Category: Ecologie

  • 13 miljard euro subsidies voor fossiele brandstoffen. De Belgische staat financiert een klimaatramp

    In een recent interview (Le Soir, 13 september) waarschuwde de voorzitter van het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) Pieter Timmermans: “Pas op, we gaan te ver met klimaatmaatregelen.” Hoezo? De klimaatcatastrofe is hier, temperatuurrecords worden jaar na jaar gebroken, maar de vertegenwoordiger van de bazen roept eigenlijk: ‘Kalm aan, we mogen niet teveel aan de winstmarges raken.’ Dit is niet alleen absurd, het is crimineel. 

    door Constantin (Luik)

    Dit soort figuren bepaalt de prioriteiten van het regeringsbeleid. Dat verklaart ook waarom België in 2020 maar liefst 12,919 miljard euro gemeenschapsmiddelen uittrok voor fossiele brandstoffen (steenkool, olie, fossiel gas). Het gaat om 2,8% van alle rijkdom die op één jaar in België wordt geproduceerd.(1) Het is het equivalent van 1.118 euro per persoon, inclusief baby’s. Maar voor onze scholen en gezondheidszorg is er geen geld?! 

    De Belgische autoriteiten verbonden er zich toe om de uitstoot van broeikasgassen door niet-industriële sectoren tegen 2030 met 47% te verminderen ten opzichte van 2005 en om tegen 2050 CO2-neutraliteit te bereiken. Dat was bla-bla-bla om te scoren voor de schijnwerpers van de grote internationale toppen. In werkelijkheid is de boodschap van de autoriteiten, inclusief de ‘groene’ partijen, aan de planeet en de bevolking een grote ‘fuck you’. 

    Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) berekende dat de internationale overheidssubsidies voor fossiele brandstoffen vorig jaar opliepen tot een record van 7.000 miljard dollar, of 7,1% van de totale in dat jaar geproduceerde waarde. In 2019 onthulde een onderzoek van de NGO’s Corporate Europe Observatory, Food and Water Europe, Friends of the Earth Europe en Greenpeace EU dat de oliemultinationals BP, Chevron, ExxonMobil, Shell, Total en gelieerde lobbygroepen tussen 2010 en 2018 meer dan 250 miljoen euro spendeerden aan lobbycampagnes “bedoeld om klimaatmaatregelen te vertragen, af te zwakken en te saboteren.” Ze hadden elke week meer dan één vergadering met ambtenaren van de Europese Commissie. Dit bleek een winstgevende investering te zijn. 

    De fossiele brandstofindustrie steelt van ons door te speculeren op energieprijzen, vervolgens berooft ze de gemeenschap via overheidssubsidies en ten slotte vernietigt ze het milieu en ondergraaft ze de voorwaarden voor het bestaan van de mensheid op aarde. Er is geen ergere dief. Deze klimaatmisdadigers moeten onteigend worden, in de eerste plaats om te voorkomen dat ze nog meer schade aanrichten, maar vooral om ervoor te zorgen dat hun gigantische middelen besteed worden aan de groene transitie terwijl betaalbare tarieven voor de bevolking gegarandeerd worden.

    We hebben massale overheidsinvesteringen nodig in hernieuwbare energie, in de heropbouw van ecosystemen, in stadsplanning en landbeheer om ons aan te passen aan de klimaatcrisis, en in openbare diensten (hulpdiensten, gezondheidszorg, enz.). 

    “Ecologie zonder klassenstrijd is tuinieren!”

    Deze slogan is de afgelopen jaren populair geworden. En dat is eigenlijk waar het allemaal om draait, een intense strijd die wordt gevoerd door degenen die rijkdom produceren met hun arbeid tegen degenen die de belangrijkste productie- en ruilmiddelen bezitten. 

    De klimaatcrisis veroorzaakt massale volksverhuizingen. Extreemrechts grijpt dit aan om een xenofobe agenda te verdedigen. De kapitalistische klasse verzet zich amper tegen dat beeld, verdeeldheid en verwarring onder onze klasse komen de bazen immers goed uit. De strijd voor het klimaat en het milieu is ook een strijd tegen onderdrukking.

    Neem op 3 december deel aan de klimaatbetoging en nadien aan de acties van Code Rood. Op de nationale betoging vormen we een antifascistisch, antikapitalistisch en super strijdbaar blok. Doe mee!

    1) https://www.lecho.be/dossiers/climat/la-belgique-consacre-13-milliards-d-euros-de-subventions-aux-energies-fossiles/10488323.html

  • Klimaat. Is de zondvloed nabij?

    Sinds dit artikel op 26 september op de website van onze Duitse zusterorganisatie van Sozialistische Alternative verscheen, is de stad Volos in Griekenland getroffen door nieuwe overstromingen. Afgezien van het verschrikkelijke verlies aan mensenlevens, vooral in Libië, is de enorme impact op de Griekse landbouwproductie een voorbode van wat komt. In het artikel wordt ook melding gemaakt van de overstromingen in Duitsland en België in juli 2021, waarbij veel doden vielen. De beschreven prioriteiten van de Duitse regering laten zien dat er geen lessen zijn geleerd. Het toont eens te meer aan dat het kapitalisme niet in staat of onverschillig is voor de bedreigingen van de ecologische crisis, zelfs in de rijkste imperialistische landen.

    Artikel door Conny Dahmen (SAV, ISA in Duitsland)

    Deze zomer was rampzalig. Nauwelijks was er begonnen met modder ruimen in Volos, Griekenland, toen een vloedgolf op enkele uren tijd hele wijken van de Libische stad Derna in de Middellandse Zee stortten. Minstens 11.000 mensen kwamen om het leven. Kort daarvoor had dezelfde storm grote delen van Turkije, Bulgarije en Griekenland onder water gezet.

    Nadat deze zomer in Griekenland meer dan 1,7 miljoen hectare bos en dorpen in vlammen opgingen (volgens gegevens van het Europese bosbrandinformatiesysteem EFFIS), zetten de stortregens van de storm Daniel in september 720.000 hectare onder water, waarbij 16 mensen omkwamen (volgens officiële statistieken). Tienduizenden mensen in Volos en Pilion zaten dagenlang zonder elektriciteit en drinkwater. Hun leven ligt in puin. De vlakte van Thessalië is niet meer dan een moddermeer waar, volgens Efthymios Lekkas, een professor in natuurrampenbeheer, de landbouw op zijn vroegst over vijf jaar hervat kan worden. De regio was vroeger goed voor meer dan 25% van de landbouwproductie van het land en bijna 11% van de werkgelegenheid.

    Er is meer regen gevallen dan ooit tevoren, sinds het begin van de metingen in Griekenland. Het weerstation van de stad Zagorá in Pilion registreerde 734 liter regen per vierkante meter in 20 uur. Ter vergelijking: in juli 2021 viel er tot 200 liter regen per vierkante meter in twee tot drie dagen in het Ahrdal in de Duitse Eifel.

    De snelle opeenstapeling van extreme weersomstandigheden is een bekend symptoom van de oprukkende klimaatverandering. Mediterrane orkanen (Medicanes) zoals de storm Daniel vormen zich sneller en worden sterker wanneer de watertemperatuur te hoog is. Zelfs als we zouden stoppen met het uitstoten van broeikasgassen, zouden zulke extremen zich blijven voordoen. We moeten ermee omgaan.

    Klimaatramp en falen van de staat

    De situatie van de staten in de betrokken regio’s maakt een dergelijke aanpassing echter moeilijk, zo niet onmogelijk. In Libië bijvoorbeeld werden waarschuwingen van meteorologen in eerste instantie genegeerd door de autoriteiten of te laat doorgegeven. Na de ramp kwam de hulp van de overheid te laat en bleek deze onvoldoende. Volgens een rapport van de Wereldbank van april dit jaar is het BBP van Libië met meer dan 50% gedaald sinds het begin van de burgeroorlog in 2011. Als gevolg daarvan zijn de infrastructuur (zoals de twee dammen die in Derna zijn ingestort) en de waarschuwingssystemen verslechterd. Niet alleen worden de mensen in de zuidelijke landen over het algemeen veel meer getroffen door de gevolgen van de klimaatverandering, maar ook door de gevolgen van de kolonisatie, de interventie van westerse imperialistische staten en het winstbejag van het grootkapitaal.

    Ook in Griekenland was er geen sprake van evacuatie. De onmiddellijke levering van essentiële goederen en zelfs water was aanvankelijk alleen mogelijk dankzij de solidariteit van de lokale bevolking. Zelfs na negen dagen moesten er nog mensen van hun dak worden gered.

    Reddingsvoertuigen, helikopters van de brandweer en het leger, rubberboten en bouwmateriaal arriveerden urenlang niet en de meeste reddingsvliegtuigen konden niet worden ingezet. Pas na vier dagen richtte de regering ter plaatse een crisiscentrum in.

    Heel Thessalië staat bekend als een potentieel overstromingsgebied, er waren al overstromingen in 1994 en recenter in 2020. Maar ondanks alle beloften van de regering om de kritieke infrastructuur en de bescherming tegen overstromingen uit te breiden, is er niets gebeurd. Bruggen, dammen en wegen worden gerepareerd en herbouwd op dezelfde slechte manier (zo niet op de verkeerde plaats) als voorheen.

    Bescherming tegen rampen betekent vechten tegen kapitaal

    Ook in Duitsland werden en worden infrastructuur en bescherming tegen rampen verwaarloosd. Terwijl enorme sommen geld in het leger en de bewapening worden gepompt, heeft de regerende coalitie (van sociaaldemocraten, liberalen en groenen) over de hele linie bespaard, met besparingen van 23% op het federale bureau voor civiele bescherming en rampenbestrijding, 9% op het federale fonds voor natuurbehoud, 34% voor humanitaire hulp en crisispreventie en 10% op het federale bureau voor technische bijstand.

    In plaats van te snijden in de uitgaven, moeten we massaal investeren in rampenbescherming en nog meer in klimaat- en natuurbescherming. Om overstromingen te verminderen, moet er gekeken worden naar verdwenen natuurlijke overstromingsgebieden en rechtgetrokken rivieren. In Duitsland is 80% van de natuurlijke overstromingsgebieden van de grote rivieren verdwenen. Als gevolg van het rechttrekken en afdammen stromen rivieren veel sneller dan voorheen, zodat een vloedgolf op de Rijn er nu slechts 30 uur over doet om van Bazel naar Karlsruhe te reizen, terwijl dat in 1955 nog 65 uur zou hebben geduurd. Bossen moeten op grote schaal worden beschermd en herbebost, vooral in de buurt van rivieren.

    Maar niets van dit alles zal gebeuren zolang private bedrijven hun politieke vertegenwoordigers in lobbygroepen gebruiken om te bepalen waar staatsgeld wordt geïnvesteerd en hoe energie wordt geproduceerd. Als we wakker willen worden (uit de nachtmerrie) en geen zelfmoord willen plegen, moeten we de macht ontnemen van diegenen die ons in deze nachtmerrie gebracht hebben. De energie-, auto- en grondstoffenbedrijven, voor wiens winsten miljoenen mensen verhongeren, verbranden of verdrinken, moeten in publieke handen komen en democratisch worden georganiseerd. Alleen als we het kapitalisme overwinnen en de economie democratisch organiseren, kan de productie (inclusief de energieproductie) echt worden getransformeerd in de richting van duurzaamheid.

  • Realiteit van de klimaatcatastrofe. Duel op leven en dood tussen kapitalisme en mensheid

    Volgens de Europese Copernicusdienst was juli 2023 de warmste maand ooit gemeten op aarde. De rampzalige gevolgen hiervan waren de hele zomer voelbaar. De bosbranden die Griekenland teisterden, veroorzaakten rook die het equivalent van 80% van het grondgebied van het land bedekte.

    door Constantin (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist

    Concentraties van fijne deeltjes in Alexandroúpolis waren meer dan 10 keer hoger dan de gemiddelde waarde die wordt aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)! In de Atheense voorsteden werden evacuatiebevelen uitgevaardigd. “De situatie is ongekend, de weersomstandigheden zijn extreem,” waarschuwde Yannis Artopios, woordvoerder van de plaatselijke brandweer.

    Overal en de hele tijd

    Ook in Italië hebben verwoestende branden gewoed. Tussen 23 juli en eind augustus bestreden Italiaanse brandweerlieden bijna 1400 branden, waarvan 650 alleen al op Sicilië. In Algerije waren er sinds begin augustus 106 branden. Het land wordt elk jaar getroffen door branden, maar het fenomeen wordt elk jaar erger, met tientallen doden tot gevolg. Frankrijk, Marokko, Libië, Turkije, Syrië: het hele Middellandse Zeegebied is getroffen, en het beperkt zich niet tot dit gebied. In de zomermaanden waren er wereldwijd niet minder dan 18.000 branden!

    Overal is het hetzelfde verhaal: verschroeiende temperaturen, verstikkende lucht, veelvoudige branden. De gevolgen van de klimaatcrisis worden elk jaar tastbaarder. Wat ooit plaatselijk en geïsoleerd was, is nu wijdverspreid en gelijktijdig. En dat is nog niet alles. De Amerikaanse denktank World Resources Institute rapporteerde dat 25 landen, waar ongeveer een kwart van de mensheid woont, nu elk jaar te maken hebben met extreem hoge waterstress. Tegen 2050 zouden nog eens een miljard mensen aan dit tekort worden blootgesteld.

    Laat de mensen maar sterven, maar raak niet aan de winsten…

    Al te vaak wordt er met de vinger gewezen naar ‘individueel gedrag’. De realiteit van de cijfers wijst ondubbelzinnig in een heel andere richting. In België is de industriële vraag goed voor bijna 90% van de totale waterbehoefte, zoals Le Soir op 17 augustus onthulde in een artikel onder de titel “Een kwart van de wereldbevolking bedreigd door watertekorten, België bij de meest zorgwekkende landen.” Enkele weken eerder verklaarde premier Alexander De Croo dat de regering een “pauze” moest inlassen in de klimaatmaatregelen (welke trouwens?) onder het voorwendsel dat de industrie “het niet kon bijbenen.”

    Hoe durft iemand zoiets zeggen op een moment dat de vooruitzichten zo rampzalig zijn? Zelfs indien de akkoorden van Parijs uit 2015 volledig worden nagekomen, wat niet het geval is, komt er nog steeds een opwarming van de aarde van minstens 1,8 graden Celsius ten opzichte van de pré-industriële temperaturen. De Croo en co zijn verslaafd aan de wetten van de markt, die het initiatief overlaten aan dezelfde private bedrijven die de afgelopen decennia hebben aangetoond dat ze geen afdoende antwoord hebben. “Telkens hetzelfde doen en steeds een andere uitkomst verwachten; is de definitie van waanzin,” aldus Einstein.

    We controleren niet wat de gemeenschap niet bezit. Het is heel eenvoudig. Om te voorkomen dat TotalEnergie en co nog meer schade aanrichten,  moeten we deze bedrijven onteigenen en ze samen met de volledige energiesector onder de democratische controle en beheer van de gemeenschap plaatsen. Op die manier kunnen we zorgen voor een snelle groene transitie met herscholing van het personeel (zonder loonverlies en met betere arbeidsvoorwaarden), terwijl de energieprijzen voor de bevolking onder controle blijven. We moeten verder gaan in het betwisten van de private eigendom van de productiemiddelen en opkomen voor het beëindigen van patenten om ervoor te zorgen dat wetenschappelijk onderzoek wordt bevrijd van de wedloop naar winst, met overheidsfinanciering die in verhouding staat tot de urgentie van de situatie.

    Sociale en ecologische strijd: dezelfde strijd

    Het besparingsbeleid dat overal in Europa wordt gevoerd, verzwakt ons. Het aantal brandweerlieden nam tussen 2021 en 2022 het sterkst af in Frankrijk (-5.446), gevolgd door Roemenië (-4.250) en Portugal (-2.907). De grootste procentuele dalingen in dezelfde periode werden opgetekend in Slowakije (-30%), Bulgarije (-22%), Portugal (-21%) en België (-19%).

    Van de pro-kapitalistische partijen (inclusief de zogenaamde groenen, die aan de macht zijn in de federale regering, het Brussels Gewest, het Waals Gewest en de Federatie Wallonië-Brussel) gaan de antwoorden niet komen. De strijd voor een leefbare planeet moet verbonden worden met die van de werkende klasse.

    De oproep tot nationalisatie van de energiesector, die enkele maanden geleden tijdens de energiecrisis nog door onder meer het Waalse ABVV werd verdedigd, moet opnieuw op de agenda worden gezet. Aan deze eis moeten acties gekoppeld worden. Acties zoals van ‘Code Rood’, dat in juli een blokkade uitvoerde bij Engie, het meest vervuilende bedrijf van België, kunnen een voorbeeld zijn als ze gesteund worden door massabewegingen van jongeren en werkenden.

    De volgende belangrijke datum is de nationale klimaatbetoging op 3 december. Mobiliseer mee naar die betoging en sluit je aan bij ons antikapitalistisch en socialistisch blok op de dag zelf.

  • Brand op Maui. Klimaatcrisis van het kapitalisme verschroeit de planeet!

    Op 13 augustus zijn er nog minstens duizend mensen vermist en zijn er meer dan 93 doden bevestigd in de dodelijkste ramp in de geschiedenis van Hawaï: verwoestende branden die duizenden gebouwen hebben weggevaagd en hele steden met de grond gelijk hebben gemaakt.

    Door Mandy Gee (Socialist Alternative, ISA in de VS)

    Hoe is dit gebeurd?

    Op dinsdag 8 augustus brak er een kleine reeks branden uit op het eiland Maui. Hoewel de directe oorzaak van de branden nog niet bekend is, is de ultieme brandstof voor de vlammen de dodelijke klimaatverandering, die heeft bijgedragen aan de ernst van deze crisis.

    Maui ging van weelderig naar kurkdroog (en dus brandgevoeliger) in slechts een paar weken tijd. Net zoals het noordoosten en midwesten van de VS de afgelopen maanden te lijden hadden onder droogte gevolgd door hevige overstromingen, zullen warmere tropische gebieden net zo hard getroffen worden door ‘flitsdroogte’ naarmate de klimaatverandering toeneemt.

    Flitsdroogtes zijn zo droog en heet dat de lucht letterlijk vocht uit de grond en planten zuigt, waardoor ze gemakkelijker vlam vatten. Eind mei was niets van Maui ongewoon droog; een week later was het eiland voor meer dan de helft ‘abnormaal droog’. Op 13 juni was tweederde ofwel abnormaal droog ofwel matig droog. En begin augustus was ongeveer 83% van het eiland ofwel abnormaal droog ofwel  matig of ernstig droog.

    De door het kapitalisme veroorzaakte klimaatverandering maakt droogtes sneller en heviger, waardoor het risico op bosbranden toeneemt. Klimaatverandering vergroot ook de kracht van tornado’s en orkanen, die op hun beurt sterkere “windgebeurtenissen” zoals die achter de Maui-branden aanwakkeren.

    Hawaïaanse geschiedenis gaat in vlammen op

    De eens zo weelderige en groene stad Lahaina, doordrenkt met een geschiedenis die 300 jaar teruggaat en die vereerd wordt door de oorspronkelijke bewoners van Hawaï, is nu grotendeels tot as gereduceerd.

    Meer dan tienduizend mensen op Maui hebben geen stroom en het ziekenhuis op het eiland wordt overspoeld door mensen met brandwonden en mensen die lijden aan rookinhalatie.

    De brand in Lahaina is de dodelijkste in de VS in meer dan 100 jaar en inwoners vergelijken de verwoesting met een oorlogsgebied. “De volledige omvang van de verwoesting van Lahaina zal je schokken. Het lijkt alsof er een bom op gevallen is,” zei de Hawaiiaanse gouverneur Josh Green.

    Terwijl de vlammen de stad verwoestten, moesten mensen in de oceaan springen om aan het apocalyptische tafereel te ontsnappen. Ze bleven uren op zee voordat ze gered werden door de Amerikaanse kustwacht. Duizenden inwoners zijn nu werkloos, zo niet dakloos. Er zullen miljarden dollars nodig zijn om alles weer op te bouwen.

    Dit is lang niet de eerste door mensen veroorzaakte tragedie die de Hawaïanen treft. In 1898 annexeerden de Verenigde Staten het eiland, waarmee een lange strijd begon tussen de inwoners van het eiland en het VS-imperialisme. De VS richtten hun pijlen eerst op Hawaï vanwege de bloeiende suikerhandel op het eiland, maar toen de imperialistische machten over de hele wereld begonnen te groeien, werden de Hawaïaanse eilanden steeds meer gebruikt door het Amerikaanse leger als strategisch waardevol tankstation en marine-installatie in het midden van de Stille Oceaan. Sinds Hawaï in de 18e eeuw door Europeanen werd ‘ontdekt’, is het land van de Hawaïanen ingenomen en misbruikt door niet-Hawaïanen, vaak ten koste van de Hawaïanen en hun tradities. De zeer lucratieve toerisme-industrie is de laatste in een reeks sectoren die hun zinnen hebben gezet op de eilanden. Het weelderige landschap van de Hawaïaanse eilanden is een melkkoe voor grote hotelketens die de afhankelijkheid van de inheemse werkende Hawaïanen van deze sector uitspelen.

    Wat gebeurt er met de werkenden en de armen van Maui?

    Onder het kapitalistisch systeem en de staat die het in stand houdt, is de wederopbouw bij natuurrampen waarbij mensen uit de arbeidersklasse centraal staan nooit gegarandeerd. Uit een onderzoek bleek bijvoorbeeld dat het “Road Home”-programma van de Louisiana Recovery Authority, dat huiseigenaren hielp bij de wederopbouw na de orkanen Katrina en Rita, “mensen in arme buurten tekort deed, terwijl die in rijke buurten meer kregen dan wat ze nodig hadden … Mensen in de meest verarmde gebieden in New Orleans – die met een gemiddeld inkomen van $15.000 of minder – moesten 30% van hun wederopbouwkosten zelf betalen na Road Home subsidies, hulp van het Federal Emergency Management Agency en verzekeringen. In gebieden met een mediaan inkomen van meer dan $75.000 was het tekort 20%.”

    De situatie voor de bewoners van Maui is nog erger. De branden hebben veel huizen en appartementen verwoest. Daar woonden mensen die in de toeristische sector van Maui werkten. Het eiland kampte al lange tijd met een woningtekort, waarbij betaalbare woningen het minst toegankelijk waren voor de mensen die het eiland laten draaien. Terwijl resorts en andere toeristische attracties een groot deel van het land hebben opgeslokt, zijn woonhuizen jarenlang misbruikt als vakantieaccommodatie, waardoor het woningaanbod verder werd verstikt en werkenden gedwongen werden om nog meer tijd en geld te besteden aan het verhuizen naar elders, alleen maar om een dak boven hun hoofd te hebben.

    Nu er meer dan duizend gebouwen zijn verwoest, zullen werkenden die hun huis zijn kwijtgeraakt waarschijnlijk worden ondergebracht in hotels. Maar voor hoe lang? Wanneer schoppen de bedrijven die de hotels bezitten de ontheemden eruit om weer winst te maken?

    Als luchtvaartmaatschappijen nog steeds toeristen kunnen vervoeren tijdens de ergste natuurramp in de geschiedenis van Hawaï, dreigt ook nadien alle prioriteit naar het toerisme te blijven gaan. Dit gebeurde eerder ook in Puerto Rico na orkaan Maria in 2017. De PRTC, het officiële bestuursorgaan van Puerto Rico voor de toeristische sector, verklaarde het eiland in december 2017 officieel weer open voor toerisme, slechts drie maanden na de orkaan. Het duurde echter elf maanden voordat de stroom op het eiland volledig was hersteld. En in 2022 leefden naar schatting nog steeds meer dan 3.000 mensen zonder vaste dak boven het hoofd, maar in huizen bedekt met dekzeilen.

    De onlangs ontheemde werkenden van Maui hoeven dit lot niet te ondergaan en zodra de schok en het verdriet voorbij zijn, kunnen de bewoners zich verenigen en zich organiseren voor een wederopbouw die ervoor zorgt dat de verliezen van alle inwoners worden gecompenseerd. Dit zijn de werkenden die van Maui de uiterst winstgevende toeristische bestemming maken waar het bekend om staat; zonder hen kan het eiland niet draaien. Deze tragedie zou de werkenden moeten aanzetten tot een strijd om de toeristische sector in eigen handen te nemen, om niet alleen te zorgen voor stabiele huisvesting, maar ook voor het behoud van hun prachtige eiland dat steeds verder wordt uitgehold door de ontwikkeling van duur vastgoed en de toeristische sector.

    Voor een wereld zonder klimaatrampen hebben we een wereld zonder kapitalisme nodig

    Deze tragedie is volledig de schuld van het kapitalisme en de politici die weigeren iets te doen aan de klimaatcatastrofe die er al is.

