Your cart is currently empty!
Tag: Duitsland
-
Duitse metaalsector in actie. “Voor afdwingen van volledige eisenpakket”

Foto: IG Metall In de Duitse metaalsector wordt actie gevoerd. De eisen zijn opmerkelijk offensief: 6% opslag en de mogelijkheid van een tijdelijke individuele arbeidsduurvermindering tot 28 uur per week. De afgelopen periode hoorden we steeds meer berichten over economische groei. Dat leidt na jaren van besparingen op onze kap tot een roep naar ons deel van die groeiende koek. De strijd in de Duitse metaalsector is ook voor werkenden in ons land van belang: zoals de werkgevers naar de buurlanden kijken om onze lonen naar beneden te trekken, kunnen wij dat ook doen maar dan om de lonen en arbeidsvoorwaarden te verbeteren.
Hieronder publiceren we het pamflet dat door de Duitse zusterorganisatie van LSP, Sozialistische Alternative, wordt verspreid in het kader van de sectoronderhandelingen in de metaalsector.
[divider]
In de Duitse metaal- en elektronicasector wordt jaar na jaar recordwinsten geboekt. De werkgevers klagen over de stijgende loonkosten, maar het gemiddelde rendement steeg ondertussen met 4% tot een recordniveau. De eis van 6% opslag is tegen deze achtergrond nog bescheiden.
De werkgevers willen een verdere flexibilisering van de arbeidstijd, in de praktijk een verlenging van de arbeidstijd tot een 42-urenweek. Met het grote aantal overuren dat nu geklopt wordt, willen de werkgevers op deze manier de lonen naar beneden trekken. Ze willen het rad van de geschiedenis achteruitduwen. De strijd om de arbeidsduur is al meer dan honderd jaar een centraal aandachtspunt van de vakbonden. Precies honderd jaar geleden werd de achturendag in een wet gegoten – een resultaat van de novemberrevolutie van 1918/19, toen de werkgevers bang waren om hun macht volledig te verliezen. Vandaag is het gezien de digitalisering en de daarmee verbonden dreiging van massaal jobverlies des te belangrijker om de kwestie van de arbeidstijd op te nemen.
“Dom, driest, ongepast”
Zo omschreef de toenmalige CDU-kanselier Helmut Kohl 35 jaar geleden de eis van IG Metall en de vakbond in de sector van de drukkerijen om de arbeidstijd tot 35 uur per week te verlagen. De werkgevers gingen over tot een frontale aanval op dit voorstel en organiseerden zelfs een lock-out waarbij een half miljoen werknemers op straat gezet werden. Er was een staking van verschillende weken nodig, begeleid door waarschuwingsstakingen en betogingen, om uiteindelijk de 35-urenweek af te dwingen.
De afgelopen jaren zijn we er steeds meer op achteruit gegaan. In veel sectoren werd de 35-urenweek ondermijnd door collectieve overeenkomsten, in Oost-Duitsland werd de gelijkschakeling naar 35 uur nooit voltooid. Na jaren van bescheiden loonafspraken vinden veel jongere collega’s het interessant om meer geld te verdienen door overuren te kloppen. Verslechterde pauzeregelingen, kortere cyclustijden in de productie, constante optimalisering, … dragen bij tot een hogere prestatiedruk. Het maakt dat de winsten stijgen.
Het is onaanvaardbaar dat er nauwelijks voldoende tijd is om voor familieleden te zorgen of om tijd met de kinderen door te brengen. Het is positief dat deze kwestie door de vakbond wordt opgenomen. De eis van IG Metall voor het recht op een individuele tijdelijke arbeidsduurvermindering met gedeeltelijke loonvermindering voor specifieke levenssituaties is echter verre van voldoende.
Algemene arbeidsduurvermindering met behoud van loon!
We kunnen beter gaan voor een bredere arbeidsduurvermindering voor iedereen, met behoud van loon en bijkomende aanwervingen. Dat zou minstens twee zinvolle resultaten hebben.
Ten eerste zou er meer tijd zijn om te leven, lief te hebben en te lachen. Deze slogan uit de tijd van de strijd voor de 35-urenweek heeft vandaag – in tijden van permanente druk – nog meer betekenis dan destijds. Helaas zijn velen al gewend geraakt aan de situatie van constante haast. Het is tijd om daar opnieuw over te denken, ook in het belang van toekomstige generaties. Die hebben recht op ontspannen en gelukkige ouders die tijd voor hen hebben, en nadien uiteraard ook het recht om zelf menswaardige arbeidsvoorwaarden te kennen.
Ten tweede is het een antwoord op banenverlies. Als de werkgevers ermee dreigen dat digitalisering en automatisering een deel van de menselijke arbeid overbodig maakt, moeten de vakbonden duidelijk maken dat de technologische vooruitgang er gekomen is omdat de werkenden het mogelijk maken. Bijgevolg moet de vooruitgang ook de werkenden ten goede komen. Daarom: verdeel het werk en dit zonder loonverlies!
We moeten voor deze eis gaan, ook al wordt die afgewezen door de bazen van Siemens, General Electrics en anderen die nochtans recordwinsten boeken. Als de grote aandeelhouders dwars liggen, moeten we gaan voor de onteigening. Onder democratische controle van de werkenden, de vakbonden en de overheid kan een plan voor zinvolle productie opgemaakt worden – met behoud van alle jobs.
Keer op keer slagen de grote bedrijven er in om met de dreiging van jobverlies of de dreiging van delokalisatie slechtere arbeidsvoorwaarden op te leggen aan de werkenden. In veel gevallen stellen ook de leden van de ondernemingsraad van de grote bedrijven dat dit noodzakelijk is om de concurrentiepositie van het eigen bedrijf veilig te stellen. Dat is het perspectief van medebeheer. Het is nodig om daarmee te breken en te vertrekken vanuit het perspectief van de collega’s.
Tegengestelde belangen
Het is belangrijk om het onderliggende fundamentele belangenconflict tussen arbeid en kapitaal te erkennen in plaats van het te negeren. Werkgevers en grote aandeelhouders zijn enkel geïnteresseerd in winstmaximalisatie, een betere concurrentiepositie en een groter marktaandeel. Ze geven niet om het welzijn van de werknemers. Natuurlijk geven ze de voorkeur aan sociale vrede in het bedrijf zodat de productie niet gehinderd wordt. Maar de winstgevendheid staat vooraan.
Dat uit zich in de steeds grotere druk op de werkenden om zo productief mogelijk te zijn tegen een zo laag mogelijke ‘kost.’ Als bedrijven door de conjunctuur of sectorcrisis onvoldoende kunnen verkopen op de wereldmarkt, worden de superflexibele arbeidskrachten zonder pardon op straat gezet. De kapitalisten eigenen zich de winst toe die op basis van onze arbeid gerealiseerd wordt.
Zoals we uit het schandaal rond de Paradise Papers vernomen hebben, worden deze winsten nauwelijks belast waardoor er miljarden op de rekeningen van de rijken staan, in plaats van deze middelen te gebruiken voor nuttige openbare investeringen.
Zoals terecht wordt opgeworpen in een standpunt van een honderdtal strijdbare delegees van IG Metall: “Een offensieve syndicale opstelling vertrekt van het belangenconflict tussen kapitaal en arbeid. (…) Het doel van de collectieve onderhandelingen moet zijn om de eisen te kaderen in een maatschappelijke herverdeling (herverdeling van arbeidstijd, inkomen, eigendom). (…) Het doel moet altijd zijn om de herverdeling collectief af te dwingen door actie.”
Krachtsverhouding
Wat in collectief overleg kan bekomen worden, hangt af van de krachtsverhoudingen. Het is bijna twintig jaar geleden dat IG Metall de strijdbare kracht van de eigen leden nog eens ingezet heeft. In de zomer zorgde een weigering van overwerk bij Daimer in Untertürkheim ervoor dat de productie in de fabriek in Sindelfingen plat lag. In deze tijden van just-in-time productie is het mogelijk om de werkgevers snel tot toegevingen te dwingen met grote stakingsacties.
- Voor de volledige realisatie van het eisenpakket. Geen compensaties door toegevingen aan de werkgevers!
- Voor strijdbare vakbonden!
- Voor een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met aanwerving van bijkomend personeel, uiterlijk in de volgende collectieve onderhandelingsronde!
-
Verjaardagen in 2018… 100 jaar Duitse Revolutie
Vandaag en de komende dagen publiceren we artikels uit onze archieven. Het gaat om artikels die nuttig zijn om nu al mee te zijn met enkele historische verjaardagen in 2018. Een belangrijke verjaardag is die van de Duitse Revolutie. Die revolutie moest Rusland uit het isolement halen. Het potentieel was er. Maar het kwam niet tot een breuk met het kapitalisme…

Matrozen betogen in Kiel. Foto: Bundesarchiv/Wikipedia Marxisten hechten enorm belang aan de geschiedenis. Die bevat immers de concrete ervaring van de arbeidende mensheid en vormt de basis voor de marxistische theorie. Willen we vandaag correct reageren op de gebeurtenissen die op ons afkomen, dan moeten we ons wapenen met de lessen van het verleden. Wie niet leert uit het verleden, is immers gedoemd om zijn fouten van gisteren morgen te herhalen.
Het is bijna 100 jaar geleden dat de Duitse arbeiders en soldaten een beslissende halt toeriepen aan de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. Tegelijk ontketenden ze een offensief tegen de heersende klassen in wiens belang de oorlog begonnen was: de grootgrondbezitters en wapenfabrikanten, bankiers en inhalige speculanten.
Voor de kapitalisten betekende de oorlog in geen geval “de buikriem aanhalen”. Met de schrik in het hart je man, je kinderen, je vrienden uitwuiven, wetende dat de kans erin zit dat je ze nooit meer terug zal zien, de vreselijke toestanden in de loopgraven, … Integendeel, deze nette lieden hebben zich met een gerust geweten vetgemest aan de grote oorlogsleveringen, terwijl ze “om de overwinning van het vaderland te verzekeren” en uiteraard ook “de concurrentiekracht van de ondernemingen niet in het gedrang te brengen” de lonen van de arbeiders terugdrongen tot het minimum om te overleven.
Het Duitse staalconcern Krupp sloot de oorlogsjaren af met een winst van zomaar even 40 miljoen mark. Om dit fabelachtige spaarpotje in de wacht te slepen, waren alle middelen geoorloofd. Naar aanleiding van zijn “undercover”-werk als Turkse arbeider in de Duitse staalnijverheid beschreef Gunther Walraff hoe Duitse soldaten in de Eerste Wereldoorlog aan stukken werden gereten door Britse granaten… voorzien van ontstekingsmechanismen met het Krupp-logo. Per granaat die op de “vaderlandse troepen” kwam neergesuisd, verdiende Krupp 60 mark licentievergoeding. Duitse en Engelse arbeiders stonden elkaar gewelddadig naar het leven, Krupp en het Britse wapenbedrijf Vickers konden klinken op een “vruchtbare samenwerking”.
De revolutie stopt de oorlog
Maar de arbeiders bleven niet lijdzaam toezien hoe een ganse generatie jonge, levenskrachtige mensen weggeveegd werd. In februari ’17 brak de zwakste schakel in het geallieerde front, Rusland. De oorlogsmoeheid van de Russische arbeiders en boeren zette zich om in een revolutionaire beweging die korte metten maakte met het vervolmde regime van de tsaar. Er kwam een burgerlijke Voorlopige Regering aan de macht, maar die bleek niet in staat een oplossing te bieden. Problemen als het nationaliteitenvraagstuk, de herverdeling van de landbouwgrond onder de boeren en de vraag naar arbeiderszelfbeheer werden niet opgelost.
Acht maanden later was ook voor deze poppenkast het mes geslepen: na een zorgvuldige voorbereiding (het veroveren van de meerderheid in de voornaamste stakerscomités of «sovjets» zoals de Russen ze noemden; het neerslaan van een rechtse militaire opstand in augustus; het geduldig uitleggen van het bolsjewistische programma aan de massa’s) gaven Lenin en de bolsjewieken op 25 oktober het startsein voor de machtsovername door de sovjets of stakersraden.
Precies een jaar later, in de eerste week van november ’18, groeide een muiterij in de oorlogshaven Kiel uit tot een algemene staking in heel Duitsland. De Duitse arbeiders waren de inleveringen meer dan beu en om het sukses van hun staking te verzekeren gingen de democratisch verkozen stakerscomités over tot het verdringen van de gemeenteraden, de vorming van een eigen politiemacht en het samenstellen van een socialistische tegenregering: de raad van volkscommissarissen.
Tegen de tiende november beschikte de officiële regering over geen enkele politieke macht meer. De dagelijkse gang van zaken werd volledig geregeld door de arbeiders- en soldatenraden. De dagen van het Duitse kapitalisme leken geteld. Keizer Wilhelm zag zich gedwongen om de gastvrijheid van Nederland te aanvaarden.
Vanaf november ’18 brak, kortom, voor Duitsland een periode aan waarover de Duitse – en niet alleen de Duitse – scholieren maar weinig leren in hun geschiedenislessen. Tussen het einde van 1918 en 1924 bevond Duitsland zich in de greep van revolutie en contrarevolutie. Elke poging van de generaals om met de hulp van ingehuurde privé-milities (de zogenaamde Vrijkorpsen, de onmiddellijke voorlopers van Hitlers Stormtroepen) de arbeidersbeweging een nekslag te geven, liep te pletter op stakingsbewegingen en op de massale mobilisatie van de arbeidersbeweging.
In december ‘18 verzamelde generaal Groener honderdduizend oorlogsveteranen om de arbeidersraden van de straat te vegen, maar toen zijn troepen in Berlijn aankwamen bleef van zijn machtige colonne nog een contingent van … driehonderd uitgehongerde sukkels over. De rest had zich aangesloten bij de arbeiders of was naar huis teruggekeerd.
In januari ’19 brak een opstand uit onder de Berlijnse arbeiders. Het verzet werd door de besluiteloosheid van de communistische leiders echter gemakkelijk neergeslagen. Het was de sociaaldemocratische (!) minister Gustav Noske die aan de Vrijkorpsen het bevel gaf om de opstand genadeloos te onderdrukken. Het gebrek aan een vastbesloten en voorbereide leiding maakte dat pogingen van de Duitse arbeiders om het kapitalisme omver te werpen de volgende jaren telkens op bloedige nederlagen uitliepen.
Anderzijds slaagde de Duitse burgerij er pas vanaf ’24 (toen een nieuwe periode van ekonomische bloei intrad) in haar heerschappij volledig te herstellen. De Duitse revolutie werd pas volledig genekt in het begin van de jaren ’30, toen het grootkapitaal Hitler aan de macht bracht. De nazi’s mobiliseerden massaal de geruïneerde middenklasse om de georganiseerde arbeidersbeweging de genadeslag te geven.
Waarom mislukte de Duitse revolutie?
Aan de strijdwil van de Duitse arbeiders lag het niet. Aan hun politieke ontwikkeling ook niet.
De Duitse arbeiders waren zonder twijfel de best georganiseerde ter wereld, nog beter dan de Russische. Ook de voorwaarden voor het overnemen van de macht waren in Duitsland veel rijper. In Rusland bestond het overgrote deel van de bevolking , 90 procent, uit boeren die meestal ongeletterd waren en dus onbereikbaar voor de politieke propaganda uit de steden.
Maar de Duitse arbeiders misten iets dat hun Russische lotgenoten wel hadden: een groep energieke, theoretisch voorbereide en door de dagelijkse strijd voor de lotsverbetering van de arbeiders gestaalde mensen, die in staat waren om op elke politieke gebeurtenis op een aangepaste manier – d.w.z. met het juiste programma – te reageren: de bolsjewistische partij.
De burgerij geeft zich nooit zonder slag of stoot gewonnen. De heersende klassen in de maatschappij hebben zich altijd wanhopig vastgeklampt aan hun macht en hun privileges op de ogenblikken dat deze in gevaar kwamen. Ook de Duitse burgerij heeft zich geweerd als een dolgeworden duivel in een wijwatervat. Het was juist de taak van de leiding van de arbeidersbeweging om de akties zo te organiseren dat het verzet van de burgerij gebroken werd. Verschillende keren tussen ’18 en ’24 hebben de Duitse arbeiders hun bazen op de knieën gedwongen, maar telkens ontbrak het aan een organisatie die de overwinning kon vervolledigen en de arbeiders naar de definitieve machtsovername wou leiden.
De rol van de sociaaldemocratische leiding
Een weinig fraaie rol in heel deze geschiedenis spelen de traditionele leiders van de arbeiders, de sociaaldemocratische partij- en vakbondsbonzen. In 1912 telde de SPD meer dan een miljoen leden, had de partij 15.000 voltijdse werkkrachten, voor meer dan 21 miljoen goudmarken aan eigendom, 90 dagbladen en 62 drukkerijen. Ze kon rekenen op 4,3 miljoen kiezers en de vakbonden verbonden met de SPD telden 2,5 miljoen leden. De Duitse SPD was ontzettend veel sterker dan de bolsjewieken. Maar heel dit apparaat vermocht niets vanwege het reformisme van de leiding.
Eerst weigerden de sociaal-demokratische leiders van de SPD en de inmiddels opgerichte, linksere Onafhankelijke Sociaal-Democratische Partij (USPD) de radenregering uit te roepen tot een nieuwe regering voor heel Duitsland, hoewel zij door de raden verkozen waren in de raad van volkscommissarissen, de socialistische ministerraad. Vervolgens traden ze toe tot de regering die door de burgerij begin ’19 was opgericht te Weimar (veilig ver weg van het «rode Berlijn »). Sommige sociaaldemocratische ministers aarzelden niet de Vrijkorpsen in te zetten tegen de arbeiders. Tijdens de opstand in Berlijn werden Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht op bevel van de regering beestachtig vermoord door ingehuurde knokploegen. Dit was het dankwoord van de sociaaldemocratische leiders voor de jarenlange trouwe inzet van Luxemburg en Liebknecht in de sociaaldemocratische partij en de vakbonden! De sociaaldemocratie zette dit verraderlijke beleid de volgende jaren met grote vasthoudendheid verder. Een eerste koude douche voor de arbeiders…
De blunders van de communistische leiders
De leiders van de in december ’18 opgerichte Communistische Partij waren te onervaren om hun opdracht tot een goed einde te brengen. Ze hadden zich, zonder zich eerst van een massabasis onder de arbeiders te verzekeren, veel te haastig van de sociaaldemocratie afgescheurd. In plaats van geduldig te werken aan een meerderheid in de raden en dan pas op te roepen tot het overnemen van de macht, grepen ze bij elke gelegenheid naar de wapens en provoceerden onnodig de sociaaldemocratische arbeiders door systematisch te weigeren met hen samen te werken.
Toen in april ’20 een nieuwe militaire staatsgreep (de Kapp-putsch) tegen de zwakke en door sociaaldemocraten geleide Weimar-regering dreigde, weigerde de communistische leiding aanvankelijk de sociaaldemocratische arbeiders te ondersteunen in hun strijd tegen de coup. Pas toen de communistische arbeiders uit eigen beweging – dus tegen hun leiders in – tot de actie overgingen, herzagen de leiders hun positie.
Bij een gelijkaardige coup in augustus ’17 in Rusland twijfelden Lenin en Trotski geen seconde om hun achterban in het verweer te roepen, ook al ondersteunden zij daarmee tijdelijk de Voorlopige Regering, wiens val zij aan het plannen waren. Het gaf de bolsjewieken de gelegenheid aan de arbeiders van Moskou en St. Petersburg te bewijzen dat de bolsjewistische partij de beste strijders voor democratie en tegen de militaire dictatuur bevatte. Zo legden de bolsjewieken de basis voor hun machtsovername.
De Duitse communistische leiding deed niets anders dan verwarring kreëren onder de arbeiders en legde daarmee de basis voor de tweedracht tussen sociaaldemocratische en communistische arbeiders.
Dit liet Hitler in ’33 toe zonder noemenswaardige tegenstand de macht te grijpen in het land dat de sterkste georganiseerde arbeidersbeweging ter wereld had! Terwijl de – stalinistische – KP en de sociaaldemocratie elkaars bijeenkomsten uit elkaar knuppelden, verpletterden de nazi’s elke oppositie.
-
Duitse verkiezingen zorgen voor politieke aardschok

Foto: SAV Köln De ietwat saaie verkiezingscampagne die voorbijging aan heel wat cruciale thema’s eindigde met een politieke aardschok. Voor het eerst in decennia komt er een racistische rechtse nationalistische partij, de AfD (Alternative für Deutschland), in het Duitse parlement.
Artikel door Robert Bechert
De intrede van de AfD in de Bundestag was verwacht, maar de hoge score van de partij schokte velen, zelfs indien de AfD in de laatste peilingen opnieuw steeg. Het wordt de derde grootste partij met bijna zes miljoen stemmen, goed voor 12,6% van het totaal. De opgang van de AfD dat in 2013 iets meer dan 2 miljoen stemmen haalde, is een teken van ongenoegen en onrust onder delen van de bevolking en dit ondanks de recente economische groei.
Het electorale succes van de AfD leidde meteen tot protest. Veel van de voornamelijk jonge betogers waren geschokt en kwaad wegens het succes van een partij met een leiding waarvan de retoriek doet denken aan die van extreemrechts uit de jaren 1920 en 1930. Deze energie en actiebereidheid kan een belangrijk onderdeel zijn van de heropbouw van een verenigde beweging tegen extreemrechts, de aanvallen die de nieuwe rechtse regering wellicht zal doorvoeren en voor een socialistisch alternatief.
Na haar overwinningsnederlaag wordt Merkel nu algemeen gezien als een zwakke leider. Het centrumrechtse blad ‘Bild’, de meest verkochte krant van Duitsland, titelde: “Nachtmerrie overwinning voor kanselier.” De scherpe afname van het stemmenaantal van de uittredende coalitie bracht de baas van het grote Siemens-concern ertoe om het resultaat te omschrijven als “een nederlaag voor de elites.” Het hoofd van de werkgeversfederatie sprak over het “giftige” risico van politieke onzekerheid.
Dit resultaat zal leiden tot een nieuwe polarisatie, politieke instabiliteit en mogelijk na een pauze ook strijd. Er zal enerzijds oppositie en protest zijn tegen de AfD. Anderzijds bestaat de meest waarschijnlijke coalitie voor de volgende regering uit de door Merkel geleide alliantie van CDU/CSU, de liberale FDP en de Groenen. Deze coalitie wordt ook wel de “Jamaica” genoemd naar de partijkleuren. Deze regering zal verdergaan met de zogenaamde economische “liberalisering”, kortom met tegenhervormingen die de werkende bevolking raken. De Groenen zullen daar geen obstakel voor vormen. Ze waren dat evenmin de vorige keer dat ze, toen met de SPD, in de regering zaten en een belangrijke rol speelden in de doorvoering van de neoliberale “Agenda 2010” met aanvallen op de werklozen en het uitbreiden van de lage lonen.
Migratie
Een belangrijk onderdeel van het succes van de amper vier jaar oude AfD is het verzet van de partij tegen migratie. Vooral de angst voor de mogelijke gevolgen van de komst van honderdduizenden vluchtelingen naar Duitsland in 2015 speelde mee. Maar de AfD genoot ook de steun van extreemrechtse nationalistische lagen en won stemmen onder lagen die vervreemd en verbitterd zijn door een systeem dat ze als onrechtvaardig zien waaruit enkel de elite voordeel haalt. Zowat 20% van de AfD-stemmen kwamen van mensen die bij de vorige verkiezingen niet gingen stemmen.
De AfD is nog een nieuwe kracht die niet geconsolideerd is. Maar als er niet succesvol tegen ingegaan wordt, kan de AfD uitgroeien tot een kracht als de Oostenrijkse FPÖ of het Vlaams Belang. Het neoliberale programma van de AfD waren niet prominent in de campagne. AfD schuift politiek verder op naar extreemrechts. Op de avond van de verkiezingen zette de AfD het offensief tegen de oudere partijen verder. Een kopstuk verklaarde: “We zullen hen achterna zitten. We zullen Merkel achterna zitten en we zullen ons land en ons volk terugkrijgen.” Het succes van de AfD is een aanmoediging voor rechtse nationalisten en fascisten, maar de AfD is tegelijk ook instabiel met grote verdeeldheid. Dit bleek onder meer uit het vertrek van Frauke Petry, een van de vroegere partijleiders, vlak na de verkiezingen.
Beide traditionele partijen in de uittredende “grote coalitie” leden grote verliezen. Samen haalde ze nog 53% van de stemmen, terwijl dit begin jaren 1990 nog 77%. De CDU/CSU van Merkel ging van 18,16 miljoen stemmen in 2013 naar 15,31 miljoen vandaag, ook al steeg de opkomst van 71,5% naar 76,2%. De sociaaldemocratische coalitiepartner van Merkel verloor eveneens fors: de SPD ging van 11,25 miljoen naar 9,53 miljoen stemmen. Met 20,5% was dit het slechtste resultaat voor de SPD sinds begin jaren 1930.
De SPD-leiding kondigde aan dat de partij geen coalitie meer wil vormen met Merkel. De SPD hoopt zich opnieuw te versterken vanuit de oppositie. Deze bocht van de SPD komt deels door de aanhoudende steun voor Die Linke. Die ging van 3,75 miljoen naar 4,29 miljoen stemmen waardoor vijf extra zetels werden binnengehaald. Die Linke won 430.000 stemmen van vroegere SPD-kiezers en de partij ging ook onder jongeren vooruit. In het westen van het land won Die Linke, maar in het oosten van Duitsland en een groot deel van Oost-Berlijn verloor ze. Ongeveer 400.000 kiezers die in 2013 voor Die Linke stemden, trokken nu naar de AfD.
Die Linke had jarenlang een sterke electorale basis in het oosten van Duitsland. Het is momenteel de grootste coalitiepartner in één oostelijke staat en een kleinere regeringspartij in een andere. Maar in deze regeringen en in de Berlijnse coalitie waar het deel van uitmaakt, gaat Die Linke de strijd met het kapitalisme niet aan. De partij probeert het systeem te beheren. Meer dan 40% van de nieuwe AfD-kiezers kwamen van de CDU of gingen voorheen niet stemmen. Maar in het oosten van Duitsland zorgde ook de ontgoocheling in Die Linke ervoor dat de AfD er de tweede grootste partij kon worden.
De lichte vooruitgang van Die Linke in deze verkiezingen biedt de partij echter een nieuwe kans om een belangrijke rol te spelen in de opbouw van bewegingen tegen de groeiende lageloonsector in Duitsland, de oplopende huurprijzen en het verzet tegen extreemrechts en de asociale maatregelen die de komende regering ongetwijfeld zal nemen.
-
De stabiliteit van Merkel: een alternatief op de instabiliteit van Trump?

Foto: http://www.flickr.com/photos/eppofficial/ CC BY 2.0 De gevestigde media stellen Angela Merkel voor als een garantie op stabiliteit en orde in de Europese Unie en een steeds onrustiger wereld. Merkel wordt ook voorgesteld als een buffer tegen het protectionisme en avonturisme van Trump, Le Pen en co, maar ook tegen de nieuwe linkse bewegingen en personaliteiten. Merkel zou de beste garantie zijn om de Duitse belangen (lees: de belangen van het Duitse kapitalisme) te verdedigen.
Artikel door Stephane Delcros uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Het ziet ernaar uit dat Merkel ook na de federale parlementsverkiezingen van 24 september kanselier zal blijven. De peilingen geven haar kartel CDU/CSU (conservatieven en christendemocraten) ongeveer 40% van de stemmen, een resultaat in de buurt van dat in 2013.
Economische groei en toename van ongelijkheid
Met een sterke economische groei en lage werkloosheid is Duitsland de grote winnaar van de economische crisis. Die positie werd bekomen door de gevolgen van de crisis te exporteren naar andere Europese landen, onder meer door agressieve concurrentie gebaseerd op lage lonen en het opleggen van een hard besparingsbeleid aan de rest van Europa. Elders, zeker in het zuiden van Europa, betekende dit dat hard geknipt werd in publieke uitgaven zoals sociale zekerheid en het leidde tot een explosie van werkloosheid en armoede. In Duitsland werden enkele beperkte sociale hervormingen doorgevoerd en nam het aantal werklozen af.
Deze “nationale herverdeling” blijft echter bijzonder beperkt in vergelijking met de gecreëerde rijkdom. Het verbergt bovendien de groeiende armoede onder brede lagen van de werkenden. In mei publiceerde het statistisch instituut Destatis een studie waaruit blijkt dat 20,1% van de Duitse bevolking met armoede of sociale uitsluiting bedreigd was in 2015. Het gaat om 16,1 miljoen mensen! Sindsdien werd een minimumloon ingevoerd, maar met 8,84 euro per uur is het bijzonder laag. Merkel krijgt lof omdat het aantal werklozen sinds 2005 gehalveerd is en ze belooft een verdere daling tot minder dan 3% in 2025. De dalende werkloosheid is vooral het gevolg van nieuwe laagbetaalde jobs met vreselijke arbeidsvoorwaarden.
Een sociaaldemocratische hefboom om de besparingen op te leggen
Duitsland was een pionier van de afbraak van sociale wetgeving in Europa. In 2005 werd hier al mee begonnen op een ogenblik dat de sociaaldemocratische SPD van Gerhard Schröder aan de macht was in een coalitie met de groenen. Er was een brutaal offensief om de arbeidsmarkt te dereguleren (met de ‘Agenda 2010’) en om de openbare diensten af te bouwen. Miljoenen werkenden werden tot (erg) lage lonen veroordeeld.
De SPD maakte gebruik van zijn banden met de vakbondsleiding om te vermijden dat de sociale woede georganiseerd werd en tot confrontaties leidde. Er waren nochtans belangrijke mobilisaties, onder meer van werklozen. De electorale afstraffing van de SPD opende de weg voor Merkel en haar CDU/CSU.
Begin 2017 leek het even dat de SPD een nieuwe adem vond. Martin Schulz werd de nieuwe partijleider. Hij stond voorheen als voorzitter van het Europees Parlement voldoende ver van het nationale terrein om als nieuw gezicht gelanceerd te worden. Dit ging samen met kritiek op ongelijkheid en enkele sociale voorstellen. Gedurende een paar weken gaven de peilingen aan dat de SPD met de CDU/CSU kon concurreren. Eind augustus was daar geen sprake meer van: de SPD liep al 15% achter in de peilingen. De linkse retoriek was te voorzichtig, te abstract en vooral ongeloofwaardig vanwege een partij die heel ver ging in een beleid van sociale afbraak en bovendien sinds 2013 in de regering zat. De erg kortstondige steun voor de SPD wijst er echter op dat een laag van Duitse werkenden zoekt naar meer ‘sociale rechtvaardigheid’ en dat verkiest boven de relatieve ‘stabiliteit’ van Merkel.
Voor een programma dat breekt met de besparingen
Die Linke staat op 8 à 10% in de peilingen, een resultaat dat ver onder het potentieel blijft. De partij verdedigt een programma dat op te voorzichtige wijze breekt met de besparingen. Bovendien zit Die Linke in verschillende regionale coalities die zelf besparen. Deze opstelling wordt bekritiseerd door brede lagen binnen de partij, zowel aan de basis als binnen de leiding. De druk van de kritiek heeft ertoe geleid dat het huidige verkiezingsmanifest linkser is dan voorheen.
De partij moet ondubbelzinnig duidelijk maken dat ze niet de ‘linkervleugel van het establishment’ wil vormen, maar een strijdbare kracht die op volhardende wijze en compromisloos de belangen van de werkenden en onderdrukten verdedigt. Als Die Linke dit niet doet, ontstaat er meer ruimte voor rechtse populistische krachten zoals de AfD (Alternative für Deutschland). AfD is een asociale racistische beweging die kan inspelen op de woede onder diegenen die door deze samenleving in de steek gelaten worden.
Die Linke kan het politieke debat in Duitsland helemaal veranderen, net zoals Sanders dit deed in de VS, Mélenchon en France Insoumise in Frankrijk of zoals de beweging rond Corbyn in Groot-Brittannië. Dat vereist een stoutmoedige aanpak in zowel de publieke benadering, met verkozenen die gezien worden als vertegenwoordigers van sociale strijd, als wat het politiek programma betreft. Dat programma moet opkomen voor een hoger minimumloon, meer middelen voor gezondheidszorg, de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, … Onze Duitse zusterorganisatie SAV (Socialistisch Alternatief) komt daarvoor op.
-
Betoging tegen fascistisch geweld in Dortmund met sterke delegatie uit ons land
De afgelopen maanden werd de Duitse stad Dortmund geteisterd door fascistisch geweld. Neonazi’s denken dat ze zich alles kunnen permitteren en gaan over tot fysieke intimidaties en geweld. In een stad waar er begin jaren 2000 verschillende doden vielen door neonazigeweld kan daar niet lichtzinnig overgestapt worden. Wij steunden dan ook ten volle de oproep om te antwoorden met een brede mobilisatie die duidelijk maakt dat fascistisch geweld geïsoleerd staat in de samenleving terwijl antifascisten op een grote steun kunnen rekenen.
Dat zagen we ook op de betoging in Dortmund van 24 september. Er waren ongeveer 2000 betogers die door de stad trokken. Eerst werd door een volkse buurt getrokken waar omstaanders erg positief reageerden. De betoging hield halt op de plaats waar begin jaren 2000 iemand vermoord werd door de neonazistische terreurgroep NSU. Daar werd een indrukwekkende minuut stilte gehouden voor dit en alle andere slachtoffers van nazi-geweld. De betoging trok daarna naar de binnenstad waar nog optredens volgden.
Vanuit België wilden we deze betoging ondersteunen. Met Blokbuster hebben we ondervonden wat fascistisch geweld betekent, midden jaren 1990 werden we er zelf mee geconfronteerd in Brugge en was er een nationale campagne tegen fascistisch geweld nodig om het tij te keren. Tegenover extreemrechts moeten we ook ons positief alternatief naar voor schuiven: de strijd voor jobs, huisvesting, diensten, … Zo bieden we een echt antwoord op de reële problemen waar extreemrechts gebruik van probeert te maken om racistische haat naar voor te brengen. Een onderdeel van ons alternatief is internationale solidariteit. Ook dat was belangrijk om met een groep naar Dortmund te trekken.
Uiteindelijk waren we met een 40-tal Belgische betogers die met auto’s naar Duitsland trokken uit verschillende steden. Verschillende generaties antifascisten namen hieraan deel, de delegatie van Blokbuster werd versterkt door enkele activisten van de Antwerpse groep ‘Vrouwen tegen racisme’. Deze solidariteit werd duidelijk op prijs gesteld.
We zullen ons verder blijven organiseren tegen extreemrechts, ook in ons land. Tijdens de betoging hoorden we van een kleine optocht van ‘Autonome Nationalisten’ in Antwerpen. Het AFF telde 32 deelnemers aan die actie van neonazi’s, waaronder enkele internationale sprekers. Veel is dat niet, maar ook een klein groepje kan gevaarlijk zijn.
In een periode van toenemende crisis – de regeringspraatjes over groei en vooruitgang voor iedereen worden enkel door die regering zelf geloofd, de meerderheid van de bevolking merkt er niets van – zijn er logischerwijze ook meer sociale problemen en spanningen. Als daar geen collectieve antwoorden op komen met een perspectief van een andere samenleving zonder armoede, oorlog en ellende, dan kunnen extreemrechtse groepjes een zekere ingang vinden en zich proberen op te bouwen.
Met de betoging in Dortmund hebben we de neonazi’s in die stad in een defensievere positie gedwongen. De strijd is er echter nog lang niet gestreden, deze betoging was slechts een stap in de opbouw van een krachtsverhouding. Het was een belangrijke stap, maar er zullen er nog nodig zijn. Laat ons tegelijk de ervaring van Dortmund gebruiken om het antifascistisch verzet bij ons op te voeren om te vermijden dat we ook hier een dergelijke escalatie van geweld zullen meemaken. De gevestigde politici, die van N-VA op kop, creëren al maandenlang een klimaat van racisme. Hun naar eigen zeggen beschaafde opmerkingen geven groen licht aan wat ze zelf ‘ranzig racisme’ noemen. Van daaruit is het slechts een kleine stap naar meer fysieke uitdrukkingen van dit ranzig racisme. We staan duidelijk nog maar aan het begin van de strijd, werk mee met Blokbuster voor een sterker antifascisme in ons land!
-
Staking bij Charité Berlijn, het grootste universitair ziekenhuis van Europa, gestart
In ons uitgebreid dossier over de zorgsector naar aanleiding van de betoging van de non-profit op 19 juni, hadden we het al over de geplande staking in het ziekenhuis Charité in Berlijn. De Duitse ziekenhuizen hebben een personeelstekort van 162.000 mensen. Bij Charité was er een waarschuwingsstaking om het aantal patiënten per verpleegkundige vast te leggen. Hierna sprak 96,43% van de vakbondsleden zich uit voor een staking van onbepaalde duur die vandaag begint. Hieronder een eerste verslagje.
Staking in het Charité: dag 1
Vandaag gaat de staking ‘tot de finish’ voor meer personeel van start in het Charité in Berlijn. Met zijn 13.100 werknemers en meer dan 3000 bedden is dit het grootste universitair ziekenhuis in Europa.
De stakers worden (niet onverwacht) geconfronteerd met een zeer weerbarstige directie. Vorige week woensdag trok de directie naar de arbeidsrechter om de staking te laten verbieden maar zij kregen op alle punten nul op het request. De arbeidsrechter stelde onder andere: “Die unternehmerische Freiheit des Arbeitgebers endet dort, wo der Gesundheitsschutz der Mitarbeiter beginnt!” Vrij vertaald:”De vrijheid van ondernemen voor de werkgevers eindigt daar waar de bescherming van de gezondheid van de werknemers begint.” Het bestuur van Charité gaat uiteraard in beroep tegen deze uitspraak maar tegen dan is de staking al een feit.
Vrijdag pakte de directie uit met een PR-campagne tegen de staking met o.a. een aparte website en affiches onder de titel: “Staking is geen oplossing.” Het bestuur verzet zich via de campagne o.a. tegen “te starre personeelsnormen en minimumbezetting” … Klinkt dat niet bekend in de oren? Vandaag opent de directie ook een hotline waar patiënten hun beklag kunnen doen over de staking …
De solidariteitscampagne ter ondersteuning van de staking (facebook: ver.di Charité Bündnis für mehr Krankenhauspersonal) beantwoordt deze campagne met gelijke wapens. Er zullen o.a. 10.000 solidariteitsaffiches verspreid worden. Ook zullen er postkaarten verdeeld worden onder patiënten en bezoekers om hun solidariteit te betuigen. Dinsdag gaat er een grote betoging door en woensdag wordt er in gans Duitsland actie gevoerd door de campagne “162.000 voor 162.000.” De vakbond Ver.di berekende in 2013 dat het tekort aan arbeidsplaatsen in de Duitse ziekenhuizen circa 162.000 bedroeg waarvan 70.000 verpleegkundigen. De ernstige terugval in de tewerkstelling in de ziekenhuizen verliep niet toevallig parallel met de invoering van de DRG-financiering (forfait per type opname), iets wat Maggie De Block in al dan niet aangepaste vorm ook in België wil invoeren.

-
Forse toename van het aantal stakingen in Duitsland
Werkende bevolking wil haar deel van de voordelen van het ‘herstel’
Analyse door Sascha Stanicic van Sozialistische Alternative (SAV)
We zijn pas juni, maar het aantal dagen dat dit jaar ‘verloren’ ging door stakingen in Duitsland ligt al meer dan dubbel zo hoog als het totaal van 2014. We zitten op het hoogste niveau sinds 2003. Na grote waarschuwingsstakingen van de publieke sector en de metaal eerder dit jaar, was er de drie weken durende staking in de kinderopvang en onder sociale werkers. Er was ook de grootste staking van treinbestuurders uit de geschiedenis van het land. En er waren waarschuwingsstakingen in de postdiensten, de distributiesector en de verzekeringssector. Bij de post is er vorige week een staking van onbepaalde duur gestart. Bij Siemens was er een actiedag tegen de geplande afdankingen. De vakbond ver.di zal wellicht snel overgaan tot een staking van onbepaalde duur in het grootste universitaire ziekenhuis van Europa, Charité in Berlijn. Al deze acties wijzen op een veranderende situatie in de motor van de Europese economie.Duitsland kwam uit de ‘grote recessie’ en de eurocrisis als de belangrijkste economische en politieke macht van het continent. Het was een van de eerste landen die het niveau van het bruto binnenlands product van voor de crisis terug haalde. Deze relatieve – en kunstmatige – economische stabiliteit en kracht vormen de belangrijkste basis voor een schijnbare politieke stabiliteit en een relatief sterke positie van kanselier Merkel en haar grote coalitieregering. De afgelopen jaren dachten veel werkenden op basis van de situatie in andere Europese landen dat ze in een gunstige positie zaten omdat Duitsland niet meegesleurd werd in de spiraal van crisis en harde besparingen. De grote coalitie begon deze ambtstermijn zelfs met een aantal erg beperkte sociale hervormingen, zoals de invoering van een minimumloon van 8,5 euro per uur.
Maar, en dit is een grote maar, de Duitse economische kracht wordt niet weerspiegeld in de levensstandaard van de werkende bevolking. De economische groei is mee gebaseerd op een uitbreiding van de lageloonsector en precaire arbeidsvoorwaarden met een toenemende werkdruk. Voor veel werkenden is de stress niet meer houdbaar. Dat is een element dat in veel van de stakingsacties en conflicten de afgelopen periode terugkwam. Deze stakingen hebben samen met een toenemende polarisering rond de kwestie van migr atie geleid tot een verandering in de politieke situatie van het land. Eind 2014 waren er de eerste racistische betogingen onder de naam ‘Pegida’ (zie eerdere artikels hierover) en dit leidde tot massale antiracistische betogingen in heel het land. Er waren ook betogingen tegen het vrijhandelsakkoord TTIP, in oktober wordt daar een grote betoging rond gepland. En tijdens de G7-top in Beieren waren er vorige week eveneens tienduizenden betogers.
De recente stakingen troffen vooral de publieke sector – spoor, post, ziekenhuizen, kinderopvang en sociaal werk. Er waren verschillende aanleidingen, maar een gemeenschappelijk element is de strijd tegen slechte arbeidersvoorwaarden. Het ging ook om stakingen met een duidelijker politiek karakter want de vraag werd steeds gesteld of de openbare diensten in publieke handen moeten blijven of afgestemd worden op de winsten. Het is mogelijk om de verschillende bewegingen samen te brengen in een gezamenlijke strijd voor betere arbeidsvoorwaarden, arbeidersrechten, de verdediging van de publieke sector en eenh erverdeling van de rijkdom. Maar de vakbondsleidingen zetten geen stappen om tot een gecoördineerde strategie te komen.
Treinbestuurders
Bij de staking van de treinbestuurders van de GDL, de vakbond van Duitse treinbestuurders, bleek integendeel een open scheuring binnen de vakbeweging. De GDL is een oude beroepsvakbond die geen onderdeel vormt van de federatie DGB maar van de traditioneel meer conservatieve federatie DBB die vooral ambtenarenbonden verenigt. Maar de spoorbond EVG die bij de koepel DGB behoort heeft een lange traditie van medebeheer en uitverkoop van de belangen van het personeel. Hierdoor kon GDL met een meer strijdbare opstelling en de organisatie van stakingen uitgroeien tot de sterkste vakbond onder de treinbestuurders, terwijl de EVG de sterkste blijft onder de rest van het personeel. Er waren gelijkaardige ontwikkelingen bij andere beroepsgroepen, onder meer de piloten of de dokters. De opkomst van meer strijdbare ‘beroepsvakbonden’ vormt een bedreiging voor zowel de kapitalistische klasse als de huidige vakbondsleidingen.
Om de groeiende invloed van deze vakbonden te stoppen, ging de regering over tot het invoeren van nieuwe antivakbondswetten waarbij het recht om CAO’s te sluiten wordt beperkt en bijgevolg door de Duitse wetgeving ook het wettelijke recht om stakingen uit te roepen aan banden wordt gelegd. Dat recht wordt beperkt tot de grootste vakbond op een werkplek. De meeste vakbonden die tot de federatie DGB behoren, steunden het voorstel. Zeker in de industrie was dat het geval, daar spreekt de leiding over de nood aan ‘eenheid’ maar eigenlijk is ze bang dat de leden inspiratie zouden halen uit de huidige strijdbaarheid van vakbonden als GDL. Onder druk van de basis hebben de vakbond in de publieke sector ver.di, de lerarenvakbond GEW en de voedingscentrale NGG zich tegen het wetsvoorstel verzet.
De strijd van de treinbestuurders was direct verbonden met het wetsvoorstel. Het management bij het spoor probeerde de onderhandelingen uit te stellen tot het wetsvoorstel door het parlement werd gestemd op 29 mei. Het leidde tot de grootste staking van de treinbestuurders ooit. De treinbestuurders staakten ook voor gelijke lonen voor alle bestuurders en voor betere lonen en voorwaarden voor alle ander rijdend personeel. Maar de leiding van de DGB-vakbonden gingen in tegen de actie en haalde vooral uit naar de ‘afgesplitste’ GDL. In feite vormt een groot deel van deze leiding een alliantie met de bazen tegen een vakbond die door velen wordt gezien als de enige die echt opkomt voor de belangen van de leden. Ondanks het verzet van de DGB-leiding en de enorme mediacampagne tegen de staking, wijzen opiniepeilingen erop dat de helft van de bevolking consistent steun gaf aan de treinbestuurders en dezelfde peilingen gaven aan dat er onder de basis van de DGB-vakbonden een grote steun was voor de acties. De vakbondsleidingen organiseerden geen solidariteit met GDL, waarop SAV samen met andere linkse activisten en syndicalisten het initiatief nam voor een solidariteitskrant die de afgelopen zes maanden al zes keer verscheen op een oplage van enkele tienduizenden exemplaren.
De antistakingswetgeving is niet gestopt, maar de treinbestuurders kregen een garantie van de spoordirectie dat er een collectief akkoord komt voor de treinbestuurders en dat dit akkoord los zal staan van de akkoorden met de grote vakbondsfederatie. Socialisten zijn doorgaans voor de grootst mogelijke eenheid onder de werkenden van een bedrijf en verdedigen het idee van een zelfde contract voor iedereen. Maar onder deze omstandigheden was de strijd van GDL voor een eigen contract de enige realistische manier om een strijdbare syndicale opstelling naar voor te brengen. Op het ogenblik van schrijven zijn er onderhandelingen over de eis van een loonsverhoging met 5%, een inkorting van de arbeidsweek met een uur en een vermindering van de vele overuren.
Acties in de kinderopvang en onder sociale werkers
Vorige week werd een drie weken durende staking van de publieke kinderopvang en sociale werkers onderbroken voor onderhandelingen. De vakbond ver.di eist er een betere functieclassificatie voor de 240.000 personeelsleden waardoor er een gemiddelde loonsverhoging met 10% zou komen. De lonen in de sector werden eerder in 2005 fors naar beneden gehaald. Hogere lonen zouden belangrijk zijn in wat traditioneel erg vrouwelijke jobs zijn. Een succes in de kinderopvang zou andere vrouwen motiveren om ook voor hun rechten op te komen.
Er was een grote deelname aan de staking met ook grote betogingen en een brede steun onder ouders en de rest van de bevolking. Iedereen begrijpt het belang van de functie van personeel in de kinderopvang en van sociale werkers. Er waren elementen van grotere betrokkenheid en democratie, met stakersvergaderingen in de regio’s en een nationale conferentie van afgevaardigden van de stakersvergaderingen. Op deze conferentie beloofde ver.di-voorzitter Frank Bsirske dat de staking niet zou stoppen voor er een aanvaardbaar voorstel op tafel kwam. Maar de vakbondsleiding besloot toch om de staking te onderbreken voor onderhandelingen. Als de werkgevers een verzoening vragen, moeten de werknemers hun stakingsactie stoppen. Deze regel werd de afgelopen jaren betwist door strijdbare syndicalisten, maar ze bestaat nog steeds. Het gevaar is nu dat de vakbondsleiding geen nieuwe stakingsacties zal ondernemen en zal instemmen met een compromis dat niet overeenstemt met de verwachtingen van het personeel.
SAV-leden onder de stakers roepen op tot een bredere solidariteitscampagne in de publieke sector met ook solidariteitsstakingen en gecoördineerde acties van verschillende strijdbewegingen.
Charité ziekenhuis
Een belangrijk conflict is dit in het grootste universitaire ziekenhuis van Europa, Charité in Berlijn. Met een tekort van 162.000 personeelsleden in de Duitse ziekenhuizen vragen de vakbonden een wet om het aantal personeelsleden per patiënt vast te leggen. Het personeel van Charité wil daar niet op wachten, maar eist nu een nieuw collectief akkoord waarin de verhouding tussen het aantal patiënten en personeelsleden wordt vastgelegd. Eind april hielden de personeelsleden van charité voor het eerst ooit een waarschuwingsstaking rond deze eisen. Het werd gevolgd door een referendum onder de leden waarbij een duidelijke meerderheid voor stakingsactie stemde. Die stakingen zullen wellicht beginnen in de tweede helft van juni. Deze staking is van nationaal belang, zelfs indien het beperkt is tot een enkele werkplaats in slechts een stad. Succes in deze staking kan de deur openen voor personeel in andere ziekenhuizen. SAV-leden spelen een belangrijke rol in zowel de vakbondsafdeling als de solidariteitsgroep ‘Inwoners van Berlijn voor meer ziekenhuispersoneel’.
Vernieuwd syndicalisme?
Er is een duidelijke toename van vakbondsstrijd in een aantal sectoren, in het bijzonder in de publieke sector. Het weerspiegelt de achteruitgang van de voorwaarden in de sector als gevolg van privatiseringen en outsourcing. De vakbonden moeten iets doen als ze niet irrelevant willen worden. Veel werkenden, zowel in de publieke als de private sector, hebben het gevoel dat hun lonen en voorwaarden achterop blijven op een ogenblik dat de Duitse economie een herstel kent en de overheid meer inkomsten uit belastingen haalt. Er ontstaat een nieuwe laag van activisten in strijdbare sectoren en er komen linkse vakbondssecretarissen op de voorgrond die soms proberen om de vakbonden op een meer strijdbare koers te brengen.
In 2013 waren er lange stakingen in de distributiesector en ook dit jaar waren er acties in deze sector. Bij de post wordt geprotesteerd tegen een loonsverlaging door het opzetten van onderaannemers die slechts 13 euro per uur zouden betalen in plaats van het huidige gemiddelde van 17 euro bruto bij de post. Ondanks de toename van het aantal stakingen, is de vakbondsleiding niet naar links opgeschoven, zeker in de industrie was dit niet het geval. In de industrie is de vakbondsleiding vaak nauw verbonden met het management. Dit leidde al tot spanningen tussen de leidingen van verschillende bonden.
SAV-leden zijn actief in de verschillende strijdbewegingen en komen daarbij op voor democratische en strijdbare vakbonden. We roepen activisten op om zich te verenigen in netwerken die de vakbond tot een meer strijdbare koers dwingen en we pleiten voor acties van onderuit om ook voor een politiek alternatief op te komen in de vakbonden, voor democratische en strijdbare vakbonden met een antikapitalistisch programma.
-
Het einde van Pegida in Duitsland? Beweging uiteen gevallen, gevaar blijft
Sinds oktober vorig jaar werden rechtse betogingen tegen de ‘islamisering’ georganiseerd in de Duitse stad Dresden. Het initiatief kreeg navolging in de rest van het land. Na een splitsing in het organiserende comité van Pegida nam het aantal deelnemers aan de acties van beide kampen in de splitsing drastisch af. Maar Pegida is nog niet volledig verdwenen. Allerhande neonazi’s maakten van het kortstondige offensief gebruik om hun gewelddadige campagnes op te voeren. Waakzaamheid blijft dan ook nodig.Artikel door Michael Koschitzki vanuit Duitsland
Volgens cijfers van de politie kwamen er op maandag 9 februari nog ongeveer tweeduizend aanhangers van Pegida op straat in Neumarkt, in de buurt van Dresden. Sommigen stellen dat het aantal betogers groter was, tot 3.000. In vergelijking met het hoogtepunt van Pegida is dat een serieuze daling. Het blijft natuurlijk wel beangstigend dat een racistische betoging duizenden mensen op de been kan krijgen.
De betoging werd toegesproken door Lutz Bachmann wiens ontslag als leider van Pegida ondertussen al lang vergeten leek. De centrale spreker was Götz Kubitschek, een schrijver en voortrekker van de Neue Rechte (nieuw rechts), een beweging die veel steun geniet in neonazikringen. Eerder sprak Kubitschek al op een betoging in Leipzig. Binnen het organiserend comité van Pegida was er verdeeldheid over Bachmann en Legida, de lokale versie van Pegida in Leipzig. Dat leidde tot een splitsing. Er was geen meningsverschil over het feit dat de beweging ingaat tegen vluchtelingen en moslims, wel over de vraag hoe openlijk Pegida met nazihooligans kan geassocieerd worden. Ook was er discussie over de rol van Lutz Bachmann die selfies maakte terwijl hij zich als Hitler voordeed.
De nieuwe rechts-populistische conservatieve partij Alternative für Deutschland (AfD) heeft de steun aan Pegida beperkt. Ondanks de racistische uitspraken van partijkopstuk Alexander Gauland kon AfD de aanwezigheid van neonazi’s in Pegida niet zomaar aanvaarden, het botst immers met het imago dat de partij hoog wil houden. De AfD steunde de voormalige Pegida-woordvoerder Kathrin Oertel die een meer gematigde scheurgroep opzette. Onder de noemer ‘Directe democratie voor Europa’ bracht deze groep op 8 februari 500 mensen op de been.
De splitsing heeft de tegenstellingen blootgelegd tussen de verschillende fracties binnen Pegida en de leiding ervan. Oertel en co waren eerder vertegenwoordigers van de rechterzijde van de conservatieve christendemocraten (CDU) en de rechts-populistische AfD, terwijl Bachmann, Siegfried Däbritz en co meer overhellen naar Nieuw Rechts en geen probleem hebben met betrokkenheid van groepen als HoGeSa (Hooligans Gegen Salafisten), de neonazipartij NPD en andere groepen. Ze proberen allemaal nog te mobiliseren, onder meer door te pleiten voor een agressieve opstelling tegen Rusland of, zoals in het geval van Oertel, door in te spelen op de algemene afkeer tegenover het vrijhandelsakkoord TTIP.
“De schoot is vruchtbaar nog waaruit dit kroop”…
Dat is wat Bertolt Brecht schreef in ‘De weerstaanbare opkomst van Arturo Ui’, zijn stuk over Hitler en de nazi’s. Hetzelfde zou ook passen in het verhaal van Pegida. Het geruzie onder de organisatoren heeft velen van de betogingen weggehouden. Maar zelfs indien enkel de harde kern nog betoogt, moet opgemerkt worden dat deze kern beangstigend groot is. De conservatieve laag van de kleinburgerij die bij gebrek aan een links alternatief open staat voor racistische ideeën is er nog steeds. Bij een deel van deze laag zijn de racistische vooroordelen geconsolideerd. Het is mogelijk dat nieuwe racistische acties ontstaan tegen de opvang van vluchtelingen, de islam, … Dit kan onder de naam Pegida of andere organisaties. De acties van Pegida hebben het zelfvertrouwen van neonazi’s en racisten versterkt, een verdere radicalisering van delen van Pegida is mogelijk. Op vrijdag 6 februari verzamelden 40 neonazi’s met fakkels voor een vluchtelingencentrum in Dortmund. Op een bepaald ogenblik kunnen ze de dreigementen in daden omzetten. Het aantal aanvallen op vluchtelingencentra is al verdubbeld, volgens sommige cijfers zelfs verdrievoudigd, sinds het begin van de Pegida-acties.
Verzet is beslissend
Wie enkel de gevestigde media volgt, kan misschien denken dat het grootste probleem van Pegida te vinden is bij interne conflicten onder de leiding. De problemen van Pegida zijn evenwel vooral het resultaat van het verzet tegen racisme op straat. Er waren grote tegenacties die druk zetten op Pegida en interne spanningen versterkten. De mobilisaties zorgden ervoor dat werd gesproken over Pegida, AfD en co, waar die groepen voor staan en vooral ook over alternatieven erop.
De uitbreiding van Pegida doorheen Duitsland en Europa werd sterk gehinderd door de tegenacties. Elke poging om een lokale variant op te zetten, leidde tot protest. Op een bepaald ogenblik waren er tot 100.000 tegenbetogers op een dag. In Freiburg was er een betoging met 20.000 aanwezigen, de grootste betoging in de geschiedenis van deze stad. Op de tegenacties waren er heel veel jongeren die zich verzetten tegen racisme.
Er is geen reële verspreiding doorheen Europa gekomen. Het verzet tegen Pegida is daarentegen wel doorheen Europa verspreid geraakt. In de Zweedse stad Malmö waren er op 9 februari 3.000 tot 5.000 antiracistische betogers tegen enkele tientallen Pegida-aanhangers. In Wenen botste Pegida op 5.000 antiracisten.
De tegenbetogingen in Dresden en de rest van Duitsland tonen wat mogelijk was geweest indien organisaties zoals Die Linke en de vakbonden een ernstige campagne hadden gevoerd met inhoudelijk materiaal en een gezamenlijke mobilisatie. Een links alternatief op de angst voor de toekomst, het tekort aan huisvesting, oorlog, … en het weerleggen van de zogenaamde ‘antwoorden’ van Pegida, AfD en co is nodig. Dat zou de racisten kunnen terugdringen.
We moeten blijven mobiliseren tot alle lokale varianten van Pegida verdwenen zijn. Er is op 28 februari een nationale betoging in Dresden onder de slogan “Samen voor een beter leven – solidariteit met vluchtelingen”. Er zijn ook antifascistische blokkades gepland in Dortmund op 28 maart, gezien de lokale dreiging daar is ook dat een belangrijk initiatief.
[box type=”shadow” ]En bij ons?
Pegida Vlaanderen heeft door de terreurdreiging nog steeds geen toelating om een eerste actie in Antwerpen te organiseren. De groep heeft al twee woordvoerders versleten en wil nu naar eigen zeggen absoluut betogen op 2 maart, zelfs indien dit door de politie wordt verboden.
Ondertussen is in Sint-Niklaas een lokale actie gehouden door aanhangers van Vlaams Belang en radicalere groepen, waaronder neonazi’s. Zij verzamelden naar eigen zeggen 50 mensen op een eerste actie en afgelopen maandag 100.
De eerste actie ging gepaard met een tegenactie met een 50-tal aanwezigen, waaronder ook vertegenwoordigers van Blokbuster. Bij de tweede actie was er spijtig genoeg geen tegenactie. [/box]
-
Congres Sozialistische Alternative (Duitsland). “Van kaasstolp tot klassenstrijd”
Het voorbije weekend greep in Berlijn het congres plaats van onze Duitse zusterorganisatie Sozialistische Alternative (SAV). Ruim 100 afgevaardigden bediscussieerden er internationale ontwikkelingen en het effect ervan op de binnenlandse politieke situatie. Een vertegenwoordiger van het Internationaal Secretariaat van het Committee for a Workers’ International (CWI) analyseerde de nieuwe wendingen in de internationale situatie en bracht verslag uit over de manier waarop de nationale afdelingen van het CWI daarop inspelen. Naast mezelf voor de Linkse Socialistische Partij waren ook vertegenwoordigers van de Oostenrijkse Sozialistische Linkspartei (SLP) en Sosyalist Alternatif uit Turkije aanwezig.Door Eric Byl
Op internationaal vlak was de recente verkiezingsoverwinning van Syriza in Griekenland uiteraard één van de meest besproken ontwikkelingen. Het kadert in een trend die al langer aan de gang was en onder meer tot uiting kwam in de verkiezingssuccessen van onze Ierse (Socialist Party) en Amerikaanse (Socialist Alternative) zusterpartijen. Het referendum in Scotland en de massabewegingen in Catalonië hadden de toenemende wens aangetoond bij de massa’s om onder de politiek van onderdrukking en besparingen onderuit te komen. Met veel interesse werd mijn verslag over de scholierenacties in Gent en het actieplan van het gemeenschappelijk vakbondsfront tegen de rechtse regering aangehoord. Velen wilden weten wat de impact op de beweging zou zijn van de aanslag op Charlie Hebdo en de verijdelde aanslag in Verviers en waren nieuwsgierig naar het verdere verloop van de sociale beweging.
Al deze gebeurtenissen wezen er al op dat de periode van milde reactie die werd ingezet sinds de nederlaag van de revolutie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, stilaan ten einde liep. De vorming van de linkse regering in Griekenland, welke ook de beperkingen daarvan mogen zijn, en de duizelingwekkende golf die inbeukt op het hele Spaanse bestel en waarop Podemos meesurft, kondigen een nieuwe fase in de ontwikkelingen aan. Die zal voornamelijk gekenmerkt worden door een draai naar links, niet dat alle elementen van reactie geweken zijn of dat er geen complicaties meer zouden bestaan, maar de pendule gaat hoofdzakelijk de andere richting uit.
De Duitse perspectieventekst droeg de voor ons wat eigenaardige titel “Van de kaasstolp naar de klassenstrijd.” Voor vertalers naar het Engels en het Frans was dat geen geschenk, maar om de situatie in Duitsland te karakteriseren was het een uitstekende metafoor. Duitsland leek immers lange tijd immuun voor de crisis. Haar Europese ambtsgenoten kunnen er slechts van dromen, maar Merkel staat op het hoogtepunt van haar populariteit. De Zwart/Rode coalitie kon zich zelfs een aantal sociale toegevingen veroorloven zoals omtrent de minimumlonen. Daardoor leek het wel alsof Duitsland zich in een van de rest van Europa totaal verschillend microklimaat bevond. Maar volgens SAV-woordvoerder Sascha Stanicic kan zelfs het Duitse establishment die schijn niet oneindig ophouden. Ook het Duitse wirtshaftwonder wordt stilaan ingehaald door de wereldwijde groeivertraging.Velen verwachtten zich daar niet aan, hadden de ommekeer nog niet zien aankomen. Men zegt wel eens dat de revolutie de zweep van de contrarevolutie nodig heeft. De anti-moslimbeweging Pegida toont niet alleen op karikaturale wijze aan dat het Duitse establishment heel wat mensen in de kou laat staan, maar heeft ook een tegenbeweging losgeweekt. Uiteraard probeert het establishment deze tegenbeweging te recupereren, tracht het er net zoals Hollande in Frankrijk een element van nationale eenheid aan te koppelen, de anti-Pegida beweging te ontdoen van alle sociale inhoud en om te tunen naar een beweging die zich beperkt tot sociale verontwaardiging. SAV-leden uit Dresden vertelden hoe ze de tegenbeweging mee op gang trokken en onmiddellijk koppelden aan eisen voor sociale vooruitgang.
De strijd tegen rechts populisme kende datzelfde weekend trouwens een belangrijk moment in Bremen met 10.000 betogers tegen de partijdag van Alternative für Deutschland. Op zondag werd daarover verslag gebracht door SAV-lid Sebastian Rave die tevens lid is van de leiding van Die Linke in Bremen en één van de sprekers was op die betoging. Over de werking in Die Linke en Solide, de jongerenafdeling ervan, werd ingeleid door Lucy Redler, tevens woordvoerster van Die Antikapitalistische Linke (AKL) binnen Die Linke. De werking van Die Linke verschilt sterk van stad tot stad. In Aachen is er een zeer actieve jongerenafdeling en tracht de partij syndicalisten bij te staan in hun strijd. Elders is de werking van Die Linke beperkt tot het parlementaire en de jongerenafdeling zo goed als onbestaande. Zelfs voormalig parlementslid Heidrun Drittich gaf toe dat de activiteit van Die Linke in Nedersaksen fors teruggelopen is. In Thuringen, in het voormalige Oost-Duitsland waar Die Linke een minister-president levert, wordt de partij door veel arbeiders en jongeren trouwens gezien als deel van het establishment. Het beeld van Die Linke is echter niet eenduidig, het verschilt van regio tot regio en bovendien moeten we afwachten in hoeverre een toename van strijd de partij tot op zekere hoogte nieuw leven kan inblazen.Het congres werd afgesloten op een zeer optimistische noot. Vooral de strijd tegen rechtspopulisme zal de komende periode uitermate belangrijk zijn. SAV staat klaar om daar met haar volle gewicht tegen aan te gaan en wil van het herstel van haar jongerenwerk een prioriteit maken. De afdeling in Hamburg wordt wat dat betreft de maatstaf, enkele van de jongeren uit die afdeling maakten trouwens een zeer sterke indruk tijdens het congres. Op het syndicale vlak speelt SAV een belangrijke rol in het ondersteunen van de strijd van de kleine spoorbond GDL en in het argumenteren tegen het opleggen van een eenheidstarief per sector waardoor het onmogelijk zou worden met de meer strijdbare sectoren nog langer een doorbraak te forceren die dan later veralgemeend kan worden.
Ik had ervoor geopteerd om niet rechtstreeks naar Berlijn te reizen, maar via Aachen te gaan en van daaruit samen met de lokale afgevaardigden te sporen. Onderweg zouden we dan afgevaardigden uit Keulen, Dortmund en Kassel oppikken. Sneeuw en ijs strooiden roet in het eten. Het lokale spoornet, naar Nederlands voorbeeld beheerd alsof het om een privaat bedrijf gaat, viel uit en we moesten alsnog met enkele afgevaardigden met de wagen aanzetten. In het terugkeren had ik meer geluk. Het stelde me in staat met de lokale afgevaardigden meer gedetailleerd hun werking te bespreken. Het leverde me talloze tips op die ongetwijfeld van onschatbare waarde zullen zijn voor de lokale LSP-afdelingen.






