Category: Lonen

  • Loonoverleg. Als de vakbondsleiding nu eens het lef had…

    Begin november publiceert de CRB (*) haar loonrapport. Dan start het tweejaarlijks sociaal overleg, onder meer over een nationale loonnorm. Twee jaar geleden verwierp de ABVV-basis het voorstel. Op 13 december 2004 betoogden 50.000 werknemers, waaronder heel wat groene, door Brussel. Een jaar geleden staakten en betoogden opnieuw honderdduizenden werknemers, deze keer tegen het Generatiepact. Telkens werd het verzet genegeerd en de patronale agenda doorgeduwd.

    Eric Byl

    In 2004 had de ACV-top de regering nog opgeroepen het akkoord éénzijdig door de strot van de ABVV-basis te rammen. In 2005, in aanloop naar de staking van 7 oktober tegen het Generatiepact, had ze zelfs een pamflet geproduceerd met “10 redenen om niet te staken”. Dit schoot heel wat ACV-militanten in het verkeerde keelgat en de top was verplicht haar houding bij te sturen tijdens de staking/annex betoging van 28 oktober. Het neoliberale beleid stoot steeds meer op verzet aan de basis. Niet voor niets wil ACV-voorzitter Cortebeeck “enkel een akkoord als dat ook sociale vooruitgang betekent”, zonder er eindeloos over te palaveren. Liever geen akkoord dus, dan een nieuwe, mogelijk fatale, confrontatie met de basis.

    Zowel de politici, als het patronaat en de vakbondsleiders hebben deze keer goede redenen om een confrontatie uit de weg te gaan. Nog deze maand en ook voor juni volgend jaar staan verkiezingen op de agenda. Bovendien moet de regering een gat van 5 miljard euro dichtrijden om de begrotingsdoelstelling te halen. Ruimte om naast de komende staatshervorming ook het loonoverleg te smeren met bijkomende middelen, is er niet.

    De patroons weten ook wel dat het sociale klimaat in de bedrijven overkookt. Deze keer geen provocaties over de 40-urenweek. Zelfs Van Eetvelt van Unizo wil praten over hogere minimumlonen in ruil voor lastenverlaging op overuren. Het VBO wenst lastenverlaging op ploegenarbeid, maar vooral een meerjarenplan voor lineaire lastenverlaging en flexibiliteit. De bedrijfswinsten draaien op volle toeren, managerslonen en dividenden op aandelen vullen de rijke portefeuilles, bijgevolg verkiezen de patroons een akkoordje met de vakbondstop boven sociale onrust.

    De vakbondsleiders willen een herhaling van najaar 2005 vermijden. Hun krediet bij de basis staat onder nul. Provocaties vanop de patronale banken kunnen ze missen als kiespijn. Al op 27 maart verklaarden ze zich “stoemelings” akkoord met een “correctiemechanisme” tegen het gevaar van galopperende inflatie. De saldo- en all-in akkoorden (*), waaronder nu al zowat 20% van de werknemers in de privé vallen, ondermijnen de loonindex. Voorts heeft de vakbondstop een herziening van de indexcoëfficiënt in het nadeel van de werknemers getekend. En vorige maand is ze in ruil voor de – reeds eind 2005 beloofde – verhoging van de minimumuitkeringen, bereid geweest 300 miljoen euro extra uit onze sociale zekerheid te tillen.

    Vanaf september volgend jaar neemt de minimumuitkering voor wie 20 jaar in het stelsel zit met 2% toe, voor anderen en sowieso voor werklozen pas vanaf 1 januari 2008. Dat kost volgend jaar 52 miljoen en loopt tegen 2008 op tot 263 miljoen. De patroons krijgen in ruil jaarlijks 270 miljoen lastenverlaging op ploegen- en nachtarbeid. Die maatregel gaat al in op 1 juli 2007. In het verleden had de regering 70 miljoen euro teveel uitgetrokken voor lastenverlaging. Dat blijft onder de vorm van lastenverlaging op overuren aan de patronale vingers plakken. Er is wel een voorwaarde: “overuren mogen niet goedkoper worden dan gewone”.

    ACV-voorzitter Cortebeeck en zijn ABVV-collega De Leeuw noemen dit “evenwichtig”. De vakbondstop zou in het offensief moeten zijn, maar streeft blijkbaar naar een voor het patronaat gemakkelijk verteerbaar akkoord. Als het van hen afhangt krijgen we een minimale loonnorm waarbij enkel de minimumlonen sneller stijgen dan de index en de baremieke verhogingen.

    De “looneisen” van de vakbondsleiders laten het ergste vermoeden: hogere minimumlonen voor het ACLVB, hogere brutominimumlonen voor het ACV en hogere brutolonen voor het ABVV. Vooraleer we daar aan toe zijn moeten echter nog belangrijke hindernissen genomen worden. De bepaling voor welke zware beroepen een uitzondering op het Generatiepact geldt bijvoorbeeld, of welke nu juist de gelijkgestelde jaren zijn.

    Patroons, regering en vakbondstop zijn het fundamenteel eens over een mat akkoord waarbij niet teveel potten worden gebroken, de vraag luidt echter of de arbeiders daar genoegen mee zullen nemen.


    (*) Centrale Raad voor het Bedrijfsleven

    (**) als de loonnorm overschreden wordt, roomt een saldo akkoord deels de overeen gekomen opslag af, aan de index wordt niet geraakt, dergelijke akkoorden zijn van toepassing in de metaal. Bij all-in akkoorden kan de loonnorm niet overschreden worden, zelfs als daarvoor een deel van de index moet worden afgeroomd. Ze bestaan in bouw en hout en stoffering.

  • IPA: patroons willen onze koopkracht verder laten zakken. Naar een heet najaar rond de loondiscussie?

    De patroons boeken duizelingwekkende winsten, maar het is blijkbaar nooit genoeg in het huidige systeem gebaseerd op concurrentie. Ze willen beter doen dan de kapitalisten in de buurlanden. Lees: vooral in Duitsland slaagden regering en patroons erin om de uitbuiting en verarming sneller op te drijven. Tussen 1996, het jaar dat de wet op het concurrentievermogen werd ingesteld, en 2005 liepen de uurloonkosten er 10% minder op dan in België. In Nederland en Frankrijk stegen de uurloonkosten dan weer respectievelijk 20% en 5% sneller dan in ons land. Tegenover het gewogen gemiddelde van deze drie landen zou België een loonhandicap kennen van 1,8%.

    Peter Delsing

    Aanvallen op de lonen

    Deze cijfers worden door patroonsorganisaties als VBO en Unizo gebruikt om voor de loononderhandelingen in het najaar loonmatiging te eisen. In haar Strategie 2010 stelde het VBO: "De afschaffing van de automatische loonindexering zou voor het concurrentievermogen van de Belgische ondernemingen de beste oplossing zijn." Unizo, bij monde van Karel Van Eetvelt, tapt uit hetzelfde vaatje. Hij pleit ervoor om enkel de nettolonen te indexeren: een aanval op ons indirecte brutoloon – de sociale zekerheid die onze uitkeringen voor ziekte, werkloosheid, pensioenen,… moet dekken.

    Wellicht zullen de patroons naar aanleiding van de IPA-onderhandelingen aansturen op een veralgemening van All In-akkoorden: een algemene loonnorm waarin de indexering reeds vervat zit. Door dergelijke akkoorden is het mogelijk dat de prijzen sneller stijgen dan onze lonen. Het vergemakkelijkt de aanvallen op onze koopkracht.

    20% van de ondernemingen in de privésector zou, in 2005, al vallen onder CAO’s met dit soort clausules. De regering en de patroons zullen trachten om deze regeling naar andere sectoren uit te breiden. Hierdoor wordt de deur opengezet om de automatische indexering van onze lonen als verworvenheid verder te ondermijnen: precies wat de bazen willen. Daarnaast zijn nu al pogingen in de media bezig om nationale loononderhandelingen als "uit de tijd" voor te stellen, om zo via "regionale loonakkoorden" de arbeidersklasse te verdelen.

    Onderhandelde achteruitgang?

    Schandalig genoeg zien we dat de vakbondstop weinig in te brengen heeft tegen de arrogante, patronale agressie. Nadat de vakbondsleidingen eind 2005 onder elkaar beslisten om de beweging tegen het Generatiepact stil te leggen, beklonken ze enkele maanden later een "voorakkoord" met de patroons om "de loonkosten te beheersen". Ze denken binnen hetzelfde kapitalistische kader en aanvaarden in werkelijkheid de concurrentielogica. Ook als die ingaat tegen de noden van hun leden.

    Bovendien beseffen deze topfiguren van ABVV en ACV dat de arbeiders tijdens de stakingen tegen het Generatiepact even hun collectieve macht hebben ervaren. Ze willen het ten allen prijze niet tot een herhaling daarvan laten komen. De scheuren die deze beweging tegenover de SP.a toonde, wil de ABVV-leiding niet tot een openlijke barst laten ontwikkelen. Zeker als er zich een concurrent op de linkerflank voordoet: een nieuwe arbeiderspartij, getrokken door een laag strijdbare syndicalisten en politieke militanten. Ook bij de ACV-leiding moet een herhaling van het Generatiepact-scenario, waarbij de leiding tijdelijk door de basis tot gemeenschappelijke actie werd gedwongen, niet lekker zitten.

    Zelfs indien deze failliete strategie van overlegsyndicalisme, het mee beheren van de achteruitgang, een fikse daling van onze koopkracht inhoudt, zo lijkt het. Sinds het begin van de neoliberale afbraakpolitiek, in 1981, kenden onze lonen – en uitkeringen – een reële daling van de koopkracht. De hele essentie van die politiek was een herstel van de winstvoet van de bazen op te leggen, en op die manier een brutale herverdeling van de rijkdom van de werkende klasse naar de kapitalisten in gang zetten.

    Onze reële lonen dalen

    De laatste jaren daalt de koopkracht van de werkenden steeds sneller. Dit heeft onder meer te maken met stijgende benzine- en dieselprijzen, die sinds 1994 niet meer in de index zitten. Vandaag klimt de olieprijs opnieuw tot recordhoogten van rond de 80 dollar per vat. Ook de kost van het wonen weegt enorm op het gezinsbudget. Volgens de Nationale Bank zal de inflatie voor 2005-2006 0,6% boven de stijging van de lonen liggen. Dit houdt dan nog geen rekening met de stijgende olieprijzen. Als de olieprijs stabiel blijft, zal dit een gemiddeld gezin 280 euro per jaar extra kosten! Dit jaar steeg de dieselprijs al 7% en de benzineprijs 11%.

    In Europa wordt overal dezelfde politiek gevoerd. Voor heel het eurogebied groeide het loon per werknemer in 2005 gemiddeld met 1,6%, maar aangezien de inflatie 2,2% bedroeg, kan die gemiddelde werknemer met zijn loon opnieuw 0,6% minder kopen. Toegeven op de eisen tot loonmatiging van de bazen is een straatje zonder einde binnen dit kapitalistische systeem.

    Rijkdom is nochtans aanwezig

    97 ondernemingen die hun boekjaar eind 2005 afsloten, rapporteerden een totale nettowinst van 18 miljard euro. Een stijging van 31% tegenover 2004 – maar onze lonen moeten zakken! Het aandeel van de lonen in het BBP, het totaal van de geproduceerde waarde, is de afgelopen jaren stelselmatig blijven dalen (gemiddeld met 10% in de ontwikkelde landen). Dit leverde de bazen superwinsten op.

    De gestegen productie werd niet opgevangen door onze lonen, maar vooral door goedkoop krediet en schulden. De schuldgraad van de Belgische gezinnen steeg in 2005 tot een recordpeil van 43,1% van het BBP. 20 jaar geleden was dat nog maar 28,1%. Vooral de hypotheekleningen stegen fors, met 16%.

    In veel gevallen worden de enorme winsten rechtstreeks afgeroomd door de topmanagers zelf. Topmanagers van een Bel 20-bedrijf strijken gemiddeld 1,5 miljoen euro per jaar op. Voor sommigen, zoals Michel Tilmant van ING, loopt dat op tot 4 miljoen euro. De managerslonen stegen gemiddeld met 12% in 2005. Ter vergelijking: het gemiddelde maandloon van een Belgische arbeider bedraagt 1.487,7 euro…

    Mobilisatie is nodig

    Begin 2005 verwierp de basis van het ABVV, tegen haar leiding in, het voorstel tot loonakkoord. Het werd eenzijdig doorgedrukt door de regering, op vraag van de patroons en de ACV-top.

    Er zal strijd nodig zijn om onze levensstandaard te verdedigen. Dat kan het best op basis van een brede discussie en mobilisatie van de vakbondsleden. Een actieve betrokkenheid van de basis bij belangrijke beslissingen, versterkt immers de impact van de acties.

  • Onze lonen te hoog? Nationale Bank geeft toe: “koopkracht daalt”

    Terwijl regering en patronaat aanhoudend pleiten voor loonmatigingen, moet de Nationale Bank de realiteit nu wel bevestigen. De lonen van Belgische werknemers stijgen niet zo snel als de toename van de prijzen. Met ons loon kunnen we bijgevolg minder kopen. Ondanks de beperkte loonsstijgingen, zijn het de arbeiders en hun gezinnen die de broekriem moeten aanhalen.

    Woordvoerders van zowel KBC als ING bevestigen dat er een “neerwaartse druk” is op de Belgische lonen met een afname van de koopkracht in 2005. Dat komt door een hogere inflatie (stijging van de prijzen) en een beperking van de loonsstijgingen. Dat laatste is mee een gevolg van de loonnorm die begin 2005 werd opgelegd na mislukte onderhandelingen met de vakbondsleiding. De vakbondsleiding werd toen teruggefloten door de basis, met onder meer de strijdbare betoging van december 2004 tegen de voorgestelde loonnorm.

    Nu stelt de Nationale Bank dat er in de periode 2005-2006 wellicht een stijging van de lonen zal zijn met 4,2%. In 2005 steeg de index van consumptieprijzen volgens de NBB met 2,8% en voor dit jaar wordt een stijging van zowat 2% voorspeld. Samen is dat dus meer dan de loonsstijgingen. Als de prijzen 4,8% duurder worden, betekent een loonsstijging van 4,2% eigenlijk dat we er met 0,6% op achteruitgaan! Bovendien houdt de index geen rekening met de stijgende olieprijzen, wat zwaar weegt op de gezinsbudgetten. De stijgende benzineprijzen leiden er zelfs toe dat er voor het eerst minder getankt wordt. Tenslotte houdt de vergelijking tussen de stijgende prijzen en de lonen ook geen rekening met de groeiende productiviteit van de arbeiders.

    In de aanloop naar de onderhandelingen over een nieuw Interprofessioneel Akkoord in het najaar eist het patronaat een sterke loonmatiging. Er wordt gesproken over ‘All-in akkoorden’ om de indexaanpassingen te beperken. Karel Van Eetvelde (Unizo) lanceerde eerder ook het idee om enkel de nettolonen te indexeren en aldus fors te besparen op de sociale zekerheid (concreet stelde hij voor om o.a. te besparen op werkloosheidsuitkeringen).

    Nochtans wordt nu duidelijk dat de stijgende winsten en de sterk groeiende lonen voor topmanagers geen impact hebben op een stijging van de lonen van de arbeiders zelf. Integendeel. Wij moeten het met minder doen!

    Bij de onderhandelingen over een IPA moeten de cijfers van de daling van onze koopkracht op tafel gelegd worden door de vakbonden. Ze kunnen die cijfers naast deze van de bedrijfswinsten leggen in een argumentarium om de patronale eisen af te blokken en zelf offensieve looneisen naar voor te brengen. De vakbondsleiding mag zich niet mee verantwoordelijk maken voor een gecontroleerde afbraak van onze koopkracht!

  • VBO bevestigt dat bedrijfswinsten stijgen ten nadele van de lonen

    Het VBO bevestigt dat de winsten van de grote bedrijven de afgelopen jaren sterk gestegen zijn, terwijl de arbeiders er op achteruitgingen. Dat de patroonsfederatie dit bevestigt, is vreemd. Het past immers niet in haar retoriek dat de lonen het centrale probleem van de economie vormen. Anderzijds kan het VBO de cijfers natuurlijk moeilijk ontkennen.

    In de jaren 1990 was het aandeel van de bedrijfswinsten in het nationale inkomen gedaald van 28% tot 20%. Sinds 2001 is er echter een stijging. In 2004 was het reeds 24%. Het aandeel van de brutolonen in het nationale inkomen daalde van 80% tot minder dan 76%. Zelfs het VBO moet vaststellen dat de bedrijven de afgelopen vijf jaar steeds meer kregen terwijl het aandeel van de arbeiders afnam.

    Eerder wezen we op deze site reeds op dit proces, maar nu wordt het expliciet bevestigd door het VBO. De patroonsfederatie ziet er geen graten in om deze cijfers bekend te maken. “De bedrijfswinsten waren in de jaren negentig afgebrokkeld tot een historisch dieptepunt in 2001. Nu bereiken we weer het gemiddelde peil van de afgelopen twintig jaar. Gezonde bedrijfswinsten zijn net nodig om investeringen te kunnen doen en zo jobs te creëren”, aldus Caroline Ven van het VBO.

    Het VBO slaagt er uiteraard ook in om zelfs in deze cijfers een loonhandicap te ontdekken. De patroonsfederatie wijst er immers op dat het loonaandeel van 76% in België hoger ligt dan in onze buurlanden. Daar zouden de bedrijfswinsten hoger liggen… Eén van de elementen waardoor de bedrijfswinsten stijgen ten nadele van de lonen, is de hogere productiviteit van de arbeiders. Die moeten op dezelfde tijd met minder werknemers meer produceren.

    Nu ook het VBO erkent dat de bedrijfswinsten toenemen ten nadele van de lonen, hebben we een extra argument om in de onderhandelingen rond de lonen in het najaar ons deel van de koek op te eisen.

  • Loondebat: waarom worden onze lonen niet vergeleken met Amerikaanse managers?

    Vorige week stelde bedrijfsleider Karel Vinck in De Morgen ter verdediging van de hoge lonen van topmanagers: “Een manager in Europa weet wat zijn collega in Amerika verdient en wil daar niet voor onder doen”. Tegelijk wordt voor ons steeds een vergelijking gemaakt met de lonen in Azië of Oost-Europa. Waarom dat onderscheid?

    In de discussies over de lonen wordt telkens met een dubbele standaard gewerkt. Topmanagers verdienen steeds meer en dat wordt goedgepraat door de vergelijking te maken met de lonen van topmanagers in de VS. De lonen van managers in Oost-Europa of Azië kwamen nog nooit ter sprake in deze discussie.

    Bovendien stelt Vinck dat de toplonen verantwoord zijn omdat “de baan van een manager veel moeilijker is geworden.” En: “Logisch dat degenen die zo’n taak op zich nemen meer betaald moeten worden.”

    Die logica wordt nooit gebruikt in het debat over de lonen van gewone arbeiders. Daar geldt telkens dat er een loonhandicap is en dat we worden weggeconcurreerd door lage loonlanden. Bovendien wordt nooit rekening gehouden met de opgedreven productiviteit van de arbeiders, waardoor ieders job moeilijker is geworden. Maar voor gewone arbeiders geldt niet dat het “logisch” is dat ze “meer betaald moeten worden.”

    Integendeel. Zo beklaagt de commentator van de Gazet van Antwerpen zich over het ABVV dat de vakbond vastgeroest is. “Opslag! Meer vakantie! Vroeger met pensioen! Dat is de strategie van ABVV en FGTB”, schreef de krant op 5 mei. Daar werd aan toegevoegd dat het conservatieve ABVV geen rekening wil houden met de lageloonlanden…

    Waarom schrijft de Gazet van Antwerpen niet dat er door de grotere transparantie nu ook geweten is hoeveel arbeiders in andere landen verdienen, inclusief die landen waar de lonen hoger liggen, en bijgevolg “daar niet voor willen onderdoen”?

    Bovendien blijkt dat jobverlies in België niet zozeer komt door de druk van lageloonlanden, maar door investeringen die de productiviteit opdrijven waardoor met minder mensen meer kan worden geproduceerd. Dat dit het werk lastiger maakt en meer druk legt op de arbeiders, wordt niet in rekening gebracht als het op de lonen aankomt.

    Een topmanager van een bedrijf dat op de Bel-20 beurs genoteerd staat krijgt gemiddeld 1,5 miljoen euro per jaar, een gemiddelde werknemer verdient 31.840 euro per jaar. Die tegenstelling is nog aan het toenemen. Er wordt immers met twee maten en gewichten gewerkt. Voor zichzelf kent het patronaat steeds hogere verloningen toe, terwijl de arbeiders het met minder moeten stellen.

  • Regering wil vakbonden mee verantwoordelijk maken voor aanvallen op de lonen

    De regering organiseerde de afgelopen maanden een topoverleg met vakbonden en patronaat. De bedoeling was om tot afspraken te komen rond de lonen. Eigenlijk werd dus vooropgelopen op het loonoverleg van eind dit jaar. Dan moet er een nieuw Interprofessioneel Akkoord (IPA) komen.

    Karel Mortier

    Guy Verhofstadt verklaarde op 27 maart: "Bonden en werkgevers erkennen dat er een probleem is met de slagkracht van onze bedrijven. Ze pleiten ook voor de invoering van controlemechanismen, en dat is belangrijk wanneer er te veel inflatie dreigt. En de sociale partners willen ook niet dat lastenverlagingen in de toekomst zouden worden omgezet in loonsverhogingen."

    Liever dan de komende maanden het gevecht aan te gaan, stappen de vakbondsleiders vandaag al in het liberale schuitje. Dat was te verwach-ten, nadat ze toestonden dat er aan de index werd geprutst, waardoor de indexaanpassing een aantal maanden werd uitgesteld. In ruil voor de zoveelste loonmatiging krijgen de vakbonden de klassieke "belofte" dat er meer banen zullen komen en dat bedrijven meer geld zullen steken in innovatie.

    Er mag volgens Cortebeeck niet geraakt worden aan de index – wat hij recent dus wel degelijk heeft gedaan – en de loonbarema’s, maar voor de rest is er véél mogelijk om de lonen binnen de perken te houden. De boodschap die hij aan de verschillende sectoren geeft, is niet om uit te zoeken hoe men het best de koopkracht van de leden doet toenemen, neen, integendeel. Ze moeten rond de tafel gaan zitten met de werkgevers om te zien hoe ze de loonstijging binnen de perken kunnen houden.

    De werkgevers zullen weinig moeite hebben om met de nodige ideeën te komen. Dat de winsten en de lonen van de topmanagers de pan uitswingen, daar waar de koopkracht van de meerderheid van de bevolking is gedaald – ondanks de stijging van de productiviteit – doet blijkbaar niet ter zake.

    Neen. Op het moment dat een topeconoom van liberale stempel zegt dat de hoge lonen een fabeltje zijn en wellicht deel uitmaken van een verborgen agenda van het VBO, met als doel de winstmarges van de ondernemingen te vergroten, vindt de vakbondstop er niets beter op dan de agenda van het VBO en de regering grotendeels over te nemen en als kader te gebruiken voor de komende intersectoriële onderhandelingen.

    Dit is een herhaling van de strijd tegen het Generatiepact. Toen was Cortebeeck ook direct verkocht aan de noodzaak van dit pact, maar werd hij een aantal keer teruggefloten door de achterban. Het boekje "50 Grijze Leugens" van het hoofd van de studiedienst van het ACV, Gilbert De Swert, werd op geen enkel moment door de vakbond in de strijd geworpen, hoewel er in dit boek voldoende tegenargumenten stonden om in te gaan op de discussie.

    Vandaag volstaan blijkbaar de uitspraken van een liberale econoom, mét column in de Financial Times, niet meer om Cortebeeck te laten afstappen van het neoliberaal denkkader van de regering.

    Al meer dan een decennium wordt er ingeleverd door de werkenden in ruil voor meer banen en meer innovatie. Het enige wat we gezien hebben, is een toenemende werkloosheid en daling van de arbeidsvoorwaarden voor diegenen die nog werk hadden. Van meer geld voor innovatie en opleiding is ook al niet veel in huis gekomen. België scoort op dat vlak in alle internationale studies nog steeds zeer slecht. Het enige wat zeker is, is dat er opnieuw geld zal stromen van diegenen die de welvaart produceren in ons land naar diegenen die het kapitaal in handen hebben.

  • Overheid niet consequent in retoriek rond "loonmatiging"

    Terwijl de regering fier is over de aanpak van de index (het uitstellen van de indexaanpassing zou een loonmatiging van 0,4% inhouden), is ze blijkbaar even trots over de hoogte van de lonen van topmanagers in de openbare diensten. De topman van Belgacom verdient 2,4 miljoen euro bruto per jaar. Bij De Post verdient Johnny Thijs 800.000 euro per jaar en bij het spoor moeten de topmanagers het doen met slechts 400.000 tot 500.000 euro per jaar. En dan zouden onze lonen te hoog zijn?

    Didier Bellens, de topmanager van Belgacom, verdient 2,4 miljoen bruto per jaar. Dat is 200.000 euro of 8 miljoen Belgische Frank per maand. 100 miljoen Belgische frank per jaar. Dat cijfer is vergelijkbaar met topmanagers in privé-bedrijven, zo verdient Anton Van Rossum van Fortis een gelijkaardig bedrag per jaar. Minister van overheidsbedrijven Tuybens stelt fier dat de overheid even goed betaalt als de privé.

    De vraag is natuurlijk of het voor een betere dienstverlening nodig is dat een topman bij Belgacom evenveel verdient als ongeveer 80 gewone werknemers. Doet hij 80 keer zoveel werk? Dat kunnen we ons moeilijk inbeelden. En waarom wordt er steeds gesproken over de noodzaak van besparingen bij De Post die erop neerkomen dat de gewone postmannen en -vrouwen moeten inleveren en met minder personeel harder moeten werken, terwijl Johnny Thijs 800.000 euro op een jaar vangt? Hoe kan Thijs trouwens een beeld hebben op de werkdruk en de situatie van zijn personeel als hij evenveel verdient als minstens 25 facteurs samen verdienen?

    Minister Tuybens (SP.a) stelde dat hij hoopt op een maatschappelijk debat rond de lonen van de topmanagers. Dat is een goed idee. De manier waarop de regering het over die lonen heeft, is immers veelzeggend. En als de regering toch zo trots is op hoge verloningen, waarom moet de meerderheid van de lonen dan omlaag? Waarom is ze dan tegelijk trots op de verdoken looninlevering van 0,4% door een nieuwe berekening van de index?

    Consequent lijkt het ons niet, tenzij de regering natuurlijk toegeeft dat ze vooral opkomt voor de belangen van de rijksten en de grootverdieners. Dat is niet geheel toevallig ook hun eigen leefwereld. Moeten de lonen van de gewone arbeiders worden "gematigd" zodat er voldoende ruimte is voor "mooie" lonen voor de topmanagers en voor nieuwe superwinsten?

  • Het stopt niet bij de pensioenen, nu ook de lonen. Winsthonger van de patroons is niet te stillen…

    Patronaat en regering: twee handen op één buik

    De stemming van het Generatiepact was nog niet koud, of de Nationale Bank pakte uit met de nood aan een nieuw pact. Dit keer zijn het niet de pensioenen die onder vuur liggen, maar onze lonen. De loonkosten per uur zouden volgens de Nationale Bank dit en volgend jaar (2006-07) stijgen met 5,1%. Het VBO spreekt over een loonhandicap met onze buurlanden die zou oplopen tot 10%.

    Els Deschoemacker

    Dit wordt tegengesproken door de vakbonden. “Deze handicap van 10% bestaat niet”, zegt ACV-voorzitter Cortebeeck. Cijfers van het Deutsche Institut Wirtschaft stellen dat de loonkost per uur in de industrie in België lager ligt dan in Duitsland. Bovendien, stelt opnieuw het ACV, moeten we nog zien hoe het zal uitdraaien met deze loonvoorspellingen tegen eind dit jaar.

    Waarom is er vandaag zoveel aandacht voor de lonen? De stijgende energieprijzen spelen een rol, maar ook de zware loonmatiging die o.a. de Duitse arbeiders hebben moeten slikken. Het ACV stelt terecht dat als we in deze logica meestappen, we in een neerwaartse spiraal terechtkomen, waar enkel de arbeiders het slachtoffer van zijn. De afgelopen 10 jaar daalde onze koopkracht reeds met meer dan 2%.

    Gaat het dan zo slecht met de bedrijfswinsten? Het VBO en andere werkgeversorganisaties schreeuwen moord en brand. De concurrentiepositie van onze bedrijven zou erop achteruitgaan door de hoge lonen van onze arbeiders.

    In 2005 maakten de banken dubbel zo veel winst als in 1999! De winst van Belgische niet-financiële ondernemingen in 2004 kwam uit op 26 miljard euro. “In de afgelopen 20 jaar is het niet meer voorgekomen dat 2 jaar na elkaar een dergelijke groei van de nettobedrijfswinst werd opgetekend”, stelt de Nationale Bank.

    De propagandamachine van de patroons en de regering heeft slechts één doel: de publieke opinie voorbereiden op een nieuwe aanval op de levensstandaard, gelijklopend met wat in de rest van de Europese Unie en erbuiten gebeurt, om zo de winsten verder te laten stijgen.

    Arbeiders moeten eengemaakte vuist maken!

    Tegenover de propaganda van het patronaat moeten we onze argumenten op tafel leggen. Als gevolg van het neoliberalisme leeft 15% van de Belgen in armoede. De stemming tegen de loonnorm eind 2004 en de algemene stakingsbeweging tegen het Generatiepact tonen het verzet. Het leidde tot een Generatiepact “light”, waaruit een aantal breekpunten werden gelicht om de strijdbeweging stil te leggen. Maar de strijd is niet verloren, noch gewonnen.

    Het hernieuwde offensief van het patronaat tegen de lonen toont dit des te meer aan. De regering schrikt voorlopig terug, uit angst voor een nieuwe confrontatie. Mogelijk zal de loonmatiging worden uitgesteld tot na de gemeenteraadsverkiezingen, maar we zullen er sowieso vroeg of laat mee worden geconfronteerd.

    Het zal erop aankomen het gevecht voor te bereiden door in de vakbonden en op de werkvloer de argumenten van het patronaat te bespreken en te weerleggen. We zullen op het politieke vlak een partij moeten opzetten waarmee de belangen van de arbeidersklasse kunnen worden verdedigd.

  • Zijn onze lonen te hoog?

    Wij willen geen herhaling van het Globaal Plan

    Na de aanval op de brugpensioenen, worden andere aanvallen voorbereid. Nu is het de beurt aan de lonen, die onder vuur liggen. Sinds november is er een sterke toename van het aantal officiële rapporten waarin wordt gesteld dat de lonen in België te hoog zijn in vergelijking met de buurlanden.

    Xavier Dupret

    Het patronaat wil dit jaar de lonen aanpakken met het oog op het Interprofessioneel Akkoord 2007-2008, dat eind dit jaar wordt opgemaakt. Tegelijk wordt een vermindering van de patronale bijdragen aan de sociale zekerheid geëist. Dat is een aanval op het indirecte loon van de arbeiders.

    Het VBO stelt in haar nota “Strategie 2010” dat een afschaffing van de indexering van de lonen de beste oplossing is. Maar eventueel nemen de patroons ook genoegen met zogenaamde “All-in” akkoorden: een loonnorm waar de index inbegrepen is. Met zo’n mechanisme wordt de deur open gezet om de indexering van de lonen nadien rechtstreeks aan te pakken.

    Index is nu al aangepakt

    De indexering is een aanpassing van de lonen aan de stijging van de levensduurte. Nu is de index reeds sterk ondermijnd. In 1989 was de roomsrode regering van christendemocraten en sociaaldemocraten bezorgd om de winsten van de bedrijven en werd een procedure ingevoerd om de lonen te “matigen”.

    In 1993 werd het Globaal Plan aangenomen, in het kader van de Europese Maastrichtnormen voor de invoering van de euro. De regering probeerde het Globaal Plan te onderhandelen met de patroonsfederaties en de vakbonden, maar het kwam tot een stakingsbeweging. Ondanks het verzet van de arbeiders, werd het plan toch doorgevoerd.

    Hierdoor werd de aanpassing van de lonen gekoppeld aan een “gezondheidsindex”, waarbij bijvoorbeeld brandstof uit de index werd gehaald. Bovendien was het niet mogelijk om voor de periode 1995-1996 collectieve akkoorden te sluiten waarin een loonsverhoging was opgenomen.

    Aanval op koopkracht

    Het intensieve werk van de 3 grote traditionele politieke families van de afgelopen 2 decennia was erop gericht om de koopkracht van de arbeiders en hun gezinnen aan te pakken en de sociale verworvenheden af te bouwen. Het is dan ook geen toeval dat uit recente cijfers blijkt dat de koopkracht al 10 jaar daalde: voor arbeiders met gemiddeld 2,08%, voor ambtenaren zelfs met 2,28% en voor niet-werkenden met 2,61% à 3,25%.

    Om ons deze aanvallen te doen slikken, wordt door de burgerij en haar lakeien een propagandacampagne gevoerd om ons wijs te maken dat het behoud van jobs enkel kan door de winsten van de bedrijven veilig te stellen.

    Lagere lonen zorgen niet voor meer werk

    De neoliberalen verzekeren ons dat er in het geglobaliseerde kapitalisme een beperking van de lonen nodig is. Enkel met lagere lonen zouden we de bestaande jobs kunnen behouden. We zien dat het aandeel van de lonen in het BNP de afgelopen jaren sterk gedaald is: van 78% in 1980 tot 69% in 2000. Op Europees vlak was er een gemiddelde daling van 8%. Tegelijk zien we dat de werkloosheid enorm is toegenomen. De verschillende nationale burgerijen spelen de omstandigheden in de buurlanden uit om druk te zetten op de lonen om zo de winsten te verhogen. De stelling van de regering dat een loonmatiging noodzakelijk is om de werkgelegenheid op peil te houden, is een leugen.

    Een loonmatiging zorgt ervoor dat de stijgende productiviteit van de werknemers niet langer wordt doorgerekend in de lonen, waardoor er meer winsten worden gemaakt en de financiële sector sterker wordt. Het zorgt uiteindelijk voor een stagnatie van de investeringen in de productie (omdat de arbeiders met hun verlaagd loon niet kunnen terugkopen wat ze produceren).

    Jobs verdwijnen door stijgende productiviteit

    Uit de beschikbare statistieken blijkt dat de stijging van de werkloosheid niet zozeer toe te schrijven is aan delokalisaties. Jobs die verdwijnen omdat bedrijven worden overgeplaatst naar andere landen, vormen slechts 1% van de verdwenen jobs. Het grootste aandeel van geschrapte jobs zijn het gevolg van de stijging van de productiviteit door het invoeren van nieuwe productiemethoden en een grotere druk op de arbeiders.

    Volgens de Centrale Raad van de Economie is de productiviteit in België tussen 1980 en 2005 met gemiddeld 4% per jaar toegenomen. Het zijn dus niet de arbeiders in de andere landen die verantwoordelijk zijn voor het verdwijnen van jobs, maar de patroons in eigen land.

    Welk antwoord?

    Een nieuwe arbeiderspartij is nodig om in te gaan tegen de neerwaartse spiraal. Zo’n partij zou tegenover de retoriek van de competiviteit, opkomen voor een arbeidsduurvermindering met behoud van loon, een herziening van het belastingsstelsel zodat de grote winsten zwaarder belast worden,… Met een offensief programma tegen de neoliberale logica, kan een herhaling van het Globaal Plan worden vermeden.

  • Loonlasten: nood aan een socialistisch standpunt

    In de discussies over de loonlasten krijgen we steeds hetzelfde standpunt te horen in de burgerlijke media, met name dat de loonlasten de pan uit swingen en er dringend iets moet aan gedaan worden. Socialisten nemen een ander standpunt in, maar dat komt amper aan bod. Wanneer komt er eens een tegensprekelijk debat over de loonlasten? Die vraag stelde een LSP-militant aan het debatprogramma ‘Nachtwacht’. Hieronder publiceren we zijn argumentatie.

    Jan Vlegels

    Beste redactie,

    Ik ben een trouwe kijker van het programma Nachtwacht, hoofdzakelijk omwille van de brede waaier aan visies en meningen die aan bod komen, iets waar over het algemeen een serieus gebrek aan is in politieke programma’s op VRT en VTM. Ook worden er regelmatig fundamentele discussies gevoerd, gesprekken die belangrijke economische, sociale en politieke fundamenten van deze maatschappij in vraag kunnen stellen.

    Ik schrijf deze mail natuurlijk niet om een rondje te slijmen bij de redactie van nachtwacht, maar wel omdat ik een sprankeltje hoop koester dat dit programma wel eens de ruimte zou kunnen bieden aan een socialistische argumentatie tegen de pleitbezorgers van de noodzaak aan loonlastenverlagingen. Immers, zowat alle politieke partijen zijn het erover eens dat de loonlasten in België omlaag moeten, waardoor de debatten in de media overheerst worden door discussies over de wijze waarop ze verlaagd zullen worden en de mate waarin, maar nergens worden er argumenten aangebracht die wijzen op de nefaste gevolgen ervan op de verworvendheden van de werkende mensen.

    Om te beginnen, het woord "loonlasten" op zichzelf is al zeer doelgericht gekozen door het politieke establishment: het heeft een negatieve bijklank, een "argument" dat de zwakte van hun reële argumenten moet verbergen. Want loonlasten zijn in feite gewoon een deel van het loon van de arbeider dat gebruikt wordt om de sociale zekerheid en andere gemeenschapsdiensten mee te financieren. Het werkelijke loon van een arbeider is een equivalent voor de rijkdom die hij geproduceerd heeft gedurende een bepaalde tijd: een deel ervan wordt niet uitbetaald (de winst), een deel ervan wordt wel uitbetaald, maar wordt verkapt in een netto-loon, een werknemersbijdrage aan de SZ, en een werkgeversbijdrage aan de SZ. De werkgeversbijdrage, die centraal staat in dit debat, is dus feitelijk een deel van het loon van de arbeider. Stellen dat de loonlasten naar beneden moeten is dus stellen dat de mensen minder moeten verdienen.

    En dat is nu net een waanzinnig idee: in een tijd waar de productiviteit van de Belgische arbeider dubbel zo hoog is dan 20 jaar geleden, waar er een nooit geziene hoeveelheid rijkdom gecreëerd wordt, waar bovendien slechts een deel van de productiemiddelen wordt benut (wereldwijd ongeveer 75 à 80%), waar grote hoeveelheden arbeid niet worden aangesproken… stellen dat mensen moeten inleveren en harder werken is op zijn minst zeer merkwaardig. Waar gaat al die rijkdom dan naar toe, die de werkende mensen vandaag produceren? Als hun arbeid pakken productiever is, ze bovendien nog verplicht worden om harder te werken, en dan ook nog eens minder verdienen zodat ze de geproduceerde rijkdom in een nog kleinere hoeveelheid kunnen opkopen, dan kunnen we alleen maar concluderen dat de patroons, verblind door hun winsten, verder en verder willen gaan in het toeëigenen van de rijkdom geproduceerd door de arbeiders.

    Bovendien lijkt het plannetje van de grote multinationale bedrijven wel te lukken. In alle landen verkondigen ze dat de concurrentiepositie van hun bedrijven slecht is door de hoge "loonlasten". Gisteren in Duitsland, wat resulteerde in een enorme aanval op de Duitse sociale zekerheid (Hartz IV) en grote groepen van mensen die, rekening gehouden met indexeringen en dergelijke, reëel gezien minder verdienen. Vandaag doen ze het bij ons, nu er overal CAO’s worden afgesproken: de loonsverhogingen zijn vaak, rekening gehouden met inflatie en productiviteitsstijgingen, reële loonsdalingen. Onze concurrentiepositie zal wel weer verbeteren ten opzichte van het buitenland wanneer de werkgevers hun eisen (deels) ingewilligd zien, zeker mits nog wat extra loonlastenverlagingen. Bijgevolg mogen de bedrijven in onze omringende landen alweer gaan nadenken over hoe ze morgen verder kunnen besparen op sociale voorzieningen, de mensen flexibeler uren aansmeren, de lonen onder druk zetten… zodoende hun concurrentiepositie tov ons terug te vrijwaren. Kortom, de realiteit is dat loonlastenverlagingen en alles wat daar bij komt kijken neer komt op een neerwaartse spiraal van de lonen van de werkende mensen, waar dan weer wel meer winsten voor in de plaats komen.

    En nog een belangrijk argument tegen de loonlastenverlaging is de economische realiteit vandaag. Voortdurend wordt gesteld dat vele bedrijven eraan denken om naar lage loonlanden te verhuizen, en als je opiniestukken in kranten leest zou je nog gaan denken dat het elke week gebeurt. De werkelijkheid is een pak genuanceerder: hoewel de dreiging in sommige gevallen reëel is, blijkt uit cijfers toch dat er verre van een massale migratie van bedrijven naar goedkope landen plaatsvindt. De verklaring hiervoor is redelijk eenvoudig: het aandeel van de lonen in de totale kost van de bedrijven, zeker in zware industriën en grote bedrijven in het algemeen, daalt voortdurend. De grootste kost vandaag zijn de enorme investeringen in de laatste nieuwe machines en technologiën. Die investeringen zijn vaak zo zwaar dat zelfs de grootste en de kapitaalkrachtigste bedrijven het moeilijk hebben om de technologie bij te benen. In de auto-assemblage is het bijvoorbeeld zo dat lonen slechts 7% van de totale kosten bedragen. Lonen moeten voor de bedrijven natuurlijk wel omlaag, aangezien winsten enkel kunnen gemaakt worden uit arbeid. De extra rijkdom die de machines produceren zit immers al vervat in de aankoopprijs, en kunnen arbeid wel productiever maken, maar creeëren zelf geen winst voor de bedrijven. Of hoe het kapitalisme vol zit met interne tegenstellingen…

    Tot hier een kort overzicht van een aantal argumenten tegen de schijnbare onvermijdelijke loonlastenverlagingen. Zelf ben ik nog student aan de UA, en ben ik politiek actief binnen de Linkse Socialistische Partij (LSP). Binnen die organisatie zijn er verschillende mensen die ervaring hebben met debatten en maar wat graag in discussie zouden willen gaan met voorstanders van loonlastenverlagingen. Natuurlijk beseffen we dat het concept van het programma erin bestaat dat maatschappelijke visies tegenover elkaar worden geplaatst, en niet zozeer dat kopstukken van partijen met elkaar in discussie treden. Het spreekt dus vanzelf dat wij een eventueel debat dus niet zullen bekijken als een mogelijkheid om de partij te promoten (zolang onze spreker er geen geheim van moet maken dat hij militant is van LSP), maar eerder een opportuniteit om socialistische argumenten in de discussies aan bod te kunnen laten komen.

    Hopelijk zien jullie wat in dit voorstel, en in afwachting van een antwoord,

    Vriendelijke Groeten,

    Jan Vlegels

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop