Your cart is currently empty!
Category: Onderwijs
-
Stop de afbouw van het democratisch onderwijs!
Op 20 april houden de 3 onderwijsbonden een militantenconcentratie voor het ministerie van onderwijs in Brussel. Er wordt gesproken over een prikactie, maar in de realiteit situeert de woede en de frustratie van het lesgevend personeel zich veel dieper. Ondanks de goedkeuring van de CAO eerder dit jaar, wordt de vakbondsleiding erg snel voorbijgestoken door de eigen militanten die tot actie willen overgaan tegen de geplande maatregelen.
Militant ACOD-Onderwijs Antwerpen
Er wordt al 20 jaar bespaard op onder meer het secundair onderwijs. Dit heeft overduidelijk sporen nagelaten: 1 op 3 schoolgebouwen blijkt onvoldoende te scoren op vlak van hygiënevoorschriften en veiligheid, klassen met meer dan 30 leerlingen zijn geen uitzondering meer,… Daarnaast klagen de leraars terecht over de enorme druk die wordt uitgeoefend op hun job. Er wordt verwacht dat ze instaan als lesgevers maar ook de rol moeten opnemen, van maatschappelijk assistent, psycholoog, administratief bediende,…
Minister van Onderwijs Vandenbroucke besefte dat zijn geplande besparingsmaatregelen absoluut niet op het goede moment kwamen en dat hij ze moest inkaderen. Daarom heeft hij een onderwijsmarktonderzoek laten doorvoeren door de Koning Boudewijnstichting. De resultaten van dit onderzoek zijn beter bekend onder de naam “Accent op talent”. Hierin worden een aantal prioriteiten vastgesteld voor het onderwijs in de komende periode. Het “accent” werd echter niet gelegd op meer middelen, maar op bepaalde projecten die het “oubollig” gezicht van het onderwijs zouden moeten veranderen. Om gelijke kansen te realiseren in het beroepsonderwijs wil de minister niet investeren, maar moeten de scholen hun financiering aanzuiveren door initiatieven te nemen die in de richting gaan van de bedrijfswereld.
De tendens dat scholen op zoek moeten gaan naar private investeerders wordt versterkt door de aankomende besparingsmaatregelen. In het beleidsplan van de minister kan men de gevolgen van deze besparingen aflezen. Allereerst worden er vanaf september 2005 minder leerkrachten aangeworven, omdat de middelen hiervoor berekend worden op een cijfer van 1,5 jaar geleden. Nochtans is het bewezen dat één van de belangrijkste oorzaken van minder kwalitatief onderwijs ligt aan de “problematische” grootte van de klassen. Zo’n besparing zal de negatieve evolutie kracht bijzetten. Daarnaast zal er ook 5% worden bespaard op het administratief en ondersteunend personeel. In bepaalde secretariaten zullen er dus sowieso jobs moeten verdwijnen en zal de reeds grote flexibiliteit van het administratief personeel enkel toenemen. Het overige papierwerk zal worden overgenomen door de leerkrachten zelf. Niet bepaald een goede maatregel om de werkdruk te verlagen.
Op de werkingsmiddelen van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB = vroegere PMS) zal 2% worden bespaard. Dit komt overeen met een bedrag van 284.000 euro. Het CLB is verantwoordelijk voor de leerlingenbegeleiding in de meest ruime zin van het woord; van medische assistentie tot het oplossen van conflicten tussen personeel en leerlingen. In een periode waarin de sociale problemen zich in de scholen ophopen, is deze besparingsmaatregel schandalig.
Al deze besparingen komen neer op een bedrag van 51 miljoen euro, wat zelfs meer is dan de oorspronkelijk aangekondigde 38 miljoen euro. Met het overige geld gaat minister Vandenbroucke initiatieven steunen zoals “Accent op talent”. Die iniatieven worden dus op de kosten van het onderwijspersoneel gerealiseerd!
LSP zal aanwezig zijn op de militantenconcentratie op 20 april. Wij zullen daar tussenkomen met een pamflet dat uitlegt waarom we deze besparingen veroordelen en dat een actieplan voorstelt tegen de aanvallen. Het is van groot belang om op de actie aanwezig te zijn met meer dan enkel leraars. Strijdbare studentendelegaties kunnen aantonen dat de strijd tegen de besparingen in het onderwijs gemeenschappelijk wordt gedragen. Enkel een programma dat de nadruk legt op het uitbreiden van de strijd naar andere sectoren zal een breuk kunnen betekenen met de asociale politiek van de regering.
Afspraak:
woensdag 20 april. 15u . Ministerie van Onderwijs. Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15. Brussel (vlakbij Noordstation) -
Afbraak onderwijs gaat verder
De minister van onderwijs en werk Frank Vandenbroucke (SP-a) heeft grootste plannen met het onderwijs. Belangrijke hervormingen zitten in de pijplijn. Het lijkt er op dat de Vlaamse regering versneld werk wil maken van het aantrekken van privé-middelen via zogenaamd Privaat Publieke Samenwerking.
Karel Mortier
Vandenbroucke kondigde tegelijk al aan dat er de komende jaren geen ruimte zal zijn voor een verhoging van de lonen van leerkrachten. Een andere besparing houdt in dat het aantal leerkrachten niet evenredig stijgt met de toename van het aantal leerlingen.
Dit heeft tot gevolg dat leerlingen in grotere klassen les zullen krijgen, wat zowel voor leerlingen als leerkrachten geen goede zaak is. Daarnaast zal er bespaard worden op het ondersteunend personeel waardoor leerkrachten meer taken moeten opnemen en de werkdruk stijgt. In 2005 is er weliswaar een éénmalige financiële injectie gepland in de hogescholen maar dat is onvoldoende om de structurele onderfinanciering aan te pakken.
Per student krijgen hogescholen amper de helft van de middelen in vergelijking met de universiteiten en dat percentage daalt nog steeds. De staat van de schoolgebouwen in Vlaanderen is desastreus. Op een publieke meeting stelde de kabinetschef van Vandenbroucke dat de kans zeer reëel is dat er de komende jaren ergens in Vlaanderen een gebouw instort. In Gent is er maar liefst een tekort van 16,7 miljoen voor onderhoud van de schoolgebouwen. Men wil daarom scholieren bouw inzetten om hun eigen schoolgebouwen te renoveren omdat dit (uiteraard) goedkoper is dan beroep te doen op vaklieden! Nadat steeds meer beroep wordt gedaan op ouders en leerkrachten om al dan niet onder druk van de directie scholen te onderhouden en bepaalde klusjes op te knappen, worden nu ook al scholieren ingeschakeld. Wie volgt? Werklozen, gevangenen,…
-
Voor gratis en degelijk onderwijs zullen we moeten vechten!
De hele geschiedenis van het hoger onderwijs in België is een verhaal van strijdbewegingen voor democratische rechten tegenover de constante drang naar besparingen door de regering en de kapitalisten.
Tim Joosten
Een blik op de geschiedenis toont ons duidelijk aan hoe belangrijk een sterke en strijdbare studentenorganisatie, die een correct politiek programma naar voren kan schuiven, wel niet is.
De strijd voor democratisch onderwijs
Tot het einde van de jaren ’60 was het hoger onderwijs een bij uitstek elitair milieu. De universiteiten waren de plaats waar de toekomstige elite van het kapitalistische systeem werd opgevoed. Er was geen sprake van een democratische toegang tot het hoger onderwijs, en de manier waarop het onderwijs was georganiseerd, de relaties tussen studenten en professoren, de inhoud van de cursussen, het uitzicht van de campussen,…, straalde vooral autoriteit en elitarisme uit. Voor een deel vinden we dit nog terug in de manier waarop de academische openingszittingen aan onze universiteiten nog steeds worden georganiseerd. Ook politieke organisaties op de universiteiten waren uit den boze.
Het karakter van het onderwijs
“De bourgeoisie heeft niet de middelen noch de zin om het volk een echt onderwijs te geven.” stelt Marx. De geschiedenis heeft zijn woorden niet weerlegd.
Want het is een erkend feit dat de evolutie van het onderwijs een speelbal is van de interesses van de heersende klasse. Soms vergemakkelijkt ze de toegang tot het onderwijssysteem voor bredere lagen, dan weer probeert ze de toegang drastisch te beperken door belangrijke besparingen. Op dit moment zijn de patroons het er over eens dat er te veel universitairen zijn in verhouding tot de eisen van de markt.
Het is een wijdverbreid idee dat de massale werkloosheid een gevolg is van het feit dat de vorming van de jongeren niet aangepast is aan de behoeften van de bedrijven. Maar die valse verklaring (want de werkloosheid is een kwaad dat het kapitalisme zelf in haar schoot draagt!) heeft geen ander doel dan het legitimeren van de samenwerking tussen scholen en bedrijven in het voordeel van de patroons. Een ontwikkeling die vandaag al gevaarlijk voelbaar is.
Als de bourgeoisie oordeelt dat er te veel universitairen zijn, komt het er voor haar op aan om te snijden in de financiële middelen van het onderwijs en om de toegang te bemoeilijken (stijging van de inschrijvingsgelden, numerus clausus enz.) die nu al vooral het voorrecht is van de rijken. De uitverkoop van de openbare diensten en het onderwijs zijn maatregelen waarmee de burgerij reageert op de crisis die het kapitalisme sinds dertig jaar kent. Sinds het begin van de jaren ’90 staat het onderwijs in dienst van het kapitaal. Onderwijs werd een product waar winsten op gemaakt konden worden. Het onderwijs staat in dienst van de heersende klassen. Alles wat onderwezen wordt gebeurd vanuit de ideologie van het kapitalistische systeem. De ongezonde concurrentie, de kunstmatige verdeeldheid tussen hand en geestelijke arbeid zijn hier uitdrukkingen van. Zeker de universiteiten zijn erop gericht om de toekomstige elite te vormen, waarbij ze er alles aan doen dat de studenten zich niet met de arbeidersbeweging verbonden voelen.
Wij willen een onderwijs waarin iedere student gelijke kansen krijgt, ongeacht zijn afkomst of klasse. Een onderwijs dat jongeren een kritische vorming meegeeft, dat de ontplooiing van het individu centraal stelt. Een onderwijs dat niet gericht is op het bevredigen van de winsthonger van een kleine minderheid, maar gericht is op het bevredigen van de behoeftes van de meerderheid van de bevolking! En dit kan enkel een socialistisch onderwijs zijn.
Onder invloed van strijdbewegingen in de jaren ’60, de economische groei en het bestaan van de Stalinistische staten, was de burgerij gedwongen toegevingen te doen. In deze periode werd de sociale zekerheid, ziekteverzekering, werkloosheidsuitkering, pensioensstelsels, kinderbijslag,… ingevoerd, en werd ook het hoger onderwijs toegankelijker werd gemaakt voor kinderen uit de arbeidersklasse. Aan de universiteiten en de hogescholen werden ook sociale voorzieningen uitgebouwd.
Waardoor heel veel kinderen uit de arbeidersklasse voor het eerst de kans kregen om aan hogere studies te beginnen. Studenten zagen in de georganiseerde arbeidersbeweging dan ook hun natuurlijke bondgenoot, en ook studentenorganisaties gingen zich op dezelfde manier organiseren als de organen van de arbeidersklasse.
De creatie van de Studentenvakbond, eind jaren ’60, is hiervan slechts één voorbeeld. Al deze investeringen in het onderwijs hadden natuurlijk een enorme weerslag op de budgetten die de overheid aan het onderwijs uitgaf. Zo stegen deze uitgaven van 3,2% van het BNP in 1960 tot meer dan 7% gedurende de jaren ’70! Aan de universiteiten ontstonden ook studentenafdelingen van de traditionele partijen, maar nog veel meer van linkse of uiterst- linkse organisaties. Ook overkoepelende studentenorganisaties zoals het VVS of de FEF worden gedomineerd door linkse studenten, en spelen dan ook een actieve en mobiliserende rol in de strijd voor democratisch onderwijs.
Het besparingsoffensief wordt ingezet
Van het begin af aan was het duidelijk dat de toegevingen die de burgerij tegenover de arbeidersklasse had gedaan, zoals onder andere de democratisering van het hoger onderwijs, helemaal geen vast verworven rechten waren. Vanaf het midden van de jaren ’70 ging de burgerij weer in het offensief. In die periode werden de eerste grote besparingsmaatregelen in het onderwijs afgekondigd. De gevolgen voor de studenten waren vooral stijgende inschrijvingsgelden, en de afbraak van sociale voorzieningen.
Studenten protesteerden wel tegen deze aanvallen, en enorme studentenbewegingen tegen de besparingen vonden plaats. Helaas werd steeds minder de link gelegd met de strijd van de arbeidersbeweging, en veel studentenprotesten eindigden, weliswaar na een lange krachtmeting, in een nederlaag. We zien dan ook dat de regering, in opdracht van het patronaat, sinds het midden van de jaren ’70 geleidelijk, maar systematisch, besparingen hebben doorgevoerd in het onderwijs.
In deze politieke context zag in 1976 de studentenorganisatie Aktief Linkse Studenten (ALS) het licht. Eerst als organisatie op de VUB, daarna ook in Leuven en Gent, zou ALS al snel in de voorhoede staan van de strijdbewegingen tegen de besparingen en voor degelijk en gratis hoger onderwijs.
Ook verdedigde ALS steeds een programma dat de concrete strijdbewegingen van studenten koppelde aan strijdbewegingen in de rest van de maatschappij, en dat perspectieven gaf om de strijd uit te breiden, en succesvol te laten zijn, daar waar veel andere studentenorganisaties, en vooral de koepelorganisaties een begin maken met het bureaucratiseringproces dat vooral tijdens de jaren ’90 zal voltooid worden.
Bologna en de rampzalige jaren ‘90
Plotseling leek het alsof het “alternatief op het kapitalisme” niet meer bestond. De burgerij zette een enorm ideologisch offensief in, waarbij het kapitalisme werd afgeschilderd als het enige levensvatbare economische systeem. Collectieve actie en strijd werden ontmoedigd. Ook voor het onderwijs waren het duistere tijden. In 1989 reeds publiceerde de ERT, een geheimzinnige organisatie die de belangen verdedigt van de grootste bedrijven in Europa, een rapport waarin een aantal aanbevelingen werden gedaan om het hoger onderwijs grondig te hervormen in het voordeel van de Europese burgerij.
Het voorstel kreeg algemene bekendheid toen het in 1999 werd overgenomen in de Bolognaverklaring. Ondertussen wordt steeds meer duidelijk wat de concrete gevolgen zijn van deze Bologna-akkoorden. Bologna heeft tot doel het hoger onderwijs in Europa te privatiseren, en om te vormen naar een opleidingssysteem voor kant-en-klare werknemers voor de arbeidsmarkt. Ten eerste wil men de totale studieduur beperken door een scheiding in te voeren tussen een 3-jarige basisopleiding (de bachelor) en een 1 tot 2 jarige masteropleiding. De bedoeling is om op termijn massa’s studenten te leveren die enkel de bacheloropleiding hebben gevolgd, en om de master te reserveren voor een beperkte elite. Ook de universiteiten zelf worden met Bologna onderverdeeld in elite-universiteiten enerzijds, en een meerderheid van “vuilbakuniversiteiten” anderzijds.
Enkel heel rijke studenten, of studenten met zeer hoge punten zullen dan nog in staat zijn om kwaliteitsvol onderwijs te krijgen. Je zal een onderwijs van 2 snelheden krijgen. Zoals in de VS. Natuurlijk zal in het hoger onderwijs na Bologna ook geen plaats meer zijn voor uitgebouwde sociale voorzieningen, studentenkoten of restaurants. De privatiseringen van deze voorzieningen die we nu al zien, zullen enkel in versneld tempo worden doorgevoerd.
De gevolgen van dit beleid worden ook steeds meer duidelijk. Meer dan de helft van de studenten in het hoger onderwijs werkt tijdens het academiejaar om zijn/haar studies te betalen. De studiekost in het hoger onderwijs is tussen 1986 en 1999 gestegen tussen de 40% en de 60%, na aftrek van de inflatie. De budgetten die worden gespendeerd aan onderwijs blijven echter constant dalen. Op dit ogenblik geeft de Vlaamse overheid minder dan 5% van het BRP uit aan onderwijs, tegen meer dan 7% in de jaren ’70.
Veel studentenorganisaties werden ook sterk beïnvloed door de ontwikkelingen in de maatschappij, en de bureaucratisering van studentenfederaties als de VVS, de FEF en UNECOF is hiervan het gevolg. Deze organisaties zijn lang niet meer de democratische strijdorganen die ze ooit waren, en vertegenwoordigen al lang niet meer de meerderheid van de studenten.
Protest tegen de besparingen en privatiseringen
Toch is het duidelijk dat de regering onmogelijk hun asociaal programma zomaar zullen kunnen doorvoeren. In Nederland en Duitsland zijn studenten en jongeren al veel langer verwikkeld in een strijd voor democratisch onderwijs, maar zien we dat de voorbije maanden deze bewegingen zich hebben aangesloten bij de meer algemene strijdbewegingen die plaatsvinden tegen het asociaal beleid van Balkenende en Schröder. We zien ook dat deze tactiek van het aansluiting zoeken bij de strijd van de arbeidersbeweging tegen het asociale beleid ook zijn vruchten afwerpt: in Nederland kreeg Balkenende het zo heet dat hij besloot de aangekondigde besparingen in het onderwijs niet door te voeren.
ALS heeft reeds een hele geschiedenis achter zich van het verdedigen van de belangen van studenten in de strijd. In onze maatschappij wordt meer dan genoeg rijkdom geproduceerd om iedereen gratis onderwijs te voorzien. De voorbije twintig jaar is de geproduceerde rijkdom in België meer dan verdubbeld. Het deel van die rijkdom dat echter gaat naar sociale voorzieningen en onderwijs is gedurende diezelfde periode constant gedaald. Als de overheid zegt niet genoeg middelen te hebben voor onderwijs, is dit enkel het gevolg van de politieke keuze die zij maakt om in haar beleid enkel maar de winsten van de grote bedrijven veilig te stellen, en de levenskwaliteit van de meerderheid van de bevolking desnoods frontaal aan te vallen om deze winsten veilig te stellen. ALS zal daarom steeds blijven vechten tegen dit asociaal beleid, en voor gratis en degelijk onderwijs!
-
Voor een volledige herfinanciering van het hoger onderwijs!
Begin september zijn verschillende hogescholen in staking gegaan om betere werk- en leeromstandigheden te eisen.
Aïscha Paulis en Laure Miège
Dalende middelen
Sinds 1996 ligt het budget van de hogescholen vast in een gesloten enveloppe, ondanks de stijging van het aantal studenten met 11%.
De gevolgen zijn duidelijk: overbevolkte klassen, slecht materiaal, gebrek aan infrastructuur ( klassen, gebouwen), gebrek aan personeel… Aan de universiteiten worden de sociale verworvenheden van de studenten op dezelfde wijze aangevallen: verhoging van de inschrijvingsgelden voor bijna-beursstudenten, afschaffing van de splitsing van het inschrijvingsgeld, privatisering van de sociale diensten voor de studenten (koten, resto’s, …).
Sedert 20 jaar voeren de traditionele partijen een besparingsbeleid in het onderwijs. Het gedeelte van het budget bestemd voor het onderwijs daalde van 7% in 1980 naar 5,9% vandaag. Dit betekent een verlies van 3 miljard euro per jaar. Dit werpt een ander licht op de zogenaamde herfinanciering van het onderwijs die slechts 1 miljard euro per jaar zal voorzien vanaf 2006, en 100.000 euro vanaf dan tot 2010.
De middelen voor het onderwijs zullen verder blijven dalen. En het zijn vooral de hogescholen die het meest onder deze onderfinanciering lijden, zowel in de Franstalige als de Nederlandstalige gemeenschap. De aanvallen van de regering op het onderwijs, maar ook op de andere openbare diensten zullen blijven toenemen. Daarom is een volledige herfinanciering van het onderwijs op alle niveaus nodig. Zoniet zal het budget ontoereikend zijn, maar zullen de besparingen ook wegen op de andere niveaus van onderwijs, of andere sectoren.
Politieke verantwoordelijkheid
De sp.a had onderwijs in haar verkiezingscampagne als prioriteit naar voor geschoven, maar in de regering doet ze het tegenovergestelde. Het budget voor het hoger onderwijs in 2004 is gedaald ten opzichte van 2003, en Vandenbroucke kondigde een loonstop aan voor het onderwijspersoneel (en de Non-Profit). Er waren al aanvallen op de verworvenheden van studenten en professoren in 1996, toen minister Onkelinx 3000 posten onder het onderwijzend personeel langs Franstalige kant schrapte. De 8 maanden staking die volgden op deze aanvallen hebben niet gebaat, niet omdat dit een verkeerde methode was, maar omdat de proffen en studenten geïsoleerd bleven.
Welke instrumenten?
De hogeschoolstudenten zijn de laatste weken de strijd aangegaan om hun rechten te verdedigen. Ze kregen daarbij de steun van de professoren. Op 8 oktober bracht een manifestatie al 6000 mensen op de been uit de hogescholen en universiteiten van heel de Franstalige gemeenschap. De 22e protesteerden ze met 1000. Op 28/10 waren er 4000 stakende studenten aanwezig. Leden van ALS/EGA haalden daarbij een Brusselse hogeschool leeg.
Om deze beweging te verbreden moeten we onze eigen instrumenten creëren. We moeten ons organiseren via Algemene Studenten Vergaderingen om strijdbare vertegenwoordigers te verkiezen, die op elk moment afzetbaar zijn. Degenen die nu officieel de beweging leiden, het VVS/FEF en andere bureaucratische structuren, zijn eerder een rem op de uitbouw van de beweging. Een week voor de betoging van do 28/10 hadden ze wel een pamflet uitgedeeld waar wel een dag en uur opstond, maar geen afspraakplaats. Het zijn zelden zij die verkozen zijn om cantussen en randactiviteiten te organiseren, die klaar staan om de beweging in handen te nemen, noch diegenen die aangeduid zijn door de directies of die trots zijn op hun lobbyervaring.
We hebben echte, democratisch verkozen vertegenwoordigers van de basis nodig. We moeten het studentenprotest en de besparingen in het onderwijs in verband brengen met de rest van de aanvallen van de burgerij tegen de jongeren en arbeiders: Jacht op werklozen, loonbevriezing, aanval op de pensioenen en brugpensioenen, arbeidsduurverlenging, privatisering van alle openbare diensten, dit is het besparingsprogramma dat de burgerij wil.
De regeringen staan klaar om het uit te voeren.
De herstructureringsplannen bij de overheidsbedrijven de Post, de MIVB, de NMBS, en de Non Profit, gepaard gaande met chronische onderfinanciering en massale afdankingen behoren tot hetzelfde plaatje. Ook in de industrie regent het faillissementen en ontslagen (DHL, General Motors, Ford,…). We moeten onze krachten verenigen en samen in actie gaan!
-
Franstalige hogeschoolstudenten betogen in Brussel
Vorige donderdag betoogden enkele duizenden Franstalige hogeschoolstudenten in Brussel. De Actief Linkse Studenten namen deel aan de betoging met een eigen delegatie. Ruim 40 militanten van de ALS waren aanwezig en verdeelden er onder meer het pamflet dat hieronder gepubliceerd wordt.
ALS-pamflet
Allen in staking op 28 oktober voor een VOLLEDIGE HERFINANCIERING VAN HET ONDERWIJS !
Sinds eind september zijn verschillende hogescholen in staking gegaan om betere werk- en leeromstandigheden te eisen. Sinds 1996 ligt het budget van de hogescholen vast in een gesloten enveloppe, ondanks de stijging van het aantal studenten met 11%. De gevolgen zijn duidelijk: overbevolkte klassen, slecht materiaal, gebrek aan infrastructuur (klassen, gebouwen), gebrek aan personeel… Aan de universiteiten worden de sociale verworvenheden van de studenten op dezelfde wijze aangevallen: verhoging van de inschrijvingsgelden voor bijna-beursstudenten, afschaffing van de splitsing van het inschrijvingsgeld, privatisering van de sociale diensten voor de studenten (koten, resto’s, …).
Sedert 20 jaar voeren de traditionele partijen een besparingsbeleid in het onderwijs. Het gedeelte van het budget bestemd voor het onderwijs daalde van 7% in 1980 naar 5,9% vandaag. Dit betekent een verlies van 3 miljard euro per jaar. Dit werpt een ander licht op de zogenaamde herfinanciering van het onderwijs die slechts 1 miljard euro per jaar zal voorzien vanaf 2006, en 100 000 euro vanaf dan tot 2010.
De middelen voor het onderwijs zullen verder blijven dalen. En het zijn vooral de hogescholen die het meest onder deze onderfinanciering lijden, die alle niveaus van de beide gemeenschappen aantast. De aanvallen van de regering op het onderwijs, maar ook de andere openbare diensten zullen blijven toenemen.
Daarom is een volledige financiering van het onderwijs op alle niveaus nodig. Zonder dit, zal niet enkel elk budget ontoereikend zijn, maar ook ten koste gaan van de andere niveaus van het onderwijs, of van een andere sector van de gemeenschap.
Sp.a heeft het onderwijs in hun verkiezingscampagne als prioriteit naar voor geschoven. Maar in de regering doet ze het tegenovergestelde. Het budget voor het hoger onderwijs van 2004 is gedaald ten opzichte van 2003, en Vandenbroucke kondigt een loonstop aan voor het onderwijspersoneel (en de Non Profit). Aanvallen tegen de studenten en professoren vonden al plaats in ’96, toen minister Onkelinx 3000 posten onder het onderwijzend personeel schrapte langs Franstalige kant. De 8 maanden staking die volgden op deze aanvallen hebben niet gebaat, niet omdat dit de verkeerde methode was, maar omdat de proffen en studenten geïsoleerd bleven. Daarom roepen wij op tot eenheid van personeel, proffen en studenten.
We moeten ook het verband leggen met de rest van de aanvallen van de burgerij tegen de jongeren en arbeiders: jacht op werklozen, loonbevriezing, aanval op de pensioenen en brugpensioenen, arbeidsduurverlenging, privatisering van alle openbare diensten, dit is het besparingsprogramma dat de burgerij wil. De regeringen staan klaar om het uit te voeren.
De herstructureringsplannen bij de overheidsbedrijven de Post, de MIVB, de NMBS, en de Non Profit, gepaard gaande met chronische onderfinanciering en massale afdankingen behoren tot hetzelfde plaatje. Ook in de industrie regent het faillissementen en ontslagen (DHL, General Motors, Ford,…). We moeten onze krachten verenigen!
Allen samen kunnen we een sterk tegenoffensief organiseren van studenten, werklozen en arbeiders. We kunnen een socialistische oppositie uitbouwen tegen het kapitalisme. Sluit aan!
De hogeschoolstudenten zijn de laatste weken de strijd aangegaan om hun rechten te verdedigen. Ze kregen daarbij de steun van de professoren. Op 8 oktober bracht een manifestatie al 6000 mensen op de been uit de hogescholen en universiteiten van heel de Franstalige gemeenschap. De 22e protesteerden ze met 1000. Om de beweging te verbreden moeten we ons organiseren via Algemene Studenten Vergaderingen om vertegenwoordigers van de strijd te verkiezen, die op elk moment afzetbaar zijn. Het zijn zelden zij die verkozen zijn om cantussen en randactiviteiten te organiseren, die klaar staan om de beweging in handen te nemen, noch hen die zijn aangeduid door de directies of die trots zijn op hun lobbyervaring. We hebben echte, democratisch verkozen vertegenwoordigers van de basis nodig.
Voer campagne met ons voor een nieuwe Jongerenmars voor werk en tegen racisme!
Als we de maatregelen van de regering willen stoppen en tot echte oplossingen voor de stijgende werkloosheid en een verslechtering van de arbeidsmarkt willen komen, dan moeten we een krachtsverhouding opbouwen. In ’82 en ’84 waren er jongerenmarsen voor werk en tegen de anti-sociale plannen van de regering. We denken dat het vandaag nodig is deze strijdbare tradities terug op te nemen. In dit kader hebben we met de LSP / MAS het initiatief genomen voor een nieuwe Jongerenmars voor werk en tegen racisme op 19 maart 2005.
Contacteer ons als je wil meedoen aan deze campagne ( bijvoorbeeld om een mobilisatiecomité op te zetten in je school)
– Massale en structurele herfinanciering van het onderwijs op alle niveaus !
– Geen inmenging van bedrijven in het onderwijs !
– Gratis en degelijk onderwijs voor iedereen !
– Allen verenigd ( hogeschool- en universiteitsstudenten, arbeiders, werklozen) tegen de anti-sociale aanvallen van de regering !
– Degelijke jobs met degelijke lonen voor iedereen !
– Voor een nieuwe arbeiderspartij die de arbeiders en jongeren verdedigt !Actief Linkse Studenten / Etudiants de Gauche Actifs is een politieke studentenorganisatie gebaseerd op een duidelijk anti-kapitalistisch programma. We organiseren de studenten, die op hun hogescholen en universiteiten, actief willen deelnemen aan de verdediging van hun rechten als student. We eisen in de eerste plaats gratis en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen. Maar ons gevecht gaat verder dan het onderwijs alleen. We willen ons in een bredere antikapitalistische context organiseren. Samen bediscussiëren we een alternatief op het kapitalistisch systeem en de middelen om theorie en actie te verbinden.
We strijden tegen elke vorm van discriminatie (racisme, seksisme, homofobie, …), die de kwalen van een systeem weerspiegelen, dat incapabel is om de sociale problemen op te lossen. Al deze strijdbewegingen (antiglobaliseringsbeweging, anti-oorlogsbeweging, …) kunnen niet los gezien worden van de algemene strijd die de arbeidersklasse voert tegen het kapitalisme, en strijd waar jongeren een rol in te spelen hebben. Daarom moeten we politieke strijdorganen creëren op onze scholen en universiteiten, om jongeren ertoe te brengen zich te organiseren en een socialistisch alternatief uit te bouwen.
-
Onderwijshervormingen Vandenbroucke: dekmanten voor harde besparingen
Onderwijshervormingen Vandenbroucke:
Nog voor de start van het nieuwe schooljaar kondigde Vlaams minister van Onderwijs en Arbeid Frank Vandenbroucke (SP.a) al aan dat hij denkt aan drastische hervormen van het onderwijs. In navolging van zijn blauwe voorgangster Marleen Vanderpoorten ziet hij het rapport van de Koning Boudewijnstichting “Accent op talent” als leidraad. Dit rapport is het werk van een commissie samengesteld uit voornamelijk mensen uit de bedrijfswereld, de VDAB, de onderwijsnetten en de vakbonden.
Een correspondent
De uitdrukkelijke bedoeling was de schoolmoeheid bij leerlingen in TSO en BSO aan te pakken. Men wou ook het aantal gezakte en zonder diploma afgestudeerde leerlingen beperken. Het uitgangspunt hierbij is dat de opleiding moet praktisch gericht zijn en perspectief geven op een job. Dit kan volgens het rapport het best in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. Er van uitgaande dat de zware industrie toch uit West-Europa zal wegtrekken naar het oosten of het zuiden, ziet de commissie een uitweg in de “vernieuwende, creatieve design-economie” van kleine gespecialiseerde ondernemingen “met een hoog kennisgehalte”.
De goeroe van dit perspectief is de Amerikaan Richard Florida. Daarom is het van belang dat het onderwijs kort op de bal speelt en zich aanpast aan de particuliere behoeften van de bedrijven. Ondernemerschap wil men opnemen in de eindtermen. Een opleiding zal bestaan uit modules die de leerling kan kiezen naargelang zijn “talent” en op eigen ritme kan afwerken. Gezakt is men niet langer voor een volledig jaar, maar enkel voor bepaalde onderdelen. Het diploma wordt vervangen door bekwaamheidscertificaten die ook buiten het onderwijs kunnen worden behaald. “Levenslang leren”, om zich aan te passen aan de vereisten van het immer veranderende bedrijfsleven, en “leren (zelfstandig) leren” zijn het motto.
Daartoe moet de volledige onderwijsorganisatie overhoop gegooid worden. Het vast lesurenpakket voor leraars, de scheiding tussen vakken, richtingen, ASO, TSO en BSO en zelfs de klaslokalen moeten plaats maken voor projecten, stages en “open leercentra”. Naast de leerkracht komt een begeleider die de leerlingen bijstaat in hun zelfstandige zoektocht naar informatie. Het puntensysteem bij evaluaties wordt vervangen door meer “kwalitatieve zelf- en peer-evaluatie”. Dit alles in het kader van nog meer (financiële) autonomie voor de scholen en vooral directies.
Voor sommigen zullen deze dingen zeer revolutionair en aanlokkelijk in de oren klinken. Het onderwijssysteem is inderdaad aan vernieuwing toe, gezien de problemen met schoolmoeheid, spijbelen etc. De kritiek van de onderwijsbonden op deze voorstellen spitst zich dan ook toe op de gevolgen voor de werkbelasting van het personeel.
De politieke redactie van De Morgen verwijt de bonden “conservatief” halsstarrig vasthouden aan achterhaalde verworvenheden. Wanneer neoliberale kranten als De Morgen deze hervormingen kritiekloos ophemelen, mogen we aannemen dat er grondige redenen tot wantrouwen zijn.
De redding van de “kenniseconomie”?
Eerst en vooral is gebleken dat het perspectief van een gedesindustrialiseerde kennismaatschappij een fata morgana is. De ontwikkeling van nieuwe technologieën blijkt even conjunctuurgevoelig als de zware industrie en de concurrentie uit lageloonlanden komt snel op gang waardoor de markt eveneens verzadigd raakt. De westerse landen hebben geen monopolie op knowhow en kennisintensieve productie is gemakkelijker te delokaliseren dan een staalfabriek.
Het idee om van elke leerling een ondernemer te maken heeft meer weg van burgerlijk indoctrinatie dan van reële perspectieven op een eigen onderneming. Gezien het hoge aantal faillissementen bij KMO’s en eenmanszaken, wat wijst op een verdere concentratie van de productie in grote concerns, is het niet raadzaam iedereen te stimuleren om te gaan ondernemen. In de valse veronderstelling dat iedereen daar ook nog kapitaalkrachtig genoeg voor is.
Wat deze plannen echt willen doen is pasklare arbeidskrachten afleveren aan de industrie zonder nog veel te investeren in algemene vorming. Stages kunnen zeer nuttig zijn, maar men verschaft er ondernemingen ook gratis arbeid mee. Bovendien laat het de patroon toe aan vroegtijdige selectie te doen, wat neerkomt op een kosteloze personeelsopleiding.
Een nauwere samenwerking met bedrijven zal er voor zorgen dat de bedrijven scholen gaan domineren. Het bedrijf sponsort de aankoop van de machine en de rest van de beroepsopleiding betaalt de overheid: voor beiden een besparing. Ingedekt door de lokale autonomie ligt de weg vrij naar loondifferentiatie (naargelang de competenties), flexibel uurrooster en onbeperkte arbeidstijd. Kortom: het einde van het personeelsstatuut en de vaste benoeming. Tegen zoveel “progressie” kan men niet “conservatief” genoeg zijn. Opnieuw stelt zich de vraag of de vakbondstop zal kiezen voor de belangen van het onderwijs of een vriendschappelijk theekransje met de minister.
-
Sociale verkiezingen: enkele kandidaten aan het woord
Vandaag publiceren we een interview met Jo Coulier, kandidaat bij de sociale verkiezingen voor het ACOD aan de VUB. Jo is op dit ogenblik hoofddelegee.
Jo Coulier (VUB)
Voor Jo Coulier, hoofddelegee aan de VUB, zijn het de derde sociale verkiezingen. Jo stond vorig jaar op de senaatslijst van de LSP.
Jo: "Op de VUB werken ongeveer 2800 mensen. Naast het academisch personeel, is er ook administratief en technisch personeel. Alles begint met een goede syndicale werking naar de verschillende personeelsleden, wat niet altijd eenvoudig is. Om met iedereen contact te houden, hebben we als syndicale delegatie een nieuwsbrief ingevoerd die 4 à 5 keer per jaar verschijnt. De laatste jaren zijn er verschillende aanvallen geweest op het statuut en de arbeidsvoorwaarden van het personeel (eigen kuispersoneel vervangen door uitbesteding aan privé-firma’s, en vooral meer mensen die "op projecten aangeworven worden" en dus in een onzekere toestand zitten).
"Omdat we ons goed georganiseerd hebben, zijn we er ook in geslaagd om resultaat te boeken. Meer dan 300 contractuelen werden gelijkgeschakeld met de statutaire personeelsleden. Wat vooral belangrijk is, is dat mensen voor een programma stemmen dat uitgaat van de gemeenschappelijke belangen van alle personeelsleden en van een publiek gefinancierd onderwijs en goede voorzieningen voor de studenten. De universiteit mag niet zomaar een privé-bedrijf worden. Het is afwachten wat de concrete gevolgen van het Bologna-akkoord zullen zijn. Er wordt gesproken over "meer mobiliteit voor het personeel" en dus moeten we op onze hoede zijn wat dat zal betekenen. In de Raad van Bestuur zitten er teveel mensen met het idee om verder te besparen en het aantal personeelsleden te beperken. Daartegenover moeten we een sterke syndicale delegatie uitbouwen. Dat we hierin niet altijd de steun hebben van de nationale leiding is al verschillende keren gebleken.
"Pas nadat de eisenbundel voor de cao-onderhandelingen reeds was opgesteld door de nationale leiding werden we op de hoogte gebracht en kon er niets meer aan veranderd worden. Als delegatie aan de unief worden we geconfronteerd met vragen als: wie zal degelijk onderwijs betalen? Als strijdbare delegatie hebben wij al de keuze gemaakt!"
-
Overwinning voor de syndicale linkerzijde
ACOD-onderwijs Antwerpen:
Niet minder dan 800 militanten van het ACOD-onderwijs in Antwerpen kwamen vorige donderdag opdagen voor een belangrijke stemming. Reden daartoe was de vierjaarlijkse verkiezing van een nieuw Gewestelijk Uitvoerend Bestuur (UGB). Het vorige bestuur stond bekend als relatief links en strijdbaar. Dit was zeer tegen de zin van de rechtse vakbondsbureaucratie, onder leiding van de nieuwe secretaris Nadine Maréchal, die de voorbije maanden probeerde op allerlei slinkse manieren komaf te maken met “Frank Maerten (de ex-secretaris) en zijn klein-links gevolg (sic)”.
Een militant van ACOD-onderwijs uit Antwerpen
De rechterzijde stelde financiële verificateurs aan om de financiën van de voorbije jaren ondersteboven te gooien. Het onderzoek ging, rarara, niet verder dan 4 jaar terug – net de jaren dat Frank Maerten secretaris was. Aangezien het bestuur voornamelijk bestond uit leerkrachten van het stedelijk onderwijs, probeerde de bureaucratie aan te tonen dat de belangen van het gemeenschapsonderwijs niet werden verdedigd. De leugens werden op het congres doorprikt door leerkrachten die zelf in het gemeenschapsonderwijs zaten en kwamen getuigen tegen deze laffe afrekening.
Het is de nieuwe secretaris en haar nepcomité, gesteund door de SP.a, die hun ware gelaat hebben laten zien. De eerste werkdag dat Nadine Maréchal aantrad, ontsloeg ze meteen 2 vrijgestelden die bekend stonden als… links. Naakte ontslagen in de vakbond zelf?! Naast een grote petitie, bestaat er enorme woede bij de basismilitanten van het ACOD-onderwijs, die merken hoe de rechterzijde – gesteund door de sociaal-democratie – komaf probeert te maken met de strijdbare vakbond. De scheurlijst met de rechtse kandidaten (of carrièristen) werd onthaald op luid boegeroep en na de stemming bleek dat er een meerderheid werd gehaald voor een nieuw links bestuur. Wordt zeker vervolgd …
-
Malaise Bolognaise
Interview van Laura met Kristof Bruyland (leerkracht moraal van het middelbaar onderwijs)
Wat is het "Bologna akkoord"?
Dit akkoord zorgt voor de éénmaking van het Europees hoger onderwijs. Alle scholen in Europa volgen hierdoor hetzelfde systeem (Bachelor en Master), net zoals het Amerikaanse. Het past het Europese onderwijs aan aan de GATS (General Agreement on Trades and Services). Door dit contract komt er dus ruimte vrij voor privatiseringen en de vercommercialisering van ons onderwijs.
In de jaren ’60 wilde men het onderwijs democratiseren. Dit betekent dat men voor iedereen een degelijke opleiding wilde, een algemene vorming. In 1970 was er dan de economische crisis, en weinig geld, ook voor het onderwijs.
De ERT (de "Tafelronde" van industriëlen) vond toen dat het onderwijs moest worden afgesteld op de industrie, dus dat niet iedereen een algemene opleiding nodig had. M.a.w.: je moet niet kritisch zijn, je hebt geen vorming nodig, je moet enkel kunnen meedraaien in de industrie. Deze mensen beïnvloeden nog steeds onze politiek.
De Europese Commissie (de uitvoerende macht van de Europese Unie) heeft, op vlak van onderwijs, hetzelfde programma als de ERT. Het Bologna akkoord gaat enkel over het hoger onderwijs, maar het heeft ook zijn gevolgen in de middelbare scholen.
Wat gebeurt er precies in de middelbare scholen?
Scholen worden gesponsord door bedrijven, met als gevolg dat er reclame in scholen komt… De Vlaamse minister Marleen Vanderpoorten vindt dat jongeren in middelbare scholen stages en projecten moeten doen in de bedrijfswereld. Ook de leerkrachten zouden dit moeten doen. Dit alles om ons te leren functioneren in een bedrijf.
Minister Vandenbosse gaf ons de "wurgwet": scholen krijgen minder van de overheid, en moeten steeds meer beroep doen op bedrijven.
Voorbeelden?
Wat je nu al merkt, is de reclame op vele scholen. Maar ook bijvoorbeeld dat de eigen keukens in scholen worden afgeschaft. Ze worden vervangen door grootkeukens, die meestal duurder, ongezonder en minder lekker zijn.
De kuisploegen op scholen zullen vervangen door kuisbedrijven. De kuisvrouw met een vast statuut wordt vervangen door een interim (slecht betaald, en als je ziek bent krijg je geen loon). Ook krijgen de Coca-cola automaten een monopolie in de scholen. Hoewel cola niet goed is voor de gezondheid, kan je op school vaak enkel cola kopen om te drinken. In plaats van gezonde goede voeding voor de studenten, worden de scholen dus verplicht om zich te binden aan de bedrijven.
In Amerika zijn er nu al scholen waar bepaalde educatieve lessen worden gegeven door bedrijven (stel je voor dat McDonalds komt lesgeven over voeding…). Hier hoort ook veel reclame bij; de bedrijven bepalen dus wat er gestudeerd wordt.
Zijn er veel reacties of protesten tegen deze veranderingen?
Neen. Er wordt wel veel geklaagd, over het eten… De leerkrachten drukwerk bij ons op school steken zeer veel tijd in het drukken van reclame voor bedrijven, en hebben hierdoor minder tijd om nieuwe technieken aan te leren. Ook de vakbonden doen niets.
Zou je als leerling iets kunnen doen?
Organen zoals de leerlingenraad, geven vaak het gevoel aan leerlingen dat ze iets kunnen meebeslissen. Ze zijn amper in staat om kleine dingen te veranderen. Want de grote beslissingen worden steeds ergens anders genomen.
En als leerkracht?
Weinig. Vanderpoorten wil nu alle beslissingen in de handen van de directeur leggen. Die kan dan eventueel hulp vragen van leerlingen of leerkrachten. Vaak hebben leerkrachten ook schrik van hun directeur, omdat hij hun moet evalueren. De directeur kan leerkrachten ontslaan, dus zij zullen niet snel ingaan tegen zijn standpunten.
Wat kan er dan wel gedaan worden?
Massale acties en stakingen van jongeren en leerkrachten, geleid door een organisatie van buiten de school, vooraleer ons onderwijs helemaal een fabriek wordt (met de leerlingen als product) en vooraleer de jongeren zo gefrustreerd worden dat ze hun leerkrachten neerschieten.
-
Elite-universiteiten naar Amerikaans model
Binnenkort ook in Europa:
IN DUITSLAND stelt bondskanselier Schröder de oprichting voor van elite-universiteiten naar Amerikaans model (denk aan Harvard, Stanford, enz). De algemeen-secretaris van de SPD, de sociaal-democratie, moedigt dit plan aan door te stellen dat er meer Nobelprijzen moeten worden gewonnen. De Duitse Minister van Hoger Onderwijs wil tegen deze zomer een "internationaal puntensysteem" voor de universiteiten uitwerken. Zo wil hij de competitiviteit van de Duitse universiteiten meten, in vergelijking met die van "concurrerende" Europese universiteiten.
Boris Mallarme
De bazen juichen dit toe. Zij zien graag een aanpassing van het hoger onderwijs aan de marktvraag, om op die manier te kunnen concurreren met Amerikaanse instellingen. De Europese Ronde Tafel van Industriëlen beweert sinds 1989 dat het onderwijs in Europa arbeidskrachten aflevert die veel te kritisch zijn en niet flexibel genoeg. Teveel middelen in het onderwijs worden gebruikt voor "nutteloze studies". Ze vinden ook dat te weinig jongeren hogere studies volgen gericht op de behoeften van de werkgevers.
In de Verenigde Staten zijn het de universiteiten die bepalen welke studenten al dan niet toegelaten worden. De inschrijvingsgelden lopen soms op tot bedragen van verschillende tienduizenden euro’s. Bovendien is de selectie waanzinnig streng: enkel de meest slimme studenten en rijkeluiskinderen hebben toegang tot de elite-universiteiten.
De idee van elitescholen treft niet enkel Duitsland. Het Bolognadecreet, ondertekend in 1999 door 29 Europese Ministers van Onderwijs, heeft de bedoeling de Europese universiteiten voor te bereiden op de concurrentie met die van de Verenigde Staten. De Europese "harmonisatie" van de onderwijsstructuren mikt op de onderlinge concurrentie van de instellingen, en niet op een betere mobiliteit voor het merendeel van de studenten.
Degelijke opleidingen die niet winstgevend zijn voor de bedrijven zullen stelselmatig voor de bijl gaan. De laatste stap in deze ontwikkeling zal de creatie van "excellentiepolen" zijn, met buitensporig hoge inschrijvingsgelden. In Engeland wordt er de komende dagen gestemd over een wetsvoorstel dat de universiteiten toelaat om de inschrijvingsgelden te verhogen vanaf 2006. De onderwijskosten zouden hierdoor kunnen oplopen tot 4500 euro per jaar (het maximum ligt momenteel begrensd op 1656 euro). Veel studenten zullen bij het beëindigen van hun studies schulden van duizenden euro’s moeten aflossen. De schuld kan enkel worden kwijtgescholden als ze na 25 jaar nog niet volledig is terugbetaald!
Dit brengt de voorstellen van een aantal economen van de UCL (Universiteit van Louvain-La-Neuve) in herinnering. Zij willen de inschrijvingsgelden optrekken naar 4000 tot 6000 euro, terug te betalen na de studies!
Alleen welgestelde studenten die de volle pot voor dure reis-, kot- en inschrijvingsgelden kunnen neertellen… zullen in het buitenland kunnen studeren. Bologna voorziet een verhoogde mobiliteit voor diegenen die in aanmerking komen voor het toekomstig elite-onderwijs in het buitenland, maar niet voor iedereen. Naast die zogenaamde "excellentiepolen" zal er nog wel hoger onderwijs "van tweede rang" bestaan. Dit zal beter toegankelijk zijn, maar de kwaliteit ervan zal meer en meer verminderen. En bijgevolg dus ook de waarde van het diploma. Een groot deel van de minder gegoede studenten zal uit de boot vallen.
Het onderwijs in België loopt de Europese, neoliberale trend achterna.
Op 3 januari 2004 heeft de regering van de Franstalige gemeenschap het voorlopig ontwerp van het Bolognadecreet van Minister van Hoger Onderwijs Dupuis goedgekeurd. In Vlaanderen was dat al op 5 juli 2002 gebeurd. Dit decreet verandert het 4 jaar durende kandidatuur-licentiaat systeem in een 3-jaar durende "Bachelor" en een aanvullend jaar om "Master" te worden, of 2 extra jaren voor de "gespecialiseerde Master". De hogescholen worden geïntegreerd in dit systeem.
Om de gespecialiseerde Master te behalen, wat ongetwijfeld meer waard zal zijn op de arbeidsmarkt dan de "gewone", is men gedwongen om de kosten van een 5 jaar durende studie te dragen. De andere hoofdbrok van het decreet heeft betrekking op de vorming van "academische instellingen": de Franstalige universiteiten van Brussel, Luik en Louvain-La-Neuve wil men op termijn samenvoegen. De universiteiten hebben dan de mogelijkheid om bepaalde studierichtingen, onderzoekskringen, activiteiten,… over te dragen aan hun "gemeenschappelijke academie". Dit laat de instelling toe studierichtingen "economisch efficiënter" te maken en arbeidskosten in te dijken (minder administratief personeel, verdwijnen van studierichtingen, verlies van andere arbeidsplaatsen, enz.)
Het hoger onderwijs is bezig zich te centraliseren in bepaalde studierichtingen met als doel samenhangende polen op te richten, gereserveerd voor diegenen die het zich kunnen permitteren.
De golf van aanvallen op de verworvenheden op het vlak van onderwijs, gericht op het uitsluiten van een grote groep jongeren, bewijst opnieuw het anti-sociale karakter van dit kapitalistische Europa. Onderwijs is één van de thema’s in de verkiezingscampagne van de LSP. De LSP vecht tegen het idee van elitair onderwijs en verdedigt gratis en degelijk onderwijs voor iedereen, op alle niveau’s. ALS/EGA (Actief Linkse Studenten) is solidair met de verkiezingscampagne van de LSP, de enige geloofwaardige linkse oppositie die de rechten van de studenten verdedigt.