Your cart is currently empty!
Category: Non/social profit
-
Verslag congres BBTK Social Profit
Op donderdag 7 december ging het nationaal congres van BBTK Social Profit door in hotel Bedford in Brussel. Opvallend was van onder de honderden aanwezigen heel wat bekende gezichten terug te zien van op de CAP-conferentie van 28 oktober… In het begin van het congres werden 2 actualiteitsmoties gestemd. Eén heeft betrekking op de lopende onderhandelingen over het Generatiepact, namelijk over het brugpensioen.
Een correspondent
Het Generatiepact valt op dit vlak bijzonder nadelig uit voor de Social Profit aangezien dit een heel ‘vrouwelijke’ sector is (ongeveer 80% van de werknemers zijn vrouwen) Een tweede resolutie gaat over de recente aanvallen van regering en patronaat op de arbeidstijden. Beide resoluties kan je hieronder lezen.
In de weinige tussenkomsten die er waren, werd de eis voor collectieve arbeidsduurvermindering verscheidene malen naar voor gebracht. Wel werd er enige kritiek geleverd op het feit dat BBTK al jaren de eis voor de 32-urenweek met behoud van loon en compenserende aanwervingen naar voor brengt maar daar geen concrete stappen toe zet in een actieplan of iets dergelijks. Verder werd er ook verwezen naar het systeem van arbeidsduurvermindering zoals we die in onze sector afgedwongen hebben (extra velofdagen vanaf 45, 50 en 55 jaar en mét vervanging) maar dat men van vakbondswege dit precies liever wegsteekt voor de andere sectoren.
In de getuigenissen uit de verschillende subsectoren kwam duidelijk naar voor dat er in de Social Profit nog heel veel werk aan de winkel is. Vooral de commercialisering wordt steeds een groter probleem. Zo zijn er al in de rusthuissector 7 grote investeringsmaatschappijen actief. Het is duidelijk dat de nu al veel te grote flexibiliteit in de sector onder een zuiver marktgericht regime alleen maar tot onhoudbare situaties kan leiden. Zoals op zovele vlakken speelt Europa hier ook de rol van neoliberaal breekijzer. De Bolkesteinrichtlijn is een instrument om de sector volledig open te breken voor de winsthyena’s.
Uiteraard waren zoals bij elk vakbondscongres de discussies in de wandelgangen en achteraf op café veel interessanter. De idee van een nieuwe arbeiderspartij en meer gespecifieerd het project rond CAP slaat duidelijk aan bij de delegees van de Social Profit. Verder werden er ook vraagtekens gezet bij de manier waarop het federaal akkoord 2005-2010 voor de Social Profit door het nationale beroepscomité van BBTK goedgekeurd werd. Velen delen de mening dat indien men de tijd genomen had om de brede basis van BBTK hierover te consulteren via de regionale beroepscomités, dit akkoord nooit zou goedgekeurd geweest zijn door BBTK wegens ‘ te mager’. De nodige lessen zijn alvast getrokken. Naarmate de Social Profit als sector voor de BBTK groeit en meer georganiseerd geraakt, zullen ook de basisdelegees de soms stiefmoederlijke behandeling door de officiele vakbondsinstanties minder en minder pikken.
Actualiteitsmotie 1
Het Congres BBTK Social Profit van vandaag 7 december wil zijn bezorgdheid uitdrukken over de onderhandelingen over de valoriseerbare periodes van gelijkstelling om de toegang tot het brugpensioen te openen.
De BBTK Social Profit ondersteunt al heel lang elke vorm van eindeloopbaanmaatregelen die de verlaging van de werklast en een vervroegd vertrek mogelijk maken voor werknemers met zware arbeidsomstandigheden.
De maatregelen genomen in het kader van het generatiepact die de leeftijd van het brugpensioen optrekken tot 60 jaar betekenen een onbetwistbare sociale achteruitgang. Bovendien worden deeltijdse werknemers zwaar bestraft door de verhoging van het aantal referentie-loopbaanjaren om toegang te krijgen tot het brugpensioen.
In de Social Profit werkt een groot aantal deeltijdse werknemers, voornamelijk vrouwen. Het BBTK Congres Social Profit eist van de werkgevers en de regering dat ze voor deeltijdse werknemers in het aantal referentieloopbaanjaren die het recht op brugpensioen openen, maatregelen opnemen die voldoende lange gelijkstellingsperiodes bevatten, om ook hen het recht op brugpensioen te gunnen. Deze maatregelen moeten gelden voor zowel vrijwillige en onvrijwillige deeltijdse werknemers als voor werknemers wiens arbeidstijd werd beperkt in het kader van tijdskrediet. Wat hieromtrent momenteel bij de groep van 10 op tafel ligt, is ruimschoots onvoldoende.
Actualiteitsmotie 2
Het Congres Social Profit van vandaag 7 december volgt bezorgd de richting die bepaalde dossiers over het beheer van arbeidstijd uitgaan. De "plus minus conto" maatregelen die de mogelijkheden op arbeidsflexibiliteit in de automobielsector en de nevenactiviteiten uitbreiden, zijn immers een bijzonder gevaarlijk precedent.
De BBTK Social Profit stelt nu al vast dat de werkgeversfederaties van de ziekenhuissector meer soepelheid vragen in de organisatie van de uurroosters door meer bepaald de annualisering van de arbeidstijd te vragen. Het staat vast dat de toename van elke vorm van flexibiliteit één van de oorzaken is van de verslechtering van de arbeidsvoorwaarden. Het Congres BBTK Social Profit wil opnieuw zijn gehechtheid bevestigen aan de wet van 16 maart 1971 als basis van de reglementering over de arbeidstijd.
-
Stijging van de uitkeringen onvoldoende. Personen met een handicap over het hoofd gezien
De sociale partners sloten een voorstel tot akkoord waarbij enerzijds de patroons heel wat cadeau’s krijgen inzake loonlastenverlagingen en de vakbonden anderzijds beperkte toegevingen inzake de uitkeringen van gepensioneerden, werklozen,… Terwijl de cadeau’s aan het patronaat er bijzonder snel komen, blijft het langer wachten op de aanpassingen van de uitkeringen.
Bovendien zijn de aanpassingen slechts beperkt qua omvang en ook op het vlak van wie ervan kan genieten. Personen met een handicap werden over het hoofd gezien.
In De Morgen verscheen daar gisteren een lezersbrief over waarmee we het grotendeels eens zijn. Wij zijn niet verheugd over het akkoord van de sociale partners omwille van de cadeau’s aan het patronaat, maar uiteraard vinden we het wel positief dat de uitkeringen omhoog gaan.
De lezersbrief in De Morgen stelde: “De sociale partners kwamen tot een akkoord om de laagste uitkeringen van gepensioneerden, werklozen, invaliden en slachtoffers van arbeidsongevallen en beroepsziekten, een welvaartsaanpassing te geven van 2 tot 6 procent. Over dit akkoord kunnen we ons alleen maar verheugen.
“Beroepshalve ontmoet ik echter dagelijks personen met een handicap en vaak sta ik versteld over het erg lage inkomen waar die mensen mee rond moeten komen. Stel, u bent gehandicapt en u ontvangt een maandelijks vervangingsinkomen, bijvoorbeeld een ziekte-uitkering die aangevuld wordt met een integratietegemoetkoming, in totaal 970 euro. Met dat inkomen moet u al uw woon- en zorgkosten betalen.
“Probeer het eens! Geen nood, u kunt als persoon met handicap wel terecht in een voorziening. Maar besef dat u voor een verblijf in een tehuis voor 30 dagen 837,30 euro moet betalen. U hebt dus nog 133 euro over voor al uw persoonlijke onkosten, zoals kleding, ontspanning en dokterskosten.
“De berekening van de tegemoetkoming is voor elke persoon met handicap afhankelijk van zijn inkomenssituatie en graad van handicap. Als gehandicapte bent u er financieel het best aan toe als u uw uitkering kunt combineren met een inkomen uit arbeid. Ondanks alle investeringen van de overheid om personen met een handicap aan het werk te krijgen weet iedereen dat buiten een tewerkstelling in een beschutte werkplaats, het vinden van (betaald) werk voor deze groep heel moeilijk is en voor een grote groep van mensen, gezien hun handicap, onmogelijk.
“Ook mensen met een handicap hebben recht op een kwaliteitsvol leven, ongeacht de keuzes die ze maken: leven in een instelling of zelfstandig leven met ondersteuning. Het probleem is echter dat als we hun financiële situatie bekijken, dat we moeten vaststellen dat het recht op een kwaliteitsvol leven een mooie intentie kan zijn, maar dat het financieel voor veel personen met een handicap over overleven gaat.
“De sociale partners geven een mooi advies aan de federale regering betreffende de uitkeringen. Er is echter één groep van uitkeringsgerechtigden bij wie de uitkering al lang de welvaart niet meer volgt en die altijd vergeten wordt. Het probleem is echter wie er door het vuur gaat voor de belangen van die groep uitkeringsgerechtigden.”
De lezersbrief van een verantwoordelijke van het Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap stelt terecht vast dat het noodzakelijk is om de uitkeringen van alle gerechtigden op te trekken en te koppelen aan de stijgende levensduurte.
Het akkoord van de ‘Groep van 10’ gaat op dat vlak niet ver genoeg. Bovendien werden door de vakbondsleidingen enorme toegevingen gedaan aan het patronaat op het vlak van loonlastenverlagingen. Het valt nog af te wachten of de basis dit zomaar zal aanvaarden. Er zal natuurlijk geschermd worden met het argument dat vakbondsmilitanten die het akkoord afschieten de uitkeringen van behoeftigen zouden bedreigen om zo verdeeldheid te zaaien. We mogen niet in die val trappen en kunnen voorbeelden zoals die van personen met een handicap gebruiken om het akkoord te verwerpen.
-
Tweede reeks CAO's in de non-profit. Haalt de witte woede haar slag thuis?
Na veel gemekker van sommige werkgeversfederaties is er toch een tweede reeks CAO’s uiteindelijk ondertekend in de federale Non-profit (o.a. de ziekenhuissector) op donderdag 21 september. Deze vloeien voort uit het federale akkoord met de regering van maart 2005 die volgde op 1,5 jaar lang Witte Woede die eindigde in een staking van 2 weken.
Bart Van der Biest
Traditiegetrouw was er de tegenwerking van steeds dezelfde werkgeversfederaties: Becoprivé (met o.a. het Brusselse Edith Cavell ziekenhuis) en AFIS (de Franstalige ziekenhuizen van de ‘socialistische’ zuil) Deze CAO’s lagen allemaal ter ondertekening klaar in juni 2006 maar de voorgenoemde werkgeversfederaties hadden een probleem met de CAO over het toekennen van voordelen van het bediendestatuut aan de arbeiders en de CAO over het statuut van de syndicale afvaardiging bij ondernemingen van minder dan 50 werknemers.
De onderhandelaars van BBTK hadden het mandaat gekregen van het nationaal beroepscomité BBTK Gezondheidszorg om enkel te tekenen indien het volledige pakket van CAO’s aanvaard werd door ALLE betrokken partijen. Als vakbond konden we niet meegaan in de salamitechniek van de patroons die er enkel zou toe leiden dat bepaalde CAO’s gewoonweg niet ondertekend worden door enkele werkgeversfederaties. Dit is uiteraard van belang voor de werknemers die in de ondernemingen van de ‘weigeraars’ werken (waar logischerwijze de CAO’s niet van toepassing zouden zijn) maar ook voor de werknemers wiens instelling niet bij een werkgeversfederatie aangesloten is. Indien alle federaties een CAO ondertekenen, dan zijn die van toepassing op ALLE werknemers, ongeacht de instelling.
BBTK stond aanvankelijk alleen met deze opstelling maar wist de overige vakbonden te overtuigen zodanig dat het voltallige vakbondsfront aan hetzelfde zeel trok. BBTK is de enige echte federale vakbond waar dat Vlamingen, Brusselaars en Walen samen zitten in één vakbond. Dit is niet het geval bij de christelijke bonden die per taalgroep afzonderlijk gestructureerd zijn én afzonderlijk ageren. Door het feit dat het steeds Franstalige werkgeversfederaties zijn die stokken in de wielen steken, is er een zekere neiging van het LBC (christelijke bediendebond in Vlaanderen) om de federale solidariteit tussen de werknemers te ‘vergeten’ en zo de ‘Vlaamse kaart’ te kiezen. De Vlaamse werkgevers doen bijlange niet zo moeilijk aangezien deze ziekenhuizen door de band financieel veel gezonder zijn dan de Franstalige.
Hét heikele punt van het federaal akkoord is de problematiek van de arbeidstijd. Aangezien de LBC het onrealistisch acht dat er op nationaal vlak iets levensvatbaars uit de bus zal komen, is men hierover reeds beginnen onderhandelen op ondernemingsvlak.
Lijst van de ondertekende CAO’s:
- toekenning attractiviteitspremie
- toekenning bepaalde voordelen van het bediendestatuut aan de arbeiders
- toekenning functiecomplement voor sommige werknemers, dienshoofden in functie
- toekenning van bediendestatuut aan het verzorgend personeel
- statuut syndicale afvaardiging (minder dan 50 werknemers)
- toeslagen voor onregelmatige prestaties (voor elke deelsector een aparte CAO: diensten voor bloed, wijkgezondheidscentra, ziekenhuizen en ROB/RVT-revalidatiecentra, thuisverpleging)
Donkere wolken boven de tewerkstelling in de Non-Profit in 2007
In 2007 zal er in het fonds van de Sociale Maribel een structureel tekort zijn van 2,3%. De Sociale Maribel is een systeem van verlaging van de patronale bijdragen in de Non-Profit waarmee dan meer tewerkstelling geschapen wordt.
(http://meta.fgov.be/pc/pce/pces/nlces08.htm)Door een andere verwerking van de gegevens betreffende het aantal ‘koppen’ in de sector is er een verschil van 5000 koppen (minder) in 2005 in vergelijking met 2004… Terwijl het aantal personeelsleden in de sector dus verder daalt, blijft het arbeidsvolume echter stijgen… An accident waiting to happen!
Er zijn slechts 2 oplossingen voor het tekort. Ofwel komt de regering met extra geld over de brug maar met de huidige begrotingsperikelen lijkt dit niet zo vanzelfsprekend. Een eenvoudige indexering van het bedrag zou het probleem al oplossen. Een andere oplossing is besparen in het fonds. Het tekort van 2,3 % komt ongeveer overeen met het bedrag van het loon van 100 fulltime equivalenten. Het zou echter pervers zijn om 100 mensen op straat te zetten in een sector dat al met een chronisch personeelstekort te kampen heeft. Deze afdankingen zouden dan nog eens een vicieuze cirkel in gang trekken: hoe minder koppen, hoe minder geld in het fonds…
Het lijkt erop dat de Non-Profit nog eens zijn vlaggen zal mogen bovenhalen als de regering hier geen valabele oplossing aanbiedt. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
-
Voor een herfinanciering van de gezondheidszorg!
Gezondheidszorg is een basisbehoefte waar eenieder recht op heeft. Elke persoon die op het Belgisch grondgebied verblijft, moet kosteloos beroep kunnen doen op alle diensten en middelen die de nodige zorgverlening vereisen. Maar in de praktijk is hier helemaal geen sprake van: we merken zelfs dat kwalitatieve zorgverstrekking voor de doorsnee patiënt alsmaar duurder wordt.
Laurent Grandgaignage
Personen met een laag inkomen (werklozen, gepensioneerden, alleenstaande ouders, …) voelen die stijgende kostprijs het hardst in hun portemonnee, en hebben het vaak moeilijk om de eindjes aan mekaar te knopen (denk bv. aan langdurige opname in het ziekenhuis, gespecialiseerde medische ingrepen, …).
De sociale zekerheid is meer dan dienstverlening: het is een solidariteitsmechanisme. En er is meer dan ooit nood aan solidariteit. Uit een studie van de Universiteit Antwerpen bleek dat in 2003 15,2% van de Belgische bevolking in armoede leefde: 22,6% van de 65-plussers en 32% van de werklozen vallen onder de armoedegrens! Willen we het recht op gezondheidszorg waarborgen en uitbreiden, dan moeten we eerst nagaan in welke mate de huidige beleidsmaatregelen toereikend zijn om iedereen een degelijke zorgverlening en ziekte- en invaliditeitsverzekering te verzekeren.
Voor een volledige herfinanciering
De financiële toestand van de gezondheidszorg is zorgwekkend. In 2004 werd het budget overschreden met 850 miljoen euro (ongeveer 34 miljard oude Belgische frank). Jaarlijks hebben de ziekenhuizen te kampen met een gemiddeld tekort van 364 miljoen euro (wat neerkomt op circa 14,5 miljard frank). Omwille van die schuldenberg zijn ziekenhuizen genoodzaakt te besparen op middelen en onderzoek, maar ook op personeel: eind 2003 werd er nog gestaakt in de Antwerpse OCMW-ziekenhuizen omdat 625 personeelsleden moesten afvloeien, op een totaal van 6.000! Minder verpleegkundigen en artsen betekent een hogere werkdruk enerzijds (wat op zich gevolgen heeft voor de kwaliteit van de dienstverlening) en anderzijds langere wachtlijsten.
De onderfinanciering van de Antwerpse OCMW-ziekenhuizen is een treffend voorbeeld. Het herstructureringsplan ZINA – dat o.a. door OCMW-voorzitster Monica De Coninck (sp.a) werd opgelegd – zorgde voor heel wat protest onder het ziekenhuispersoneel. Het dienstenaanbod van het Sint-Elisabeth en Sint-Erasmus ziekenhuis werd ondertussen fors ingeperkt. Deze privatiseringsplannen zorgden niet enkel voor heel wat afdankingen, maar stellen ook de sluiting van het Sint-Erasmus en Stuivenberg ziekenhuis voorop. In plaats daarvan, zou een nieuw ziekenhuis in de regio van Antwerpen-Noord worden gebouwd… wat de bereikbaarheid voor heel wat zorgbehoevenden zal bemoeilijken.
Door deze besparingspolitiek zal de individuele patiënt ook meer uit eigen zak moeten betalen: voor een ziekenhuisopname in 1998 betaalde men gemiddeld 334 euro. In 2002 steeg dit gemiddelde naar 424 euro. Het invoeren van maatregelen zoals de maximumfactuur is slechts een doekje voor het bloeden wanneer men vaststelt dat alles gemiddeld duurder wordt.
Onze eisen:
> stop de besparingen; voor een volledige herfinanciering van de gezondheidszorg op nationaal niveau; neen aan de inmenging van het bedrijfsleven in de non-profit;
> stop de afdankingen; meer volwaardige jobs als garantie voor een kwalitatieve dienstverlening en als middel om bestaande wachtlijsten terug te dringen;
> voor een uitbreiding van de dienstverlening op lokaal vlak i.p.v. de inperking daarvan;
> voor het opzetten van een nationale gezondheidszorg onder controle van werknemers en consumenten;
> een einde aan het verhalen van kosten op de consument door het verlagen van forfaitaire kosten en remgeld; het betalen van voorschotten bij ziekenhuisopname mag niet verplicht worden aan de patiënt.Voor een evenwichtige herverdeling van het Riziv-budget
Het totale budget van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (Riziv) bedroeg in 2005 17,4 miljard euro (± 701,5 miljard frank). Het leeuwendeel wordt besteed aan artsenhonoraria (30,4%), de verpleegdagprijs in ziekenhuizen (21,8%) en de farma-industrie (19,3%).
De zogenaamde prestatiegeneeskunde geeft de arts het voorrecht om een toeslag bovenop het wettelijke forfait aan te rekenen. Dit is geneeskunde op twee snelheden: diegenen die het kunnen betalen kunnen beroep doen op prestatiegeneeskunde, diegenen die het financieel minder hebben moeten het maar stellen met “forfaitaire geneeskunde”. Er bestaat al een beperkt aantal groepspraktijken die laatstgenoemde toepassen, maar algemene invoering van dit systeem wordt belemmerd door de belangenorganisaties van geneesheren. In Nederland en Groot-Brittannië is forfaitaire geneeskunde wel op grote schaal van toepassing. Het ontstaan van wachtlijsten kan vermeden worden door voldoende personeel in te schakelen indien nodig. Wij pleiten voor het afschaffen van de prestatiegeneeskunde en deze te vervangen door forfaitaire geneeskunde, waardoor in de praktijk de zorgverstrekking voor de patiënt kosteloos wordt na terugbetaling door het ziektefonds.
Over de farma-industrie kunnen we gerust stellen dat deze niet produceert uit liefdadigheid. In 2003 maakte Janssen Pharmaceutica in België 355 miljoen euro (± 14,5 miljard frank) nettowinst. Hetgeen het Riziv met gemeenschapsgeld terugbetaalt, komt eigenlijk in de zakken van de aandeelhouders terecht. Ook hebben vele farmaceutische bedrijven het alleenrecht (beschermd door patenten) om bepaalde geneesmiddelen te produceren. De productie van goedkopere, generische varianten van bepaalde medicijnen wordt hierdoor belemmerd. De enige manier om de winsthonger van de industrie tegen te gaan, is het nationaliseren van de farma-industrie zodat enkel de beste producten aan de laagste prijs aangeboden kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat de industrie geen nood meer heeft aan onderlinge concurrentie, maar aan samenwerking, wat in het voordeel speelt van onderzoek en ontwikkeling en de organisatie van een efficiënter productieproces.
Onze eisen:
> voor het afschaffen van de prestatiegeneeskunde; voor een forfaitaire geneeskunde, georganiseerd in bereikbare groepspraktijken en wijkgezondheidscentra;
> halt aan de winsthonger van de farmaceutische bedrijven; haal het geld waar het te halen valt; voor het volledige nationalisering van de farma-industrie onder arbeiderscontrole.Meer middelen voor het OCMW nodig
Het OCMW heeft de doelstelling de sociale grondrechten van de inwoners van de stad te waarborgen en het welzijn van elke persoon te organiseren op verschillende vlakken: werkgelegenheid, huisvesting, gezondheidszorg, cultuur, e.a. Maar het gebrek aan middelen waarmee deze openbare instelling kampt, leidt – zoals eerder al aangehaald – tot besparingsmaatregelen waar (minder gegoede) hulpvragers de dupe van zijn. De stadskas wordt in vele gevallen aangesproken om tekorten bij te schieten, maar is vaak ontoereikend. Daarom moet de federale overheid haar verantwoordelijkheid opnemen door deze op nationaal niveau te financieren, indien nodig. Niet enkel de OCMW- en gemeenteraad mag exclusief beheerder zijn van de financiën, maar ook het OCMW-personeel moet actief betrokken worden.
Het zijn de werknemers die het beste op de hoogte zijn van de dagelijkse gang van zaken, en ook van de mogelijke knelpunten. Daarom moeten deze georganiseerd worden in democratisch verkozen comités, ondersteund door de vakbonden, en medezeggenschap verwerven over de financiële middelen. Zo kan een financieel wanbeleid (zoals de “put” van 50 miljoen euro die eind 2004 werd ontdekt in de Antwerpse OCMW boekhouding) vermeden worden.
Gratis en degelijke gezondheidszorg is mogelijk!
De welvaart in de maatschappij is nog nooit zo hoog geweest. Terwijl de bedrijven jaar na jaar recordwinsten boeken, voert de regering een besparingspolitiek waarbij de gewone bevolking moet inleveren. Loonmatiging wordt opgedrongen, wat een verdere aanval betekent op onze koopkracht. Ook de sociale zekerheid blijft niet gespaard. De bewering dat er niet genoeg geld zou zijn, is een leugen. Cadeau’s aan de patroons in de vorm van lastenverlagingen en fiscale voordelen doorprikken die stelling. Het gevoerde beleid staat haaks tegenover de werkelijke behoeften van de bevolking, wat o.a. duidelijk werd met de massale stakingsbeweging van de non-profit, enkele jaren geleden.
Geen enkele partij in regering of oppositie gaf gehoord aan de eisen van deze sector voor meer middelen, meer personeel, betere arbeidsvoorwaarden, … Maar door deze syndicale strijd te voeren, werden uiteindelijk belangrijke toegevingen afgedwongen. Het zou een stuk handiger zijn wanneer men een politiek verlengstuk heeft om deze strijd te voeren op regeringniveau. Een nieuwe arbeiderspartij links van sp.a en Groen! zou daar een nuttig middel voor zijn. Enkel wanneer de geproduceerde rijkdom effectief geïnvesteerd wordt in de maatschappij, kunnen we het recht op een gratis en degelijke sociale zekerheid voor iedereen verzekeren.
-
Personen met een handicap hebben meer nodig dan een aalmoes!
Gisteren publiceerde De Standaard het verhaal van een man met een ernstige verstandelijke en fysieke handicap die op een lange wachtlijst stond om geplaatst te worden en voorlopig in een psychiatrische voorziening terechtkwam, waar hij overleed. De wachtlijsten om als persoon met een handicap geplaatst te worden, lopen op. De Vlaamse regering stelt dat ze 22,5 miljoen euro vrijmaakt voor de sector. Dat aalmoes is onvoldoende.
Terecht stelde De Standaard dat de zachte sector enorme problemen kent omwille van het tekort aan middelen en opvangcapaciteiten. Dat werd bijzonder scherp door het aangehaalde voorbeeld. Een 50-jarige man met een ernstige verstandelijke en fysieke handicap stond op de wachtlijsten in drie verschillende provincies. In totaal staan zo’n 1.000 mensen op een wachtlijst.
Voorlopig werd hij in een psychiatrische voorziening geplaatst. Dat is op zich een schande: mensen met een handicap worden afgedaan als psychiatrische patiënten en omgekeerd worden psychiatrische problemen als een handicap bestempeld. Beide doelgroepen hebben nood aan een begeleiding die afgestemd is op hun noden en behoeften.
Het resultaat bij de man in kwestie was een gebrek aan individuele opvolging waardoor hij uit zijn kamer kon glippen om iets te eten uit de koelkast. Als gevolg van zijn specifieke aandoening kon hij echter niet alle voedingswaren eten. Het resultaat was dat de man aan verstikking overleed. Een natuurlijke dood volgens de dokter. Een dode veroorzaakt door het gebrek aan middelen voor de opvang ik zou dit weglaten. volgens ons!
Van de 1.000 personen op een wachtlijst, hebben er zo’n 400 urgentie 1. Dat betekent dat het erg dringend is. 22,5 miljoen extra van de Vlaamse regering volstaat niet eens om die meest dringende plaatsen te voorzien in instellingen.
De houding van de Vlaamse regering tegenover personen met een handicap is overigens niet enkel problematisch op het vlak van opvangmogelijkheden. De Vlaamse regering beloofde dat het werk zou maken van het betrekken van personen met een handicap op de arbeidsmarkt. Heel wat personen met een handicap kunnen een bijdrage leveren en voelen zichzelf bovendien nuttig als ze kunnen werken (ook al is dat veelal aangepast werk).
In de privé-sector staat men daar veelal niet voor te springen. Werknemers moeten net flexibeler worden en rekening houden met beperkingen past niet in dat plaatje. Het zijn immers niet de behoeften die centraal, maar de harde winstcijfers.
Maar ook de Vlaamse regering zelf geeft niet bepaald het goede voorbeeld. Tegen 2010 had ze een streefdoel dat 4,5% van haar eigen werknemers personen met een handicap zouden zijn. In 2001 was dat 1,28% (157 op 12.287 werknemers). Sindsdien werden in 2003 5 personen met een handicap aangeworven, in 2004 13 en in 2005 ook 13. Onvoldoende dus om het percentage fundamenteel op te krikken.
Linkse socialisten komen op voor meer middelen in de sociale sector. Tegelijk eisen we ook meer mogelijkheden voor personen met een handicap om een rol te spelen in de samenleving, in plaats van gewoon opgesloten te worden. Daartoe is het echter noodzakelijk dat de behoeften van iedereen centraal staan, en niet de winsten van een kleine minderheid
-
Ziekenhuizen worden onbetaalbaar. Prijzen stegen met 41% op 6 jaar
Een studie van de Christelijke Mutualiteiten (CM) over de ziekenhuiskosten stelt dat de prijzen die worden betaald door de patiënten bijzonder snel toenemen. Op 6 jaar tijd stegen de kosten ten laste van patiënten met maar liefst 41%! Per opname in een ziekenhuis steeg de gemiddelde prijs van 334 tot 471 euro.
De CM deed een onderzoek onder 500.000 leden die in 2004 werden opgenomen in een ziekenhuis. De grote groep die werd onderzocht, maakt dat de resultaten van het onderzoek moeilijk kunnen worden betwist. De inhoud van die resultaten is schokkend.
In 2004 stegen de kosten voor patiënten met 4% in vergelijking met het jaar ervoor, maar in vergelijking met 1998 is er al een stijging van 41%. Ook de CM geeft aan dat deze stijging veel sneller verloopt dan de gemiddelde stijging van de levensduurte. De lonen en de uitkeringen zijn alleszins niet met een gelijkaardig percentage gestegen in deze periode. Wie opgenomen wordt in een ziekenhuis, moet dus dieper in de buidel tasten om dit te kunnen betalen.
De supplementen voor erelonen stegen tussen 1998 en 2004 met 94%, de supplementen voor medisch materiaal met 104%! Het remgeld steeg minder snel: met 19%. De beperkingen van de maximumfactuur komen erg goed tot uiting als de CM aangeeft dat enkel het remgeld meetelt voor de becijfering van de maximumfactuur. Dat remgeld is verantwoordelijk voor slechts 31% van de totale factuur voor de patiënten.
Er zijn grote verschillen naargelang de ziekenhuizen. Samen met de duurder wordende prijzen, geeft dat aan dat er een versterking is in de elitevorming en een stijgende kloof tussen ziekenhuizen. Daartegenover is er nood aan openbare ziekenhuizen die gratis degelijke gezondheidszorg verstrekken en dit onder de controle en het beheer van de gemeenschap (waaronder dus ook het personeel en de patiënten).
-
Fotoreportage vanop de betoging in Brussel
Gisteren betoogden zowat 1.000 arbeiders uit de non-profit sector en sympathisanten uit andere sectoren door Brussel. Er werd bijeengekomen aan het ministerie van werk, waarna in een geïmproviseerde betoging naar het VLD-secretariaat werd getrokken. Daar vlogen er eieren tegen de gevel van het gebouw. De militanten uit de non-profit zijn bijzonder ongerust over het Generatiepact omdat er in deze sector veel deeltijds werk is en omdat de zware werkbelasting ervoor zorgt dat een verhoging van de brugpensioenleeftijd bijzonder hard zou aankomen.
-
1.000 betogers van de Non Profit in Brussel
Om 10u30 verzamelden enkele honderden vakbondsmilitanten uit de non profit zich aan het Ministerie van Werk te Brussel. Ze werden vervoegd door militanten uit andere sectoren, onder meer de metaal en de Algemene Centrale waren goed aanwezig. Het was niet de bedoeling om te betogen, maar dat gebeurde toch. Zowat 1.000 betogers trokken van het Ministerie naar het VLD-secretariaat waar met eieren werd gegooid.
Geert Cool
In de acties vandaag lag de nadruk op sectoren waar veel vrouwen werken. De grootwarenhuizen en de non-profit stonden vooraan in de acties. Dat is uiteraard geen toeval aangezien vrouwen bijzonder hard getroffen worden door het Generatiepact en de loopbaanvereisten om op brugpensioen te kunnen. Toch is het opvallend dat deze twee sectoren er redelijk alleen voor stonden vandaag. De terugkoppeling naar de specifieke elementen in iedere sector, betekent in dit stadium geen versterking van de beweging. Het is eerder een poging om met in verspreide slagorde de beweging te beëindigen.
Op de actie van de non-profit waren er veel betogers en dat ondanks de slecht georganiseerde mobilisatie. Heel wat actieve militanten en delegees wisten pas op het laatste ogenblik van de actie. Nochtans dateert de vorige grote actie van 28 oktober en moest in tussentijd toch genoeg tijd geweest zijn om een degelijke mobilisatie te organiseren. Het feit dat er toch 1.000 aanwezigen waren, gaf alvast aan dat de actiebereidheid er nog is.
In de non-profitsector staat de LBC traditioneel erg sterk, maar nu was er ook een opvallende rode delegatie. Een aantal militanten uit andere sectoren trokken naar de non-profitbetoging omdat er niet direct andere acties gepland waren in hun eigen sector. Er was een Nederlandstalig overwicht, maar toch ook enkele Franstalige delegaties onder meer uit de Brusselse non profit.
De nadruk op de actie lag op het verwerpen van het Generatiepact en een aantal specifieke gevoeligheden in de sector. Zo is er het probleem van de "gelijkstellingen" (periode dat bvb tijdskrediet wordt opgenomen). Momenteel mogen de vereiste 25 loopbaanjaren voor een brugpensioen 3 gelijkgestelde jaren bevatten. Bij het optrekken van de loopbaanvereiste voor brugpensioen is er nooit gedacht aan een verhoging van het aantal gelijkgestelde jaren. Dat heeft vooral gevolgen voor deeltijds werkende vrouwen.
Een ander discussiepunt is de invulling van de "zware beroepen" voor wie de huidige brugpensioenleeftijd zou behouden blijven. De non profit wil erkend worden als een dergelijk zwaar beroep omwille van de vele nachtarbeid, flexibele uurroosters, fysiek belastende arbeid,…
Aanvankelijk was het de bedoeling om met de manifestanten enkel te verzamelen aan het Ministerie voor Werk waar een onderhoud plaatsvond met minister Van Velthoven. In dat onderhoud werd naar verluidt door de minister enkel bevestigd dat het Generatiepact er komt. De manifestanten aan het ministerie trokken echter met een geïmproviseerde betoging door Brussel om te eindigen aan het VLD-secretariaat in de Melsenstraat. Dat was volledig afgesloten voor de betogers. Er werden eieren gegooid naar het gebouw en het lawaai zal de liberale burgers ongetwijfeld opgeschrikt hebben.
Deze betoging straalde een actiebereidheid uit, maar tegelijk was er het besef dat dit niet volstond. Nadat wekenlang getreuzeld werd om een actieplan op te stellen dat eigenlijk al op de betoging van 28 oktober had moeten worden voorgesteld, bleek het actieplan compleet onvoldoende te zijn. De regionale betogingen van 2 december beperkten zich grotendeels tot Luik en Mons (naast kleinere acties in Brussel, Waver en Namen). De "opvallende" jongerenactie van 6 december bleek een bezoek van Sinterklaas te zijn aan enkele ministeries. En nu werd de stakingsdag beperkt tot grotendeels twee sectoren waar in veel gevallen niet eens gestaakt werd.
Dit actieplan was onvoldoende en toont een zwakheid. Dat zal aanzetten tot agressie van de kant van regering en patronaat. Daarom is het noodzakelijk om de strijd nu niet stop te zetten, maar iedere nieuwe aanval te beantwoorden met een krachtige beweging waarin de basis bepaalt hoe het actieplan er uitziet. De kracht van de Witte Woede bestond uit de grote betrokkenheid van de arbeiders uit deze sector, dat voorbeeld moet vandaag meer dan ooit naar voor geschoven worden.
-
Non profit betoogt morgen in Brussel
De non profit betoogt morgen in Brussel als onderdeel van het verzet tegen het Generatiepact en de aanvallen op het brugpensioen. wordt om 10u30 verzameld aan het kabinet van de Minister van Werk, Koningsstraat 180. We publiceren een gezamenlijk pamflet van BBTK, Algemene Centrale en het ACLVB. We zijn het niet met alles in dit pamflet eens (zo denken we dat een "bijsturing" van het Generatiepact niet volstaat en zijn we geen voorstander van een algemene sociale bijdrage), maar het pamflet legt wel goed uit wat er op het spel staat in de non profit sector en waarom de actie van morgen belangrijk is.
SOCIAL PROFIT
Het Generatiepact: een frontale aanval op de werknemers en werkneemsters
Pamflet van BBTK, ABVV Algemene Centrale en ACLVB
Binnenkort geen brugpensioenmogelijkheden meer!
In de ogen van de regering ben je maar beter geen verpleegster of opvoedster en heb je maar beter geen hogere studies gedaan …
Vandaag kan je genieten van een brugpensioen op 58 jaar en zelfs op 56 jaar (b.v. na 20 jaar nachtarbeid) Tegen 2012 en te beginnen vanaf 2008 wil de regering de vereiste loopbaanvoorwaarden om in het algemeen brugpensioenstelsel te kunnen stappen, gevoelig verhogen (zie tabel).
Een langere loopbaan eisen om op brugpensioen te kunnen gaan, bestraft vooral twee specifieke categorieën van werknemers.
Allereerst de vrouwen. Statistieken bewijzen immers dat vrouwen vaker dan mannen gebruik maken van deeltijds werk, loopbaanonderbrekingen en tijdskrediet. Dit is uiteraard het geval in de sociale sectoren en in de gezondheidszorg.
Vandaag hebben ze het dus al vrij moeilijk om de vereiste brugpensioenvoorwaarden inzake duur van de loopbaan te bereiken. Wanneer deze loopbaanvoorwaarden in 2008 nog opgetrokken worden, zullen ze haast niet meer op brugpensioen kunnen gaan – niet op 58 jaar en niet op 60 jaar. In deze context wordt ook de kwestie van de « gelijkstellingen » steeds belangrijker. Ter herinnering : dit is een mechanisme waarmee – ter vaststelling van het aantal loopbaanjaren – een aantal periodes van schorsing en/of onderbreking van de arbeidsovereenkomst gelijkgesteld kunnen worden met activiteitsperiodes. In het algemeen brugpensioenstelsel mogen de vereiste 25 loopbaanjaren momenteel 3 « gelijkgestelde » jaren bevatten (en nog eens drie jaren om een tweede kind op te voeden). De regering voorziet echter geen verhoging van het aantal « gelijkstelbare » jaren, hoewel het aantal vereiste loopbaanjaren wél opgetrokken wordt.
Vooral deeltijds werkende vrouwen worden hierbij geviseerd. Hun loopbaanjaren worden immers naar rato van hun arbeidsduur berekend. Grosso modo wordt één halftijds werkjaar voor de berekening van de loopbaan gelijkgesteld met een half activiteitsjaar. De regering behoudt de 13 mogelijke jaren gelijkstelling in de industriële sectoren, maar verhoogt het plafond van 3 jaren in het algemeen stelsel, dus in onze sectoren, niet. Wetende dat er in de industriële sectoren weinig vrouwen werken, komt dit beleid erop neer dat de bestaande discriminatie van vrouwen nog wordt aangescherpt.
Wij willen:
> dat het aantal « gelijkgestelde » jaren die in aanmerking worden genomen bij de berekening van de loopbaanduur, wordt verhoogd ;
> dat de loopbaan en gelijkgestelde periodes in aantal dagen en niet langer in aantal jaren worden uitgedrukt (de berekening in dagen zal de deeltijdse werknemers minder benadelen) ;
> dat de « gelijkgestelde » jaren in een menu worden geplaatst waar niet enkel de jaren werkloosheid en onvrijwillig deeltijds werk, de periodes van tijdskrediet en loopbaanonderbreking in zitten, maar ook de studiejaren na 20 jaarEen tweede categorie die het slachtoffer is van discriminatie : mensen die verder studeren met het oog op een hoge scholing en die pas na de leeftijd van 20 jaar op de arbeidsmarkt terechtkomen. Aangezien het aantal vereiste loopbaanjaren voor het algemeen stelsel opgetrokken wordt, zullen de meeste werknemers met hogere studies nauwelijks nog toegang kunnen krijgen tot het brugpensioen op 58 jaar en zelfs op 60 jaar. Dit geldt opnieuw voor een groot deel van de werknemers in de Social Profit.
Dus : als je verder hebt gestudeerd en als je dan ook nog eens vrouw bent… vergeet het brugpensioen dan maar. Er bestaat wel degelijk een alternatief voor deze onaanvaardbare maatregelen, namelijk een uitbreiding van de « gelijkgestelde » periodes (de periodes waarin men niet werkt, maar die wel in aanmerking worden genomen bij de berekening van de vereiste loopbaanduur om op brugpensioen te kunnen gaan).
Momenteel is dit niet het geval in de Social-Profitsector.
De « zware beroepen »
Wij eisen dat de Social-Profitsector in zijn geheel als dusdanig erkend zou worden. Dan zouden we ons brugpensioen kunnen behouden na een loopbaan die door iedereen als bijzonder “zwaar” wordt erkend:
– buitensporige flexibele uurroosters, ploegenarbeid, nachtarbeid, thuiswachten,…
– begeleiding van zieken, bejaarden, stervensbegeleiding, probleemjongeren, gehandicapten, drugsverslaafden, jonge kinderenZoveel aandacht, verantwoordelijkheid, waakzaamheid, burn-outs, rugklachten, stress… en dan nog zijn dit geen zware beroepen???
Brugpensioenmogelijkheden (algemeen stelsel):
Tijdskrediet
In onze sectoren is het onaanvaardbaar dat de regering de vervangingsplicht bij tijdskrediet heeft afgeschaft en dat de werkgevers in sectoren zoals de ziekenhuizen, ROB/RVT’s en andere al jarenlang weigeren om een CAO te ondertekenen die deze vervanging bepaalt. Terwijl wij strijden om de werklast te verminderen, om de regering ervan te overtuigen dat er meer banen moeten komen, gebruiken de werkgevers dit middel eens te meer om “besparingen te doen” ten koste van het personeel.
Wij eisen een vervangingsplicht in de sectoren waar deze regel niet bestaat (wetende dat het tijdskrediet vanaf 50 jaar meestal definitief is).
Jongerentewerkstelling: concrete banen a.u.b.!
Om de sociale zekerheid te kunnen financieren en de pensioenen en andere uitkeringen betaalbaar te houden, is er nood aan meer werkgelegenheid. Maar het is niet door de oudere werknemers te bestraffen dat we meer banen gaan scheppen. En zeker niet onder de jongeren waarvan er bijna 150.000 werkloos zijn. De regering stelt als belangrijkste maatregel voor de jongerentewerkstelling een vermindering van de sociale bijdragen op de jongerenbanen voor. Maar er zijn al jarenlang heel wat bijdrageverminderingen « voor de werkgelegenheid » doorgevoerd (meer dan 5 miljard euro in 2005 !) zonder dat dit noodzakelijk aan de tewerkstelling werd gekoppeld. En als de werkloosheid daardoor verminderd was, zouden we het wel weten…
In de Social Profit kan elke sociale-bijdragevermindering banen scheppen. De sector heeft dit aangetoond via de Sociale Maribel. De SP-sector is een uitstekende plaats voor het scheppen van tewerkstelling. Hier wordt deze werkelijk gecreëerd, het is geen gebakken lucht of een buitenkansje voor de werkgevers en bovendien worden zo de dienstverlening aan de gebruikers en de arbeidsvoorwaarden van het aanwezige personeel verbeterd.
Wij willen:
> dat de lastenverlagingen in de Social-Profitsector omgezet worden in nieuwe jongerenbanen, dat het systeem van de sociale Maribel dat zijn diensten heeft bewezen (+ 12.000 voltijdse equivalenten sinds 1998 en het kan nog beter) uitgebreid wordt;
> dat werkgevers verplicht worden werknemers in tijdskrediet of met een zogenaamde landingsbaan te vervangen.Financiering van de sociale zekerheid
Als werknemers in de sociale en gezondheidssectoren zijn wij bevoorrechte getuigen van de doeltreffendheid van het solidariteitssysteem dat de « SOCIALE ZEKERHEID » is.
Jammer genoeg zijn wij ook even bevoorrechte getuigen als het systeem niet werkt of niet meer efficiënt of toegankelijk is. Alle toegekende lastenverlagingen roepen vragen op over de financiering van de sociale zekerheid. Het onrechtvaardige fiscale beleid van de regering mag de financiering van de Social-Profitsectoren – privé of publiek- niet in gevaar brengen. Als werknemers in de sociale en gezondheidssectoren eisen wij luidop de nodige middelen om ons gezondheidssysteem te ontwikkelen en een echte aanpassing van de pensioenen aan de levenskost. Daarom steunen wij de eisen van onze vakbonden om een algemene sociale bijdrage in te voeren waardoor alle inkomens, en niet enkel de inkomens uit arbeid, solidair zijn.
Samen met de werknemers van de andere sectoren – omdat het ook onze zaak is – willen wij nog meer bijsturingen. Wij hebben concrete voorstellen.
Wij zullen deelnemen aan de acties van 8 december.
Massale bijeenkomst van de werknemers van de SOCIAL PROFIT
Voor het kabinet van de Minister van Werk
Koningsstraat nr. 180
10.30 u. -
Non-Profit. Actie Becoprivé: harde noot om te kraken maar de witte woede bijt zich vast!
Non-Profit
Op donderdag 13 oktober ging er een actie door van de witte woede in Brussel met als doelwit de hoofdzetel van Becoprivé (een commerciële werkgeversfederatie die vooral instellingen in Brussel en Waals Brabant vertegenwoordigt: Kliniek Basiliek, Medisch Centrum Europa Lambermont, Kliniek Park Leopold, Kliniek Edith Cavell, Polykliniek Bois de la Pierre en het Ziekenhuis Braine-l’Alleud – Waterloo, ook alle commerciële rusthuizen, ongeveer 12% van alle rusthuizen in Vlaanderen en bijna de helft in Brussel) Wie dacht dat na het sluiten van het federaal akkoord met de regering alles in kannen en kruiken was, moeten we teleurstellen. Immers, dit akoord moet nog in aparte CAO’s gegoten worden.
Een correspondent
Vanaf de allereerste CAO over de arbeidsduurvermindering geeft het al problemen: dat voorspelt al niet veel goeds voor de volgende CAO’s. Twee werkgeversfederaties staken stokken in de wielen: AFIS en Becoprivé. AFIS, de wergeversfederatie van de Waalse socialistische zuil verzette zich tegen het feit dat de onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers over de CAO over arbeidsduurvermindering het federaal akkoord met de regering nog verbeterde: o.a. er zijn nog enkele extra categoriën bijgekomen van functies die recht hebben op arbeidsduurvermindering. Uiteindelijk ging AFIS door de knieën en tekende het dinsdag de CAO.
Maar Becoprivé blijft volharden in de boosheid. En dit heeft niet enkel gevolgen voor het personeel dat onder Becoprivé valt! Omdat de CAO niet algemeen verbindend verklaard kan worden hebben de werknemers die werken in een instelling die niet aangesloten is bij een werkgeversfederatie ook geen recht op de nieuwe CAO! Reden genoeg dus om actie te voeren aan hun hoofdzetel. Een paar honderd militanten verzamelden voor de Becoprivé-villa. In tegenstelling tot de traditionele non-profit acties was er nu geen ‘groene zee met een rode staart’ maar was het ABVV overduidelijk het sterkst vertegenwoordigd, wat eigenlijk normaal is aangezien Brussel het bastion is van de BBTK-SETCa in de ziekenhuizen. Ondanks het feit dat het een federale actie was, had het LBC maar miniem gemobiliseerd. Zoals eerder vemeld, is Becoprivé vooral een Brusselse en Waalse aangelegenheid, wat misschien de minieme aanwezigheid van de LBC verklaarde. De CNE was beter vertegenwoordigd en de liberalen waren met een tiental militanten afgezakt.
De politie versperde aanvankelijk de toegang tot het terrein. Na een speech van de vakbondsleiding werd de villa bestookt met eieren. Militanten van de CNE maakten gebruik van een onbewaakt moment bij de ordediensten om door het politiecordon te breken en de rest van de betogers volgde enthousiast. De agenten waren wel nog snel genoeg om de deuren te blokkeren. Dus waren we verplicht om de villa vanuit de tuin te belegeren. We eisten dat er een vakbondsdelegatie werd ontvangen door Becoprivé. Na enige tijd werd de directeur opgetrommeld en werd hij onder begeleiding van politie met honden het huis binnengeleid.
Het resultaat van het overleg was te verwachten: Becoprivé weigert nog steeds de CAO te ondertekenen. Zij zullen zich beraden op de bestuursvergadering van 24 oktober. Het is onnodig te zeggen dat deze koppige houding een regelrechte provocatie is. Een stakingsaanzegging wordt dan ook ingediend voor 25 oktober. Dan zal er overgegaan worden tot een ‘harde staking’ in de Becoprivé-ziekenhuizen indien zij dan nog niet tot andere inzichten zijn gekomen. Onze collega’s van deze ziekenhuizen zullen alvast kunnen rekenen op de actieve solidariteit van de militanten van de Brusselse ziekenhuizen die wel de CAO ondertekend hebben. Wordt vervolgd!