Your cart is currently empty!
Category: Sport
-
Racisme in het voetbal: een onbenulligheid?
De voorbije week liet Johan Vermeersch, de beruchte voorzitter van eersteklasser FC Brussels, weer heel wat inkt vloeien in de Vlaamse kranten. Tijdens een crisisvergadering met de spelers van het Molenbeekse elftal ging Vermeersch zwaar uit de bocht: de Congolese spits Zola Matumona kreeg naar het hoofd geslingerd dat “hij beter in een boom zou gaan zitten om bananen te eten”: een zwaar racistische uitspraak.
Een teleurgestelde FC Brusselssupporter
Toch zag Vermeersch dat niet zo. Hij ontkende niet dat hij de bewuste uitspraak had gedaan, maar stelde dat dit niets met racisme te maken had. Aan een journalist van de VRT stelde hij botweg: “Bomen vind je ook in België, en bananen kan je ook hier in de supermarkt vinden, ik zou dit dus evengoed aan een Belgische speler kunnen gezegd hebben”. Daarmee was voor Vermeersch de kous af.
Ook in de zogenaamde excuses op de website van de ploeg ontkende Vermeersch dat hij een racistische uitspraak had gedaan: “Dat ik daarbij zwaar racistisch uithaalde tegenover Zola wil ik ten stelligste ontkennen en mocht iemand zich door mijn woorden beledigd en gekwetst voelen wil ik me hierbij verontschuldigen”, aldus de voorzitter. Dit standpunt werd ook nauwelijks tegengesproken: in het wekelijkse voetbalprogramma Studio Eén stelde de vaste studiogast Herman Brusselmans dat Vermeersch een onbeschofte controlefreak is, die iedereen onbehoorlijk aanspreekt, en dus moet Matumona zich niet geviseerd voelen. Dit was ook de algemene teneur in de meeste krantencommentaren: Vermeersch is een bullenbak, dus de bewuste uitspraak is onschuldig. Een onbeschofterik kan dus geen racistische uitspraken doen?
Een jonge speler als Zola Matumona heeft gelijk om dit soort uitspraken niet te pikken. Jammer genoeg werd Zola daardoor al snel een prooi in handen van malafide individuen uit de Belgische voetbalonderwereld. Advocaat Laurent Denis was er als de kippen bij om het dossier van Matumona op te pikken. Denis is verre van onbesproken: hij was één van de spilfiguren in de zaak Yé, het grote omkoopschandaal dat twee seizoenen geleden het Belgische voetbal trof. Denis werd hiervoor nooit gestraft, en werkt ondertussen vrolijk verder aan duistere en mindere duistere zaakjes in het Belgische voetbal. Denis poogt nu zijn gehavende imago te herstellen door zich op te werpen als de man die Matumona zal verdedigen tegen de bruut Vermeersch.
Aan de andere kant kunnen we zeker niet ontkennen dat Vermeersch een onbeschofte en autoritaire bruut is. In het verleden kwam de voorzitter en zakenman reeds herhaaldelijk negatief in het nieuws wegens zijn grove uitspraken en zijn onbehouwen gedrag. Twee jaar geleden schafte hij het middagmaal voor de spelers af na een zogenaamde zwakke prestatie tegen Cercle Brugge. Vorig jaar negeerde Vermeersch een CAO door de spelersvakbond Sporta de toegang tot het terrein in Molenbeek te ontzeggen, toen die de spelers wou komen inlichten over hun rechten als topvoetballer. Vorig jaar ging de brutaliteit van Vermeersch zo ver dat drie talentvolle spelers uit de B-Kern van Club Brugge uiteindelijk afzagen van een transfer naar FC Brussels, uit angst voor Vermeersch. Een van hen, Grégory Dufer, is ondertussen een vaste waarde bij Standard. Het onbehouwen gedrag van Vermeersch heeft zware negatieve gevolgen voor de hele club.
In de pers wordt Vermeerschs gedrag soms goedgepraat met het argument dat het voortkomt uit het feit dat hij met hart en ziel voor zijn club zou leven. Het is echter maar de vraag of zijn frustraties voortkwamen uit de verontwaardiging van een trouwe supporter of die van een zakenman die zijn investeringen niet ziet renderen. In de Molenbeekse supporterskringen hoort men steeds meer gemor over Vermeersch. Hij leidt de club als een dictator, verziekt de sfeer, en weigert systematisch de hand in eigen boezem te steken wanneer het minder goed gaat. Vooral de transferpolitiek van Vermeersch wordt op de fansites zwaar op de korrel genomen.
Bij Brussels is het sinds enkele jaren de gewoonte dat vooral jonge buitenlandse, spelers worden aangekocht. Vermeersch citeert dit als een bewijs dat hij geen racist is. Of heeft het misschien eerder te maken met het feit dat een jonge Afrikaanse speler kopen goedkoper is dan zelf een jongere op te leiden? Brussels slaagt er niet in om deze spelers blijvend te integreren in de ploeg: jaar na jaar is er een zeer sterk verloop van spelers. Vermeersch zou dus best eerst zijn eigen rol daarin evalueren.
Wat de omstandigheden ook mogen geweest zijn, de uitspraak van Vermeersch is racistisch. Zeggen dat een Afrikaanse speler enkel goed is om bananen te eten in een boom, is even racistisch als pakweg oerwoudgeluiden maken wanneer een gekleurde speler de bal raakt. Racisme is een reëel gegeven in de maatschappij, en het feit dat een voorzitter van een voetbalclub dit soort uitspraken bagatelliseert, maakt de situatie enkel nog maar erger. Je zou als zwarte speler van minder je spelconcentratie verliezen…
Toch is het belangrijk om ook aan te geven waar dit racisme vandaan komt. Het is de huidige sociale situatie, de werkloosheid, torenhoge huurprijzen en de verslechterende werkomstandigheden die een vruchtbare bodem is voor verdeeldheid en discriminatie. Bij een gebrek aan een concrete oplossing voor die problemen, heeft het racistische discours van het Vlaams Belang en heel wat andere traditionele politici zeker zijn effecten bij de bevolking. Campagnes tegen racisme in het voetbal zijn goed bedoeld, maar zullen het probleem niet oplossen zolang de voedingsbodem voor het racisme niet wordt opgelost. Het bouwen van degelijke sociale woningen, het oplossen van de werkloosheid door arbeidsduurvermindering enz. zou ons op dat vlak al een heel stuk verder brengen.
-
Tour de farce – wielrennerij in crisis. Uitdrukking van een samenleving in verval.
Ondanks de heroïek, de spanning, de prestaties en het ploegenspel is het niet het sportieve, maar de dopingaffaires die sinds enkele dagen het nieuws maken in de Tour. Veel helden zijn de laatste jaren van hun sokkel gevallen, volledig uit beeld verdwenen of letterlijk kopje onder gegaan, denken we maar aan Pantani en Vandenbroucke. Dit in het circus van de wielrennerij, waar ooit het volkse, sociale en authentieke centraal stond. Ook dit jaar sneuvelen enkele favorieten voor en tijdens de Tour, sommigen mogen wellicht een kruis maken over hun carrière. Hoe is het zover kunnen komen met de wielrennerij, met de sport?
Bart Vandersteene
Indien de bekentenissen en onthullingen (Ullrich, Basso, Hamilton, Landis, …) die de laatste jaren werden afgelegd maar het topje van de ijsberg zijn – zoals soms wordt beweerd – dan zouden we ons kunnen afvragen of er iemand is die er in de afgelopen 15 jaar de Tour heeft gewonnen zonder doping. Bjarne Riis heeft ondertussen bekend dat hij in ’96 won met de hulp van EPO. Hij is sinds enkele jaren ploegdirecteur van het CSC-team die telkens een kandidaat-tourwinnaar in haar rangen telt. Als de chef het vroeger met doping deed, hoe betrouwbaar is hij dan in zijn begeleiding van de huidige renners? De bijna voltallige omkadering van de huidige renners heeft ofwel als renner ofwel als begeleider aan de EPO-jaren deelgenomen. Hoe geloofwaardig zijn zij dan als diegenen die vandaag de koers willen redden? Als diegenen die de grote kuis moeten houden?
Bij uitbreiding zouden we ons zelfs de vraag kunnen stellen of er iemand vandaag nog een grote koers kan winnen zonder doping. Als we het verhaal van oud-renner Hedwig Van Hooydonck mogen geloven, dan is dit zeer twijfelachtig. En waarom zouden we hem niet geloven? Hij heeft er op 30-jarige leeftijd de brui aan gegeven, beu om de strijd te moeten aangaan met zijn collega’s die met EPO over de heuvels en bergen vlogen. Hij heeft zijn verhaal niet verkocht aan de roddelpers en heeft geen enkel eigenbelang meer in de wielrennerij.
Maar er worden toch weinig klassieke renners geklist? Inderdaad, maar de vraag die zeker mag gesteld worden is “wat is doping”? Enkel datgene dat vandaag opspoorbaar is en op de verboden lijst staat? Of loopt het onderzoek naar de gebruiken in het dopingmilieu en dus de strijd ertegen altijd achter op de nieuwe dopingmethodes?
Het was altijd zo en het zal altijd zo blijven?
Er wordt al snel als volkswijsheid gesteld dat doping altijd bestaan heeft en altijd zal blijven bestaan. De Oude Grieken zouden zich reeds bezondigd hebben aan het drinken van moedermelk om hun prestaties te bevorderen. Maar is dat wel zo, of valt er daarentegen een duidelijke maatschappelijke ontwikkeling te herkennen in de laatste decennia? En is er geen verschil tussen volkse, natuurlijke middeltjes en stimulansen vreemd aan het menselijk organisme.
De belangen in de sport, of het nu de wielrennerij, voetbal of formule 1 is, zijn fenomenaal toegenomen. Er is fenomenaal veel geld en dus belang mee gemoeid. Sporters lijken soms meer op reclameborden dan op atleten. Sport is verworden tot een excuus voor commerciële boodschappen en overwegingen. Investeren in “sport” is voor bedrijven een commerciële beslissingen die niet zozeer met liefde voor de sport te maken heeft maar vooral met een blik op de beursnoteringen en de winstcijfers. Sport beoefenen is dus niet gewoon het meten van talenten, trainingsinspanning, de ‘form’ van de dag, het ploegenspel,… maar wordt vandaag belast met pure commerciële doelstellingen.
Elke sponsor wil dat één van zijn renners de Tour wint, maar helaas is er slechts ééntje die uiteindelijk in het geel kan rijden. Maar de economische wereld weet heel goed dat je overal een mouw aan kan passen als je maar voldoende geld hebt. In die zin zijn de renners van hun ploegen evenzeer een nummer, een robot, een speeltje, een middel zoals dit ook het geval is met de werknemers in een bedrijf. De prestatiedruk wordt enorm opgedreven en verleidt velen om aan het verboden spul te zitten of op zijn minst om zich in de schermzone te begeven waar er risico’s worden genomen. Want tussen wit en zwart bevindt zich een enorme grijszone met vele schakeringen. En de wetenschap is helaas niet ongebonden om een onafhankelijk oordeel te vellen over wat schadelijk of onschadelijk is voor het menselijk lichaam.
Uitbuiting van de mens, zijn arbeid en lichaam
Er wordt roofbouw gepleegd op het menselijk lichaam en dat is ook zichtbaar in de topsport. Maar wat gebeurt in de sport, is geen toeval. Het is gelijkaardig aan wat er gebeurt in de rest van de samenleving. De kapitalistische samenleving gebaseerd op plat winstbejag door uitbuiting, omkoping en fraude krijgt door de neoliberale politiek alle aspecten van het leven in haar greep: ook de sport.
Prestatiedruk druk druk
Sport kan niet los staan van maatschappelijke ontwikkelingen. Doping of prestatiebevorderende middelen zijn niet enkel in de sport aanwezig. Hoeveel mensen zijn er vandaag niet aangewezen op slaapmiddelen, anti-depressiva, kalmeringsmiddelen,… om door het leven te gaan. De werkdruk, stress en prestatiedruk zijn de afgelopen jaren enorm toegenomen en dat merk je overal in de samenleving.
Het aantal mensen met psychische, fysieke en/of emotionele problemen neemt snel toe en daarmee ook het vluchtgedrag in drugs, pepmiddeltjes, medicatie (waar ligt trouwens de scheiding tussen deze?). Aan de band in het fabriek worden zelfs drugs gebruikt om het werktempo te kunnen volgen. Onder studenten worden schijnbaar onschadelijke middeltjes als energiedrankje zoals red bull af en toe reeds afgewisseld met meer gevaarlijke drugs. Om na alle dagdagelijkse beslommeringen de slaap te kunnen vatten en het piekeren te laten moeten alsmaar meer mensen beroep doen op slaapmiddelen.
Van jongs af aan worden we opgevoed in een prestatiesysteem waar af en toe minder fraaie middelen mogen gebruikt worden om je doel te bereiken: beïnvloeding (een lange arm hebben), overredingskracht (ook wel chantage of corruptie genoemd), fraude (wie schrijft als student nu nog zijn eigen thesis als je de verhalen over Morel en Freya hoort).
Het gaat dus niet enkel om de directe materiële belangen die komen kijken bij topsport, maar ook om moeilijker te analyseren fenomenen zoals prestige, erkenning en voldoening. Volgens de heersende moraal vallen deze enkel te bekomen door duidelijk zichtbare en beloonbare prestaties. Vandaar de drang om ergens in op te vallen, uit te blinken, de beste te zijn. Dit verklaart ook waarom zelfs bij amateursport doping gebruikt wordt. Niet zozeer om de materiële beloning die er bijna onbestaande is, maar vooral voor de maatschappelijke erkenning waar veel individuen naar hunkeren.
Bij topsport zoals de Ronde van Frankrijk zullen materiële aspecten natuurlijk ook een grote rol spelen. Winst in de Tour is goed voor zo’n 450.000 euro aan prijzengeld, het ontslag van Rasmussen is dus geen goedkope beslissing.
Wat is het doel van sport?
Zolang in de sport commerciële doeleinden heersen, zal men er dezelfde smeerlapperij krijgen als in de rest van de samenleving. Socialisten strijden voor elke directe bescherming van sport als gezonde vorm van in- en ontspanning, zowel voor de beoefenaar als de toeschouwer.
Vandaar zijn we voorstander van verschillende vormen van dopingbestrijding. Maar we weten dat sport pas vrij zal gemaakt worden als de mens zichzelf bevrijdt van de economische wetten die haar leven en bestaan vandaag dicteren. Dat is de enige echt efficiënte dopingbestrijding die kan worden toegepast. Nu zal wellicht niets gedaan worden. De investeringen met miljoenencontracten voor volgende edities van de Tour liggen al vast. Zelfs indien het idee zou toegepast worden om eens een jaar met enkel amateurs te rijden, dan nog zouden commerciële belangen centraal staan.
Een socialistische wereld kan de sport vrij maken van alle kenmerken van het kapitalisme die de mensheid in zijn greep houdt: nl. vijandigheid, egoïsme, valsheid, winstbejag, liegen en bedriegen. Onder het socialisme, waarbij een enorme toename van de vrije tijd mag worden verwacht, kunnen de voorwaarden worden gecreëerd waarbij elk individu de kans en de tijd krijgt om sport te beoefenen, talenten te ontdekken en zich op een gezonde manier te meten aan anderen. Maar dit alles in een sfeer van vriendschappelijke competitie, respect en bewondering voor elkaar.
We mogen niet toestaan dat het enorme enthousiasme dat vandaag nog altijd bestaat voor volkse sporten als wielrennen en voetbal omslaat in cynisme en aanvaarding van de huidige excessen. Dat opent de deur voor een invloed van rechtse populisten zoals Dedecker die soms een deksel van een doofpot halen in de hoop er successen mee te boeken. Op een ogenblik dat er een sterke toename van doofpotten is, zal je niet ver raken met het openen van hier en daar een deksel. Dat raakt immers niet aan de logica van het systeem.
Er is een fundamentele verandering nodig. Socialisten stellen dat sport en ontspanning toebehoren aan de massa’s en radicaal uit handen moet worden genomen van de “big business”.
-
Crisis in het Belgische voetbal. “Alles draait om geld”
De afgelopen weken konden we er niet naast kijken. Het Belgische voetbal zakt steeds dieper weg. Het wordt uitkijken naar het eerste puntje dat Anderlecht kan halen in de Champions League en de Europese ambities van Brugge en Standard zijn beperkt tot een poging om te overwinteren. Het nationale team slaagde er niet eens in om Kazakstan te verslaan. Wat is er aan de hand?
Reeds jarenlag is het Belgische voetbal aan het wegzakken tegenover de concurrentie uit Engeland, Spanje, Italië, Duitsland, Frankrijk,… Geen enkele topploeg uit België kan nog mee met de grote namen van de voetbalwereld in de 21ste eeuw. Hoe komt dit? Ligt het aan de voetballers zelf? Aan de clubs? Aan de trainers?
Wij denken het niet. In het voetbal is er de afgelopen decennia een ongelofelijke concentratie geweest rond enkele internationale topclubs. In het kapitalisme zien we overal een concentratiebeweging waarbij enkel de grootste bedrijven zich standhouden en steeds groter worden ten nadele van de kleine bedrijfjes die verdwijnen. We zagen dat bij het verdwijnen van de kruidenierszaken ten voordele van grote supermarkten, maar in het voetbal is dit nog duidelijker aanwezig.
In een interview met de Gazet van Antwerpen stelde Paul Bistiaux, secretaris van FC Antwerp, hierover: “Het voetbal van de twintigste eeuw bestaat niet meer, de wereld is die fase voorbij. De mondialisering eist zijn tol en de televisie bepaalt alles. De rijken worden rijker, de armen armer. Als je naar Amerika kijkt, zie je dat in de NBA nog slechts 30 ploegen met megabudgetten spelen. In het Europese voetbal evolueren we volgens mij ook naar één supercompetitie. Daar zal met moeite nog een Belgische ploeg in spelen.” Johan Timmermans, voorzitter van KV Mechelen, vult aan: “Als we nog op dat hoge niveau willen meespelen, doen we beter de boeken dicht, want dat lukt toch nooit meer.” Bovendien stellen ze vast dat er wel nog geld circuleert, maar enkel op het hoogste niveau. Het interview met onder meer Bistiaux en Timmermans droeg de veelzeggende titel “Alles draait om het geld.”
De opmerkingen van de Bistiaux en Timmermans zijn terecht. De afgelopen decennia is er in het voetbal een versterkte tendens geweest om een kleine groep topclubs te versterken, ten nadele van alle andere clubs. Het resultaat is dat het niveau buiten de topclubs daalt. Dat zien we in de Belgische competitie en bijgevolg ook bij het nationale team.
De topclubs worden gedomineerd door de belangen van grote bedrijven en ze worden een belangrijk bedrijf op zich, soms zelfs met een notering op de beurs. Hierdoor staan enkel de zakelijke belangen centraal, de winst. Het sportieve element van een leuke wedstrijd die aangenaam en betaalbaar is om naar te kijken, is niet zo belangrijk.
Voetbal moet een toegankelijke sport zijn. Dat kan enkel indien niet de belangen van de grote bedrijven centraal staan, maar de belangen van de honderdduizenden supporters en de duizenden voetbalclubs. Nu draait alles om het geld, wij willen dat alles om het voetbal zou draaien. Daarom verzetten we ons tegen de commercialisering van voetbal.
-
Een dure prijs voor een mooi spel. Interview met Kevin Miles, woordvoerder voetbalfans
Naar aanleiding van de Wereldbeker Voetbal spraken we met Kevin Miles, een lid van de Socialist Party in Engeland en internationale coördinator van de Football Supporters Federation. In die hoedanigheid is Kevin de officiële woordvoerder van de voetbalsupporters. Hij is momenteel in Duitsland met de “supporters ambassade”.
Interview door John Reid
In Engeland werd heel wat geklaagd over het feit dat de gewone supporters geen tickets konden krijgen. Wat is jouw algemene indruk over de prijzen en de verdeling van de tickets?
Jammer genoeg is het net zoals bij vorige grote evenementen opnieuw een probleem. De FIFA maakt geen aanstalten om dit te veranderen. Zowat 40% van alle tickets worden gegeven aan sponsers, bedrijven en voetbalfederaties van niet-deelnemende landen. Ze worden dus door de FIFA niet op een directe manier aan de supporters ter beschikking gesteld.
Dat betekent niet dat ze uiteindelijk niet bij een aantal supporters terechtkomen. Het betekent echter dat supporters vaak honderden euro moeten betalen op de zwarte markt. Uit ervaring weten we dat de tickets voor sponsers en bedrijven het vaakst op die zwarte markt terecht komen. De prijs voor een ticket voor de wedstrijd Engeland-Trinidad liep op tot 600 euro.
De zwarte markt is een schande en het maakt misbruik van de liefde voor het spel. De meeste tickets op de zwarte markt komen er niet op individuele basis, maar door de tussenkomst van georganiseerde bendes.
Alle maatregelen van de FIFA om de zwarte markt tegen te gaan, richten zich nu tegen de gewone supporters. De maatregelen zijn er op gericht om de persoon die heel wat geld heeft betaald, de toegang tot het stadion te ontzeggen.
Ieder ticket op de zwarte markt is natuurlijk wel een ticket dat aanvankelijk werd bezorgd door de FIFA aan iemand die meer interesse heeft in het geld dan in het bekijken van een voetbalwedstrijd. Dat is de essentie van de zwarte markt.
Van de tickets die rechtstreeks aan de Engelse supporters werden aangeboden, waren er slechts weinig die op de zwarte markt terechtkwamen. Echte voetballiefhebbers willen hun tickets niet zomaar afstaan, ook niet voor heel wat geld.
Het probleem van de zwarte markt werd ook bijzonder duidelijk bij de wedstrijd tussen Togo en Zuid-Korea. McDonalds had een aantal tickets verloot onder klanten, maar het bedrijf voorzag niet in vluchten of accomodatie voor de winnaars. Hierdoor werden heel wat tickets niet opgehaald.
McDonalds besefte dat het honderden tickets over had. Het officiële beleid is dan om naar de vestigingen van het bedrijf te gaan en de tickets aan het personeel te geven.
Maar nu werden de tickets gewoon verdeeld in de stad. Een aantal speculanten kreeg deze tickets in handen en verkocht ze door voor zo’n 300 euro per ticket…
Dit toont nogmaals aan dat de sponsers teveel tickets krijgen en geen interesse hebben in wat er uiteindelijk mee gebeurt. Deze tickets belanden al snel op de zwarte markt waar er megawinsten op worden gemaakt.
We krijgen hier de indruk dat er een goede sfeer is onder de voetballiefhebbers. Klopt dat beeld?
De sfeer is effectief erg goed. Uit mijn ervaring blijkt dat de belangrijkste factor bij het vreedzaam verloop ligt bij de begeleiding. Er zijn onvermijdelijk grote massa’s aanwezig met allerhande soorten mensen. En sommigen drinken dan wel eens iets meer dan wat ze eigenlijk aankunnen.
Het is dan belangrijk dat de politie die paar kleine incidenten effectief behandelt als kleine incidenten, maar dat er een rustige houding is tegenover de rest. Zoniet kan het snel escaleren en komen er confrontaties met volledige groepen. Totnutoe heeft de Duitse politie een rustige aanpak gehanteerd.
Heel wat Engelse voetballiefhebbers zijn het beu om een slechte reputatie mee te dragen en ze zijn het vooral beu dat er daar steeds gevolgen aan gekoppeld worden: een brutale politie-aanpak, verdachtmakingen en vijandigheid. Die reputatie kwam er op basis van problemen in het verleden, maar steeds van problemen veroorzaakt door een kleine minderheid. De afgelopen jaren was er een steeds bredere groep van liefhebbers die het Engelse team volgde.
Ik ben het er niet mee eens, maar er wordt wel eens gesteld dat het gedrag van de Engelse supporters beter is omdat er meer aanhangers uit de middenklasse komen. Wat denk jij daarvan?
Er is een bredere basis van supporters. Maar de steun van de arbeiders voor de ploeg blijft. Bij de vorige Wereldbeker in Japan was het bijwonen van een wedstrijd erg duur waardoor enkel beter begoeden naar de wedstrijden gingen. Dat was dan zogenaamd de reden voor het betere gedrag.
Maar ook toen was het voor een ticket voor de Wereldbeker nodig om te voldoen aan de voorwaarden van de Engelse voetbalbond. De tickets gingen in de eerste plaats naar supporters die ook gingen kijken naar de kwalificatiewedstrijden.
Er waren minder supporters aanwezig omdat velen het zich niet konden permitteren. Maar voor velen is dit hun vakantie waarvoor gespaard werd. De Wereldbeker is om de vier jaar een grote gebeurtenis voor veel supporters.
De Engelse St George vlag wordt niet enkel door blanke arbeiders als symbool gebruikt, maar ook door delen van de zwarte en Aziatische bevolking. Wat vind jij daarvan?
De St George vlag is duidelijk niet langer een symbool dat gemonopoliseerd wordt door extreem rechts. Het idee dat de Engelse nationale identeit nationalistisch, xenofoob en racistisch zou zijn, behoort tot het verleden.
Ik kijk hier uit op een plein in Nurenberg. De meeste supporters van Engeland zijn nog steeds blank, maar ik zie ook heel wat mensen van Aziatische afkomst en ook veel vrouwen.
De mannelijke blanke arbeiders komen nog steeds naar hier om de Engelse ploeg te steunen, maar de supportersgroep is nu veel breder. Voetbalsupporters zijn natuurlijk ook onderhevig aan trends in de samenleving en er zullen wel wat racisten onder de supporters zijn. Maar het idee dat ze de St George vlag gebruiken om extreem-rechts te steunen, is verdwenen.
Gedurende de jaren dat ik deze functie uitoefen, heb ik de sfeer zien veranderen naar een meer open geest en een vriendelijkere sfeer. Dat ontwikkelt ook tijdens het tornooi.
Bij de eerste wedstrijd moeten de supporters nog wennen aan het idee dat ze ergens in het buitenland zijn en contacten kunnen leggen met andere supporters. Dan wordt meer nadruk gelegd op de nationale identiteit. Maar als het tornooi verder ontwikkelt, zijn er meer contacten met andere supporters en komt er een rustiger sfeer, zeker indien de supporters niet steeds op vijandigheid botsen.
Tegelijk zien we een sterke identificatie met hun eigen nationaliteit en toch veel meer interactie met andere nationaliteiten dan in het normale leven van de meeste supporters.
Hoe gaat het met de “supporters ambassades”, de Fans Embassy?
Het gaat erg goed, we krijgen steeds meer steun voor dit initiatief. Het idee dat er een onafhankelijke organisatie van supporters voor supporters is, die advies en informatie geeft, wint heel wat steun en wordt populair.
Er is ook vertrouwen bij de supporters omdat het een volledig onafhankelijke organisatie is. De supporters weten dat ze steeds bij ons terecht kunnen, wie ze ook zijn.
-
Wereldbeker voetbal. Winsten en prostitutie
Ik ben niet direct de grootste voetballiefhebber. Maar als kind was ik wel verzot op het voetbal en ik herinner me nog de opwinding rond de Wereldbeker van 1982 in Madrid, mijn eerste “bewuste” voetbalbelevenis.
Tanja Niemeier
In 1982 kende ik alle spelers van het Duitse team aan de hand van het nummer op hun shirt en ik herinner me nog de zenuwen die ik had toen Uli Stieleke in de halve finales een penalty miste tegen Frankrijk. Ik heb dus alle begrip voor de opwinding die veel voetballiefhebbers vandaag voelen bij de Wereldbeker. Ik begrijp zeker ook hun wil om in de stadia naar de wedstrijden te gaan kijken.
Maar daar beginnen de problemen al. Voor veel gewone voetballiefhebbers is het niet mogelijk om naar de voetbal te gaan kijken. Het zou een sport voor de massa’s moeten zijn, maar de Wereldbeker is één van de meest gecommercialiseerde evenementen ooit en bovendien volledig gericht op de belangen van de grote bedrijven.
Gewone arbeiders hebben weinig kans om een betaalbaar ticket te vinden voor een wedstrijd op de Wereldbeker. Ze moeten betalen en een “grondige ondervraging” ondergaan vooraleer hun naam op een lijst van geïnteresseerden komt in een soort van tombola voor tickets.
Het is ironisch dat er volgens organisaties van voetballiefhebbers zo’n 70.000 lege zitjes zullen zijn tijdens het tornooi. Het gaat om 70.000 “vriendschappelijke entreekaartjes” die samen zo’n 170 miljoen euro waard zijn (2.400 euro per kaartje) en die wellicht niet zullen verkocht raken.
De internationale voetbalassociatie FIFA kan beter omschreven worden als een groot bedrijf. De FIFA zal naar schatting 1,7 miljard euro aan inkomsten kennen in vergelijking met 580 miljoen euro aan uitgaven. De verkoop van televisierechten en de exclusieve commerciële akkoorden brengen goed op voor de FIFA.
De FIFA trok zelfs naar de rechtbank om zeker te zijn dat bakkerijen de naam Wereldbeker 2006 niet zouden kunnen gebruiken bij producten. De FIFA zal dus heel wat winsten maken en dat staat in een schril contrast met de 40 miljoen euro aan overheidsgeld dat dagelijks besteed wordt aan de Wereldbeker bovenop de 1,2 miljard euro die reeds werd uitgegeven.
Het is niet verwonderlijk dat de grote bedrijven de Wereldbeker en alles er rond zien als een mogelijkheid om heel wat winst te maken. Als er dergelijke mogelijkheden zijn, dan is de seksindustrie nooit ver weg. Volgens een opmerkelijk artikel in de Britse krant The Guardian (30 mei) schat de Coalitie tegen Vrouwenhandel (CATW) dat er zo’n 40.000 extra vrouwen zullen “geïmporteerd” worden in Duitsland. Sinds 2001 is prostitutie legaal in Duitsland. In Berlijn kwam er een 3.000 vierkante meter groot megabordeel naast de gebouwen van de Wereldbeker. Er kunnen in dat bordeel tot 650 “klanten” tegelijk worden bediend.
Als vrouw en socialist ben ik tegen prostitutie. Ik vind de bouw van dat megabordeel dan ook schandalig. Er kan geen betere illustratie gegeven worden van hoe mensen en vrouwen in het bijzonder steeds meer als koopwaar worden beschouwd in een kapitalistische samenleving.
Het is ook waarschijnlijk dat heel wat van die zogenaamd “geïmporteerde” vrouwen het slachtoffer zijn van vrouwenhandel en bovendien niet in een positie zitten waarin ze zichzelf kunnen verdedigen tegenover geweld en misbruik door pooiers of ‘klanten’.
Adrian Cooper, een woordvoerder van de voetbalassociatie stelde in de media dat de FIFA niet bezorgd is of er voetballiefhebbers naar bordelen gaan. Hij stelt dat het FIFA enkel een voetbalorgaan is en geen sociale instelling.
De houding van de FIFA om enkel de winsten centraal te stellen, zorgt ervoor dat deze aanpak niet als een verrassing komt. Waarom zouden we op de grote bedrijven moeten vertrouwen om andere grote bedrijven te controleren? Een aantal kritische organisaties van voetballiefhebbers hebben de kwestie opgenomen en worden daarin gesteund door vrouwenorganisaties.
Als we het voetbal willen heroveren op alle niveaus, zal de vakbondsbeweging deze kwestie internationaal moeten opnemen. Dat is nog steeds de sterkste organisatie van de arbeidersklasse en zij heeft een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de Wereldbeker kan worden wat de meeste liefhebbers ervan verwachten: een opwindende en genietbare internationale gebeurtenis waarbij het motto van deze wereldbeker, “De wereld: thuis onder vrienden”, geen holle frase is die een bittere nasmaak laat.
-
Wereldbeker voetbal. Veel voetbal, maar vooral veel commercie
De komende dagen zullen we verder overspoeld worden met beelden en verslagen van de Wereldbeker voetbal in Duitsland. Dit is één van de belangrijkste sportevenementen op wereldvlak en ik kijk er dan ook al vol spanning naar uit. De mogelijkheid om een aantal van de beste voetballers ter wereld aan het werk te zien, is een aangenaam vooruitzicht.
Het toernooi zal op televisie komen in 189 landen en zal wellicht gevolgd worden door miljarden mensen. Er worden drie miljoen toeschouwers verwacht in Duitsland.
De grote bedrijven willen uiteraard inspelen op een dergelijk groot publiek. Er wordt verwacht dat zo’n 16 miljard dollar zal besteed worden aan reclame. Het is niet verwonderlijk dat bedrijven zo’n bedrag willen uitgeven in het kader van dit toernooi. Adidas bijvoorbeeld verwacht dat het dit jaar voor zo’n 1,5 miljard dollar aan producten gelieerd aan het voetbal kan verkopen.
De impact van de Wereldbeker op New York werd duidelijk toen de VS het evenement in 1994 organiseerde. Toen waren er 452 miljoen dollar extra opbrengsten uit het evenement. Maar het gaat niet enkel om de winsten van bedrijven die direct betrokken zijn bij de Wereldbeker.
Het bedrijf Curry’s verkoopt gemiddeld om de 15 seconden een breedbeeldscherm voor televisies. Er is een toename van de verkoop met 92% op één jaar. Naast al deze bedrijven heeft ook Mastercard een exclusief contract binnen alle stadions van de Wereldbeker.
Hoe zit het echter met de voetballiefhebbers? Er wordt verwacht dat zo’n 100.000 Engelse voetballiefhebbers naar Duitsland zullen trekken. Maar slechts 8% van de bezoekerscapaciteiten in de drie eerste matchen wordt voorzien voor de gewone voetballiefhebbers uit Engeland. Het gaat dus om 4.000 tot 5.000 tickets per match.
Van de drie miljoen tickets die er in totaal beschikbaar zijn voor het toernooi, werden er 1 miljoen verdeeld onder de sponsors. Officieel liggen de laagste prijzen rond 35 euro in de eerste ronde, maar de prijzen op de zwarte markt gaan al sterk de hoogte in. Er worden zelfs tickets verkocht voor meer dan 1.000 euro! Voor de finale zijn er zelfs prijzen boven de 3.000 euro!
De openingswedstrijd van Engeland tegen Paraguay maakt ook de ongelijkheden in het wereldvoetbal duidelijk. De media bracht heel wat verhalen over de lonen in de Premier League die soms oplopen tot 100.000 pond per week. In Paraguay krijgen spelers in de eerste divisie slechts 105 pond per maand of zelfs minder. In de lagere reeksen van de Engelse competitie worden ook veel lagere lonen betaald dan in de hoogste divisie. In de 4 nationale lagere reeksen worden lonen betaald die soms amper boven het gemiddelde loon uitkomen.
De Wereldbeker maakt duidelijk hoe het voetbal wordt gedomineerd door grote bedrijven. Dat gebeurt door de uitbuiting van arbeiders die schoenen en kledij maken voor bedrijven als Adidas of Nike, of door de sponsorakkoorden met grote bedrijven zoals Coca-Cola.
De enorme middelen die vandaag aan voetbal worden besteed zouden in het belang van iedereen moeten worden gebruikt. Zowel de voetballers als de liefhebbers van het spel die toegang moeten hebben tot betaalbare tickets. Het zou ook moeten gebruikt worden voor betere faciliteiten op alle niveau’s.
Voor iedere Ronaldhino zijn er heel wat potentiële Ronaldhinos die hun talenten niet kunnen ontwikkelen omwille van een gebrek aan faciliteiten. Door het voetbal uit de greep van de grote bedrijven te trekken, zou het mogelijk worden om van de Wereldbeker echt een feest van het wereldvoetbal te maken.
-
Manchester United: protest tegen uitverkoop van de club
Bij de Engelse voetbalclub Manchester United protesteren de fans tegen de overname van de club door een Amerikaanse miljardair, Malcolm Glazer. Op 19 mei was er een bijeenkomst van zo’n 500 fans die verenigd werden door hun woede omwille van de overname. De fans menen dat de club hen wordt ontnomen.
Steve North, Manchester
De fans discussieerden over het feit dat het niet enkel gaat om een strijd tegen Glazer, maar tegen iedere vorm van winstzucht bij ondernemers die voetbal louter zien als een mogelijkheid om winst te maken. De fans hebben er genoeg van dat bedrijven en ondernemers hun club zien als een instrument voor winst.
De vijandige overname door Glazer leidt onder de fans tot een gevoel van solidariteit, wat op termijn tot een overwinning kan leiden. De fans hebben besloten om geen producten of fanmateriaal te kopen dat rechtstreeks of onrechtstreeks winst oplevert voor Glazer. Er werd ook aangekondigd dat er direct protestacties zullen plaatsvinden indien grote bedrijven zoals Vodafone, Nike, Budweiser,… proberen een graantje mee te pikken.
De Socialist Party in Manchester steunt de boycotacties en de massale protestacties van de fans. Doorheen een democratisch systeem van één stem per aandeelhouder, willen groepen zoals ‘Shareholders United’ (Verenigde aandeelhouders) de dominantie van de grote bedrijven doorbreken. Er is ook aangekondigd dat de fans zelf zullen materiaal aanmaken (vlaggen, T-shirts, sjaals,…) waarbij de volledige opbrengst zal gebruikt worden om de strijd aan te gaan tegen de dominantie van de grote bedrijven.
De overname door Glazer was gebaseerd op de veronderstelling dat de fans zouden verdergaan met het kopen van producten van sponsors als Nike, Vodafone en Budweiser. Als de voetbalsupporters dit niet meer doen, zal Glazer in de problemen komen. De fans hopen dat ze er zullen in slagen om bij het falen van Glazer klaar te staan met voldoende geld om de club zelf over te nemen.
Als de fans er zouden in slagen om één van de meest gekende bedrijven ter wereld onder democratische controle te plaatsen waarbij het geleid wordt door de leden van de club en niet voor de winst, dan zou dat een sterke boodschap zijn voor iedereen die opkomt voor arbeidersdemocratie en dit niet enkel in hun voetbalclubs, maar ook in de bedrijven, wijken,…
Meer info
Onze Britse afdeling publiceerde een boek over de strijd om voetbal terug op te eisen als sport van en voor de arbeiders. Uittreksels uit dit boek, ‘Reclaim the game’, vind je ook online.
-
Olympische Spelen: Gouden medaille voor het neoliberalisme
De Olympische Spelen gaan vandaag gebukt onder een neoliberale ideologie, die dit evenement als een machtige machine voor haar marketingdoeleinden gebruikt. Het budget voor de Spelen in Athene loopt op tot enkele miljarden euro’s. Hiervan staat 1,2 miljard – 5 keer meer dan in 2000 in Sydney – ter beschikking van de veiligheidsdiensten. De Griekse hoofdstad werd omgevormd tot een echte politiestaat, onder controle van de NAVO.
Stéphane Delcros
Dit is een buitensporig hoog bedrag, wanneer je kijkt naar de moeilijke situatie waarin een groot deel van de bevolking leeft. De autoriteiten hebben de Roma-zigeuners, die zeer talrijk zijn in Athene, “gesmeekt” zich verderop – uit het zicht – te installeren. Het zou inderdaad enorm gênant zijn als de miljoenen bezoekers en sporters zouden opmerken dat Griekenland liever miljoenen investeert in de bouw van een dak voor het Olympisch stadion – bij wijze van architecturaal hoogstandje – dan deze minderheid te helpen door hen bijvoorbeeld een degelijke woonst te geven. In de plaats van de krotten zonder stromend water of elektriciteit waar ze nu in wonen.
Zo vergaat het ook de bedelaars, vluchtelingen en drugsverslaafden die ronddwalen in de buurt van de Spelen. Zij worden ofwel weggewerkt uit het gezichtsveld, ofwel opgesloten in een nieuwe gevangenis die speciaal voor deze gelegenheid werd gebouwd.
De hypocrisie stopt daar natuurlijk niet. Op aanvraag van de verantwoordelijken van de stad Athene werd de wetgeving omtrent prostitutie en pooierschap versoepeld, om prostitués naar de hoofdstad te lokken. Dit met de bedoeling dat toeristen en atleten gemakkelijker van hen gebruik zouden kunnen maken! Dit is een schandalige opwaardering van de kapitalistische uitbuiting van de vrouw. Het contrasteert nogal flagrant met het ideaal van “zuiverheid” en “fair play” dat door de organisatoren van de Spelen te Athene wordt opgehangen.
De vreugde rond het “feest van de sport” werd begin augustus getemperd door de dood van 13 arbeiders bij de bouw van een installatie voor de Spelen. De arbeiders werkten soms meer dan 15 uur per dag, kreunend onder de zware officiële druk om de werken tijdig te voltooien ondanks de vertragingen. Hierdoor gingen ze ook minder geconcentreerd te werk en riskeerden ze meer, soms zelfs dodelijke, ongelukken.
Je kan het niet over de Spelen hebben zonder de “10 geboden”, opgelegd door de sponsors aan de toeschouwers, te vermelden. Zo was het bijvoorbeeld verboden eigen drank en voedsel mee te nemen, aangezien multinationals als Coca-Cola en Mc Donalds het monopolie hadden op de terreinen. Het was ook verboden kleren te dragen van een merk dat de Spelen niet sponsorde en het was zelfs verboden reclame te maken voor zo’n merk..
De doping-affaires – en meer bepaald het feit dat de 2 Griekse sprinters Thanou en Kenteris, die geweldig geapprecieerd worden in hun land, niet aanwezig waren op de anti-doping controle – kon aan de aandacht worden onttrokken. De individualistische, neo-liberale ideologie maakt van de sporter een “ster”, een voorbeeld voor de jeugd. De atleet wordt geëxploiteerd door de sponsors. Hij of zij wordt meegesleurd in een eindeloze zucht naar de overwinning, ten koste van alles. Als je dit samen bekijkt met de steeds grotere hang naar winst, eigen aan het neoliberalisme, begrijp je al snel waarom sport momenteel zo vaak synoniem is met “doping”.
Onder het mom van een “Olympische wapenstilstand” en “vriendschap tussen de volkeren” proberen de organisatoren van de Spelen een boodschap van “hoop, vrede en gelijkheid” onder mensen te lanceren. Het grootste sportieve evenement op onze planeet is nochtans een weerspiegeling van onze maatschappij. De neoliberale ideologie is er alomtegenwoordig ten koste van de sport zelf, die op de tweede plaats wordt gezet. Tijd om de Olympische Spelen uit handen van het kapitaal te halen en onder een systeem van wereldsocialisme de werkelijke “gelijkheid” te realiseren.