Your cart is currently empty!
Wonen moet betaalbaar zijn!

Massaal plan voor de bouw en renovatie van sociale huisvesting nodig
Er is een stroom aan berichten over de compleet uit de hand lopende prijzen op de woningmarkt. Huren kost in Vlaanderen gemiddeld 778 euro per maand, in Brussel is dat zelfs 1.166 euro per maand! Op 25 jaar tijd zijn de koopprijzen verviervoudigd en de huurprijzen met 40% gestegen. Het maakt dat er steeds meer dak- en thuislozen zijn. Doortastende maatregelen worden niet overwogen: de traditionele politici willen hun vrienden in de bouw- en immobiliënsector niet voor het hoofd stoten.
Artikel door Jeroen uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Drastische stijging van dak- en thuisloosheid
In maart 2021 werd voor het eerst een wetenschappelijke telling van het aantal dak- en thuislozen afgerond voor de steden Aarlen, Luik, Gent, Leuven, de provincie Limburg en het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Bruss’Help stelt een stijging van het aantal dak- en thuislozen in het hoofdstedelijk gewest vast van 28% procent sinds 2018.
Er is een vervrouwelijking en een verjonging van de dakloosheid. Bruss’Help zag het aantal dak- en thuisloze kinderen stijgen van 600 in 2018 naar 933 in 2020. Ook elders leven kinderen op straat: in Gent werden er 401 geteld, in Luik 78. Dak- en thuisloosheid treft steeds meer gezinnen.
Wie wel nog een dak boven het hoofd heeft, moet steeds dieper in de portemonnee tasten om dat zo te houden. De Vlaamse overheid schatte dat in 2018 één op de vijf huishoudens meer dan 30% van hun inkomen uitgaf aan wonen. Bij de groep die huurt op de private markt (dus geen sociale huurwoning) liep dat percentage op tot 52% van de huishoudens.
2020 een ‘topjaar’ voor vastgoedsector
Voor de beleggers, makelaars en de bouwbedrijven zijn de stijgende prijzen goed nieuws. Hun commissies en winsten hangen af van de verkoopprijzen. De sector spreekt over 2020 als een ‘topjaar’. In Vlaanderen stegen de koopprijzen in 2020 met gemiddeld 5%, in Brussel zelfs met 8,1% naar 426.130 euro. Sint-Gillis is een uitschieter met een gemiddelde stijging van meer dan 12%!
Op de huurmarkt zet deze trend zich door. In Gent was er in 2020 een stijging van de huurprijzen voor appartementen met 4,1%, van 767 naar 800 euro per maand. In Antwerpen betaal je gemiddeld 946 euro per maand. In een arme Brusselse gemeente als Molenbeek betaal je voor een appartement gemiddeld 855 euro per maand. Met één loon kom je er niet meer, laat staan met een uitkering.
Het expertenpanel van De Tijd voorspelt dat de prijzen ook in 2021 verder zullen stijgen en voorziet gemiddeld een groei van 2% per jaar tot 2025. Er volgen dus nog vette jaren voor de sector.
Waar komt de stijging vandaan?
De Belgische Nationale Bank schat dat de overwaardering van de Belgische woningenmarkt op één jaar tijd is verdubbeld naar 13,5% in 2020. De Belgische huizen zijn dus ‘te duur’, maar toch worden ze steeds duurder. Hoe komt dat? Binnen de marktlogica is het logisch dat eigenaars zoveel mogelijk winst willen maken. Huurders of kopers hebben sowieso een dak boven het hoofd nodig en kunnen wonen niet even uitstellen tot de prijzen gunstiger zijn. Resultaat: er wordt steeds meer betaald voor deze basisnood. De tekorten en de eindeloze wachtlijsten maken dat goedkopere sociale huisvesting de prijzen niet kunnen drukken. Ondertussen maken de stijgende prijzen het interessant voor beleggers om in vastgoed te investeren. Uiteraard met als doel om zo snel mogelijk mooie winsten te boeken.
Ongetwijfeld zal de coronacrisis veel mensen aangezet hebben om een nieuwe woning te zoeken die het leven onder lockdown aangenamer maakt. Een balkon, tuin of nabijheid van groen zijn belangrijker geworden. Dit wordt echter onbetaalbaar voor velen. Steden werden echter ook voor Covid-19 steeds ongelijker. Via citymarketing probeerden steden een welgestelde laag aan te trekken: zij brengen geld in het laatje en doen minder beroep op openbare voorzieningen. Prestigeprojecten, een hip stadsimago (uitgewerkt door marketeers) en bijhorende evenementen zijn niet alleen op toeristen gericht, maar ook op rijkere inwoners die de armere bewoners uit de volkswijken verdrukken.
Kunnen gemeenten niets doen?
Door citymarketing werken steden gentrificatie (sociale verdringing van armere inwoners) en stijgende prijzen meer in de hand dan ze tegen te werken. Vaak zijn er bovendien nauwe banden tussen lokale politici en projectontwikkelaars, investeerders, grote verhuurders … Nieuwssite Apache.be legde bijvoorbeeld de banden van Land Invest Group met politici in Antwerpen en Luik bloot.
De Gentse schepen van wonen, Tine Heyse (Groen), verklaarde: “Aan de hoge woningprijzen in Gent kunnen we niets doen.” Het klopt natuurlijk dat het probleem niet enkel op stedelijk niveau kan opgelost worden. Socialisten zijn het echter niet eens met de stelling dat er niets tegen kan gedaan worden. Een links bestuur moet actief zoeken naar maatregelen die wel kunnen genomen worden en, op basis van wat nodig is, eisen stellen aan hogere overheden om meer te doen wat nu is toegelaten.
Breek de winsthonger met strijd
In veel steden en gemeenten zijn er vandaag al belastingen op leegstaande gebouwen of percelen. Tegenover de enorme winsten die te verdienen vallen, merken speculanten die belasting amper op. Waarom de onbenutte mogelijkheden niet onteigenen en in handen van de gemeenschap te ontwikkelen met sociale huisvesting? De wet-Onkelinx uit 1993 biedt een wettelijke mogelijkheid om leegstaande gebouwen op te eisen om daklozen op te vangen.
Op basis van strijd is het mogelijk om overwinningen te boeken. In 2019 werd in de Duitse deelstaat Brandenburg (waar Berlijn onder valt) onder druk van een brede beweging een bevriezing van de huurprijzen afgedwongen. In Berlijn alleen zouden 300.000 gezinnen recht krijgen op een lagere huur. De beweging gaat echter verder en eist de onteigening van de private verhuurder Deutsche Wonen, dat meer dan 3.000 panden in Berlijn beheert. Die panden als sociale huisvesting aanbieden, zou niet alleen voordelig zijn voor de bewoners maar ook de algemene prijzen naar beneden drukken.
In België gaat het aandeel van sociale huisvesting al decennia achteruit. In 2016 was dit goed voor amper 5,6% van de totale huisvesting in Vlaanderen, 5,3% in Wallonië en 7% in het Brusselse Gewest. We verzetten ons niet enkel tegen de winsthonger van de betonmaffia en de huisbazen, maar komen op voor een massaal plan van publieke investeringen in sociale huisvesting. Dat is nodig voor duurzame, kwaliteitsvolle en betaalbare sociale huisvesting die voldoende gewicht heeft om alle huurprijzen naar beneden te halen.