Tag: Jemen

  • Jemen en de moorddadige door het imperialisme gesteunde oorlog van Saoedi-Arabië

    Jemen is het armste land in het Midden-Oosten en de bevolking lijdt sinds 2015 onvoorstelbaar veel door de burgeroorlog die het land in zijn greep houdt.

    Door Finn McKenna (Socialist Party – ISA in Ierland)

    De volledige belegering van het land over zee, in de lucht en over land heeft geleid tot wat misschien wel de ergste humanitaire crisis ter wereld is. Naar schatting 400.000 mensen zijn gedood tijdens deze oorlog. Het conflict heeft de Jemenitische economie verwoest.

    Humanitaire catastrofe

    De helft van de kinderen onder de 12 is ondervoed en lijdt extreme honger. Cholera en ziekten nemen toe. Miljoenen burgers zijn in eigen land ontheemd en zitten vast in Jemen door het brute beleg dat het Saudische regime oplegt. Dag in dag uit hebben gezinnen te maken met luchtbombardementen van het Saudische leger, dat tussen 2014 en 2019 19.000 luchtaanvallen heeft uitgevoerd.

    Velen zijn terecht verontwaardigd over Poetins moorddadige oorlog in Oekraïne. Maar wat er in Jemen gebeurt, legt de cynische hypocrisie van de grote kapitalistische mogendheden in het Westen volledig bloot. Ook onze Ierse regering heeft al lang banden met de semi-feodale en kapitalistische dictatuur van Saoedi-Arabië. Ongelooflijk genoeg feliciteerde voormalig premier Enda Kenny het regime tijdens een bezoek daar in 2014 met “hun leiderschap in termen van gematigdheid in de Golfregio en hun verlangen naar vrede in het licht van een heleboel complexe kwesties.”

    Burgeroorlog ontwikkelt zich tot proxy-oorlog

    Jemen ligt ten zuiden van Saudi-Arabië, op het puntje van het Arabisch schiereiland. De hereniging van Jemen vond plaats in het begin van de jaren negentig. In de nasleep van die hereniging werd het land geregeerd door de autocratische dictator Ali Abdullah Saleh. Zijn wrede, corrupte en sektarische bewind werd ontwricht door de revolutionaire bewegingen die in 2011 het Midden-Oosten en Noord-Afrika overspoelden.

    Saleh werd door het regime opgeofferd in de hoop het ongenoegen onder de bevolking te sussen. Hij werd vervangen door zijn rechterhand, Abdrabbuh Mansur Hadi. De protestbeweging gaf uiting aan de diepe onvrede en vervreemding van de armen en onderdrukten in de samenleving, maar ook aan sektarische spanningen. Zoals in grote delen van het Midden-Oosten is sektarisme vaak een dominant negatief kenmerk van de Jemenitische samenleving geweest. Een groot deel van de historische verantwoordelijkheid voor die verdeeldheid ligt bij de erfenis van het Westerse imperialisme in de regio.

    Houthi-rebellie

    De onopgeloste sociale, politieke en economische problemen die door de regering van Abdrabbuh Mansur Hadi na de Arabische lente niet werden aangepakt, culmineerden in de opstand van de Houthi-rebellen in 2014. De Houthi’s zijn een sjiitische Zaida-groep die in de Jemenitische samenleving historisch is onderdrukt. In 2014 begonnen zij samen met de volgelingen van de afgezette voormalige leider Saleh hun opstand, waarbij zij de hoofdstad Sana’a veroverden.

    Saoedische bloedbaden

    Deze opstand ging lijnrecht in tegen de belangen van Saoedi-Arabië. Een door Saoedi-Arabië geleide militaire coalitie, waartoe ook de Verenigde Arabische Emiraten behoren, kwam tussenbeide in de burgeroorlog. Deze gewelddadige actie was hoofdzakelijk ingegeven door de wens hun dominantie te handhaven. De Saoedische heersende klasse vreesde dat een overwinning van de Houthi’s in de burgeroorlog de positie en de invloed van Iran in Jemen, en meer algemeen in de regio, zou versterken.

    De burgeroorlog ontwikkelde zich tot een proxy-oorlog, waarbij het Westerse imperialisme de Saudische oorlogsinspanningen bewapende en steunde met miljarden dollars.

    De prioriteiten van de grote kapitalistische staten worden duidelijk door naar de cijfers te kijken. Volgens Oxfam hebben de landen van de G20, de rijkste landen ter wereld, sinds 2015 voor maar liefst 17 miljard dollar wapens aan Saoedi-Arabië geleverd. Dat is drie keer zoveel als de hulp die in dezelfde periode naar Jemen werd gestuurd.

    Revolutionaire verandering nodig

    Deze oorlog benadrukt eens te meer waarom de economische, politieke en sociale orde van het Midden-Oosten omvergeworpen moet worden door massastrijd. Het imperialisme en de kapitalistische regimes die de regio domineren, moeten ten val worden gebracht!

    In het hele Midden-Oosten moet een revolutionaire strijd van arbeiders, armen en onderdrukten worden gevoerd om dit te verwezenlijken. De enorme rijkdommen en grondstoffen in de regio moeten uit de handen van de miljardairs en grote bedrijven worden genomen en in democratisch publiek bezit worden gebracht. Repressieve regeringen van de superrijken moeten worden vervangen door democratische regeringen van de arbeidersklasse en de armen. In plaats van regionale rivaliteit tussen verschillende kapitalistische machten moet er een democratische en socialistische confederatie van de regio komen, waarin de rechten van alle minderheden, of ze nu religieus, etnisch of nationaal zijn, worden gewaarborgd. Dat is de socialistische toekomst waar wij met International Socialist Alternative voor strijden.

  • Jemen bloedt

    Foto: Wikimedia

    Er is geen twijfel over mogelijk: Jemen bloedt. Maar niemand lijkt zich daar iets van aan te trekken. Voor de Israëlische bombardementen op Palestijnen of het gebruik van controversiële chemische wapens in Syrië is er meer dan terecht aandacht. Maar over de oorlog in Jemen de voorbije vier jaar en de rol van Saoedi-Arabië daarin wordt gezwegen.

    Artikel door Andleeb Haider (Antwerpen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Ook in de media in de regio en onder de ‘Oemma’ (moslimgemeenschap) wordt gezwegen. Iedereen kijkt weg van het armste Arabische land. Het Westen is bewust blind om toch maar wapens te kunnen verkopen aan Saoedi-Arabië en zijn bondgenoten, die er de meest brutale humanitaire misdaden mee plegen.

    Redenen voor oorlog

    De haat van Saoedi-Arabië en de VS tegenover Jemen zit diep. Het begon al met de crisis rond Koeweit in 1990. De Jemenitische president sprak zich uit tegen militaire interventie in Irak door niet-Arabische staten. Als lid van de VN-Veiligheidsraad in 1990 en 1991 onthield Jemen zich op een aantal VN-resoluties over Irak en Koeweit. Het land stemde tegen het gebruik van geweld. Dat stemgedrag leidde tot woede bij de VS en Saoedi-Arabië. Dat laatste land wees in 1990 en 1991 maar liefst 800.000 Jemenieten uit om het land te straffen voor zijn verzet tegen de oorlog.

    Ten tweede is er het strategische belang van Jemen voor de olieproducerende landen. Jemen bevindt zich immers aan de Bab el-Mandeb straat, een smalle zeestraat die de Rode Zee verbindt met de Golf van Aden. Dat is een doorgang waar heel wat olietransport passeert.

    Daarnaast is er ook de regionale machtsstrijd tussen Saoedi-Arabië en Iran waarbij de sjiitische minderheid in Jemen (42% van de bevolking) verdacht is voor het wahhabistische soennitische Saoedi-Arabië.

    Vreselijke gevolgen

    Sinds het begin van de oorlog door Saoedi-Arabië en zijn bondgenoten is Jemen in een rampzalige situatie terechtgekomen. Het land kent een hongersnood: 2,2 miljoen kinderen lopen risico op acute ondervoeding en 462.000 kinderen gaan daar nu al onder gebukt. Het effect van de honger treft ongeveer 17 miljoen mensen, goed voor 60% van de bevolking van Jemen.

    “Een van de zaken die gebeurt bij hongersnood is dat er een plotse onaangekondigde ineenstorting is,” merkte VN-verantwoordelijke Lowcock op. “Als de ineenstorting gebeurt, is het te laat om iets te doen. Er gaan veel mensenlevens op korte tijd verloren. Dat is de situatie waarmee we nu kampen.” Hij voegde eraan toe dat het bombardement op de haven van Hudeidah een van de belangrijkste redenen is voor het acute voedseltekort. Voorheen werden voeding en goederen vooral langs deze haven ingevoerd. De vernieling van infrastructuur en het tekort aan elektriciteit maken het voor hulporganisaties bovendien erg moeilijk om nog in het binnenland te geraken.

    De kindertijd is een ogenblik waarop kinderen moeten kunnen spelen, leren, opgroeien, ontwikkelen, zich veilig en beschermd voelen. Maar de cijfers wijzen op een vreselijke realiteit: één op vier kinderen (535 miljoen) leeft in een conflict- of rampenzone. Deze kinderen kunnen geen kind zijn omwille van waar ze leven. Jemen is een van deze zones.

    Op 9 augustus kwamen 40 jongens tussen zes en elf jaar om tijdens een schooluitstap. Ze werden het slachtoffer van Amerikaanse bommen. Er vielen ook elf volwassen slachtoffers. De lokale autoriteiten hadden het over 79 gewonden, waaronder 56 kinderen. CNN stelde dat het gebruikte wapen een lasergeleide bom van Lockheed Martin was, een van de vele duizenden die aan Saoedi-Arabië verkocht zijn als onderdeel van de miljardenhandel in wapens.

    Wapenhandel

    Saoedi-Arabië is wellicht het meest geliefde land in de hele wapensector. Het is de belangrijkste afnemer van wapens uit zowel de Amerikaanse als de Britse wapenindustrie. De VS staat de coalitie rond Saoedi-Arabië bovendien bij met veiligheidsoperaties. Onder de regering-Obama was er voor 115 miljard dollar – sommigen spreken over 200 miljard dollar – aan wapenexport naar Saoedi-Arabië.

    Na een bombardement op een begrafenis in oktober 2016, waarbij 155 doden vielen, werd de verkoop van geleide munitietechnologie gestopt met het argument dat de verbeterde precisie geen burgers zou redden omdat niet-militaire doelwitten onder vuur werden genomen. Deze verkoop werd onder Trump in maart 2017 gewoon hervat. Meer nog: er werd een akkoord gesloten om voor 350 miljard dollar wapens te leveren aan Saoedi-Arabië over een periode van tien jaar.

    Ergste humanitaire crisis

    Antonio Guterres, de algemeen secretaris van de VN, verklaarde dat de oorlog in Jemen één van de ergste humanitaire crisissen ter wereld is. Meer dan 22 miljoen mensen – meer dan 80% van de bevolking – heeft dringend nood aan hulp en bescherming. De oorlog gaat zijn vierde jaar in en miljoenen mensen hebben geen zuiver drinkwater. Er dreigt een cholera-epidemie. Om de tien minuten sterft een kind onder de vijf jaar omwille van vermijdbare redenen. Beide kanten in het conflict gebruiken voedsel als wapen, maar de crisis wordt vooral veroorzaakt door de brutale blokkade langs de lucht, het land en de zee opgelegd door de coalitie geleid door Saoedi-Arabië.

    De coalitie stelt dat het doel van die blokkade is om te vermijden dat Iraanse wapens Jemen binnen geraken voor de Houthi rebellen die een groot deel van het noorden controleren, waaronder de hoofdstad Sanaa. Saoedi-Arabië heeft de steun van 40 moslimlanden die bereid zijn om deel te zijn van een soort van moslim-NAVO. Het gaat onder meer om Egypte, Marokko, Pakistan … Allemaal steunen ze Saoedi-Arabië bij het aanrichten van een humanitaire ramp in Jemen.

  • Interview met Ahmed Ali Al-Qidani van nieuwe vakbond in Jemen

    We spraken met Ahmed Ali Al-Qidani van de Total Gas Labour Union of Yemen. Die vakbond is opgezet door ruim honderd arbeiders die het slachtoffer werden van uitbuiting en diefstal door twee multinationals: Total en G4S. (Zie ons eerder artikel over deze specifieke strijd). Toen we het interview begin september deden, was er in verschillende delen van Jemen sprake van protest. Dit was gericht tegen de economische rampspoed voor miljoenen werkenden en armen midden een aanhoudende oorlog die ondertussen al drie jaar duurt en voor verwoesting zorgt.

    De Jemenitische munt zakte recent tot het diepste niveau ooit, waardoor de prijzen van basisgoederen erg hoog zijn. Dit komt bovenop een al vreselijke humanitaire ramp. De voedselprijzen namen sinds 2015 met gemiddeld 68% toe. Dat cijfer wijst op de ellende als gevolg van de oorlog. Het gaat bovendien om een land waar meer dan de helft werkloos is en waar de meeste ambtenaren al ongeveer twee jaar geen loon kregen. Miljoenen mensen voeren een overlevingsstrijd tegen een achtergrond van honger en epidemieën.

    Ondertussen vloeit elke dag onschuldig bloed in een oorlog die enkel de belangen van de reactionaire en imperialistische machten dient. Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten hebben een grootschalige operatie uitgevoerd tegen de zeehaven van Hodeida, de belangrijkste toevoerhaven voor goederen en hulp in het land. De VN wijst erop dat deze militaire operatie kan leiden tot “een van de ergste hongersnoden uit de geschiedenis.” De regering-Trump verklaarde recent dat de Saoedi’s “alle mogelijke inspanningen leveren om het risico op burgerdoden te vermijden.” Nochtans wordt massale uithongering in deze oorlog als bewust wapen ingezet door het Saoedische regime. De verklaring van de Amerikaanse regering toont enkel de cynische medeplichtigheid in het bloedbad.

    Vanaf 2 september begonnen protestacties in gebieden die onder controle van de Saoedi’s en de door het Westen gesteunde regering staan, waaronder de havenstad Aden maar ook de gebieden die onder controle van de Houthi’s staan, zoals de hoofdstad Sana’a. Het protest is nog beperkt, maar toont het potentieel en de noodzaak van een strijdbeweging die werkenden, werklozen en armen verenigt rond onafhankelijke klasseneisen. Dat is de enige manier om een einde te maken aan het barbaarse conflict en de politiek van uitputting en honger door alle oorlogsvoerende partijen. Dit geldt in de eerste plaats voor het Saoedische regime en zijn westerse bondgenoten, die over een groot militair overwicht beschikken.

    Een heropleving van de arbeidersbeweging en de broodnodige internationale solidariteit vanuit de werkende klasse, zijn essentieel. In deze context is de vorming van een nieuwe en strijdbare vakbond van groot belang. Wij verwelkomen dit initiatief en zullen erover blijven berichten. We hebben in het verleden ook al regelmatig nieuws gepubliceerd over de strijd van de arbeiders van Total en G4S. Vorige week bezochten enkele leden van LSP nog het internationale vakbondshuis in Brussel om een brief van deze arbeiders af te geven met de vraag om syndicale steun.

    De “Total Labour Union as of Yemen” is recent opgezet, een nieuwe vakbond. Wat is het doel van deze vakbond en waarom werd het opgericht?

    “Het doel van de vakbond is om de materiële en morele rechten van alle werkenden met alle mogelijke middelen te verdedigen, om een cultuur van syndicale vorming te vestigen en de arbeiders hiermee intellectueel te versterken, en om de leden van de vakbond te beschermen tegen misbruik.

    “We willen rechtvaardigheid, gelijkheid en verzetten ons tegen discriminatie. We promoten en ontwikkelen wederzijdse kennismaking en samenwerking tussen onze vakbond en militante syndicalisten en arbeiders in de Arabische wereld en daarbuiten.

    “In het verleden waren er pogingen door stammenleiders om onze strijd te kapen. Dit heeft ons erg bewust gemaakt van het feit dat we met een collectieve leiding moeten werken. We willen uiteraard ook de strijd ontwikkelen om gerechtigheid te krijgen voor de arbeiders van Total/G4S.

    “Vanuit mijn persoonlijk oogpunt zie ik de vestiging van een vakbond als het resultaat van ervaring en strijd als arbeider. Daarbij werd ik vaak aan onrechtvaardigheid en discriminatie onderworpen. Dit heeft geleid tot een bewustzijn rond de noodzaak om te strijden tot we gerechtigheid bekomen voor alle werkenden.”

    Hoeveel leden telt de nieuwe vakbond?

    “Momenteel zijn dat er 150.”

    Zijn er plannen om de vakbond uit te breiden of om banden aan te gaan met arbeiders uit andere sectoren? Wat zijn de verhoudingen met de officiële vakbondsfederatie in Jemen? Heeft die jullie bijgestaan in jullie strijd?

    “Jammer genoeg is de Algemene Federatie van Jemenitische Vakbonden grotendeels stilgevallen. De rol ervan is beperkt tot ‘advies en solidariteit’, soms komt er een verklaring van de federatie. Rond de kwestie van de arbeiders van Total/G4S hielden we een actie voor de kantoren van de vakbondsfederatie in Sana’a in april 2016. De reactie en de belangstelling in onze strijd was erg lauw. In de voorbije periode gebeurde er niets, ook al hebben een aantal syndicalisten inspanningen gedaan.

    “Maar dat gezegd zijnde: onze vakbond is wel geregistreerd in het kader van de algemene vakbondsfederatie. We hopen onze nieuwe vakbond te kunnen gebruiken om een invloed te hebben op de bredere vakbondsbeweging in Jemen en om contacten te leggen met arbeiders in andere sectoren. We bespreken een plan om de eenheid van werkenden en vakbonden in de oliesector en beveiligingsbedrijven in Jemen en daarbuiten te bewerkstelligen.”

    Waarom is het conflict met Total en G4S volgens jou nog steeds niet opgelost?

    “De twee bedrijven zijn de belangrijkste redenen waarom het conflict er nog steeds is. Het gaat om een frauduleuze houding en verkeerde voorstelling van de rechten van de werkenden door beide bedrijven. De arbeiders verwerpen de oneerlijke voorstellen die gedaan werden en niet voldoen aan hun minimale rechten.

    “Beide bedrijven hebben jarenlang voordeel gehaald uit het achterhouden van bijdragen die aan het personeel moesten betaald worden. Dit leidde tot een meningsverschil tussen beide bedrijven over wie verantwoordelijk was voor het uitbetalen van waar het personeel recht op had.

    “De bedrijven hebben de crisis in Jemen en hun terugtrekking uit het land gebruikt om de arbeiders hun rechten te ontzeggen. Daarbij werd geen rekening gehouden met de menselijke omstandigheden van hun personeel.

    “Doorheen de jaren waren er enkele duistere figuren die sympathie en steun voor onze strijd leken te betuigen, maar die andere bedoelingen hadden. Er waren activiteiten die erop gericht waren om voordeel te halen uit het negatieve imago van beide bedrijven en uit de brede steun onder de bevolking voor onze strijd.”

    Wat zijn de centrale eisen?

    “Alles waar de arbeiders recht op hebben moet betaald worden en er moet ook een vergoeding komen voor de periode waarin we niet kregen waar we recht op hebben. Er zijn achterstallige lonen, bonussen, vakantiegeld, overloon, bijdragen voor sociale zekerheid en gezondheidszorg, bonussen voor de ramadan, … Bovendien eisen we compensaties voor de families van overleden arbeiders en ook een vergoeding van alle arbeiders wegens materiële en morele schade. Als de bedrijven terug activiteiten ontplooien, moeten de personeelsleden terug aangenomen worden. Zoniet moet er een correcte opzegvergoeding betaald worden. We willen dat dit alles via officiële kanalen gebeurt met opvolging ervan door de Internationale Vakbondsconfederatie (ITUC) en het CWI.”

    Wat is de sfeer onder de arbeiders?

    “We zitten in een erg moeilijke situatie die we nooit eerder kenden in die drie jaar van onderdrukking en manipulatie. Drie van onze collega’s werden genadeloos vermoord en de families van deze martelaren werden zonder enige hulp achtergelaten. De meeste arbeiders zijn werkloos, sommigen moesten al hun bezittingen verkopen.

    “De meeste bedrijven weigeren ons aan te nemen omdat we geen officiële ontslagbrief hebben. Dit maakt dat sommige arbeiders om toch maar iets van inkomen te hebben verplicht zijn om te werken voor dubieuze bedrijven, zoals een spookbedrijf dat zich nog steeds G4S noemt en in Sana’a actief is. Dat bedrijf trekt arbeiders aan door kleine sommen geld te geven als ze afstand doen van hun rechten.

    “Het zijn moeilijke dagen, maar we behouden ons geduld en onze vastberadenheid. Het zal wel nodig zijn dat er zo snel mogelijk een oplossing komt, vooraleer de arbeiders breken voor de uitbuiters. De situatie is dus erg moeilijk, het is een constante strijd.”

    Wat denk je van de oorlog in Jemen?

    “Jemen zit in een heel moeilijke situatie. Er is geen genade en geen menselijkheid onder alle partijen in het conflict. We hebben al genoeg oorlogen gehad. We moeten op elke mogelijke wijze verwerpen wat er nu gebeurt in ons land. Deze oorlog vernietigt de samenleving en brengt ons in een complete catastrofe met een instorting van de economie en erg moeilijke levensomstandigheden.”

    Welke rol kan de arbeidersbeweging in Jemen en de rest van de wereld spelen om een einde te maken aan de catastrofe in je land?

    “De economische crisis in Jemen en de niet-betaling van lonen heeft verregaande gevolgen op verschillende vlakken, onder meer het onderwijs, de zorgsector en alle sectoren die belangrijk zijn voor de samenleving. Ik denk dat het essentieel is dat de arbeidersbeweging een actieve rol speelt om de arbeiders bij te staan, de verderzetting van hun activiteiten mogelijk te maken en verdere rampen te vermijden.”

    Welke rol kunnen socialistische organisaties zoals het CWI spelen om jullie strijd te steunen maar ook in de roep van de bevolking om een betere toekomst?

    “Ze kunnen bijdragen aan de politieke en culturele bewustwording onder werkenden en gemeenschappen. De arbeiders, vakbonden en gemeenschapsorganisaties in Jemen kampen met zwaktes, zeker door de oorlog en de crisis waar het land doorgaat. Ze hebben dus meer dan ooit steun nodig.

    “Het CWI speelde een belangrijke en efficiënte rol in de ondersteuning van de strijd van de arbeiders van Total/G4S in Jemen. We hadden nochtans niet veel respons verwacht van organisaties. Maar het CWI heeft zich ondanks alle moeilijkheden opgeworpen als verdediger van de Jemenitische arbeiders. Ik denk dat het CWI een rol kan spelen in arbeidersstrijd doorheen de wereld, ook in Jemen, om in te gaan tegen uitbuiting, racisme en discriminatie door multinationals. Maar er zal meer nodig zijn om bedrijven onder druk te zetten en onze eisen af te dwingen.

    “Ondanks de huidige catastrofe behoud ik een groot optimisme. De bevolking van Jemen zal uit het puin van de oorlog rechtstaan en de huidige problemen overkomen om een betere toekomst te realiseren.”

  • Arbeiders zonder papieren eisen einde aan uitbuiting door regularisatie

    En drukken meteen hun steun uit aan Total en G4S-werknemers in Jemen

    Ruim 200 arbeiders-zonder-papieren en sympathisanten betoogden gisteren in Brussel. Het initiatief ging uit van het ABVV en het ACV in samenwerking met de coördinatie van sans-papiers. Aanleiding daarvoor was de vaststelling dat op verschillende werven in Brussel onderaannemers of onderaannemers van onderaannemers, sans-papiers tewerk stellen onder het minimumloon en zonder bescherming op het werk. Zo ook Mohamed, die in 2013 aan de slag was in metrostation Kunst-Wet voor TUNA, een onderaannemer van CFE dat op haar beurt via BELIRIS in onderaanneming werkt voor de Brusselse Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer (MIVB). Op die manier wordt gebruik gemaakt van hiaten in de wetgeving inzake tewerkstelling van gastarbeiders, met het oog op uitbuiting. De vakbonden en de betogers eisen van het Gewest dat ze de geleden schade herstelt door de automatische ‘regularisatie’ van uitgebuite werknemers en werkneemsters zonder papieren.

    De betoging trok naar de kabinetten van de verschillende verantwoordelijken. Eerst werd halt gemaakt aan de gebouwen van buitenlandminister Didier Reynders die verantwoordelijk is voor BELIRIS, daarna werd stil gestaan aan de ingang van de Wetstraat, aan metrohalte Kunst-Wet, waar onder andere Mohamed de situatie waarin hij vier jaar geleden belandde toelichtte, om te eindigen aan de gebouwen van het Brusselse Gewest voor een onderhoud met Rudi Vervoort, minister-president van het Brussels hoofdstedelijk Gewest en Pascal Smet, regionaal minister bevoegd voor Openbare Werken.

    Tijdens de halte aan metrostation Kunst-Wet lichtte Rabia, zelf sans-papier en lid van LSP, ook de situatie toe waarin het personeel van de multinationals Total en G4S in Jemen zich bevindt. Al meer dan twee jaar weigeren beide multinationals het loon van hun personeel uit te betalen, waardoor dit personeel en hun gezinnen honger lijden. Betogers van Afrikaanse afkomst beaamden enthousiast Rabia’s stelling dat Afrika potentieel een van de rijkste continenten is, maar al decennialang leeggezogen wordt door coalities van Westerse multinationals en lokale uitbuiters. Op onderstaande foto’s drukken ze hun steun uit aan de internationale solidariteitscampagne met de Total/G4S-werknemers in Jemen.

    Sans papiers solidair met arbeiders in Jemen

    Toelichting bij deze internationale solidariteit door Rabia:

  • Stop de oorlog in Jemen! Solidariteit met de arbeidersstrijd nodig

    Protest van Jemenitische arbeiders van Total/G4S die maandenlang niet uitbetaald werden

    Jemen is een van de armste landen ter wereld. De afgelopen jaren was het ook een van de meest vergeten landen. De oorlog in Jemen is een combinatie van een coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië die bombardementen uitvoert op de Houthi-rebellen in Jemen en een burgeroorlog waarin de Houthis, door Saoedi-Arabië gesteunde regeringstroepen en fracties van Al Qaeda betrokken zijn.

    Door Raja (Eindhoven)

    De oorlog heeft het voorheen al erg arme land nog meer verwoest. Zeven miljoen mensen leven op de rand van een hongersnood en nog eens 10 miljoen anderen kennen een ernstige voedselonzekerheid. De totale bevolking van het land bedraagt 25 miljoen.

    Miljoenen mensen hebben niet genoeg voedsel. Er zijn vreselijke beelden van uithongering en ondervoeding. De omvang en de gevolgen van deze door de mens veroorzaakte crisis zijn enorm. Maar toch blijven de gevestigde media hier grotendeels over zwijgen. Als dit vergeleken wordt met de aandacht voor de situatie in Aleppo, is de hypocrisie van de verschillende benadering meteen duidelijk. De reden hiervoor is niet moeilijk: de imperialistische machten met onder meer de VS staan in het geval van Jemen aan de kant van diegenen die bombarderen. Ze verkochten voor miljoenen euro’s en dollars wapens aan Saoedi-Arabië dat deze inzet om een van de armste bevolkingen ter wereld te bombarderen. Er wordt stilzwijgend toegekeken terwijl de Saoedi’s zelfs scholen, ziekenhuizen en begrafenissen niet sparen.

    Nog voor de oorlog importeerde Jemen 90% van zijn voedsel. De door het westen gesteunde coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië heeft een brutale handelsblokkade opgelegd. De havens langs waar hulp zou kunnen komen, werden gebombardeerd. Volgens verslagen wordt de binnenlandse voedselproductie als doelwit uitgekozen.

    Veel Saoedische wapens werden aangekocht bij de Amerikanen, ze werden verkocht onder goedkeuring van Barack Obama, een laureaat voor de Nobelprijs van de Vrede. Vorig jaar werd in het Brits parlement een motie van Jeremy Corbyn om de wapenverkoop aan Saoedi-Arabië te stoppen weggestemd. De ramp in Jemen is van menselijke makelij en de westerse machten zijn medeplichtig.

    Een schandalig onderdeel van deze oorlog is de manier waarop multinationals als Total en G4S het loon van hun personeel weigeren uit te betalen waardoor dit personeel en hun gezinnen honger lijden. Er is een internationale solidariteitscampagne met deze arbeiders – volg deze campagne via deze facebookpagina.

    De Jemenitische woordvoerder van de campagne ‘Save the Children’ merkte op: “We zullen hier later op terugkijken als miljoenen kinderen van de honger gestorven zijn en we zullen daar op voorhand van op de hoogte geweest zijn.”

    We eisen het onmiddellijke einde van de bombardementen in Jemen en het einde van de oorlog. De werkenden en hun gezinnen moeten de hongerende bevolking steunen en een ramp vermijden. We kunnen dit best door steun te geven aan werkenden in strijd, zoals het personeel van Total/G4S dat opkomt voor rechtvaardigheid en de uitbetaling van lonen.

  • 200 arbeiders Total en G4S in Jemen jarenlang niet uitbetaald en afgedankt. Solidariteit nodig!

    200 personeelsleden van oliemultinational TOTAL in Jemen werden door dit bedrijf overgeheveld naar de bewakingsgroep G4S. Deze werkenden kregen een heel jaar geen loon en gingen over tot protest. De directie reageerde op dit protest met repressie. In december vielen er daarbij drie doden. Het personeel van TOTAL en G4S voert een internationale solidariteitscampagne die ondersteund wordt door het CWI, de internationale organisatie wij behoren.

    Op 6 februari trokken een honderdtal werkenden naar de parlementsgebouwen in Sana’a, de hoofdstad van Jemen. Ze eisten de betaling van de achterstallige lonen en gerechtigheid voor de vermoorde collega’s. De oorspronkelijke werkgever, TOTAL, en de onderaannemer, G4S, betaalden het personeel niet gedurende meer dan een jaar. Dit gebeurde nadat de meeste economische activiteiten in het land stilvielen in 2015.

    Beide bedrijven beëindigden hun contracten op eenzijdige wijze eind 2015. Ze trokken zich terug uit het land zonder het loon en de ontslagpremies van het personeel te betalen. Hierop trokken de arbeiders eerst naar de arbeidsrechtbank in Sana’a die hen in het gelijk stelde. De rechtbank besliste dat beslag gelegd werd op alle middelen van G4S en Total, waaronder de gebouwen van Total in Sana’a. De bedrijven werden opgelegd om de achterstallige lonen te betalen. In beroep werd zelfs beslist dat G4S ook de lonen van januari tot en met juni 2016 moest betalen.

    TOTAL schoof de verantwoordelijkheid door naar G4S dat als onderaannemer werkte. G4S stelde de activiteiten van “G4S Jemen” ten onrechte met de naam en het logo van G4S gebeurden en dat het niet om een bedrijf van G4S gaat. Beide bedrijven weigeren dus verantwoordelijkheid op te nemen in deze kwestie. Maar daar kunnen de werkenden en hun gezinnen niet van leven. Sommigen verloren kinderen aan ondervoeding, verloren hun huis en werden dakloos, …

    De oorlog en de vreselijke veiligheidssituatie in Jemen maken dat TOTAL en G4S de gerechtelijke beslissingen zomaar naast zich neer leggen. Om het personeel te intimideren, wordt tot geweld overgegaan met ingehuurde bendes. Daarbij kwamen in december drie mensen om het leven.

    Het protest is hierdoor niet alleen gericht op het uitbetalen van de lonen maar ook voor gerechtigheid voor de vermoorde collega’s. Hun acties krijgen heel wat steun van mensen in Jemen, wat het zelfvertrouwen sterkt. Ook de internationale solidariteit speelt een belangrijke rol. Afgelopen vrijdag werd onder meer in Londen geprotesteerd aan de kantoren van TOTAL. Hieronder enkele foto’s en video’s van protestacties in Jemen en op internationaal vlak. Ook een video van 11 minuten in het Arabisch en het Engels gemaakt door de arbeiders uit Jemen. Betuig ook je solidariteit door dit nieuws bekend te maken op sociale media (met de hashtag #JusticeforTOTALG4SWorkers), door solidariteitsfoto’s te nemen, protestmails te sturen, …

    Stuur protestmails in het Engels naar:

    -caroline.skinner@uae.g4s.com (Caroline Skinner, Regional General Counsel Middle-East of G4S )

    -philip.jordan@total.com (Philip Jordan, Chairman of the Ethics Committee of Total SA )

    -courts@moj.gov.ye (Yemen’s Ministry of Justice)

    Met kopie aan:

    -cwi@socialistworld.net

    -abdulalimsaeed@gmail.com

    Video gemaakt door de arbeiders van TOTAL en G4S in Jemen

    Video vanop het protest in Londen:

    Iers parlementslid Mick Barry:

    Jemen Jemen Duitsland Tunis Parijs Londen Londen
  • De vergeten oorlog van Jemen

    Foto: Wikipedia
    Foto: Wikipedia

    Jemen is het armste land van het Arabische schiereiland. De geschiedenis van Jemen is erg complex en moeilijk. Het huidige conflict gaat over de strijd tussen het zuiden en het noorden, maar ook over regionale  en internationale machtsbelangen.

    Artikel door Andleeb Haider

    In 1990 kwamen de regeringen van beide voorheen afzonderlijke landen tot een akkoord om Jemen samen te besturen. Op 22 mei 1990 kwam het tot één land met Saleh als president. De president van Zuid-Jemen, Ali Salim al-Beidh werd vice-president. Er kwam een eengemaakt parlement en een grondwet. Bij de verkiezingen van 1993, de eerste na de eenmaking van het land, won het Algemeen Volkscongres 122 van de 301 zetels. De bevolking bestaat voor 60% uit sjiitische Houthi’s waardoor het land ook een oorlogszone is waar Saoedi-Arabië en Iran hun tegenstrijdige financiële belangen en religieuze haat uitvechten.

    Na de invasie van Koeweit door Irak in 1990 en de daaropvolgende invasie door de VS, was de Jemenitische president gekant tegen militaire interventies door niet-Arabische landen. Als lid van de VN Veiligheidsraad in 1990 en 1991 onthield Jemen zich bij een aantal resoluties over Irak en Koeweit. Het l         and stemde tegen de resolutie waarmee een gewelddadige interventie werd goedgekeurd. Deze opstelling leidde tot woede bij de VS. De Amerikaanse bondgenoot Saoedi-Arabië zette 800.000 Jemenieten het land uit en strafte Jemen voor dit verzet tegen de oorlog. Verder is Jemen ook van strategisch belang voor de olieproducerende landen. Jemen bevindt zich immers aan de zeestraat Bab al-Mandab, de verbinding tussen de Rode Zee en de Golf van Aden. Een groot aantal olietankers passeert langs deze weg. (Meer over de geschiedenis van Jemen: http://www.socialisme.be/nl/9563/jemen)

    De spanningen tussen Jemen en Saoedi-Arabië zijn dus niet nieuw. Maar dit werd nog erger met de politieke crisis als gevolg van de revolutie van 2011-12 tegen president Saleh die meer dan twee decennia aan het hoofd van het land stond. Begin 2012 trad Saleh af als onderdeel van een onderhandeld akkoord tussen de regering en de oppositiegroepen. De voormalige vice-president Abd Habbuh Mansur Hadi nam over en probeerde het verbrokkelde politieke landschap te verenigen en tegelijk een antwoord te bieden op zowel de dreiging door Al Qaeda als de jarenlange opstand van de Houthi militanten in het noorden. In 2014 drongen Houthi strijders de hoofdstad Sana binnen en werd Hadi verplicht tot onderhandelingen over een “eenheidsregering” met andere politieke krachten. De Houthi’s en veiligheidsdiensten die loyaal waren aan Saleh probeerden de controle over het volledige land over te nemen, in maart 2015 moest Hadi het land ontvluchtten. Saoedi-Arabië meende dat de nieuwe machthebbers militair gesteund werden door de regionale sjiitische macht Iran. Saoedi-Arabië en acht andere, voornamelijk soennitische, Arabische landen begonnen daarop een campagne van luchtbombardementen om de regering van Hadi terug aan de macht te krijgen. De coalitie kreeg logistieke en militaire steun van de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk.

    In deze oorlog zijn er heel wat burgerslachtoffers, zowel als gevolg van directe gevechten als door bombardementen en wat activisten omschrijven als ernstige inbreuken op alle internationale wetten. Begin oktober stonden de officiële cijfers van de VN voor dit jaar op 4.125 burgerdoden en 7.207 gewonden. Bijna de helft van de bevolking van Jemen is jonger dan 18 jaar, veel slachtoffers zijn dan ook kinderen: een derde van alle burgerdoden. Sinds het begin van de oorlog in maart 2015 zijn er 6.800 doden en 35.000 gewonden. De meeste slachtoffers vallen bij luchtaanvallen door de coalitie rond Saoedi-Arabië.

    Het conflict en de door de coalitie opgelegde blokkade leiden ook tot een humanitaire ramp: 80% van de bevolking heeft hulp nodig. Volgens de VN zijn er 3,1 miljoen Jemenieten in het land zelf op de vlucht, 14 miljoen mensen gaan gebukt onder voedselonveiligheid en 370.000 kinderen jonger dan vijf jaar dreigen van de honger om te komen. Meer dan 1.900 van de 3.500 gezondheidscentra in het land functioneren niet of slechts gedeeltelijk. Hierdoor heeft de helft van de bevolking geen toegang tot gezondheidszorg.

    Op 9 oktober was er een Saoedische luchtaanval waarbij een begrafenisbijeenkomst werd geraakt. Officieel vielen er 150 slachtoffers, onofficieel is er sprake van 700 mensen. Er waren 2.000 mensen bijeengekomen voor laatste gebeden voor de slachtoffers van een vorige luchtaanval. De VS heeft Saoedi-Arabië op de vingers getikt voor dit incident. Maar op 13 oktober schoot de Amerikaanse marinie drie raketten af om de radars van Houthi krachten uit te schakelen. De Amerikaanse aanval vanop zee is de eerste rechtstreekse militaire interventie van de VS in de strijd tegen de Houthi krachten en hun bondgenoten in Jemen.

     

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop