Your cart is currently empty!
Tag: gratis openbaar vervoer
-
Scholierencomité Voskenslaan houdt succesvolle actie voor gratis openbaar vervoer

Donderdagmiddag verzamelden meer dan 150 scholieren van KA Voskenslaan (Gent) aan de ingang van hun school. Het klimaatcomité van de school ‘Vosjes voor de bosjes’ hield een actie rond de eis ‘meer, beter en gratis openbaar vervoer’.verslag door Smilla (Gent), overgenomen vanop actieflinks.be
De scholieren waren gewapend met een spandoek voor investeringen in openbaar vervoer. Er werden flyers uitgedeeld waarin opgeroepen werd om mee te doen met het comité, en waarin de problematiek van de grote vervuilers ook hard naar voren kwam en verduidelijkt werd.
De scholieren hebben de straat bezet en het verkeer tegengehouden tot ze naar de les moesten. Enthousiast riepen ze de slogan ‘verzet verzet internationaal tegen de vervuiling van het kapitaal!’ door de megafoon. Er was een reporter van AVS aanwezig. We legden de noodzaak uit om de klimaatbeweging te bewapenen met concrete eisen.
Het comité had besloten de actie heel expliciet rond een politieke eis te laten draaien omdat ze van mening zijn dat het klimaatdebat niet langer kan draaien rond individuele levensstijlen. Het wordt dringend tijd dat we duidelijk maken waar alle vervuiling nu echt vandaan komt, waar het echt fout loopt. Dat zijn niet wij, maar grote winstgevende bedrijven. Zo zijn de 100 meest vervuilende bedrijven verantwoordelijk voor 70% van de uitstoot! We moeten ons verzetten tegen politici die zeggen dat er geen geld is voor groene investeringen door te beargumenteren dat de 8 rijkste mensen vandaag evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking: er is genoeg geld maar het zit bij een kleine rijke elite!
Het is duidelijk dat de klimaatstrijd nog niet over is en mensen nog veel moed en energie hebben! Daarom is het belangrijk dat we onze krachten organiseren om ze verder uit te bouwen. Het eerste doel van het comité is nu om opnieuw samen te komen met nieuwe scholieren, en te kijken wat de volgende stap is na een eerste geslaagde actie, op hun school maar ook op Gents niveau. Het comité zou ook een vergadering willen organiseren met comités van andere scholen, zodat de krachten gebundeld kunnen worden. Met een sociale eis als gratis openbaar vervoer probeert het comité ook werkenden te bereiken, om te tonen dat de klimaatstrijd in iedereen zijn belang is. We denken dan ook dat het fundamenteel is dat werkenden en jongeren zich samen organiseren. Jongeren kunnen door te staken in de media komen, maar het is pas als werkenden in actie komen dat we de druk kunnen opdrijven. Als zij staken, raken ze de bedrijven namelijk waar het hun het meeste pijn doet: in hun portemonnee.
Deze actie is een heel duidelijk voorbeeld van wat comités op scholen kunnen bereiken als jongeren zich van onderuit goed organiseren. Het is heel belangrijk dat als we overwinningen willen boeken binnen de klimaatstrijd dat we ons organiseren in comités, waarin we discussiëren over eisen en hoe we deze het best naar buiten kunnen dragen tijdens de klimaatacties. Om ze zo te kunnen afdwingen en echt tot overwinningen te komen.
Dus twijfel niet, start een comité op je school en bouw zo de strijd mee verder uit !!
Als je hierbij hulp wilt kan je ons altijd een berichtje sturen !!
-
Gratis en degelijk openbaar vervoer: nodig voor milieu en mobiliteit

Actie in Gent enkele jaren geleden. Gemiddeld verliest iedereen in ons land 58 uur per jaar aan files. De economische kost hiervan wordt op 8 miljard euro per jaar geschat. Het is duidelijk niet voor hun plezier dat werkenden en jongeren elk jaar zoveel tijd verliezen op drukke wegen of in de soms hopeloze zoektocht naar parkeerplaats. Vandaag is er vaak geen alternatief.
Artikel door Clément (Luik)
Volgens het Europees Milieu-agentschap is luchtvervuiling de belangrijkste oorzaak van vroegtijdige sterfte in 41 Europese landen (422.000 mensen in 2015). In België gaat het om 12.000 overlijdens per jaar en 16 miljard euro kosten voor de gezondheidszorg. Vervoer speelt hier een voorname rol in. In België gebeuren 80% van de individuele verplaatsingen met de auto. Dit komt niet uit de lucht vallen: het openbaar vervoer staat al enkele decennia op droog zaad. Op 20 jaar verdwenen meer dan 10.000 voltijdse job bij de NMBS, of een daling van het personeelsbestand met 30% terwijl er 60% meer reizigers waren. Enkel al in deze legislatuur nam de publieke dotatie voor de NMBS met 663 miljoen euro per jaar af: dat is een daling met 20%.
Roep naar gratis openbaar vervoer wordt luider
Wij pleiten al langer voor gratis en degelijk openbaar vervoer. De klimaatbeweging maakt dat verschillende partijen het idee opnemen in hun programma. Zo wil Ecolo over een periode van vijf jaar investeren om tot gedeeltelijk gratis openbaar vervoer te komen. De PS spreekt over gedeeltelijk en progressief ingevoerd gratis openbaar vervoer, zonder op de financiering in te gaan. Het klimaatplan van Groen houdt het op “betaalbaar openbaar vervoer,” SP.a spreekt over gratis openbaar vervoer voor kinderen en jongeren.
Ecolo gaat het verst van deze partijen, maar blijft erg voorzichtig: het openbaar vervoer zou enkel gratis zijn voor jongeren onder 25 jaar, 65-plussers en werkzoekenden. Terecht wordt de verhoging van de dotatie gekoppeld aan het aantal reizigers. Ecolo belooft om op vijf jaar tijd 7 miljard euro te investeren in openbaar vervoer. Dat is amper meer is dan de belofte van de regering-Michel op het einde van de legislatuur om in dezelfde periode 5 miljard euro te investeren.
De PVDA gaat verder en eist gratis openbaar vervoer voor alle woon-werkverkeer, gepensioneerden, werkzoekenden, minderjarigen en studenten. De PVDA pleit alleen al voor het spoor voor 50 miljard euro aan investeringen tegen 2030. Dit moet toelaten om meer treinen te laten rijden en een honderdtal stations te heropenen.
Bedrijfswagens
Zowel PVDA als Groen pleiten voor een afbouw van de salariswagens. Dankzij gunstige fiscale maatregelen is zo’n salariswagen voor de bazen goedkoper: er wordt geen bedrijfsvoorheffing of RSZ op betaald. Het stelsel van bedrijfswagens werd destijds gestimuleerd als ondersteuning van de automobielsector in ons land. In de jaren 1990 was die sector nog goed voor meer dan 20.000 jobs. Dat is vandaag een pak minder na de sluiting van Renault Vilvoorde, Opel Antwerpen en Ford Genk. Het stelsel van bedrijfswagens kost de gemeenschap 3,5 tot 4 miljard euro per jaar. In 2018 waren 16,5% van alle wagens op onze wegen bedrijfswagens.
De groenen willen de salariswagen vervangen door een “mobiliteitsbudget” tussen 700 en 2.780 euro per jaar afhankelijk van de afstand tussen woonplaats en werk. De PVDA verdedigt de afschaffing van de salariswagens en de invoering van gratis openbaar vervoer voor woon-werkverkeer. Wij verdedigen de benadering van de PVDA maar eisen tevens dat werkenden niet inleveren: het voordeel van de bedrijfswagen moet omgezet worden in loon (waarbij de hogere kosten voor het brutoloon betaald worden door de werkgevers).
De benadering van de PVDA heeft beperkingen, maar is het meest ambitieuze rond openbaar vervoer als belangrijkste transportmiddel. Dit kan best kaderen in een meer algemeen programma van maatschappijverandering. Bovendien moet de PVDA de kiezers voorbereiden op de harde confrontatie met de kapitalistische klasse die onvermijdelijk is om eisen als gratis en degelijk openbaar vervoer te realiseren.
-
Vier klimaatvoorstellen voor system change
1/ Gratis en degelijk openbaar vervoer
Eén van de populairste eisen onder jonge klimaatactivisten is die voor gratis en degelijk openbaar vervoer. Deze eis gaat in tegen pogingen van gevestigde politici om klimaatmaatregelen tegenover koopkrachteisen te plaatsen.
Openbaar vervoer is de afgelopen jaren steeds duurder geworden voor gebruikers. Dat is onderdeel van de voorbereiding op het liberaliseren en privatiseren van alle elementen van het openbaar vervoer. Tot wat dit leidt, zien we bij internationaal reizigersverkeer per spoor of nog bij het vrachtverkeer per spoor. Het internationaal reizigersverkeer is geliberaliseerd met erg hoge prijzen als gevolg. Waar onze grootouders nog regelmatig voor de trein kozen om naar het buitenland op reis te gaan, is dit vandaag bijna onbetaalbaar. Een ticketje heen en terug van Antwerpen naar Amsterdam kost al gauw 70 euro! Het goederenvervoer per spoor werd geliberaliseerd waardoor het aandeel van het spoor in dat goederenvervoer tussen 2000 en 2015 daalde van 10% naar 7%. Resultaat: meer vrachtwagens op de weg! Het huidige beleid maakt de mobiliteitsproblemen groter en is nefast voor ons milieu.
Er wordt al jarenlang bespaard op openbaar vervoer. Op vijf jaar tijd is de publieke dotatie voor de NMBS met 663 miljoen euro per jaar afgenomen. Het aantal personeelsleden is op vijftien jaar met een kwart gedaald. Bij De Lijn is 110 miljoen euro ingeleverd. De totale overheidsbijdragen aan NMBS, De Lijn, MIVB en TEC bedroegen vorig jaar 2,4 miljard euro. Dat is veel, maar slechts de helft van wat bedrijfswagens de gemeenschap kosten. Niet dat we voorstellen om dat voordeel in natura voor werkenden zomaar af te schaffen: afbouw van overheidssubsidies aan bedrijfswagens moet gekoppeld worden aan de omzetting van dit voordeel in natura in nettoloon voor werkenden (de hogere ‘kost’ van het brutoloon is voor de werkgever). Het algemene beeld is duidelijk: het beleid investeert vandaag niet in meer en beter openbaar vervoer.
Het is logisch dat er onder het personeel van het openbaar vervoer veel wrevel is. Het gebrek aan middelen wijst op een gebrek aan respect voor de inspanningen van het personeel. Bovendien komen er allerhande maatregelen bij zoals verhoging van pensioenleeftijd, afbouw brugpensioen, inleveringen op loon, … Degelijk openbaar vervoer is niet mogelijk als er geen respect is voor het personeel. De strijd voor alternatieven op de wagen gaat hand in hand met de belangen van het personeel van openbaar vervoer. Zoals Naomi Klein opmerkte: “Stakende spoorwerknemers zijn de klimaatactivisten van de 21ste eeuw.”
In plaats van individuele bestraffing is er nood aan collectieve alternatieven. Gratis en degelijk openbaar vervoer is daar een essentieel onderdeel van. Het vereist strijd om meer publieke middelen en het is noodzakelijk voor een rationele planning van mobiliteit.
2/ Energie in publieke handen
De energiesector speelt een enorme rol in de ecologische crisis. De 100 bedrijven die sinds 1988 verantwoordelijk zijn voor 71% van de wereldwijde uitstoot, zijn zo goed als exclusief gas-, steenkool-, olie- en andere energiebedrijven! In de EU-landen is 78% van de uitstoot van broeikasgassen afkomstig van de energiesector. Wetenschappers zijn dan ook unaniem: er is nood aan een radicale verandering van ons energielandschap. De manier waarop we vandaag energie opwekken, onder andere door het verbranden van fossiele brandstoffen, zorgt voor een te grote uitstoot van broeikasgassen.
Het is een illusie om te denken dat we energiegiganten met “rationele argumenten” zullen kunnen veranderen. Alle beursgenoteerde olie- en gasmaatschappijen samen, voorzagen vorig jaar slechts 1,3 procent van hun totale investeringsbudget voor groene energie.
In België is de stroomvoorziening voor 85% in handen van vier Europese energiereuzen: GDF Suez (Electrabel), EDF (Luminus), ENI en RWE (Essent). Het zijn deze bedrijven en hun aandeelhouders die bepalen op welke manier energie geproduceerd wordt. De gemeenschap heeft hier niets over te zeggen, maar draait wel op voor de nefaste gevolgen van de milieuvervuilende productiemethoden van energiegiganten.
Tussen 2007 en 2017 steeg de prijs van elektriciteit voor een gewoon gezin in België met 71,8%. Deze prijsstijging kwam er niet opdat er geïnvesteerd zou kunnen worden in duurzame energie. Noch was deze prijsstijging er om te investeren in de noodzakelijke infrastructuur voor de productie van energie. Dreigingen van stroomtekorten worden gebruikt om de prijzen voor gezinnen verder op te trekken. Eén op de vijf Belgische gezinnen leeft hierdoor in energiearmoede.
Tussentijdse maatregelen als een BTW-verlaging of prijscontroles kunnen de prijzen drukken. Om de mindere inkomsten voor de overheid op te vangen, moet het geld gezocht worden waar het zit. Een vermogensbelasting als progressieve belasting kan daartoe bijdragen. We zullen dit soort maatregelen niet zomaar bekomen: multinationals zullen zich met hand en tand verzetten. Denk maar aan de campagnes van de kernlobby of het verzet van een bedrijf als Amazon toen een beperkte taks op het bedrijf werd voorgesteld in Seattle. De private bedrijven vragen om groener en socialer te worden, werkt niet. Dat zagen we in Barcelona waar de openbare aanbesteding voor elektriciteitsvoorziening een sociale clausule meekreeg. Geen enkel bedrijf deed een bod! Er werd ook meteen een procedure gestart toen de stad een eigen energiebedrijf opzette. De winsten zijn heilig, wie daaraan raakt wordt meteen op alle mogelijke manieren bestreden.
3/ Meer publieke middelen voor democratisch en onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek
Het favoriete argument van rechtse politici en andere cynici tegen de jonge klimaatactivisten is dat ze beter wel naar school zouden gaan om voldoende kennis te verzamelen om de klimaatproblematiek aan te pakken. Nochtans is er op zich nu al geen gebrek aan technologie en wetenschap. De centrale vraag is echter wie deze controleert en hoe wetenschappelijk onderzoek gefinancierd wordt.
Onderzoek gebeurt doorgaans enkel in functie van de winst. Ontdekkingen die een positieve bijdrage kunnen leveren in de strijd tegen klimaatverandering worden bovendien vaak opgekocht door ondernemingen die de toepassing ervan willen voorkomen. Zo liggen er patenten voor duurzame batterijen en efficiënte energieopslag in de kluis bij bedrijven als Exxon Mobil. Zij hebben er belang bij dat elke druppel olie wordt opgeboord alvorens de alternatieven op de markt gebracht worden.
Erger nog: multinationals investeerden de afgelopen jaren miljarden in ‘onderzoek’ om klimaatverandering te ontkennen of te minimaliseren. Zo weten oliebedrijven al sinds eind jaren 1970 dat er een verband is tussen fossiele brandstoffen en de vergiftiging van onze atmosfeer. Deze informatie werd achtergehouden en toen het toch bekend raakte, werd vooral geïnvesteerd in allerhande denktanks die deze informatie betwistten.
Daarnaast werd geïnvesteerd in lobbywerk om vervuilende praktijken te behouden of mogelijk te maken. Onder het kapitalisme worden miljarden verspild aan de vernietiging van ons leefmilieu, socialisten willen deze miljarden inzetten voor de ontwikkeling van milieuvriendelijke alternatieven.
Momenteel hebben we geen volledig zicht op welke maatregelen nodig en mogelijk zijn om onze leefomgeving te redden. Vaak is het ook geen prioriteit van onderzoek. Zelfs aan de universiteiten is onderzoek steeds meer afhankelijk van wie het betaalt. Grote bedrijven hebben daarbij uiteraard vooral interesse in onderzoeksprojecten die hen extra winsten kunnen opleveren. Daarom wordt via de privatisering van het hoger onderwijs geprobeerd om een grotere controle op universiteiten te krijgen.
Uiteraard komt er interessant onderzoek van universiteiten en hun laboratoria, ook al gebeurt dit vaak zonder enige werkelijke coördinatie en mondt het vaak uit in ontdekkingen die opgekocht worden door ondernemingen om te voorkomen dat de ontdekkingen toegepast worden. Er is dus al heel wat kennis aanwezig. Maar om een vollediger zicht te kunnen hebben op de situatie en de oplossingen, moeten de hefbomen van onze economie en onze kennis in publieke handen komen.
Elke inmenging van de industrie en de private sector moet uit het wetenschappelijk onderzoek weg. We eisen dat wetenschappelijk onderzoek onafhankelijk is en niet onderhevig aan winstbejag. Een afschaffing van patenten en massale investeringen in onderzoek naar duurzame technologie is noodzakelijk om alle kennis ten dienste te stellen van mens en planeet. Dit betekent dat alle technologie en kennis waarover we vandaag beschikken in de strijd tegen de opwarming van de aarde ingeschakeld kan worden!
4/ Voor een ecologisch en democratisch geplande economie
Het kapitalistische winstbejag staat haaks op onze belangen en die van onze planeet. De grote multinationals die verantwoordelijk zijn voor het leeuwendeel van de uitstoot zijn in handen van een klein groepje rijken. De 26 rijkste mensen bezitten evenveel als de 3,8 miljard armsten. Als we klimaatverandering willen bestrijden, moeten we de verantwoordelijken ervoor aanpakken. Regels opleggen volstaat niet, die grote bedrijven vinden duizenden achterpoortjes en hebben voldoende lobbyisten en andere gevestigde politici in hun zak om nieuwe achterpoortjes open te zetten.
Wat we niet bezitten, kunnen we niet controleren. Het leidt onder al wie iets wil doen tot de begrijpelijke reactie om de focus niet op de productie, maar op de consumptie te leggen. De media doen er alles aan om dit te versterken: zowat elk interview met een jonge klimaatactivist draait rond de vraag naar inspanningen door die jongere zelf. Soms wordt het doorgetrokken naar asociale maatregelen zoals koolstof- of ecotaksen. Het resultaat van dergelijke taksen is geen toename van milieuvriendelijke productie. Het tast enkel de koopkracht van gewone werkenden en jongeren aan. Hiermee wordt de essentie uit de weg gegaan: de productie die in handen is van een klein aantal grote bedrijven. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat een bedrijf als ExxonMobil voorstander is van een CO2-taks.
Het gebrek aan democratische planning leidt tot een enorme verspilling. Zo gaat een kwart tot een derde van het geproduceerde voedsel verloren: minstens 1,3 miljard ton per jaar! En dan hebben we het nog niet over de verspilling als gevolg van investeringen in reclame, lobbywerk en het tegenhouden van productie van duurzamere goederen met een langere levensduur.
Er is een grote omslag nodig in de productie, onder meer om de 2.400 miljard dollar per jaar in hernieuwbare energie te investeren die volgens het IPCC nodig is. Deze middelen kunnen gemakkelijk gevonden worden: waarom de 1.700 miljard dollar die jaarlijks naar wapens gaan niet inzetten voor een sociaal nuttig doel? Ongetwijfeld is een grote meerderheid van de bevolking daar voorstander van. Maar indien we de economische hefbomen niet in publiek bezit nemen, is er geen democratische controle en beheer mogelijk.
Daarom komen we op voor de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle van de gemeenschap. Dat moet de basis leggen om tot een rationele planning te komen waarbij de beschikbare middelen worden afgestemd op de noden en behoeften van de mens en de planeet. Het kapitalisme ondergraaft zowel de menselijke arbeidskracht als de natuur, de twee bronnen van alle rijkdom. Een rationeel en democratisch geplande economie maakt het mogelijk om verspilling te stoppen, de beschikbare kennis te benutten en een groene transitie op te starten. Dat is wat wij socialisme noemen.
Meer lezen? Bestel ons boek ‘Socialisme of ecologische catastrofe’ (108 pagina’s) voor 8 euro (verzendkosten inbegrepen)
-
In de file tot we allemaal stilstaan? Argumenten voor gratis en degelijk openbaar vervoer
Dossier uit de zomereditie van ‘De Linkse Socialist’
Jaar na jaar neemt het fileleed toe. Waar 2013 een recordjaar was, dreigt 2014 nog erger te worden. De OESO schat dat de fileproblemen ons land 2% van het bruto binnenlands product kosten, wat neerkomt op 8 miljard euro per jaar. Dat cijfer omvat enkel de directe kosten, gezondheidskosten worden niet in rekening genomen. Bij recente grootschalige problemen op de snelwegen viel op dat er heel wat vrachtwagens bij betrokken waren.
Als antwoord hierop komen de politici en de werkgevers niet verder dan voorstellen om extra beton aan te leggen en om de factuur naar ons door te schuiven met allerhande belastingen. Een extra taks of kilometerheffing op vrachtwagens wordt uiteindelijk doorgerekend in de producten die we kopen. Hetzelfde met de extra wegen die men wil aanleggen, voor de Antwerpse Oosterweelverbinding wordt aan 3 miljard euro gedacht. Tegelijk worden bedrijfswagens gesubsidieerd, dit kost de Vlaamse overheid 4,1 miljard euro per jaar (wat meer is dan de totale overheidsdotatie van 3 miljard euro voor het spoor en 0,9 miljard euro voor De Lijn samen!).
De files worden mee op kosten van de gemeenschap georganiseerd en het prijskaartje ervan wordt opnieuw doorgeschoven naar de gemeenschap, waarbij wij zowel direct als indirect betalen. Welke alternatieven kunnen we naar voor schuiven?
Massale investeringen in milieuvriendelijk publiek goederentransport!
De afgelopen jaren was er stelselmatig een gebrek aan investeringen in alternatieven. Het goederentransport per spoor kende een forse achteruitgang. Waar het in 2011 nog om 41 miljoen ton ging, werd in 2013 nog 34 miljoen ton per spoor vervoerd. Ook de binnenscheepvaart kende een daling in 2013. Er was een daling met 2,26% op jaarbasis tot 67,69 miljoen ton. De daling wordt vooral toegeschreven aan de verdere afbouw van de staalindustrie.
Zowel bij de binnenscheepvaart als het goederentransport per spoor voerde het personeel actie tegen aanvallen op het statuut of tegen de toenemende kosten die de schippers moeten betalen. Onder het mom van ‘concurrentie’ wordt het personeel aangepakt en dalen de volumes per spoor en per binnenschip. Resultaat: meer vrachtwagens op de weg. Bovendien staat deze sector bekend voor praktijken van sociale dumping waarbij Oost-Europese chauffeurs aan slavenlonen werken. Truckchauffeurs voerden daar ook in ons land al actie tegen.
In plaats van miljarden te besteden aan prestigeprojecten en de kost van de files door te schuiven naar de gemeenschap, moet dringend geïnvesteerd worden in duurzaam goederentransport per spoor en binnenscheepvaart. Om dit ernstig uit te bouwen, moet het in publieke handen gebeuren zodat niet enkel naar de directe winsten wordt gekeken, maar ook naar de maatschappelijke voordelen. Om het vrachtverkeer over de weg verder te beperken, moet afgestapt worden van het just-in-timeprincipe waarbij in de praktijk enkel met rijdende magazijnen wordt gewerkt. Een planmatige aanpak in plaats van de chaos van just-in-time zou de wegen sterk ontlasten.
Gratis en degelijk openbaar vervoer!
Naast een toename van het aantal vrachtwagens, is er natuurlijk ook een toename van gewone auto’s. In plaats van te investeren in alternatieven, werd de afgelopen jaren gesnoeid in de dienstverlening van zowel de NMBS als De Lijn.
Vorig jaar waren er 223 miljoen binnenlandse reizigers voor de NMBS, een stijging met 13% sinds 2006. Waar er in 2000 nog 40.315 VTE’s (voltijdse equivalenten) waren, is dat in 2013 gedaald tot 34.703. Met minder personeel meer reizigers vervoeren kan enkel door de dienstverlening te beperken tot de drukste lijnen. Kleinere stations werden gesloten, de dienstverlening laat op de avond en vroeg op de ochtend afgebouwd en op bepaalde lijnen werd het aanbod drastisch beperkt. Als antwoord op de vele vertragingen is de reistijd naar boven herzien. Bovendien wordt geëxperimenteerd met private partners, zoals op de lijn naar de luchthaven van Zaventem. De private partner gaat met de winst lopen, terwijl zowel de NMBS als de klanten extra moeten betalen. Kortom, er is minder dienstverlening waar meer voor betaald wordt.
De vermindering van het aanbod bij De Lijn zorgde al voor een daling van het aantal reizigers. Op twee jaar tijd waren er 7 miljoen minder reizigers tot 544 miljoen in 2012. Het aantal overvolle voertuigen steeg van 543 naar 615 en amper 51% van de bussen en trams reed op tijd. Met een door de N-VA geleide Vlaamse regering zal de kwestie van de zogenaamde ‘kostendekkingsgraad’ opnieuw op de agenda staan. Dat is het aandeel van de bijdragen van reizigers in de volledige kost van de dienstverlening. Nu bedraagt dit ongeveer 15%, maar de gevestigde politici willen dat optrekken. Naast de afbouw van de dienstverlening de afgelopen jaren komt er straks dus wellicht een forse toename van de tarieven.
Een drastische publieke investering in gratis en degelijk openbaar vervoer, met dus ook meer dienstverlening en bijhorend personeel om dat mogelijk te maken, zou van het openbaar vervoer een echt alternatief op de wagen maken. In de Estse hoofdstad Tallinn werd in 2013 gratis openbaar vervoer voor inwoners van de stad ingevoerd. Het leidde tot een daling van het autoverkeer met 15% en een toename van het openbaar vervoer met 14%. Gratis openbaar vervoer is niet alleen goed voor de gebruikers, maar ook voor het personeel. De meeste gevallen van agressie vandaag ontstaan in discussies over vervoersbewijzen.
Gratis en degelijk openbaar vervoer is ook ecologisch een noodzakelijke maatregel om de luchtkwaliteit in de steden te verbeteren. Kosten inzake gezondheid worden in het huidige neoliberale transportmodel niet meegerekend, die kosten worden naar de gemeenschap doorgeschoven. Het Milieurapport Vlaanderen stelde eerder dit jaar dat milieuvervuiling goed is voor 8% van de totale ziektelast in Vlaanderen.
Offensieve campagne nodig
Dat mobiliteit een gevoelig thema is, bleek uit de massale protestacties tegen het BAM-tracé in Antwerpen. Ongetwijfeld is dezelfde gevoeligheid ook in andere grote steden aanwezig. Om met het massale protest tot resultaten te komen, zal het er op aankomen om het ongenoegen degelijk en van onderuit te organiseren in een democratische campagne gericht op brede betrokkenheid.
Tevens moeten alternatieven naar voor geschoven worden die zich niet beperken tot de plaats waar extra beton wordt aangelegd. Eisen voor een massale investering in publiek goederentransport over het spoor en per schip alsook voor gratis en degelijk openbaar vervoer kunnen een breed draagvlak vinden. De realisatie van deze eisen zou een alternatief bieden op individueel autoverkeer.
-
Verkeer steeds zwaardere vervuiler. En toch wordt openbaar vervoer afgebouwd…
Het was een toevallige samenloop van omstandigheden. Net op de dag dat de conclusies van de Bond Beter Leefmilieu (BBL) over het Vlaams Milieurapport (MIRA) bekend raakten, kwam ook de aankondiging dat het gratis openbaar vervoer in Hasselt tot het verleden behoort. De BBL stelde vast dat het verkeer de zwaarste vervuiler in ons land is. Door milieuvervuiling moeten we gemiddeld een gezond levensjaar inleveren. In plaats van alternatieven op het vervuilende individuele verkeer uit te bouwen, wordt net bespaard op openbaar vervoer.
De Bond Beter Leefmilieu is vernietigend over de gevolgen van het transport in ons land. In 2010 werden 98 miljard autokilometers afgelegd op Belgische wegen. De BBL stelt vast dat de helft van de kankerverwekkende uitstoot van PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) door transport wordt veroorzaakt en deze uitstoot door transport is sinds 2000 met ongeveer de helft toegenomen. Aangezien industriële vervuiling de afgelopen jaren sterk beperkt werd, onder meer door strakke milieuwetgeving, komt vervuiling door transport nu naar voor als de belangrijkste bron van vervuiling.
Deze vervuiling heeft verregaande gevolgen. De BBL stelt vast dat ziektelast door milieuvervuiling goed is voor ongeveer 8% van de totale ziektelast in Vlaanderen. Dat komt neer op een verloren gezond levensjaar per persoon.
Redenen genoeg dus om op zoek te gaan naar alternatieven en het transport op de wegen af te bouwen. Maar gezondheid en milieuvervuiling wegen natuurlijk niet mee op de onmiddellijke balans van de ‘kosten’ voor openbaar vervoer. De afgelopen jaren wordt stelselmatig bespaard op dat openbaar vervoer. Op een ogenblik dat er zoveel argumenten zijn om overal gratis openbaar vervoer in te voeren, wordt het bestaande stelsel in Hasselt afgeschaft.
Touring reageerde geprikkeld op de conclusies van de BBL. “De luchtvervuiling door auto’s en verkeer is niet de schuld van de mensen, wel van de overheden die er niet in slagen om de congestie weg te krijgen en de files te doen verminderen. Nu plots de brave pendelaar en burger van dit land te gaan beladen met alle zonden van de wereld en beschuldigen van asociale vervuiler is een verkeerde boodschap.”
De vaststelling dat individueel verkeer en transport toeneemt, betekent volgens ons niet dat de pendelaars als asociale vervuiler worden aangewezen. Het klopt dat dergelijke studies maar al te vaak worden aangegrepen om te pleiten voor allerhande taksen, al dan niet zogenaamd ‘ecologische’ taksen, die de gewone pendelaar treffen. Maar het centrale probleem dat wordt aangeduid, is dat van een gebrek aan alternatieven. En erger nog: de afbouw van bestaande alternatieven.
De afgelopen jaren werd stelselmatig bespaard op het openbaar vervoer. Bij De Lijn is er sprake van een neerwaartse spiraal van meer betalen voor minder diensten (Lees dit artikel). Bij het spoor wordt al jarenlang te weinig geïnvesteerd in dienstverlening en personeel, waardoor het spoorverkeer steeds chaotischer wordt (zowel voor reizigers als voor personeel). De afbouw van het goederentransport per spoor – onderdeel van de liberaliserings- en privatiseringspolitiek – dreigt dagelijks duizenden extra vrachtwagens op de wegen te sturen.
Er is dringend nood aan een massaal plan van publieke investeringen in openbaar vervoer, zowel personenen- als goederenvervoer. Een uitgebreid aanbod van gratis en degelijk openbaar vervoer kan het individuele verkeer over de wegen drastisch beperken. Een voorbeeld: in de Estse hoofdstad Tallinn leidde het invoeren van gratis openbaar vervoer in januari in de eerste maand al tot een daling van het gebruik van auto’s met 10% en een stijging van het gebruik van het openbaar vervoer met 10%.
Gratis openbaar vervoer moet uiteraard gepaard gaan met een degelijk aanbod, wat ook capaciteitsverhogingen moet omvatten. Vandaag worden duur betaalde externe studies verricht om het aanbod af te bouwen en reizigers als sardienen in een blik te behandelen (in Antwerpen stelde De Lijn na lang studiewerk vast dat er 7 personen op een vierkante meter kunnen staan). Als het aanbod van het openbaar vervoer niet degelijk is, verkiezen velen de rust van de eigen wagen. De files worden er desnoods maar bijgenomen.
Verkeer en mobiliteit zijn een onderdeel van een politieke keuze. Langs de ene kant zijn er diegenen die uitgaan van een neoliberaal businessmodel waarin enkel de directe winsten en opbrengsten van tel zijn. Zij hebben vandaag de overhand aan de top en leggen hun besparingslogica van minder diensten waar we meer voor betalen op. Aan de andere kant staan wij, de gewone gebruikers van openbaar vervoer en/of pendelaars die nood hebben aan degelijke transportmogelijkheden en aan een gezonde leefomgeving.
Wie zal dat gratis openbaar vervoer betalen, werpen sommigen op. Want ‘voor niets gaat de zon op’ en ‘gratis bestaat niet’. Dergelijke uitspraken zijn natuurlijk clichés, maar wel breed verspreid. Gratis en degelijk openbaar vervoer betekent inderdaad dat de gemeenschap meer middelen hiervoor uittrekt. Indien het betekent dat wij allemaal meer moeten betalen, staan we nog geen stap verder. Wij stellen voor dat de gemeenschap de middelen zoekt waar ze zitten: in de zakken van de grote fraudeurs die miljarden in belastingparadijzen parkeren, in de zakken van de grote bedrijven die de afgelopen jaren hebben bekomen dat ze amper nog belastingen betalen, in de zakken van de bankiers die jarenlang met ons spaargeld hebben gegokt.
De studie over de verkeersvervuiling op zich is doorslaggevend om de eis van gratis en degelijk openbaar vervoer kracht bij te zetten. Een sterke uitbouw van het openbaar vervoer is niet alleen nodig om de verkeersinfarct af te bouwen en mobiliteit voor iedereen toegankelijk te maken/houden, het is ook noodzakelijk voor onze gezondheid.