    Het is nu overduidelijk voor veel werkende mensen dat de heersende klasse volledig en volkomen faalt  om actie te ondernemen tegen klimaatverandering, die in de eerste plaats het gevolg is van hun op winst gerichte systeem. Het kapitalisme vermoordt ons. Het bloed van honderdduizenden, zo niet miljoenen onschuldige mensen kleeft aan de handen van de heersende elites. Omdat grote bedrijven en kapitalistische politici niet in staat zijn om de veranderingen door te voeren die nodig zijn, omdat die tegen de logica van het kapitalisme ingaan, moeten we zelf vechten voor verandering.

    Werkende mensen, inclusief degenen die in vervuilende sectoren werken, gezinnen die onze kinderen en ouder wordende ouders willen beschermen, jongeren die geconfronteerd worden met de dreiging van een beperkte toekomst, en onderdrukte mensen die de brute gevolgen van klimaatverandering dragen in combinatie met de marginalisatie die het gevolg is van de sociale verdeeldheid van het kapitalisme, moeten zich verenigen in een onafhankelijke strijd voor de noodmaatregelen die we het dringendst nodig hebben, evenals meer langdurige antwoorden op de klimaatcrisis.

    Uiteindelijk betekent dit dat werkenden de sec tor in eigen handen nemen, maar dit zal alleen mogelijk zijn als we een massabeweging van arbeidersklasse mensen kunnen opbouwen, met een strijdbaar programma van eisen om de strijd tegen de klimaatcrisis te koppelen aan die tegen de koopkrachtcrisis, de lage lonen en andere bewegingen. Zo’n programma zou de mogelijkheid openen voor sterkere gezamenlijke actie, concrete overwinningen mogelijk maken en de basis leggen voor het omverwerpen van het kapitalistisch systeem dat de planeet vernietigt. Doe mee met de strijd voor een betere wereld – een socialistische wereld – en sluit vandaag bij ons aan!

  • Overstromingen in China. Klimaatcrisis en minachting voor mensenlevens

    Artikel door Zhou Yi, chinaworker.info

    De overstromingen in het noorden van China, in het kielzog van de supertyfoon Doksuri, hebben een nieuwe alarmbel doen rinkelen over de kapitalistische klimaatverandering, maar ook over rampen die worden veroorzaakt door de minachting van de autoriteiten voor de veiligheid van de bevolking. Van 29 juli tot 2 augustus viel er zware regen in Noord-China, waarbij de neerslag in de omgeving van Beijing een 140-jarig record brak. Vervolgens verspreidde de ramp zich naar provincies in het noordoosten van China. Ondertussen hebben factoren zoals het niet waarschuwen van bewoners om te evacueren voordat het overstromingswater uit overvolle reservoirs wordt geloosd (er werd alleen gewaarschuwd voor het stijgende waterpeil en om activiteiten in de buurt van rivieroevers te vermijden), het opofferen van andere regio’s om Xi Jinping’s favoriete projecten te redden en het weigeren van hulp van reddingsteams van buitenaf de situatie verergerd. Van de getroffen gebieden is de provincie Hebei het zwaarst getroffen.

    Op het moment van schrijven (8 augustus) zijn er minstens 41 doden, 32 vermisten en meer dan 2 miljoen mensen in de regio Beijing-Tianjin-Hebei getroffen door de overstromingen. Een van de zwaarst getroffen gebieden is Zhuozhou (bestuurd door de stad Baoding) in de provincie Hebei, waar de huizen van veel inwoners volledig zijn verwoest. Auto’s en meubels zijn weggespoeld of verwoest door het kolkende water en boeren hebben grote verliezen geleden in hun veestapel. De wederopbouw na de ramp kan heel lang duren.

    Tijdens zijn inspectie van de door de ramp getroffen gebieden in Baoding en Xiong’an New Area op 1-2 augustus verklaarde Ni Yuefeng, de secretaris van het provinciale comité van de Chinese Communistische Partij (CCP) van Hebei, dat Hebei “resoluut moet dienen als een slotgracht voor de hoofdstad.” Dit wekte online veel woede op, vooral onder mensen uit Hebei. Het werd gezien als een poging om trouw te tonen aan Xi Jinping. In werkelijkheid kunnen de stroomopwaarts gelegen berggebieden in het westelijke deel van Beijing, ten noorden van Zhuozhou, geografisch gezien geen reservoirs aanleggen of overstromingswater van daaruit afvoeren. Bovendien stroomt de Yongding rivier, die het overstromingswater van het oostelijke deel van Beijing afvoert, niet door Zhuozhou. Daarom is, in tegenstelling tot wat de overheid beweert, het opofferen van Zhuozhou wellicht bedoeld om Xiong’an New Area in het zuiden te redden.

    Xiong’an New Area is een nieuwe stad die in opdracht van Xi wordt gebouwd en een ‘millenniumproject’ wordt genoemd. Het wordt geplaagd door verschillende problemen sinds de eerste planning en het ontwerp in 2017. De geselecteerde locatie ligt in een moerassig gebied met een laag terrein. Bij zware overstromingen moet het zoetwatermeer Baiyangdian in het gebied overstromingswater lozen, wat een aanzienlijk risico op watergerelateerde rampen met zich meebrengt. Bovendien blijft Xiong’an New Area, zelfs na zes jaar ontwikkeling, een “spookstad” met veel onvoltooide projecten, waardoor het zijn beoogde rol om niet-hoofdstedelijke administratieve functies uit Beijing te halen, niet kan vervullen. Maar omdat dit project persoonlijk is besloten door Xi Jinping en wordt beschouwd als zijn project, is de dictatuur nog steeds bereid om kosten noch moeite te sparen om Xiong’an New Area te beschermen, waardoor de ellende van de aanhoudende overstromingen nog groter wordt.

    In een ander zwaar getroffen gebied, Bazhou in de provincie Hebei, protesteerden getroffen lokale bewoners op 4 augustus voor het stadsbestuur met een spandoek: “Geef mijn huis terug. De ramp is veroorzaakt door de overstromingen, niet door de regen.” Ze raakten slaags met de politie. Een dag later publiceerde de regering van Bazhou een open brief waarin ze “oprechte dank en diep respect” uitsprak aan de getroffen huishoudens voor het “opvolgen van orders en het positief reageren.” Met deze diplomatieke woorden probeerde de regering de publieke woede te sussen. In dezelfde open brief beloofde het stadsbestuur uitgebreide compensatie voor de getroffenen en wederopbouw na de ramp. Na de overstromingen in Henan twee jaar geleden waren er echter veel problemen met de bijna 10 miljard RMB (US$1,4 miljard) aan wederopbouwfondsen, waaronder problemen met de bouwkwaliteit, vervalste data voor het begin en de voltooiing van projecten en meer. Dit legde ernstige corruptie binnen het CCP-regime bloot. Onder het autoritaire kapitalistische regime van de CCP, waar er geen onafhankelijke vakbonden bestaan en de werkenden geen enkel toezicht uitoefenen op projecten, kunnen we niet geloven dat lokale overheden die verantwoording verschuldigd zijn aan hogere overheden de getroffen huishoudens echt zullen compenseren en een effectieve wederopbouw na de ramp zullen uitvoeren.

    De huidige overstromingsramp staat niet op zichzelf, maar houdt verband met de wereldwijde klimaatverandering, die het gevolg is van de vernietiging van de planeet door het kapitalisme. Op 16 juli registreerde Turpan in het westen van Xinjiang een extreem hoge temperatuur van 52,2 °C, waarmee records werden gebroken. Wereldwijd was juli 2023 de heetste maand ooit gemeten. Het werd gekenmerkt door hittegolven en bosbranden over de hele wereld. Hogere zeetemperaturen leiden tot meer tropische stormen en tyfoons zoals Doksuri, die twee keer zo lang heeft geduurd als het gemiddelde van zes dagen voor een tyfoon.

    Dit jaar rapporteerde het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de VN dat de risico’s van de opwarming van de aarde eerdere voorspellingen overtreffen en dat de wereld op “korte termijn” de grens van 1,5°C kan bereiken. Dit is het gevaarlijke punt waarop onomkeerbare veranderingen van de planeet worden voorspeld, met als gevolg massaal uitsterven van wilde dieren, stijging van de zeespiegel, smelten van de poolkappen en andere catastrofale gevolgen. De CCP bespreekt de klimaatveranderingskwesties achter de overstromingen niet, omdat een groter publiek bewustzijn van klimaatverandering het voor de CCP moeilijker zou maken om meer kolencentrales te bouwen en fossiele brandstoffen te winnen. De CCP vreest ook dat een grotere bewustwording rond klimaatverandering het internationale bewustzijn van het publiek kan aanwakkeren, wat botst met de bevordering van de nationalistische ideologie door het regime.

    Het kapitalistische CCP-regime is, net als andere kapitalistische regimes, niet in staat en niet bereid om de transitie naar groene energie consistent te maken. Oppervlakkige oplossingen of mondiale klimaatfora die door verschillende regeringsinstanties worden bijeengeroepen zijn niet effectief. De huidige situatie geeft aan dat we echte klimaatactie nodig hebben die gebaseerd is op de internationale arbeidersklasse, wat nationalisatie inhoudt van belangrijke sectoren van de economie (waaronder de energiesector), waardoor ze onder democratische controle van de arbeiders komen te staan om de noodzakelijke groene overgang te versnellen. Wereldwijde samenwerking voor de ontwikkeling van groene energie, geplande productie en de aanmoediging van onderzoek naar groene energie is nodig om het potentieel van de massa’s te ontketenen en het leven op de planeet te redden voordat het te laat is. Door te vechten om een einde te maken aan de planeetverbrandende dictatuur van de CCP en het kapitalisme kan en zal de massale Chinese arbeidersklasse een cruciale rol spelen.

  • In warme wateren: de verwoestende gevolgen van stijgende oceaantemperaturen

    “De oceaan is heter dan ooit, wat is er aan de hand?” Zo start een artikel dat in mei van dit jaar werd gepubliceerd door Nature, een toonaangevend wetenschappelijk tijdschrift. In 2023 is de oppervlaktetemperatuur van de oceaan gestegen tot het hoogste niveau sinds het begin van de metingen, wat wereldwijd heeft geleid tot hittegolven op zee en de voorspellingen van veel klimaatmodellen heeft overtroffen. In Ierland lag de temperatuur van het oceaanoppervlak 4 tot 6°C boven het gemiddelde voor juni, met nog hogere temperaturen in het vooruitzicht voor later deze zomer.

    Door Oisin Hill (Socialist Party, ISA in Ierland)

    Verwoestende impact

    In de afgelopen decennia hebben de oceanen 90% van de warmte van broeikasgassen geabsorbeerd. De significante verschuiving in de temperatuur van de oceanen wereldwijd, nog verergerd door El Niño, heeft rampzalige gevolgen voor mensen en ecosystemen. De opwarming van de oceanen versnelt de stijging van de zeespiegel – water zet uit bij hogere temperaturen, en warmere pooloceanen versnellen de snelheid van het smelten van zee-ijs, waardoor er nog meer water in de wereldzeeën komt en de huizen en levens van miljoenen mensen over de hele planeet worden bedreigd.

    Extreme weersomstandigheden komen steeds vaker voor en worden steeds intenser door de opwarming van de oceanen en de klimaatverandering. Dit jaar waren er recordhittegolven in het zuidwesten van de Verenigde Staten en Zuid-Europa. Mensen in Italië worden getroffen, zo is er een wegwerker in Milaan overleden aan een zonnesteek en waren nog veel meer arbeiders in staat om te werken of hebben ze onderliggende gezondheidsproblemen die verergerd zijn door de hitte. Hittegolven zoals deze, samen met andere extreme weersomstandigheden, dreigen wereldwijd steeds meer mensen te doden en te verdrijven en zullen dat blijven doen zolang we in een systeem leven dat winst belangrijker vindt dan mensenlevens en de gezondheid van de planeet.

    Desondanks blijven ‘s werelds grootste bedrijven in fossiele brandstoffen doorgaan met 195 “koolstofbom” olie- en gasprojecten die elk voor minstens een miljard ton CO2-uitstoot zouden zorgen tijdens hun levensduur. Onze planeet is niet stervende, ze wordt gedood.

    Keerpunt in de zee

    Wetenschappers hebben gewaarschuwd dat stijgende oceaantemperaturen de biodiversiteit van de oceanen verwoesten, massale sterfte van veel mariene soorten veroorzaken en habitats verder vernietigen die al zijn onder druk stonden door tientallen jaren van door winstbejag gedreven overexploitatie en vervuiling. Net als op het land, waar bosbranden levensbelangrijke regenwouden verwoesten, kunnen hittegolven in de oceaan enorme stukken zeegrasvelden en ecosystemen in de zeeën rond Groot-Brittannië en Ierland vernietigen, ecosystemen die enorme hoeveelheden koolstof opnemen en habitats bieden aan duizenden soorten. Als het omslagpunt wordt bereikt, kunnen deze ecosystemen koolstof uitstoten in plaats van absorberen, waardoor een rampzalige terugkoppelingslus ontstaat.

    De gevolgen voor de visserij zijn ook rampzalig. Ongeveer 16.000 mensen in de Ierse Republiek en ongeveer 5.000 in Noord-Ierland zijn voor hun werk afhankelijk van de visserij, velen in afgelegen of verarmde kustgemeenschappen waar andere opties beperkt zijn. Wereldwijd zijn naar schatting drie miljard mensen voor hun voedsel afhankelijk van de oceaan, de meesten van hen in landen in het Zuiden van de wereld, die afhankelijk zijn van kleinschalige visserij die wordt bedreigd door klimaatverandering en overbevissing. Het verlies aan mariene biodiversiteit vormt dus een enorme bedreiging voor de voedselzekerheid en werkzekerheid. Zoals altijd dragen de armsten in de samenleving het grootste deel van de gevolgen van deze vernietiging.  De opwarming van de oceaan toont hoe het kapitalisme de ingewikkelde verbindingen tussen levende organismen verbreekt. Deze verbindingen produceren de lucht die we inademen en het voedsel dat we eten en die het klimaat op aarde stabiel houden.

    Als we willen vechten voor het behoud van de levende zee en alles wat ze ons biedt en de ergste gevolgen van klimaatverandering en ecologische verwoesting willen verzachten, moeten we vechten voor een andere samenleving. Dat betekent een democratische socialistische samenleving, waarin de productie duurzaam wordt georganiseerd, in tegenstelling tot het door en door destructieve streven waarop het kapitalisme is gebouwd.

    Democratische planning en collectieve publiek eigendom van de grondstoffen van onze planeet kunnen voorzien in de behoeften van alle mensen en voor de gezondheid van de planeet, in plaats van de zakken te vullen van fossiele brandstofmagnaten en het grootkapitaal.

  • Recensie. ‘The robbery of nature’ van John Bellamy Foster en Brett Clark

    Door Chris Stewart (ISA Ierland) en Bill Hopwood (ISA Canada) uit Socialist World, magazine van ISA

    “De kapitalistische productie is dus alleen maar in staat de techniek en de combinatie van de maatschappelijke productieprocessen tot ontwikkeling te brengen, doordat zij gelijktijdig de bronnen van alle rijkdom ondergraaft: de grond en de arbeider” (Marx, Het Kapitaal)

    ‘The robbery of nature’ bouwt voort op eerder werk van Foster, Clark en anderen (York, Burkett, Saito, Sheehan …) dat de analyse van Marx en Engels opnieuw naar voren schuift in het kader van de onvermijdelijke schade die het kapitalisme toebrengt aan de natuur en de bijhorende ecologische rampen die vandaag bijzonder duidelijk zijn. Het historisch materialisme van het marxisme bevat een inherent ecologisch inzicht.

    Twee van de rode lijnen in het boek zijn dat de rijkdom van het kapitalisme voortkomt uit de plundering van de natuur en de uitbuiting van arbeid, en ten tweede dat het kapitalisme enkel bekommerd is om de winsten en zich daarom enkel focust op ruilwaarde zonder oog te hebben voor gebruikswaarde. Deze analyse is geworteld in het dialectisch materialistische begrip van het verband tussen mens en natuur.

    Metabolisme en historisch materialisme

    Marx en Engels erkenden dat de menselijke samenleving onderdeel is van een breder ‘metabolisme’ van de natuur. Dit metabolisme verwijst naar een complex ecologisch stelsel dat bestaat uit tal van biogeochemische processen, materie en energiestromen die een constante interactie kennen. Al het leven is gebaseerd op het metabolisme van energie en materie.

    De menselijke samenleving ontstond uit en bestaat binnen dit metabolisme van de natuur. De mens heeft zich steeds door arbeid middelen van de natuur toegeëigend om aan noden en behoeften te voldoen.

    De wijze waarop mensen hun noden invullen, was voor Marx zowel een fysiek als een sociaal metabolisme. Het is een constant dialectisch proces waarbij materie en energie uit de natuurlijke wereld worden gebruikt doorheen menselijke samenlevingen en lichamen en terug in de natuur terechtkomen. Het specifiek karakter van deze metabolismen is bepaald door veranderingen in de sociale productieverhoudingen – wie doet de arbeid, wie controleert de arbeid, hoe wordt voedsel geproduceerd enzoverder.

    Marx legde uit dat de ontwikkeling van de menselijke samenleving voortkomt uit veranderingen in hoe de mensheid de levensmiddelen produceert en reproduceert. “Charles Darwin ontdekte de wetten van de evolutie van de organische natuur van onze planeet. Marx is de ontdekker van de gang en ontwikkeling van de menselijke geschiedenis,” stelde Engels op de begrafenis van Marx.

    De opkomst van het kapitalisme heeft de aard van de menselijke interactie met de natuur drastisch veranderd. Het leidt tot de vernietiging van ecosystemen, de massale uitroeiing van soorten en de rampzalige vervuiling van de biosfeer.

    Een begrip van hoe het kapitalisme opkwam en hoe het werkt, is cruciaal om de huidige ecologische crisis te begrijpen. ‘Robbery of Nature’ toont hoe het kapitalisme voortkomt uit de uitbuiting van de aarde zelf en dat deze onteigening dagelijks voortgaat.

    De onteigening van de natuur

    Het kapitalisme is gebaseerd op een verdeling van de samenleving in een kleine klasse van eigenaars en een grote werkende klasse. Er is niets natuurlijk aan deze opdeling. Voor het kapitalisme kon ontwikkelen, Beperkte het in ernstige mate de toegang van brede lagen van de bevolking tot grond, gereedschap en middelen – anders gezegd de “natuurlijke condities van hun bestaan.”

    Marx schreef dat het kapitalisme op het historische toneel verscheen “geboren van hoofd tot voeten, uit alle poriën, druipend van bloed en vuil.” Een essentieel onderdeel van deze geboorte was de brutale plundering van de planeet. Doorheen Europa  werden grond en grondstoffen die voorheen in gemeenschapsbezit waren op brutale wijze onteigend en omgevormd in privaat bezit. Gedwongen onteigeningen lieten de boeren zonder land achter en dus zonder middelen van bestaan. 

    In Afrika, Azië en Amerika was deze onteigening gebaseerd op genocide en slavernij. De grond en de rijkdommen werden op gewelddadige wijze gestolen van de inheemse bevolking, een proces dat vandaag voortgaat in verschillende delen van de wereld. Deze plundering en de horror van de slavernij – het onderhouden en verkopen van mensen als handelswaar, waarbij een menselijkheid volledig werd ontkend – zorgde voor een enorme rijkdom van de opkomende kapitalistische klasse. De eigendom van de grond was geconcentreerd in handen van enkelen en er ontstond een nieuwe klasse van bezitloze proletariërs door de methoden van ‘galg, schandpaal en zweep’. 

    Aan de basis van het kapitalisme ligt een onnatuurlijke vervreemding van menselijke wezens van de natuur. Daarbovenop werden arbeiders vervreemd van hun eigen arbeidskracht, en werden ze gedwongen om hun arbeidskracht te verkopen aan de kapitalisten om te kunnen overleven.

    In ‘Robbery of nature’ beschrijven de auteurs een “dialectiek van uitbuiting en onteigening.” Dit is hoe het kapitalisme een opgang kende door zowel de onteigening van de natuurlijke rijkdommen als de uitbuiting van de menselijke arbeid. 

    Zoals Marx opmerkte, ziet het kapitalisme de natuur als een “gratis geschenk” dat het op elk ogenblik kan gebruiken. Deze constante onteigening van de natuur versterkt de uitbuiting van de werkende klasse aangezien het het productiesysteem voorziet van grondstoffen, energie en voedsel. De arbeid van de werkende klasse versterkt op zijn beurt de verdere onteigening van de natuur. 

    De auteurs wijzen op de verdere onteigening die tot uiting komt in de stelselmatige devaluatie van vormen van menselijke arbeid die buiten de kapitalistische productie vallen. Zo wordt een groot deel van de huishoudelijke en zorggerelateerde arbeid die nodig is voor de reproductie van de menselijke samenleving door het kapitalisme gezien als nog een extra “gratis geschenk” dat zonder enige compensatie kan gebruikt worden. Onteigening en uitbuiting zijn de twee vormen van “plundering” waarop het kapitalisme gebaseerd is.

    Metabole kloof

    De belangrijkste bijdrage van Marx inzake ecologie was zijn theorie van de “metabole kloof”. Deze theorie ging voort op het werk van de chemicus Justus von Liebig, die stelde dat de kapitalistische landbouw een “stelsel van plundering” was dat de grond van voedingsstoffen ontdeed. 

    Voeding en vezels werden intensief gekweekt en geëxporteerd naar de snel groeiende steden, waar er een grote bevolkingsdichtheid was van werkenden. Het vervoer van voedsel en granen naar plaatsen ver van waar ze gekweekt werden, zorgde ervoor dat essentiële voedingsstoffen voor de bodem niet aanwezig waren. Het gaat onder meer om compost en mest. Intensieve kapitalistische landbouw ondergraaft op deze wijze het metabolisme van de bodem. 

    Marx bouwde hierop verder en stelde dat het kapitalisme “de metabole interactie tussen mens en natuur” verstoort. In de zoektocht naar winst onteigent het kapitalisme zoveel als het kan van de natuur en wordt het natuurlijke metabolisme verstoord. Deze metabole kloof staat centraal in de marxistische analyse van de ecologische rampen. 

    De “metabole kloof” werd door Marx ook toegepast op een sociale en ecologische ramp van zijn tijd: de Ierse hongersnood. Hij legde uit dat de crisis veroorzaakt werd door het systeem van grondbezit en -gebruik dat werd opgelegd door het Britse kolonialisme. De Britse landeigenaars woonden niet ter plaatse. Ze hadden de extreme uitbuiting van hun pachters nodig om hun eigen luxueuze levensstijl te financieren. De pachters stonden onder een constante druk om meer te betalen aan hun landheren, zoniet was er steeds de druk van de grond verdreven te worden. Elke verbetering aan de grond leidde tot hogere pachtgelden. Dit obstakel leidde vaak tot verspilling. De meeste gewassen werden naar Engeland uitgevoerd. Marx merkte op dat “de grond van Ierland werd geëxporteerd.” De plundering van de grond leidde tot een fragiele agro-ecologie, wat de gevoeligheid vergrootte voor rampen zoals de aardappelplaag van 1845.

    De auteurs schrijven dat het falen om het metabolisme van de grond te behouden centraal stond in Marx’ begrip van de extreme ecologische afbraak in het koloniale Ierland. De boeren leefden in enorme armoede en waren voor hun voedsel bijna volledig aangewezen op aardappelen. Deze combinatie van het economische en het ecologische systeem leidde tot de hongersnood waarbij een miljoen mensen omkwamen en tot een sociale ineenstorting waarbij nog eens een miljoen mensen uit het land wegtrokken. 

    De unieke geschiedenis van Ierland zorgde voor een specifiek karakter van de hongersnood, maar de lessen van de sociale en ecologische ramp blijven vandaag relevant. Zowat 40% van alle landbouwgrond raakt vandaag uitgeput, vooral door intensieve landbouw en het overmatig gebruik van chemische meststoffen. Het Amazonewoud, een van de belangrijkste ecosystemen ter wereld, staat op instorten door de opgang van industriële landbouw. De dreiging voor het wereldwijde voedselsysteem is vandaag bijzonder reëel. 

    Voedselproductie is een scherp voorbeeld van de metabole kloof. Het is gebaseerd op een grote input van chemische stoffen en energie, deels als compensatie voor de plundering van natuurlijke voedingsstoffen. In zekere zin eten we benzine. Dieren worden gekweekt om zo snel mogelijk geslacht te worden. Marx schreef dat dieren “in gevangenissen worden geboren en daar blijven tot ze worden gedood” waarbij ze “op een abnormale manier worden gekweekt door botten te laten afsterven om ze transformeren tot louter vlees en een bulk vet.” De voedselproductie vandaag behandelt dieren doorgaans als machines in fabrieksboerderijen. 

    Marx en Engels benadrukten steeds de lichamelijke noden van mensen en werkenden, waaronder de nood aan voldoende gezond voedsel om te overleven. Ze schreven over het vreselijke dieet waarop de Britse werkende klasse en de armen op het platteland werden geplaatst, wat leidde tot ondervoeding omdat ze vaak overleefden op een beetje brood zonder veel proteïnen of verse groenten. Veel voedsel was aangetast door giftige stoffen als aluminium, kalk, koper en lood. Voedsel is een waar dat geproduceerd wordt voor de winst. Vandaag bevat voedsel vaak toegevoegde stoffen als vetten, zout en suiker. Veel mensen zijn net als 150 jaar geleden afhankelijk van een voedselpatroon dat veel koolhydraten en vet bevat.

    Winst voor alles

    Het doel van het kapitalisme is om de winsten van de kapitaalbezitters te verhogen. Al het andere is van ondergeschikt belang of zelfs irrelevant. Dat is het omgekeerde van de meeste doelstellingen van de mensheid, zowel nu als doorheen de geschiedenis. De mensen willen hun lichamelijke noden invullen, een deugddoend leven leiden, gezonde kinderen opvoeden en genieten van vriendschap en cultuur. De winsten komen van ruilwaarde, terwijl het menselijk welzijn van gebruikswaarde komt. 

    “De tegenstelling tussen natuurlijk-materiële gebruikswaarde en ruilwaarde ligt aan de basis” van de ecologische kritiek van Marx, aldus Foster en Clark. Het kapitalisme plundert de natuur van grondstoffen, buit de arbeidskracht uit om waren te produceren die verkocht worden voor winsten. Daarbij is er een enorme verspilling en vervuiling.

    Arbeid is de natuurlijke activiteit van mensen om onze lichamelijke noden in te vullen en om kunst en cultuur voort te brengen. In een klassensamenleving raken we ervan vervreemd en wordt het een sleur. 

    De auteurs van dit boek leggen uit dat de rijkdom in voorkapitalistische samenlevingen ook publieke rijkdom en gebruikswaarde omvat. Het kapitalisme, en de meeste economen, zijn enkel geïnteresseerd in rijkdom dat in privaat bezit is en negeren daarom de natuurlijke rijkdom. Dit betekent natuurlijk niet dat we voorkapitalistische samenlevingen mooier moeten voorstellen dan ze waren. Denk maar aan de brutaliteit van het vreselijk onderdrukkende feodalisme in Europa voor de burgerlijke revoluties. 

    Schaarste vermindert de publieke rijkdom en versterkt particuliere rijken. De lucht is gratis, er is geen ruilwaarde maar de gebruikswaarde is bijzonder groot. Het kan iets schaars worden en als handelswaar worden verkocht. Dit zou de rijkdom van de private eigenaars versterken ten koste van de publieke rijkdom. De ideeën van Carl Menger waren een voorloper van het neoliberalisme. Hij stelde dat rijkdom enkel gebaseerd is op handel en dat een toename van schaarste leidt tot meer rijkdom. Menger zei dat “een lang aangehouden vermindering van alomtegenwoordige (niet-economische) waren (zoals lucht, water, landschappen) deze uiteindelijk schaars moet maken – waardoor ze componenten van rijkdom worden, die hierdoor toeneemt.” Deze logica wordt gehanteerd bij de privatisering van publieke waren en diensten om de winsten op te drijven. Bedrijven kijken bijvoorbeeld likkebaardend uit naar de winsten die ze kunnen maken als water schaarser wordt.

    Het kapitalisme leidt tot schaarste door ingebouwde veroudering en een constante vloedgolf aan reclame voor het nieuwste model of de nieuwste mode. Zoals schaarste goed is voor het kapitalisme, is overvloed dat niet. Onder het kapitalisme betekent overvloed dat er een overproductiecrisis is. 

    Een van de waanzinnig kenmerken van het kapitalisme vandaag is het idee van sommige economen, inclusief sommigen die beweren de klimaatverandering te begrijpen, dat ecologische vernietiging enkel kan vermeden worden door nog meer kapitalistische groei. Foster en Clark leggen uit hoe sommige “duurzame ontwikkelaars” stellen dat er “geen tegenstelling is tussen onbeperkte accumulatie van kapitaal en het behoud van de planeet.”

    De diepgaande tegenstelling tussen de perspectieven van wetenschappers en de opvattingen van economen komt voort uit het feit dat het kapitalisme de bijdrage van de natuur aan de rijkdom uitschakelt en aldus geen rekening houdt met de vernietiging van de natuurlijke wereld.

    Arbeid, natuur en waarden

    Marx en Engels waren het daar totaal niet mee eens en legden nadruk op de rampzalige gevolgen als er enkel met de ruilwaarde rekening werd gehouden. Marx bekritiseerde stelselmatig de plundering van de natuur onder het kapitalisme. De tekst ‘Kritiek op het programma van Gotha’ start met deze zin: “Arbeid is niet de bron van alle rijkdom. De natuur is in evenwaardige mate een bron van gebruikswaarden (die immers evengoed de materiële rijkdom uitmaken!) als de arbeid, die zelf slechts één van de natuurkrachten manifesteert: de menselijke arbeidskracht.”

    Sommige critici van Marx vallen de arbeidswaardeleer aan met de stelling dat ook de natuur bijdraagt aan de waarde. Dit komt voort uit een verkeerd begrip van het verschil tussen gebruikswaarde en de waarde van waren. Deze critici stellen dat de onbetaalde arbeid van dieren, of zelfs de onbetaalde energie van de miljoenen jaren waarin fossiele brandstoffen tot stand kwamen, in de waardeleer moeten worden opgenomen. Marx benadrukte vaak dat de natuur een belangrijke bijdrage levert aan gebruikswaarde, maar niet aan ruilwaarde – de enige waarde die van tel is onder het kapitalisme. De arbeid van dieren of geologische energie creëren geen waarde van een waar. Een boom, een worm of tijd hebben niets aan geld. Wie of wat zou er betaald worden voor het werk van dieren of voor geologische tijd?

    Deze critici hebben een a-historische visie die geen begrip, of althans erkenning, heeft van de verschillende specifieke vormen van onderdrukking, productie en consumptie onder het kapitalisme. Ze proberen in de plaats daarvan een universele analyse te maken buiten de geschiedenis en los van alle context. Foster en Clark merken op dat “pogingen om een meer harmonieuze kijk op de realiteit te ontwikkelen door de volledige natuur in het systeem van economische waarde op te nemen, voorbijgaan aan het feit dat het bestaande productiesysteem niet harmonieus is, maar eerder een vervreemdend systeem.”

    Deze ideeën proberen de natuur in de samenleving te brengen, in plaats van te erkennen dat de natuur al bestond voor en los van de mensheid. Het zijn de mensheid en de samenleving die op de natuur gebaseerd zijn, maar dan op een dialectische wijze. Als de natuur werd opgenomen in de uitwisseling van waarde, dan zou dit van alle natuur handelswaren maken. Dat is overigens het ultieme doel van het kapitalisme. Het zou de ecologische kloof en de klimaatcrisis niet oplossen, maar integendeel erger maken. Het antwoord van het kapitalisme op ecologische rampen is de belofte van oplossingen op basis van nog onbestaande of niet volledig uitgewerkte technologie zoals geo-engineering, of op basis van steeds meer productie, waarbij de kloof tussen mens en natuur op een steeds grotere schaal wordt gereproduceerd. 

    De auteurs van dit boek stellen dat er nood is aan een vermindering van de verspilling en een ontwikkeling van de technologie. Het kapitalisme is bijzonder verspillend, kijk maar naar oorlogen, het belang van reclame, ingebouwde veroudering … Dit systeem verspilt zowel de natuur als de menselijke arbeid en talenten. Een transformatie naar groene energie, openbaar vervoer, duurzame steden … zou de menselijke productiviteit verhogen en tegelijk de negatieve impact ervan op het milieu verminderingen. Dat is wat marxisten verstaan onder het “ontwikkelen van de productiekrachten”. 

    Voor een ecologische revolutie

    Gezien de vreselijke schade die het kapitalisme heeft aangericht aan de ecologie van de planeet en de natuurlijke systemen, stellen sommigen dat het beter was geweest indien het kapitalisme nooit had bestaan. Of nog dat socialisten moeten pleiten voor een terugkeer naar vroegere sociale systemen. Dat is uiteraard onmogelijk.

    Marx schreef dat het kapitalisme “alleen tot nieuw leven kan komen door als een vampier levende arbeid op te zuigen.” Het kapitalisme versterkte echter ook de menselijke capaciteiten om wetenschap en technologie te ontwikkelen die, indien ze ontdaan zijn van de winstmotieven, de mens zullen toelaten om de natuurwetten te begrijpen en om te voldoen aan alle materiële noden van de samenleving. De vroege menselijke samenlevingen hadden niet de capaciteit om grote hoeveelheden staal, semi-conductors of vaccins te maken. De mensheid heeft de kennis hiertoe ontwikkeld en kan nog veel meer. Het kapitalisme creëerde zijn eigen doodgravers. De internationale, multi-gendered, multi-raciale arbeidersklasse vormt een potentieel machtige sociale kracht die er belang bij heeft om een einde te maken aan het kapitalisme om het te vervangen door een echt globale economie gebaseerd op een rationele democratische planning. 

    Internationale Socialist Alternative en de auteurs van ‘The Robbery of Nature’ erkennen dat er geen weg is naast die van een diepgaande revolutie in de productieverhoudingen, de productie, de menselijke verhoudingen en hoe mensen met de natuur omgaan. Foster en Clark schrijven dat een ecologische revolutie “het menselijk-sociale metabolisme met de natuur zou veranderen, waarbij de vervreemding van zowel de natuur als de arbeid onder het kapitalisme wordt tegengegaan. Bovenal moeten we bekommerd zijn om het behoud van de ecologische voorwaarden waaronder de toekomstige generaties zullen leven.”

    ‘The Robbery of Nature’ is een duidelijk en krachtig boek dat uitlegt waarom het kapitalisme de natuur plundert en vernietigt. In het belang van de toekomst van de mensheid moet het kapitalisme vervangen worden. Het boek biedt echter geen programma of voorstellen tot organisatie om dit te doen. Dat is waar ISA zich op focust.

  • Planeet in brand! Stop de brandstichters en hun systeem!

    Droogtes, bosbranden, overstromingen en extreme weersomstandigheden komen vaker voor en worden erger. Fruit- en groentenprijzen blijven stijgen. Velen verloren hun woning, of erger: een vriend of familielid. Je zou het gevoel krijgen dat we gedoemd zijn, maar onomkeerbaar is de situatie gelukkig niet. Recent nog herhaalden wetenschappers dat indien alles in het teken wordt gesteld van een klimaatplan het mogelijk blijft de opwarming tot een maximum van 1,5° te beperken. Eén ding is wel duidelijk: van de huidige politici en bedrijfsbazen zal het niet komen. Zelfs zwemplaatsen of goed geïsoleerde woningen om ons aan te passen aan de warmere temperaturen krijgen ze niet georganiseerd.

    door Arne (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist

    De extreme energieprijzen of nieuwe taksen daarentegen rechtvaardigen ze maar al te graag onder het mom van de groene transitie. Hun leugens zijn doorzichtig. Terwijl ze valse beloftes doen, kondigde bijvoorbeeld de energiemultinational Shell ondanks recordwinsten aan dat het terugkomt op de aankondiging om minder olie te produceren. Olie levert meer dividenden op voor de aandeelhouders. Het kapitalisme werkt niet om het belang van de planeet of de meerderheid te dienen. Hoog tijd om ons lot uit hun handen te halen! We hebben nood aan een echt klimaatplan dat niemand in armoede brengt en discrimineert, zodat niemand nog in extreme en mensonwaardige omstandigheden moet leven.

    Energiemultinational RWE sloopte het volledige dorp Lutzerath (Duitsland) om bruinkool te winnen, maar dat lukte hen niet zomaar. Eind januari trokken 40.000 mensen er naar toe om een bezetting die reeds maanden bezig was te ondersteunen. Uiteindelijk was de overmacht van de politie te groot, maar het heeft niet veel gescheeld of net als het Hambacher bos was het gered. Ook in Saint Soline (Frankrijk) vonden grootschalige bezettingsacties plaats tegen milieuvernietigende megaprojecten die grote winsten opleveren voor enkele aandeelhouders. Telkens worden die acties beantwoord met hevig politiegeweld. De kapitalistische alliantie van energiebedrijven, staat, overheid en politie is sterk en goed georganiseerd, maar de kracht van de werkende klasse kan potentieel veel verder reiken. 

    De stakingen in Frankrijk bij de energiebedrijven in de voorbije maanden maakten duidelijk wie de sector echt doet draaien. Tijdens ‘Robin Hood acties’ sloten CGT-vakbondsmilitanten de energiebevoorrading van financiële instellingen en grote bedrijven af terwijl scholen, ziekenhuizen, openbare sportcentra en vzw’s gratis of goedkopere energie geleverd kregen. Deze acties tonen dat als werkenden de productie democratisch zouden beheren, de echte noden op de eerste plaats komen. Zo’n alternatief voor het kapitalisme is mogelijk. De werkenden uit die sectoren zijn een cruciale kracht in de acties van de klimaatbeweging. Het is dan ook hoopgevend om te zien hoe de klimaatbeweging wereldwijd vaker samen met werkenden actie voert. Ook in België zijn dergelijke inspirerende acties nodig, die bovendien de repressie tegen de klimaatbeweging kunnen stoppen. Daar hebben we velen voor nodig, niet enkele heldhaftige individuen. 

    We roepen daarom iedereen op deel te nemen aan de acties van Code Rood, van 5 tot 9 juli tegen klimaatcrimineel Engie. Samen met hen roepen we er op voor een groene en rechtvaardige transitie: met echte duurzame, veilige en goedbetaalde jobs. En zonder klimaatcriminelen die onze planeet en de mensheid gijzelen en er nog eens belachelijk veel winst op maken. Doe mee en lees in deze krant hoe zo’n transitie zou kunnen plaatsvinden.

  • Klimaatstrijd. Directe actie of massaprotest? Welke weg vooruit?

    Dossier door Connor Rosoman en Philipp Chmel

    In het licht van de verergerende klimaatcrisis en de absolute passiviteit van de kapitalistische regeringen, test de klimaatbeweging haar tactieken en strategieën over de hele wereld uit en past deze aan, onder andere met schoolbezettingen, blokkades, het opzetten van gezamenlijke campagnes met werkenden en het ondersteunen van stakingsacties door zich aan te sluiten bij stakersposten.

    Extinction Rebellion richt zich tot de arbeidersbeweging

    In het weekend van 20-22 april trokken tot 60.000 mensen naar Londen als onderdeel van ‘The Big One’ – een vierdaagse reeks protesten georganiseerd door de klimaatorganisatie ‘Extinction Rebellion’ (XR). Vakbonden zoals de Public and Commercial Services Union (PCS), feministische organisaties, vluchtelingenrechtenorganisaties en vele anderen – waaronder Socialist Alternative – sloten zich bij hen aan in een brede mobilisatie tegen de steeds groter wordende dreiging van de klimaatnoodtoestand.

    Dit actieweekend betekende een verandering van tactiek voor XR – van een eerdere focus op acties zoals wegblokkades en bezettingen naar massaprotesten gebaseerd op “het opbouwen van collectieve macht, het versterken in aantal en het bouwen van bruggen.”

    Dit komt op hetzelfde moment dat massastrijd overal ter wereld aan belang wint – vooral in de vorm van massale stakingsgolven van arbeiders tegen de hoge kosten van levensonderhoud. XR zelf heeft duidelijk nota genomen van de stakingen en de methoden van collectieve strijd die zij vertegenwoordigen en die miljoenen mensen uit de arbeidersklasse hebben betrokken bij de strijd om onze levensstandaard te verdedigen.

    In de aanloop naar “The Big One” heeft XR zich aan de kant van stakende werknemers georganiseerd, bijvoorbeeld in Coventry, waar het een bijeenkomst organiseerde uit solidariteit met Amazon-werknemers die een wilde staking hielden. De steun voor de stakingen is ook terug te vinden in de plannen van XR voor wat er na ‘The Big One’ komt – met de nadruk op ‘volkspiketten’ naast de vakbonden en het bouwen aan protesten samen met andere organisaties.

    Klimaatstrijd is klassenstrijd

    Het is geen verrassing dat de stakingsgolf die sinds 2022 vele landen overspoelt, invloed heeft op de ideeën van groepen zoals Extinction Rebellion. Door collectief het werk neer te leggen – het krachtigste instrument dat we als klasse hebben – hebben arbeiders een voorbeeld gesteld en grote bedrijven naar de onderhandelingstafel gedwongen.

    De stakingen genoten brede publieke steun. In Groot-Brittannië bleek uit peilingen in januari dat een meerderheid het stakende zorgpersoneel steunt. Er was tevens sterke steun voor acties in andere sectoren, zoals het onderwijs. Dit is niet alleen omdat deze werknemers terecht terugvechten tegen de koopkrachtcrisis waar alle mensen uit de arbeidersklasse de gevolgen van voelen, maar in veel gevallen zijn deze stakingen ook een strijd ter verdediging van de openbare diensten. Onder een brede laag van politiek geëngageerde werkenden wordt begrepen dat de stakers vechten ‘voor ons allemaal’. Dit idee geldt ook voor de klimaatstrijd – en het leggen van verbanden met de stakingen kan beide bewegingen versterken.

    Niet alleen in het Verenigd Koninkrijk zien we dat er verbanden worden gelegd tussen de klimaatbeweging en de andere strijd van de arbeidersklasse.

    In Oostenrijk hebben activisten van System Change not Climate Change en Fridays for Future in november 2022 de stakende spoorwegarbeiders gesteund in hun strijd voor hogere lonen. De groep System Change not Climate Change roept nu op tot solidariteit met de stakingen in het volwassenenonderwijs.

    In Duitsland hebben Friday for Future en de vakbond ver.di hun krachten gebundeld voor de campagne #wirfahrenzusammen (“wij rijden samen”). Zij eisen massale investeringen in het openbaar vervoer om de capaciteit ervan tegen 2030 te verdubbelen en hogere lonen voor werknemers in de sector te bekomen. Fridays for Future stelt dat investeringen specifiek nodig zijn voor “betere arbeidsomstandigheden in het openbaar vervoer; meer personeel om de druk te verlichten; betaalbare kaartjes; uitbreiding van routenetwerken & hogere frequentie.” Bij de laatste wereldwijde klimaatstaking op 3 maart 2023 gingen werknemers van het openbaar vervoer samen met klimaatactivisten in meer dan 40 steden de straat op. De vakbond ver.di riep op tot een landelijke actiedag en in zes deelstaten ook tot waarschuwingsstakingen. Fridays for Future steunde op zijn beurt de “Mega-Streik” in de transportsector op 27 maart, waartoe de vakbonden ver.di en EVG (spoorweg- en transportbond) opriepen, en sloot zich aan bij werknemers die in meer dan 20 steden staakten.

    Dat de werkenden en de klimaatbeweging samen moeten strijden om te winnen wordt ook door de heersende klasse erkend. Een artikel in de krant Süddeutsche Zeitung beweert dat ver.di en Fridays for Future door samen te staken in feite de transformatie naar duurzame mobiliteit teniet doen en het klimaat schaden, en countert de oproep van de groepen om de strijd voor klimaat en die voor sociale rechtvaardigheid te verbinden met het argument dat die van nature tegenover elkaar staan omdat de financiële middelen beperkt zijn. Ook de directeur van het verbond van Duitse werkgeversorganisaties is not amused, hij noemde de collectieve actie van klimaatgroepen en vakbonden een “gevaarlijke overtreding.” Uit deze reacties blijkt dat dit precies de juiste strategie is en dat we onze inspanningen in deze richting moeten versterken.

    Ook in Frankrijk, waar miljoenen arbeiders en jongeren zich hebben aangesloten bij de beweging tegen Macron en zijn pensioenhervorming, bundelen de klimaat- en arbeidersbeweging in verschillende gevallen hun krachten. De meest prominente is de strijd rond de megabassins in Saint-Soline; wateropslagprojecten die zijn gepland om irrigatie voor grootschalige agri-business veilig te stellen ten koste van kleinere boeren en het milieu. Als dit erdoor komt, zou overheidsgeld worden gebruikt om “de privatisering van water te organiseren ten gunste van een minderheid,” zoals de vakbond CGT stelt. Samen met de vakbond Solidaires 79 protesteerden zij tegen het project in oktober 2022, beide vakbonden waren ook aanwezig onder de 30.000 betogers op 23 maart van dit jaar, een betoging die hard werd aangevallen door de politie.

    Vakbondsgroepen van CGT en Solidaires hebben samen met La France Insoumise en andere linkse partijen de oproep tot mobilisatie tegen de uitbreiding van de snelweg A69 in Zuid-Frankrijk gesteund. Meer dan 8.000 mensen deden mee aan de actie en samen bezetten ze niet alleen de snelweg, maar bouwden ze er ook een betonnen muur overheen.

    Wanneer de sociale en klassenstrijd in intensiteit toeneemt en er zich sterke bewegingen ontwikkelen, is de arbeidersklasse geneigd zich meer te verenigen, de krachten te bundelen in de strijd en steeds meer mensen worden zich ervan bewust dat de repressieve staat en het kapitalistische systeem de gemeenschappelijke vijand zijn.

    Dit komt ook tot uitdrukking in leuzen als “Noch op 64, noch op A69”, op spandoeken tijdens de 1 mei-betogingen die opriepen tot solidariteit met de slachtoffers van politiegeweld bij de recente milieu- en pensioenprotesten. Het is expliciet aanwezig in verklaringen van de vakbond Solidaires die schrijft: “Onze sociale en ecologische strijd zijn nauw met elkaar verbonden en moeten met elkaar verweven zijn. Dit is de betekenis van het syndicalisme van de sociale transformatie.” Les Soulèvements de la Terre (“De opstand van de Aarde”) stelt: “We kunnen best samen strijden tegen dit systeem dat ons dwingt om nog twee jaar langer ons lichaam te verslijten op het werk om een minderheid te verrijken; dit systeem dat alleen productie en groei als perspectief heeft, terwijl het land verdwijnt, terwijl er al een tekort aan water is.”

    Directe actie

    Deze recente strijd benadrukt het potentieel van een brede klimaatbeweging die banden legt met andere delen van de arbeidersklasse. Ze betekenen in veel opzichten een terugkeer naar het soort methoden dat de opkomende klimaatbeweging in 2018/19 begon te verkennen na de baanbrekende schoolstakingen georganiseerd door Fridays For Future. Op het hoogtepunt van de beweging begonnen arbeidersorganisaties, ouders en andere groepen een belangrijk deel van de betogingen uit te maken.

    Sinds de heropening van de samenleving na de pandemie was er helaas geen heropleving van het klimaatprotest op het niveau van 2019. Ondertussen is de ecologische crisis alleen maar erger geworden. Ondanks de erkenning van de klimaatnoodsituatie in woorden, hebben regeringen over de hele wereld nagelaten ernstige klimaatmaatregelen te nemen. De CO2-uitstoot blijft stijgen, en miljarden die zouden kunnen worden besteed aan groene jobs, het aanpassen van huizen, openbaar vervoer of het nakomen van beloftes om de neokoloniale wereld te steunen tegen de ergste gevolgen van klimaatverandering, zijn besteed aan wapenwedlopen als onderdeel van de Nieuwe Koude Oorlog.

    In het licht van deze elkaar overlappende crises en de totale passiviteit en het onvermogen van regeringen om ze op te lossen, neemt een aantal activisten toevlucht tot kleinschaligere directe actie en sabotage – met als doel regeringen en bedrijven tot de orde te roepen door fossiele infrastructuur zoals wegen, kolentreinen of privé-jet terminals plat te leggen. In dezelfde geest blokkeerde de Duitse klimaatgroep Letzte Generation (Laatste Generatie) in april tientallen straten in Berlijn om “de stad tot stilstand te brengen.” Studentenklimaatactivisten zijn onder de vlag van “End Fossil: Occupy!” op 2 mei begonnen met een nieuwe ronde van blokkades en bezettingen van scholen en universiteiten.

    Er waren gedurfde acties die erop gericht waren om aandacht te trekken. Zo was er de inmiddels beroemde stunt van Just Stop Oil bij de National Gallery in Londen, waarbij soep naar de Zonnebloemen van Van Gogh werd gegooid, en vele acties waarbij gebouwen van luxemerken met afwasbare verf werden bekogeld.

    Ideeën van sabotage en directe actie werden ook verdedigd in het boek “How To Blow Up a Pipeline” van de Zweedse auteur Andreas Malm, dat in 2021 in kringen van klimaatactivisten opzien baarde en samenviel met een toename van directe actie door klimaatactivisten. In het boek benadrukt Malm het belang van dergelijke tactieken, in de context van de bredere klimaatbeweging, als onderdeel van een “radicale flank” die de strijd voor hervormingen kan ondersteunen. Hij wees op recente sabotagebewegingen als de weg vooruit voor de klimaatstrijd. Malm stelt dat er niet op de heersende klasse kan gerekend worden: “Als we de heersende klassen voor dit probleem laten zorgen, rijden ze op topsnelheid het absolute inferno in.” Op dat vlak heeft hij volkomen gelijk.

    In dezelfde geest pleiten ook groepen als Just Stop Oil en Insulate Britain voor voortzetting van hun ‘directe acties’, in tegenstelling tot de verandering van tactiek van XR. Insulate Britain stelde: “Er zijn stakingen van zorgpersoneel, ambulanciers en spoormensen omdat ze begrijpen dat publieke ontwrichting van vitaal belang is om veranderingen te eisen.”

    Het opbouwen van een massabeweging die opkomt voor onmiddellijke klimaatmaatregelen en die onze levensstandaard verdedigt, is essentieel.

    Revolutionaire massabeweging

    Het is waar dat directe acties een rol kunnen spelen in zo’n beweging. Tactieken van directe actie, waaronder het blokkeren van wegen, vormen een belangrijk onderdeel van de strijd van de arbeidersklasse en onderdrukte volkeren overal ter wereld, waaronder de arbeidersstrijd in India, en de strijd voor inheemse rechten in landen als Brazilië en Canada. In deze contexten zijn de directe acties echter meestal verbonden met grotere bewegingen, wat niet alleen meer steun van de bredere arbeidersklasse garandeert, maar ze ook veel effectiever maakt. Deze verbinding en het betrekken van grotere groepen mensen bij de concrete acties zijn ook de beste methode om terug te vechten tegen de toenemende staatsrepressie – in veel landen zijn wetten in voorbereiding of aangenomen die directe actie van klimaatgroepen en protesten verder criminaliseren – en de pogingen van de heersende klasse om de “goede” van de “slechte” klimaatactivisten te scheiden en de publieke minachting voor klimaatactivisten aan te wakkeren door hen af te schilderen als “klimaatterroristen”. De bovengenoemde protesten tegen de snelweguitbreiding in Frankrijk zijn daar een voorbeeld van.

    Het kapitalistisch systeem zal hoe dan ook proberen zijn winstbejag in stand te houden. Daarom is de NGO-achtige tactiek om alleen maar te proberen de crisis “onder de aandacht te brengen” of de passiviteit van regeringen aan de kaak te stellen niet voldoende. Maar we kunnen concessies afdwingen als we ervoor vechten. Om dat te doen hebben we actie nodig op een schaal die de confrontatie kan aangaan met de grote bedrijven die mensen en de planeet uitbuiten – en met de nationale regeringen die hen vertegenwoordigen. De georganiseerde arbeidersklasse kan dit doen op een manier die geen enkele andere actievorm kan, door hele sectoren – zelfs de hele kapitalistische economie – stil te leggen. Op deze manier kan een massabeweging die gebaseerd is op de kracht van stakingen van de werkende klasse als ruggengraat, voortbouwen op de positieve elementen van zowel ontwrichtende directe actie als massaal straatprotest, en daarmee ook veel van de beperkingen overstijgen waarmee directe acties of straatprotesten worden geconfronteerd als ze ‘op zichzelf staan’.

    Maar welke zwaar bevochten toegevingen we ook behalen, zolang we de samenleving in handen van de kapitalisten laten, zal elke toegeving altijd beperkt zijn en onder vuur liggen. Grote bedrijven en pro-kapitalistische politici zullen er alles aan doen om onder toezeggingen uit te komen en hervormingen terug te draaien.

    Ook na Trump is de Amerikaanse heersende klasse doorgegaan met projecten voor fossiele brandstoffen. In het eerste jaar onder Biden was er zelfs een toename van deze projecten met 34%. Na aanzienlijk lobbywerk van fossiele-brandstofbedrijven en bedrijven als Apple en Disney, en gesteund door de inspanningen van rechtse Democraten, werden de klimaatbeloften in Joe Biden’s Inflation Reduction Act volledig afgezwakt. COP27 vorig jaar in Egypte zat vol met olie- en gasbedrijven die hun belangen rechtstreeks verdedigden bij de kapitalistische wereldleiders.

    Binnen de bredere klimaatbeweging komt ISA op een revolutionaire socialistische vleugel. Het is niet genoeg om ons te beperken tot een ‘radicale flank’ die de bredere beweging kan helpen veranderingen binnen het systeem te bewerkstelligen, zoals Malm en anderen beweren. Wij strijden voor revolutionaire ideeën om een massabeweging op te bouwen die de eis van “systeemverandering in plaats van klimaatverandering” waarmaakt.

    Wat nu?

    Na de betogingen van april moet de vraag worden gesteld hoe een nieuwe, massale, revolutionaire klimaatbeweging kan worden opgebouwd? Het plan van XR biedt een goed begin. Het organiseren van een campagne van ‘volkspiketten’ die stakersposten bezoeken, kunnen de banden tussen de twee bewegingen duurzaam worden verdiept. Dit kan de basis leggen voor massale betogingen gekoppeld aan stakingen, wat een enorme stap vooruit zou zijn.

    ISA is het afgelopen jaar in veel landen actief geweest in arbeidersstrijd en solidariteit met stakingen. Er is een groot potentieel om veel meer mensen te organiseren om deel te nemen aan klimaatacties en aan solidariteitsacties met stakende arbeiders dan nu al het geval is. Volgens een online enquête van XR over welke acties mensen bereid zijn te ondernemen, die werd beantwoord door duizenden activisten die deelnamen aan “The big one” in Londen, zei 91% dat zij mensen om zich heen zouden mobiliseren om mee te doen aan klimaatacties en 47% is bereid stakende arbeiders te steunen en zich bij hen aan te sluiten in stakersposten.

    De volgende stap in onze solidariteit bestaat erin deze bezoeken en de banden die tussen vakbonds- en klimaatactivisten worden gesmeed, te gebruiken om een begin te maken met het opstellen van gezamenlijke eisen inzake jobs en klimaat die de twee bewegingen dichter bij elkaar kunnen brengen. De gezamenlijke campagne van vakbonden en klimaatactivisten in Duitsland is een goede eerste stap. Naast meer middelen, hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden moeten eisen rond nationalisering van de belangrijkste sectoren van de economie en arbeiderscontrole aan de orde komen. Het feit dat de groeiende samenwerking en collectieve acties van de klimaat- en de arbeidersbeweging zich ontwikkelen op een ogenblik van toenemende klassenstrijd biedt de mogelijkheid om dit concreet te maken. De “Robin Hood”-acties in Frankrijk zijn een krachtige illustratie van hoe een door de arbeidersklasse geleide samenleving eruit zou kunnen zien. Stakende energiearbeiders hebben op indrukwekkende wijze aangetoond wat de macht van de arbeidersklasse en de controle over de private productie kunnen bewerkstelligen. Ze besloten op democratische wijze om ziekenhuizen, openbare sportcentra, bibliotheken, middelbare scholen, kinderdagverblijven en gezinnen met lage inkomens en sociale woningen gratis van elektriciteit of gas te voorzien, herstelden de distributie aan gebruikers die wegens onbetaalde rekeningen waren afgesloten en boden een verlaagd tarief tot 60% voor kleine handelaren, die geen vergelijkbare hulp van de overheid kregen bij de stijgende prijzen.

    De lopende en inmiddels langste fabrieksbezetting in Italië in de voormalige GNK-fabriek tegen jobverlies en voor een transformatie van de productie is een ander krachtig voorbeeld. De strijd begon in juli 2021 nadat de 422 werknemers van de auto-onderdelenfabriek abrupt waren ontslagen. Sindsdien hebben ze een krachtige strijd opgebouwd tegen jobverlies en voor “de omschakeling naar duurzame mobiliteit en hernieuwbare energie.” Deze strijd werd ondersteund door feministische en klimaatgroepen, onder meer met grote betogingen van wel 25.000 deelnemers. Het roept herinneringen op aan de strijd voor de omschakeling van de wapenindustrie in de jaren zeventig bij Lucas Aerospace in Groot-Brittannië en in de jaren tachtig bij meer dan 40 West-Duitse bedrijven. De beweging bij de Duitse bedrijven ging verder dan de strijd bij Lucas Aerospace. Eisen voor alternatieve productie werden gecombineerd met eisen voor regionale en nationale werkgelegenheidsprogramma’s, democratische besluitvormingsstructuren in het regionaal economisch beleid en de invoering van sectorale arbeidersraden.

    Deze punten zijn cruciaal. De strijd voor publiek eigendom en arbeiderscontrole moet verder gaan dan één bedrijf en gericht zijn op hele sectoren, aangezien een bedrijf in collectieve of openbare handen binnen de kapitalistische markt nog steeds moet concurreren met de private bedrijven en snel het risico loopt dezelfde commerciële winstlogica over te nemen.

    Aangezien het grootkapitaal en de kapitalistische politici niet in staat zijn de noodzakelijke veranderingen door te voeren, omdat die indruisen tegen de pijlers van het kapitalisme, moeten we zelf voor verandering vechten.

    Uiteindelijk betekent dit dat arbeiders de bedrijven in eigen hand nemen, maar dit is alleen mogelijk als we een massabeweging van de werkende klasse kunnen opbouwen, met een strijdbaar programma om de strijd tegen de klimaatcrisis te koppelen aan die tegen de koopkrachtcrisis, lage lonen, privatisering en andere strijd die plaatsvindt. Zo’n programma zou de mogelijkheid openen voor sterkere gezamenlijke actie, concrete overwinningen mogelijk maken en de basis leggen voor het omverwerpen van het kapitalistisch systeem dat de planeet vernietigt.

    Zulke eisen zouden kunnen zijn:

    • Nee tegen alle nieuwe olie-, kolen- en gasprojecten! We moeten massaal investeren in betaalbare en duurzame publieke energieproductie om de uitstoot te verminderen en een einde te maken aan de energiearmoede. Voor een gezamenlijk front van klimaatactivisten en de arbeidersbeweging om te strijden voor goed betaalde jobs en goede arbeidsomstandigheden in sectoren die de samenleving echt ten goede komen en de planeet beschermen.
    • Voor massale publieke investeringen in diensten, huisvesting en infrastructuur om de uitstoot te stoppen en ons te beschermen tegen klimaatgerelateerde rampen. We hebben meer, beter en gratis openbaar vervoer nodig in zowel stedelijke als landelijke gebieden!
    • Belast de superrijken en bedrijven om te investeren in groene technologie, energie en jobs.
    • Stop pijplijnprojecten, ontbossing en imperialistische uitbuiting van natuurlijke hulpbronnen en zorg voor de behoeften en rechten van inheemse en andere gemeenschappen en een jobgarantie voor alle arbeiders.
    • Gecoördineerde protesten en stakingen van arbeiders en studenten om de economie lam te leggen en echte veranderingen af te dwingen.
    • Nationaliseer de belangrijkste sectoren van de economie met democratische arbeiderscontrole en planning om onmiddellijke veranderingen in alle belangrijke industrieën te verzekeren, en reorganiseer de economie om mensen en de planeet te dienen.
    • Internationale arbeiderssolidariteit in plaats van kapitalistische nationalistische rivaliteit! Bouw de beweging over alle grenzen heen – er zijn geen nationale oplossingen. De klimaatcrisis wordt als wapen gebruikt door het imperialisme en de VS en China in hun grote machtsrivaliteit. Wij zeggen nee tegen de Nieuwe Koude Oorlog.
    • Als gevolg van immense mondiale ongelijkheid dragen de armere landen momenteel de zwaarste lasten van de klimaatcrisis. Om de eerste stappen te zetten tegen dit enorme onrecht moeten alle buitenlandse schulden worden kwijtgescholden en patenten op cruciale technologie en kennis worden geschrapt. Dit kan alleen worden bereikt door gecoördineerde actie van de internationale arbeidersklasse en armen voor wereldwijde revolutionaire verandering en tegen nationale kapitalistische elites die hun eigen belangen verdedigen.
    • Voor socialistische verandering om klimaatverandering te bestrijden!
  • Stikstofcrisis, koopkrachtcrisis: kapitalistisch landbouwbeleid is nefast!

    In onze sterk verstedelijkte samenleving wordt er weinig over landbouw gesproken. Nochtans is dit een belangrijk thema, zeker in tijden van milieu- en koopkrachtcrisis met fors toenemende prijzen voor voeding. De strijd voor duurzame landbouw vereist een breuk met het kapitalisme. 

    door Christian (Leuven) uit maandblad De Linkse Socialist

    Begin maart was er een crisis in de Vlaamse regering rond het stikstofakkoord. CD&V wou wanhopig een deel van haar electorale basis behouden en deed zich voor als verdediger van de boeren. In Brussel was er een groot boerenprotest. Op 15 maart won de nieuwe BoerBurgerBeweging (BBB) de Nederlandse provinciale verkiezingen. Ook daar staat het stikstofbeleid onder druk. BBB maakte gebruik van de sympathie voor de landbouwers en de verwaarlozing van het platteland, onder meer als gevolg van het besparingsbeleid. Tegelijk is BBB mee opgezet door het reclamebureau ReMarkAble, dat grote klanten heeft in de agro-industrie (zoals Bayer). De belangen van de industrie zijn uiteraard niet die van de zelfstandige landbouwers.

    Overheid grijpt in

    Aangezien 80% van de natuurgebieden in Vlaanderen teveel stikstof in de bodem heeft, moest de Vlaamse regering ingrijpen om aan de Europese regels te voldoen. Het uiteindelijke akkoord voorziet in maatregelen voor ongeveer 40 teelten, vooral in de varkensteelt. Heel wat landbouwbedrijven moeten ofwel sluiten ofwel de productie sterk verminderen. Het feit dat de stikstofnormen nu 40 keer strenger zijn voor de landbouw dan voor de industrie zorgt voor woede. 

    In België is 60% van de stikstofvervuiling afkomstig van de landbouw. Daarvoor zijn synthetische (chemische) meststoffen en stalmest (dierlijk afval) verantwoordelijk. Veehouderijen zijn onevenredig verantwoordelijk voor deze vervuiling. De rest van de vervuiling is afkomstig van transport, industrie en van wat de wind meebrengt uit de buurlanden. 

    Het is geen toeval dat Nederland en Vlaanderen de ergste stikstofvervuiling van Europa hebben. Hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt, Nederland is na de Verenigde Staten de grootste landbouwexporteur ter wereld. Het is de grootste exporteur van vlees in Europa en produceert ook grote hoeveelheden melk, eieren en bloemen. De productie van varkensvlees en gevogelte in België is respectief 2,7 en 2,6 keer wat er nationaal geconsumeerd wordt. Dit gebeurt vooral in Vlaanderen, waar ook de grootste concentratie van industriële landbouwbedrijven is.

    De stikstofmaatregelen volstaan niet. Slechts de helft van de vrijgekomen stikstof wordt opgenomen door planten en het teveel aan nitraat komt terecht in rivieren en langs de kust waar het problemen veroorzaakt zoals groene algen. Het drinkwaterprobleem in België is een van de meest kritieke in Europa, met recordniveaus van nitraat- en fosforvervuiling van grondwater en rivieren.  Drinkwater wordt met dure processen gezuiverd, maar het waterleven heeft minder geluk. Ammoniakdeeltjes in de lucht combineren met andere verontreinigende stoffen in de lucht tot fijne stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Stikstof schaadt bovendien de biodiversiteit doordat het de groei van een beperkt aantal planten zoals grassen en brandnetels stimuleert ten koste van zeldzame soorten. Ten slotte stoot stikstof dat als meststof wordt verspreid lachgas uit, dat bijna 300% krachtiger is dan CO2, hetgeen momenteel de grootste vijand van de ozonlaag is.

    Legitieme woede

    De boeren voelen zich verraden. Europese subsidies, banken en hevige concurrentie op de internationale markten hebben hen decennialang gedwongen om op steeds grotere schaal te produceren. In België is het aantal landbouwbedrijven tussen 1980 en 2018 met 68% gedaald.  Tegelijkertijd is de gemiddelde oppervlakte van deze bedrijven bijna verdrievoudigd. Diezelfde intensievere en gemechaniseerde landbouwbedrijven stellen 60% minder mensen te werk.   

    Het zijn vooral de grote landbouw- en voedselbedrijven die de winsten maken, niet de boeren. Toch zijn het deze laatsten die risico’s moeten nemen en uiteindelijk moeten betalen voor milieumaatregelen. Hun bedrijven (grond, boerderijen, machines) zijn vaak niet echt van de boeren zelf maar van de bank, terwijl hun product vooraf wordt gekocht door de grote bedrijven tegen de prijs die zij bereid zijn te betalen. Het is de agro-industrie die bepaalt wat er geproduceerd wordt en hoe. Het is ook in deze context dat in arbeidsintensieve landbouwsectoren, zoals de groenten- en fruitteelt, de vaak buitenlandse en illegale werknemers bijzonder worden uitgebuit. Het geromantiseerd beeld van het boerenleven met zelfstandige landbouwers is een illusie. Rechts gebruikt dit beeld om uiteindelijk het grootkapitaal te verdedigen. Links moet in de strijd tegen het grootkapitaal een landbouwprogramma ontwikkelen dat aansluiting vindt bij de boeren.

    Strijd om water

    De droogte rukt op. Grondwater en watervoerende lagen worden overgeëxploiteerd. De aquifer (watervoerende laag) van Ogallala in de VS is verantwoordelijk voor de productie van een kwart van de Amerikaanse landbouwgrond. In Kansas staan 30% van de waterputten al droog en dit zou de komende 50 jaar stijgen tot 70% van de waterputten die zich op deze aquifer baseren. Steeds meer produceren met steeds meer water wordt aangemoedigd door overheidssubsidies. De grote winnaars zijn niet de boeren, die zich in de schulden steken en steeds lagere prijzen krijgen, maar de agro-industrie.  In Europa werken het landbouwbeleid en de wet van de markt op dezelfde manier. 

    Het conflict rond de megabekkens in Frankrijk is emblematisch. Deze bassins, van gemiddeld 8 hectare groot, gebouwd met overheidsgeld, moeten het mogelijk maken om water op te slaan dat in de winter aan het grondwater wordt onttrokken. Hierdoor zou er in de zomer meer water zijn. Dit houdt echter geen steek gezien het structurele tekort van de watervoerende lagen en de steeds vaker voorkomende meerjarige droogtes. In werkelijkheid is het doel de bestendiging van het voor de agro-industrie zo winstgevende landbouwmodel. Het water in de megabekkens is namelijk vooral bestemd voor de grote graanproducenten die voor de intensieve veehouderij werken. Het grondwater wordt geprivatiseerd, wat leidt tot woede in een context van een winterse droogte en het feit dat afgelopen zomer honderd Franse gemeenten zonder drinkwater kwamen te zitten.

    Het leidde tot protest. Op 25 maart betoogden duizenden mensen tegen het project van een megabekken in Sainte-Soline. Veel betogers namen eerder deel aan het protest tegen de pensioenhervorming. De overheid reageerde met repressief geweld: er werden 4000 granaten ingezet waarbij 200 betogers gewond werden. Van de 50 zwaargewonden bleven er twee in coma, één van hen tot op vandaag.

    Uitdaging: landbouw veranderen

    Wereldwijd speelt de landbouw een belangrijke rol bij de vernietiging van habitats en wilde dieren, ontbossing, het uitsterven van soorten en bodemaantasting. De landbouw draagt ook bij tot de opwarming van de aarde doordat deze zorgt voor de uitstoot van ongeveer een derde van de broeikasgassen. Anderzijds bedreigt de opwarming van de aarde de landbouwproductie met meer extreme weersomstandigheden (zoals droogtes, overstromingen en hittegolven) en het verlies van kustgebieden door de stijgende zeespiegel. Voor sommige aspecten van de landbouw, zoals pesticiden, is het verband tussen de vernietiging van de natuur en de schade aan de menselijke gezondheid (vooral die van de landbouwers in neokoloniale landen) al bijzonder duidelijk.

    De volledige en snelle transformatie van het landbouwsysteem moet dus een absolute prioriteit zijn, bijna op gelijke voet met de drastische vermindering van de verbranding van fossiele brandstoffen. Net zoals er momenteel geen geloofwaardig plan is om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C of zelfs 2°C, geldt hetzelfde voor een overgang naar een werkelijk duurzame landbouw, een doelstelling die doorgaans voor 2050 wordt geformuleerd. 

    Economische en ecologische planning is essentieel. Deze zal socialistisch en democratisch moeten zijn. Alleen als de productie van voedsel niet meer op winst gericht is, wordt het mogelijk om de behoeften van de bevolking centraal te stellen, waaronder de behoefte aan een gezonde natuurlijke omgeving. Zonder het democratische aspect ervan zal de planning mislukken en niet op de steun van de meerderheid van de landbouwers en consumenten kunnen rekenen. De landbouwers zouden worden aangemoedigd om zich in coöperaties te organiseren. Deze zouden bijvoorbeeld helpen om samen met de plaatselijke gemeenschap en andere vertegenwoordigers van de sector op democratische wijze grondstoffen zoals water te beheren. Dit moet bovendien op internationale en solidaire wijze gebeuren. 

    Zeker in neokoloniale landen gaat een meer ecologische landbouw hand in hand met de strijd tegen sociale onrechtvaardigheid en afhankelijkheid van de grote steden. Door bijvoorbeeld voorrang te geven aan de beste gronden voor lokale zelfvoorzieningslandbouw en niet voor exportgewassen wordt in de voedingsbehoeften van de bevolking voorzien en wordt de druk op de natuurgebieden verminderd. Ook moet dringend worden afgezien van “biobrandstoffen” die (zoals meestal het geval is) concurreren met de voedselproductie en een bedreiging vormen voor de natuurgebieden.

    Talrijke betogingen van boeren eisen de herinvoering van quota, wat een zekere overheidsplanning inhoudt. Het invoeren van democratisch bepaalde quota – en niet technocratisch opgelegd zoals in het verleden – kan een nuttige stap zijn. De agro-industrie, de financiële sector en de detailhandel moeten in publieke handen komen, zodat ze geen obstakel vormen voor een transitie van de sector. Zo zou het mogelijk worden om de werkgelegenheid in de landbouwsector te behouden en om de nodige goedkope kredieten (naast eventuele schuldverlichting) te voorzien. Bovendien zou het helpen om de consumptieprijzen onder controle te houden en de voedselverspilling te verminderen. Momenteel wordt 31% van het geproduceerde voedsel weggegooid, wat behalve verspilling ook getuigt van een gebrek aan respect voor de landbouwers en hetgeen slecht is voor het milieu.

    Gezien het onevenredig grote effect van de veehouderij op het milieu (50-80% van de landbouwgrond is gericht op de veehouderij), is er een drastische verandering in deze sector nodig. De industriële veeteelt moet stoppen. Er is nood aan de integratie van veeteelt in gemengde landbouw. De lokale productie van de meeste voedergewassen (peulvruchten die stikstof binden) zal ook de invoer van sojabonen vermijden, een gewas dat zeer vernietigend is voor het regenwoud in Zuid-Amerika. De biologische landbouw (zonder pesticiden en chemische meststoffen) krijgt zo de ruimte om regel te worden in plaats van uitzondering. Daarnaast moet het wetenschappelijk onderzoek bevrijd worden van het winstoogmerk om nieuwe innovaties in landbouw en voedsel mogelijk te maken.  

    Dit alles vormt een organisatorische uitdaging die het huidige systeem te boven gaat. Alleen de invoering van een polycultuurmodel zonder industriële landbouw zou een enorme territoriale reorganisatie vergen, gezien de hyperspecialisatie van hele regio’s op bepaalde vormen van landbouw zoals veeteelt, granen, groenten … Een massale overschakeling op biologische landbouw vereist dus zowel een zorgvuldige voorbereiding als veranderingen op andere niveaus, waaronder de organisatie van de samenleving. Dit wordt goed geïllustreerd door het voorbeeld van Sri Lanka. Het land ondervond negatieve gevolgen toen in 2021 de invoer van synthetische meststoffen en pesticiden van de ene op de andere dag werd stopgezet, voornamelijk om redenen van handelstekort. Democratische planning van grote investeringen, zoals massale overheidssteun in de vorm van subsidies, technische/wetenschappelijke opleiding, reorganisatie van landbouwbedrijven, invoering van nieuwe technieken, is essentieel.

    Een dergelijke transitie afdwingen, kan enkel door de gezamenlijke strijd van werknemers en landbouwers. Die laatsten vormen een heterogene laag die enkel meegetrokken kan worden op basis van een radicaal programma dat breekt met het systeem. De Franse Confédération Paysanne steunt het protest tegen de megabekkens en tegen de pensioenhervorming. Landloze boeren, in bijvoorbeeld Brazilië, zijn een natuurlijke bondgenoot van de arbeidersbeweging. 

    De halve maatregelen ten nadele van de landbouwers volstaan niet om het traject naar de afgrond om te buigen. Ze volstaan enkel om rechtse krachten in dienst van de agro-industrie te mobiliseren, van de BBB in Nederland tot Bolsonaro in Brazilië. Een radicale breuk met het kapitalisme is noodzakelijk voor een meer ecologische en rechtvaardige landbouw, die het voortbestaan en de levenskwaliteit van de toekomstige generaties kan garanderen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop