Your cart is currently empty!
Tag: 1 mei 2015
-
1 mei: onduidelijkheid over alternatief op rechtse regering

1 mei in Gent. Foto: Jean-Marie Versyp Een jaar na de verkiezingen waar N-VA als grote winnaar uitkwam en zes maanden van rechtse regering en strijd ertegen, concentreerde de SP.a zich op 1 mei op zichzelf en de voorzittersverkiezingen. Halfslachtige oproepen om het verzet verder te zetten, zoals door Freya Vanden Bossche in Gent, gingen gemakshalve voorbij aan de vraag waarom het verzet na het momentum van 15 december is stilgevallen en de rol van de sociaaldemocratie daarin. In heel wat steden was de aanwezigheid vanuit syndicale hoek beperkter als vorige jaren.
Wie daaruit pessimistische conclusies trekt, vergist zich. Deze 1e mei had eigenlijk in het teken moeten staan van de prachtige beweging die we in het najaar gevoerd hebben tegen de rechtse regering. We gingen daarbij in tegen de stortvloed aan propaganda en banbliksems van werkgevers, hun politici en hun media. Onze beweging van sociaal verzet slaagde erin om niet alleen de arbeidersbeweging mee te trekken, maar ook jongeren, de culturele sector en zelfs een aantal kleine zelfstandigen. Dit alles was mogelijk op basis van de strijdbare tradities van de arbeidersbeweging die ook de essentie van de traditie van 1 mei vormen. Een goed omlijnd actieplan om de strijd te voeren en een opbouw van de bredere solidariteit.
Maar het ontbrak wel aan een duidelijk alternatief op het gevoerde beleid. Ja, we zijn tegen de indexsprong, de verhoging van de pensioenleeftijd of de vele besparingen op onze levensstandaard. Maar wat stellen we in de plaats? Een terugkeer naar de regering-Di Rupo, de regering die de wachtuitkering (inschakelingsuitkering) in de tijd beperkte en eerder het brugpensioen aanpakte?
Het gebrek aan alternatief vanwege SP.a werd uitstekend verwoord door de bijna ex-voorzitter Bruno Tobback die op cynische wijze – ook al kon dat cynisme op verschillende manieren geïnterpreteerd worden – zijn hoop vestigde op niemand minder dan Kris Peeters. Als een voormalige Unizo-man de kastanjes van de arbeidersbeweging uit het vuur moet halen, dan zijn we niet goed bezig. De volgende SP.a-voorzitter, John Crombez, pleitte voor een taxshift naar vermogens om een verlaging van de lasten op arbeid met 10% te financieren. Een taxshift in de vorm van een vermogensbelasting om de vele sociale noden te financieren (extra sociale huisvesting, hogere uitkeringen, openbare diensten, …), dat zou pas een een wervend voorstel zijn. Maar van SP.a valt zoiets dus niet te verwachten.
Net zoals SP.a was ook de PS op 1 mei vooral met zichzelf bezig. Marcourt in Luik stelde dat de partij zich moet herpakken en Magnette verklaarde in Charleroi dat het een “lange en moeilijke strijd” wordt waarbij de PS “eens moet kijken naar wat we niet goed gedaan hebben in het verleden.” Niet dat er aanzet was om het omarmen van de neoliberale logica in vraag te stellen. Neen, van deze sociaaldemocratie valt geen alternatief te verwachten.
Op de verschillende vieringen van 1 mei was ook PVDA sterk aanwezig. Centraal stond daar het pleidooi voor een 30-urenweek. Eindelijk neemt de PVDA de eis van arbeidsduurvermindering opnieuw op als antwoord op de werkloosheid en als broodnodige maatregel om de werkdruk te verlagen. Eerder werd onder meer vanuit Femma, de katholieke vrouwenbeweging, voor een collectieve arbeidsduurvermindering gepleit. Met het voorstel van de 30-urenweek wil de PVDA benadrukken dat het een positief voorstel doet. Een evaluatie van de zes maanden van strijd tegen de rechtse regering kwam er jammer genoeg niet van PVDA dat bang lijkt te zijn om ook maar de minste kritiek op de vakbondsleiding te geven, zelfs indien een deel van die leiding gegijzeld wordt door het gebrek aan alternatief dat zo manifest is bij de sociaaldemocratie. Het resultaat was dat 1 mei niet aangegrepen werd om terug te komen op een van de grootste stakingsbewegingen uit de afgelopen decennia. Als de strijddag 1 mei geen gelegenheid is voor een evaluatie van ons sociaal verzet, wanneer gaan we het dan wel doen?
Met LSP benadrukten we op 1 mei hoe de beweging van sociaal verzet de rechtse regering in het najaar aan het wankelen kreeg, maar merkten we ook op dat het daarbij bleef. Na 15 december ging ons momentum verloren. Dit betekent echter niet dat het ongenoegen verdwenen is, de provocaties blijven elkaar opvolgen en de besparingsmaatregelen worden stilaan steeds concreter en voelbaarder. Op 1 mei bijvoorbeeld ging de minimumbijdrage voor kinderopvang van 1,56 naar 5 euro per dag. De boodschap van N-VA en co is: ‘help uzelf’ ofte ‘trek uw plan’. Dit beleid zal ongetwijfeld tot nieuwe golven van verzet leiden. Om daar een succes van te maken, is het essentieel dat we de eerste golf van sociaal verzet evalueren en tegelijk de grootste zwakte, het gebrek aan een breed uitgebouwd politiek alternatief op de rechtse partijen, aanpakken.

Foto uit Gent door Jean-Marie Versyp Onze militanten kwamen tussen in heel het land en verkochten daarbij 605 exemplaren van ons maandblad of 120 meer dan vorig jaar. Zo verkochten we in Luik 148 kranten, in Brussel 124, in Gent 87, in Brugge 60 en in Aalst 55. Enkele jongeren verkochten in Gent voor ruim 300 euro aan badges. In Antwerpen vormden we een delegatie met onder meer activisten van Tamil-afkomst die met de actieve steun van ABVV Horval proberen om de vakbond onder de meest onderdrukte werkenden uit te bouwen, pionierswerk dat perfect in de traditie van 1 mei past. In de komende weken plannen we in verschillende steden open vergaderingen om een collectieve evaluatie van zes maanden rechtse regering en verzet ertegen te maken. Ga mee in debat zodat we sterker staan voor de strijd die voor ons ligt!
Fotoreeks uit Antwerpen (door Liesbeth):
[divider]
Zes maanden rechtse regering en strijd ertegen. Niet alleen strijd, ook alternatief nodig!
- Antwerpen: donderdag 7 mei om 19u30 in café Multatuli (Lange Vlierstraat). Met Eric Byl, syndicaal verantwoordelijke LSP, en Wouter Gysen, afgevaardigde ACOD Spoor (in eigen naam)
- Gent: vrijdag 8 mei om 19u30 in het Geuzenhuis (Kantienberg). Met Jo Coulier, hoofdafgevaardigde ABVV VUB (in eigen naam), en Thomas Bayens, afgevaardigde ABVV Albert Heijn (in eigen naam)
- Brussel: woensdag 20 mei om 19u in de Pianofabriek (Fortstraat 35, St Gillis)
-
1 mei doorheen de wereld
1 mei is een internationale dag van strijd. Enkel de arbeidersbeweging is in staat om een dergelijke internationale mobilisatie te organiseren. 125 jaar na de eerste viering van 1 mei blijft zowel de methode van internationale strijd als de boodschap van solidariteit en socialisme bijzonder actueel. Hieronder een reeks foto’s en korte verslagen van interventies door onze zusterorganisaties doorheen de wereld.
[divider]
Nigeria

In Lagos, Nigeria, voerden leden van de Democratic Socialist Movement campagne met een infostand, een nieuwe krant en pamfletten van de Socialist Party Nigeria, het electoraal front waar DSM aan deelneemt.[divider]
Pakistan

Betoging in Hyderabad, provincie Sindh in Pakistan. Meer foto’s van interventies in de provincie Sindh vind je hier.[divider]
Maleisië
In Kuala Lumpur, Maleisië, verkochten onze militanten 200 exemplaren van onze krant en 64 van het theoretische magazine van Sosialis Alternatif.[divider]
Turkije
In Turkije voerde onze jonge groep actief campagne op 1 mei. Tevens werd deze eerste mei gebruikt om een nieuw magazine in het Turks te lanceren. Een pdf van dit magazine is verkrijgbaar bij de redactie van socialisme.be.[divider]
Brazilië

In Rio de Janeiro, Brazilië, verwezen onze kameraden onder meer naar de gebeurtenissen in de VS en het racistisch geweld daar. We komen daar later op socialisme.be uiteraard nog op terug.[divider]
Duitsland

In Duitsland waren de linkse socialisten op tientallen activiteiten naar aanleiding van 1 mei. Bovenstaande foto komt uit Dortmund.[divider]
Spanje

In Barcelona kregen de kameraden versterking van een LSP-lid.[divider]
Portugal

Lissabon in Portugal.[divider]
Zweden

In Göteborg, Zweden, verkochten onze kameraden 456 exemplaren van weekblad Offensiv en ook 37 abonnementen. Drie nieuwe leden sloten aan bij Rättvisepartiet Socialisterna.[divider]
Hong Kong
Op 1 mei was er een kleine actie in Hong Kong met zowat 3.000 aanwezigen, waaronder een ploeg van Socialist Action dat ook deelnam aan een actie van Indonesische migranten.[divider]
Taiwan
Met 15.000 betogers was de 1 mei optocht in Taipei, Taiwan, erg groot. Ook het CWI was van de partij.[divider]
Israel
Ook in Tel Aviv, Israël, was er een actie op 1 mei. Wij vormden een blok met een 30-tal leden en sympathisanten en spraken ons uitdrukkelijk uit tegen de belegering van Gaza en de onderdrukking van de Palestijnen. -
1 mei. Verzet tegen bezuinigingen, uitbuiting, oorlogen en onderdrukking
125 jaar sinds de eerste 1 mei viering – werk mee aan een gezamenlijke beweging van de arbeiders voor socialisme!
Het Comité voor een Arbeiders Internationale (CWI, de internationale organisatie waartoe LSP behoort) brengt een socialistische groet en betuigt solidariteit met arbeiders, jongeren en iedereen die door het kapitalisme worden uitgebuit. Dit jaar is de 125e internationale Dag van de Arbeid of 1e mei. De oorspronkelijke oproep tot arbeidersdemonstraties in de hele wereld werd gedaan in juli 1889 op het Internationale Socialistische Arbeiders Congres in Parijs waar de internationale organisatie werd opgericht die later bekend werd als de “Tweede Internationale”. De 1e mei werd gekozen om het bloedbad van Haymarket van 1886 te herdenken. Tijdens een algemene staking in Chicago voor de acht uren dag ging een bom af, wat uitliep op een showproces en in 1887 op de executie van vier arbeidersleiders en activisten op beschuldiging van “samenzwering”. Het succes van de 1e mei in 1890 was zo groot dat een volgend internationaal congres in 1891 besloot om er een jaarlijkse gebeurtenis van te maken.De oorspronkelijke bedoeling van de 1e mei was om de kracht van de arbeidersbeweging te tonen, om recente ervaringen op een rij te zetten, om het verzet tegen het kapitalisme te bevestigen, strijdbaarheid te laten zien en het doel van het socialisme. Gelanceerd op een moment waarop de arbeidersbeweging begon te groeien, soms snel, werd 1 mei de uitdrukking van de geest van socialistisch optimisme van die tijd.
Maar sinds de 1 mei van die dagen is er veel gebeurd. Hoewel er krachtige arbeidersorganisaties zijn opgebouwd en talloze bittere en bloedige gevechten zijn geleverd en revoluties hebben plaatsgevonden, blijft de wereld overheerst door het kapitalisme.
De kapitalistische heersende klasse heeft een strategie van eindeloze bezuinigingen, verlaging van de levensstandaard en verslechtering van de arbeidsvoorwaarden. De wereld wordt geplaagd door conflicten, gewapende imperialistische “interventies”, een gigantisch verspillende militarisering en vreselijke burgeroorlogen, zoals in Jemen, Syrië, Irak en de Oekraïne. Verantwoordelijk voor de tragische verdrinkingen van wanhopige vluchtelingen in de Middellandse Zee zijn de imperialistische oorlogsdrammers en de kapitalistische EU. Hun optreden heeft een aantal landen totaal verwoest en het grootste aantal vluchtelingen sinds de Tweede Wereldoorlog veroorzaakt.
Dit betekent niet dat er niets tot stand is gebracht in jaren van strijd en organisatie van arbeiders. Integendeel, in veel landen heeft de arbeidersklasse grote stappen vooruit gemaakt. Belangrijke democratische rechten zijn bevochten op de heersers, maar ook grote verbeteringen in sociale voorzieningen, onderwijs en gezondheidszorg. Een hogere levensstandaard voor arbeiders waren het resultaat van massale strijd of het dreigen met strijd. Maar, zoals de huidige crisis laat zien, al die verworvenheden kunnen worden bedreigd en zelfs worden teruggenomen zolang als het kapitalisme overeind blijft.
Een van de ergste crises van het kapitalisme
Wij staan op dit moment tegenover één van de ergste crises van het kapitalisme. Zelfs de strategen en denkers van het winstsysteem zijn niet in staat om een optimistisch perspectief naar voren te brengen. Maar we moeten erkennen dat de arbeidersbeweging in veel landen staat voor ernstige problemen en complicaties. De conservatieve leiding van de vakbeweging zijn er niet in geslaagd om de bezuinigingen effectief te bestrijden. En dat geldt ook voor andere aanvallen op de arbeiders en de armen. Het opbouwen van strijdvaardige en democratische vakbonden blijft één van de centrale taken waar de arbeidersklasse voor staat.
Dat wil niet zeggen dat strijd verdwenen is. Integendeel, je ziet overal in de wereld de strijd toenemen. Er is geen decennium geweest sinds de eerste 1e mei dat er niet ergens grote klassengevechten en revoluties zijn geweest.
Op dit moment zien we een ongelofelijk belangrijke radicalisering en het begin van strijd in de VS, de belangrijkste imperialistische grootmacht, vooral rond de eis van een uurloon van 15 dollar en tegen politiegeweld
In het afgelopen jaar hebben in veel delen van de wereld arbeiders en jongeren geprotesteerd en strijd geleverd voor hun eisen. In Brazilië waren er massale protesten rond het WK voetbal, studenten protesteerden in Chili, in Zuid-Afrika was er een grote golf van stakingen, het verzet in China groeide, in België waren grote stakingsbewegingen en massale protesten tegen nieuwe belastingen waren er in Ierland. Twee kiesdistricten in Ierland lieten verrassende overwinningen zien voor kandidaten van de Socialistische Partij (CWI) die in het parlement werden gekozen naast Joe Higgins. Arbeiders daar komen in verzet tegen de bezuinigingen. De CWI is ook een belangrijk onderdeel van de Trade Union en Socialist Coalition in het Engeland, Schotland en Wales en heeft meer dan 100 kandidaten in de komende algemene verkiezingen.
Naast stakingen en protesten werd in januari in Griekenland een regering gekozen die geleid wordt door Syriza. Deze regering is gecommitteerd aan verzet tegen bezuinigingen. In Africa zijn er nieuwe bewegingen tegen autoritaire regimes. De dictator van Burkina Faso, Compaore, is afgezet na 27 jaar aan de macht te zijn geweest.
Dit zijn maar een paar van de laatste voorbeelden van waar arbeiders bereid zijn om voor te strijden. Zelfs lange periodes van wat lijkt op relatieve rust en weinig klassenstrijd, duren niet eindeloos.
Maar in veel landen leggen teleurstellingen uit het verleden en nederlagen een zwaar gewicht op de arbeidersbeweging. En deze situatie wordt verergerd door het offensief dat de heersende klasse heeft ontketend. Dit offensief bestaat niet alleen uit een lagere levensstandaard, maar ook uit een sterk ideologisch offensief tegen de ideeën van collectief verzet en socialisme. De propagandamakers voor het kapitalisme hebben ook de contrarevolutie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten – gewapend imperialistisch ingrijpen, de groei van religieus en etnisch sektarisme en bloedige burgeroorlogen – gebruikt om het wereldwijde enthousiasme voor de revoluties van 2011 in Tunesië en Egypte in te dammen.
De gebeurtenissen na de “Arabische Lente” zijn niet een argument tegen revolutie, maar zij maken duidelijk dat voor blijvende veranderingen een verenigde arbeidersbeweging moet worden opgebouwd met een duidelijk socialistisch programma en een begrip van welke concrete stappen er nodig zijn om een einde te maken aan de overheersing door het kapitalisme en de elite.
Bij het opbouwen van dat soort bewegingen moeten socialisten in staat zijn om uit te leggen waarom het “socialisme” faalde in landen zoals de vroegere Sovjetunie. Dat betekent uitleg over twee essentiële elementen voor het opbouwen van een dergelijke samenleving namelijk het overnemen van de toppen van de economie en de democratische controle en planning daarvan in het belang van de meerderheid. Dat vereist krachtige maatregelen om de ontwikkeling van nieuwe bureaucratische elites te verhinderen.
Uit de brede ervaringen rond zogenaamde “socialistische” of “sociaal-democratische” regeringen die hun beloftes niet uitvoeren en werken binnen het keurslijf van het kapitalistische systeem vloeien vraagtekens voort bij het idee van socialisme als een haalbaar alternatief voor het kapitalisme. De regering van Syriza in Griekenland loopt het gevaar dat ze uiteindelijk niet slaagt in haar verzet tegen de bezuinigingen omdat ze weigert massale steun te werven voor een breuk met het kapitalisme. Internationaal heeft de arbeidersklasse helaas veel gemiste kansen voorbij zien komen. Daarom is het opbouwen van een beweging met duidelijke socialistische ideeën en het vertrouwen om te kunnen breken met het kapitalisme zo belangrijk.
Idee van socialisme als alternatief voor het kapitalisme herleeftOndanks al deze complicaties en problemen zal het idee van het socialisme als alternatief voor het kapitalisme een nieuw leven krijgen wanneer meer en meer arbeiders en jongeren op zoek gaan naar een uitweg uit de economische en sociale impasse waar de wereld in verkeert. Op dit moment is dat het meest zichtbaar in de VS, voor een deel omdat tot nu toe de gedachte van het socialisme in dat land niet sterk aanwezig was. De doorbraak van het socialistische gemeenteraadslid Kshama Sawant in Seattle was een indicatie van de radicalisering in delen van de samenleving in de VS.
De doodlopende weg van het kapitalisme is zichtbaar in het onvermogen dat de heersende vertegenwoordigers van dat systeem hebben laten zien in de afgelopen twintig jaar. Zij konden bijna volstrekt ongehinderd hun gang gaan en kijk naar de puinhoop die zij ervan hebben gemaakt. Het liep uit op een enorme ineenstorting in 2008 die leidde tot economische stagnatie op zijn best en tot het enorm vergroten van de tegenstellingen vanwege de vele economische, sociale en milieucrises. Het kapitalistische systeem zit op een doodlopende weg op een moment dat de snelle ontwikkeling van wetenschap en technologie de mensheid een enorme mogelijkheden biedt. Het winstsysteem is niet eens in staat om voor iedereen veilig water te produceren en leidt tot enorme ongelijkheden over de hele wereld.
De taak voor socialisten en arbeidersactivisten is niet alleen de opbouw, of wederopbouw van strijdvaardige klassenorganisaties, hoe belangrijk dat ook is. We moeten ook de lessen leren van de afgelopen 125 jaar en ze toepassen op de huidige situatie. Die kunnen als volgt worden samengevat: de eerste sleutel tot verandering in de wereld is het beëindigen van de kapitalistische dictatuur over de economie. En de tweede is het opbouwen van een massabeweging die steun kan winnen voor een duidelijk socialistisch programma, vooral onder arbeiders, armen en jongeren.
Dat is geen abstracte kwestie, maar een zaak van het naar voren brengen van collectieve actie, socialistische ideeën en deelname aan de gevechten die onvermijdelijk in dit systeem van uitbuiting zullen ontstaan. Op deze manier kunnen socialisten een antwoord geven op de vraag: “Wat moet er gebeuren?” en helpen om een massabeweging tot stand te brengen die uiteindelijk de doelstellingen kan realiseren van degenen die de 1e mei als dag van de arbeid invoerden.
De leden van de groepen en secties van het Comité voor een Arbeidersinternationale (CWI) zullen de 1e mei 2015 vieren over de hele wereld. De CWI roept arbeiders, werklozen, jongeren en armen op om zich bij ons te voegen in de strijd om een socialistische wereld mogelijk te maken.
-
1 mei. Niet alleen strijd, ook alternatief nodig!
Pamflet LSP-Antwerpen op 1 mei – pdf
Bijna zes maand geleden kwamen we met minstens 120.000, wellicht zelfs met 150.000, op straat. Het was het begin van een actieplan dat op 15 december uitmondde in de grootste algemene staking sinds de jaren 1980. Er was een enorm enthousiasme, velen staakten voor het eerst, we kregen andere lagen mee en de media speculeerden openlijk over de val van de regering. We zagen de kracht van de arbeidersbeweging en ons potentieel. Het potentieel is er nog, maar het getreuzel na 15 december maakt dat we het opnieuw moeten opbouwen.De vakbonden blijven gekant tegen de indexsprong, het optrekken van de pensioenleeftijd, het schrappen van de wachtuitkeringen etc. De bonden van de openbare diensten eisen investeringen en willen niet dat geraakt wordt aan het ambtenarenpensioen. Maar wat baten woorden als tegelijk de sociale afbraak doorgaat. Velen zijn bereid zich te informeren, te betogen en te staken, maar enkel als onze woorden gepaard gaan met overeenstemmende daden.
Nieuw actieplan zoals in het najaar nodig
Deze regering zal niet zomaar bougeren. Ludieke acties of juridische procedures zullen niet volstaan. Het enige moment dat we de regering lieten wankelen, was tijdens ons eerste actieplan. Dat weet ook de ACV-basis die op het congres uitdrukkelijk lieten noteren dat nog steeds van het stakingswapen gebruik zal gemaakt worden. Dat 20.000 hoofdzakelijk vakbondsmilitanten in de gietende regen deelnamen aan de urenlange Grote Parade, bewijst dat niet de actiebereidheid van de basis, maar het getalm aan de top het probleem is.
We weten intussen allemaal wat nodig is. Niet een halsoverkop uitgeroepen algemene staking die maar half opgevolgd wordt en eerder de zwaktes dan de sterktes benadrukt. Maar integendeel een actieplan zoals dat van het najaar, dat opbouwt naar een nog breder gedragen en nog hardere algemene staking om de regering ten val te brengen. Dat vereist dat we intern orde op zaken stellen. Teveel secretarissen, van beide bonden, steken meer tijd in het afremmen van initiatieven aan de basis dan in het samenbrengen en maximaliseren van het volledige potentieel. De beste manier om daarin verandering te brengen is ons beter organiseren aan de basis en zonodig onze delegees en secretarissen ter verantwoording roepen.
Geen terugkeer naar ‘business as usual’
Hoe komt het toch dat de vakbondsleidingen de krachtsverhoudingen die vorig jaar werden opgebouwd zo gemakkelijk weer uit handen gaven? Gebrek aan alternatief, denken we. Ze blijven immers rekenen op de christen- en sociaaldemocratie. Maar die zijn zelf van oordeel zijn dat we langer moeten werken, dat onze lonen te hoog zijn en investeerders best aangetrokken worden met fiscale geschenken. We verdenken hen ervan heimelijk te hopen dat de N-VA de klus klaart in afwachting van hun terugkeer aan de macht.
Als ze denken dat daarmee de sociale rust zal terugkeren, vergissen ze zich echter. De neoliberale besparingstrein leidt niet tot investeringen, maar slechts tot meer besparingen. Wat de vakbondsleidingen ook mogen wensen, de sociale rust ligt achter ons. We gaan naar een periode van veel hardere confrontaties. De werkgevers duwen de N-VA al in de rug: voor het VBO moet de taxshift uit een nieuw cadeau van 3 miljard euro voor de werkgevers bestaan en N-VA-fractieleider Vuye benadrukte al dat het programma van zijn partij opkomt voor de volledige afschaffing van de index. We gaan naar nieuwe confrontaties, de werkgevers willen steeds meer en lieten de provocatieregering met N-VA niet aan de macht komen om het bij één golf van aanvallen te houden.
We moeten daar iets ernstig tegenover plaatsen. De staking van de openbare sector van 22 april was wellicht het eindpunt van zes maanden sociale strijd, maar hier eindigt het niet. De staking van 22 april toonde zowel potentieel als beperkingen. Waar ze goed voorbereid was, bleek de staking succesvol te zijn. Aan de VUB stond het grootste piket in 30 jaar. Bij De Lijn in Antwerpen werd het piket gevolgd door een personeelsvergadering met 70 aanwezigen. Ook bij werkwilligen was er begrip en steun. De woede is niet weg, de besparingen worden concreter en versterken de woede. Maar het ontbreken van een actieplan met duidelijke doelstellingen en een serieuze actiekalender spelen de mobilisatie parten.
Strijd is nodig, maar we hebben ook een alternatief nodig op politiek vlak. LSP denkt dat als alle oprechte linkse activisten, organisaties en partijen hun krachten bundelen tot een nieuwe brede en democratische strijdpartij, dit het politieke landschap flink dooreen kan schudden.
[divider]
Onze strijd samen evalueren!
We moeten een evaluatie maken van zes maanden rechtse regering en onze strijd ertegen. Laat ons dit niet overlaten aan de gevestigde media en de commentatoren die daar steeds aan bod komen. De kracht van het eerste actieplan bestond uit onze acties, laat er ons zelf een evaluatie van maken. Het actieplan toonde ons potentieel, maar we zullen het opnieuw moeten opbouwen om tot eenzelfde momentum te komen. We zullen daarbij nood hebben aan een krachtsverhouding van onderuit, zodat we ook kunnen reageren op diegenen die de beweging op het hoogtepunt stilleggen. Trek samen met ons lessen uit de voorbije zes maanden zodat we sterker staan in de acties die de komende maanden ongetwijfeld opnieuw zullen losbarsten!
Donderdag 7 mei om 19u30 in café Multatuli, Lange Vlierstraat. “Zes maanden rechtse regering en strijd ertegen”. Met Eric Byl (syndicaal verantwoordelijke LSP), Wouter Gysen (afgevaardigde ACOD Spoor) en uiteraard met debat vanuit de zaal.
-
Geschiedenis van 1 Mei. Van de internationale stakingen voor de 8-urendag tot vandaag
1 mei is voor ons een belangrijke dag, het is de internationale dag van strijd, solidariteit en socialisme. Om het belang van deze strijddag van de arbeidersbeweging te duiden, grijpen we terug naar twee artikels uit onze archieven. Het eerste werd in 2012 gepubliceerd, het tweede is iets ouder en dateert uit 2000. Beide geven een idee van de oorsprong van de traditie van 1 mei en van het belang ervan. Een strijdbare 1 mei gewenst!
[divider]
Artikel door Kim (Gent) uit 2012. Afbeelding: weergave van de gebeurtenissen op Haymarket in de VS begin mei 1886.De dag van de arbeid, 1 mei, vormt één van de grootste tradities van de arbeidersbeweging. Deze strijddag is nauw verbonden met de strijd voor de 8-urendag en met de opkomst van de Tweede Internationale op het einde van de 19e eeuw, toen de arbeidersbeweging zich in een fase van opkomst bevond en nieuwe massale organisaties tot stand kwamen.
De oorsprong van 1 mei ligt in de Verenigde Staten. Daar werd op 1 mei 1886 een nationale actie- en stakingsdag georganiseerd om de 8-urige werkdag af te dwingen. Op dat ogenblik was 1 mei in de VS ‘Moving Day’, de dag waarop alle jaarlijkse contracten hernieuwd werden. In totaal gingen zo’n 340.000 arbeiders in staking, een zeer groot succes voor de VS. Het resultaat van de stakingsdag verschilde van regio tot regio. Op sommige plaatsen werd de 8-uren dag ingevoerd.
In Chicago, waar 40.000 arbeiders in staking gingen, werden de eisen niet ingewilligd. Toen er voort werd gestaakt en de bazen van de McCormick-fabrieken op 3 mei de staking wilden breken met werkwilligen en stakingsbrekers, kwam het tot incidenten. De toegesnelde politie schoot met zes doden tot gevolg. Op 4 mei volgde een vreedzame protestmeeting met zo’n 15.000 deelnemers op Haymarket square. Toen de politie op het toneel verscheen, kwam het opnieuw tot incidenten. Een provocateur wierp een bom in de politielinies, die vervolgens in het wilde weg begonnen te schieten. Acht arbeidersleiders werden opgepakt, sommigen kregen de doodstraf anderen levenslang. Enkele jaren later besloot de Amerikaanse vakbondsfederatie om de actie voor de 8-urendag op 1 mei opnieuw op te nemen.
In dezelfde periode ontstonden er in tal van Europese landen nieuwe massale arbeiderspartijen. Zo werd de Belgische Werkliedenpartij (BWP) bijvoorbeeld opgericht in 1885. Naar aanleiding van 100 jaar Franse revolutie kwamen deze partijen in 1889 in Parijs samen om de Tweede Internationale op te richten, een internationale bundeling van arbeidersorganisaties. Op dat oprichtingscongres werd het idee bepleit om een gezamenlijke actie voor de 8-urendag te organiseren. Toen bekend werd dat de Amerikanen sowieso al actie gingen voeren op 1 mei 1890, was het niet moeilijk om die datum voor iedereen naar voren te schuiven.
In België gingen er op die dag zo’n 150.000 arbeiders in staking. Vooral in de mijnsector werd de oproep goed opgevolgd: zo’n 100.000 van de 110.000 mijnwerkers gingen in staking. Er waren betogingen in onder andere Brussel, Charlerloi, Luik, Le Centre, Frameries, Antwerpen, Gent en Leuven.
Internationaal gezien werd er massaal betoogd in Wenen, Praag, Boedapest, Boekarest, Zwitserland, Nederland en Scandinavië. In Engeland en Spanje werd op zondag 4 mei betoogd. In Duitsland, dat toen nog leed onder de strenge ‘socialistenwet’ van Bismarck, staakten 1 op de 10 arbeiders in de industriële centra, met afdankingen en verdere stakingen tot gevolg. Het enthousiasme rond 1 mei 1890 was zo groot dat er besloten werd om er een jaarlijks terugkerende internationale actiedag van te maken.
De kapitalistische elite heeft sindsdien geprobeerd om de impact van 1 mei te minimaliseren. In de VS eiste president Cleveland dat de jaarlijkse actiedag naar begin september werd verplaatst om te voorkomen dat het op een herdenking van Haymarket zou uitlopen. In andere landen, zoals België en Frankrijk, werd 1 mei tot een wettelijke feestdag uitgeroepen om te voorkomen dat er op die dag gestaakt zou worden.
De viering van 1 mei verloopt vandaag dikwijls zeer kleinschalig of op een weinig strijdbare wijze. Maar op momenten dat de arbeidersbeweging in strijd gaat, grijpt ze wel terug naar deze traditie. Zo werd er in de VS op 1 mei 2006 een algemene migrantenstaking gehouden met miljoenen deelnemers en dit tegen wetsvoorstellen gericht tegen illegale migranten. In 2011 waren er 100.000 betogers in Milwaukee, Wisconsin tegen de anti-vakbondsplannen van gouverneur Walker. In 2010 liet het Turkse regime voor het eerst sinds meer dan 30 jaar een 1-mei betoging toe op het Taksimplein, waar vele honderdduizenden aan deelnamen. In 2011 werd deze ervaring herhaald. In Spanje kwamen op 1 mei 2011, vlak voor het uitbreken van de indignadosbeweging, minstens 200.000 mensen op straat tegen de besparingen van de regeringen.
Het wereldwijd organiseren van het verzet tegen uitbuiting en kapitalisme, dat is de traditie van 1 mei. Laten we van onze dag van de arbeid opnieuw een dag van strijd, solidariteit en socialisme maken!
[divider]
Geschiedenis van 1 Mei. Van de internationale stakingen voor de 8-urendag tot vandaag
Artikel door François Bliki uit 2000
De aanklager in het proces tegen de delegees van Clabecq beroept zich op een artikel dat in 1887 aan het strafwetboek toegevoegd werd en dat zegt “dat diegenen die zich gedurende collectieve acties van arbeiders, mondeling of via geschriften tot die arbeiders gericht hebben, persoonlijk verantwoordelijk zijn voor wat nadien gebeurt”. Wat komt dit komt doen in een artikel over de geschiedenis en de betekenis van 1 mei wordt onmiddellijk duidelijk.
Arbeiders in de VS voeren actie
Op 1 mei 1886 staakten in de VS 340.000 werkers voor de 8-urige werkdag, een nooit gezien succes! Dit was het resultaat van 2 jaar propaganda en mobilisatie door de nieuwe Federation of Organized Trades and Labor Unions.
Op sommige plaatsen werd deze eis ingewilligd maar op andere, zoals bij de maaimachinefabriek Mac Cormick in Chicago, reageerden de bazen met lock-outs en lieten ze door de politie werkwilligen en stakingbrekers uit de omliggende dorpen aanvoeren. Toen de werkers hiertegen op 3 mei betoogden, schoot de politie: 6 doden.
Op de protestmeeting van 4 mei kwamen 15.000 mensen opdagen, maar een bomaanslag koste het leven aan 7 politiemensen. 8 arbeidersleiders werden opgepakt en ter dood veroordeeld, niet omdat bewezen was dat zij het gedaan hadden (er zijn trouwens genoeg redenen om aan te nemen dat dit een opgezette provocatie was) maar “omwille van de economische en politieke ideeën die ze verspreid hadden”. De Belgische burgerij was dus niet echt origineel met haar wet!
De oorsprong van 1 mei ligt dus in de Verenigde staten waar op die dag (“Moving day” genoemd)
alle overeenkomsten en contracten gesloten of verbroken worden. Met de gebeurtenissen van mei 1886 kreeg deze dag een speciale betekenis voor de Amerikaanse arbeiders die op hun volgende vakbondscongres van december 1888 besloten om 1 mei 1890 als strijddag voor de 8-urendag in te stellen.
En in Europa….
Aan deze kant van de oceaan hadden de Europese arbeiders zich ondertussen hersteld van de zware nederlaag die ze met het uitmoorden van de Commune van Parijs in 1870-’71 geleden hadden. In die omstandigheden vonden de leiders van de Internationale Arbeiders Associatie het beter de organisatie tijdelijk te ontbinden. Maar zoals Marx voorspelde, hadden de werkers geen andere keuze dan te vechten en zich te organiseren tegen de altijd wederkerende crisissen van het kapitalisme. In die strijd ontstonden in zowat alle landen van Europa massapartijen zoals de Belgische Werkliedenpartij in 1885.
Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Franse Revolutie in 1889 werd de Wereldtentoonstelling dat jaar in Parijs georganiseerd. Een gelegenheid voor de nieuwe partijen om op een internationale bijeenkomst een nieuwe, de Tweede Internationale op te zetten. Op dit congres werd besloten om, in navolging van de Amerikaanse broeders op 1 mei 1890 overal acties te ondernemen voor het bekomen van de 8-urendag.
Deze oproep kreeg zo’n grote weerklank dat de burgerij in paniek sloeg. Er werd gedreigd met ontslagen. In België gaf de minister van Justitie bevel aan de rijkswacht om te onderzoeken wie voor het organiseren van 1 mei gestemd hadden.
In Leuven werden alle soldaten opgeroepen om te voorkomen dat ze de ordewoorden van de arbeiders zouden toejuichen. In Gent werd de hoofdwacht voor 2 dagen gesloten en “het schildwachthuisje weggenomen”. Er werden speciale schietoefeningen georganiseerd voor de burgerwacht “om het op 1 mei goed te kunnen”. In Brussel ging de burgerij letterlijk op de vlucht en droeg alles wat enige waarde had met zich mee.
En de staking werd een succes: 150.000 stakers en dat op gevaar de dag nadien hun job kwijt te zijn! Vooral in Wallonië, waar 100.000 van de 110.000 mijnwerkers het werk neerlegden. Overal werd massaal betoogd. Volgens Le Peuple 20.000 in Charleroi, 17.000 in Frameries, 35.000 in Le Centre, 1000 in Tubize, tienduizenden in Luik… In Leuven 7.000, 10.000 in Gent, 9.000 in Antwerpen, 25.000 in Brussel…
In Duitsland was de “socialistenwet” van Bismarck nog altijd van kracht en de leiding riep op niet te staken. Desondanks staakten in de grote industriecentra een op tien van de arbeiders, met afdankingen en verdere stakingen tot gevolg.
In Wenen, Praag, Budapest en Bukarest, in Zwitserland, Nederland en Scandinavië werd massaal betoogd. In Engeland en Spanje werd op zondag 4 mei betoogd.
Het moet een enorm gevoel geweest zijn! Overal in de geïndustrialiseerde wereld kwamen de arbeiders als één georganiseerde kracht naar buiten terwijl de burgerij machteloos moest toekijken. De werkers worden bewust van hun eigen macht… op voorwaarde dat ze maar samen in een eengemaakte actie optreden. Op zo’n moment, zei Marx, is geen enkele kracht op aarde in staat dit te stoppen.
De recuperatie
Sindsdien is 1 mei niet meer weg te denken uit de geschiedenis van de arbeidersbeweging. Net zoals de “8-urenhuizen” is “de dag van de arbeid” een symbool geworden van de strijd tegen de kapitalistische uitbuiting en de lange werkdagen. Er werd dan ook alles gedaan om de betekenis ervan de verwateren of te vervalsen.
In sommige landen maakte de burgerij er een betaalde feestdag van zodat er niet meer kon gestaakt worden. De sociaal-democratische leiding ging 1 mei gebruiken als mobilisatie voor het algemeen stemrecht en later om te komen vertellen “wat ze in de regering wel allemaal bereikt hebben”.
Naarmate het steeds duidelijker wordt dat ze daar de politiek van de burgerij en niet die van de werkers voeren, wordt op 1-mei al eens met tomaten en eieren naar de leiding gesmeten.
In het vroegere Oostblok was 1 mei na de Revolutie tot nationale feestdag uitgeroepen, maar de stalinistische bureaucratie ging deze dag gebruiken om haar militaire macht te ten toon te spreiden.
Hitler organiseerde op 1 mei verplichte parades ter gelegenheid van de “Nationale Arbeidsdag” om op die manier de potentiële macht van de werkers onder controle te houden. De 1-mei-activiteiten van het Vlaams Blok zijn dan ook niet zo onschuldig als ze ons willen doen geloven!
Maar ondanks al deze pogingen blijft 1 mei een mijlpaal in de geschiedenis van de arbeidersbeweging en spreekt nog altijd tot de verbeelding van geradicaliseerde jongeren en militanten.
Het is een gelegenheid voor marxisten om de ware betekenis ervan in herinnering te brengen en vragen te stellen als: wat rest er nog van die prachtige partijen die in strijd en onder de meest smerige repressie van het patronaat opgezet werden? Bestaan er nog internationale tradities?
Maar ook: wat blijft nog over van die 8-urendag waar zo voor gevochten is? Vandaag blijkt dat 1 kind op 5 gezondheidsproblemen heeft die te wijten zijn aan de werkdruk waaronder de ouders gebukt gaan!
Sinds het begin van de jaren ’80, ondertussen is dat al 20 jaar, is de burgerij bezig om stap voor stap alles terug te pakken wat we in strijd afgedwongen hebben. Van de 8-urendag blijft niets meer over, in vergelijking met vroeger is de sociale zekerheid een lachertje, het statuut van het overheidspersoneel wordt door “onze” (?) eigen ministers uitgehold … En dit in een economische situatie die volgens burgerlijke economen zelden zo goed geweest is! Vroeg of laat, en zeker als de economische crisis weer toeslaat, zullen de werkers zeggen “nu is het genoeg geweest”. En zeggen dat nu al: de stakingsaanzegging in het onderwijs, de witte woede die verder duurt, de politie die staakt… en de beweging breidt nog uit!
In de actie zullen we echter nog maar eens moeten vaststellen dat partijen als de SPA, waarvan ze dachten dat ze hun belangen zou verdedigen, juist het belangrijkste middel zal worden om de politiek van de burgerij door te voeren. De werkers van Clabecq kunnen er over meespreken…
In de jaren 1860-’70, voor de oprichting van de BWP en het afdwingen van het algemeen stemrecht dachten de werkers dat ze in het parlement konden rekenen op de linkse liberalen. Pas nadat dit in de praktijk een illusie bleek waren ze klaar voor het oprichten van een eigen, van de burgerij onafhankelijke partij.
Deze les moet vandaag weer opnieuw geleerd worden, en spijtig genoeg kan dit alleen maar in massale acties, zoals o.a. de 1 mei-bewegingen uit het verleden.
LSP roept nu reeds op voor het vormen van een nieuwe, van de burgerij onafhankelijke arbeiderspartij. 1 mei is een geschikt moment om deze oproep zo breed mogelijk kenbaar te maken en er met de meest bewuste militanten over te discussiëren.
Het kapitalisme is een wereld-systeem, de strijd ertegen moet dan ook internationaal gebeuren. LSP maakt dan ook deel uit van het CWI, het Comité voor een Arbeiders Internationale met secties in meer dan 30 landen.
Vandaag moeten we nog tegen de stroom in roeien en met individuen discussiëren. Maar onvermijdelijk zullen zich weer bewegingen voordoen zoals die van 1 mei 1890 maar dan met een arbeidersklasse die numeriek 1000 keer sterker is.
