verklaarde zelfs dat Ahed “de rest van haar leven in de gevangenis” zou moeten zitten. De rechterzijde wil een duidelijke boodschap geven aan Palestijnse jongeren: protest tegen Israëlische soldaten is niet toegelaten, zelfs niet als het vreedzaam gebeurt. De arrestatie van Ahed werd breed uitgesmeerd door het leger. Nu zit ze in de beruchte militaire gevangenis van Ofer.
De zaak van Ahed Tamimi is slechts een voorbeeld van de dagelijkse realiteit voor jongeren in de bezette gebieden. De afgelopen 16 jaar werden er naar schatting gemiddeld 16 minderjarigen per maand vermoord door het Israëlisch leger. Sinds 2000 werden minstens 8.000 Palestijnse minderjarigen opgepakt, gevangengenomen of voor een militaire rechtbank gebracht. Drie op de vier opgepakte minderjarigen wordt aan fysiek geweld onderworpen.
Sinds 1967 vallen de Palestijnse gebieden onder militair bewind en worden Palestijnen voor militaire rechtbanken gebracht waar meer dan 99% van de beklaagden schuldig wordt bevonden. De rechters zijn zelf in militaire dienst en staan niet afkerig tegenover afgedwongen ‘bekentenissen.’
Wij steunen massaal verzet van de Palestijnen tegen de bezetting en we verdedigen het recht op gewapende zelfverdediging. Het verzet van Ahed Tamimi is gevaarlijk voor de Israëlische heersende klasse en kan potentieel leiden tot een nieuwe ‘intifada’, of massale opstand tegen het Israëlische militaire bewind in de bezette gebieden.
Een dergelijke strijd kan de echte klassentegenstellingen in de Israëlische samenleving blootleggen en de Israëlische Joodse arbeidersklasse overwinnen voor een gezamenlijke strijd tegen de rotte en onderdrukkende heersende klasse.
Het kan de kwestie stellen van een democratische socialistische oplossing voor de nationale kwestie waarbij de Palestijnen en de Israëlische Joden het recht op zelfbeschikking hebben en het democratische bezit en controle op de rijkdommen en grondstoffen van de regio.
-
Massale woede nadat Trump Jeruzalem als ‘hoofdstad’ erkent
Artikel door Shahar Benhorin en Yasha Marmer van de Socialistische Strijdbeweging, onze zusterorganisatie in Israël/Palestina
De eenzijdige erkenning door Trump van Jeruzalem als hoofdstad van Israël leidt wereldwijd tot protest. Deze erkenning negeert immers het recht van de Palestijnen op een eigen staat met een hoofdstad in Jeruzalem. Het protest heeft al geleid tot doden onder Palestijnen.Vier Palestijnen werden omgebracht en er vielen honderden gewonden. Er waren raketaanvallen op het zuiden van Israël en bombardementen op de Gazastrook. De arrogante verklaring van Trump leidt tot nieuwe bloedvergieten.
De verklaring gaat in op de eis van het Israëlische regime om het verdeelde en arme Jeruzalem te erkennen als enige hoofdstad van Israël, wat in de praktijk een erkenning is van het status quo van de aanhoudende bezetting van Oost-Jeruzalem en het ontzeggen van het recht op een Palestijnse staat met een hoofdstad in Jeruzalem.
De beslissing van Trump leidde tot protest, zeker onder de Palestijnen. Er waren tienduizenden betogers in Amman in Jordanië, elders in de regio en de rest van de wereld waren er duizenden betogers. In Oost-Jeruzalem protesteerden duizenden Palestijnen en gingen handelszaken in staking. Duizenden protesteerden in Ramallah en er waren ook tal van acties op de Gazastrook en doorheen de Westelijke Jordaanoever. Binnen het gebied van de groene lijn (in Israël) waren er protestacties met honderden aanwezigen in Jaljulia, Kafr Kanna, Umm al Fahm, Qalansuwa, Nazareth en andere dorpen en steden. Er kwam een oproep voor een betoging voor de Amerikaanse ambassade in Tel Aviv en voor een nationale betoging in Sakhnin.
De dodentol zal de komende dagen en weken wellicht oplopen. Er is immers een militaire repressie tegen de Palestijnse betogers. Bovendien zijn er bombardementen op Gaza door het Israëlisch leger en er is ook willekeurig geweld op Israëlische burgers.
Voor de verklaring van Trump – een verklaring die volgens Trump en Netanyahu de vrede zal promoten! – vroegen de Amerikaanse autoriteiten alle diplomaten uit de VS om zich gedeisd te houden en onnodige bezoeken aan Israël twee weken te vermijden vanuit veiligheidsoverwegingen. De veiligheid van de Palestijnen en de Israëlische bevolking is geen punt voor de regering-Trump en zijn partners in de regering van Netanyahu. De Israëlische regering is bereid om tegen gelijk welke prijs de bezetting te blijven verdedigen. Dit kan bijdragen tot een nieuwe significante escalatie van het conflict waarbij ook de regionale spanningen worden opgedreven.
De Israëlische premier, de president en de voorzitters van de ‘oppositiepartijen’ waren allemaal vol lof voor de demagogie van Trump. Vertegenwoordigers van de op de kolonisten steunende rechterzijde zien er een groen licht in voor de verdere uitbreiding van de kolonies en het “verjoodsen” van Palestijnse buurten in Oost-Jeruzalem, voor stelselmatige vernietiging van huizen, voor onderdrukking en onteigening van Palestijnen. De regering overweegt nog steeds de annexatie van de kolonie Maale Adumum, de bouw van nederzettingen in het E1 gebied en het uitsluiten van tienduizenden Palestijnen uit de gemeente Jeruzalem. De minister van huisvesting, Yoav Gallant, slaagde er niet in om de huisvestingscrisis te beantwoorden, maar kondigt wel aan dat er duizenden nieuwe wooneenheden voor kolonisten komen in Oost-Jeruzalem.
De stappen die erop gericht zijn dat er geen Palestijnse hoofdstad in Jeruzalem kan komen, genoten lange tijd de stille steun van de Amerikaanse regeringen, zelfs indien die in woorden bepaalde acties veroordeelden. Trump heeft de stille steun omgezet in een erg openlijke en provocatorische steun. Als hij zegt dat zijn regering een tweestatenoplossing zal steunen indien deze overeengekomen wordt door beide partijen, geeft hij aan dat hij het idee van een Palestijnse staat enkel zal steunen indien er een akkoord is met de Israëlische regering. Trump beweert dat hij geen standpunt inneemt over de grenzen van het Israëlische bestuur in Jeruzalem. Maar in de praktijk geeft hij een duidelijke steun voor de gewelddadige en eenzijdige inname van het oostelijke deel van de stad door het Israëlisch regime in samenwerking met organisaties van kolonisten.
Internationale reacties
Trump kondigde de start aan van de voorbereidingen om de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem te verplaatsen. Dit gebeurt op basis van een Amerikaanse wet die in 1995 door het parlement werd goedgekeurd in het kader van de Oslo-akkoorden. De wet riep op tot het verplaatsen van de Amerikaanse ambassade en de erkenning van Jeruzalem als de “onverdeelde” hoofdstad van Israël. De uitvoering van de wet werd steeds opnieuw uitgesteld met zes maanden. Trump tekende net als in juni opnieuw voor uitstel met zes maanden. Hij kon beslissen om de ambassade meteen over te plaatsen naar het gebouw van het consulaat in Jeruzalem, maar dit zou ongetwijfeld tot veel kritiek op hem geleid hebben, ook in regeringskringen.
Minister van Binnenlandse Zaken Tillerson, defensieminister Mattis en CIA-baas Pompeo waren bij de tegenstanders van de verklaring. Ze vreesden net als andere stemmen van het Amerikaanse establishment dat de belangen van het VS-imperialisme beschadigd zullen worden door een nieuwe golf van woede tegen de VS, druk op relaties met regimes in de regio, verdere ondermijning van de stabiliteit in de regio en een verzwakking van de Amerikaanse invloed op de Palestijnse Autoriteit (PA). De beslissing van Trump was effectief een own-goal voor het buitenlandse beleid van de VS. Dit bleek door de noodbijeenkomst van de VN Veiligheidsraad, de veroordeling door Europese regeringen, de crisisvergadering van de ministers van buitenlandse zaken van de Arabische Liga in Caïro en door de verklaring van de Palestijnse Autoriteit die tijdelijk de banden met de VS opzegt.
Er waren wereldwijd slechts een paar regimes bereid om de verklaring over Jeruzalem te steunen: Taiwan herhaalde het standpunt van Trump en er kwamen gelijkaardige beloften door de ‘mini-Trumps’ die aan de macht zijn in Hongarije, Tsjechië en de Filippijnen. De meeste regeringen durfden de maatregel van Trump rond Jeruzalem niet te volgen omwille van eigen strategische overwegingen en omdat er in eigen land publiek verzet is tegen de Israëlische bezetting van de gebieden die in de oorlog van 1967 werden veroverd. Zelfs Tsjechië benadrukte dat het Jeruzalem enkel erkent als hoofdstad van Israël “binnen de grenzen van 1967.” Deze verklaring ligt in dezelfde lijn als wat Rusland in april verklaarde toen het stelde dat het overweegt om West-Jeruzalem als hoofdstad van Israël te erkennen en Oost-Jeruzalem als de hoofdstad van de toekomstige Palestijnse staat.
Netanyahu schept op over betere relaties met de wereldleiders, maar onder de oppervlakte is er in de VS, Europa en elders een tendens van steeds meer kritiek op het Israëlische beleid. In het Midden-Oosten is er dan wel een strategisch bondgenootschap met de Arabisch Soennitische regimes, maar ook die moeten rekening houden met de publieke opinie en de brede solidariteit met de Palestijnse strijd voor nationale bevrijding.
“Het akkoord van de eeuw”
In de aanloop naar de toespraak van Trump schreef de New York Times dat de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman druk had gezet op de Palestijnse Autoriteit om in een akkoord te capituleren voor Israël. Het ging om een akkoord waarbij de Palestijnse hoofdstad in Abu-Dis zou gevestigd worden en niet in Jeruzalem. De nederzettingen zouden niet verdwijnen en het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen zou niet erkend worden. In publieke verklaringen moeten de Saoedische heersers een andere toon gebruiken. Net als hun tegenhangers van de Jordaanse monarchie veroordeelden ze de verklaring van Trump op scherpe wijze. Ze zijn vooral bang van protest in eigen land. Hassan Abu Hanieh, een Jordaanse analist, legde in de Financial Times (6 december) uit dat de “Arabische leiding als medeplichtig zal gezien worden. Er is onder de bevolking een groeiende overtuiging dat hun regeringen samenspannen met Israël.”
Trump wil de komende maanden een nieuw ‘stappenplan’ ontvouwen waarmee hij naar eigen zeggen het Israëlisch-Palestijns conflict zal oplossen. Hij gebruikt zijn recente verklaring om de druk op de Palestijnse Autoriteit en de PLO op te voeren zodat ze al zijn dictaten aanvaarden. Eerder dreigde Trump om het kantoor van de PLO in Washington te sluiten. Hij stelt dat het uitblijven van officiële Amerikaanse steun voor Israël rond de kwestie van Jeruzalem tot hiertoe niet heeft bijgedragen tot het bekomen van een akkoord. Trump geeft de Palestijnse leiders hiermee een boodschap: als ze zijn voorwaarden niet aanvaarden (en dus inbinden voor de regering-Netanyahu die de Palestijnse staat weigert te erkennen), dan zullen ze daar een prijs voor betalen. Op een dergelijke publieke en brutale manier druk uitoefenen op de PA kan gelijk welke basis voor dit “akkoord van de eeuw” nog verder ondermijnen.
Op een brutale manier wordt het valse masker van “eerlijke bemiddelaar” in het Israëlisch-Palestijns conflict weggehaald van het gezicht van het VS-imperialisme. Tot voor kort probeerde de Palestijnse president Mahmoud Abbas de banden tussen hemzelf en Trump te benadrukken. In september verklaarde hij nog: “We staan dicht bij echte vrede tussen de Palestijnen en de Israëlis.” Een meerderheid van de Palestijnen gelooft Trump niet en verkiest het ontslag van Abbas. Trump heeft toplui van de PA nu in de hoek geduwd. De relaties tussen de PA en de VS werden bevroren en Abbas weigert de Amerikaanse vicepremier Mike Pence te ontmoeten tijdens diens geplande bezoek aan Betlehem op kerstmis. Het ziet ernaar uit dat Abbas voorlopig niet zal ingaan op de uitnodiging van Trump om het Witte Huis te bezoeken.
De strategie van de elite van de PA heeft gefaald. Het Palestijnse establishment is bang van een massale protestbeweging. De PA-leiders beseffen ook dat geen enkele andere imperialistische macht door het Israëlische regime aanvaard zal worden als onderhandelaar. Abbas hoopt mogelijk op een nieuw initiatief vanuit Rusland of de Europese Unie, maar de regering-Netanyahu zal elke stap in die richting verwerpen. Dit bleek al tijdens het ‘Franse initiatief.’ De kansen op nieuwe directe onderhandelingen tussen de PA en de regering-Netanyahu zijn zo goed als onbestaande.
De leiders van Hamas hoopten, zoals destijds uitgelegd werd door Hamas-leider Khaled Mashal, dat de regering-Trump de Palestijnen een ‘speciale opportuniteit’ zou bieden, omdat deze regering “stoutmoediger” zou optreden dan vorige. Er werd hoop gevestigd in het “verzoeningsproces” met Fatah (de partij van Abbas) onder toezicht van het regime van Sisi in Egypte, maar daar is tot hiertoe nog niets van in huis gekomen. De PA weigert om de economische sancties tegen Gaza op te heffen, Hames weigert te ontwapenen.
De mogelijkheid van een nieuwe escalatie van de confrontatie met Israël komt op een slecht moment voor de leiding van Hamas. Tegen de achtergrond van crisis in Gaza slaagden ze er niet in om iets te verwezenlijken in de afgelopen periode. Ze verkiezen om geen raketprojectielen naar Israël af te vuren (de laatste aanvallen werden opgeëist door salafistische organisaties). Zonder enige oplossing voor Gaza, roept Hamas op tot een “nieuwe intifada” (opstand) in de Westelijke Jordaanoever en Jeruzalem, een poging om het gebrek aan geloofwaardige strategie voor de Palestijnse strijd te verbergen.
Protest ter plaatse
Het idee van een grote opstand tegen het bezettingsregime is al langere tijd populair onder de Palestijnen in de bezette gebieden. Tegelijk is er een diepgaand pessimisme over wat deze strijd kan bekomen. Er moet ook rekening gehouden worden met de harde Israëlische militaire repressie die al leidde tot de dood van enkele betogers en honderden gewonden nadat er met scherp geschoten worden op betogingen tegen de verklaring van Trump. Dit maakt dat de omvang van het protest, zeker op de Westelijke Jordaanoever, nog relatief beperkt is.
In juli was er een beweging met duizenden betogers die in Oost-Jeruzalem een arrogante provocatie van de regering-Netanyahu afblokten. Het ging om een aanval op de vrijheid van godsdienst en beweging in de oude stad, in de Israëlische media omschreven als de “crisis van de metaaldetectors.” Na de verklaring van Trump waren er opnieuw duizenden betogers in Oost-Jeruzalem. Het is echter niet duidelijk hoe deze woede verder zal ontwikkelen en of het tot een bredere en langdurige opstand komt. Maar het is duidelijk dat er nood is aan massaal protest tegen de dictatuur van de bezetting en de nederzettingen.
Trump en Netanyahu spelen in op nationalistisch fanatisme en zijn bereid om hun macht te versterken door de regio in een nieuw bloedbad onder te dompelen. Het gepaste antwoord is door naar buiten te gaan en de strijd te voeren tegen hen en hun rampzalige agenda. Significante protestacties in de Palestijnse gebieden en in de rest van de regio, grote betogingen binnen de Groene Lijn met ook gezamenlijke betogingen van Joden en Arabieren tegen de bezetting en voor vrede, zijn essentieel om de oorlogsstokers te stoppen en om de bezetting te bestrijden. De strijd voor vrede vereist een brede strijd tegen de bezetting en voor maatregelen in het belang van de werkenden en armen, langs beide kanten van de nationale verdeeldheid.
Netanyahu probeert de verklaring van Trump aan te grijpen om de aandacht niet alleen af te leiden van de correcte argumenten van de tegenstanders van de bezetting, maar ook van de grote anticorruptie beweging die de afgelopen periode ontstond tegen het bewind van deze regering en tegen een reeks sociale problemen.
Tegen de achtergrond van internationale protestacties en met de militaire repressie tegen Palestijnse betogers, is er nood aan een actieve solidariteit en verbreding van het protest, ook binnen de beweging tegen corruptie in Israël en met betrokkenheid van Israëlische arbeiders- en jongerenorganisaties.
De hypocriete propaganda die Jeruzalem probeert voor te stellen als een “verenigde” en welvarende stad waar de vrijheid van godsdienst samengaat met vrijheid en waardigheid voor iedereen, moet de realiteit verbergen van diepe verdeeldheid, de scheidingsmuur, de checkpoints, het aanhoudende gestook op basis van nationaliteit en religie, de vreselijke discriminatie, de afgrijselijke armoede, de diefstal van huizen en grond van bewoners, de racistische haatmarsen die door de regering gesteund worden en het dagelijkse misbruik door de grenspolitie en de autoriteiten.
Als onderdeel van de strijd tegen bezetting en voor vrede, roept de Socialistische Strijdbeweging op voor het vestigen van twee nationale hoofdsteden in Jeruzalem op basis van een welvarend leven voor iedereen, gelijke rechten, vrijheid van beweging, vrijheid van godsdienst en dus ook vrijheid om geen religieuze dwang te ondergaan. In de context van twee socialistische, democratische en gelijkwaardige staten, is het mogelijk om tot een samenleving te komen waarin Jeruzalem kan bloeien als pluralistische stad zonder de armoedige achterbuurten, discriminatie en betonnen scheidingsmuur die nu dominant zijn.
-
Steun de Palestijnse hongerstakers!

Betoging in solidariteit met de Palestijnse hongerstakers in Oost-Jeruzalem op 27 april. Foto: ActiveStills De “staking voor vrijheid en eer” is de naam die de massale hongerstaking van honderden Palestijnse gevangenen in de Israëlische gevangenissen meekreeg. De actie begon op de dag van de Palestijnse gevangenen, 17 april. De gevangenen eisen het einde van discriminatie op basis van nationale afkomst in de gevangenissen en van de willekeurige arrestaties zonder rechtszaak of beschuldiging (‘administratieve arrestaties’). De gevangenen wijzen op problemen zoals gebrek aan toegang tot gezondheidszorg, opsluiting in isolement, schending van het bezoekrecht, verbod op telefoongesprekken en het ontzeggen van het recht op academische studies.
Artikel door Shahar Ben-Horin, Socialistische Strijdbeweging (onze zusterorganisatie in Israël-Palestina)
Elke week zijn er tientallen militaire raids op huizen van burgers van de Westelijke Jordaanoevers. Burgers worden midden in de nacht van hun bed gelicht bij wijze van routine. Volgens cijfers van de Israëlische Gevangenisdienst (IPS) werden eind april meer dan 6.100 Palestijnse gevangenen als ‘veiligheidsgevangenen’ bestempeld. Onder hen bijna 500 administratief opgepakte gevangenen die vastzitten in Israëlische gevangenissen. Driehonderd van de gevangenen zijn minderjarig, zo stelt de Palestijnse gevangenenorganisatie A-Dameer (‘Het bewustzijn’). Bovenop de ‘veiligheidsgevangenen’ in handen van de IPS worden honderden Palestijnen vastgehouden nadat ze gecriminaliseerd werden door de bezettingsmacht wegens ‘illegaal verblijf’, doorgaans nadat ze werk zochten in Israël. Tientallen Palestijnen zitten vast in faciliteiten van het leger en de politie vooraleer ze overgeplaatst worden naar de gevangenissendiensten.
In een verklaring voor de dag van de gevangenen merkten het Palestijns Comité voor Gevangenen, de Palestijnse Gevangenenvereniging en het Palestijns Centraal Bureau van de Statistiek op dat er sinds 1948 ongeveer een miljoen Palestijnen werden vastgezet in Israëlische gevangenissen. Sinds oktober 2015, bij het uitbreken van protest en escalatie van geweld, werden ongeveer 10.000 Palestijnen opgepakt door Israël. Een derde hiervan zijn tieners jonger dan 18 jaar.
Discriminatie in de gevangenissen
De propaganda van het Israëlische regime – trouw overgenomen door de volgzame media – probeert alle Palestijnse ‘veiligheidsgevangenen’ te omschrijven als moordenaars. Indien dit waar was, wat niet het geval is, dan kan erop gewezen worden dat criminele moordenaars onder betere omstandigheden vastzitten. De vreselijke laster tegen deze gevangenen heeft als doel op publieke kritiek te stoppen en om te vermijden dat er discussies ontstaan over de realiteit van de bezetting. Heel wat gevangenen werden opgepakt voor het enkele feit van hun betrokkenheid in politieke strijd tegen de bezetting en de nationale onderdrukking van de Palestijnen.
In deze context maakt de Israëlische staat geen onderscheid tussen wie opgepakt werd na betogingen en militaire activiteiten tegen de bezettingstroepen in de sinds bezette gebieden of wie opgepakt werd na het vermoorden van onschuldige burgers vanuit motieven verbonden met de nationale kwestie. Palestijnse ‘veiligheidsgevangenen’, zowel Israëlische burgers als inwoners van Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever of Gaza, krijgen te maken met zware discriminatie in legale procedures en in hun omstandigheden in de gevangenis.
Ami Popper, een Joodse ‘veiligheidsgevangene’ die zeven Palestijnse werkenden vermoordde op nationalistische basis, heeft recht op verlof uit de gevangenis, kan regelmatig telefoneren met familieleden en heeft zelfs een werkplaats buiten de gevangenis. Palestijnse ‘veiligheidsgevangenen’ daarentegen hebben daar allemaal geen recht op. Sinds 2011 werd hen zelfs het recht ontzegd om te studeren aan de Open Universiteit. Dit mocht niet omdat ze niet joods zijn. Het was een cynische maatregel van een collectieve straf onder het mom dat dit druk zou zetten op Hamas om de Israëlische soldaat Gilad Shalit vrij te laten. Het beleid bleef in voege, ook na een gevangenenruil later dat jaar.
De belangrijkste eis van de gevangenen is om publieke telefooncellen te installeren in hun gevangenisvleugel zodat ze met familieleden kunnen spreken. In vleugels met criminelen zijn er dergelijke telefooncellen. Ook de meest beruchte Joodse veiligheidsgevangene, Yigil Amir (die de Israëlische premier Rabin vermoordde in 1995), kan telefoneren met familieleden. Palestijnen kunnen dit niet. De gevangenen zijn afhankelijk van binnengesmokkelde gsm’s. Voormalig Palestijns parlementslid (in de Israëlische Knesset) Bassel Ghattas werd eerder dit jaar wegens vermeende medeplichtigheid aan dergelijke smokkel veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf.
Hongerstaking tegen het establishment
Tijdens de halve eeuw van bezetting van gebieden op de Westelijke Jordaanoever, in Oost-Jeruzalem en Gaza, slaagden Palestijnse gevangenen erin om hun voorwaarden te verbeteren na collectieve en individuele hongerstakingen. Hun verkozen vertegenwoordigers werden erkend door de gevangenisautoriteiten. De huidige actie is de grootste hongerstaking sinds 2012, toen ongeveer 1.500 gevangenen bijna een maand in hongerstaking waren en daarmee verbeteren in hun omstandigheden afdwongen, waaronder de gedeeltelijke heropstart van familiebezoek vanuit de Gazastrook. Een reeks hongerstakingen door administratief opgepakte gevangenen leidde tot de vrijlating van een aantal gevangenen die niet in staat van beschuldiging werden geplaatst. Dit bevestigde dat ze willekeurig vastzaten en het weerlegt de bewering dat deze gevangenen een gevaar voor de veiligheid zouden vormen.
In 2014 was er een uitgebreide hongerstaking van op het hoogtepunt ongeveer 250 administratief opgepakte gevangenen. Deze actie eindigde uiteindelijk tegen de achtergrond van het militaire offensief op de Westelijke Jordaanoever (operatie ‘Shuvu Ahim’ – ‘Breng onze broeders terug’) en de massale arrestaties die daarmee gepaard gingen. Maar het Israëlische establishment ziet zich wel degelijk bedreigd door de hongerstakingen onder Palestijnse gevangenen. Bovenop de internationale kritiek op Israël kunnen de hongerstakingen aanleiding geven tot militaire confrontaties. De militaire vleugel van Hamas, de Izz al-Din al-Qassam brigades, dreigde reeds om tot actie over te gaan als de eisen van de hongerstakers niet ingewilligd worden. De hongerstaking kan ook aanleiding geven tot massaprotesten in de bezette gebieden, zeker indien het leven van de gevangenen en van de stakingsleiders bedreigd is.
In 2015 stemde de Knesset een wet die gedwongen voedselopname mogelijk maakt. Het doel is om het voor de overheid mogelijk te maken om hongerstakingen te beëindigen door over te gaan tot martelpraktijken die in het verleden eveneens werden toegepast en ironisch genoeg hebben geleid tot de enige doden tot hiertoe bij hongerstakingen.
De Israëlische Medische Associatie (doktersbond) heeft als onderdeel van de Wereldwijde Medische Associatie kritiek gegeven op de wet en roept dokters op om er niet aan mee te werken. Dokters in ziekenhuizen in Ashkelon en Beersheba weigerden in 2015 om de administratieve gevangene Muhammad ‘Allan te voeden en vorig jaar weigerden dokters in een ziekenhuis in ‘Afila om de journalist Muhammad al-Qiq gedwongen te voeden. Het gebrek aan dokters die meewerken bij het breken van een hongerstaking heeft medewerkers van Netanyahu al doen suggereren om dokters uit het buitenland in te vliegen hiervoor. Ondertussen vraagt het ministerie van gezondheidszorg aan ziekenhuizen om voorbereid te zijn en worden er in de gevangenissen voorbereidingen getroffen om daar speciale zorgcentra te openen.
De IPS beweert dat het aantal hongerstakers na twee weken gedaald was tot 850, maar de organisaties die opkomen voor de rechten van de gevangenen hebben het over een toename tot 1.500. De autoriteiten kunnen niet verbergen dat ze bang zijn dat de hongerstaking uitbreiding kent, zeker indien de solidariteitsbeweging die ermee gepaard gaat eveneens opgedreven wordt. De meeste hongerstakers zijn tot hiertoe verbonden met Fatah. Er zijn ongeveer 3.000 gevangenen die met Fatah geassocieerd worden en ondanks politieke meningsverschillen tussen deze gevangenen is er een mogelijkheid dat velen nog bij de hongerstaking zullen aansluiten. Daarnaast zijn er honderden gevangenen die verbonden zijn met Hamas en de PFLP (Volksfront voor de Bevrijding van Palestina). De hongerstaking kan ook onder deze gevangenen uitbreiding kennen. Op 4 mei gingen een aantal gevangenen die hooggeplaatste functies hadden in milities van Hamas in hongerstaking gegaan. Ook de algemeen-secretaris van de PFLP, Ahmad Sa-adat, vervoegde de hongerstaking.
“Israël heeft van basisrechten privileges gemaakt”
De meest prominente leider van de huidige hongerstaking is Marwan Barghouti, een van de 13 Palestijnse parlementsleden (leden van de Palestijnse Wetgevende Raad) die in Israël gevangen zit. Barghouti wordt gezien als de meest populaire Palestijnse leider vandaag. Dat is waarom hij wel eens de ‘Palestijnse Nelson Mandela’ wordt genoemd. In alle peilingen is hij steevast de kandidaat die het meeste steun krijgt als hij – zoals hij dit van plan is – opkomt voor het voorzitterschap van de Palestijnse Autoriteit.
In een artikel dat hij in de New York Times gepubliceerd kreeg bij het begin van de staking, schreef Barghouti dat de Israëlische staat “basisrechten die onder de internationale wetten gegarandeerd moeten zijn – waaronder een aantal rechten die door vorige hongerstakingen afgedwongen zijn – heeft omgevormd tot privileges waarvan de gevangenisdiensten kan beslissen om ze toe te kennen of niet.” Hij stelde nog dat “Israël een duaal wettelijk regime heeft gevestigd, een vorm van gerechtelijke apartheid die zorgt voor een virtuele onschendbaarheid van Israëli’s die misdaden begaan tegen Palestijnen, terwijl Palestijnse aanwezigheid en verzet gecriminaliseerd worden. Israëlische rechtbanken zijn een aanfluiting van rechtvaardigheid, het zijn instrumenten van een koloniale en militaire bezetting.” Hij eindigde als volgt: “Enkel de beëindiging van de bezetting zal een einde maken aan deze onrechtvaardigheid en leiden tot vrede.”
Barghouti was een van de leiders van de Tanzim en de Al Aqsa Martelarenbrigades die met Fatah verbonden zijn. Hij overleefde een moordpoging in 2001 (“doelgerichte preventieve aanval”) door het Israëlische leger. Hij werd opgepakt tijdens een militaire raid op Ramallah in 2002 en voor een burgerlijke rechtbank veroordeeld wegens het goedkeuren van terroristische activiteiten tegen burgers langs beide kanten van de ‘Groene Grenslijn’, waarbij vijf mensen omkwamen. Barghouti ontkende de beschuldigingen, staakte zijn juridische verdediging als protest tegen de rechtszaak en verklaarde dat hij tegen het kwetsen van onschuldige mensen is.
We moeten benadrukken dat linkse socialisten zich verzetten tegen terroristische methoden. Maar in tegenstelling tot wat de propaganda van het Israëlische establishment beweert, is niet al wie een gewapende strijd tegen de bezetting voert een terrorist. De milities van Fatah bijvoorbeeld voerden militaire acties uit tegen de militaire bezetting. Ze gingen echter ook over tot het vermoorden van burgers, wat de bezettingsmacht geen schade toebracht maar politiek net in de kaart speelde en aanleiding gaf tot nog meer brutale aanvallen op Palestijnse burgers. Er kan redelijkerwijze aangenomen worden dat Barghouti als een van de commandanten van de militie verantwoordelijk was voor de dood van burgers. Maar wat moet dan gezegd worden van de vroegere Israëlische premier Menahem Begin die als commandant van de Irgun rechtstreeks verantwoordelijk was voor onder meer de massale terroristische aanslag op het Koning David Hotel in 1946 waarbij 91 Britten, Arabieren en Joden om het leven kwamen? En is de huidige Israëlische premier Netanyahu niet verantwoordelijk voor de opdrachten tot acties zoals het bombarderen van de dichtbevolkte Gazastrook waardoor heel wat Palestijnse burgers omkwamen? In de oorlog van 2014 alleen al vielen er twee keer zoveel Palestijnse doden als er in de volledige periode van de tweede intifada Israëlische doden waren.
De populariteit van Barghouti is een reden tot bezorgdheid voor het Israëlische establishment. De Palestijnse president Abbas deed er alles aan om Trump te loven en hij ontmoette hem op 3 mei. Abbas doet er alles aan om op goede voet te blijven staan met het bezettingsregime. Het maakt dat Barghouti meer aansluiting vindt met de breed gedragen woede tegen de Palestijnse president die eind dit jaar aan het einde van zijn mandaat komt. Barghouti viel in het Palestijnse dagblad al-Quds vorig jaar het autoritaire bewind van Abbas aan. Hij stelde dat de onderhandelingen met Israël en de diplomatische campagne van de Palestijnse Autoriteit op internationaal vlak gefaald hebben. De afgelopen jaren riep Barghouti op tot een nieuwe volkse intifada. Het feit dat hij tegen de leiding van Abbas ingaat, is de reden waarom Abbas weigerde om hem aan te stellen tot vicevoorzitter van Fatah, ook al was hij de eerste in de verkiezing voor het Centraal Comité van Fatah in december. Abbas bewijst lippendienst aan de hongerstakers, maar hij is er niet bij betrokken. Hij wil niet dat Barghouti politiek voordeel haalt uit de hongerstaking of uit een ontwikkeling van een protestbeweging rond die staking – zeker niet nu Abbas zijn hoop vestigt in Trump en wil aantonen dat hij de controle heeft over de enclaves die onder de Palestijnse Autoriteit vallen.
Barghouti werd bij het begin van de hongerstaking afgezonderd. De IPS beweert op basis van geheime camerabewaking dat Barghouti sinds het begin van de hongerstaking al twee keer zou gegeten hebben. In 2004 beweerde de IPS tijdens een andere hongerstaking, waarin zowat 2.200 gevangenen betrokken waren, ook al dat er beelden waren van een etende Barghouti. Deze bewering werd toen ten stelligste weerlegd door de campagnes die de Palestijnse gevangenen ondersteunden. Ze stelden dat de IPS bewust getrukeerde beelden verspreidde met oude opnames die gemaakt waren op een ogenblik dat er geen hongerstaking was. In het nieuwe beeldmateriaal is het gezicht van de etende man onzichtbaar gemaakt.
Als Barghouti wordt weggehaald voor medische verzorging of gedwongen voedselopname, of als zijn leven in gevaar is, dan kan dit leiden tot een escalatie van het solidariteitsprotest buiten de gevangenissen. Het is niet ondenkbaar dat een dode onder de hongerstakers – zeker indien het om één van de leiders ervan gaat – leidt tot een massale protestbeweging zoals in Noord-Ierland na de dood van hongerstakers onder leiding van Bobby Sands die tijdens de hongerstaking in het Brits parlement werd verkozen. De hongerstaking leidt nu al tot mobilisatie en het werkt verenigend onder significante lagen van de Palestijnen langs beide kanten van de ‘Groene Grenslijn.’
Solidariteitsprotest
Op de dag van de gevangenen waren er protestbetogingen met duizenden aanwezigen op de Westelijke Jordaanoever. Vooral in Ramallah, Hebron en Betlehem waren er grote betogingen. In dorpen en steden werden solidariteitstenten opgezet om de hongerstakers te steunen. Op 27 april werden de openbare diensten en de kleine handelszaken in de gebieden van de Palestijnse Autoriteit en in Oost-Jeruzalem platgelegd. Een dag later waren er betogingen en kwam het tot confrontaties met het leger en de grenspolitie op minstens 15 plaatsen op de Westelijke Jordaanoever. Deze acties kaderden in de ‘dag van de woede’ waartoe Fatah had opgeroepen.
Het protest op de Westelijke Jordaanoever botste op militaire repressie die nog erger kan worden. Tijdens de eerste twee weken van de hongerstaking viel het grootste aantal Palestijnse gewonden sinds het begin van dit jaar: 191 gewonden, waarvan 45 minderjarigen (cijfers van OCHA). De overgrote meerderheid raakte gewond tijdens solidariteitsacties met de hongerstakers, een tiende van de gewonden werd geraakt toen met scherp op hen geschoten werd door politie of leger.
Binnen het gebied van de Groene Grenslijn waren er ook een aantal lokale protestacties. In Umm al-Fahm werd een solidariteitstent opgericht. Er waren betogingen in tal van landen en ook het Internationale Vakverbond (IVV), waar de Israëlische vakbondsfederatie Histadrut lid van is, publiceerde een solidariteitsbericht.
Zoals steeds verklaren de Israëlische regering en de autoriteiten van de gevangenissen dat ze niet onder de indruk zijn van het protest en niet willen onderhandelen met de gevangenen. De afgelopen jaren aarzelde de overheid onder de regeringen-Netanyahu niet om gevangenen in hongerstaking tot de rand van de dood te drijven vooraleer over een akkoord wordt onderhandeld. De IPS probeert ondertussen de gevangenen te straffen met psychologische druk, isolement, transfers tussen gevangenissen, inbeslagname van kledij en persoonlijke zaken en zelfs inbeslagname van het zout dat door de hongerstakers wordt gebruikt om fysiek sterker te staan in de hongerstaking.
Volgens verschillende bronnen waren er in de weken voor de hongerstaking onderhandelingen tussen de gevangenen en de IPS. Wellicht zullen die onderhandelen verdergezet worden. Mogelijk zal de regering-Netanyahu harder doorzetten en de eisen van de gevangenen negeren, maar dan speelt de regering met vuur en kan ze wel eens de controle over de situatie verliezen.
Het verder opdrijven van protestacties van zowel Palestijnen als Israëli’s om de hongerstaking te ondersteunen, is een bedreiging voor de fanatieke rechtse regering van Netanyahu. De Israëlische betogers moeten steun geven aan de Palestijnse betogers. De Israëlische Medische Associatie is hierin een voorbeeld voor andere vakbonden: het is nodig om in te gaan tegen de draconische wetgeving en de aanvallen van de rechtse regering. Het protest tegen gedwongen voedselopname, discriminatie in de gevangenissen en administratieve arrestaties moet bijdragen aan een sterkere beweging tegen de bezetting en het doorzetten van het nationale conflict, tegen de oorlog op de werkenden en armen en voor vrede, gelijkheid en socialistische verandering.
De Socialistische Strijdbeweging zegt:
- Steun de solidariteitsacties met de hongerstaking van de gevangenen. Histadrut moet de solidariteitsverklaring van het IVV, waar het deel van is, steunen.
- Geen marteling van hongerstakers, geen gedwongen voedselopname. Intrekking van de wet die deze gedwongen voedselopname mogelijk maakt. Arbeidersorganisaties moeten de Israëlische Medische Associatie steunen in het verzet tegen gedwongen voedselopname.
- Stop de discriminatie op basis van nationaliteit in de gevangenissen! Steun de basiseisen van de gevangenen om hun voorwaarden te verbeteren, waaronder het recht op telefoongesprekken.
- Stop de administratieve arrestaties, stop de willekeurige arrestaties en gevangenzetting zonder proces. Verdedig het recht van elke gevangene om te weten wat hem of haar ten laste wordt gelegd, het recht op vertegenwoordiging door een advocaat en het recht op een proces.
- Haal het leger uit de bezette gebieden! Afschaffing van de militaire rechtbanken op de Westelijke Jordaanoever! Stop de bezetting van Palestijnse gebieden en stop de nederzettingen!
- Vrijlating van alle Palestijnse politieke gevangenen! Voor eerlijke processen met een vooraf bepaalde procedure en onder controle van organisaties van de arbeidersbeweging en onafhankelijke mensenrechtenorganisaties van beide kanten van het conflict, waarbij zowel Israëli’s als Palestijnen die verdacht worden van misdaden verbonden met het conflict berecht worden.
- Voor een onafhankelijk, democratisch en socialistisch Palestina naast een democratisch en socialistisch Israël, als onderdeel van de strijd voor een socialistisch Midden-Oosten en regionale vrede.
-
Palestina/Israël. Het dagelijkse leven onder de bezetting
Verslag vanop een socialistische conferentie in Tel Aviv
Mohammed Abu Hummus, een activist uit de Westelijke Jordaanoever, spreekt op de socialistische conferentieVlak voor kerstmis stemde de VN Veiligheidsraad symbolisch met 14 tegen 0 dat de Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever illegaal zijn. De VS onthield zich. Er werd geen veto gesteld, zoals nochtans gevraagd werd door de rechtse regering van Netanyahu en door de volgende president van de VS, Donald Trump.
Verslag door Per-Åke Westerlund
Een week eerder hield de Socialistische Strijdbeweging (Tnua’t Maavak Sozialisti/Harakat Nidal Eshtaraki), onze zusterorganisatie in Israël/Palestina, een jaarlijkse socialisme-conferentie in Tel Aviv. De centrale thema’s op de conferentie waren: de strijd tegen de rechtse regering van Netanyahu, tegen racisme en tegen de bezetting. Er waren ook discussies over extreemrechts, de vakbonden, het milieu, vrouwen- en LGBT-rechten, … Met bijna 150 aanwezigen en een record aantal Palestijnse sprekers, was de conferentie bijzonder succesvol.
Vier dagen voor de conferentie werd Mohammed Abu Hummus, lid van het volkscomité al-Issawiya in het bezette Oost-Jeruzalem, in zijn voet geschoten met een rubberkogel. Hij kwam echter op krukken naar de conferentie om te spreken over de strijd tegen de nederzettingen en de bezetting van Oost-Jeruzalem.
“Ik film altijd het gedrag van het leger, de grenspolitie en de politie. Ik heb meer dan 500 opnames van geweld, misbruik en dergelijke. Nu blokkeerden ze een straat. Ik maakte opnames en ze logen over waarom ze de straat blokkeerden. Daarop werd ik neergeschoten,” stelde Mohammed.
In de zomer van 2014 werd hij in zijn voet geschoten met scherp. Dat was tijdens een protestactie tegen de oorlog en het bloedbad in Gaza. Hij moest in het ziekenhuis opgenomen worden, maar diende geen klacht in omdat de politie het toch niet zou onderzoeken.
In januari werd de 12-jarige zoon van zijn neef in het hoofd geschoten met een rubberkogel. De soldaten beweerden dat hij een steen naar hen gooide. De jongen kwam in een coma terecht, maar overleefde het incident.
Nederzettingen
Mohammed vertelde hoe het staatsgeweld en de repressie door Israël toenemen met ook steeds meer nederzettingen in Oost-Jeruzalem. “Voor de bezetting van 1967 was mijn dorp Issawiya 12.500 vierkante kilometer groot. Nu is dat beperkt tot 2.000 vierkante kilometer. Een groot deel wordt gebruikt door het leger. Recent werd grond afgenomen voor een snelweg naar de Joodse nederzetting van Maale ‘Edomin. Een ander gebied van 440 vierkante kilometer zou een nationaal park worden.”
Maale ‘Edomin is een van de drie grootste nederzettingen die samen goed zijn voor 150.000 inwoners. Nieuwe en uitbreidende nederzettingen worden door de rechtse regering gelegaliseerd. “Als een rechtbank zegt dat de Israëlische regering het recht niet heeft om onze grond in te pikken, reageert de regering dat ze helemaal niets genomen heeft en enkel maar een ‘park’ zal aanleggen.”
“De politie en soldaten in Oost-Jeruzalem creëren de oorlogen en conflicten die ze zogezegd moeten verhinderen. We kunnen zien hoe 30-40 soldaten een kind achtervolgen door de straten. Het doel is intimidatie. Er zijn kinderen die niet naar school durven gaan.
“De brutaliteit zien we duidelijk in een opname waarin een Israëlische soldaat een Palestijn vermoordt en dan nog eens een mes in het slachtoffer plant.”
Als de grenspolitie een Palestijn ‘administratief aanhoudt’, moeten ze geen enkele beschuldiging uiten of een document voorleggen. De ‘verdachte’ kan zes maanden vastgehouden worden. De arrestatie kan hierna oneindig lang hernieuwd worden voor periodes van zes maanden.
Enkele jaren geleden was er een hongerstaking onder de gevangenen waarna een aantal van hen vrijgelaten werd en het totale aantal gevangenen afnam. Maar sinds januari 2014 is het aantal gevangenen zonder tenlastelegging toegenomen van 155 naar 720. Onder hen ook drie leden van de Palestijnse Wetgevende Raad. 400 kinderen onder de 18 jaar worden vastgehouden. Het totaal aantal politieke gevangenen wordt door de organisatie Adamir op 7.000 geschat.
Steeds meer Palestijnse huizen worden vernield. Zowel in Oost-Jeruzalem als in ‘Gebied C’ (gebieden die na het akkoord van Oslo in 1993 niet rechtstreeks onder de Palestijnse Autoriteit vallen) werden in de eerste helft van 2016 meer huizen vernield dan in heel 2015. De vernietigingen bereiken het ergste niveau in 20 jaar, zo stelt de NGO Ir Amim.
“De regering vernietigt huizen waar families al 55 jaar leefden. Ze beweert dat deze huizen ‘illegaal’ gebouwd werden,” zegt Mohammed.
Controle
De omschrijving van Oost-Jeruzalem werd bevestigd door Ron Zaidel van de organisatie ‘Breek de stilte’. Dat is een organisatie van voormalige Israëlische soldaten die zich verzetten tegen de oorlog en de bezetting.
“Het gedrag van de staat in de bezette gebieden kent een uitbreiding naar Oost-Jeruzalem en Israël zelf. Het gaat over controle. Ze tonen hun aanwezigheid om te laten zien wie de macht heeft. Huizen worden doorzocht, maar ze zeggen nooit waarom. Na een inval gooien ze handgranaten. De Palestijnen worden behandeld als vijanden die in constante angst moeten leven.”
Er werd ook gesproken door Amira Hass, een bekende journaliste van de krant Haaretz, die in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever woont. Zij benadrukte dat het zowel om een bezetting als een koloniaal regime gaat.
De Israëlische staat heeft de controle over twee verschillende systemen: dat in Israël zelf en dat in de gebieden van de Palestijnse Autoriteit, in de praktijk een Israëlisch ‘protectoraat.’ Maar ook in Israël zelf worden de democratische rechten steeds meer aan banden gelegd.
“De kolonisatie is verscherpt. De heersers van Israël proberen het collectieve bestaan van de Palestijnen uit de weg te ruimen. Gaza is een prototype, een enclave die afgesloten is van de wereld. Op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem proberen ze kleine Gaza’s te creëren. De Palestijnse natie staat op een dieptepunt,” stelde Amira.
Yasha Marmer van de Socialistische Strijdbeweging benadrukte eveneens dat de regering-Netanyahu steeds brutaler wordt. “Meer dan 500 Palestijnse huizen werden in 2015 vernield. In 2016 waren het er meer dan 1.000. Het aantal arrestaties en moorden neemt eveneens toe.”
“Het akkoord van Oslo kwam er als een antwoord op de eerste Intifada, een massale opstand tegen de bezetting. De directe militaire overheersing moest vervangen worden door een vorm van autonomie in de gefragmenteerde Palestijnse gebieden. Maar de bezetting gaat door en wordt aangescherpt.
“Tegelijk zit Netanyahu op een rampkoers met de geschiedenis. In 2011, het jaar van de revoluties in Tunesië en Egypte, kwamen er ook in Israël honderdduizenden mensen op straat tegen de prijsverhogingen en de huisvestingscrisis. De steun voor de regering stortte in elkaar. De contrarevolutie in de regio en het gebrek aan alternatieven in Israël liet de regering toe om terug te keren.”
Yasha zei dat extreemrechtse elementen in de regering sinds de verkiezing van Trump in de VS openlijk spreken over de annexatie van de Westelijke Jordaanoever en het opleggen van een apartheidsregime voor de Palestijnen die in dit gebied wonen. Maar de meerderheid van de kapitalistische elite in Israël vreest dat een beslissende stap in die richting aanleiding kan geven tot een nieuwe massale opstand van de Palestijnen – een opstand die inderdaad nodig is, benadrukte Yasha.
Lerarenstaking
“Repressie is ook een teken dat het regime zich zorgen maakt. Zo wil het ministerie van onderwijs een ‘ethische code’ opleggen aan de universiteiten in Israël waardoor het studenten en docenten verboden zou worden om te spreken over wat er in de bezette gebieden gebeurt.”
Yasha en andere sprekers verwezen naar de lerarenstaking van vorig jaar op de Westelijke Jordaanoever. Die staking kwam amper aan bod in de Israëlische media en er werd jammer genoeg ook geen aandacht aan besteed door de onderwijsbond in Israël.
De Socialistische Strijdbeweging staat voor strijd tegen de bezetting en tegen de onderdrukking van de Palestijnen als antwoord op de normalisering van de bezetting en van racisme. De nationalistisch-racistische reactie in Israël is niet gebaseerd op de economische belangen van de Joodse arbeidersklasse. De aanhoudende onteigeningen van de Palestijnse massa’s langs beide kanten van de ‘groene lijn’ gaat gepaard met neoliberale aanvallen op de werkenden en armen in Israël en een verdeel-en-heersbeleid. Het zijn vooral de bekommernissen omtrent veiligheid en het voortbestaan die de heersende klasse toelaten om de werkenden en anderen te blijven controleren.
Socialisten moeten dialoog en gezamenlijke strijd aanmoedigen, in het bijzonder arbeidersstrijd. Dergelijke strijd benadrukt immers de gemeenschappelijke belangen van Palestijnen en Joodse werkenden tegenover het Israëlische kapitalisme en het vormt de basis om te komen tot democratisch socialistische samenlevingen zonder nationale onderdrukking.
Dit betekent dat we opkomen voor een socialistisch Israël en een socialistisch Palestina. De slogan van een gemeenschappelijke staat biedt vandaag geen antwoord op de nationale verzuchtingen en de grote bezorgdheid rond veiligheid en dit langs beide kanten. Een tweestatenoplossing op kapitalistische basis zou betekenen dat er een Palestijnse vazalstaat ontstaat die van Israël blijft afhangen.
-
De marxistische linkerzijde, het nationale conflict en de Palestijnse strijd
Dossier door de Socialistische Strijdbeweging, onze zusterorganisatie in Israël/Palestina. PDF van dit dossier
De Socialistische Strijdbeweging neemt deel aan de strijd tegen de bezetting en tegen de nationale onderdrukking van de Palestijnen, we komen op voor een rechtvaardige vrede gebaseerd op volledige gelijkheid tussen de twee nationale groepen met een gelijk recht op bestaan, zelfbeschikking, persoonlijke veiligheid en welvaart. Het dossier hieronder over het nationale conflict en de Palestijnse strijd werd besproken en goedgekeurd op het Nationaal Comité van de Socialistische Strijdbeweging op 2 april 2016. Het vormde onderdeel van een discussie over de centrale kwesties voor de linkerzijde vandaag waarover later nog een uitgebreider document zal verschijnen.
De aanhoudende escalatie in het Israëlisch-Palestijns conflict versterkt de nationale polarisatie in deze periode en vernietigende trends van nationalistische reactie steken de kop op in de Israëlische samenleving. De horror van de oorlog in Gaza in 2014, de overwinning van Likoed in de verkiezingen van 2015, de aanhoudende en brutale aanvallen door het Israëlische regime tegen de Palestijnen die niets anders zijn dan staatsterreur, de aanvallen op democratische vrijheden en toenemende politieke vervolging van Palestijnse verkozenen in de Knesset (het Israëlische parlement) en activisten die onder de Joodse bevolking tegen de bezetting ingaan. Dit alles draagt bij tot een erg pessimistische stemming, zeker onder de Palestijnse massa’s waaronder de Arabisch-Palestijnse bevolking in Israël, maar ook onder de linkse lagen van de Joodse bevolking en de linkerzijde in het algemeen onder beide nationale groepen. De linkerzijde in Israël kent momenteel een crisis. Dit blijkt erg duidelijk en openlijk in onder meer de leiding van de Communistische Partij (CP) en Hadash, het Democratisch Front voor Vrede en Gelijkheid (opgezet en gecontroleerd door de CP).
Deze processen vinden niet in een vacuüm plaats. De trends van contrarevolutie in de regio de voorbije jaren kwamen onder meer tot uiting in een zekere versterking van het regime van Netanyahu. De wanhoop en veiligheidsangst onder de Joodse bevolking, momenteel aangewakkerd door de wanhopige en contraproductieve elementen van individueel terrorisme tegen Israëli’s, wordt als basis gebruikt voor de Zionistisch-nationalistische reactie.
In de eerste helft van 2015 was er een peiling van Pew Research waaruit bleek dat 48% van de Joodse bevolking positief stond tegenover het idee van een transfer/uitwijzing van Arabieren uit het Israëlische gebied. Dit cijfer komt bovenop andere prominente tekenen van nationaal chauvinisme onder een brede laag van de Joodse bevolking. Maar de reactie is niet eindeloos. Er moet ook rekening gehouden worden met het feit dat 46% van de Joodse bevolking en 58% van de seculiere Joden uitdrukkelijk tegen dit idee gekant was. In januari van dit jaar was er een peiling van de Vredesindex die wees op een polarisatie onder de Joodse bevolking tussen 45% steun en 45% tegenkanting voor het annexeren van de in 1967 veroverde gebieden.
Onder de Palestijnse massa’s, zeker in de gebieden die sinds 1967 bezet zijn, is er opnieuw een forse achteruitgang van de steun voor een ‘tweestatenoplossing’. De steun hiervoor is tot een jarenlang niet meer gezien dieptepunt gezakt. Opiniepeilingen van Palestijnse organisaties wijzen er al enige tijd op dat er geen vertrouwen is in de mogelijkheid om tot een oplossing voor het conflict te komen en tot een bevrijding van de nationale onderdrukking. Deze stemming leidt tot een afkeer van de holle beloften rond de ‘staat die er komt’. Alle stappen die de voorbije periode gezet zijn, zorgden enkel voor meer onderdrukking en massamoorden. Er is ook een versnelde aanbouw van kolonies in Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever. Het regime van Netanyahu stelt bovendien openlijk dat het zich ten stelligste blijft verzetten tegen de vestiging van een Palestijnse staat.
Het idee van één bi-nationale Israëlisch-Palestijnse staat wordt echter door een nog grotere meerderheid van Palestijnen verworpen, het betekent immers het opgeven van de eis van een onafhankelijke Palestijnse staat. Deze verwerping blijkt uit tal van peilingen, zoals die van JMCC begin maart. Er is een gevoel van sympathie voor het oude programma van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) dat pleitte voor een Arabisch-Palestijnse staat op het volledige gebied ten westen van de Jordaan, maar dit wordt niet als een praktisch haalbaar programma gezien. De steun hiervoor getuigt vooral van een woede die voortkomt uit de geschiedenis van onderdrukking sinds het ontstaan van de staat Israël en de Nakba, de ramp van de Palestijnse exodus in 1948. Een dergelijk programma is inderdaad een burgerlijke nationale utopie. Noch de PLO noch de Palestijnse politieke partijen Fatah en Hamas hebben een voorstel van hoe ze Israël zouden kunnen ‘bezetten’, Israël is vandaag de sterkste militaire macht in de regio. De pro-kapitalistische leidingen van beide partijen proberen vooral allianties te sluiten met imperialistische machten om druk te zetten op Israël zodat het toegevingen zou doen.
Nationale polarisatie
Als antwoord op de aanvallen van de staat en de nationalistische reactie onder de Joodse bevolking, is de trend van nationale afzondering onder Palestijnen in Israël versterkt. Er is een laag jongeren die radicaliseert en met een diep wantrouwen en cynisme reageert op het idee van ‘twee staten’, maar ook op slogans over ‘vrede’, ‘co-existentie’ van beide nationale groepen en ‘gezamenlijke strijd’. Deze laag staat ook wantrouwig tegen sociale bewegingen onder werkenden en jongeren onder de Joodse bevolking. Er is geen vertrouwen in het potentieel van gezamenlijke strijd van werkenden en jongeren rond levensvoorwaarden, tegen discriminatie, onderdrukking en uitbuiting. Er is onder heel wat mensen een gevoel dat een ernstige strijd voor nationale bevrijding niet kan slagen en dat dergelijke strijd telkens opnieuw botst op vooroordelen en nationaal chauvinisme onder de Joden.
De grotere steun voor deze benadering die deels een rationalisatie is van politieke wanhoop, is niet verrassend gezien de hypocriete retoriek van het Israëlische regime, de zwakte van de linkerzijde onder de Israëlische bevolking, de ervaring van de recente decennia en vooral die met de Oslo-akkoorden die als vrede verkocht werden maar eigenlijk de verderzetting van nationale onderdrukking met andere brutale middelen mogelijk maakte. Daar komt nog een gevaarlijk nationaal chauvinisme bovenop, dit blijkt uit de schandalige steun voor harde aanvallen tegen de Palestijnen door de leiders van de vakbondsfederatie Histadrut en die van de Arbeiderspartij en Meretz, partijen van het Israëlische establishment die vandaag als ‘links’ beschouwd worden. Daarnaast is er een meer gecamoufleerde chauvinistische benadering door liberale bewegingen zoals ‘Vrede Nu’ dat slogans over vrede verspreidt, maar niet consistent ingaat tegen de onderdrukking van de Palestijnen.
De laag van jonge Palestijnen die tot strijd wil overgaan, ziet geen duidelijk links en socialistisch alternatief tegenover de imperialistische agenda’s. Linkse politieke bewegingen, op de eerste plaats de CP en Hadash, steunden illusies in de Oslo-akkoorden en gelijkaardige programma’s. Ze hebben hun positie tot op vandaag niet bijgesteld en dragen mee een verantwoordelijkheid ervoor.
Het fenomeen van Joden en Arabieren die elkaar fotograferen, zeker op de werkplaatsen, met de boodschap “Joden en Arabieren weigeren elkaars vijand te zijn”, of gezamenlijke betogingen met deze boodschap als protest tegen de escalatie van nationalistisch geweld, is misschien beperkt qua boodschap, maar we mogen het zeker niet onderschatten. Het is een eerlijk en moedig antwoord dat helpt in het ondermijnen van de nationalistische reactie in de samenleving en het kan een nuttige stap zijn die klassensolidariteit kan versterken. Maar vage slogans over partnerschap en vreedzaam samenleven volstaan niet in een diepe nationale scheiding en nationale onderdrukking van de Arabisch-Palestijnse bevolking. Dergelijke slogans volstaan niet en kunnen soms zelfs leiden tot hypocriete lippendienst. Een oprechte gezamenlijke politieke strijd van werkenden en jongeren van beide nationale groepen vereist een programma dat ingaat tegen alle vormen van discriminatie en nationale onderdrukking van de Arabische Palestijnen en meer algemeen van elke vorm van nationale onderdrukking.
