Your cart is currently empty!
Category: Onderwijs
-
Onderwijsbesparingen: niets nieuws! Voor een herfinanciering van het onderwijs
In het onderwijs wordt al 20 jaar lang bespaard. Dat wil in feite zeggen dat jaar op jaar de bestaansmiddelen van de school niet in verhouding zijn met het aantal leerlingen. In de komende jaren gaat dit niet verbeteren aangezien minister ‘van het grote gelijk’ Vandenbroucke aangekondigd heeft nog meer te zullen besparen.
Micha Teller, artikel uit de Verzetskrant
Schandalig! Leraars, leerlingen en hun ouders reageren terecht woedend over het tekort aan middelen. Hoe durft de minister 1600 minder leraars aan het werk te zetten terwijl de klassen vandaag al te groot zijn? Wie wint erbij om in een klas te zitten met meer dan 30 leerlingen?
Ruimte om problemen zoals agressiviteit op te vangen zijn voor de minister evenmin een prioriteit; er wordt 284 000 euro bespaard op de centra voor leerlingenbegeleiding! 1 Op 3 schoolgebouwen scoort een onvoldoende op vlak van veiligheid en hygiëne. Niet moeilijk als je weet dat 20 % van de schoolgebouwen eigenlijk gewone ‘containers’ zijn. Een extra budget om gebouwen te herstellen, laat staan vernieuwen, is er niet. Integendeel, het ministerie van onderwijs heeft ervoor gekozen om te besparen op het aantal ‘klusjesmannen’. Gelukkig laten ze er nog één over per scholengemeenschap.
Stijgende kosten
Dat de schoolkosten op tien jaar tijd met 80% zijn gestegen kan de regering niet deren. “Brute pech voor hen wiens ouders uitstappen en boeken niet kunnen betalen”, vindt de minister. Onderwijs wordt stilaan een plaats van ongelijkheid in plaats van één die studenten gelijke kansen geeft, ongeacht sociale afkomst.
Eigenlijk willen huidige politici dat het onderwijs haar geld ergens anders haalt, nl. vanuit de bedrijfswereld. Het nieuwe project van minister Vandenbroucke “accent op talent” motiveert schooldirecties om contacten op te zoeken met de lokale bedrijven. “Handig dat bedrijven de schoolopleidingen betalen ipv de staatskas”, zegt Vandenbroucke. Dat binnenkort richtingen met ‘teveel’ psychologie, filosofie, moraal of geschiedenis zullen verdwijnen omdat de bedrijven er niks mee kunnen doen, neemt hij er wel bij! Niet de algemene kritische vorming zal belangrijk zijn, wel de winstlogica van de bedrijven zullen bepalen wat en hoe je zal moeten leren! Of dacht je soms dat de Nike-posters in je school er maar toevallig hingen?
Welk alternatief?
Enkel in de strijd voor een socialistische samenleving zou onderwijs niet meer hetzelfde zijn als vandaag. Naast het feit dat onderwijs kosteloos zou zijn, zal het de ruimte creëren voor jongeren om zich volledig te ontplooien, leren wat aansluit bij hun interesses en waarbij praktijk en theorie in elkaar overgaan!
Schoolraden die vandaag in sommige gevallen reeds bestaan zouden democratische organen zijn waar iedereen die deelneemt aan het onderwijsproces vertegenwoordigd wordt. Jongeren, leraars en ouders moeten samen kunnen beslissen over wat er op hun school gebeurt; het is hun toekomst, niet die van een handjevol kapitalisten die ons onderwijsmodel volledig willen ombuigen naar ‘Amerikaans’ voorbeeld.
Uiteraard verzetten we ons tegen de besparingen en de daardoor veroorzaakte wantoestanden in het onderwijs. Hierin is het heel belangrijk dat ook jongeren actief zijn. Het is niet enkel de toekomst van de leraars die op het spel staat maar natuurlijk ook die van de jongeren. Heb je er al over nagedacht om te gaan informeren bij de syndicaalafgevaardigde leraar op je school over mogelijke acties tegen de plannen van Vandenbroucke? Organiseer snel het verzet samen met andere jongeren op je school. Kom op voor je eigen rechten en die van je kinderen.
-
Welke toekomst voor onze kinderen? Voor gratis en degelijk onderwijs!
Welke toekomst voor onze kinderen?
Onlangs kondigde minister Vandenbroucke nieuwe besparingen aan in het onderwijs. De woede hierover is enorm, leerkrachten staan met het water aan de lippen in overvolle klassen, en ouders maken zich zorgen waar dit alles naartoe gaat.
Marijke Decamps
Het onderwijs zoals we dit nu kennen, komt niet uit de lucht gevallen. Eisen rond degelijk en gratis onderwijs, waren aanwezig van bij de eerste organisatievormen van de arbeidersklasse. Zeker toen de arbeidersvrouwen zich organiseerden samen met hun klasse, werd stelselmatig geprobeerd om de kinderen op de schoolbanken te krijgen in de plaats van in de fabriek. Het onderwijs werd toen echter gekenmerkt door overvolle klassen met sterke nadruk op vanbuiten leren, prestatie en selectie.
De verschillende bewegingen en revoltes van de arbeiders hebben in de loop van de 20e eeuw heel wat verandering teweeggebracht. Dankzij mei ’68 kwam er bovendien een proces van democratisering op gang en werden de eerste stappen gezet naar een andere kijk op wat onderwijs is en wat het kan betekenen.
Gratis
“Elk schooljaar is het hetzelfde liedje, onverwacht vallen er extra schoolrekeningen binnen, waarvan je nooit kan voorspellen hoe hoog ze gaan zijn. Bij ons lukt het nog om dit te betalen, maar voor meer en meer gezinnen begint dit moeilijk te worden. Hierdoor is het oudercomité vooral bezig met het inzamelen van geld om de schoolrekening te laten kloppen. Mensen die geen geld hebben om voor de zoveelste keer lotjes te kopen, of om mee te doen aan een pensenkermis, worden scheef bekeken, en de kinderen voelen deze druk ook.” (Ann)
Tussen ’89 en ’99 zijn de kosten voor secundair onderwijs met 82% gestegen en voor lager onderwijs zelfs met 93%. Volgens een oproep van SOS Schulden op School zijn er scholen waar 10% van de ouders een afbetalingsplan heeft om de schoolkosten te betalen. De studiebeurzen zijn bovendien een lachertje geworden, al heel snel verdien je zogenaamd teveel.
Degelijk
Vaak wordt de school door jongeren gezien als een plaats waartoe je tot je 18 veroordeeld bent om je broek te verslijten, braaf te luisteren en vanbuiten te leren. Er ligt nog steeds een enorme nadruk op toetsen, punten behalen en meekunnen. Ons onderwijs mag dan bij het meest hoogstaande van Europa behoren, tegelijk zijn er ook erg veel schoolverlaters zonder diploma.
Er wordt nu al 20 jaar bespaard, waardoor iedere besparingsronde steeds harder aankomt. Schoolgebouwen staan op instorten en er wordt bespaard op het onderhoud, de leerlingenbegeleiding,… Hierdoor vallen leerlingen sneller uit de boot. Onderwijs wordt een plaats waar ongelijkheid wordt bevestigd in plaats van tegengegaan.
Socialistisch onderwijs
In een socialistische samenleving zou onderwijs niet meer hetzelfde zijn als vandaag. Het zou de ruimte creëren voor jongeren om zich volledig te ontplooien, leren wat aansluit bij hun interesses, waarbij alles wat geleerd wordt voortvloeit uit de praktijk van de arbeidersklasse.
Een interessant voorbeeld is dat van het onderwijs vlak na de Russische Revolutie. Binnen een tijdspanne van enkele dagen na de oktoberrevolutie werd het gratis onderwijs ingevoerd. In 1918 werden de scholen omgevormd tot “eengemaakte arbeidsscholen” waar productief werk aan de basis lag van de ontwikkeling van jongeren. Deze scholen waren zeven dagen per week open, zodat jongeren er ook terecht konden voor zaken die hen interesseerden, niet enkel voor het volgen van lessen.
De Bolsjevieken probeerden een allesomvattend programma op te stellen, gebaseerd op het leven en de productie. Lenin stelde in 1918 bijvoorbeeld dat onderwijs over elektriciteit moest gekoppeld worden aan bezoeken aan elektriciteitscentrales. De vrouw van Lenin, Krupskaya, moedigde het onderwijzend personeel aan om het dagelijks leven als vertrekpunt te nemen voor projecten, gebaseerd op de ervaring van lokale arbeiders en boeren. Hierdoor zouden alle volwassenen “onderwijzers” worden. Lunacharsky, de commissaris van onderwijs, waarschuwde evenwel dat het belangrijk was dat de scholen het aanleren van vaardigheden centraal zouden stellen en niet het maken van producten. Tegenover het volproppen met nutteloze, overbodige en levenloze kennis, stelde Lenin de noodzaak voorop van kritisch onderwijs gericht op de ontwikkeling van zelfstandige individuen en de ontplooiing van hun capaciteiten.
Een andere maatregelen in 1918 was bijvoorbeeld de vrije toegang tot de universiteiten, zonder ingangsexamens of inschrijvingsgeld. De scholen werden georganiseerd door democratische raden, zodat ook de jongeren zelf konden meebeslissen over wat er onderwezen werd en hoe dit gebeurde. De verkozenen in de raden van scholieren en ouders en personeel waren permanent afzetbaar.
De eis voor degelijk en gratis onderwijs is vandaag nog lang niet gerealiseerd. Op basis van strijd en solidariteit kunnen fundamentele stappen vooruit gezet worden. Maar enkel op basis van een socialistische samenleving kan deze strijd leiden tot een definitieve overwinning.
-
De privatisering van de toekomst. De uitverkoop van ons onderwijs gaat verder.
De staat van de schoolgebouwen in Vlaanderen is erbarmelijk. Er is echter, zo zegt men, geen geld en de Vlaamse regering wil/kan geen geld lenen. De Vlaamse regering zal de bouw en onderhoud van scholen daarom uitbesteden aan private investeerders die wellicht maar al te graag op de rug van de belastingsbetaler in dit gat in de markt zullen springen, als het rendement tenminste hoog genoeg is.
Karel Mortier
Iedereen die de laatste jaren in een school is geweest, en uiteraard de scholieren en personeel, hebben wellicht al gemerkt dat veel gebouwen in zeer slechte staat verkeren, dat er een grote achterstand is qua onderhoud van bestaande infrastructuur en dat een flink aantal gebouwen aan vervanging toe is. Veel scholen voldoen nu al niet aan de veiligheidsvoorschriften, maar worden niet gesloten omdat er geen alternatief is om de leerlingen op te vangen. Eind 2004 waren er 1.322 scholen die een aanvraag hadden lopen voor subsidies. Gemiddeld zit er meer dan 6 jaar tussen de aanvraag en de goedkeuring van een dossier en dan duurt het meestal nog een aantal jaar vooraleer het project uiteindelijk is gerealiseerd. Het is dus niet vreemd dat steeds meer scholen geen andere keus hebben dan om les te geven in containers. Quasi geen enkele school in Vlaanderen kan deftig functioneren zonder dat leerkrachten of ouders van leerlingen vrijwillig een handje toesteken na hun uren of van tijd tot tijd een pak pannenkoeken kopen om de school te sponseren.
In totaal zou er meer dan 1 miljard euro nodig zijn om al de infrastructuurprojecten die momenteel al lopen te financieren. De Vlaamse regering schuift dit probleem al jaren voor zich uit maar nu is men tot het punt gekomen dat men iets moet doen wil men ongelukken vermijden. De kabinetschef van onderwijsminister Vandenbroucke stelde op een gespreksavond in Leuven al dat men rekening moet houden met ongelukken. Aangezien een klas kleuters onder het puin niet echt goed is voor de populariteit van de regering en het imago van de minister van onderwijs, is men op zoek gegaan naar allerlei constructies om alsnog de nodige middelen bij elkaar te vinden. Op voorhand stond al vast dat men de private sector op de één of andere manier zou inschakelen in dit dossier, hoewel de meeste scholen daar niet op zitten te wachten. Het was alleen nog niet echt duidelijk hoe de Vlaamse regering dit concreet zou aanpakken en voor welke formule ze zouden kiezen.
Concreet denkt de Vlaamse regering aan een DBFM-formule: design, build, finance en maintain. Een moeilijke term maar het komt er op neer dat een op te richten private vennootschap de constructie van scholen op zich neemt en dat de “school” (of hoe we het in de toekomst ook mogen noemen) die gebruik maakt van de infrastructuur van die vennootschap, daarvoor een vergoeding betaalt. Het onderhoud en wellicht ook de schoonmaak van de school zou ook door de vennootschap gedaan worden.
Dit komt helemaal niet als een verassing. Reeds vele jaren is er een trend in het onderwijs om ondersteunende diensten zoals schoonmaak, restauratie en onderhoud uit te besteden aan de privé. Scholen beschikken vaak niet over de nodige middelen om dure investeringen te doen in keuken om aan de strenge normen te voldoen en laten dat dan maar doen door een firma die wel over de nodige middelen beschikt. Het ondersteunend personeel die werkt voor een private firma heeft meestal ook een veel slechter statuut (lager loon, minder/geen werkzekerheid, minder vakantie) en is daarom vaak goedkoper. Daarnaast duikt in steeds meer scholen reclame op en worden scholen steeds afhankelijker van lokale ondernemingen en multinationals om computers en machines aan te kopen.
De invoering van de enveloppefinanciering – zogezegd om scholen te responsabiliseren en meer verantwoordelijkheid te geven maar in werkelijkheid een gigantische besparingsoperatie – lag mee aan de basis van deze trend. Vroeger liet men de beslissing om het restaurant te privatiseren of de schoonmaak uit te besteden aan de privé over aan de directies van de scholen maar nu gaat men een stap verder en privatiseert men direct volledige scholen met alles er op en eraan.
Vandenbroucke heeft wellicht veel van zijn mosterd gehaald bij zijn “kameraden” van New Labour waar men reeds een aantal jaar op die manier werkt voor de bouw van scholen maar ook hospitalen, gevangenissen etc. De zogenaamde PFI of public finance initiatives. Het wordt steeds duidelijker dat de enige winnaars van deze constructies de aandeelhouders zijn van die vennootschappen die rijk worden met het geld van de belastingbetaler. Veel van deze PFI projecten kosten uiteindelijk veel meer dan voorzien en voldoen vaak niet aan de verwachtingen. Aangezien winst belangrijker wordt dan kwaliteit, is het onduidelijk wat de gevolgen van deze plannen zullen zijn voor de scholieren/studenten en personeel die zullen leren/werken in die DBFM – gefinancierde scholen. In het VK werd bijvoorbeeld aan directies van PFI scholen die tegen drankautomaten op school waren, gezegd dat dit een bron van inkomsten was voor de investeerders en dat het weghalen van die automaten zou leiden tot een stijging van de huurprijzen. Komt het straks ook zo ver dat scholieren en hun ouders in Vlaanderen mee zullen opdraaien voor de huur van hun eigen school?
1 miljard euro is een gigantisch bedrag maar mocht men in Vlaanderen de laatste decennia voldoende en op tijd hebben geïnvesteerd in de onderhoud en bouw van scholen dan was men nooit tot op het punt gekomen dat men moet gaan schooien bij private investeerders om ongelukken te vermijden. Vandenbroucke stelt zelf dat de Vlaamse regering de laatste jaren minder dan de helft heeft besteed aan schoolgebouwen dan de meeste andere landen van de OESO. De ene OESO statistiek is blijkbaar iets belangrijker dan de andere.
Het idiote aan de hele situatie is dat de Vlaamse regering mensen op alle mogelijke manieren probeert te stimuleren om een eigen woning aan te kopen en daar miljoenen tegen aan smijt, want zo zegt men, dit is op lange termijn veel goedkoper dan een woning huren en de beste vorm van sociale zekerheid. Tegelijkertijd zien we een Vlaamse (en federale regering) aan het werk die in snel tempo haar patrimonium verkoopt en ieder jaar een steeds groter bedrag moeten neertellen om kantoorruimte te huren/leasen op de private markt. Dit is vreemd omdat het voor een overheid veel goedkoper is om te lenen en bouwen dan voor private investeerders (zeker voor een overheid met weinig schulden) en huur of leasing op lange termijn nu eenmaal een pak duurder uitkomt dan eigendomsverwerving. Het is ook vreemd dat een minister die ons steeds vertelt dat nu “sociale hervormingen” nodig zijn om de vergrijzing te betalen zelf de lasten doorschuift naar de volgende generaties.
Scholen zijn echter niet het enige domein waar de laatste Vlaamse regeringen hebben nagelaten om voldoende middelen in te investeren. Sociale huisvesting is een ander. In Vlaanderen staan er zo’n 74.000 gezinnen op een wachtlijst voor een sociale woning. Vele andere doen zelfs de moeite niet meer om zich in te schrijven op de wachtlijst. 58% van de private huurders besteedt meer dan een vijfde van het inkomen aan huur, terwijl men aanneemt dat een vijfde van het inkomen de betaalbaarheidgrens is. 18% van de huurders besteedt zelfs meer dan een derde aan huur. Niet voor niets zijn de hoge huurprijzen één van de belangrijkste oorzaken van armoede in Vlaanderen. In landen zoals Nederland met een veel groter sociaal huurbestand en een uitgebreid(er) systeem van huursubsidie is de kostprijs van huisvesting in veel minder gevallen een oorzaak van armoede. Uit onderzoek van het Kenniscentrum Duurzaam Woonbeleid blijkt dat er in Vlaanderen een potentiële behoefte is aan 185 000 bijkomende sociale huurwoningen.
Op dit ogenblik zijn er 138.000 sociale huurwoningen, wat amper 6% is van het totale woningbestand in Vlaanderen. In de meeste van onze buurlanden ligt dat cijfer veel hoger. In een stad als Leuven wachten 1.900 gezinnen op een sociale woning. Daarnaast zijn er nog eens 5.000 gezinnen die recht hebben op een sociale woning maar niet op een wachtlijst staan.
Erik Thora, directeur van de Leuvense sociale huisvestingsmaatschappij Dijledal stelt: “Iemand die zich vandaag aanbiedt voor een sociale woning, moet minstens drie jaar wachten. Voor huizen met enkele kamers is de wachttijd zes tot zeven jaar. Wil je met je kinderen naar een sociale huurwoning, dan zijn die kinderen bijna het huis uit voordat jij in je huis kan.” (De Standaard 06/11/04)
Op dit moment komen er ieder jaar zo’n 2.000 à 3.000 sociale huurwoningen bij in Vlaanderen. Het is duidelijk dat aan het huidig tempo het tekort aan sociale huurwoningen de eerste decennia niet zal worden opgelost. Ook hier onderzoekt men de optie om private investeerders te betrekken. Dit is dus nog maar het begin en het einde is nog lang niet in zicht.
-
Tweestromenland in de scholen. Onderwijs voor de elite?
Vandenbroucke mag wel zeggen dat ons onderwijs het meest toegankelijke is. Op het terrein zien we dat de structurele onderfinanciering leidt tot hogere studiekosten, gedemotiveerde leerkrachten en scholieren, vuilbakscholen naast ‘model’scholen,… Het onderwijs in Vlaanderen mag dan wel een van het best presterende in Europa zijn, het telt ook het hoogste aantal schoolverlaters zonder diploma in Europa. En wat als de naam van je school belangrijker is dan het diploma dat je op zak hebt?
Emiel Nachtegael
St. Pieter in Turnhout is hiervan een voorbeeld. Pieter (17) getuigt: “Op vrijdag 22 april werden 11 scholieren beschuldigd van drugsbezit en drugsdealen op school. Op basis van onwaarschijnlijke beschuldigingen en zonder bewijsvoering werden twee ervan, waaronder mezelf, twee dagen uitgesloten. De overigen kregen strafstudie. Het is volgens ons geen toeval dat bepaalde scholieren al langer door de directie geviseerd werden, gezien het elitaire karakter van Sint-Pieter. Dat wil zeggen dat scholieren die niet aan de standaard voldoen langzaam worden buitengewerkt, of dat voor scholieren die meer moeilijkheden hebben geen geschikte begeleiding wordt voorzien. Verschillende leerlingen, maar ook ouders en leerkrachten, hebben al geprotesteerd tegen deze gang van zaken.”
Meer middelen voor onderwijs!
De enveloppefinanciering, waardoor de schooldirecties slechts kunnen beschikken over een beperkt budget, heeft nefaste gevolgen. Op 20 april eisten de leerkrachten in Brussel terecht dat de overheid de middelen voor onderwijs moet optrekken tot 7% van het Bruto Binnenlands Product, het niveau van 1980. Nu is dit gezakt tot minder dan 5%. Ook het personeel van St. Pieter protesteerde mee in Brussel.
De besparingen in het onderwijs maken dat de studiekost stijgt. Tussen 1986 en 1999 was er al een stijging van de studiekost in het secundair onderwijs met 59%! Intussen blijft deze kost toenemen. Scholen proberen zoveel mogelijk leerlingen aan te trekken, omdat ze dan meer middelen krijgen. Daartoe wordt geprobeerd om de school voor te stellen als ‘de beste’ en moeten scholieren die niet in het ‘profiel’ van de school passen zo snel mogelijk worden verwijderd. De besparingen leiden tot onderwijs op verschillende snelheden. Enkel de gezamenlijke strijd van leerlingen, leerkrachten en ouders voor meer middelen en democratisch onderwijs, zal die logica kunnen doorbreken.
-
Buitenlandse studenten aangepakt. Inschrijvingsgeld vertienvoudigd aan Leuvense unief
Vanaf volgend academiejaar betalen niet EHOR-studenten (EHOR = Europese Hoger Onderwijsruimte, de EU-landen en nog zo’n 15 andere landen) 5000 – in plaats van 505 – euro inschrijvingsgeld aan de KULeuven. Een uitzondering wordt gemaakt voor studenten uit 72 van de armste ontwikkelingslanden ter wereld, waarvan een “gemotiveerd verzoek” aanvaard wordt.
Tina De Greef
Van de 30.455 studenten dit academiejaar komt 6,5% uit niet EHOR-landen, en 0.5% uit de vermelde ontwikkelingslanden. Dit is een dubbele aanval: niet alleen worden de inschrijvingsgelden onbetaalbaar, België is voor de meeste buitenlandse studenten sowieso een duur land.
De maatregel kadert in het Bologna-akkoord, dat een herstructurering van het hoger onderwijs voorziet. In het “Decreet van 30 april 2004 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hoger-onderwijsmaatregelen” staat in Deel 5 (over buitenlandse studenten), Artikel 64: “Het instellingsbestuur bepaalt vrij en op gemotiveerde wijze het studiegeld voor de inschrijving van studenten die geen beursstudent zijn,…”. Hierop besliste de Academische Raad van de KULeuven op 13 december 2004 om de inschrijvingsgelden voor deze groep van studenten met maar liefst 900% te verhogen!
Bovendien zijn er richtingen waarvoor je nog meer dan 5000 euro zal moeten betalen, bijvoorbeeld de Master of Laws in Energy and Environmental Law (9000 euro!). Verder gaan ook de inschrijvingsgelden voor wie zich inschrijft voor 2 studierichtingen met 290 euro omhoog.
De universiteit voert bewust de strategie om het onderwijs stap voor stap minder democratisch te maken. Dit is het begin van een reeks aanvallen in het kader van het Bologna-akkoord.
De universiteit begint met de verhoging van het inschrijvingsgeld van een groep studenten, waarvan ze geen weerstand ondervindt. Portulaca – de studentenvereniging van de internationale studenten – is een traditionele studentenvereniging die de maatregel weliswaar betreurt, maar er zich bij neerlegt nog voor ze de studenten op de hoogte brengt.
De argumentatie voor deze beslissing (“The voice”, Sixth Issue Year Eight) getuigt bovendien van een nationalistische retoriek: Vlaanderen wil niet langer instaan voor de subsidiëring van buitenlandse studenten. Kunnen we hieruit besluiten dat een Portugees meer Vlaams is dan een Braziliaan? Met deze verdeel-en-heers strategie zal de universiteit het onderwijs langzaam duurder maken, zodat de stap om de verhoging van het inschrijvingsgeld ook voor Vlamingen door te voeren, steeds kleiner wordt.
De maatregel kadert ook duidelijk in het plan om van de KULeuven een elite-universiteit te maken die gerust wat kleiner mag worden. Hiermee toont het bestuur aan dat ze de kwaliteit van onderwijs verwarren met de prijs ervan. Niet de slimme, enkel de rijke studenten zullen in staat zijn het onderwijs aan de KULeuven te financieren. De minder gegoeden zullen betaalbare universiteiten, met – uiteraard – slechtere faciliteiten, moeten zoeken. In de huidige maatschappij is onderwijs meer en meer een bedrijf dat winstgevend moet zijn, of tenminste met zo weinig mogelijk overheidsgeld moet rondkomen. Met ALS-Leuven zullen we ruchtbaarheid geven aan deze maatregel en naar voor schuiven dat actief verzet nodig is tegen deze aanvallen. Als de belangen van de buitenlandse studenten in het gedrang komen, is dat wel degelijk ons probleem. Wanneer we passief blijven, zullen alle verworvenheden immers in gevaar komen. Onderwijs is een recht voor iedereen, geen koopwaar!
-
Meer middelen voor onderwijs!
Minister Vandenbroucke voert nieuwe besparingen door in het secundair onderwijs. De vakbonden van het secundair onderwijs gaan daar niet mee akkoord. Daarom werd op 20 april actie gevoerd tegen de aanwervingsstop, tegen de bevriezing van de enveloppefinanciering en voor een hogere eindejaarspremie.
Laura Gillis
Eigenlijk krijgt het onderwijs gewoon niet genoeg geld. Wij eisen dat de overheid de middelen voor onderwijs optrekt tot 7% van het Bruto Binnenlands Product (BBP, de waarde van alles wat alle inwoners van België samen op een jaar produceren), zoals dat in 1980 nog het geval was. Nu is dit gezakt tot minder dan 5% van het BBP.
De politiekers zeggen steeds dat ze geen geld hebben. Maar de voorbije 20 jaar is de geproduceerde rijkdom in België meer dan verdubbeld! Het deel daarvan dat naar sociale voorzieningen en onderwijs gaat, blijft echter dalen. Het is dus enkel de politieke keuze om de winsten van de grote bedrijven veilig te stellen, en niet de behoeften van de bevolking.
Het aantal jobs in het Vlaams onderwijs stijgt. Maar de vaste benoemingen dalen constant en worden vervangen door tijdelijke contracten. De stijging van de onderwijsuitgaven volgen de algemene welvaartstijging niet. Toch moet de onderwijssector steeds meer taken op zich nemen, die de maatschapij van zich afschuift.
Een job in het onderwijs is zwaar en stresserend. Een leerkracht is ook maatschappelijk assistent, psycholoog, administratief bediende,… En dat gaat natuurlijk ten koste van de omstandigheden waarin scholieren les krijgen.
Op dit moment zijn de besparingen in het hoger onderwijs veel duidelijker, maar het secundair onderwijs zal niet gespaard blijven.
In 1999 sloten onder meer de lidstaten van de EU het Bologna-akkoord af. Dit zou de Europese universiteiten meer op elkaar afstemmen. Maar het hervormt het hele onderwijs: het onderwijs moet scoren zoals in de VS, onze scholen moeten meer vrije marktgericht worden, er moet meer samenwerking zijn met bedrijven. Een manager moet de school doen draaien met zo weinig mogelijk geld van de overheid.
Zo wordt de school een bedrijf, dat winst moet opleveren en dat niet democratisch is georganiseerd. Dit zie je nu reeds in de universiteiten en hoge scholen in België en in andere Europese landen. Inschijvingsgelden schieten omhoog, sociale voorzieningen worden afgebouwd.
Studenten moeten lenen om te kunnen studeren, wat betekent dat ze al schulden hebben nog voor ze beginnen te werken. In Leuven wordt het inschrijvingsgeld voor een buitenlandse student (die niet behoort tot de 72 armste landen) verhoogt van 505 naar 5000 euro. In de VS heeft een afgestudeerde student een gemiddelde schuld van 17.000 dollar. In België werkt meer dan de helft van de studenten tijdens het academiejaar om zijn/haar studies te betalen. De studiekosten zijn tussen 1986 en 1999 gestegen met 40 tot 60%.
Alles lijkt erop dat er elitescholen komen voor de rijken en vuilbakscholen voor de minder begoeden. Het systeem draait rond winst en macht, niet om wat de mensen echt nodig hebben.
Internationaal Verzet wil strijden tegen besparingen en voor een degelijk en gratis onderwijs. Als de buitenlandse studenten problemen hebben, is dat ook ons probleem.
Wij zijn immers het volgende slachtoffer. We koppelen de strijd van de studenten ook aan die van het personeel, want we hebben dezelfde belangen. Meer leerkrachten bijvoorbeeld komt ook de leerlingen ten goede. Het verenigen van alle betrokkenen is noodzakelijk. Leerlingen moeten samen met de leerkrachten en al het ander personeel samen op straat komen.
Onze school is geen fabriek, onderwijs is een recht voor iedereen! Internationaal verzet zal blijven strijden voor een onderwijs ten dienste van het ontplooien van het individu, het vormen van een kritische en onafhankelijke geest. Deze strijd voeren we samen met de Actief Linkse Studenten en de Linkse Socialistische Partij.
-
Hogeschool Antwerpen: Herman Teirlinck in staking
Vorige dinsdag gingen de studenten van het Herman Teirlinck Instituut voor dramatische kunsten in staking uit protest tegen de wurgende enveloppefinanciering. Deze opleiding van de Hogeschool Antwerpen heeft – net zoals alle andere departementen – te kampen met onderfinanciering, met alle gevolgen van dien. We spraken met enkele studenten over de concrete gevolgen van de besparingen in het hoger onderwijs.
Laurent Grandgaignage
Waarom staken jullie?
Wij staken omdat er een acuut tekort is aan middelen: om onze docenten te betalen, om genoeg les te krijgen, en omdat sommige middelen – die ons ter beschikking worden gesteld – moeten gebruikt worden voor absurde doeleinden binnen de kunstopleiding, met name de academisering. Die is het gevolg van ‘t feit dat wij als kleine kunstopleiding opgeslorpt worden door grotere hogeschoolstructuren en universitaire associaties, structuren waar we eigenlijk niet in thuis horen.
Hoe lang voeren jullie al actie en in hoeverre is iedereen (studenten, leerkrachten, extra personeel, …) betrokken bij die acties?
We zijn hier sinds dinsdag aan het staken. Het Teirlinck Instituut bestaat uit drie opleidingen binnen het departement dramatische kunsten van de Hogeschool Antwerpen, nl. kleinkunst, toneel en woord. Alle studenten steunen die actie. Het komt eigenlijk vanuit de coördinator van het Herman Teirlinck Instituut – Johan Van Assche – die de staking heeft geïnitieerd. We zijn hier met 80 man, studenten, al weken met de voorbereiding bezig, en vanavond loopt het ten einde.
Wat zijn jullie eisen?
Op korte termijn eisen wij dat we meer middelen krijgen zodat onze opleiding kan blijven voortbestaan, want ’t is echt tot op een kritiek punt gekomen. En op lange termijn eisen wij dat onze kleine kunstopleiding een structuur krijgt die onze eigenheid erkent, waardoor we gerespecteerd worden voor het feit dat onze opleiding fundamenteel ander onderwijs is dan een academische opleiding of een andere hogeschoolopleiding. Bij onze opleiding hebben wij individuele lessen, zijn er heel weinig studenten die hier binnenkomen en nog veel minder die afstuderen. Dit terwijl wij subsidies krijgen per aangeworven leerling: die subsidies zijn gebaseerd op ex cathedra onderwijs, vandaar het probleem van onderfinanciering. Het feit dat er maar een klein aantal studenten zijn en dat wij individuele lessen krijgen, is net de garantie voor de kwaliteit van het onderwijs. Dat geldt niet alleen voor het Herman Teirlinck Instituut voor dramatische kunsten maar ook voor opleidingen zoals beeldende kunsten, en dans, enzovoort. In dat opzicht zijn kunstopleidingen gelijkaardig. Ik denk misschien dat een lange termijnoplossing kan zijn dat men al die verschillende kunstopleidingen terug vanonder die grote structuren weghaalt en die in één grote kunsthogeschool Vlaanderen onderbrengt.
Wat zijn jullie verdere plannen op termijn?
Op korte termijn zullen we dus afwachten in welke mate dat men gaat reageren, in welke mate dat men bereid is om ons meer middelen te geven of om die structuren aan te passen. Op lange termijn – als er niets gebeurd – zullen wij verdwijnen, heel eenvoudig.
Zijn jullie bereid om nog verdere acties te voeren indien jullie eisen niet worden ingewilligd?
Absoluut.
Meer info
Meer informatie over de acties vind je op de volgende website: www.hti.be
-
Onderwijs: 2.000 actievoerders voor gebouw Vlaamse regering
Gisteren voerden zo’n 2.000 personeelsleden uit de onderwijssector actie voor het gebouw van de Vlaamse regering in Brussel. Er werd geprotesteerd tegen de besparingen die minister Vandenbroucke wil doorvoeren en die neerkomen op een vermindering van het personeelsbestand met meer dan 1.000 eenheden. De leraars en andere personeelsleden hielden een bijeenkomst, maar het valt te verwachten dat er meer acties zullen volgen indien de regering haar plannen doorzet. LSP was op de actie vertegenwoordigd met een 40-tal militanten – leraars, andere personeelsleden, studenten, scholieren – die een pamflet verspreid hebben en een 80-tal nummers van ons maandblad verkochten. Hieronder publiceren we enkele foto’s.
Geert Cool
-
“Concurrentiële” universiteiten: afschaffing studiebeurzen, hoger inschrijvingsgeld,…
De Leuvense professor Roger Blanpain is vrij openlijk over de wijze waarop het universitair onderwijs zich moet aanpassen aan de openstelling van de "onderwijsmarkt". In een opiniestuk pleitte hij onder meer voor het fundamenteel verhogen van het inschrijvingsgeld. Dat die discussie geen losse flodder is van Blanpain, wordt wel erg duidelijk als we zien dat aan de Leuvense unief reeds beslist is om het inschrijvingsgeld voor buitenlandse studenten (van buiten Europa) te vertienvoudigen tot 5.000 euro…
De verhoging van het inschrijvingsgeld voor nieuwe buitenlandse studenten aan de Leuvense universiteit is slechts een eerste stap. Het is waarschijnlijk dat ook andere universiteiten zullen volgen op dit vlak en het is eveneens waarschijnlijk dat het als precedent zal worden aangegrepen om ook andere groepen studenten meer te laten betalen, eventueel per opleidingsmodule of zelfs per vak zodat een veralgemeend verzet tegen zo’n maatregel kan worden vermeden.
Om dat soort maatregelen in te kaderen, kan de burgerij steevast rekenen op originele ideeën van figuren als professor Blanpain. Die slaagt erin om te verklaren dat het lage inschrijvingsgeld vandaag eigenlijk asociaal is… Blanpain stelt dat het sowieso kinderen uit meer gegoede families zijn die studies aanvatten aan de universiteiten, terwijl die betaald worden met middelen van het belastingsgeld en dus door iedereen mee gefinancierd worden. Blanpain stelt dat dit "fundamenteel onrechtvaardig" is waarbij hij voorstelt om de financiering "voor een belangrijk deel" in "privé-handen te leggen, met name in die van de studenten." Met andere woorden: het onderwijs is nu reeds minder toegankelijk voor veel jongeren die niet van begoede afkomst zijn, dus een optrekking van het inschrijvingsgeld kan geen kwaad…
Voor studenten die uit de boot dreigen te vallen, is Blanpain zo vriendelijk om een "studieloon" voor te stellen waarbij de studenten goedkope leningen krijgen om te studeren en dat later te betalen als ze "op basis van hun hoger diploma en kennis een bepaald inkomen hebben."
Hiermee stelt Blanpain voor om de financiering vanuit privé-middelen fundamenteel op te trekken. Hij ziet daarin zelfs de reden waarom Belgische universiteiten plots beter zouden scoren op de lijsten van de beste universiteiten. Terwijl in de VS 66,7% van de middelen uit private bronnen komen, is dat in België 7,7%. Blanpain: "Gevolg: geen enkele universiteit in de top-100". Want "hoe meer universiteiten met private middelen gefinancierd worden, des te meer hun aandeel stijgt in de top-100."
Met deze cynische logica wil Blanpain de deur openzetten voor het verder ondermijnen van de beperkte democratisering van het onderwijs. Het feit dat deze logica geleidelijk aan gevolgd wordt, nu voor het eerst bij nieuwe buitenlandse niet-Europese studenten aan de Leuvense unief, geeft aan wat er kan worden verwacht. Het is noodzakelijk dat de studenten en het personeel zich niet neerleggen bij de neo-liberale logica die ook van het onderwijs een "markt" maakt.
Vandaag wordt in Brussel gemanifesteerd tegen de aangekondigde besparingen in het Vlaams onderwijs. Vanuit deze actie kan gewerkt worden aan het eenmaken van alle sectoren in het onderwijs om samen sterker te staan tegen de afbraak van ons onderwijs.
-
Onderwijsbetoging op 20 april. Stop de besparingen!
MANIFESTATIE 20 april om 15u aan het ministerie van onderwijs in Brussel. (Koning Albert 2-laan 15, dichtbij het Noordstation)
Stop de besparingen in het onderwijs! Optrekken van de onderwijsuitgaven tot 7 procent van het BBP nu !
Een nationale vakbondsecretaris verklaarde in de pers hoe pijnlijk het is om vast te stellen dat besparingen in het onderwijs telkens door SPA ministers doorgevoerd worden. Nadat de vakbonden eerst aarzelden en nauwelijks protesteerden tegen de door Vandenbroucke aangekondigde besparingen, wordt eindelijk actie georganiseerd tegen de voor het onderwijs nefaste politiek.
Pamflet van LSP en ALS
Voor een pdf-versie van dit pamflet, klik hier
Het leerplichtonderwijs
Vandenbroucke besliste in het najaar van 2004 om op personeelskosten te besparen door het niet meetellen van 7000 leerlingen uit het secundair onderwijs voor de omkadering; de herberekening van de lesuren voor het volwassenenonderwijs en een inperking van de vervangingspool. Daardoor werden meer dan duizend ambten niet ingevuld.
Er wordt bespaard op de werkingsmiddelen van de CLB’s en bij het ondersteunend personeel wordt 5% van de jobs geschrapt.
Hoger onderwijs
Sinds de invoering van de enveloppefinanciering in het hoger onderwijs (1991 voor de universiteiten, 1994 voor de hogescholen) kreunen ook de instellingen voor hoger onderwijs door de onderfinanciering. Bij de hogescholen leidde dit tot een verlies van meer dan 400 banen. Aan de universiteiten steeg de tewerkstelling globaal met meer dan 3000 eenheden maar dit komt volledig op het conto van de onderzoeksmiddelen. De financiering van het onderwijs aan de universiteiten vermindert net zoals bij de hogescholen jaar na jaar waardoor het aandeel van onderwijzend personeel aan de universiteiten daalde van 34% in 1992 tot 26,3% in 2003 terwijl het aantal studenten in dezelfde periode met 4,5% gestegen is.
Tussen 1992 en 2003 steeg de tewerkstelling in het Vlaams onderwijs met meer dan 14000 eenheden. Positief zou u denken ware het niet dat het aantal vastbenoemde personeelsleden constant daalt en de stijgende tewerkstelling volledig op rekening komt van tijdelijke personeelsleden die minder zicht krijgen op een vaste job en makkelijk weggesaneerd kunnen worden. De onderwijsuitgaven zijn wel gestegen met gemiddeld 2% op jaarbasis in constante prijzen wat de Vlaamse regeringen steeds in de verf zetten. Maar de maatschappelijke rijkdom is ook gestegen en de economische groei lag gemiddeld hoger dan de stijging van de onderwijsuitgaven. De stijging van de onderwijsuitgaven is lager dan de algemene welvaartstijging en bedraagt circa 5,3% van het Bruto Binnenlands Product. In Frankrijk, Denemarken en Zweden is dit meer dan 6%. De Vlaamse uitgaven liggen zelfs 0,2% lager dan het OESO-gemiddelde.
CAO’S
Zowel CAO VII voor het leerplichtonderwijs als CAO I voor het hoger onderwijs zitten vol voor interpretatie vatbare beloften. Op het vlak van het optrekken van het vakantiegeld wordt nu aanvaard dat dit gefaseerd dient te gebeuren zonder verdere specificaties. Er wordt gesproken over een financiële injectie voor de hogescholen maar over het bedrag blijft men vaag. Enkel het gewoon basisonderwijs krijgt een concrete verhoging van het budget ter waarde van 8 miljoen euro. Het argument van de overheid dat er geen geld is, werd door de vakbondsleidingen overgenomen op de militantenvergaderingen om de bijna inhoudsloze Cao’s door de basis te laten aanvaarden. Op diverse vergaderingen van de ACOD werd herinnerd aan de eis goedgekeurd door het congres in mei 2004 om te eisen dat de onderwijsuitgaven opgetrokken moeten worden tot 7% van het BBP. Dit werd telkens verworpen met het argument dat het beter is om voor weinig te kiezen nu er geen geld is in plaats van te eindigen met niets. Ondertussen heeft de non-profit actie gevoerd en getoond dat ze van de federale regering – die beweerde dat er geen geld is – 471 miljoen euro kon afdwingen. Op Vlaams niveau wordt verder actie gevoerd voor gelijke eisen voor het personeel dat tewerkgesteld met middelen van de Vlaamse overheid. De non-profit toont wat mogelijk is wanneer de vakbonden vastberaden zijn en strijd voeren.
Conclusie
Ondanks de extra’s merken we dat uitgaven in het onderwijs de groei van de maatschappelijke rijkdom niet volgen terwijl de taken die door de maatschappij aan de onderwijssector opgelegd worden alsmaar stijgen. Een studie van het HIVA toonde aan dat het onderwijzend personeel zijn job graag doet maar dat hij zijn job als zwaar en belastend ervaart. Leerkrachten staan veelal alleen en een goede omkadering zowel op niveau van de hele scholengemeenschap als ondersteuning door gespecialiseerd personeel (kinderverzorgsters, ICT-coördinatoren, e.d.m.) zijn geen overbodige luxe maar een must. Het algemeen schoolklimaat is eveneens belangrijk voor een goede onderwijsomgeving en wordt niet bevorderd in aftandse en slecht uitgeruste gebouwen die niet voldoende onderhouden worden. Besparingen op het ondersteunend personeel hebben enkel tot gevolg dat de stress voor het onderwijzend personeel nog meer toeneemt.
Actieplan is nodig!
Alle betrokkenen – personeel, scholieren en studenten – voelen meer en meer de gevolgen van de ontoereikende onderwijsmiddelen aan. De overheid is kampioen in het tegen elkaar uitspelen van de diverse onderwijssectoren. Gemeenschaps- versus Vrij Onderwijs; hogescholen tegen universiteiten; door deze verdeel- en heerspolitiek slaagt men er sinds 25 jaar in om besparingen door te voeren. Wanneer we eisen dat de onderwijsmiddelen opgetrokken worden tot 7% van het BBP betekent dit niet meer dat het herstellen van de uitgaven op het niveau van 1980. Het optrekken van de middelen tot 7% is de enige manier om het verlies aan jobs in de hogescholen om te buigen; de universiteiten de nodige middelen te geven om hun onderwijsopdrachten naar behoren uit te voeren; de sociale sector voor het hoger onderwijs uit te bouwen i.p.v. te saneren; de tijdelijken statutair aan te stellen; de nodige extra ondersteuning en omkadering te voorzien in het leerplichtonderwijs en de gerechtvaardigde looneisen (o.a. vakantiegeld) in te willigen.
De LSP militanten in het onderwijs en de Aktief Linkse Studenten roepen de onderwijsvakbonden op om dringend werk te maken van het verenigen van alle betrokkenen om een actieplan op te stellen met als centrale eis : optrekken van de onderwijsmiddelen tot 7% van het BBP nu! Bij het opstellen van deze actieplannen moeten alle perso-neelsleden betrokken worden. Dit kan door over de vakbondsgrenzen heen actievergaderingen te organiseren in de scholen. Wij stellen voor om te starten met een actiedag per provincie ter voorbereiding van een algemene 24-urenstaking.