Your cart is currently empty!
Forse toename van het aantal stakingen in Duitsland
Werkende bevolking wil haar deel van de voordelen van het ‘herstel’
Analyse door Sascha Stanicic van Sozialistische Alternative (SAV)
We zijn pas juni, maar het aantal dagen dat dit jaar ‘verloren’ ging door stakingen in Duitsland ligt al meer dan dubbel zo hoog als het totaal van 2014. We zitten op het hoogste niveau sinds 2003. Na grote waarschuwingsstakingen van de publieke sector en de metaal eerder dit jaar, was er de drie weken durende staking in de kinderopvang en onder sociale werkers. Er was ook de grootste staking van treinbestuurders uit de geschiedenis van het land. En er waren waarschuwingsstakingen in de postdiensten, de distributiesector en de verzekeringssector. Bij de post is er vorige week een staking van onbepaalde duur gestart. Bij Siemens was er een actiedag tegen de geplande afdankingen. De vakbond ver.di zal wellicht snel overgaan tot een staking van onbepaalde duur in het grootste universitaire ziekenhuis van Europa, Charité in Berlijn. Al deze acties wijzen op een veranderende situatie in de motor van de Europese economie.
Duitsland kwam uit de ‘grote recessie’ en de eurocrisis als de belangrijkste economische en politieke macht van het continent. Het was een van de eerste landen die het niveau van het bruto binnenlands product van voor de crisis terug haalde. Deze relatieve – en kunstmatige – economische stabiliteit en kracht vormen de belangrijkste basis voor een schijnbare politieke stabiliteit en een relatief sterke positie van kanselier Merkel en haar grote coalitieregering. De afgelopen jaren dachten veel werkenden op basis van de situatie in andere Europese landen dat ze in een gunstige positie zaten omdat Duitsland niet meegesleurd werd in de spiraal van crisis en harde besparingen. De grote coalitie begon deze ambtstermijn zelfs met een aantal erg beperkte sociale hervormingen, zoals de invoering van een minimumloon van 8,5 euro per uur.
Maar, en dit is een grote maar, de Duitse economische kracht wordt niet weerspiegeld in de levensstandaard van de werkende bevolking. De economische groei is mee gebaseerd op een uitbreiding van de lageloonsector en precaire arbeidsvoorwaarden met een toenemende werkdruk. Voor veel werkenden is de stress niet meer houdbaar. Dat is een element dat in veel van de stakingsacties en conflicten de afgelopen periode terugkwam. Deze stakingen hebben samen met een toenemende polarisering rond de kwestie van migr atie geleid tot een verandering in de politieke situatie van het land. Eind 2014 waren er de eerste racistische betogingen onder de naam ‘Pegida’ (zie eerdere artikels hierover) en dit leidde tot massale antiracistische betogingen in heel het land. Er waren ook betogingen tegen het vrijhandelsakkoord TTIP, in oktober wordt daar een grote betoging rond gepland. En tijdens de G7-top in Beieren waren er vorige week eveneens tienduizenden betogers.
De recente stakingen troffen vooral de publieke sector – spoor, post, ziekenhuizen, kinderopvang en sociaal werk. Er waren verschillende aanleidingen, maar een gemeenschappelijk element is de strijd tegen slechte arbeidersvoorwaarden. Het ging ook om stakingen met een duidelijker politiek karakter want de vraag werd steeds gesteld of de openbare diensten in publieke handen moeten blijven of afgestemd worden op de winsten. Het is mogelijk om de verschillende bewegingen samen te brengen in een gezamenlijke strijd voor betere arbeidsvoorwaarden, arbeidersrechten, de verdediging van de publieke sector en eenh erverdeling van de rijkdom. Maar de vakbondsleidingen zetten geen stappen om tot een gecoördineerde strategie te komen.
Treinbestuurders
Bij de staking van de treinbestuurders van de GDL, de vakbond van Duitse treinbestuurders, bleek integendeel een open scheuring binnen de vakbeweging. De GDL is een oude beroepsvakbond die geen onderdeel vormt van de federatie DGB maar van de traditioneel meer conservatieve federatie DBB die vooral ambtenarenbonden verenigt. Maar de spoorbond EVG die bij de koepel DGB behoort heeft een lange traditie van medebeheer en uitverkoop van de belangen van het personeel. Hierdoor kon GDL met een meer strijdbare opstelling en de organisatie van stakingen uitgroeien tot de sterkste vakbond onder de treinbestuurders, terwijl de EVG de sterkste blijft onder de rest van het personeel. Er waren gelijkaardige ontwikkelingen bij andere beroepsgroepen, onder meer de piloten of de dokters. De opkomst van meer strijdbare ‘beroepsvakbonden’ vormt een bedreiging voor zowel de kapitalistische klasse als de huidige vakbondsleidingen.
Om de groeiende invloed van deze vakbonden te stoppen, ging de regering over tot het invoeren van nieuwe antivakbondswetten waarbij het recht om CAO’s te sluiten wordt beperkt en bijgevolg door de Duitse wetgeving ook het wettelijke recht om stakingen uit te roepen aan banden wordt gelegd. Dat recht wordt beperkt tot de grootste vakbond op een werkplek. De meeste vakbonden die tot de federatie DGB behoren, steunden het voorstel. Zeker in de industrie was dat het geval, daar spreekt de leiding over de nood aan ‘eenheid’ maar eigenlijk is ze bang dat de leden inspiratie zouden halen uit de huidige strijdbaarheid van vakbonden als GDL. Onder druk van de basis hebben de vakbond in de publieke sector ver.di, de lerarenvakbond GEW en de voedingscentrale NGG zich tegen het wetsvoorstel verzet.
De strijd van de treinbestuurders was direct verbonden met het wetsvoorstel. Het management bij het spoor probeerde de onderhandelingen uit te stellen tot het wetsvoorstel door het parlement werd gestemd op 29 mei. Het leidde tot de grootste staking van de treinbestuurders ooit. De treinbestuurders staakten ook voor gelijke lonen voor alle bestuurders en voor betere lonen en voorwaarden voor alle ander rijdend personeel. Maar de leiding van de DGB-vakbonden gingen in tegen de actie en haalde vooral uit naar de ‘afgesplitste’ GDL. In feite vormt een groot deel van deze leiding een alliantie met de bazen tegen een vakbond die door velen wordt gezien als de enige die echt opkomt voor de belangen van de leden. Ondanks het verzet van de DGB-leiding en de enorme mediacampagne tegen de staking, wijzen opiniepeilingen erop dat de helft van de bevolking consistent steun gaf aan de treinbestuurders en dezelfde peilingen gaven aan dat er onder de basis van de DGB-vakbonden een grote steun was voor de acties. De vakbondsleidingen organiseerden geen solidariteit met GDL, waarop SAV samen met andere linkse activisten en syndicalisten het initiatief nam voor een solidariteitskrant die de afgelopen zes maanden al zes keer verscheen op een oplage van enkele tienduizenden exemplaren.
De antistakingswetgeving is niet gestopt, maar de treinbestuurders kregen een garantie van de spoordirectie dat er een collectief akkoord komt voor de treinbestuurders en dat dit akkoord los zal staan van de akkoorden met de grote vakbondsfederatie. Socialisten zijn doorgaans voor de grootst mogelijke eenheid onder de werkenden van een bedrijf en verdedigen het idee van een zelfde contract voor iedereen. Maar onder deze omstandigheden was de strijd van GDL voor een eigen contract de enige realistische manier om een strijdbare syndicale opstelling naar voor te brengen. Op het ogenblik van schrijven zijn er onderhandelingen over de eis van een loonsverhoging met 5%, een inkorting van de arbeidsweek met een uur en een vermindering van de vele overuren.
Acties in de kinderopvang en onder sociale werkers
Vorige week werd een drie weken durende staking van de publieke kinderopvang en sociale werkers onderbroken voor onderhandelingen. De vakbond ver.di eist er een betere functieclassificatie voor de 240.000 personeelsleden waardoor er een gemiddelde loonsverhoging met 10% zou komen. De lonen in de sector werden eerder in 2005 fors naar beneden gehaald. Hogere lonen zouden belangrijk zijn in wat traditioneel erg vrouwelijke jobs zijn. Een succes in de kinderopvang zou andere vrouwen motiveren om ook voor hun rechten op te komen.
Er was een grote deelname aan de staking met ook grote betogingen en een brede steun onder ouders en de rest van de bevolking. Iedereen begrijpt het belang van de functie van personeel in de kinderopvang en van sociale werkers. Er waren elementen van grotere betrokkenheid en democratie, met stakersvergaderingen in de regio’s en een nationale conferentie van afgevaardigden van de stakersvergaderingen. Op deze conferentie beloofde ver.di-voorzitter Frank Bsirske dat de staking niet zou stoppen voor er een aanvaardbaar voorstel op tafel kwam. Maar de vakbondsleiding besloot toch om de staking te onderbreken voor onderhandelingen. Als de werkgevers een verzoening vragen, moeten de werknemers hun stakingsactie stoppen. Deze regel werd de afgelopen jaren betwist door strijdbare syndicalisten, maar ze bestaat nog steeds. Het gevaar is nu dat de vakbondsleiding geen nieuwe stakingsacties zal ondernemen en zal instemmen met een compromis dat niet overeenstemt met de verwachtingen van het personeel.
SAV-leden onder de stakers roepen op tot een bredere solidariteitscampagne in de publieke sector met ook solidariteitsstakingen en gecoördineerde acties van verschillende strijdbewegingen.
Charité ziekenhuis
Een belangrijk conflict is dit in het grootste universitaire ziekenhuis van Europa, Charité in Berlijn. Met een tekort van 162.000 personeelsleden in de Duitse ziekenhuizen vragen de vakbonden een wet om het aantal personeelsleden per patiënt vast te leggen. Het personeel van Charité wil daar niet op wachten, maar eist nu een nieuw collectief akkoord waarin de verhouding tussen het aantal patiënten en personeelsleden wordt vastgelegd. Eind april hielden de personeelsleden van charité voor het eerst ooit een waarschuwingsstaking rond deze eisen. Het werd gevolgd door een referendum onder de leden waarbij een duidelijke meerderheid voor stakingsactie stemde. Die stakingen zullen wellicht beginnen in de tweede helft van juni. Deze staking is van nationaal belang, zelfs indien het beperkt is tot een enkele werkplaats in slechts een stad. Succes in deze staking kan de deur openen voor personeel in andere ziekenhuizen. SAV-leden spelen een belangrijke rol in zowel de vakbondsafdeling als de solidariteitsgroep ‘Inwoners van Berlijn voor meer ziekenhuispersoneel’.
Vernieuwd syndicalisme?
Er is een duidelijke toename van vakbondsstrijd in een aantal sectoren, in het bijzonder in de publieke sector. Het weerspiegelt de achteruitgang van de voorwaarden in de sector als gevolg van privatiseringen en outsourcing. De vakbonden moeten iets doen als ze niet irrelevant willen worden. Veel werkenden, zowel in de publieke als de private sector, hebben het gevoel dat hun lonen en voorwaarden achterop blijven op een ogenblik dat de Duitse economie een herstel kent en de overheid meer inkomsten uit belastingen haalt. Er ontstaat een nieuwe laag van activisten in strijdbare sectoren en er komen linkse vakbondssecretarissen op de voorgrond die soms proberen om de vakbonden op een meer strijdbare koers te brengen.
In 2013 waren er lange stakingen in de distributiesector en ook dit jaar waren er acties in deze sector. Bij de post wordt geprotesteerd tegen een loonsverlaging door het opzetten van onderaannemers die slechts 13 euro per uur zouden betalen in plaats van het huidige gemiddelde van 17 euro bruto bij de post. Ondanks de toename van het aantal stakingen, is de vakbondsleiding niet naar links opgeschoven, zeker in de industrie was dit niet het geval. In de industrie is de vakbondsleiding vaak nauw verbonden met het management. Dit leidde al tot spanningen tussen de leidingen van verschillende bonden.
SAV-leden zijn actief in de verschillende strijdbewegingen en komen daarbij op voor democratische en strijdbare vakbonden. We roepen activisten op om zich te verenigen in netwerken die de vakbond tot een meer strijdbare koers dwingen en we pleiten voor acties van onderuit om ook voor een politiek alternatief op te komen in de vakbonden, voor democratische en strijdbare vakbonden met een antikapitalistisch programma.