Een dergelijke brede strijd uitbouwen, is een van de belangrijkste taken van de socialistische linkerzijde onder beide nationale groepen. De Socialistische Strijdbeweging verzet zich tegen de politieke repressie en de gewelddadige heksenjacht tegen de Arabisch-Palestijnse bevolking in Israël, los van de politieke controverses met andere bewegingen waaronder de Palestijnse rechterzijde. We hebben ons expliciet verzet tegen het verbod van de Noordelijke Islamitische Beweging, een hypocriete en gevaarlijke stap die voor het Israëlische regime tot doel had om de Arabisch-Palestijnse bevolking en moslims in Israël als zondebokken te bestempelen als opstap naar criminalisering en algemene repressie van politieke strijd onder deze bevolking. Het was een dreigement tegen alle politieke bewegingen die zich tegen het regime verzetten, in de eerste plaats Palestijnse bewegingen maar niet alleen die. Het voorstel om de Palestijnse parlementsleden te schorsen, ging uit van eenzelfde logica.
‘Verdeel en heers’
Het gebrek aan algemene sociale bewegingen van werkenden en jongeren in Israël na de protestbeweging van 2011 laat ruimte voor een versterking van een geïsoleerde benadering en van een ‘identiteitspolitiek’ onder de onderdrukte groepen in de samenleving. Tegen deze achtergrond stellen heel wat activisten dat de politieke strijd tegen de nationale onderdrukking van de Palestijnen een strategie op basis van ‘nationale eenheid’ vereist boven de sociale klassen en politieke benaderingen heen. Dat wordt ook gezien als een antwoord op de repressie en het verdeel-en-heersbeleid van het Israëlische regime. Er wordt immers geprobeerd om de Palestijnse massa’s te verdelen op geografische, religieuze en etnische basis, onder meer door het Israëlische militarisme in te zetten met een aanmoediging om Arabieren in Israël in het leger op te nemen waardoor het potentieel voor een brede en efficiënte strijd tegen nationale onderdrukking wordt geschaad. Een verwerping van een aanwakkering van het etnisch-religieus conflict is correct, net als het begrip dat er nood is aan een brede en sterke beweging.
Maar in de bezette gebieden, de Palestijnse diaspora en onder de Arabieren in Israël zal het minimaliseren van de verschillen tussen rechtse en linkse krachten en tussen de lokale elite en de werkenden, landbouwers en jongeren het potentieel voor een succesvolle strijd beperken en dus ook de mogelijkheid om met de massa’s tot verandering te komen.
De embryo’s van kapitalistische politiestaten in de vorm van de Palestijnse Autoriteit van Fatah en de PLO en de evenkie in de islamistische versie van Hamas op de Gazastrook, vormen een waarschuwing van waar de rechtse pro-kapitalistische leidingen naartoe gaan. Zekere onder de Arabieren in Israël kan het aan de kant schuiven van politieke verschillen onder deze bevolkingsgroep in naam van de ‘nationale eenheid’ uiteindelijk in de kaart van de Israëlische rechterzijde spelen. Die wil de Arabische bevolking immers isoleren zodat repressie makkelijker wordt.
In de aanloop naar de verkiezingen van 2015 bracht Hadash jammer genoeg geen duidelijk links alternatief naar voor doorheen het land. Er werd integendeel toegegeven aan de druk waarbij op principeloze basis werd samengewerkt aan de ‘Gezamenlijke Lijst’, een coalitie van linkse en rechtse krachten onder de Palestijnen, waaronder ook pro-kapitalistische en conservatieve krachten. De linkerzijde moest enorme toegevingen doen in deze alliantie. Het profiel van Hadash als meest prominente linkse kracht in het land verloor sterk aan impact. Dit blok was geen louter ‘technische’ aangelegenheid en er was de mogelijkheid om hiernaast als afzonderlijke linkse lijst op te komen, een optie die gesteund werd door sommigen binnen Hadash. Zoals we op voorhand waarschuwden, leidde dit niet tot een ‘historische ontwikkeling’. De ‘Gezamenlijke Lijst’ heeft nog geen enkele belangrijke strijd geleid en heeft nog niets afgedwongen. Het blijft geneutraliseerd tot het parlement, wat tot ontgoocheling leidt onder diegenen die er hun hoop in gevestigd hadden.
Bredere lagen onder de Arabieren, waarvan een meerderheid onder de armoedegrens leeft en dagelijks aangevallen wordt wegens hun nationale achtergrond, willen op langere termijn praktische oplossingen voor de dringende problemen van armoede en nationale onderdrukking (die de armoede nog erger maakt). Maar de politieke krachten van de ‘Gezamenlijke Lijst’ kunnen zelfs geen idee van toekomstige strijd voor effectieve verandering vestigen, bovendien slagen ze er niet in om een echt potentieel gevaar te vormen voor de Israëlische rechterzijde onder Netanyahu, nationale onderdrukking en het Israëlische kapitalisme.
Zwakheden in het politieke programma, onder meer inzake socialistische maatschappijverandering, en het gebrek aan ontwikkeling van en steun aan strijd van de werkende klasse en de massa’s, zijn de belangrijkste redenen voor de enge benadering van Hadash dat zich beperkt tot het parlement en verkiezingscampagnes. Dit gebeurt bijna zonder enige band met de opbouw van een extraparlementaire strijd en dit leidt tot principeloze politieke allianties.
Een deel van de CP-leiding beweert dat deze aanpak ‘praktisch’ is om de realiteit in complexe omstandigheden te veranderen. Ernstige politieke organisaties moeten uiteraard altijd nagaan of hun eisen en tactieken nog aangepast zijn. Maar de marxistische linkerzijde moet dergelijke aanpassingen doen op een principiële basis en met een klassenbenadering. Jammer genoeg was dit niet de benadering van de CP-leiding die neigt tot een reformistische benadering die de linkerzijde verzwakt aangezien illusies gecreëerd worden in oplossingen binnen het kader van een kapitalistische samenleving, waarbij tegelijk brede lagen tot een relatief passieve rol veroordeeld worden en de opbouw van een politieke strijd op basis van de arbeidersklasse wordt opgegeven. Dezelfde logica drijft de CP en Hadash tot steun aan het Russische imperialisme of het regime van Assad en Hezbollah in de burgeroorlog in Syrië als zogenaamde ‘progressieve’ krachten. Het doet denken aan de stalinistische traditie van steun aan krachten die in conflict gaan met de westerse imperialistische machten.
Als de linkse krachten in Hadash een klassenbenadering en socialistisch programma prominent naar voor hadden geschoven, had het relatieve gewicht van Hadash veel efficiënter kunnen gebruikt worden tegen de rechtse krachten in beide nationale groepen.
Een strijd voor socialistische verandering
Onze organisatie steunt op nationaal en internationaal vlak de solidariteit met de strijd van de Palestijnse massa’s voor bevrijding van de nationale onderdrukking. We willen bijdragen aan de discussie over hoe we deze strijd kunnen winnen.
Is het in algemeen, en zeker met de stemmingen onder de bevolking en het opvoeren van de repressieve maatregelen tegen de Palestijnen, niet correct om een programma van ‘twee staten’ als oplossing naar voor te brengen? In de context van het kapitalistische Midden-Oosten vandaag betekent dit het opzetten van een neokoloniale marionettenstaat voor de Palestijnen, dit is geen echte nationale onafhankelijkheid. De fundamentele problemen van de Palestijnse massa’s zouden niet opgelost zijn en het bloedige conflict zou doorgaan.
Het idee van een bi-nationale staat is helemaal utopisch in een kapitalistische context, een grote meerderheid van beide nationaliteiten wil de nationale onafhankelijkheid niet opgeven in het kader van één enkele staat. Zelfs indien zo’n staat op de één of andere wijze tot stand zou komen, dan zou deze gebaseerd zijn op ongelijkheid en een diepe nationale verdeeldheid.
Dit onderstreept waarom het op dit ogenblik, zelfs indien de slogan van ‘twee staten’ op meer weerstand botst, het idee van een oplossing op basis van twee nationale staten – maar dan in een socialistische context – nog steeds nodig is. Op dit ogenblik biedt het naar voor schuiven van een programma met een oplossing in de vorm van één gezamenlijke staat voor beide nationaliteiten, zelfs indien het een socialistische staat is, geen antwoord op de angsten, verdenkingen en het intense verlangen naar nationale onafhankelijkheid onder beide nationale groepen. De rol van de marxistische linkerzijde is om uit te leggen dat de werkende bevolking en de massa’s van alle nationale groepen belang hebben bij een eengemaakte strijd rond een programma voor socialistische verandering.
Significante strijdbewegingen kunnen belangrijke verworvenheden afdwingen, maar enkel op socialistische basis is het mogelijk om de levensomstandigheden van de Palestijnen gelijk te stellen met die van de Israëli’s en om de algemene levensstandaard tot ver boven de best mogelijke voorwaarden onder het kapitalisme op te trekken. Het is ook enkel op deze basis mogelijk om volledige gelijke rechten op alle domeinen te bekomen. Enkel zo is het mogelijk om de beschikbare middelen op rationele en democratische wijze in te zetten gericht op de welvaart van de massa’s en om de nodige investeringen te doen in middelen voor de Palestijnse vluchtelingen – een rechtvaardige oplossing vereist een strijd die welvaart en gelijkheid in de regio garandeert en die opkomt voor directe dialoog en wederzijdse instemming, met inbegrip van de erkenning van de historische onrechtvaardigheden en een recht op terugkeer. Onder deze omstandigheden zou de wederzijdse afkeer en het nationale schisma afnemen en kan de basis gelegd worden voor een gezamenlijke socialistische staat.
Een klassenbenadering voor de Israëlische samenleving
De benadering van delen van de internationale linkerzijde die een enge nationale benadering van het probleem hebben en de angst van miljoenen Israëlische Joden en hun wil tot nationale zelfbeschikking het liefst willen negeren, biedt geen ernstige weg naar een oplossing. Het rampzalige proces van bezetting, onteigening en onderdrukking van de Palestijnen door de Zionistische beweging en de Israëlische staat neemt niet weg dat brede lagen van de Joodse vluchtelingen uit Europese landen en uit Arabische en moslimlanden cynisch uitgebuit werden door de wereldmachten en de nationalistische Zionistische elite. Een simplistische nationalische verwijzing naar alle Israëlische Joden als ‘kolonisten’ en ‘bezetters’ gaat voorbij aan onder meer het feit dat de meesten van hen hier geboren zijn en geen enkele band hebben met een ander land.
Met de geschiedenis van de holocaust, de vervolging van de Joden en de anti-semitische dreigementen van reactionaire Arabische en islamistische krachten in het Midden-Oosten, zou elk programma dat de miljoenen Israëlische Joden voorstelt om de nationale onafhankelijkheid op te geven gezien worden als een ‘vernietigingsplan’. Het duwt de Israëlische arbeidersklasse steviger in de handen van de Israëlische rechterzijde en brengt hen tot steun aan een ‘overlevingsoorlog’ met alle mogelijke middelen, inclusief kernwapens. Maar zelfs in een hypothetisch bloedig scenario waarin externe krachten Israël militair onderwerpen, zouden de miljoenen Israëlische Joden gewoon een onderdrukte nationale minderheid worden en zou het nationale conflict gewoon doorgaan onder een vreselijke nieuwe vorm.
De Zionistische beweging en de Israëlische staat voeren tot op vandaag een koloniaal bewind waarbij ze de Arabisch-Palestijnse bevolking proberen weg te duwen en te onteigenen ten voordele van de Joodse bevolking. Dit beleid omvat niet alleen maatregelen om de Palestijnse bevolking te verdrijven en nieuwe nederzettingen te bouwen in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem, er zijn ook georganiseerde plannen om gebieden binnen de ‘groene grens’ (Israël zonder de Westelijke Jordaanoever en Gaza) te ‘verjoodsen’, in het bijzonder worden Negev en Galilea daarbij geviseerd.
De Israëlische heersende klasse ziet de onteigende Palestijnse massa’s als een levensbedreiging voor haar toekomstige bewind. Het kapitalistische regime is in conflict met de Palestijnse bevolking en de Arabische en moslimbevolking in de regio, het probeert zijn bestaan te baseren op steun onder de Joodse bevolking in Israël en op samenwerking met het imperialistische beleid van kapitalistische machten, in het bijzonder de VS, naast autocratische regimes waar zaken mee gedaan worden. Het is geen toeval dat het Israëlische regime meermaals steun gaf en zelfs ingezet werd in imperialistische oorlogen in de regio, dat het steun gaf aan de Jordaanse monarchie om de opstand van september 1970 neer te slaan, dat het jarenlang wapens en militaire opleiding gaf aan dictatoriale regimes zoals de militaire dictatuur in Chili of de milities die aan de genocide in Rwanda deelnamen, of nog dat het symbolisch politiek asiel aanbood voor de Egyptische dictatuur Moebarak.
Tegen deze achtergrond verzetten delen van links zich tegen het ‘bestaansrecht’ van Israël. De marxistische linkerzijde verzet zich uiteraard tegen alle onderdrukkende regimes in de regio en de rest van de wereld. Maar op deze basis zou je evengoed het ‘bestaansrecht’ van de VS, Duitsland, Groot-Brittannië of Frankrijk kunnen betwisten, deze grote imperialistische machten zijn immers verantwoordelijk voor enkele van de meest bloedige gebeurtenissen in de geschiedenis.
Sommigen beweren dat het bestaansrecht van Israël specifiek moet betwist worden omdat het een natiestaat is die kunstmatig tot stand kwam onder toezicht van de kapitalistische machten die er gebruik van wilden maken om hun imperialistisch beleid in het Midden-Oosten te ondersteunen, alsook omdat het tot stand kwam door de onteigening van de Palestijnse massa’s. Doorgaans werden echter de meeste nationale grenzen in het Midden-Oosten in grote mate opgelegd door imperialistische machten, denk maar een het Sykes-Picot akkoord dat honderd jaar geleden gesloten werd of andere daaropvolgende akkoorden tussen imperialisten.
De stelling dat natiestaten door het imperialisme gecreëerd zijn of ondersteund werden om hun belangen te dienen, gaat ook op voor het bestaansrecht van andere landen, waaronder voormalige Sovjet republieken, de Balkan, de Baltische landen, Pakistan of Taiwan om er maar enkele te noemen. Het proces om de Israëlische staat te vestigen had unieke kenmerken en de marxistische linkerzijde waarschuwde destijds voor de vernietigende gevolgen van de opdeling waar het zich tegen verzette, maar er is een lange lijst van nationale staten die op tragische wijze ontstonden als gevolg van bezettingen, massale deportaties van bevolkingsgroepen, koloniale operaties en nationalistische maatregelen om de demografische samenstelling te veranderen in het voordeel van de heersende nationaal-etnische groep.
Maar de belangrijke vraag, ook met betrekking tot de VS bijvoorbeeld, is hoe het mogelijk is om van een werkelijkheid van onderdrukking en plundering te gaan naar een oplossing van de fundamentele problemen met de vestiging van een nieuwe, democratische en gelijke samenleving. Het volstaat voor de marxistische linkerzijde niet om te wijzen op het reactionaire karakter van regimes en hun bloedige geschiedenis, we moeten ook aangeven hoe kapitalistische en imperialistische naties op tegenstellingen gebaseerd zijn, hoe ze verdeeld zijn op klassenbasis en hoe we op die manier de rampspoed van kapitalisme en imperialisme achter ons kunnen laten. De staat Israël is niet alleen een koloniale staat onder leiding van één nationaliteit ten koste van een andere, het is ook een kapitalistische staat van klassenuitbuiting en onderdrukking in een door crisis getroffen klassensamenleving.
Delen van de internationale linkerzijde neigen naar een nationalistische benadering van de miljoenen Israëlische Joden als één blok van reactie, een samenleving van kolonisten waarin de fundamentele tegenstelling niet op klassenbasis is maar op nationale basis en waarin de massa’s geen echt belang hebben om de Palestijnse onderdrukking te stoppen met een sociale bevrijding of socialistische verandering. Dit is een ruwe veralgemening van de concrete realiteit, om het nog erg zacht uit te drukken. Het maakt het beeld van de reactionaire krachten in de samenleving vager in plaats van het te verduidelijken. Dit gebeurt overigens met elke nationalistische benadering die op abstracte wijze de massa’s verantwoordelijk acht voor de misdaden van ‘hun’ heersende klassen en regimes.
Zo’n benadering beperkt de verantwoordelijkheid van generaals, rijke kapitalisten en nationalistische partijen voor de horror die ze helpen creëren. Het minimaliseert de verschillen tussen ideologische kolonisten, waaronder nationalisten die deelnemen aan een barbaarse onteigening van Palestijnse families, en miljoenen uitgebuite en relatief arme werkenden die gebukt gaan onder het Israëlische kapitalisme en het aanhoudende nationale conflict. Het is een benadering die de Israëlische samenleving op een niet-dialectische manier bekijkt als een samenleving zonder interne tegenstellingen.
De nationale breuklijnen zijn het meest prominent en beperken de ontwikkeling van klassenstrijd langs de kant van de werkenden, maar de klassentegenstellingen vormen wel de fundamentele interne breuklijn die de ‘nationale eenheid’ doorbreekt en die het potentieel biedt om het kapitalisme achter ons te laten en te bouwen aan een nieuwe samenleving. Objectief gezien en los van de stemmingen en reactionaire standpunten die momenteel breed verspreid zijn, heeft de Israëlische arbeidersklasse een sleutelrol te spelen in het verenigen van de strijd tegen het Israëlische kapitalisme en voor de socialistische maatschappijverandering.
Wie haalt voordeel uit de bezetting?
De stelling dat de Joodse arbeidersklasse specifieke voordelen haalt uit de bezetting en de nationale onderdrukking van de Palestijnen is gelijkaardig aan de bewering dat de arbeidersklasse ‘profiteert’ in gelijk welk land dat een imperialistisch beleid van oorlog en bezetting voert.
De arbeidersklasse is er in de ontwikkelde kapitalistische landen op basis van strijd in geslaagd om verworvenheden te bekomen met betere levensvoorwaarden dan die van de massa’s in de neokoloniale wereld. Maar het is verkeerd om de nationale verschillen in levensvoorwaarden of de steun voor rechtse politieke standpunten onder werkenden te zien als een uitdrukking van gezamenlijke belangen die de klassentegenstellingen zouden overstijgen. We zien integendeel dat het brutale besparingsbeleid de werkenden in deze landen hard raakt, zowel in Europa, de VS als in Israël. Dit maakt de sociaal-economische problemen groter, het bevestigt dat zelfs de relatieve verworvenheden binnen het kapitalisme beperkt en niet gegarandeerd zijn. De globale economische crisis van de voorbije jaren heeft de tegenstellingen van klassenbelangen opnieuw sterk in het voetlicht geplaatst, de heersende klassen proberen immers om het grootste deel van de kosten van de crisis op de kap van de massa’s af te wentelen.
Bepaalde lagen van de Israëlische werkenden, onder meer in de grote nederzettingen, worden inderdaad ‘omgekocht’ in ruil voor politieke steun aan de politiek van de nederzettingen, met zowel directe als indirecte economische voordelen. Maar een bredere analyse van de belangen van de arbeidersklasse wijst niet op essentiële economische belangen en evenmin op een echt ‘politiek voordeel’. De Israëlische kapitalisten profiteren van de industriële zones in de nederzettingen en meer algemeen van de extreme uitbuiting van Palestijnen als goedkope arbeidskrachten, maar dit is een klein deel van de winsten van de Israëlische kapitalisten. Het belangrijkste doel van het Zionisme en het Israëlische kapitalisme met betrekking tot de Palestijnen blijft hun verdrijving en onteigening om zo de sociale basis voor het regime te versterken. Er moet ook opgemerkt worden dat de kapitalisten minder dan de werkenden blootgesteld worden aan nationalistische confrontaties op straat en op de werkvloer, hun persoonlijke veiligheidsrisico’s als gevolg van het conflict zijn beperkter.
De Israëlisch-Joodse arbeidersklasse – gediscrimineerde arbeiders van Ethiopische en Mizrachi afkomst, voormalige Sovjet werkenden maar ook werkenden van Asjkenazi afkomst – ondergaan inderdaad niet dezelfde graad van onderdrukking en armoede als de Palestijnse massa’s. Maar deze arbeidersklasse gaat wel collectief gebukt onder het ‘verdeel-en-heersbeleid’ op nationale basis met een neerwaartse spiraal van concurrentie met goedkope arbeidskrachten naast de politieke en de veiligheidsgevolgen van het aanhoudende conflict. Doorgaans heeft een groot deel van deze arbeidersklasse minstens een gereserveerde houding tegenover de hele nederzettingspolitiek, een ver-van-mijn-bedshow voor de meeste werkenden. De nationalistisch-racistische reactie onder de arbeiders is niet zozeer gebaseerd op economische belangen, maar vooral op angst inzake veiligheid. Dit speelt meer dan gelijk welk ander probleem mee, zelfs onder de etnisch gediscrimineerde Mizrachi-Joden. De rechterzijde met Likoed en Shas speelt daar op cynische wijze op in. Het zorgt ervoor dat een deel van de arbeidersklasse politiek geketend wordt aan de heersende klasse en dit op basis van een verkeerde identificatie van het beleid van die heersende klasse als een antwoord op de veiligheidsbelangen. Zoals gezegd dragen andere reactionaire krachten in het Midden-Oosten daartoe bij, hun acties versterken de positie van de Israëlische heersende klasse.
Er zijn krachtige ideologische mechanismen die het voor het Zionistische nationalisme mogelijk maken om zelfs onder delen van de Arabisch-Palestijnse bevolking in Israël steun te vinden, in het bijzonder onder de Druzen en Bedoeïenen. Maar dit betekent niet dat deze mechanismen gebaseerd zijn op de fundamentele belangen van deze groepen. De marxistische linkerzijde moet duidelijk maken dat het in het fundamentele belang van de arbeidersklasse aan beide kanten van het nationale schisma is dat we samen moeten strijden tegen de misdaden van de Israëlische heersende klasse.
Het Israëlisch-Palestijns conflict is natuurlijk niet symmetrisch en het heeft een nationaal-koloniaal karakter met een onderdrukkende en onteigende nationaliteit en een onderdrukte en onteigende bevolking. Maar de marxistische linkerzijde kan geen simplistische nationalistische benadering tegenover de Israëlische samenleving aannemen. Tegenover de ideeën die pleiten voor een ‘normalisering’ van de bezetting en onderdrukking van de Palestijnen – met inbegrip van economische en militaire banden tussen de Palestijnse Autoriteit en de regering-Netanyahu – moet de marxistische linkerzijde opkomen voor een strijd tegen nationale onderdrukking maar ook voor dialoog en gezamenlijke strijd, zeker van de werkenden, langs beide kanten van de nationale scheidingslijnen. Dit zal de gezamenlijke diepgaandere belangen naar voor brengen doorheen een strijd tegen het Israëlische kapitalisme en voor een nieuwe samenleving zonder enige nationale discriminatie.
Benaderingen die uitgaan van een ‘collectieve schuld’ en bijvoorbeeld oproepen tot een algemene boycot tegen de Israëlische samenleving, kunnen de indruk wekken dat de strijd gericht is tegen alle Israëli’s. Daarmee spelen ze in de kaart van de Israëlische rechterzijde. Een klassenbenadering tegenover de Israëlische samenleving, met bijvoorbeeld meer selectieve en gerichte boycot-initiatieven, vormen een veel grotere bedreiging voor de Israëlische rechterzijde.
Op het hoogtepunt van de strijd tegen het Apartheidsregime in Zuid-Afrika riep de marxistische linkerzijde daar op tot de vorming van onafhankelijke arbeidersorganisaties in Zuid-Afrika zelf (een standpunt dat de leiding van het ANC in ballingschap toen niet naar voor bracht) waarbij ook verduidelijkt werd dat deze organisaties een oproep moesten doen aan de blanke arbeiders en hen moest betrekken in de strijd, zelfs indien de blanke bevolking een kleine minderheid was onder wie er veel vooroordelen en racisme aanwezig waren. Het doel van een dergelijke oproep was het ondermijnen en verdelen van de sociale basis van de reactie door het overwinnen van blanke arbeiders naar de kant van de strijd en door het neutraliseren van verzet tegen strijd onder andere lagen. Op deze manier werd in feite de basis voor een etnische burgeroorlog ondermijnd. Elementen van deze benadering werden uiteindelijk opgenomen door de vakbondsfederatie COSATU en het ANC.
In tegenstelling tot de stalinistische tradities vertrekt de marxistische linkerzijde steeds van een klassenanalyse en een politiek programma waarin de klasse steeds belangrijker is dan nationale of ‘patriottische’ benaderingen van de progressieve strijd, zelfs in het geval van nationale bevrijdingsstrijd.
De basis van ons politiek programma is strijd tegen alle vormen van discriminatie en onderdrukking in de samenleving en voor een socialistische samenleving op regionaal en globaal vlak, waarbij alle nationale en etnische scheidingslijnen overstegen worden. Maar het volstaat niet om te spreken over een toekomstige socialistische samenleving, zeker niet als de nationale strijd van de Palestijnen en het nationale conflict zo centraal staan. In de huidige omstandigheden zal een programma dat de erkenning van een gelijk bestaansrecht en recht op zelfbeschikking – rechten die pas tot uiting komen in twee socialistische staten met gelijke rechten, waaronder volledige gelijke rechten voor alle minderheden, en met het doel dat de twee staten vrijwillig samenwerken in een confederatief kader van socialistische staten in de regio – mogelijk brede lagen aan beide kanten van de nationale scheiding overtuigen en kan het de basis vormen voor een gezamenlijke strijd tegen het Israëlische kapitalisme en voor sociale rechtvaardigheid en vrede. We doen dit niet door een nieuwe kaart te tekenen met nieuwe grenzen, deze kwestie zal samen met andere beslist worden als resultaat van een democratisch proces geleid door brede bewegingen.
We moeten rekening houden met de diepe kloof in politieke klemtonen langs beide kanten van de nationale scheiding en in de regio in het algemeen (in feite op internationaal vlak, mee onder invloed van het gebrek aan sterke socialistische partijen van de arbeidersklasse) en met het wantrouwen tegenover de positie van ‘twee staten’. Het startpunt voor het uitleggen en verdedigen van dit programma via politieke slogans kan dan ook niet identiek zijn in alle situaties en tegenover alle bevolkingsgroepen. Maar het programma zelf is volgens ons wat objectief nodig is. Tegelijk staan we zeker open voor het opzetten van vruchtbare discussies rond deze kwestie met de linkerzijde en socialistische bewegingen aan beide kanten van de nationale scheiding en op internationaal vlak.
Een alternatief naar voor schuiven
De tendens van delen van de linkerzijde om de gevaarlijke reactionaire posities in de Israëlische samenleving op willekeurige wijze als fascistisch te bestempelen, is politiek gezien gevaarlijk. Het kan tot verkeerde conclusies leiden over de mogelijkheden die zich voordoen en over de strategie en tactieken om de strijd vooruit te helpen in dit stadium. De harde aanvallen op democratische vrijheden in Turkije, Rusland of Egypte mogen dan wel brutaal zijn, ook daar betekent dit niet automatisch dat er sprake is van fascistische regimes.
Het Kahanistisch-fascistisch terrorisme tegen Palestijnen en ook tegen asielzoekers en de linkerzijde is effectief een reëel gevaar, maar voor zover hierover bericht wordt door de gevestigde Israëlische media leidt het vooral tot afkeer onder brede lagen van de bevolking. Dit bleek heel duidelijk na de dodelijke gifaanval in Duma. Zelfs de regering en de heersende klasse moeten er zich van distantiëren, zij zien dit als een destabiliserende factor. De Kahanisten zijn niet in een positie dat ze snel aan de macht zullen komen, ze staan zwakker dan pakweg hun tegenhangers in Griekenland. Het zal zeker nog even duren vooraleer gewapende groepen Kahanisten massasteun zullen vinden en een terreur op straat kunnen organiseren met dagelijkse moordpartijen en het in de kiem smoren van alle aspecten van democratie en arbeidersorganisaties.
Maar er is nood aan zelfverdedigingsgroepen vanuit de gemeenschap, democratische groepen die indien nodig gewapend zijn. Dit is nodig tegen aanvallen door kolonisten, het leger en de politie in Palestijnse dorpen op de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en sommige dorpen binnen de Groene Grens. Het is ook nodig voor de bescherming van linkse betogingen die een groot veiligheidsrisico lopen. Tegelijk moeten de linkse en socialistische politieke krachten voorstellen doen voor een politieke strijd waarmee we verandering bekomen.
Het is duidelijk dat een politieke strijd organiseren in de bezette gebieden complexer is met de enorme repressie die er heerst waarbij elke betoger gevangenisstraffen en zelfs de dood riskeert in handen van de militaire dictatuur van het Israëlische regime maar ook onder de regeringen van de Palestijnse Autoriteit en Hamas. De populaire massastaking van de leerkrachten op de Westelijke Jordaanoever in februari-maart was de grootste arbeidersstrijd van de recente jaren in de bezette gebieden. Het schokte de bureaucratische vakbond door elkaar en zelfs de Palestijnse Autoriteit werd dooreen geschud. Die Palestijnse Autoriteit handelt als een onderaannemer van de bezetting. De lerarenstaking bracht het perspectief van een brede strijdbeweging terug op de agenda.
Dergelijke ontwikkelingen kunnen de basis leggen voor een groei van linkse en socialistische krachten die een alternatief voorstellen op het doodlopende straatje van de rechtse leidingen van Fatah en Hamas. Het verdedigen van het idee van volksvergaderingen in steden en wijken kan bijdragen aan het opzetten van een discussie over strategie, tactieken en eisen. Het kan bredere lagen betrekken en democratische actiecomités verkiezen waarmee de strijd kan georganiseerd en geleid worden in de geest van de revolutionaire tradities van de eerste Intifada. De geschiedenis van de Palestijnse bevrijdingsstrijd kent veel massale opstanden, een nieuwe generatie van activisten zal deze geschiedenis opnieuw ontdekken en er vele lessen uit trekken.
Het regime van Netanyahu heeft niet bepaald een algemene steun onder de Israëlische bevolking. Dit regime is zwakker dan dat van Sharon ten tijde van de tweede Intifada. Netanyahu werd in 2011 geconfronteerd met de grootste sociale protestbeweging uit de geschiedenis van Israël en met een reeks strijdbewegingen. Zowel in de verkiezingen van 2013 als die van 2015 was er een afkeer van een relatief brede laag die zich tegen het regime verzette. Ondanks de nationalistisch-racistische demagogie om kiezers te winnen, moest Netanyahu telkens nipte coalitieregeringen opzetten die enkel overeind bleven door steun van nieuwe kapitalistische partijen die ‘verandering’ beloofden, zoals Lapid en Kahlon.
De strijd van het personeel van het chemische bedrijf ICL ten tijde van de verkiezingen van 2015 en de latere strijd door de mensen van Ethiopische afkomst, waaronder kiezers van Likoed, geven aan dat ook de steun voor het Likoed-bewind ondermijnd is. De arbeiders van ICL gingen in direct conflict met Likoed. In de strijd van de Ethiopiërs was er een radicalisering onder een laag van activisten, sommigen kwamen daarbij tot linkse conclusies.
Het regime van Netanyahu krijgt heel wat politieke steun van reactionaire krachten in de regio, van de ‘oppositiepartijen’ in het parlement tot de sterk uitgebouwde nationalistische media. Dit laat Likoed toe om tot op zekere hoogte, en met wisselende impact, in te spelen op de angsten inzake veiligheid onder de Joodse bevolking. Maar de aanhoudende escalatie van het conflict leidt ook tot twijfel en vragen onder delen van die bevolking.
Het blijkt een illusie te zijn dat de onderdrukking van de Palestijnen en het conflict zouden opgelost worden door druk van andere kapitalistische regeringen op Israël. De oplossing zal niet van ‘buitenaf’ komen. Ontwikkelingen die het potentieel en de resultaten van massabewegingen regionaal en internationaal tonen – zoals tijdens de golf van opstanden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika in 2011 – kunnen zorgen voor een grotere openheid voor linkse en socialistische opvattingen onder de arbeidersklasse en delen van de middenklasse in beide nationale groepen. De politieke aardbeving van de campagne van Sanders in de VS is al een zeker referentiepunt.
Stappen vooruit in principiële samenwerking tussen linkse politieke krachten kan een stap zijn om het gebrek aan een politieke kracht van de arbeidersklasse in beide nationale groepen te overkomen, het kan een socialistisch alternatief doorheen het hele land op de agenda zetten.
Aan beide kanten van de Groene Grens is er nood aan politieke organisaties op een onafhankelijke klassenbasis, het organiseren van brede partijen die opkomen voor de belangen van de arbeidersklasse en de strijd vooruithelpen met een socialistisch programma als uitweg uit het bloedig conflict van nationale onderdrukking van de Palestijnen en als alternatief op het Israëlische kapitalisme.
De Socialistische Strijdbeweging is gericht op strijd op basis van een klassenstandpunt en een internationalistische benadering om tot socialistische verandering te komen. We hebben het volste vertrouwen in het potentieel van socialistische en marxistische standpunten om steun te vinden aan beide kanten van de nationale scheidingslijnen.
-
“Antwerp for Palestine” voert actie tegen onderdrukking Palestijnen
Na eerdere acties, met onder meer een betoging in januari, werd op zondag 29 november opnieuw actie gevoerd door ‘Antwerp for Palestine’. De actievoerders wilden hun verzet tegen de onderdrukking van de Palestijnen nogmaals in de verf zetten. Er was veel volk om te luisteren naar toespraken en er werden slogans geroepen.Verslag en foto’s door Liesbeth
Het publiek was gemengd met militanten van diverse organisaties zoals Hart boven Hard, maar ook jongeren en geïnteresseerden uit de buurt. Ze waren verenigd rond de boodschap van solidariteit met Palestina. De organisatoren stelden dat we ons moeten verenigen los van religie, geslacht, afkomst, … om samen het Israëlische terreurbewind tegen de Palestijnen aan te klagen. De media hebben daar vandaag minder aandacht voor, maar de problemen worden steeds erger. De actievoerders spraken zich uit tegen alle vormen van terrorisme.
We waren met enkele leden van LSP en ALS aanwezig en kregen goede reacties op ons campagnemateriaal. We nodigden de aanwezigen uit op de infonamiddag rond internationale solidariteit van volgende week zondag in Antwerpen.
Wij verzetten ons tegen de onderdrukking van de Palestijnse bevolking. We denken dat er een breuk met het kapitalisme en imperialisme nodig is om een systeem te vestigen dat iedereen een degelijke toekomst kan aanbieden en dat de rechten van alle minderheden of bevolkingsgroepen kan garanderen.
Enkele foto’s van de actie:


