Your cart is currently empty!
Category: Distributiesector
-
Kledingwinkels: personeel eerst uitgeperst, dan bij grof vuil gezet

Foto: Wikimedia Commons Al voor de Covid-19 pandemie hadden ketens en kledingwinkels het moeilijk om genoeg winst te genereren voor hun aandeelhouders. De lockdown en verdere beperkingen daarna maakten dit nog erger. Sommige ketens vroegen bescherming tegen hun schuldeisers of gingen failliet. Het gaat onder meer om E5-Mode, Brantano en Camaïeu. Personeelsleden die vaak jarenlang voor deze bedrijven werkten, verkeren nu in enorme onzekerheid. De aandeelhouders proberen ondertussen nog snel hun zakken te vullen.
door Thomas (Gent)
In de sector van kledingwinkels wordt al jarenlang hard geconcurreerd. De winstmarges zijn beperkt en de aandeelhouders zoeken allerhande manieren om de winsten toch te maximaliseren. Dit gebeurt onder meer door te besparen op de productiekost: veel kleding wordt gemaakt in sweatshops waar een maandloon van slechts 50 euro niet uitzonderlijk is. Het personeel hier wordt ook verder uitgeperst. Vaak wordt met deeltijdse contracten gewerkt, waarbij de uren extreem flexibel ingevuld worden zodat velen zes dagen per week enkele uurtjes per dag werken. Vast personeel wordt meer en meer vervangen door interimmers en jobstudenten.
Er wordt gezegd dat dit nodig is omdat klanten goedkope kleding willen. De beste leugens zijn die met een grond van waarheid: uiteraard verkiezen mensen die moeite hebben om rond te komen goedkopere kleding. Maar daar gaat het niet om voor de aandeelhouders: zij willen vooral hun winsten opdrijven. Er wordt met winkelketens gespeeld alsof het Monopoly is. Het ene moederbedrijf of groep investeerders koopt een nieuw merk, herstructureert dit, verplicht het personeel om in te leveren en nog flexibeler te werken, waarna het merk al gauw opnieuw verkocht wordt. Een langetermijnvisie is op die manier onmogelijk.
Toen bleek dat het niet goed ging bij Camaïeu, vroeg het Franse moederbedrijf Camint (Camaïeu International) om al het kapitaal zo snel mogelijk naar Frankrijk door te storten, waarna het redden van de Belgische tak wel erg moeilijk werd. Mogelijk kadert dit in een lucratieve overname, de vorige CEO en aandeelhouder Soënen is kandidaat-overnemer. Bij de verkoop van Brantano en andere ondernemingen van de investeerdersgroep FNG is het duidelijk dat het neergetelde bedrag primeert en niet het aantal jobs dat gered kan worden.
De concurrentie heeft behalve de aandeelhouders niemand voordeel opgebracht. Nieuwe overnames en herstructureringen zullen niet in het voordeel van het personeel of de klanten zijn. Nog meer flexibiliteit is onhoudbaar: nu al worden de paar uren die elke dag gewerkt worden volgepropt met taken waardoor de werkdruk onhoudbaar wordt.
Zijn werkbare contracten en degelijke lonen onbetaalbaar? Dat de boeken dan maar eens geopend worden zodat het personeel dit kan controleren. Het werk in de sector plannen, kan het personeel het best zelf. Zo kan er een einde gemaakt worden aan de onmogelijke werkdruk en worden voltijdse contracten mogelijk voor wie dat wil.
We zullen dit niet zomaar bekomen. We zullen ons moeten organiseren in de ketens waar afdankingen of sluitingen gepland worden en in de rest van de sector. Het Ierse personeel van winkelketen Debenhams stelt een voorbeeld door al vier maand actie te voeren aan met sluiting bedreigde winkels. Zo wordt een krachtsverhouding opgebouwd waar de regering niet om heen kan.
Met offensieve eisen kunnen we collega’s uit de hele sector mee krijgen: een minimumloon van 2300 euro bruto per maand, voltijdse contracten voor wie dit wil, contracten van onbepaalde duur, uurroosters met respect voor het privéleven en die minstens drie maand op voorhand bekend zijn, voldoende collega’s in de winkel … Dit botst met de belangen van de aandeelhouders, we zullen het zelf moeten afdwingen!
-
Helden in distributiesector verdienen respect, bescherming en degelijk loon

Zoals in andere sectoren die blijven werken, is er onder het personeel van de voedingsdistributie heel veel ongerustheid. Er is tegelijk een groot plichtsbesef en fierheid om de mensen van voedsel te blijven voorzien. Dit gebeurt niet altijd in gemakkelijke omstandigheden en de inzet wordt nog steeds niet altijd geapprecieerd. Er is daarnaast al jarenlang een neerwaartse spiraal in de sector, met een grote toename van burn-outs en fysieke klachten als gevolg.
Bij het begin van de strenge maatregelen in ons land was er hamsterwoede. Winkels waren propvol met klanten en personeel dat de rekken zo goed mogelijk probeerde aangevuld te krijgen. De paniek onder de klanten was zo sterk dat er niet op het personeel werd gelet. Dat gebeurde in omstandigheden dat het vaak sowieso al onmogelijk was om anderhalve meter afstand te bewaren.
Het personeel deed al het mogelijke en het onmogelijke om de klanten te blijven bedienen, ondanks de schrik en de onzekerheid voor wat nog zou komen. De directies en koepelorganisatie Comeos verklaarden in alle media dat er geen tekorten waren en dat alle producten snel zouden aangevuld worden naarmate de aanvoer dit mogelijk maakte. Militanten en verantwoordelijken van de vakbonden vroegen meteen overleg op alle niveaus in de sector, vaak zonder gehoor. Voor de media waren de directies bereikbaar, voor de vakbonden niet.
Het duurde op sommige plaatsen dagen vooraleer de nodige veiligheidsmaatregelen getroffen werden, doorgaans op initiatief en onder druk van het personeel. Zelfs vandaag zijn er nog tekorten wat betreft handontsmetting, of kunnen personeelsleden niet af en toe een pauze nemen om de handen te wassen of even uit te blazen. Het blijft op veel plaatsen immers druk in de winkels. Ondertussen zijn de ketens meer bezig met hoe ze marktaandeel van elkaar kunnen afpakken of meer omzet genereren. Terwijl de aanvoer van voedingsproducten al heel wat inspanningen vroeg, wilden verschillende ketens bijvoorbeeld van de sluiting van tuincentra gebruik maken om tuinspullen te verkopen.
Er waren acties in verschillende ketens en er is ook overleg rond veiligheidsmaatregelen en extra vergoedingen in deze extra drukke en gevaarlijke corona-tijden. De acties kwamen er omdat directies doof bleven voor de gerechtvaardigde eisen van het personeel. Het personeel wil het liefst werken in veilige omstandigheden en gerespecteerd worden voor zijn inzet. De directies maken dit moeilijk, zij zijn verantwoordelijk als er winkels dichtgaan door acties!
De Linkse Socialistische Partij (LSP) stelt volgende eisen voor in de distributiesector:
- Overleg op alle niveaus met het personeel en hun vertegenwoordigers, minimaal op wekelijkse basis om de vinger aan de pols te houden rond nieuwe maatregelen.
- Voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen en opleiding om deze goed te gebruiken.
- Enkel de nodige producten verkopen, geen speciale niet-voedingsacties.
- Vaste prijzen voor basisproducten opgelegd door crisiscomités in de distributiesector en door de gemeenschap in het algemeen, om de klanten gelijkmatig over alle winkels te spreiden.
- Arbeidsduurverkorting met behoud van loon naar 30 uur per week, zodat kortere schiften gedraaid kunnen worden en de blootstellingperiode verkleint voor iedereen.
- Essentieel werk verdient een essentieel loon. Trek het minimumloon op tot €14 per uur zodat de extra stress bij het personeel wegvalt van hoe het iedere maand kan rondkomen en een menswaardig leven leiden.
- Haal de winstlogica uit de sector, nationaliseer de volledige handelssector onder democratische arbeiderscontrole zodat niet de winst voorop staat maar het algemeen belang.
-
Winkels geplunderd, maar wat met het personeel?

Afbeelding van sese2018 via Pixabay Er was een heuse stormloop op supermarkten op donderdagavond 13 maart en vrijdag 14 maart. Ook zaterdagochtend was het nog bijzonder druk. Veel mensen zijn bang van de impact van het coronavirus en het vertrouwen in alle instellingen, van regering tot supermarktdirectie, staat op een dieptepunt. Sociaal contact wordt afgeraden om besmetting tegen te gaan, maar voor het personeel van supermarkten is dat niet aan de orde.
Het personeel heeft met man en macht gewerkt om de stormloop te verwerken. “Het is een zottekot, de klanten vechten met elkaar of halen uit naar ons”, zei een personeelslid. Hier en daar moest een winkel tijdelijk sluiten voor de veiligheid of omdat de voorraden op waren. Zeker in winkels waar er al langer problemen zijn met werkdruk, kwam deze stormloop hard aan en zijn de problemen met leveringen groter. Wellicht zal de stormloop niet blijven duren: wie massaal veel WC-papier inkocht, kan wel een tijdje verder vooraleer een nieuwe aankoop nodig is. Maar naarmate de angst blijft en zelfs toeneemt, blijft het erg druk in de winkels.
Ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot eten is belangrijk, maar er moeten maatregelen komen voor het personeel. Extra leveringen en extra vroeg of op zondag winkels inladen, moet uiteraard extra vergoed worden. Bij Colruyt is er een akkoord rond vrijwillig zondagswerk aan 300% betaald (wat echter gevaarlijk is om zondagswerk door te duwen, ook na afloop van de crisis!). Daar is ook beslist dat een winkelverantwoordelijke het aantal klanten in de winkel kan beperken. En er wordt beschermend materiaal zoals handschoenen en handgel voorzien. In sommige ketens duurde het te lang voor er uiteindelijk beschermende maatregelen kwamen.
Voedselbevoorrading is essentieel, maar de samenleving heeft er zelf geen controle op. Bedrijven die enkel op de winst gericht zijn sturen de bevoorradingsketen aan. Er is democratische controle van de gemeenschap nodig op de productie en distributie van voeding en levensnoodzakelijke producten. Breng de distributie in publieke handen zodat het personeel en de gemeenschap een planning kunnen opstellen en uitvoeren!
-
Winkelmedewerker: “Sluit alle niet maatschappelijk noodzakelijke productie en distributie”

Foto: Wikimedia Commons De eerste maandag na de maatregelen van de overheid begon even verward als de vrijdag voordien geëindigd was. De maatregelen waren als een bom ingeslagen en veel collega’s vreesden voor nakende technische werkloosheid. Bij ons in het bedrijf werd vanuit het management gevraagd om vooral kalm te blijven en onze taken verder uit te voeren. Vrachten dienden te worden verwerkt, klanten moesten geholpen worden en de winkel werd, zoals altijd, zo commercieel mogelijk ingericht.
Door een retailmedewerker in een internationaal meubelbedrijf
Op dit moment waren er nul maatregelen getroffen om onze werkzaamheden op een zodanige manier te kunnen uitvoeren zodat we geen besmettingsrisico zouden lopen en dus ook geen klanten kunnen besmetten. Er was een vaag document gepost op de centrale webstek waarin werd gezegd dat meer info en maatregelen zouden volgen maar dat de winkels geopend dienden te zijn van maandag tot en met vrijdag. Er was over het weekend geen enkele communicatie van het management over welke maatregelen er zouden genomen worden en wat we moesten doen in geval van ziekte. In de veronderstelling dat er toch geen klanten zouden komen opdagen, begonnen we aan onze werkdag.
Het feit dat horecazaken hun deuren moesten sluiten maar andere winkels enkel op zaterdag gesloten waren, vonden we vreemd. Nu kwamen er die vrijdag wel gevoelig minder klanten langs; dus dachten we dat het al bij al wel zou meevallen en dat de mensen wel weg zouden blijven. Een collega die opperde dat mensen die op zaterdag niet meer konden komen winkelen tijdens de week zouden komen, werd op gelach onthaald.
Al snel werd duidelijk dat mensen de richtlijn “Blijf in uw kot!” straal negeerden. We besloten met het aanwezige personeel om geen cash geld meer te aanvaarden en plaatsten bordjes waarop dit stond en de mensen verzocht om 1,5m afstand te houden van het personeel en andere klanten. Verschillende collega’s begonnen te vragen naar handschoenen, ontsmettingsmiddel en andere manieren en middelen om zo hygiënisch mogelijk te kunnen werken. We deelden tips over hoe je best je handen wast en klaagden over het gebrek aan afstand van de klanten. Nog steeds was het muisstil aan de kant van het management.
We werden volledig aan ons lot overgelaten. Niettegenstaande dat het management dit al een week op voorhand kon geweten hebben, waren er geen ontsmettende producten, handschoenen of mondmaskers aanwezig en waren er geen beslissingen over het wel of niet aanvaarden van cash geld. Die ene vage post op het centrale administratief programma was het enige dat gecommuniceerd was.
Kort na de middag werd er dan toch een Skype-meeting gepland waarin er duidelijkheid moest gebracht worden. Die duidelijkheid bleek een zware teleurstelling. We kregen te horen dat we alle nodige middelen zelf moesten aankopen met geld uit de kassa. Dit op een moment waarop alles van beschermende middelen zowat uitverkocht was! Het uitstellen van de beslissing was uitgedraaid op het niet nemen van een echte beslissing.
Het is duidelijk dat de enige maatregel die echt zou helpen om de verspreiding van Covid-19 tegen te gaan, het sluiten van alle niet maatschappelijk noodzakelijke productie en distributie is. De taak om afdoende maatregelen te nemen kunnen we klaarblijkelijk niet aan het management overlaten. Het sluiten van de winkels (ook kmo’s) mag echter de mensen niet in een financiële nachtmerrie storten. Er is geld genoeg bij de 1% rijksten om een volledige uitbetaling van de lonen te garanderen! Enkel door onze economie ten dienste te stellen van de bevolking kunnen we deze coronacrisis bestrijden zonder de meerderheid van de bevolking in de financiële dieperik te duwen.
-
Opnieuw stakingsacties bij Lidl: vandaag in Deurne Noord

Bijna twee jaar nadat een stakingsgolf bij supermarktketen Lidl toegevingen van de directie afdwong (zie ons artikel hierover), waren er de voorbije dagen opnieuw spontante acties. Zaterdag werd in Kontich gestaakt, vandaag ligt een vestiging in Deurne Noord plat. De redenen blijven dezelfde: tekort aan personeel en gebrek aan respect vanwege de directie.
Het personeel is het echt beu: hele dagen hard werken voor een laag loon, maar van bovenaf komt er geen respect en is er zelfs desorganisatie. Er wordt niet geluisterd naar het personeel dat nochtans best weet wat de noden van de winkel zijn. De managers kijken daarentegen enkel naar de cijfers: de omzet is het enige wat telt. Het personeelsbestand wordt daaraan aangepast, terwijl de realiteit in een stadswinkel als die in Deurne anders is dan in een winkel met grote parking buiten de stad. In een stadswinkel komen meer mensen voor kleine aankopen, waardoor er meer personeel aan de kassa nodig is. Waar in een winkel buiten de stad een winkelkar vaak goed is voor een aankoop van 100 euro, is dat in een stadswinkel zoals in Deurne gemiddeld minder dan 15 euro. Bovendien kent een stadswinkel vaak een kleinere oppervlakte, zowel in de winkel als het magazijn. Met al die zaken houdt de directie geen rekening.
In Deurne is er veel ongenoegen over de desorganisatie van de leveringen, waardoor het magazijn overvol zit. In Kontich was de druppel die de emmer deed overlopen de overplaatsing van de filiaalmanager, dit een dag voor haar verlof. Filiaalmanagers worden vaak overgeplaatst, wellicht om te vermijden dat ze te dicht bij het personeel staan. In zowel Kontich als Deurne wordt opgemerkt dat bijna twee jaar na de staking van 2018 het personeelstekort nog altijd groot is en dat er geen respect is van de directie.
Er lopen al lang onderhandelingen bij Lidl. Maar dat levert niets op, waardoor het ongenoegen onder het personeel opnieuw tot uitbarsten komt. De managers zijn kwaad op de delegees, het gaat nochtans niet om acties die vanuit de vakbonden georganiseerd zijn. Het zijn spontane acties van het personeel, gesteund door hun delegees. Opmerkelijk aan het piket in Deurne Noord: heel veel klanten steunen het personeel. Ze kennen de problemen van de winkel en weten hoe hard de mensen werken om de winkel te laten draaien. Heel veel steun dus voor de stakers. En vooral: het personeel merkt dat er van die kant meer respect komt dan van de directie.
Straks is er nog overleg gepland aan de stakende winkel in Deurne. De delegees stellen terecht voor om dit overleg in de keuken te houden met alle personeelsleden van de winkel er bij. Die weten immers het best wat de problemen zijn. Ondertussen is er ook ongenoegen in andere winkels waardoor verdere acties niet uitgesloten zijn. Wordt vervolgd.
-
Lidl: zes maanden na overwinning is strijd voor werkbaar werk nog niet voorbij
Het was symbolisch en historisch: op 1 mei moest de directie van Lidl na een staking van een week toegevingen doen aan het personeel. Er zou voor onbepaalde tijd 42 uur per winkel bijkomen. De onmogelijke werkdruk en het ongenoegen over de arbeidsomstandigheden hadden tot die spontane stakingsgolf geleid. Waar staan we ruim een half jaar later bij Lidl? Dat vroegen we aan BBTK-delegee Dylan.Interview uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Zijn die 42 uur extra per winkel ondertussen volledig en correct doorgevoerd?
“De directie beweert dat er effectief overal 42 uur per winkel bijkwam, maar op de werkvloer blijft de werkdruk erg hoog. Elke verworvenheid die we door strijd bekomen, wordt steeds opnieuw in vraag gesteld of uitgehold.
“Eerst werd geprobeerd om met uren tussen winkels te schuiven, terwijl afgesproken was dat die 42 uur er in elke winkel zou bijkomen. Dat werd afgeketst. Vervolgens interpreteerde de directie die 42 uur als contractueel beschikbare uren. Maar dat is niet hetzelfde als de inzetbare uren. Het aantal effectief gewerkte uren, de inzetbare uren, worden bepaald door de omzet. Als die laag is, worden niet alle contractueel beschikbare uren ingezet. Dit kan omdat het personeel flexibele contracten heeft: meestal deeltijds van bijvoorbeeld 24 uur per week. We hebben 12 plus- en minuren, in drukke weken wordt dan tot 36 uur gewerkt.”
Er zou onderhandeld worden over werkbaar werk, hoe vordert dat?
“Heel moeizaam, een nieuwe CAO is nog lang niet in zicht. We bekwamen na moeizame onderhandelingen een aantal zaken: de vliegende ploegen, die ziektes en onverwachte omstandigheden moeten opvangen, werden ondertussen uitgebreid van 69 tot 112 werknemers en krijgen bovendien een betere kilometervergoeding. Langdurig zieken worden niet meer verplicht opgeroepen voor een traject van re-integratie, een maatregel die tot veel ontslagen wegens medische overmacht leidde.
“Ook wil de directie een intern commercieel team opzetten dat een aantal taken zoals het aanbrengen van reclame, herschikking van winkels en de inventaris zou uitvoeren. Dat zou volgens de directie elke winkel 10 extra uren per week opleveren, maar het is nog niet duidelijk wat dit in de praktijk zal betekenen. Bij Lidl moeten we altijd waakzaam zijn: de directie is in staat om van elke positieve stap iets negatiefs te maken. Het doel blijft om met zo weinig mogelijk personeel zo veel mogelijk omzet en winst te draaien.
“Tegelijk probeert de directie de flexibiliteit op te drijven. Plots kwam de directie met ideeën zoals een uur vroeger beginnen werken, de annualisering van de werktijd, … Dit werd afgeschoten, maar bij de volgende onderhandelingen lag het opnieuw op tafel. Gelukkig dat we met BBTK eind april niet instemden met het voorstel om die 42 uur per winkel gedurende zes maanden in te voeren in afwachting van een nieuwe CAO, want op dit ritme zal het nog lang duren vooraleer we tot een CAO komen.
“Een volgende stap van de directie is om een nieuwe tijdsanalyse op te stellen: een onderzoek naar hoeveel tijd voor elke handeling nodig is. Het typeert de houding van de directie: er wordt niet vertrokken van de noden van elke winkel en het personeel, maar van kille berekeningen die gebruikt worden om de flexibiliteit en werkdruk van het personeel op te voeren.”
Wat zijn de reacties op de werkvloer?
“Er zijn veel vragen: we hebben een week gestaakt, maar we voelen geen verschil in werkdruk. In de onderhandelingen staan we sterker door die stakingsweek, maar de directie bepaalt de agenda.
“We moeten meer eigen voorstellen op tafel leggen. Een eisenplatform opmaken is niet evident: het personeel zit verspreid over veel vestigingen en er is een groot verloop. Als ik een filiaal bezoek kan ik misschien met vijf of zes collega’s spreken terwijl die aan het werk zijn en dus maar met een half oor luisteren. Maar onze militantengroep is versterkt en we kunnen vanuit onze ervaringen wel aan een eisenplatform werken.
“Dat kan gaan in de richting van meer inzetbare uren op basis van wat nodig is in een winkel, inspraak van het personeel in het beleid van de winkel, meer vaste contracten, voltijdse contracten die zekerheid bieden in plaats van flexibele onzekerheid, … Ook algemene vakbondseisen, zoals een minimumloon van 14 euro per uur, zijn in onze sector erg belangrijk. Met dit soort maatregelen zal het personeel zich meer voldaan voelen door hun job, wat de sfeer op de werkvloer, onder de collega’s en ten aanzien van de klanten enkel ten goede kan komen. Maar deze directie zal dit niet zomaar toegeven, we zullen de strijd moeten verderzetten.”
-
Lidl: strijd loont! Spontane stakingsgolf dwingt maatregelen tegen onhoudbare werkdruk af

Foto vanop Wikimedia Eind april vond bij supermarktketen Lidl een nooit geziene stakingsgolf plaats. Winkel na winkel sloot de deuren, in verschillende andere winkels werd heftig gediscussieerd om al dan niet mee te staken. De omvang van het protest verraste iedereen, zeker de directie maar ook de vakbondsverantwoordelijken. Na een week actievoeren, werden belangrijke toegevingen bekomen. Strijd loont! We spraken met Dylan, een vakbondsafgevaardigde van BBTK bij Lidl, over de redenen van het ongenoegen, de staking en het resultaat ervan.
Interview uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Lidl staat niet bekend als een bastion van de vakbonden. Toch werd massaal actie gevoerd eind april. Hoe kwam dit?
“De werkdruk is al lang heel hoog en er is veel ongenoegen over de arbeidsomstandigheden. Een stakingsactie in één winkel in Oostkamp tegen een onterecht ontslag gevolgd door het afbreken van nieuwe onderhandelingen over de werkdruk, maakten dat de emmer overliep. Het zat hoog bij veel collega’s, vandaar het succes en de omvang van de acties.
“In de winkels staan we vaak met heel weinig personeel. Het gebeurt regelmatig dat we met slechts drie collega’s moeten opendoen of sluiten. Als er in de drukte ’s avonds vier personeelsleden zijn met drie kassa’s, dan is het voor de collega in de winkel onmogelijk om alles gedaan te krijgen en ook nog eens klanten op weg te helpen. Laat staan dat het dan mogelijk is om ervoor te zorgen dat de winkel er proper bijligt.
“Het kleine aantal collega’s is het resultaat van een opgedreven flexibiliteit. Zowat iedereen krijgt maar een deeltijds contract van 24 uur, het gaat om bijna vier vijfden van de aanwervingen. Wanneer we niet werken, zijn we toch steeds reserve. Als iemand ziek is, worden we op vrije dagen opgebeld om in te vallen. Als het onverwacht toch drukker wordt, gebeurt dat ook. Langs de andere kant wordt personeel op een rustige dag naar huis gestuurd. Probeer zo maar eens je leven buiten je werk te plannen!
“We hebben 12 plus en minuren. Dit betekent dat iemand met een contract van 24 uur sommige weken tot 36 uur werkt en andere maar 12 uur. Deze flexibiliteit is nodig omdat de winkels stelselmatig met onderbezetting werken. De productiviteit per winkel wordt dagelijks opgevolgd en als er niet genoeg omzet is, wordt personeel naar huis gestuurd.
“De inzet van personeel gebeurt dus niet aan de hand van het werk dat er is, maar op basis van omzet. In stadswinkels, zeker in buurten waar mensen niet zo koopkrachtig zijn, ligt het bedrag van de aankopen per klant lager dan in winkels die iets meer afgelegen zijn en waar de klanten met de wagen naartoe gaan. Een erg drukke stadswinkel zal hierdoor minder totale omzet draaien. Minder omzet betekent minder personeel, ook al moeten er meer klanten langs de kassa passeren. De directie gaat er bovendien vanuit dat 26 artikels per minuut gescand worden aan de kassa. Alles is bijzonder strak berekend met maar één doel: de omzet. Eigenlijk de winsten die uit de omzet voortvloeien. Het zijn die winsten die maken dat de grote baas van Lidl, Dieter Schwarz, goed is voor een vermogen van meer dan 20 miljard dollar waarmee hij de 52ste rijkste persoon ter wereld is.
“Iedereen op de werkvloer voelt de werkdruk. Het is niet dat er een hoog loon tegenover staat. De vakbondseis van een minimumloon van 14 euro per uur zou voor veel collega’s een stap vooruit zijn. De problemen met de werkdruk leiden tot een groot verloop: vorig jaar waren er 900 op de 6.000 personeelsleden die het bedrijf verlieten. Er is ook een groot absenteïsme met mensen die ziek vallen. De extreme flexibiliteit maakt dat dit soms niet kan opgevangen worden in de winkel, waardoor de druk op de andere personeelsleden nog groter wordt.
“We hebben meer en meer het gevoel dat we ons werk niet kunnen uitvoeren. Dat is de reden waarom een actie in één winkel als een lopend vuurtje oversloeg naar andere winkels.”
Hoe zijn de stakingsacties verlopen?
“Na een actie van de christelijke vakbond LBC tegen een onterecht ontslag in een winkel in Oostkamp werden onderhandelingen gevoerd over de werkdruk. Die onderhandelingen verliepen erg stroef. Het vastlopen van de onderhandelingen zorgde er voor dat LBC in de media sprak over een algemene staking in alle winkels.
“Er waren eerder ook al onderhandelingen rond werkdruk geweest, waarbij de directie actiedreigingen kon afwenden met beloften. Maar nadien werden die beloften niet of niet volledig nagekomen. Zo kwam er een nieuwe ‘managementstijl’ waarbij we allemaal brochures kregen over hoe Lidl ‘a great place to work’ zou zijn. De dure brochures gingen echter niet gepaard met maatregelen op de werkvloer.
“Toen de onderhandelingen tussen de directie en alle vakbonden eind april helemaal vastzaten, gingen enkele winkels spontaan in staking. Dit kreeg meteen navolging. Een dag later waren ongeveer de helft van alle winkels dicht. Een aantal delegees belde rond naar collega’s, maar het uitbreiden van de staking gebeurde toch grotendeels spontaan. In veel winkels besloten de personeelsleden om te sluiten en naar huis te gaan. In andere winkels werd personeel met vrije dagen opgeroepen om stakers te vervangen. In een aantal winkels waren er werkonderbrekingen waarbij de winkel tijdelijk sloot. In zoveel winkels tegelijk het werk neerleggen, kan enkel als het echt van onderuit komt. De syndicale traditie bij Lidl is niet zo sterk, velen staakten voor het eerst in hun leven.
“De eerste acties waren op woensdag 25 april. Een dag later bleven de helft van de winkels dicht. Er waren pogingen om communautaire verschillen te benadrukken. Er waren meer winkels dicht in Wallonië en Brussel, maar dat heeft meer met syndicale tradities te maken. Het ongenoegen is overal in het land even groot en de vakbonden zijn nationaal georganiseerd in het bedrijf. Na de ervaringen met de aprilstakingen heeft die traditie nu trouwens ook langs Vlaamse kant grote stappen vooruit gezet.
“Zelf trok ik naar verschillende winkels waar personeelsleden me contacteerden met vragen over wat ze konden doen en of ze in staking konden gaan. Er gebeurde heel veel op hetzelfde ogenblik, waardoor het moeilijk was om een overzicht te bewaren en de discussie over volgende stappen aan te gaan. Als delegee probeerde ik zoveel mogelijk het spontane protest te begeleiden en de vele discussies onder collega’s te voeren.
“De directie erkende op dat ogenblik dat er iets moest gebeuren. Er werd geluisterd naar de eis om 42 uur per winkel extra in te zetten door de uren van de filiaalverantwoordelijke uit de productie te halen. Maar de directie wilde aanvankelijk slechts 20% daarvan invullen. Tijdens de dringende verzoening op vrijdag werd dat eerst opgetrokken tot 32 uur en vervolgens tot 42 uur.
“Een beperking was dat de directie die 42 uur slechts voor zes maanden wilde toekennen. Nadien zou een CAO de werkorganisatie en flexibiliteit moeten regelen. Daar was heel wat discussie over onder de vakbonden: LBC stemde ermee in en wilde die 42 uur nemen. BBTK eiste dat de 42 uur voor onbepaalde duur werd doorgevoerd. Er was een groot wantrouwen omdat vorige beloften niet werden nagekomen. BBTK besliste om door te gaan met de staking die op maandag gepland was. Op zaterdag gingen nog enkele bijkomende winkels dicht.
“Onder de collega’s was er enerzijds twijfel door de uiteenlopende standpunten van de vakbonden, maar anderzijds bleef het wantrouwen in de directie groot. Het is in deze context dat BBTK overging tot de blokkade van de distributiecentra. Die acties hadden best wat massaler mogen zijn, maar daartoe was het nodig geweest dat de solidariteit in de hele sector en van andere sectoren meteen werd georganiseerd. Nu is dat niet gebeurd. Alles verliep natuurlijk heel snel, waardoor het ook niet evident was. Een pamflet voor de klanten had ook nuttig geweest.”
Hoe reageerden de klanten?
“Opvallend positief. We kregen nog nooit zoveel steun van de klanten. Natuurlijk zien zij ook hoe wij werken en hoe de winkels er soms bijliggen. Er was een erg groot begrip. Veel klanten hebben bovendien zelf ook te maken met een zware werkdruk.
“Tijdens de stakingen van 2014 of die van 2016 kregen we regelmatig negatieve reacties aan stakersposten. De algemene anti-vakbondspropaganda in zowat alle media had toen zeker een impact. Nu was dit helemaal niet het geval. De inzet van de staking en de brede steun ervoor onder het personeel waren voor alle klanten duidelijk.”
Op 1 mei was er een akkoord dat ook voor BBTK aanvaardbaar was. Wat houdt het in en hoe zit het met de toepassing ervan?
“Na bijna een week actievoeren, werd inderdaad toegegeven. De directie stemde in met 42 uur extra per winkel, waarbij deze uren echt per winkel gelden en niet kunnen opgevangen worden door transfers tussen winkels. De maatregel geldt ook voor onbepaalde duur. Dat zal nodig zijn: de onderhandelingen over een CAO rond de werkorganisatie verlopen niet vlot.
“De directie laat uitschijnen dat de stakingsacties het bedrijf een ‘slecht imago’ hebben opgeleverd. Enkele sollicitanten zouden zelfs afgehaakt hebben. Dat komt niet door de staking, maar door de opstelling van de directie. Als die van Lidl effectief ‘a great place to work’ wil maken, moet ze de roep naar een houdbare werkdruk ernstig nemen.
“Wij eisen dat de 42 uur extra per winkel zoveel mogelijk toegevoegd wordt aan bestaande deeltijdse contracten. We merken dat het toepassen van het akkoord traag verloopt. Met BBTK dringen we erop aan dat iedere winkel effectief zo snel mogelijk die 42 uur erbij krijgt.
“De directie kan daar maar best rekening mee houden. De druk van de acties en de mogelijkheid van nieuwe acties indien de toezeggingen niet uitgevoerd worden, zijn sterk voelbaar aan de onderhandelingstafel. De positie van de vakbonden is enorm versterkt. Om dat te behouden, moeten we de brede betrokkenheid en deelname aan de staking eind april omzetten in een actievere vakbondswerking.”
Wat zal de impact van deze staking en het resultaat ervan zijn op de rest van de sector?
“Er is in heel de sector een groeiende druk om met minder personeel langere openingsuren te bolwerken. Het personeel moet ook steeds flexibeler op verschillende functies ingezet worden. In andere ketens gebeurt dit ook door met zelfstandige uitbaters van winkels te werken (franchises) of met de afbouw van kassa’s door systemen van selfscan.
“Dat bestaat niet bij Lidl, maar toch kijken alle andere ketens naar Lidl voor de flexibiliteit van het personeel. Liefst zouden ze allemaal 7 op 7 de klok rond open zijn met zo weinig mogelijk personeel. De directie van Lidl liet tijdens onderhandelingen eind april vallen dat het wel iets ziet in zondagsopeningen. Het is belangrijk dat we deze steeds grotere flexibiliteit een halt toeroepen. Anders wordt het de norm in de hele sector.
“We willen personeel met voltijdse contracten en betere lonen. Om het werk werkbaar te houden, zou een algemene vermindering van de arbeidsduur betekenen dat 30 of 32 uur voor iedereen voltijds is. Daarnaast moet de steeds toenemende flexibiliteit aan banden gelegd worden met goede afspraken over dienstroosters en arbeidsvoorwaarden. Er moeten meer mensen voor vliegende ploegen komen, invallers voor zieke collega’s. Kortom: de gejaagdheid moet uit onze werkorganisatie.
“Dit staat natuurlijk haaks op de winsten van het bedrijf. We moeten ons echter de vraag stellen wat het belangrijkste is: klanten bedienen door hen levensmiddelen aan te bieden of de miljardenwinsten van grote baas Schwarz spijzen door het personeel als citroenen uit te persen. Dat stelt de vraag naar welk soort samenleving we willen.”
-
Interview. “Er is nog nooit op zo’n schaal gestaakt bij Lidl”

Deze Lidl in Deurne Noord bleef vandaag dicht. Foto: socialisme.be Vandaag was de vierde stakingsdag bij Lidl. Onderhandelingen gisteren leverden een voorstel van de directie op dat verworpen werd door BBTK. De andere twee bonden willen het voorstel verdedigen. Vandaag waren er weer meer dan 100 winkels dicht. De woede onder het personeel is al langer groot. We spraken met een delegee bij Lidl in Antwerpen.
Interview door Luc (Antwerpen)
Gisteren zijn de onderhandelingen afgesprongen. Wat is de stand van zaken?
“Momenteel zijn wij volop alle winkels aan het rondgaan om de collega’s te informeren. Aangezien er ook vandaag meer dan 100 winkels gesloten zijn, is het duidelijk dat we doorgaan. De onderhandelingen zijn blijven steken op onze eis om onmiddellijk per winkel 42 uur per week extra in te zetten, een spoedmaatregel. De directie wil dit maar tijdelijk voor zes maanden toestaan en ondertussen beginnen onderhandelen over een nieuwe CAO arbeidsorganisatie. Als er na 6 maanden geen CAO is, vallen de extra 42 uur weg en hebben we nog niets. Wij willen die 42 uur per filiaal/week permanent. Dan ligt de druk om een degelijke CAO te sluiten bij de directie en niet bij de vakbonden. In het slechtste geval hebben we dan toch al die 42 uur.”
De woordvoerster van Lidl vindt het afspringen van het akkoord ‘bitter’ en zegt dat het een goed akkoord was en ze meer toegezegd hebben dan de vakbonden vroegen.
“Ze hebben heel wat beloftes gedaan, maar met beloftes zijn we niets. Lidl heeft al zoveel beloofd om de werkdruk aan te pakken, maar er komt nooit iets van. Vorig jaar bijvoorbeeld stuurde het bedrijf een mail naar alle medewerkers waarin stond dat in overleg met de vakbonden gebleken was dat er een probleem was met de werkdruk en dat dit zou aangepakt worden. Er is niets gedaan. Eigenlijk maken ze al twee jaar beloften. Ik heb een hele map vol met actiepunten en plannen van de directie om de werkdruk aan te pakken. Maar er is nog niets van gerealiseerd.”
Hoe is de staking gestart? Het lijkt grotendeels spontaan te zijn ontwikkeld?
“Enkele weken geleden brak een staking uit in een winkel in Oostkamp na het ontslag van een verkoopsmanager. Daar kwam meteen ook de kwestie van de werkdruk bij. ACV diende een stakingsaanzegging in voor de hele Lidl-groep. Vorige woensdag was er overleg, maar opnieuw kwam de directie niet verder dan beloftes om de werkdruk aan te pakken. Als klap op de vuurpijl wilde de directie bovendien praten over verlengde openingsuren en zondagsopening.
“Daarop zijn toen bijna onmiddellijk enkele winkels in staking gegaan. Enkele winkels waren goed voorbereid en gingen meteen na het overleg in staking. Het personeel van heel wat andere vestigingen sloot zich spontaan aan. Dat is ook de sterkte van de staking. Je merkt wel waar de vakbonden sterker aanwezig zijn, maar op veel plaatsen begon de staking spontaan van onderuit, zelfs zonder dat de syndicale delegatie er veel vat op heeft.
“In het Antwerpse waar ik werk, is het soms moeilijker door het groot verloop en de samenstelling van het personeel. Soms moet ik beginnen met uitleggen wat een vakbond is. Maar ik krijg ook telefoons van collega’s die me vragen of ze hun filiaal mogen sluiten. Als je weet dat de filiaalmanagers en de directie veel leugens verspreiden en dat er gedreigd wordt met sancties, dan is deze stakingsgolf echt wel straf.
“Deze staking is nu al historisch. Er is nog nooit op zo’n schaal gestaakt bij Lidl. In veel winkels nemen collega’s spontaan het initiatief om de stakingsbeweging te vervoegen. Nochtans is er veel druk vanuit de directie en filiaalmanagers. Er wordt lokaal gedreigd met ontslag, overplaatsing, … Gisteren werd in sommige filialen verteld dat er niet gestaakt mocht worden omdat de onderhandelingen bezig waren. Dit wordt officieel tegengesproken, maar het is duidelijk dat er een strategie achter zit. Voor veel collega’s is het niet evident om hiertegen in te gaan, maar toch doen ze het.
Wat zijn de volgende stappen?
“Momenteel is het allemaal nogal chaotisch. Vandaag informeren we zoveel mogelijk collega’s over de stand van zaken. Er is wat verwarring en soms twijfel omdat de vakbondsleidingen niet op eenzelfde standpunt staan. Sommigen denken dat we het voorstel van de directie beter kunnen aanvaarden omdat we dat dan toch al hebben en anders misschien met lege handen overblijven. Tegelijk is er het besef dat dit geen echte oplossing is.
“De uitdaging is nu vooral om van maandag een grote actiedag te maken waarbij zoveel mogelijk winkels dicht blijven. Alle winkels in staking zal misschien niet lukken, maar de acties zullen wel uitbreiden.”
De concurrentiestrijd in de distributiesector is hard. Eind vorig jaar zagen we de aankondiging van een herstructurering bij Carrefour, we hebben Delhaize gehad. Kunnen we dit probleem daarin kaderen?
“Ja, Lidl wil concurreren met Delhaize, Carrefour, … Lidl is van een harde discounter gegaan naar winkels met een breder aanbod: met A-merken, een eigen bakkerij, een grotere versafdeling, … Daar is allemaal extra tijd voor nodig, maar we moeten het met evenveel of zelfs minder collega’s doen. We moeten harder en meer werken voor minder geld.
“Op dit ogenblik kent Aldi een sterke opgang. De kans is groot dat het Lidl inhaalt of voorbijsteekt in de concurrentiestrijd. Zo blijven we bezig met een race to the bottom waarbij de druk op ons altijd groter wordt om zo de winsten te beschermen en te verhogen. Het is belangrijk dat we hiertegen reageren.”
Ik kan me voorstellen dat regeringsmaatregelen zoals de Wet Peeters ook niet bepaald een hulp zijn?
“We werken nu al enorm flexibel. Een groot deel van de zaken die ingevoerd werden door Peters waren bij ons al langer van toepassing. Een probleem voor ons is vooral de uitbreiding van flexi-jobs naar de handel en het soepeler maken van nachtwerk voor de e-commerce. De e-commerce is momenteel erg beperkt bij Lidl, maar het kan wel enorme gevolgen hebben voor onze arbeidsvoorwaarden. En dan hebben we het nog niet over de pensioenen. Bijna niemand bij Lidl heeft een voltijds contract. De gevolgen hiervan op onze pensioenen zullen nefast zijn als de plannen van de regering effectief uitgevoerd worden.”
Hoe denk je dat er stappen vooruit kunnen gezet worden?
“Allereerst is het belangrijk dat we deze strijd winnen en dus op korte termijn die 42 uur permanent binnenhalen. Dat kan alleen als we de acties maandag verder kunnen uitbreiden. Ik had eigenlijk stilletjes gehoopt dat ook andere warenhuisketens spontaan zouden aansluiten, maar dit is spijtig genoeg niet het geval. Maar als we willen ingaan tegen de aanhoudende concurrentieslag in de distributiesector zal dit toch de manier zijn en moeten we de strijd uitbreiden naar de hele sector.”
-
Lidl-personeel in opstand tegen onhoudbare werkdruk
Vaste klanten zien het bij elk bezoek: de werkdruk bij Lidl is vreselijk hoog en er is weinig respect voor het personeel. Het is een probleem in de hele sector en er wordt daar al jarenlang over onderhandeld tussen vakbonden en werkgevers in de handelssector. Dit heeft weinig opgeleverd: het moet steeds sneller en efficiënter. Wie niet mee kan, moet er maar uit. De concurrentie wordt steeds harder opgevoerd om de winsten van de aandeelhouders te vergroten. Winst is er absoluut: Lidl was in 2015 wereldwijd goed voor 1,5 miljard euro winst.Door een delegee in de sector
Op 7 april bleef een winkel van Lidl in Oostkamp een halve dag dicht door de werkdruk. De directie probeerde het af te doen als een alleenstaand geval. De werkdruk werd zelfs weggelachen. Maar er is iets beginnen broeien. De directie beloofde via overleg tot oplossingen te willen komen, maar toen een zoveelste onderhandeling zonder resultaat eindigde op 25 april ontstond een spontane stakingsgolf. Het personeel besloot de directie onder druk te zetten om tot oplossingen te komen.
Het initiatief kwam van onderuit zonder oproep vanuit de vakbond. De staking breidde uit als een lopend vuurtje. Dat bevestigt dat het probleem van de werkdruk overal in de keten onhoudbaar is. De roep om de werkdruk naar beneden te halen, weerklinkt bijzonder luid. Het personeel is het beu.
Heeft de directie de boodschap begrepen? Dat is twijfelachtig. Grote baas Dieter Schwarz is met een vermogen van 20,9 miljard dollar de 52ste rijkste mens ter wereld, maar nog is het niet genoeg. Dat vermogen is niet opgebouwd met een menselijke opstelling tegenover het eigen personeel.
Bij onderhandelingen kwam de directie met het voorstel om de winkelmanager uit de personeelsbezetting te halen waardoor 42 uur per winkel extra zouden vrijkomen. Maar de directie wilde dit beperken tot zes maanden om ondertussen andere oplossingen te zoeken. Gezien die korte periode en de vele gebroken beloften uit het verleden, ging BBTK niet akkoord met het voorstel.
Het opvoeren van de werkdruk zorgt in steeds meer bedrijven voor problemen. Het leidt tot acties waarbij het personeel aan de noodrem gaat trekken, denk maar aan de acties vorig jaar bij Volvo Cars en Volvo Trucks. Als de vakbonden de kwestie op tafel leggen, willen de werkgevers er niets rond doen. De regering heeft de mond vol van ‘werkbaar werk’, maar voert een beleid waardoor het voor de werkgevers gemakkelijker wordt om ons werk onwerkbaar te maken. Deze kwestie zal steeds meer terugkomen: het opvoeren van de werkdruk is namelijk een manier om de winsten van de aandeelhouders te vergroten.
Een oplossing voor het probleem is uiteraard het aanwerven van bijkomende vaste medewerkers zodat het werk verdeeld kan worden. Een arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week met loonbehoud en bijkomende aanwervingen (waarbij de huidige contracten van 30 uur automatisch omgezet worden in voltijdse contracten met bijhorende lonen), moet daar ook onderdeel van zijn. We moeten de strijd organiseren en in de vakbonden en met de collega’s de discussie aangaan over eisen en tactieken om tot overwinningen te komen.
-
Carrefour: de strijd gaat verder

Actie in Brussel eind januari. Foto: socialisme.be Na de eerste aankondiging van het jobverlies bij Carrefour is het stof wat gaan liggen. De steunbetuigingen van de regering na de bekendmaking dat 1233 jobs verdwijnen, zijn al vergeten. De slogan ‘jobs, jobs, jobs’ wordt enkel gebruikt als het abstract is of als het is om onze lonen en arbeidsvoorwaarden naar beneden te trekken. Zodra het concreet wordt, zijn er echter geen concrete voorstellen en maatregelen.
Artikel door een delegee in de sector, gepubliceerd in maandblad ‘De Linkse Socialist’
Wel spraken de politieke verantwoordelijken zich al uit tegen brugpensioen: wie afgedankt wordt, moet terug aan de slag. In welke omstandigheden dan ook. Personeel en vakbonden gaven aan dat ze kwaad zijn en de strijd willen aangaan tegen zowel de winsthonger van Carrefour als de flexibilisering die de regering wil opleggen om het bedrijven als Carrefour gemakkelijker te maken.
De regering beweert het personeel te steunen. Kris Peeters wilde dat aantonen door vervroegd van het Wereld Economisch Forum in Davos terug te keren. Maar ondertussen staat de regering zelf vooraan in het opvoeren van de mogelijkheden inzake flexibilisering op de arbeidsmarkt en in de handelssector in het bijzonder.
Alle maatregelen die genomen werden om ‘jobs, jobs, jobs’ te creëren falen in de handelssector. Het personeel is er al erg flexibel, bedrijven als Carrefour betalen al weinig belastingen en krijgen veel (fiscale) voordelen. Dit heeft niet geleid tot nieuwe jobs, het zorgt zelfs niet voor het behoud van de huidige jobs.
Voor de directie leidt de automatisering, vooral aan de kassa, tot een mogelijkheid om te snoeien in het aantal jobs. Daarnaast blijken de hypermarkten niet winstgevend genoeg te zijn. Sommige van de winkels die nu sluiten of verkleinen, zijn minder dan 10 jaar oud. In de plaats hiervan komen er meer kleinere winkels. Dit zijn vaak winkels in franchise, uitgebaat door een ‘zelfstandige’ ondernemer die zelf de arbeids- en loonvoorwaarden in zijn winkel bepaalt. Er moet geen tekening bij gemaakt worden: die voorwaarden zijn meestal slechter, het personeel wordt er nog meer uitgeperst. De nieuwe herstructurering bij Carrefour is geen kwestie van het hoofd boven water houden, maar van nog meer winst voor de aandeelhouders.
De vakbonden klagen de houding van de werkgever en de regering aan. Ze stellen dat ze de arbeidsvoorwaarden en de tewerkstelling in de winkels niet willen laten doodbloeden, dat ze de moed niet opgeven en zich er niet zomaar bij neerleggen. Dat is positief, maar er zal meer nodig zijn dan verontwaardiging en losse acties doorheen het land. We mogen ons niet beperken tot de eis van een beter businessplan van Carrefour, waarbij het probleem uitgesteld wordt of doorgeschoven naar andere ketens.
Er was heel wat actiebereidheid onder het personeel en er waren spontane acties. Het ontbreekt echter aan een duidelijk strijdplan gekoppeld aan scherpe eisen. We mogen niet afwachten maar moeten gaan voor een andere organisatie van de handelssector. We hebben al arbeidsduurverkorting bekomen in het verleden, maar vandaag moet dit opnieuw een eis zijn zodat de technologische vooruitgang niet leidt tot sociale achteruitgang. We moeten technologische vooruitgang niet verwerpen of tegenwerken, maar er gebruik van maken om het werk beter te verdelen onder alle werknemers.
Vandaag moeten de winkels die in “betere” paritaire comités zitten, concurreren met franchisewinkels waar de lonen lager zijn, de werkweek langer duurt en er geen vakbonden zijn om toe te zien op het naleven van CAO’s. We mogen ons niet tegen elkaar laten opzetten en niet winkel per winkel of keten per keten de strijd aangaan. Een actieplan met offensieve eisen zoals een minimumloon van 14 euro per uur, een arbeidsweek van 32 uur, voltijdse contracten voor iedereen die dit wil en andere eisen kan alle werknemers van de sector verenigen tegen de moordende concurrentie die de sector zo teistert en bloedbad na bloedbad aanricht. Het zou een eerste stap zijn om de winstlogica uit de sector te halen en te bouwen aan een democratisch geplande distributiesector in dienst van de bevolking en niet van de aandeelhouders.
[divider]
Solidariteitsmotie van ACOD Lokale en Regionale Besturen (LRB) in Brussel
De strijd bij Carrefour belangt niet alleen het getroffen personeel aan. Solidariteit is een van de sterkste punten van de arbeidersbeweging. Het komt echter niet uit de lucht gevallen. Om sterkere solidariteit op te bouwen en de eigen militanten en leden daarvan bewust te maken, is het erg nuttig om met vakbondscentrales of delegaties solidariteitsmoties rond belangrijke kwesties op te stellen. Dit bevordert de discussie op de werkvloer en het creëert banden met collega’s uit andere sectoren. Hieronder een uitstekend voorbeeld van zo’n motie die opgemaakt werd door ACOD Lokale en Regionale Besturen (LRB) in Brussel.
“Het personeel van de Lokale en Regionale Besturen in Brussel en hun syndicale afgevaardigden zijn niet enkel bezorgd om wat er in de publieke sector gebeurt. Ze zijn ook van nabij begaan met hun collega’s in andere bedrijven en sectoren. Dat is waarom ACOD LRB in Brussel vandaag zijn oprechte solidariteit betuigt met de werknemers van Carrefour. Eens te meer stellen we vast dat een multinational meer dan 1.000 werkenden op straat zet met de nauwelijks verborgen ambitie om nog meer schade aan te richten bij de arbeidsvoorwaarden en de lonen van diegenen die kunnen blijven.
“Uiteraard bevinden we ons in een ‘overgangsperiode’, maar het excuus van digitalisering is geen reden om tot een sociaal bloedbad over te gaan. De overgang van de stoommachine naar de elektrische motor, van het werkatelier naar bandwerk, waren allemaal ‘overgangsperiodes’ waarin de productiviteit sterker werd opgevoerd dan met de huidige digitalisering. De werkenden hebben dit niet gewoon aanvaard, ze hebben vooral hun deel opgeëist in de vorm van kortere werkweken en betere loon- en arbeidsvoorwaarden.
“De cijfers van 2017 zijn nog niet bekend, maar we weten dat Carrefour in 2016 een recordomzet heeft behaald. Op wereldvlak werd een gecumuleerde winst van 8,5 miljard euro geboekt. In 2016 was Carrefour België goed voor een winst van 65 miljoen euro. De directie stortte daarvan 50 miljoen euro aan dividenden door naar het moederbedrijf. Doorheen de jaren heeft Carrefour, eerst via zijn interne bank en nadien via de notionele intrestaftrek, miljoenen euro’s aan fiscale cadeaus gekregen van de Belgische overheid. Dat volstaat ruimschoots om de overgang te overbruggen in plaats van deze te laten betalen door het personeel.
“Dat is waarom wij, werkenden en militanten van de LRB, oproepen tot solidariteit met het getroffen personeel van Carrefour. Als de werknemers van Carrefour een nationale betoging organiseren, zullen we daar volop voor mobiliseren. Als ze staken, zullen we solidariteitsdelegaties naar de stakersposten sturen en zullen we elke oproep volgen. Wat vandaag met de werknemers van Carrefour gebeurt, kan ons morgen ook overkomen. Samen staan we sterker: wie de strijd aangaat kan verliezen, wie ze niet aangaat is al verloren.”