Your cart is currently empty!
Category: Syndicale rechten
-
Algemene Centrale start campagne rond syndicale rechten. Debat over bescherming van delegees
Op 16 mei vond in Sint-Niklaas een debat plaats over de bescherming van delegees. Het initiatief voor het debat kwam van de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland, maar werd overgenomen door drie ABVV-gewesten: Antwerpen, Scheldeland en Zuidoost-Vlaanderen. Op het debat spraken Rudy De Leeuw (federaal secretaris van het ABVV en wellicht binnenkort ABVV-voorzitter), Marc Rigaux (prof arbeidsrecht) en Dirk Vandermaelen (SP.a). Er waren zo’n 200 aanwezigen.
Geert Cool
Het debat vormde het begin van een campagne van de Algemene Centrale rond syndicale rechten. Met het oog op het aantrekken van kandidaten voor de sociale verkiezingen van 2008 is het bovendien belangrijk om te weten hoe de bescherming van delegees kan worden versterkt. We zien immers steeds meer voorbeelden van delegees die afgedankt worden of van patronale agressie tegenover stakingen.
Het was de bedoeling om daarover te discussiëren en er kwamen tal van argumenten naar voor. Wat wel ontbrak was de vaststelling dat de beste bescherming gebaseerd is op solidariteit onder alle werknemers. Dat element kwam niet naar voor, ook niet bij de toekomstige ABVV-voorzitter. Het was enkel in de getuigenis van de ontslagen ACV-delegee Maria Vindevoghel dat gesteld werd dat een sterke syndicale reactie, zowel in de sector als interprofessioneel, de beste methode is om ons te verdedigen. Die opmerking leidde tot applaus in de zaal.
Op het debat werden drie punten aangesneden: de inmenging van het gerecht in collectieve conflicten, de procedure bij de afdanking van een delegee en de reïntegratieplicht van ten onrechte ontslagen delegees. Elk punt werd kort ingeleid met een getuigenis. Katrien Van Der Helst als vakbondssecretaris die betrokken was bij het conflict bij Stora Enso in Gent, de ontslagen delegee Tony Neyt van Stora Enso en Maria Vindevoghel deden telkens een korte inleiding.
Stop de inmenging van het gerecht in collectieve conflicten!
Katrien Van Der Helst gaf een beeld van de acties bij het papierverwerkingsbedrijf Stora Enso in Gent. Daar was er vanaf 28 oktober 2005 een staking die ook verbonden was met bedrijfsthema’s. De directie wou een herstructurering doorvoeren, maar weigerde ieder overleg met de vakbonden. Reeds bij de tweede dag van de staking kwam een deurwaarder kijken en op de vijfde dag van de staking had de deurwaarder al een bevelschrift mee. Een stakingspiket werd verboden en zelfs de tent van de stakers moest verdwijnen binnen de 6 uur, zoniet werd een dwangsom van 1.000 euro per uur opgelegd!
De rechter stelde dat niet werd ingegaan op het collectief conflict, maar enkel op de verdediging van de vrijheid van nijverheid, de vrijheid van arbeid en de toegang voor leveranciers. Door de inmenging van het gerecht werd de staking echter onmogelijk.
Rudy De Leeuw (ABVV) gaf hierop een aantal argumenten tegen gerechtelijke inmengingen. Hij stelde terecht dat een stakingspiket gezien wordt als een integraal onderdeel van het stakingsrecht. Bovendien kan het uitoefenen van het recht op vrije meningsuiting of collectieve actie ertoe leiden dat andere rechten beperkt worden.
Daarbij verwees hij naar een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. Daarnaast stelde De Leeuw dat het recht op arbeid in de eerste plaats zou moeten betekenen dat ook de 600.000 werklozen recht hebben op een job. Nu wordt die term gebruikt door het patronaat om stakingsacties te breken met een retoriek die zo uit de 19e eeuw lijkt te komen.
De Leeuw moest wel vaststellen dat er van het “herenakkoord” tussen vakbonden en patronaat uit 2001 (waarin de werkgevers beloofden om niet naar de rechtbank te stappen bij collectieve conflicten) niet veel overblijft. Het enige probleem met de interventie van De Leeuw was zijn antwoord op die vaststelling. “We moeten het patronaat interpelleren”, stelde hij. Alsof dat zal volstaan… Bij verschillende gevallen van ontslagen delegees de afgelopen jaren werd amper een actieplan opgesteld om de bescherming van die delegee op sectorniveau of interprofessioneel op te nemen. Hoogstens kwam er een betoging, meer als rouwstoet dan als begin van een bredere campagne met inbegrip van sectorale en regionale stakingsacties.
Voor professor Rigaux van de Antwerpse Universiteit is het arbeidsrecht in België zeer liberaal met een sterke nadruk op de absolute beschikkingsmacht van de patroons. Er zijn juridische argumenten tegen eenzijdige verzoekschriften, tegen dwangsommen tegenover onbekenden, tegen het gebruik van een kortgedingprocedure. Maar volgens professor Rigaux botsen die juridische argumenten telkens op de conservatieve houding van het gerecht en in het bijzonder van het Hof van Cassatie. “Het probleem is niet om gelijk te hebben, wel om gelijk te krijgen”, aldus Rigaux. Daarnaast is het mogelijk om bijvoorbeeld wettelijk te bepalen dat dwangsommen niet kunnen in collectieve conflicten.
Dirk Vandermaelen had weinig te zeggen over het stakingsrecht. Volgens hem komt dit in eerste instantie aan de sociale partners toe. Hij stelde dat het stakingsrecht voor de SP.a heilig zou zijn en dat het aan vakbonden en patronaat toekomt om er afspraken rond te maken. “Als het ABVV wetgevend werk wil, zullen we daaraan meewerken”, beloofde hij. Maar uiteraard werd ook gewaarschuwd voor de aanwezigheid van de liberalen in het parlement… Zo probeerde Vandermaelen er gemakkelijk van af te komen.
Hoe de bescherming van delegees versterken?
De twee andere discussiepunten op het debat gingen beiden over de bescherming van delegees en het versterken van die bescherming. Tony Neyt, ontslagen delegee van Stora Enso, legde uit hoe de vraag tot reïntegratie na zijn ontslag werd genegeerd. Het bedrijf volgde niet eens een procedure, maar ging over tot de uitbetaling van de delegee.
Professor Rigaux stelde hierover dat het nuttig zou zijn om de wetgeving te veranderen naar het voorbeeld van Frankrijk en Nederland waar een werkgever eerst toelating moet verkrijgen vooraleer een delegee kan worden afgedankt. Zoniet wordt het ontslag geschorst en blijft de delegee in het bedrijf. Volgens Dirk Vandermaelen is er al een grote bescherming op basis van de wet van 1991, maar het probleem is hoe dit wordt toegepast door de rechtbanken. “Mits andere rechters, zou er al heel wat mogelijk zijn”, aldus Vandermaelen. Rudy De Leeuw was wel voorstander van het voorstel van Rigaux om de bescherming van delegees dwingend te maken op straf van nietigheid van het ontslag.
Maar dan kwam natuurlijk de “maar”. Als de wetgeving moet worden veranderd, vreest De Leeuw dat er onvoldoende slagkracht is in het parlement en een hervorming zou kunnen leiden tot de afbouw van andere elementen van bescherming van delegees. De reïntegratie van ten onrechte afgedankte delegees kan enkel worden afgedwongen als de wet wordt veranderd, volgens De Leeuw.
Maria Vindevoghel (ontslagen ACV-delegee bij Flightcare) stelde echter dat de beste methode om ons te verdedigen bestaat uit syndicale actie, zoals in de sector als op interprofessioneel vlak. Daarmee maakte ze een belangrijke opmerking die ontbrak in de retoriek van De Leeuw. Stakingsrecht en de bescherming van delegees is niet enkel een kwestie van regels, procedures en juridisch weerwerk. Een krachtsverhouding in de samenleving is het belangrijkste wapen waarover wij beschikken. Waarom werd dat niet aangehaald vanuit het ABVV?
In de korte discussie met de zaal na het debat kwam er kritiek op de SP.a. Dat leidde tot applaus. De Leeuw moest bevestigen dat de verhouding tussen vakbond en partij aan een evaluatie toe is, maar meer zei hij daarover niet. Hij beperkte zich tot de resolutie die ook op het congres van het Vlaams ABVV werd gestemd.
Daarnaast werd vanuit de zaal gesteld dat het ABVV meer een strijdvakbond moet zijn in plaats van een louter dienstverlenende bond. De Leeuw repliceerde daarop dat dit toch al het geval is. Hij stelde dat de acties rond het Generatiepact dit hadden aangetoond. Bovendien gaf hij aan dat de opstelling van het ABVV en de acties het gevolg waren van het gevoel dat heerste onder de ABVV-leden op algemene vergaderingen in september. Het is nuttig dat De Leeuw daarnaar verwees en hopelijk krijgen die vergaderingen een vervolg bij andere discussiepunten. Hopelijk zullen die vergaderingen dan niet enkel gebruikt worden om de sfeer op te meten, maar ook om te stemmen over acties.
Tenslotte kwam er een opvallende getuigenis in de discussie. Een delegee van de Match in Antwerpen vertelde hoe naar aanleiding van de staking van 7 oktober een strafrechtelijke procedure werd opgestart tegen enkele delegees. Voor 7 oktober was een staking aangekondigd door het ABVV, maar de directie besliste om toch de winkel te openen. Hierop werd de winkel gebarikkadeerd. De directie diende een strafrechtelijke klacht in en de delegees werden in eerste aanleg veroordeeld tot 1 maand gevangenisstraf. Nu gaat de zaak in beroep.
Rudy De Leeuw stelde dat het voorbeeld van Match in Antwerpen wordt “meegenomen in de evaluatie van het herenakkoord”. Waarom wordt deze zaak niet aangegrepen om een mobilisatie rond op te starten?
Tegenover de patronale agressie is er nood aan een krachtsverhouding. Die kan ongetwijfeld versterkt worden door juridische argumentaties, maar dat is niet het terrein waarop we de patronale agressie zullen stoppen. Het opstarten van een campagne rond de syndicale bescherming is een nuttige stap. We kijken alvast met hooggespannen verwachtingen uit naar de inhoud en de voorstellen in het kader van deze campagne!
Lees ook
-
Stop de jacht op de delegees! “Een sterke vakbond is alsmaar meer nodig”
Naar aanleiding van het ontslag van Maria Vindevoghel, delegee ACV bij Flight Care, en van twee ABVV delegees bij STORA in Gent spraken we met Danny Gijselings, BBTK delegee bij Philips Lighting te Turnhout. We vroegen hem wat hij vindt over de jacht op delegees die het Belgisch patronaat lanceert en over de vakbonden die hiertegen opkomen en ijveren voor de aanwezigheid van syndicale delegaties in bedrijven met minder dan 50 personeelsleden.
Interview met Danny Gijselings, door Emiel Nachtegael
“Opkomen als delegee doe je uit sociaal engagement. Je krijgt echter onmiddelijk een label opgeplakt door de werkgever: je bent niet iemand die zomaar luistert. Er zijn er natuurlijk die het door zichzelf doen, om een beschermd statuut te krijgen, maar de meerderheid van de delegees komen op uit engagement en bevriezen daarmee hun carrièremogelijkheden in het bedrijf zelf. Eerste voorwaarde om een goede delegee te zijn, is dan ook dat je je mannetje kan slaan. Dat er al een vakbond is in het bedrijf maakt het wel gemakkelijker. Zonder de ruggesteun van een vakbondsaanwezigheid worden personeelsleden overgelaten aan de willekeur van de werkgever. Vandaag is het zelfs in de bedrijven waar er een sterke vakbondsinplanting is, allesbehalve gemakkelijk. Je vecht altijd met ongelijke wapens.“
“Het geval van Vindevoghel en STORA toont aan dat voor de patroons een delegee aan de deur zetten meer opbrengt dan de financiële consequenties van wantoestanden in het bedrijf, die de delegee heeft aangekaart, te vervullen. Dit kan gaan over uit te betalen lonen, uitvoeren van de CAO, de te presteren uren enz. Verschillende werkgevers intimideren de delegees ook op carrierevlak en hun toekomst in het bedrijf of door de collega-werknemers op te zetten tegen de vakbond. Op één van onze diensten hadden we ooit een afgevaardigde. Toen hij zich met vakbondswerk bezighield, gold ineens de 11 pc regeling (11 pc van het personeel op de dienst mag op verlof om de bezetting te garanderen). Aan werknemers van de afdeling die verlof hadden gepland, zei het diensthoofd dat ze dat niet konden oppakken, en dat dat de schuld was van de vakbondsafgevaardigde. De pesterijen gingen zelfs zover dat de delegee ontslag heeft genomen. Een ander personeelslid, de zogenaamde zondebok, werd ook aan de deur gezet. De direkte chef werd in bescherming genomen door het management. De 11pc werd voordien zeer los toegepast tot er een delegee op deze dienst kwam.”
“De werkgevers kunnen beroep doen op een batterij goedbetaalde advocaten, en op werkgeverorganisaties VBO en Agoria. De vakbond heeft haar eigen apparaat maar slechts een beperkte macht. Zo hebben ze een juridische dienst, waar slechts énkele juristen werken en dit voor alle bedrijven in de regio. En dat niet alleen. Persoonlijk kan je nog zo gedreven zijn als je wilt, maar je merkt dat je een (te)beperktekennis hebt. Er zijn natuurlijk de opleidingen, maar naast de tijd die je in het vakbondswerk op de werkvloer steekt, moet je ook de je taken in het bedrijf nog uitvoeren. En in bedrijven met een anti-vakbondshouding of een zwakkere of minder assertievere delegatie, maakt de werkgever hier misbruik van en overlaadt de delegees met werk zodat ze minder energie in de vakbond kunnen steken. De wet zegt hierover enkel dat de vakbond “de nodige tijd moet krijgen” tijdens de werkuren. Dat is te vaagen kan niet afgedwongen worden. Nu moet ik zeggen dat dit alles op mijn bedrijf nog redelijk in orde is.”
“Het patronaat vindt dat een syndicale delegatie in KMO’s onbetaalbaar is? Niet betaalbaar? De werkgever kan om de syndicale uren te betalen gemakkelijk beroep doen op zeer gulle subsidies van de regering. Slechts een fractie van de lastenverlagingen die de bedrijven de laatste jaren hebben gekregen (onder andere dankzij het Generatiepact), zouden voor de betaling van de syndicale uren volstaan. Eigenlijk willen de patroonsorganisaties hun macht niet ingeperkt zien. Er is daarentegen méér geld nodig voor bijvoorbeeld opleidingen, zodat de delegees deftig de regels en procedures onder de knie krijgen. Sinds het Generatiepact wordt het duidelijker dat de vakbondsmacht tanende is en die van de patroons alsmaar terug toeneemt. De patroons willen nog flexibelere, wegwerpbare werknemers, zoals in Frankrijk, om hun winsten nog te verhogen. We gaan terug naar de tijd van Daens, sterker nog, naar de tijd vóór Daens. De lonen, de werkzekerheid, de Sociale zekerheid en de levensstandaard staan onder druk. Dat is waarom een vakbond alsmaar noodzakelijker wordt.”
-
Protest tegen de jacht op strijdbare delegees en voor reintegratieplicht!
Op 8 maart organiseerde het ACV een betoging tegen de jacht op delegees naar aanleiding van de uitspraak in het proces van Maria Vindevoghel (Flight Care) en het ontslag van ABVV-delegee Bert Verhoogen (DHL). De socialistische en liberale vakbonden waren aanwezig. Er verzamelden zo’n 500 personen aan de kerk te Zaventem. De betoging zwol nog aan tot zo’n 1.000 man tijdens een parcours door Zaventem, via DHL naar de vertrekhal van de luchthaven. In de vertrekhal waren er enkele toespraken gehouden.
Kristof Van Brabant
Behalve werknemers van Flight Care namen arbeiders van de NMBS deel, Antwerpse dokwerkers en delegaties van Sidmar, Bayer, Degussa, Aviapartner (het concurrerende bedrijf van Flight Care), MIVB, De Lijn, ISS etc… Dit toont de solidariteit. Hetgeen met Maria of Bert gebeurde, kan morgen evengoed in andere bedrijven. Op de betoging werd gepleit voor reïntegratieplicht bij onwettige afdanking, zoals dat bestaat in de omringende landen.
Uiteraard is LSP daar voorstander van. Het is een bewuste taktiek van het patronaat en hun managers om de meest strijdbare arbeiders eruit te gooien om elk verzet tegen het neoliberaal model te breken. De burgerlijke rechtbanken spelen doorgaans onder één hoedje met het patronaat. Zelfs met de beste sociale wetgeving bereiken we niets als dat niet geschraagd wordt door een krachtsverhouding op de werkvloer, in de sectoren en op nationaal vlak.
De betoging legde meteen een aantal zwakheden bloot. Veel werknemers van bedrijven in of rond de luchthaven waren nauwelijks of zelfs niet op de hoogte van de actie. Een tweede zwakheid was dat tijdens de strijdbare speeches geen actieplan naar voor werd geschoven om deze strijd verder te zetten. LSP is voorstander van democratische en strijdbare vakbonden. Dit kan enkel indien zoveel mogelijk werknemers betrokken geraken in het proces van discussie over een actieplan. Een belangrijke conclusie zou zijn dat de syndicale beweging nood heeft aan een politieke vertaling van haar eisen via een eigen politiek instrument. Dat bleek ook uit discussies met heel wat militanten en delegees van diverse sectoren. Doorgaans stelden zij over deze of gene secretaris: "dat is een SPa-er, dus daar moeten we niets van verwachten".
Bij dit soort evenementen is de staatsveiligheid nooit veraf. Sinds haar falen in de zaak Fehriye Erdal wordt radicaal links blijkbaar extra in de gaten gehouden. Wij hebben geen enkele band met Erdal of haar partij. Integendeel, wij hebben ons altijd verzet tegen de methoden van deze organisatie. Maar dat is blijkbaar nog niet doorgedrongen tot de staatsveiligheid. Na de betoging van 8 maart werden een 10-tal LSP-militanten aan een identiteitscontrole onderworpen. Erdal bleek er niet tussen te zitten…
Nadien werd een lid appart genomen, ondervraagd en er werd hem verteld dat LSP zou aanzetten tot rellen en een bende heethoofden zijn. Tot daar hun "analyse" die al even correct blijkt te zijn als de efficiëntie waarmee Erdal werd geschaduwd. De betrokken LSP-militant werkt op de luchthaven en er werd gedreigd om zijn naam door te geven aan BIAC, tenzij de militant zou helpen met "informatiewinning" indien er "iets louche" gebeurt…
In tegenstelling tot deze achterbakse technieken van de "CID-terrorisme, afdeling Airport, gerechtelijke dienst Brussel-Asse", baseert LSP zich op het politiek bewustmaken van de arbeiders en hun gezinnen en dit met een open en eerlijk vizier.
-
"Stakingspiket vormt onderdeel van het stakingsrecht"
In een interview met de Franstalige krant Le Soir, stelt professor Gilbert Demez van de UCL (universiteit van Louvain-La-Neuve) dat het stakingspiket een integraal onderdeel vormt van het recht om te staken. De professor spreekt zich uit tegen rechterlijke tussenkomsten die stakersposten verbieden of preventief beperken. Dit standpunt gaat in tegen de gang van zaken die thans steeds meer als normaal wordt beschouwd door het patronaat en het gerecht.
Bij de stakingsacties rond het Generatiepact werd eens te meer duidelijk dat het patronaat gemakkelijker naar de rechter stapt met een eenzijdig verzoekschrift om dwangsommen op te leggen tegenover stakende arbeiders die een piket vormen voor het bedrijf. De afgelopen jaren was er een toename van dit fenomeen, ondanks een eerder ‘herenakkoord’ tussen vakbonden en patronaat om collectieve conflicten niet via de rechtbank te betwisten.
Professor Demez is het niet eens met die gang van zaken. In een interview met Le Soir stelde hij dat de rechters zich baseren op subjectieve rechten zoals het eigendomsrecht en het recht op arbeid, waarbij wordt opgetreden met preventieve maatregelen. Nergens anders zijn er dergelijke preventieve tussenkomsten van het gerecht. Bovendien gaat het in veel gevallen om uitspraken die volgens de professor een overschrijding van de rechterlijke macht betreffen.
Een rechter in Namen sprak zich bij een eenzijdig verzoekschrift uit tegen het opleggen van een dwangsom met de mening dat het optreden tegen een mogelijke wegblokkade tot de bevoegdheid van de politie behoort. Maar een dergelijk standpunt is tegenwoordig uitzonderlijk. Bovendien betekent iedere beperking van een stakingspiket ook een beperking van het stakingsrecht op zich. Terecht stelt Demez dat een gerechtelijke tussenkomst in België enkel wordt gebruikt als patronaal drukkingsmiddel. Het gaat niet zozeer over de bescherming van rechten, maar om het beperken van het stakingsrecht.
Demez stelt dat het beperken van de actiemiddelen van de "sociale tegenmacht", leidt tot een vorm van "dictatuur". De verdediging van het stakingsrecht is inderdaad belangrijk en moet een prioriteit zijn van alle vakbonden. Het stakingsrecht omvat ook het recht om een stakingspiket te vormen en om collectieve acties te ondernemen.
-
Gent: 2.500 betogers tegen "jacht op delegees"
Gisteravond betoogden zo’n 2.500 vakbondsmilitanten tegen de "jacht op delegees" die werd geopend bij Stora Enso in Gent. Daar werden twee delegees buiten gezet omwille van hun syndicale werking. Het ABVV riep op tot een betoging en werd daarbij gesteund door de liberale bond ACLVB. Het ACV riep niet op, maar enkele militanten waren wel aanwezig. Intern werden 1.000 betogers verwacht, maar de uiteindelijke opkomst lag veel hoger.
Agressief patronaat
Eind december werden bij de papierfabriek Stora Enso in Langerbrugge (Gent) twee delegees afgedankt. Tegelijk werd de toegang tot het bedrijf ontzegd aan twee delegees bij een externe kuisfirma. Stora Enso dreigde ermee het contract met de kuisfirma op te zeggen. De verantwoordelijke ABVV-secretaris mag het bedrijf eveneens niet meer betreden om in contact te treden met de ABVV-leden.
Dit arrogante patronale optreden komt er onder meer na een staking eind vorig jaar waarbij uiterst repressief werd opgetreden door het patronaat. Zelfs een tentje aan het stakingspikket moest weg na een gerechtelijke tussenkomst met dwangsommen. Er werd geëist dat er aan de piketten geen werknemers van andere bedrijven zouden staan. Het patronaat meende zich dus ook al te moeten moeien met het stakingspiket zelf!
Na deze staking werd al snel overgegaan tot het ontslag van twee ABVV-delegees. Die kregen vlak voor nieuwjaar een ontslagbrief. Blijkbaar is de directie van Stora Enso vastberaden om de vakbond op het bedrijf kapot te maken.
Betoging tegen de jacht op de delegees
Het ABVV reageerde met een betoging tegen de jacht op de delegees. Intern werd gesteld dat er zo’n 1.000 aanwezigen werden verwacht. Het waren er veel meer. Zelfs de politie had het over meer dan 2.000 betogers en wellicht waren het er zo’n 2.500. De enorme solidariteit was een belangrijk signaal om aan te geven dat het moet gedaan zijn met de aanvallen op delegees.
Uit heel het land kwamen er militanten meebetogen. Uiteraard was vooral het ABVV bijzonder sterk vertegenwoordigd, maar ook de liberale vakbond ACLVB had een opmerkelijke delegatie. Opvallend afwezig: een sterke ACV-delegatie. Het ACV riep jammer genoeg niet mee op voor de betoging en liet verstek gaan de op de betoging. Enkele ACV-militanten stapten wel mee op, waaronder ook de afgedankte ACV-delegee Maria Vindevoghel. De aanval op de twee ABVV-delegees belangt alle vakbondsmilitanten aan, los van de kleur van hun vakbond. De afwezigheid van het ACV was dan ook een enorme blunder.
Voor de betoging waren er verschillende toespraken, onder meer van de ontslagen delegees zelf. Die hadden het over de moeilijkheden die ze ondervonden met hun vakbondswerking bij Stora Enso. Daarnaast werd er ook gesproken door verschillende vakbondssecretarissen. Na de betoging werd vanop het podium ook gesproken door een vertegenwoordiger van de ACLVB.
Gefluit en boegeroep tegenover SP.a
In de toespraken van Alain Clauwaert en Mil Kooyman werd gewezen op de aanwezigheid van politici van de SP.a, waaronder Johan Vande Lanotte. Dat leidde telkens tot boegeroep door het publiek. Vanop het podium werd het voorgesteld alsof de SP.a aan onze kant zou staan en de arbeiders zou verdedigen. Na de beweging tegen het Generatiepact, wordt dat echter niet meer geslikt door veel vakbondsmilitanten. De SP.a stond mee vooraan in het doorvoeren van een aanval op de brugpensioenen. En dan zou diezelfde partij nu plots wel aan onze kant staan?
Er was wel een goede verwelkoming voor voormalig SP-parlementair Jef Sleeckx. Die stelde in een persbericht overigens dat het noodzakelijk is om te bouwen aan een "politieke vertegenwoordiging van het volk, los van de traditionele partijen".
Hoe verder?
De vakbondsstrijd moet versterkt worden door een politiek verlengstuk. Zoniet kan de regering ons steeds opnieuw asociale maatregelen opleggen en zal de vakbondsdruk om de bescherming van delegees te verbeteren op het politieke terrein steeds in dovemansoren blijven vallen.
De betoging toonde aan dat de beweging tegen het Generatiepact gevolgen heeft. De betoging was groter dan verwacht en de leiding kan niet zomaar de band met de SP.a blijven opleggen. De kwestie van een nieuwe arbeiderspartij blijft zich stellen. Een 30-tal LSP-militanten waren op de betoging aanwezig en voerden campagne rond de noodzaak van een dergelijke nieuwe arbeiderspartij.
-
ACV-delegee Vindevoghel werd onterecht ontslagen
De arbeidsrechtbank in Brussel bevestigde dat ACV-delegee Maria Vindevoghel destijds onterecht werd ontslagen door het bedrijf Flightcare. Vindevoghel werd ontslagen wegens haar uitoefening van een syndicaal mandaat. Als delegee bezocht ze de werkvloer ook buiten de werkuren (wat noodzakelijk was, aangezien er tijdens de werkuren geen ruimte was voor syndicale activiteiten) en dat werd aangegrepen om haar te ontslaan.
Nu wordt dus bevestigd dat Vindevoghel onterecht werd ontslagen. Alleszins oordeelde de rechtbank dat de procedure niet correct werd gevolgd door Flightcare. Bij het ontslag van een delegee om dringende redenen, moet er immers ook een speciale procedure worden gevolgd. Dat gebeurde niet door Flightcare. Nu werd geoordeeld dat Flightcare discriminerend optrad tegenover Vindevoghel.
Aangezien nu blijkt dat het ontslag van de ACV-delegee ten onrechte was, zou het logisch zijn dat Vindevoghel terug aan de slag kan bij Flightcare. Dat is evenwel erg onwaarschijnlijk aangezien dat bedrijf het niet heeft begrepen op de vakbonden. Wellicht zal Flightcare Vindevoghel niet reïntegreren in het bedrijf, maar zal het een opzeggingsvergoeding betalen.
Dit wijst op een pijnpunt in het Belgische arbeidsrecht. Delegees kunnen zomaar worden ontslaan en indien er tegen wordt gereageerd, betaalt het bedrijf gewoon. Lastige delegees kunnen op deze manier gemakkelijk aan de deur worden gezet.
De zaak van ACV-delegee Vindevoghel is dan ook geen alleenstaand geval. Deze avond nog zal in Gent worden betoogd tegen de jacht op delegees (19u, Vrijdagmarkt) naar aanleiding van het ontslag van twee delegees bij Stora Enso in Langerbrugge. De twee delegees werden aan de deur gezet in het kader van het anti-vakbondsbeleid van het bedrijf.
Tegenover die patronale agressie is een sterke reactie van de arbeidersbeweging noodzakelijk. De bescherming van delegees belangt ons immers allemaal aan!
-
Gent: betoging tegen jacht op delegees
Naar aanleiding van onder meer de afdanking van twee delegees bij Stora Enso in Gent, wordt een betoging gepland tegen de aanvallen op syndicale militanten. Deze betoging zal plaatsvinden op dinsdag 7 februari om 19u op de Vrijdagmarkt in Gent.
Eind vorig jaar was er een gespannen staking bij de papierfabriek Stora Enso in Gent (zie ons artikel hierover). Toen gebruikte de directie zelfs dwangsommen om een tent van de stakende werknemers te laten verdwijnen.
Na de staking is de sociale rust niet weergekeerd. De verantwoordelijke van het ABVV mag het bedrijf niet meer betreden, twee delegees werden op 30 december ontslagen (zonder het respecteren van de wettelijke procedure) en twee delegees van een schoonmaakfirma mogen niet meer poetsen bij Stora (zoniet verliest het schoonmaakbedrijf het contract).
Het is duidelijk dat er sprake is van een enorme aanval op de vakbondsrechten. Het compleet ondermijnen van de vakbondswerking en het openen van de jacht op delegees, is onaanvaardbaar. Als reactie op deze aanval, is een sterk eengemaakt antwoord noodzakelijk.
Op dinsdag 7 februari organiseert het ABVV een betoging in Gent om te protesteren tegen de jacht op de delegees. Hopelijk zal het een betoging in gemeenschappelijk vakbondsfront worden. Beide vakbonden worden geconfronteerd met aanvallen op hun werking; Als het VBO bovendien haar zin krijgt, volgt er een verdere aanval op de vakbondswerking. Het VBO klaagt er in haar nota “Strategie 2010” immers over dat er teveel beschermde werknemers zijn die niet gemakkelijk genoeg kunnen worden ontslagen…
De fakkeltocht van 7 februari is een goed initiatief en moet worden ondersteund. De schandalige aanval op de delegees bij Stora moet worden beantwoord door de volledige vakbeweging.
Afspraak: 7 februari, 19u, Vrijdagmarkt Gent
-
Stop de aanvallen op het stakingsrecht!
19e eeuwse maatregelen terug opgediept
De afgelopen maanden lag het stakingsrecht veel onder vuur. Er was een offensief om stakers af te doen als ambetanterikken die alles plat leggen en tegen de werkwillige massa’s ingaan met als enige bedoeling om zoveel mogelijk overlast te bezorgen. Allerhande argumenten werden bovengehaald om die stelling te onderschrijven.
Geert Cool
Het is geen toeval dat het stakingsrecht vandaag opnieuw onder vuur ligt sinds enkele jaren. Het stakingsrecht is namelijk een uitdrukking van de krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal, waarbij het kapitaal van iedere zwakte van de arbeidersbeweging gebruikt maakt om in het offensief te gaan.
Na de val van de Berlijnse Muur was er een ideologisch offensief van de triomferende neoliberalen die stelden dat het kapitalisme het enige mogelijke systeem was. Dat was enkel mogelijk omdat er binnen de arbeidersbeweging enige verwarring was en een verzwakking door het wegvallen van de Sovjetunie.
Het is op die basis dat een hard neoliberaal beleid werd voorgesteld, maar ook dat er aanvallen zijn op tal van rechten en verworvenheden van de arbeiders. Het stakingsrecht is daar één element van.
Hoe is het stakingsrecht afgedwongen?
Het stakingsrecht is destijds afgedwongen door arbeidersstrijd en door een burgerij die in het defensief zat tegenover de arbeidersbeweging.
Bij de opkomst van het kapitalistische productiesysteem werd geprobeerd iedere vorm van arbeidersorganisatie tegen te gaan. Zolang de arbeiders individueel konden worden aangepakt, was het mogelijk om de arbeiders tegen elkaar op te zetten om hen zo tot lagere lonen te dwingen.
Het was voor arbeiders verboden om samen te spannen, laat staan om te staken. Daarbij werd in de 19e eeuw gebruik gemaakt van de oude wetgeving van bij de Franse bezetting. De zogenaamde wet Le Chapelier stelde dat iedere samenscholing van arbeiders verboden was, omdat het inging tegen de “vrije uitoefening van nijverheid en arbeid”. Het recht op arbeid, zo werd gesteld, was het belangrijkste.
Dat werd natuurlijk versterkt door het feit dat de werkplaatsen in de 19e eeuw nog relatief klein waren, waardoor het moeilijker was om arbeiders te organiseren. Toch waren er eerste kleine initiatieven die op het einde van de 19e eeuw leidden tot de vorming van een massa-partij, de BWP, en een samensmelting van verschillende vakbonden in de Syndicale commissie van de BWP. Andere vakbonden bleven daarbuiten omdat ze katholiek waren.
In de praktijk dwongen die vakbonden en politieke organisatie van de arbeiders hun recht af om collectief actie te voeren. Ze organiseerden betogingen en meetings, ondanks het feit dat dit veelal verboden werd. Hun antwoord op dat verbod was de kracht van het aantal, de massale impact van de acties zorgde ervoor dat een verbod in de praktijk onmogelijk werd.
De organisatie en eenmaking van de vakbeweging werd versterkt door het offensieve optreden van het patronaat tegen stakingen. Zo was er bij een staking in de textiel in Verviers in 1906 een complete lock-out, de patroons sloten hun bedrijven omdat er gestaakt werd zodat iedereen werd ontslagen. 153 van de 154 textielbedrijven sloten de deuren en 20.000 arbeiders werden werkloos. Hetzelfde gebeurde bij een staking van de Antwerpse dokwerkers in 1907, toen 10.000 arbeiders protesteerden tegen een lock-out en staakten van juni tot september 1907.
Het patronale offensief versterkte de eenmaking van de vakbonden. In 1914, vlak voor WO1, had de Syndicale Commissie ongeveer 130.000 leden en meer dan 100 vrijgestelden.
Het is pas na WO1 dat het stakingsrecht en vakbondsrecht werden erkend in België. Dit was natuurlijk tegen de achtergrond van de bewegingen na de oorlog, waarvan de Russische Revolutie één van de hoogtepunten was. Overal in Europa waren er bewegingen en in verschillende landen kwamen de arbeiders in opstand. De burgerij had schrik voor de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging en moest toegevingen doen.
Dat gebeurde onder meer door de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht (voor mannen), maar ook door de vakbondsvrijheid te erkennen. In 1921 kwam er een wet die de “vrijheid van vereniging” waarborgde: “Niemand kan gedwongen worden van een vereniging deel uit te maken of daarvan niet deel uit te maken.” Hierdoor werd het recht erkend om zelf te beslissen over lidmaatschap van een vakbond.
Tegelijk werd een anti-stakingswet afgeschaft (het zogenaamde artikel 310 van het strafwetboek waardoor samenscholingen op het bedrijf niet mochten), werd de 8-urendag (en 48-urenweek) ingevoerd,…
Dat was niet omdat de burgerij plots meende dat het wel nuttig zou zijn als de arbeiders minder lang zouden werken en zich bovendien zouden mogen organiseren, maar wel omdat de arbeidersklasse in een sterke krachtsverhouding stond tegenover de burgerij waardoor deze wel toegevingen moest doen om haar eigen positie te vrijwaren.
Tegelijk werd geen beroep gedaan op wetgeving om het stakingsrecht te organiseren, omdat dit nu eenmaal moeilijk kan. Hoe kan de arbeidersbeweging beroep doen op het burgerlijke recht om collectieve acties te organiseren die ingaan tegen de logica van het kapitalistisch systeem dat aan de basis ligt van dat burgerlijk recht. Het enige wat gebeurde, was dat repressieve maatregelen tegenover stakingen en arbeidersorganisaties werden afgeschaft.
Rechten en vrijheden tegen het stakingsrecht
Ook de afgelopen 10 jaar werd meermaals bevestigd dat stakingspiketten en wegblokkades een onderdeel vormen van het stakingsrecht en het recht om zich te organiseren. Dat werd in België bevestigd door verschillende rechtbanken (onder meer Cassatie in 1997 of het Hof van Beroep in Antwerpen in 2004).
Toch wordt er gezocht naar achterpoortjes om stakingen aan te pakken. Dat is in de Belgische wetgeving niet zo moeilijk, aangezien de kapitalistische logica aan de basis van die wetgeving ligt. Er zijn altijd wel vrijheden die kunnen worden opgediept om tegen stakingen in te gaan: het vrije verkeer bijvoorbeeld, het verbod om het verkeer te belemmeren wordt zelfs strafrechtelijk vervolgd! Roberto D’Orazio van Clabecq werd bij het proces tegen de 13 van Clabecq mee op basis van het belemmeren van het verkeer vervolgd… Als het verkeer belemmerd wordt omdat er een Europese Top in Brussel plaatsvindt en de hoogwaardigheidsbekleders toch veilig moeten zijn, wordt niet gedacht aan toepassing van die strafmaatregel. Het recht op mobiliteit geldt voor sommigen al wat meer dan voor anderen…
Er zijn ook andere vrijheden die worden opgediept om het stakingsrecht tegen te gaan. Rik Daems en andere traditionele politici hadden het meermaals over het recht op arbeid dat zou verhinderd worden als arbeiders niet kunnen werken omdat er een stakingspiket staat. Daems stelde letterlijk dat het recht op staken eindigt, waar het recht op arbeid begint. Daarmee grijpen ze letterlijk terug naar de bewoordingen van de 19e eeuwse Wet Le Chapelier op basis waarvan vakbonden waren verboden. Uiteraard geldt het recht op arbeid ook niet direct voor de 600.000 werklozen in België… Die zullen wel van andere “vrijheden” en “rechten” kunnen genieten. Het recht om geschorst te worden door de RVA bijvoorbeeld.
Het belangrijkste “recht” dat wordt ingeroepen tegen stakingsacties, is natuurlijk het eigendomsrecht van het patronaat. Het vrije genot van hun eigendom wordt belemmerd door de arbeiders die een bedrijf blokkeren. Dat argument komt steevast naar voor bij procedures tegen stakingspiketten. Het is natuurlijk wel wat paternalistisch als we dan vaststellen dat het gebruikt wordt om werkwilligen binnen te laten. Blijkbaar ziet het patronaat de arbeidskracht van hun werkwillige arbeiders ook als haar eigendom.
Juridische spitstechnologie tegen stakingen
Om stakingspiketten te breken, wordt er gewerkt met juridische spitstechnologie. Bij de stakingsacties van 28 oktober was er een advocatenkantoor van goede vriend van Verhofstadt 48 uren open om juridisch weerwerk te bieden tegen stakingspiketten. Dat kantoor is erg nauw gelinkt aan de VLD, de verantwoordelijke voor de afdeling sociaal recht is een VLD’er, jeugdvriend van Verhofstadt en krijgt bovendien geregeld interessante zaken vanuit de overheid toebedeeld.
Er zijn heel wat mogelijkheden voor het patronaat om een piket te breken. Daarbij wordt gewerkt met eenzijdige verzoekschriften om dwangsommen op te leggen. Dat betekent dat de patroon eenzijdig naar de voorzitter van de arbeidsrechtbank stapt om zonder enige inspraak of tegenspraak van de vakbonden maatregelen opgelegd te krijgen tegen een piket. De reden waarom zo wordt gewerkt, is natuurlijk om te vermijden dat de vakbonden een antwoord kunnen naar voor brengen en bvb wijzen op de uitoefening van het stakingsrecht en om te vermijden dat in de arbeidsrechtbank naast de voorzitter ook de werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers mee zouden beslissen. Die zitten namelijk ook in de arbeidsrechtbank. We kunnen vragen hebben over het nut daarvan, maar het patronaat wil natuurlijk die werknemersvertegenwoordiger in de rechtbank niet betrekken bij de procedure.
Het is mogelijk om eenzijdig een snelle procedure te volgen als dat dringend noodzakelijk is. De voorzitters van de rechtbanken zien dat wel zitten, omdat zij op die manier aan belang winnen. Het patronaat ziet het wel zitten omdat ze gelijk krijgen. In Gent nam het advocatenkantoor dat permanentie aanbood contact op met de rechters om desnoods ’s nachts een eenzijdig verzoekschrift te kunnen indienen en onmiddellijk een uitspraak te krijgen. Dat was natuurlijk nodig omdat de normale werkuren van een rechter niet samenvallen met het vroege uur van stakingspiketten…
Op die manier worden dwangsommen opgelegd tegen stakingspiketten. In de week voor 28 oktober werd een piket in Zedelgem gebroken met een dwangsom van 1.000 euro per uur dat een werkwillige werd tegengehouden. In Haasrode was er een deurwaarder met een dwangsom tegen het stakingspiket aan het industrieterrein.
Het opleggen van dwangsommen aan een stakingspikket wordt algemeen toegepast, maar is in strijd met het stakingsrecht. Het Europees Comité van Sociale Rechten oordeelde enkele jaren geleden in een verslag over België dat vreedzame stakingspikketten een onderdeel zijn van het gewaarborgd recht op collectieve actie, waardoor dwangsommen tegen zo’n stakingspikket niet aanvaardbaar zijn.
Toch wordt er al enkele jaren systematisch gebruik gemaakt van dwangsommen tegen stakingsacties. In 2002 werd daartegen als reactie een petitie opgezet vanuit de vakbonden. Die kreeg 80.000 handtekeningen. Het was de aanleiding voor een reeks afspraken tussen vakbonden en patronaat in de vorm van een zogenaamd “herenakkoord” (een niet afdwingbaar akkoord), waarin het patronaat beloofde om bij stakingen een gerechtelijke tussenkomst te vermijden. Dit bleek een lege doos te zijn. Een wetsvoorstel om dwangsommen in sociale conflicten te verbieden, is sinds 26.6.2003 “hangende” in het parlement.
Als het van een aantal traditionele politici afhangt, zal zelfs verder worden gegaan. In april was er een wetsvoorstel van de VLD om bij stakingen een referendum te organiseren onder de werknemers waarbij werknemers die zich niet neerleggen bij de uitslag van het referendum gemakkelijker kunnen worden afgedankt (uiteraard enkel als het resultaat van het refendum dat is wat de VLD hoop). In juni deed de VLD nog een wetsvoorstel om rechtspersoonlijkheid toe te kennen aan vakbonden zodat ze gemakkelijk kunnen worden vervolgd en aangesproken voor economische schade bij stakingen.
Hoe reageren op de aanvallen op het stakingsrecht?
Voor de verdediging van het stakingsrecht kunnen we niet rekenen op het gerecht, het patronaat of de traditionele politici. Terwijl we uiteraard iedere stap voor de verdediging van het stakingsrecht steunen, zal het nodig zijn om een krachtsverhouding uit te bouwen waarmee in de praktijk afgedwongen wordt dat de patroons niet langer durven over te gaan tot het gebruik van eenzijdige verzoekschriften. Dat is hoe het stakingsrecht op zich is afgedwongen en hoe het zal moeten worden verdedigd.
Er is de vraag van veel militanten om iets te doen tegen de inbreuken op het stakingsrecht via eenzijdige verzoekschriften. In 2002 werd de woede gekanaliseerd met een petitie voor het stakingsrecht. Dat heeft geleid tot het ‘herenakkoord’ waarmee echter geen stap vooruit gezet is. Een brede campagne over de verschillende sectoren heen blijft nodig; om op die basis voortaan bij ieder eenzijdig verzoekschrift tegen een staking te antwoorden met een uitbreiding van de staking en interprofessionele mobilisatie.
Er zijn een aantal argumenten die belangrijk zijn bij de verdediging van het stakingsrecht.
Ten eerste is er het recht op collectieve actie en op het uiten van onze mening. Het recht om ons te organiseren en campagne te voeren, wordt meer en meer bedreigd. Dat ondervinden wij geregeld aan de lijve. Denk maar aan Boechout vorige zomer toen we werden opgepakt omdat we campagne voerden.
Het opzetten van stakingspiketten en zelfs van wegblokkades vormt een onderdeel van de vrije meningsuiting. In het geval van wegblokkades staan wij niet alleen om dat als “vrije meningsuiting” te bestempelen. Het Europees Hof van Justitie, dat niet bekend staat omwille van links-socialistische sympathieën, stelde dat de vrijheid van betogen (inclusief een wegblokkade) slechts uitzonderlijk kan beperkt worden (Schmidberger arrest van 2.8.2003). De vrije meningsuiting bij een wegblokkade gaat voor op het vrije verkeer van goederen en personen, aldus het Hof. Het Hof van Cassatie in België bevestigde dat een stakingspiket onderdeel is van het stakingsrecht. Het Hof van Beroep in Antwerpen stelde dat een filterblokkade onderdeel is van het stakingsrecht.
Toch wordt daartegen ingegaan en worden piketten in de praktijk aan banden gelegd door naar de rechter te stappen en dwangsommen op te leggen. Op 21 november nog besliste het Hof van Beroep in Bergen dat de arbeiders van Splintex hun stakingsrecht misbruikten omdat ze werkwilligen tegenhielden met een stakingspiket.
Een verbod op stakingspiketten betekent in de praktijk een stakingsverbod. En tevens zet het de deur open naar een volledig verbod op collectieve acties. Ook betogingen zorgen voor “verkeershinder” en kunnen bijgevolg gezien worden als een inbreuk op het recht op mobiliteit. De oproep van Daems, daarin gevolgd door het patronaat, is bijzonder gevaarlijk en moet met alle mogelijke middelen worden bestreden.
Naast het recht op collectieve acties, zijn er ook de mogelijkheden om weerwerk te bieden tegen een deurwaarder die een dwangsom wil opleggen. Een deurwaarder aan een piket kan niet zomaar de identiteitskaart van een aanwezige vragen om het bevelschrift effectief over te maken. De politie mag enkel een identiteitscontrole doen bij een overtreding of misdrijf. Op zich kan de dwangsom dus niet zomaar opgelegd worden, tenzij stakers hun identiteit kenbaar maken.
Er zijn dus wel enkele argumenten in te brengen tegen de aanvallen op het stakingsrecht.
Verdedig het stakingsrecht!
De stakende arbeiders kunnen geen beroep doen op politici van de partijen die in het parlement vertegenwoordigd zijn of op de media. Die spreken zich allemaal uit tegen de eisen van de beweging. Hoe kunnen de vakbondseisen, die gesteund worden door brede lagen van de samenleving, anders naar voor komen dan door middel van collectieve acties?
Het is mogelijk om de aanvallen op het stakingsrecht te beantwoorden. Er kunnen juridische argumenten worden aangehaald, maar het beste antwoord bestaat natuurlijk uit solidariteit. Bij Case New Holland waren de dwangsommen ook van toepassing tijdens de staking van 28 oktober. Maar, zo stelde een delegee, de dwangsommen hadden geen enkele impact omdat er geen enkele werkwillige was.
De verdediging van het stakingsrecht moet door de vakbonden worden opgenomen. Iedere aanval op het stakingsrecht moet beantwoord worden met extra stakingen. Het stakingsrecht is afgedwongen door arbeidersstrijd en het zal ook op die manier zijn dat we het kunnen behouden.
-
Stakingsrecht onder vuur. Terug naar de 19e eeuw?
De afgelopen dagen is er een heus offensief gestart van patroons en politici om het stakingsrecht aan te pakken. Onder het mom dat het "recht op arbeid" moet worden gevrijwaard, wordt de aanval ingezet tegen stakingspiketten. Minister Dewael stelde dat de stakingsacties ‘ordentelijk’ moeten verlopen. Hij werd daarin gevolgd door verschillende andere politici en het patronaat haalt alle juridische middelen boven om stakingspiketten te breken.
Het is wellicht geen toeval dat een advocatenkantoor geleid door een goede vriend van Verhofstadt het initiatief nam om een permanentie van 48 uur op te zetten om juridisch weerwerk te bieden tegen stakingspiketten en blokkades. Daartoe werd zelfs contact opgenomen met rechters en deurwaarders zodat ook ‘s nachts eenzijdige verzoekschriften kunnen worden behandeld waarbij onmiddellijk met een deurwaarder dwangsommen kunnen worden opgelegd.
De juridische spitstechnologie om stakingen te breken, is fundamenteel ondemocratisch. Er is niet eens de ruimte voor vakbondsvertegenwoordigers om onmiddellijk een antwoord te bieden tegenover de aangesproken rechter. Een eenzijdig verzoekschrift betekent immers dat er louter eenzijdig wordt opgetreden en dat enkel een raadsman van de patroon voor de rechter verschijnt.
Bovendien wordt op deze manier inbreuk gedaan op het feit dat het stakingsrecht een onderdeel vormt van collectieve conflicten die normaal niet voor een rechtbank komen, maar onderworpen zijn aan overleg tussen werkgevers en werknemers. Dat was het opzet om het stakingsrecht slechts bijzonder beperkt te behandelen in de Belgische wetgeving. Pas in 1919 werd het stakingsrecht erkend.
In de 19e eeuw gold een verbod op het organiseren van vakbonden door het zogenaamde ‘samenspanningsverbod’ dat in België werd ingevoerd tijdens de Franse bezetting door het regime van Napoleon. Die wetgeving was gebaseerd op de beruchte Wet Le Chapelier en het decreet D’allarde. De wet ‘Le Chapelier’ stelde onder meer: "Alle samenscholingen van ambachtslui, arbeiders, gezellen, dagloners of die op hun aansporing zijn tot stand gekomen tegen de vrije uitoefening van de nijverheid en de arbeid door om het even welke persoon,… zullen beschouwd worden als oproerige samenscholingen en als dusdanig uiteengedreven worden door de openbare macht…"
Deze wetgeving bleef ook na de Belgische onafhankelijkheid behouden. Ook in de 19e eeuw werd het ‘recht op arbeid’ misbruikt om te stellen dat iedere vakbondsactie waarbij gestaakt werd, een inbreuk zou vormen op het recht om te werken. Bijgevolg werden stakingen de facto verboden. Dit leidde tot heel wat repressie en veroordelingen van vakbondsactivisten die het aandurfden om toch in actie te komen.
Vandaag zien we hoe een aantal Belgische politici heimwee lijken te hebben naar de 19e eeuw. Als een moderne Napoleon Bonaparte declameert VLD-parlementslid Rik (voorheen ‘Hendrik’) Daems dat "het recht op staken eindigt waar het recht op werken begint". Een "samenscholing" van arbeiders om te "staken", zou volgens Daems dus niet kunnen. Blijkbaar wil hij een herinvoering van de Wet Le Chapelier…
Indien Daems het recht op arbeid wil verdedigen, zouden hij en zijn politieke vrienden er beter eens voor zorgen dat jongeren ook toegang hebben tot werk. Vandaag zijn duizenden jongeren werkloos, in steden als Gent of Antwerpen loopt de jongerenwerkloosheid op tot rond de 30%.
Een verbod op stakingspiketten betekent in de praktijk een stakingsverbod. En tevens zet het de deur open naar een volledig verbod op collectieve acties. Ook betogingen zorgen voor ‘verkeershinder’ en kunnen bijgevolg gezien worden als een inbreuk op het recht op mobiliteit. De oproep van Daems, daarin gevolgd door het patronaat, is bijzonder gevaarlijk en moet met alle mogelijke middelen worden bestreden.
Het recht op collectieve acties en op vakbonden, zijn afgedwongen door arbeidersstrijd. De arbeiders eisten het recht op om samen te kunnen in actie komen om hun ongenoegen te uiten en een krachtsverhouding uit te bouwen. Een verbod op protestacties, wat de consequentie is van wat Daems voorstelt, zou betekenen dat iedere vorm van georganiseerde oppositie monddood wordt gemaakt.
De stakende arbeiders kunnen niet rekenen op politici van de partijen die in het parlement vertegenwoordigd zijn, of op de media. Die spreken zich allemaal uit tegen de eisen van de beweging. Hoe kunnen de vakbondseisen, die gesteund worden door brede lagen van de samenleving, anders naar voor komen dan door middel van collectieve acties?
Het zal noodzakelijk zijn om Napoleon Daems van antwoord te dienen. Tegelijk is een stevig vakbondsantwoord nodig op de eenzijdige verzoekschriften en de juridische ondermijning van het stakingsrecht. Dit moet mee opgenomen worden in de eisenbundels voor de acties van de komende weken. Iedere aanval op het stakingsrecht moet met extra stakingen worden beantwoord. Dat is hoe het stakingsrecht is afgedwongen, en het zal ook op die manier zijn dat we het kunnen behouden!
-
Aanval op stakingsrecht. Dwangsommen tegen staking in Zedelgem
Het offensief van regering en patronaat tegen het stakingsrecht begint concrete vormen aan te nemen. In Zedelgem werd vanmiddag een stakingspiket gebroken door een deurwaarder die op basis van een eenzijdig verzoekschrift van de patroon een dwangsom oplegde van 1.000 euro per uur per werkwillige die werd tegengehouden.
Geert Cool
De verklaring van Patrick Dewael dit weekend dat er moet opgetreden worden tegen stakingen, is niet onopgemerkt voorbijgegaan. De patroons bereiden zich voor om door middel van een ondemocratische procedure dwangsommen op te leggen. Daarbij wordt gewerkt met eenzijdige verzoekschriften, wat betekent dat de tegenpartij (de vakbonden) niet aanwezig zijn in het proces en ook niet gehoord worden door de rechter. Op basis van een eenzijdig verzoekschrift bekomen de patroons dwangsommen die ze kunnen laten opleggen indien werkwilligen niet kunnen passeren.
Dat is een aantasting van het stakingsrecht. Het stakingsrecht is een onderdeel van het collectief arbeidsrecht en daarbij wordt doelbewust gepoogd om zo weinig mogelijk gerechtelijke inmenging te dulden. De collectieve verhoudingen tussen arbeiders en patronaat zijn immers afhankelijk van de krachtsverhoudingen tussen beide klassen en inmenging van buitenaf maakt toekomstige onderhandelingen steeds moeilijker.
Dat weerhoudt de patroons er nu niet van om toch over te gaan tot het inzetten van deurwaarders die met dwangsommen dreigen. Dit werd deze middag duidelijk bij Case New Holland in Zedelgem. Zowat 150 militanten hielden daar het bedrijf geblokkeerd in het kader van een 24-urenstaking. Bij het bedrijf werken ongeveerd 1.800 mensen. De deurwaarder kwam de staking breken na een vonnis van de arbeidsrechter te Brugge.
Voka, de extremistische patroonsorganisatie, was er als de kippen bij om een dergelijke ondemocratische procedure als voorbeeld naar voor te schuiven. Reeds jarenlang worden vakbondsmilitanten geconfronteerd met patroons die hun vrienden bij het gerecht inschakelen om acties te breken. Er is nog nooit een ernstig syndicaal antwoord gekomen op de schandalige procedures op eenzijdig verzoekschrift. Misschien moet van de gelegenheid gebruik gemaakt worden om ook die procedures aan te pakken doorheen de huidige beweging tegen het neoliberaal offensief tegen de (brug)pensioenen.
Ook de politici scharen zich achter een anti-stakingsbeleid. Patrick Dewael stelde dat vakbondsacties op de openbare weg niet zouden kunnen. Op de private wegen mag dit ook niet, dus mogen stakingspiketten op zich niet meer? Dewael wil het recht om actie te voeren compleet ondermijnen. Hij heeft gemakkelijk praten: zijn mening wordt gretig overgenomen door de regeringsgezinde media van de televisie en de dagbladen. De standpunten van het vakbondsfront worden systematisch afgebroken door de media en de politici. Hoe moeten zij hun standpunt naar voor brengen als Dewael en co kunnen bepalen hoe het protest er mag uitzien?
De politici en patroons willen een harde confrontatie aangaan door het stakingsrecht op zich aan te pakken. Dit moet scherp beantwoord worden, bijvoorbeeld door het versterken van de stakingsacties op 28 oktober. Een succesvolle betoging op 28 oktober, als begin van een langdurige beweging, kan de krachtsverhouding in de samenleving duidelijk maken…