Tag: huisvesting

  • Wonen is geen luxeproduct. Maak een echte vuist tegen de wooncrisis

    Brussels staatssecretaris voor huisvesting Nawal Ben Hamou (PS) diende een voorstel in om de huurprijzen maximaal met 2% te indexeren in 2022 en de volgende jaren. Het voorstel moet dienen om het gewicht van de aanhoudende prijsstijgingen te helpen dragen. De meeste huurders zouden hier echter niet veel verschil door merken. Niet alleen omdat, zoals de PVDA terecht aankaart, sociale woningen zijn uitgesloten van deze maatregel. Of omdat verhuurders op andere manieren prijsstijgingen zullen aanrekenen. Maar ook omdat deze maatregel onvoldoende is om decennia wanbeleid weg te vegen.

    door Jeroen (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist

    Het deel van ons loon dat we betalen aan wonen stijgt al jaren. Gekneld tussen lonen die nauwelijks omhoog gaan en uit de pan swingende prijzen, tast de Belg voor een woning steeds dieper in de buidel. In 2018 gaf de gemiddelde Belg 30,1% van zijn/haar loon uit aan een woning, water, verwarming en elektriciteit (1). In 2020 was dat al 31,8% en het leidt geen twijfel dat de torenhoge inflatie (er wordt uit gegaan van 12% inflatie voor 2022) ons dit jaar naar een nieuwe piek brengt. Brussel is, samen met andere grote steden, één van de koplopers qua stijgende huur- en koopprijzen voor woningen.

    Het probleem van onbetaalbare woningen is niet enkel een Belgisch probleem. Hugo de Jonge (CDA), Nederlands Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, omschreef het in een interview met De Standaard: “We hebben veel te lang geloofd dat de markt als vanzelf de vraag en het aanbod in evenwicht zou brengen. Dat heeft niét gewerkt.[…] In heel Noordwest-Europa kun je diezelfde beweging zien […]” [DS 25/05/22]. Wanneer bouwen en/of verhuren voor private winst steeds meer de norm wordt, gaat dit ten koste van de betaalbaarheid voor gewone mensen (maar ook vaak ten koste van leefkwaliteit en goede ruimtelijke planning). 

    Een private ontwikkelaar of verhuurder weet vandaag immers dat door een gebrek aan betaalbare woningen, ook hun ‘onbetaalbare’ panden van de hand zullen gaan. Deze winstlogica bannen uit de woonmarkt moet de prioriteit zijn. Met wachtlijsten voor een sociale woning van meer dan 10 jaar, zijn velen verplicht om zich in bochten te wringen om toch nog een woning op de privémarkt te kunnen bemachtigen. Alleen via het fors (terug) uitbreiden van het patrimonium aan sociale, betaalbare woningen kunnen we wegen op de prijzen voor iedereen. Wij verdedigen een massaal, publiek investeringsplan, gefinancierd door een hand te leggen op de gigantische geaccumuleerde winsten van de privé. Alleen zo kunnen we investeren in het ledigen van onze noden, in plaats van hun winsten. 

     

    (1) Statbel: https://statbel.fgov.be/nl/themas/huishoudens/huishoudbudget

  • Massaal plan van investeringen in sociale huisvesting nodig – niet nog meer cadeaus aan private markt!

    Foto vanop Pixabay

    N-VA en Vlaamse regering rollen rode loper uit voor private winsten op woningmarkt

    Het aantal mensen op wachtlijsten voor een sociale woning overtreft het aantal huidige bewoners in Vlaanderen: 170.000 wachtenden voor 160.000 sociale woningen (en ongeveer 10.000 die via de private markt verhuurd worden door sociale verhuurkantoren). Dit betekent een tekort van ongeveer de helft. Het aantal wachtenden neemt snel toe: in 2020 waren er 10% meer dan in 2019. Op een jaar tijd groeide de wachtlijst met 16.000 mensen terwijl er in dezelfde periode 2.000 sociale woningen bijkwamen.

    De wachtlijst wordt uiteraard langer omdat wonen steeds onbetaalbaarder wordt: op de private huurmarkt betaal je gemiddeld 778 euro per maand. Op 25 jaar tijd zijn de koopprijzen verviervoudigd en de huurprijzen met 40% gestegen. Er zijn onvoldoende sociale woningen om een neerwaartse druk te zetten op de algemene huurprijzen. Vastgoed is voor een kleine groep in de samenleving niet iets om in te wonen, maar iets om mee te speculeren. In plaats van dat aan te pakken, stelt N-VA-minister Diependaele zich tevreden met de stelling dat de groei van de wachtlijsten “stilaan begint af te vlakken.” Tegelijk benadrukt de minister dat er wel degelijk middelen uitgetrokken worden voor sociale woningbouw: 4,5 miljard deze legislatuur. Voor alle duidelijkheid: het gaat om goedkope kredieten aan sociale maatschappijen, geld dat dus moet terugbetaald worden. Een deel van dat geld wordt niet opgenomen en Diependaele wil het nu doorschuiven naar de private markt.

    Je zou denken dat een Vlaamse overheid die in staat is om een Oosterweelverbinding in Antwerpen te bouwen – met alle opmerkingen die daarover te maken zijn – ook in staat is om zelf sociale woningen te laten bouwen. Voor die bouw wordt echter naar de lokale besturen gekeken en daar is er volgens de minister steeds minder interesse om te investeren in sociale huisvesting… Als de minister dat erg vindt, zou hij in zijn eigen partij wel wat discussies kunnen voeren. Neem nu de stad Antwerpen: daar is het aantal sociale huurwoningen sinds 2018 met 338 afgenomen tot nog 22.164. De vraag naar betaalbaar wonen neemt ondertussen fors toe in Antwerpen. Is het lokale bestuur onder leiding van Bart De Wever geïnteresseerd in sociale huisvesting? Met projectontwikkelaars onderhoudt het bestuur innige contacten, met kandidaten voor sociale woningen ligt dat helemaal anders. Ook in andere grote steden is er eenzelfde fenomeen: in Gent bijvoorbeeld zijn er vandaag minder sociale huurwoningen dan tien jaar geleden.

    Die dalingen zijn deels te wijten aan verouderde woningen en de hoge kosten voor renovatie. Anders geformuleerd: een jarenlang gebrek aan investeringen ondermijnt de sociale huisvesting. Het leidt tot een nieuw fenomeen: speculatie bij de verkoop van te renoveren voormalige sociale huisvesting. Die woningen worden goedkoop aangekocht van de huisvestingsmaatschappijen om ze vervolgens met een mooie winst door te verkopen. Niet alleen slagen de overheden er niet in om met voldoende sociale huisvesting de algemene prijszetting naar beneden te drukken, bovendien wordt speculatie mogelijk op de kap van de tekorten. Middelen om dit tegen te gaan, zijn er uiteraard niet. Wel is er geld om ‘sociale fraude’ te bestrijden om met de vinger te wijzen naar die paar enkelingen die een sociale woning huren terwijl ze in het buitenland eigendommen hebben.

    Dat laatste voorbeeld wordt steeds weer aangehaald door de politici omdat er onder de bevolking breder begrip is voor het aanpakken van dat bijzonder kleine aantal gevallen van misbruik. Het zet meteen de deur open om meer algemeen met een beschuldigende vinger naar de sociale huurders zelf te wijzen. “Sociaal wonen moet een springplank zijn, geen hangmat,” aldus minister Diependaele. Zijn collega Bart Somers en Open Vld stellen voor om de toegang tot sociale huisvesting drastisch in de tijd te beperken: wie arbeidsgeschikt heeft, zou maar negen jaar kunnen huren. Tegelijk wil Somers de regels voor bouwbedrijven in bepaalde gebieden beperken, zodat er sneller meer kan gebouwd worden. Samengevat: meer regels voor wie het moeilijk heeft, minder beperkingen voor de grote bouwbedrijven en promotoren.

    Omdat de lokale besturen de kredieten voor sociale woningbouw niet opnemen, wil Mathias Diependaele dit geld beschikbaar stellen aan de private sector. In ruil voor de belofte om woningen aan een verlaagde huurprijs op de markt te brengen, zou de private markt een half miljard euro goedkope kredieten krijgen die eigenlijk bedoeld waren voor sociale woningen. Zo wordt de dominantie van de private markt, die al jaren gekenmerkt wordt door steeds hogere prijzen, nog verder bevestigd. Het is duidelijk voor wie deze regering rijdt!

    Er is nood aan massale investeringen in een groot aantal degelijke sociale woningen en appartementen. Dat is noodzakelijk om op de prijzen te wegen. Een massaal plan van sociale huisvesting is mogelijk, onder meer door leegstaande woningen en kantoren aan te spreken, desnoods met onteigeningen. Huisvesting is voor iedereen essentieel. We mogen niet toelaten dat dit gedomineerd wordt door private winstbelangen. Die dominantie staat bovendien een ernstig beleid van ruimtelijke ordening in de weg alsook een massaal plan om alle bestaande woningen klimaatvriendelijker te maken.

  • Wonen moet betaalbaar zijn!

    Foto: Jean-Marie Versyp

    Massaal plan voor de bouw en renovatie van sociale huisvesting nodig

    Er is een stroom aan berichten over de compleet uit de hand lopende prijzen op de woningmarkt. Huren kost in Vlaanderen gemiddeld 778 euro per maand, in Brussel is dat zelfs 1.166 euro per maand! Op 25 jaar tijd zijn de koopprijzen verviervoudigd en de huurprijzen met 40% gestegen. Het maakt dat er steeds meer dak- en thuislozen zijn. Doortastende maatregelen worden niet overwogen: de traditionele politici willen hun vrienden in de bouw- en immobiliënsector niet voor het hoofd stoten.

    Artikel door Jeroen uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Drastische stijging van dak- en thuisloosheid

    In maart 2021 werd voor het eerst een wetenschappelijke telling van het aantal dak- en thuislozen afgerond voor de steden Aarlen, Luik, Gent, Leuven, de provincie Limburg en het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Bruss’Help stelt een stijging van het aantal dak- en thuislozen in het hoofdstedelijk gewest vast van 28% procent sinds 2018.

    Er is een vervrouwelijking en een verjonging van de dakloosheid. Bruss’Help zag het aantal dak- en thuisloze kinderen stijgen van 600 in 2018 naar 933 in 2020. Ook elders leven kinderen op straat: in Gent werden er 401 geteld, in Luik 78. Dak- en thuisloosheid treft steeds meer gezinnen.

    Wie wel nog een dak boven het hoofd heeft, moet steeds dieper in de portemonnee tasten om dat zo te houden. De Vlaamse overheid schatte dat in 2018 één op de vijf huishoudens meer dan 30% van hun inkomen uitgaf aan wonen. Bij de groep die huurt op de private markt (dus geen sociale huurwoning) liep dat percentage op tot 52% van de huishoudens.

    2020 een ‘topjaar’ voor vastgoedsector

    Voor de beleggers, makelaars en de bouwbedrijven zijn de stijgende prijzen goed nieuws. Hun commissies en winsten hangen af van de verkoopprijzen. De sector spreekt over 2020 als een ‘topjaar’. In Vlaanderen stegen de koopprijzen in 2020 met gemiddeld 5%, in Brussel zelfs met 8,1% naar 426.130 euro. Sint-Gillis is een uitschieter met een gemiddelde stijging van meer dan 12%!

    Op de huurmarkt zet deze trend zich door. In Gent was er in 2020 een stijging van de huurprijzen voor appartementen met 4,1%, van 767 naar 800 euro per maand. In Antwerpen betaal je gemiddeld 946 euro per maand. In een arme Brusselse gemeente als Molenbeek betaal je voor een appartement gemiddeld 855 euro per maand. Met één loon kom je er niet meer, laat staan met een uitkering.

    Het expertenpanel van De Tijd voorspelt dat de prijzen ook in 2021 verder zullen stijgen en voorziet gemiddeld een groei van 2% per jaar tot 2025. Er volgen dus nog vette jaren voor de sector.

    Waar komt de stijging vandaan?

    De Belgische Nationale Bank schat dat de overwaardering van de Belgische woningenmarkt op één jaar tijd is verdubbeld naar 13,5% in 2020. De Belgische huizen zijn dus ‘te duur’,  maar toch worden ze steeds duurder. Hoe komt dat? Binnen de marktlogica is het logisch dat eigenaars zoveel mogelijk winst willen maken. Huurders of kopers hebben sowieso een dak boven het hoofd nodig en kunnen wonen niet even uitstellen tot de prijzen gunstiger zijn. Resultaat: er wordt steeds meer betaald voor deze basisnood. De tekorten en de eindeloze wachtlijsten maken dat goedkopere sociale huisvesting de prijzen niet kunnen drukken. Ondertussen maken de stijgende prijzen het interessant voor beleggers om in vastgoed te investeren. Uiteraard met als doel om zo snel mogelijk mooie winsten te boeken.

    Ongetwijfeld zal de coronacrisis veel mensen aangezet hebben om een nieuwe woning te zoeken die het leven onder lockdown aangenamer maakt. Een balkon, tuin of nabijheid van groen zijn belangrijker geworden. Dit wordt echter onbetaalbaar voor velen. Steden werden echter ook voor Covid-19 steeds ongelijker. Via citymarketing probeerden steden een welgestelde laag aan te trekken: zij brengen geld in het laatje en doen minder beroep op openbare voorzieningen. Prestigeprojecten, een hip stadsimago (uitgewerkt door marketeers) en bijhorende evenementen zijn niet alleen op toeristen gericht, maar ook op rijkere inwoners die de armere bewoners uit de volkswijken verdrukken.

    Kunnen gemeenten niets doen?

    Door citymarketing werken steden gentrificatie (sociale verdringing van armere inwoners) en stijgende prijzen meer in de hand dan ze tegen te werken. Vaak zijn er bovendien nauwe banden tussen lokale politici en projectontwikkelaars, investeerders, grote verhuurders … Nieuwssite Apache.be legde bijvoorbeeld de banden van Land Invest Group met politici in Antwerpen en Luik bloot.

    De Gentse schepen van wonen, Tine Heyse (Groen), verklaarde: “Aan de hoge woningprijzen in Gent kunnen we niets doen.” Het klopt natuurlijk dat het probleem niet enkel op stedelijk niveau kan opgelost worden. Socialisten zijn het echter niet eens met de stelling dat er niets tegen kan gedaan worden. Een links bestuur moet actief zoeken naar maatregelen die wel kunnen genomen worden en, op basis van wat nodig is, eisen stellen aan hogere overheden om meer te doen wat nu is toegelaten.

    Breek de winsthonger met strijd

    In veel steden en gemeenten zijn er vandaag al belastingen op leegstaande gebouwen of percelen. Tegenover de enorme winsten die te verdienen vallen, merken speculanten die belasting amper op. Waarom de onbenutte mogelijkheden niet onteigenen en in handen van de gemeenschap te ontwikkelen met sociale huisvesting? De wet-Onkelinx uit 1993 biedt een wettelijke mogelijkheid om leegstaande gebouwen op te eisen om daklozen op te vangen.

    Op basis van strijd is het mogelijk om overwinningen te boeken. In 2019 werd in de Duitse deelstaat Brandenburg (waar Berlijn onder valt) onder druk van een brede beweging een bevriezing van de huurprijzen afgedwongen. In Berlijn alleen zouden 300.000 gezinnen recht krijgen op een lagere huur. De beweging gaat echter verder en eist de onteigening van de private verhuurder Deutsche Wonen, dat meer dan 3.000 panden in Berlijn beheert. Die panden als sociale huisvesting aanbieden, zou niet alleen voordelig zijn voor de bewoners maar ook de algemene prijzen naar beneden drukken.

    In België gaat het aandeel van sociale huisvesting al decennia achteruit. In 2016 was dit goed voor amper 5,6% van de totale huisvesting in Vlaanderen, 5,3% in Wallonië en 7% in het Brusselse Gewest. We verzetten ons niet enkel tegen de winsthonger van de betonmaffia en de huisbazen, maar komen op voor een massaal plan van publieke investeringen in sociale huisvesting. Dat is nodig voor duurzame, kwaliteitsvolle en betaalbare sociale huisvesting die voldoende gewicht heeft om alle huurprijzen naar beneden te halen.

  • Wonen wordt onbetaalbaar

    Foto: Jean-Marie Versyp

    Vorig jaar zijn de koopprijzen voor een woning of appartement met gemiddeld 5% gestegen. Ook de huurprijzen kennen een forse toename van 2,3%. In 2020 zijn er minder koop- en huurcontracten opgesteld, omwille van de coronacrisis. Dit zorgde niet voor een daling van de prijzen, wel integendeel. Op de huurmarkt betaal je nu gemiddeld 778 euro per maand, aldus cijfers van de Confederatie van Immobiliënmakelaars (CIB). Voor een appartement is de gemiddelde huurprijs 736 euro. Het gaat louter om cijfers in Vlaanderen. In Brussel loopt de gemiddelde huurprijs op tot 1.166 euro per maand.

    De vraag naar goedkope huurwoningen en appartementen neemt nochtans toe. Volgens de Confederatie van Immobiliënmakelaars versterkt de coronacrisis dit: de onzekerheid neemt toe waardoor kopen minder evident is (terwijl de hoge prijzen dat sowieso al moeilijk maakten) en bovendien zijn er meer huishoudelijke problemen en echtscheidingen. Zowel huren als kopen wordt echter steeds meer onbetaalbaar. Op 25 jaar tijd zijn de koopprijzen verviervoudigd en de huurprijzen met 40% gestegen.

    In Gent ligt de gemiddelde huurprijs voor een appartement voor het eerst boven de 800 euro per maand. Op een jaar tijd was er een stijging met 4,1%. In Mechelen, Leuven en Antwerpen liggen de huurprijzen nog hoger dan in Gent. In Antwerpen zelfs op gemiddeld 942 euro per maand. In Brussel liggen de huurprijzen in alle gemeenten gemiddeld op of boven de 800 euro per maand, ook in de armste gemeenten met kleine appartementen zoals Laken (798 per maand), Anderlecht (809), Molenbeek (855) of Schaarbeek (928).

    Tegelijk schieten de koopprijzen voor appartementen, zelfs erg kleine, de hoogte in. Het Nieuwsblad berichtte vorige week over een appartement in de Visserij te Gent van 38 vierkante meter, een veredeld studentenkot dus, waarvoor maar liefst 235.000 euro gevraagd werd. Vorig jaar kostte een huis gemiddeld 277.000 euro, een stijging met 5,7%. Een appartement kostte gemiddeld 244.000 euro, een stijging met 6,8%. In de steden is de stijging het grootst.

    Het maakt dat jongeren zich geen eigen appartement of huis meer kunnen permitteren. In de provinciehoofdsteden Brugge, Gent, Antwerpen, Leuven en Hasselt waren vorig jaar 27,9% van de kopers jonger dan 30 jaar. Een jaar eerder was dat nog 30,1%.

    Momenteel woedt er een discussie over de lonen. Voor de bazen mogen die de komende twee jaar met maximaal 0,4% stijgen. De laagste lonen optrekken is bovendien uit den boze voor hen. Het minimumloon optrekken naar 14 euro per uur komt neer op een voltijds bruto maandloon van 2300 euro of ongeveer 1700 euro bruto. Wie deeltijds werkt, komt daar niet aan. Om in een stad een gemiddeld appartement te kunnen huren, moet je vaak al met twee zijn. Een eigen woning kopen is al helemaal onhaalbaar. Alleen al om de werkenden en hun gezinnen toegang tot betaalbare huisvesting te geven, is het nodig om de loonnorm van 0,4% en dus de loonwet van 1996 te breken.

    Daarnaast kunnen de prijzen gedrukt worden door massale investeringen in een groot aantal degelijke sociale woningen en appartementen. Meer sociale huisvesting is noodzakelijk om op de prijzen te wegen door een voldoende aanbod betaalbare huisvesting aan te bieden. Helaas is dit niet het beleid van de steden en gemeenten in ons land. De wachtlijst in Vlaanderen is ongeveer even groot als het totaal aantal sociale woningen. Er is kortom een verdubbeling nodig om de wachtlijst weg te werken. Bovendien zijn er veel mensen die recht hebben op een sociale woning die de moeite niet doen om op een lijst te staan wachten.

    Er is nood aan degelijke lonen en toegankelijke kwaliteitsvolle openbare diensten, onder meer op vlak van huisvesting. Een dringend plan van publieke investeringen in de bouw van kwaliteitsvolle sociale huisvesting is noodzakelijk. Daartoe kunnen onder meer leegstaande woningen en kantoren aangesproken worden, desnoods met onteigeningen. De sectoren van huisvesting en bouw moeten uit de greep van de winsten van private promotoren gehaald worden. Enkel dan kan er een ernstig beleid van ruimtelijke ordening gevoerd worden dat vertrekt van de noden van de bevolking.

  • Duitsland: waanzin op huurmarkt aan banden gelegd door campagne voor publieke huisvesting

    Het debat over de noodzaak om woningcorporaties te nationaliseren wordt in Berlijn en in heel Duitsland al maandenlang gevoerd. De discussie werd op gang gebracht door de in Berlijn gebaseerde campagne “Deutsche Wohnen & Co. Onteigenen.” De campagne wordt gesteund door SAV (Duitse afdeling van de CWI-meerderheid). Het staatsparlement zal nu stemmen over de invoering van een bevriezing van de huurprijs.

    door Lucy Redler, SAV Berlijn

    Er werd een campagne gestart om een referendum te eisen over de nationalisatie van de particuliere woningcorporaties die meer dan 3.000 woningen in Berlijn bezitten en over democratische controle op deze bedrijven. Deze radicale eis kreeg brede steun: de helft van de Berlijnse inwoners is het eens met het voorstel om de torenhoge huren in de grote steden een halt toe te roepen. In Berlijn zijn de prijzen voor nieuwe huurovereenkomsten tussen 2008 en 2018 met 75% gestegen.

    In april 2019 betoogden 40.000 mensen tegen de #Mietenwahnsinn (huurgekte). Dit zette de in het deelstaatparlement van Berlijn vertegenwoordigde partijen ertoe aan om zowel op de beweging zelf als op de publieke steun voor nationalisatie te reageren. Aanvankelijk stelde de Berlijnse SPD (sociaaldemocraten) een bevriezing van de prijzen voor als een poging om de wind uit de zeilen te nemen van de campagne voor de onteigening van Deutsche Wohnen & Co. De SPD werd door de beweging echter verder geduwd dan ze aanvankelijk wilde. De campagne en Die Linke riepen op tot een combinatie van een bevriezing van de huurprijs en nationalisatie. Nu zal een coalitie van de SPD, de Groenen en de Die Linke over een wetsvoorstel tot bevriezing van de huurprijzen stemmen.

    1,5 miljoen huishoudens wonen in Berlijnse appartementen die voor 2014 zijn gebouwd en op de vrije markt zijn verhuurd. Zij zullen de komende vijf jaar profiteren van een bevriezing van de huurprijzen op het huidige niveau. Bij het opnieuw verhuren van een appartement kan de huurprijs niet hoger zijn dan die in de vorige huurovereenkomst, tenzij als de prijs lager is dan 5 euro per vierkante meter: dan kan het stijgen tot een prijs van 5 euro per vierkante meter. De maximale huurprijs ligt tussen de 6,45 en 9,80 euro per vierkante meter, afhankelijk van de leeftijd en kwaliteit van het gebouw. Ten slotte hebben de huidige huurders het wettelijke recht op een huurverlaging indien zij volgens hun bestaande overeenkomst een huurprijs betalen die 20% hoger is dan de maximale huurprijs bij herverhuring.

    De Berlijnse deelstaatregering schat dat 300.000 huurders recht hebben op een lagere huurprijs. Veel huurders kunnen echter bang zijn om een korting aan te vragen uit angst voor een confrontatie met hun verhuurder. Het wetsvoorstel zal in eerste instantie slechts vijf jaar van kracht zijn en delen ervan kunnen nog steeds door de rechter worden geannuleerd.

    Hoeveel effect zal de bevriezing hebben?

    De details van de bevriezing van de huurprijs zijn al wekenlang onderwerp van een zeer controversieel debat. Het oorspronkelijke voorstel van het door Die Linke geleide ministerie van Huisvesting aan het begin van de discussie was veel radicaler dan het huidige wetsvoorstel. Het werd afgezwakt onder enorme druk van de coalitiepartners, de burgerlijke media en de vastgoedsector.

    Een volledige beoordeling van de controle op de eigendomsrechten van woningcorporaties door de huidige bevriezing van de huurprijs is pas mogelijk wanneer duidelijk wordt hoeveel mensen financieel voordeel halen uit de huurdaling. Uiteraard zullen de verhuurders met allerlei strategieën komen om de wet te omzeilen.  Rouzbeh Taheri, van de campagne “Deutsche Wohnen & Co. onteigenen” heeft de pers erop gewezen dat bedrijven veel manieren hebben om de rekening te omzeilen om hun winst te behouden, door huurappartementen om te zetten in eigendom, door de onderhoudskosten te verlagen en door creatieve manieren om meer te vragen voor nutsvoorzieningen.

    Succes van de beweging

    Het resultaat is echter ontegenzeggelijk een belangrijk succes voor de huurdersbeweging, dat niet bereikt had kunnen worden zonder de protesten en de politieke druk die het debat over de nationalisering met zich mee heeft gebracht. Hierdoor kon de SPD de clausule die huurverlagingen mogelijk maakt niet uit het wetsvoorstel schrappen.

    De bevriezing van de huurprijzen mag niet verward worden met de federale huurcontrolemaatregelen die in 2015 werden ingevoerd en die vrijwel geen effect hadden. Destijds heeft de federale overheid een voorstel inzake huurcontrole aangenomen om te doen alsof ze iets deed aan de stijgende huurprijzen. Vastgoedcorporaties waren in feite echter nog steeds in staat om de huurprijzen vrijwel ongehinderd te verhogen.

    Deze bevriezing van de huurprijs gaat veel verder en zal ook daadwerkelijk enig effect hebben, al kan ze beperkter zijn dan velen nu hopen.

    Een belangrijk signaal

    De bevriezing van de huurprijzen kan een belangrijk signaal zijn voor de rest van Duitsland en internationaal. Het moet worden gebruikt als een opstap in de strijd voor een strengere huurbevriezing en huurverlaging in andere staten, zowel op federaal als internationaal niveau.

    Voor Berlijners biedt het wetsvoorstel vooral wat ademruimte, maar het zal de fundamentele problemen in een door particuliere corporaties gedomineerde woningmarkt niet oplossen. Het is noodzakelijk om energiek campagne te blijven voeren voor de nationalisatie van de woningcorporaties en te strijden voor de bouw van grote aantallen betaalbare appartementen door publieke instanties.

    Een nieuwe wind voor de nationalisatiecampagne

    Het plan van de SPD om de beweging te laten ontsporen werkt niet: de bevriezing van de huurprijzen haalt de wind niet uit de zeilen van de campagne om woningcorporaties te nationaliseren. Integendeel. Volgens een eind oktober gehouden enquête is 46% van de Berlijners voorstander van nationalisatie, 46,1% is ertegen.

    De belangrijkste eis van de beweging in de afgelopen weken was: “Eerste bevriezing, dan onteigenen”. In de eerste fase van de nationalisatiecampagne werden meer dan 70.000 handtekeningen verzameld. De campagne wacht nu op een rechterlijke uitspraak die het groene licht geeft voor de volgende fase van de referendumcampagne. Volgens de regels voor referenda in Berlijn moeten 170.000 handtekeningen worden verzameld om een stemming te houden en vervolgens moeten in het eigenlijke referendum meer dan 600.000 Berlijnse kiezers voor de inwerkingtreding van de nationalisatiewet stemmen. Dit betekent dat er nu meer huurdersinitiatieven moeten worden georganiseerd met de verder opgebouwde protestbeweging.

    Een alternatief voor het huidige systeem

    Onder het kapitalisme zullen bedrijven altijd manieren vinden om de wet te omzeilen en zo hun winst te verhogen zolang ze nog eigenaar zijn van de appartementen. Hetzelfde geldt voor particuliere fabrieken die de milieuwetgeving omzeilen. De nationalisatie van de grootste woningcorporaties zou een enorme stap zijn in de richting van lagere huurprijzen. Het zou ook een politieke stimulans zijn om de kwestie van eigendom ook op andere gebieden aan de orde te stellen. De nationaliseringseis is een aanval op de eigendomsverhoudingen in de samenleving, en dus op het kapitalisme zelf. De heersende klasse begrijpt dat heel goed. Ze is bang dat deze eis ook op andere gebieden wordt toegepast. Juist daarom zorgt de vraag naar nationalisatie van vastgoedondernemingen voor zoveel druk.

    SAV zal zich energiek blijven inzetten rond deze kwestie. Wij zijn ook van mening dat Die Linke, met 60.000 leden, een groep in het federale parlement en veel voltijdse werknemers, de openheid die er voor het idee van nationalisatie bestaat, moet gebruiken om debatten te stimuleren over hoe een socialistisch alternatief voor het bestaande kapitalistische systeem eruit kan zien en hoe we vandaag steun voor dergelijke ideeën kunnen opbouwen.

    Strijd loont

    Zonder de beweging van de afgelopen jaren en de campagne “Deutsche Wohnen & Co. onteigenen”, zou er geen bevriezing van de huurprijzen geweest zijn. Het debat over de nationalisatie van grote woningcorporaties in de afgelopen maanden laat zien hoe een kleine campagnegroep een bestaande stemming onder de bevolking kan oppikken en ontwikkelen tot activiteiten voor een radicale vraag en daarbij belangrijke concessies kan afdwingen. Die Linke steunde de campagne voor het bevriezen van de huur en de nationalisatie van vastgoedondernemingen. Zelfs het federaal congres van de dienstenvakbond ver.di stemde voor de nationalisatievraag. Wekenlang werd nationalisatie besproken in talkshows op tv, waarbij de woningmaffia het idee hevig aanviel en Die Linke beschuldigde van het “in brand steken van Berlijn” door te proberen een planeconomie opnieuw in te voeren.

    Dit was en blijft een grote kans voor socialisten om ook op andere gebieden de noodzaak van nationalisatie aan de orde te stellen. Als de woningcorporaties genationaliseerd kunnen worden in de strijd tegen huurverhogingen, waarom nationaliseren we dan niet de energiemaatschappijen om het klimaat te redden? Tijdens het debat stelde de leider van de jonge socialisten in de SPD, Kevin Kühnert, voor om een van de grootste Duitse autobedrijven in publieke handen te nemen. De Duitse media hebben wekenlang over deze kwestie gediscussieerd.

    Dit is een glimp van wat mogelijk is als radicale eisen niet alleen door een kleine campagnegroep op het juiste moment worden gesteld, maar ook door Die Linke en de vakbonden, niet alleen door het volgen en ondersteunen van dergelijke processen, maar ook door het initiëren en, wat de vakbonden betreft, het voeren van campagne ervoor.

  • Toegang tot huisvesting: als ongelijkheid de deur sluit

    Foto: Jean-Marie Versyp

    Hoeveel keer wordt niet gezegd dat België een modelstaat zou zijn op vlak van eigendom van woningen aangezien de bevolking met ‘een baksteen in de maag’ geboren wordt? De werkelijkheid ziet er anders uit. Zeker voor jongeren is het niet meer evident om een eigen huis te kopen. De gemiddelde leeftijd waarop een eigen huis wordt gekocht steeg op tien jaar tijd van 31,1 naar 36,9 jaar…

    Door Simon (Luik)

    Een Europese studie doorprikt de mythes over huisvesting in ons land. In 2015 stond België op de 20ste plaats (op 28 Europese landen) inzake het percentage gezinnen dat eigenaar is. De Europese studie (*) waaruit die cijfers blijken, geeft ook aan dat de kloof tussen eigendom van gezinnen met een laag inkomen en andere gezinnen de tweede grootste is in Europa met een verschil van 39,6 punten tussen beide. Ons land wordt door de studie op de vijfde plaats in Europa gezet inzake ongelijke toegang tot eigendom.

    Dit is een grote stap achteruit: zeven jaar geleden hoorde België nog tot de meest gelijke landen van Europa inzake toegang tot een eigen woning. De dubbele impact van een wel erg zwakke stijging van de lonen en de snel stijgende huizenprijzen, maken dat een hele generatie jongeren moeite heeft om een eigen woning te kopen.

    Volgens de reeds aangehaalde studie zijn slechts 7% van de starters met een laag inkomen eigenaar van hun woning. Dat wijst erop dat de toegang tot een gewone gezinswoning erg moeilijk is en dat het percentage eigenaars onder mensen met een laag inkomen snel verder zal afnemen. Het onderzoek bevestigt wat iedereen in het dagelijks leven ervaart en ook wordt opgemerkt door vakbonden en linkse partijen: ondanks de triomfalistische retoriek van de regering is het leven steeds moeilijker voor de overgrote meerderheid van de bevolking.

    Dringend nood aan een ambitieus beleid om sociale woningen te bouwen

    Om de huur- en koopprijzen te drukken, is een groot aantal degelijke sociale woningen van groot belang. Het kan jonge gezinnen toelaten om gemakkelijker en sneller een eigen woning te kopen. Meer sociale huisvesting opent de weg naar meer betaalbare prijzen op de markt. Het laat jonge gezinnen bovendien toe om te sparen zodat ze eventueel een eigen woning kunnen kopen.

    Dit is echter niet het beleid van de steden en gemeenten in alle regio’s van het land. Overal wordt het aantal sociale woningen afgebouwd. De toegang ertoe is stilaan beperkt tot de meest kwetsbare lagen die na vaak jarenlang wachten sociale huurders worden.

    Er is nood aan degelijke lonen en toegankelijke kwaliteitsvolle openbare diensten, onder meer op vlak van huisvesting. Een dringend plan van publieke investeringen in de bouw van kwaliteitsvolle sociale huisvesting is noodzakelijk. Daartoe kunnen onder meer leegstaande woningen en kantoren aangesproken worden, desnoods met onteigeningen. De sectoren van huisvesting en bouw moeten uit de greep van de winsten van private promotoren gehaald worden. Enkel dan kan er een ernstig beleid van ruimtelijke ordening gevoerd worden dat vertrekt van de noden van de bevolking.

     

     (*) ‘‘L’accès à la propriété en Europe et en Belgique : une inégalité croissante,’’ een studie van het SILC (Survey on Income and Living Conditions)

  • Anti-kraakwet zal wooncrisis erger maken. Armen gecriminaliseerd in plaats van geholpen

    Foto: Jean-Marie

    De afgelopen jaren sprongen investeerders op de huizenmarkt waardoor kopen of huren fors duurder werd. Bij één op de vijf gezinnen gaat de helft van het inkomen naar het afbetalen van een lening, bij huurders is de situatie nog erger.

    Artikel door Baptiste (Henegouwen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Dakloosheid neemt overhand toe. Tegelijk is er veel leegstand. In Brussel staan naar schatting 15.000 tot 30.000 woningen leeg bovenop 1,5 miljoen vierkante meter ongebruikte bureauruimte. Het is niet verwonderlijk dat er een toename is van het aantal krakers: mensen die in een leegstaande woning trekken om niet op straat terecht te komen.

    Het antwoord van de regering op de wooncrisis? Een nieuwe snelle procedure om krakers buiten te zetten en hogere sancties. Wie zich in een woonst bevindt zonder eigenaar of formeel huurder te zijn, kan op acht dagen buitengezet worden, zonder bemiddeling door een vrederechter, en riskeert een boete tot 300 euro en twee jaar gevangenisstraf bij weigering om het pand te verlaten.

    Wat wordt niet gedaan? Massaal investeren in sociale huisvesting om de ellenlange wachtlijsten weg te werken (240.000 wachtenden, waarvan 44.000 in Brussel!) en de huurprijzen naar beneden te halen.

    Criminaliseren van de armsten

    De overgrote meerderheid van de gekraakte woningen staat al lang leeg. Nu wordt het mogelijk om elke bezetting gelijk te stellen met vandalisme. Deze wet criminaliseert niet alleen krakers, maar ook de meest kwetsbare huurders die geen geschreven contract hebben. Het laat ook sancties toe tegen activisten die uit protest tegen de wooncrisis een leegstaand pand bezetten en zelfs tegen werkenden die als onderdeel van een strijd hun werkplaats bezetten.

    De regering zegt dat de wet een antwoord biedt op de vermeende juridische onduidelijkheid over kraken die de eigenaars zou straffen. Om dit te ondersteunen, wordt verwezen naar enkele incidenten. Denk aan het Gentse huis waar zogezegd een koppel na een weekendje aan zee plots een groep krakers aantrof. Dat wil toch niemand meemaken? Alleen bleek van het verhaal niets te kloppen: het pand staat al lang leeg. Mogelijk wordt erop gespeculeerd dat stadsvernieuwingsprojecten in de buurt tot een forse waardestijging zullen leiden. Op basis van leugens wordt steun gezocht voor de criminalisering van de armsten.

    Met het huidige beleid zal de wooncrisis niet opgelost worden. Naast de nieuwe anti-kraakwet zijn er ook voorstellen om de verplichting van 10% sociale huisvesting per gemeente langs Waalse kant af te schaffen en wil Liesbeth Homans (N-VA) de huurwaarborg optrekken tot drie maanden huur.

    De armsten worden verdreven en gecriminaliseerd om plaats te maken voor wie wel genoeg kan betalen voor de winsten van de vastgoedsector. Er zijn tal van immobiliënprojecten waarbij private investeerders, al dan niet geholpen door vrienden bij de besturen, zich opmaken om grote winsten te boeken.

    Er is een breuk met dit neoliberale beleid nodig. Een politiek van massale publieke investeringen om sociale huisvesting bij te bouwen en te renoveren is het enige antwoord op de lange wachtlijsten en de onbetaalbare huurprijzen die steeds meer de norm worden. Er zijn middelen genoeg zodat iedereen waardig kan leven, we moeten die zoeken waar ze zitten.

  • Vreselijke brand in Grenfell Tower – bewoners wezen eerder op probleem van brandveiligheid

    Foto: Wikipedia

    De brand in de Grenfell Tower in West Londen kon erg snel ontwikkelen. Getuigen beschreven de hartverscheurende taferelen van bewoners die het flatgebouw probeerden te ontkomen. Het is een vreselijke ramp en er volgde een golf van solidariteit met de getroffen bewoners en hun gezinnen.

    Door Paul Kershaw, Socialist Party, Londen

    We weten dat er veel doden vielen en minstens 74 mensen naar ziekenhuizen werden afgevoerd. Er waren minstens 20 ambulances ter plaatse. De details zijn nog niet volledig bekend, maar de moed van de brandweerlieden en de lokale bewoners is wel al duidelijk. De inzet van de brandweerlieden, de lokale bewoners en de ambulancediensten die erg snel reageerden, was opmerkelijk.

    Naast een enorme sympathie en rouw, is er ook een gevoel van woede.

    Leden van de vakbondsafdeling van Unite onder personeel in de sociale huisvesting werden de hele dag aangesproken door collega’s die bang zijn voor de gevolgen. Er is woede omdat de bekommernissen van de bewoners niet ernstig genomen werden en omdat deze vreselijke gebeurtenissen mogelijk konden vermeden worden.

    Er zijn al langer problemen met het onderhoud van dit flatgebouw. Bewoners gaven aan dat er veiligheidsproblemen zijn. De bewonersgroep Grenfell Action Group verklaarde dat de eigenaars van het flatgebouw, het conservatieve gemeentebestuur van Kensington en Chelsea en de Kensington and Chelsea Tenant Management Organisation, meermaals op de hoogte gebracht werden van de “erg slechte brandveiligheid” in het gebouw. De actiegroep stelde dat alle waarschuwingen “in dovemansoren” vielen.

    Kensington en Chelsea is een van de rijkste plaatsen van het land, maar er zijn ook nog heel wat gewone werkenden. De woede tegenover de huisvestingproblemen in de buurt vormde een belangrijke factor in de verrassende verkiezingswinst van Labour in het district. Die kandidaat voerde bij de verkiezingen van vorige week campagne rond huisvesting.

    De bewoners kregen op voorhand het advies om bij brand binnen te blijven omdat de beveiliging van het gebouw voldoende tijd geeft aan de veiligheidsdiensten om hen te redden. Ooggetuigen verklaarden blij te zijn dat ze dit advies negeerden.

    Vragen over de renovatie

    Ooggetuigen stelden dat de recent aangebrachte buitenisolatie vuur vatte. Dit leidt tot vragen over de brandwerendheid van het gebruikte materiaal – geen nieuw probleem bij flatgebouwen. In The Guardian werd opgemerkt dat het bedrijf Rydon, de verantwoordelijke voor de renovatie van Grenfell Tower, alle verwijzingen naar deze renovatie meteen van zijn site had geschrapt.

    De Londense brandweer had het over een “nooit geziene situatie.” Matt Wrack van de brandweervakbond FBU stelde op de televisie dat het onmogelijk zou moeten zijn dat een brand op deze manier ontwikkelt. De vakbond eist een grondig onderzoek naar het gebouw. Deze oproep kreeg ook navolging van de Unite-afdeling van personeel in de sociale huisvesting.

    Zoals bij de recente terreuraanslagen wijst ook deze vreselijke gebeurtenis op de problemen als gevolg van het verminderen van het aantal brandweerlieden met 550 eenheden in Londen. Er werden tien brandweerkazernes gesloten en in andere kazernes werd het personeelsbestand afgebouwd. Het aantal doden bij branden is de voorbije jaren toegenomen. De cijfers over de tijd die nodig is om ter plaatse te geraken met de nooddiensten en de ambulances blijven stelselmatig onder de doelstellingen. De gezondheidszorg kon de crisis amper aan, maar toch worden bijkomende besparingen gepland.

    Nationale gevolgen

    De oorzaak van deze brand is nog niet bekend, maar er is ongerustheid omdat er overal in het land onaanvaardbare risico’s genomen worden.

    In het parlement roept de All-Party Parliamentary Fire Safety and Rescue Group al Jaren op tot een herziening van de bouwvoorschriften. Er werden gebreken vastgesteld na een vernietigende brand in een flatgebouw in Southwark in 2009 waarbij zes doden vielen. Het ging onder meer om gebreken als een afwezigheid van een onderzoek naar brandrisico’s en de vaststelling dat de buitenbekleding van het gebouw onvoldoende brandwerend was.

    Toenmalig minister van Huisvesting Gavin Barwell zei in oktober vorig jaar in het parlement dat de regering de wetgeving rond brandveiligheid zal herzien als antwoord op de brand van 2009. Ronnie King, een voormalige brandweercommandant en secretaris van het parlementair comité stelde begin maart dat er bij de bouwvoorschriften geen rekening wordt gehouden met de resultaten van het onderzoek naar de brand van 2009. (Inside Housing 7 maart 2017)

    Het materiaal dat aangebracht werd om de isolatie te verbeteren, heeft de brandveiligheid ondermijnd. Begin dit jaar vroeg het magazine Inside Housing tevergeefs naar een datum waarop het onderzoek van de regering hierover beschikbaar zou zijn. De toenmalige minister van huisvesting, Gavin Barwell, verloor vorige week in de verkiezingen zijn zetel en werd hierna de kabinetschef van Theresa May.

    Het antwoord beperken tot een aanpassing van de bouwvoorschriften volstaat niet, ook bestaande gebouwen moeten onderzocht worden. Dit kan veel kosten, maar het besparingsbeleid mag een aangepast antwoord niet in de weg staan.

    De 400 tot 600 mensen die nu dakloos zijn, moeten zo snel mogelijk nieuw onderdak vinden in veilige en betaalbare huisvesting. De regering moet snel handelen en het argument van een gebrek aan middelen mag hier niet gebruikt worden.

    Er is een grondig onderzoek nodig naar de brand in Grenfell Tower en de gevolgen hiervan voor huisvesting doorheen het land. Het onderzoek moet onafhankelijk van de regering gebeuren en moet conclusies kunnen trekken zonder rekening te moeten houden met het besparingsbeleid. De vakbonden en bewonersgroepen moeten een grote rol in het onderzoek spelen naast onafhankelijke onderzoekers.

    Alle gemeentebesturen moeten onmiddellijk overgaan tot veiligheidsonderzoeken van sociale huisvesting en dringend investeren in veiligheid, voldoende branduitgangen, … Gemeentebesturen onder leiding van Labour moeten elke nieuwe besparingsoperatie weigeren. Er  is verzet nodig tegen de privatisering van sociale huisvesting, herstellingen en renovatie. De Londense burgemeester Sadiq Khan moet tenslotte alle besparingen op de brandweer in Londen teniet doen.

    Een activist van de Socialist Party in West Londen, Bob Sulatycki, stelde nog: “Het is duidelijk dat dit geen tragisch ongeval is, maar een voorspelbaar en crimineel gevolg van een beleid van besparingen, privatiseringen, gebrek aan democratische verantwoording en een bewuste politiek van verwaarlozing op zowel nationaal als lokaal vlak. Alle sociale huurders in de buurt en daarbuiten zijn geschokt door wat er gebeurde. Het is ook schandalig dat er bespaard werd op de gezondheidszorg in de buurt: het ziekenhuis van Charing Cross en andere ziekenhuizen waar nu de slachtoffers van de ramp behandeld worden, zijn bedreigd door besparingen en sluitingen.”

  • Antwerpse wooncrisis: gebrek aan sociale woningen, huurprijzen: +40% op 5 jaar in Antwerpen-Noord

    aantwerpennoordDe uithaal van Duchateau naar CAW Antwerpen over de 200 langdurige daklozen is op z’n minst hypocriet te noemen (zie het interview met twee sociaal werkers dat vandaag op socialisme.be verscheen). De verantwoordelijkheid legt hij volledig bij de sociale sector die “vastgeroest” is en niet meer “scherp” staat. Op die manier gaat hij makkelijk voorbij aan de sluipende crisis op de Antwerpse huurwoningenmarkt. Een crisis waar zijn partij, de N-VA, ook maar weigert iets te doen.

    Door Mathias (Antwerpen)

    Volgens N-VA zijn er voldoende sociale huurwoningen in Antwerpen. Van de totale huurmarkt zou er 10% uit sociale huisvesting bestaan en dus voldoen aan de Vlaamse norm. Andere cijfers spreken echter boekdelen. In Antwerpen staan er maar liefst 22 000 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning. Bovendien wordt die wachtrij jaar na jaar langer. De afgelopen twee jaar steeg het aantal ingeschrevenen met 12%. In de praktijk wordt de 10%-norm overigens niet behaald aangezien 10% van die sociale woningen, o.a. door renovatiewerken, leeg staat.

    Maar de problemen beperken zich niet tot de sociale huisvesting. De laatste jaren groeide het aanbod niet snel genoeg om de groeiende vraag op te vangen. Het gevolg zijn hoge huurprijzen en een groot aantal Antwerpse gezinnen dat het moeilijk heeft om deze te betalen. 27,8% van de gezinnen geeft meer dan 33% van hun inkomen uit aan huisvesting. Boven de 33% wordt die uitgave als problematisch tot zelfs onhoudbaar beschouwd. Het mag dan niet verbazen dat 11% van de Antwerpse huurders er in 2011 niet in slaagden om maandelijks hun huur te betalen.

    Omdat de vraag groter is dan het aanbod kunnen eigenaars panden in slechte staat aan buitenproportionele prijzen verhuren. Verontrustend genoeg stijgen de prijzen van de kwalitatief slechtste huizen sneller dan het gemiddelde. In het volkse Antwerpen-Noord stegen de huurprijzen de voorbije vijf jaar met 40%. Voor een grote groep huurders wordt dit een onhoudbare situatie.

    Zonder ingrijpende maatregelen zal deze trend niet omgebogen worden. Tegen 2020 verwacht men dat er 100.000 stadsbewoners bijkomen. Er is nood aan een ambitieus en uitgebreid plan voor de aanbouw van sociale woningen om aan de groeiende vraag te voldoen. Op korte termijn is er de noodzaak aan prijscontroles op de private markt om de halsbrekende stijging van de huurprijzen en halt toe te roepen.

    Op het huidige stadsbestuur moeten we niet hopen om deze crisis aan te pakken. Haar beleid vormt een tikkende tijdbom voor de bevolking in Antwerpen.

  • Homans erkent: “Indexsprong is niet opportuun”

    Het toepassen van een indexsprong vindt minister Homans (N-VA) “niet opportuun”. Voor alle duidelijkheid: ze heeft het niet over de lonen en uitkeringen, daarvoor is er immers “geen alternatief” behalve een indexsprong. Neen, de indexsprong moet enkel gelden op onze inkomsten.

    De regering geeft aan dat ze wel degelijk bereid is om uitzonderingen toe te laten op de indexsprong. Uiteraard vallen toplonen sowieso niet onder dergelijke normen – concurrentie voor toplonen betekent vergelijken met hogere lonen, voor onze lonen met lagere lonen – maar nu is er nog een expliciete uitzondering gemaakt. Neen, niet voor wie een hongerloontje heeft. De regering wil de huurprijzen buiten de indexsprong houden.

    Volgens Homans moet de overheid niet tussenkomen in de private huurmarkt waar de indexering contractueel tussen twee particuliere partijen is vastgelegd. En daar moet de overheid zich toch niet mee moeien?

    Zelfs de huurprijzen in de sociale huisvesting zullen geïndexeerd worden. Zoniet “zouden we het ganse beleid op losse schroeven zetten. Door de indexering van de huurprijzen niet door te voeren, komen investeringen in bijkomende sociale woningen en renovaties in het gedrang”. Tenslotte stelt ze dat de indexering van de huurprijzen door de lage inflatie “wellicht niet zal voorvallen”.

    De argumenten van Homans zijn interessant en perfect toepasbaar op de lonen in de private sector die worden bepaald aan de hand van “contractuele overeenkomsten” tussen werkgevers en werknemers, zowel individueel als collectief. Het niet indexeren van de lonen en uitkeringen zet de koopkracht van de gezinnen “op losse schroeven” waardoor “investeringen” in bijkomende uitgaven die de economie zouden stimuleren “in het gedrang komen”. Waarom komt de regering overigens met die indexsprong op een ogenblik dat de “age inflatie” de toepassing van deze maatregel enkele maanden voor zich uit duwt?

    We zijn het voor een keer bijna eens met Liesbeth Homans: een indexsprong is inderdaad “niet opportuun”. Maar als het niet opportuun zou zijn voor onze uitgaven, waarom dan wel voor onze inkomsten? Dat is immers een regelrechte aanval op onze levensstandaard. Dat is natuurlijk de bedoeling van de rechtse regering. Maar de argumenten die Homans aanbrengt tegen een indexsprong van de huurprijzen zijn eveneens toepasbaar voor onze lonen en uitkeringen en doorprikken daarmee het argument dat ‘er geen alternatief is’.

    • Handen af van de index en onze levensstandaard!
    • Betaalbaar wonen door een massaal publiek programma van sociale woningen!
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop