Your cart is currently empty!
Wereldbeker voetbal. Winsten en prostitutie
Ik ben niet direct de grootste voetballiefhebber. Maar als kind was ik wel verzot op het voetbal en ik herinner me nog de opwinding rond de Wereldbeker van 1982 in Madrid, mijn eerste “bewuste” voetbalbelevenis.
Tanja Niemeier
In 1982 kende ik alle spelers van het Duitse team aan de hand van het nummer op hun shirt en ik herinner me nog de zenuwen die ik had toen Uli Stieleke in de halve finales een penalty miste tegen Frankrijk. Ik heb dus alle begrip voor de opwinding die veel voetballiefhebbers vandaag voelen bij de Wereldbeker. Ik begrijp zeker ook hun wil om in de stadia naar de wedstrijden te gaan kijken.
Maar daar beginnen de problemen al. Voor veel gewone voetballiefhebbers is het niet mogelijk om naar de voetbal te gaan kijken. Het zou een sport voor de massa’s moeten zijn, maar de Wereldbeker is één van de meest gecommercialiseerde evenementen ooit en bovendien volledig gericht op de belangen van de grote bedrijven.
Gewone arbeiders hebben weinig kans om een betaalbaar ticket te vinden voor een wedstrijd op de Wereldbeker. Ze moeten betalen en een “grondige ondervraging” ondergaan vooraleer hun naam op een lijst van geïnteresseerden komt in een soort van tombola voor tickets.
Het is ironisch dat er volgens organisaties van voetballiefhebbers zo’n 70.000 lege zitjes zullen zijn tijdens het tornooi. Het gaat om 70.000 “vriendschappelijke entreekaartjes” die samen zo’n 170 miljoen euro waard zijn (2.400 euro per kaartje) en die wellicht niet zullen verkocht raken.
De internationale voetbalassociatie FIFA kan beter omschreven worden als een groot bedrijf. De FIFA zal naar schatting 1,7 miljard euro aan inkomsten kennen in vergelijking met 580 miljoen euro aan uitgaven. De verkoop van televisierechten en de exclusieve commerciële akkoorden brengen goed op voor de FIFA.
De FIFA trok zelfs naar de rechtbank om zeker te zijn dat bakkerijen de naam Wereldbeker 2006 niet zouden kunnen gebruiken bij producten. De FIFA zal dus heel wat winsten maken en dat staat in een schril contrast met de 40 miljoen euro aan overheidsgeld dat dagelijks besteed wordt aan de Wereldbeker bovenop de 1,2 miljard euro die reeds werd uitgegeven.
Het is niet verwonderlijk dat de grote bedrijven de Wereldbeker en alles er rond zien als een mogelijkheid om heel wat winst te maken. Als er dergelijke mogelijkheden zijn, dan is de seksindustrie nooit ver weg. Volgens een opmerkelijk artikel in de Britse krant The Guardian (30 mei) schat de Coalitie tegen Vrouwenhandel (CATW) dat er zo’n 40.000 extra vrouwen zullen “geïmporteerd” worden in Duitsland. Sinds 2001 is prostitutie legaal in Duitsland. In Berlijn kwam er een 3.000 vierkante meter groot megabordeel naast de gebouwen van de Wereldbeker. Er kunnen in dat bordeel tot 650 “klanten” tegelijk worden bediend.
Als vrouw en socialist ben ik tegen prostitutie. Ik vind de bouw van dat megabordeel dan ook schandalig. Er kan geen betere illustratie gegeven worden van hoe mensen en vrouwen in het bijzonder steeds meer als koopwaar worden beschouwd in een kapitalistische samenleving.
Het is ook waarschijnlijk dat heel wat van die zogenaamd “geïmporteerde” vrouwen het slachtoffer zijn van vrouwenhandel en bovendien niet in een positie zitten waarin ze zichzelf kunnen verdedigen tegenover geweld en misbruik door pooiers of ‘klanten’.
Adrian Cooper, een woordvoerder van de voetbalassociatie stelde in de media dat de FIFA niet bezorgd is of er voetballiefhebbers naar bordelen gaan. Hij stelt dat het FIFA enkel een voetbalorgaan is en geen sociale instelling.
De houding van de FIFA om enkel de winsten centraal te stellen, zorgt ervoor dat deze aanpak niet als een verrassing komt. Waarom zouden we op de grote bedrijven moeten vertrouwen om andere grote bedrijven te controleren? Een aantal kritische organisaties van voetballiefhebbers hebben de kwestie opgenomen en worden daarin gesteund door vrouwenorganisaties.
Als we het voetbal willen heroveren op alle niveaus, zal de vakbondsbeweging deze kwestie internationaal moeten opnemen. Dat is nog steeds de sterkste organisatie van de arbeidersklasse en zij heeft een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de Wereldbeker kan worden wat de meeste liefhebbers ervan verwachten: een opwindende en genietbare internationale gebeurtenis waarbij het motto van deze wereldbeker, “De wereld: thuis onder vrienden”, geen holle frase is die een bittere nasmaak laat.