Your cart is currently empty!
Category: Midden-Oosten en Noord-Afrika
-
Palestina: Abbas verkozen als nieuwe president
In Palestina vonden zondag verkiezingen plaats. Mahmoud Abbas, reeds jarenlang een PLO-kopstuk, werd daarbij verkozen. Dit was voornamelijk omdat Marwan Barghouti zijn kandidatuur introk onder zware druk, zo werd gedreigd om hem uit Fatah uit te sluiten. Barghouti had nipt hetzelfde resultaat kunnen halen als Abbas, het zou 50-50 geweest zijn. Abbas moest wel toegevingen doen, zo komen er interne verkiezingen in Fatah en deed hij een aantal radicalere uitspraken tegenover Israël dat de zionistische vijand genoemd werd n.a.v. zeven slachtoffers in een school.
Toch is Abbas de favoriete kandidaat van de VS en Israël omdat hij ‘gematigd’ en ‘pragmatisch’ zou zijn, hierdoor kon Abbas gemakkelijk langs Israëlische wegblokkades in de campagne, terwijl dat bij andere kandidaten niet het geval was. De neef van Barghouti, Moestafa Barghouti is bvb in elkaar geslaan aan een wegblokkade. Anderzijds staat hij natuurlijk wel onder druk, ook door de sterkte van Hamas dat niet meedoet aan de presidentsverkiezingen maar wel een politieke factor is in Palestina (vlak na Arafats dood ging Hamas licht achteruit van 22% tot 20% in de peilingen, maar bij de recente gemeenteraadsverkiezingen haalde Hamas wel een goed resultaat).
Hierdoor moest Abbas de perceptie van zijn verraad wat beperken en deed hij vooral beroep op het symbool Arafat. In mei worden parlementsverkiezingen gepland, ook al zullen die misschien worden uitgesteld. Daar zal het moeilijker zijn om zich louter op de autoriteit van Arafat te baseren, het is de vraag wat er daarbij zal gedaan worden door Hamas of jongere generatie van Fatah zoals Marwan Barghouti.
De opkomst bedroeg 66% van de geregistreerde kiezers (bij de gemeenteraadsverkiezingen was dit nog 81%). Hassan Youssef (Hamas) verklaarde dat dit een beperkte opkomst was en dat zal rekening moeten worden gehouden met diegenen die niet gingen stemmen. Abbas haalde 65%, wat vooral een uitdrukking is van de hoop dat hij tijdelijk voor een periode van rust kan zorgen. Er is een oorlogsmoeheid onder de bevolking waardoor een figuur als Abbas toch een electorale steun kon verwerven. Of er een periode van relatieve rust komt, is betwijfelbaar. Ook het regime in Israël is absoluut niet stabiel. De ‘grote’ coalitie van Likoed met de Arbeiderspartij van Peres en een kleine ultra-orthodoxe partij, is geen stabiele regering en kent bovendien sterke tegenstand tegen haar terugtrekkingsplan.
Zowel onder Israëli als onder Palestijnen moet de discussie gevoerd worden over een eigen politiek instrument, een eigen arbeiderspartij die in staat is om een verlengstuk te bieden voor de verwachtingen van de bevolking tegenover het neo-liberale beleid dat de tegenstellingen verder versterkt.
-
Palestina: Fatah ‘verenigd’ achter presidentskandidaat Abbas
Na de dood van de Palestijnse leider Arafat wordt komende zondag een nieuwe president voor de Palestijnse Autoriteit (PA) verkozen. Mahmoud Abbas, een vertegenwoordiger van de "oude garde" van Arafat, werd reeds aangesteld als voorzitter van de PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) door de nationale raad van de PLO en zal nu normaal gezien president worden.
Jenny Brooks
De duidelijke voorsprong van Abbas in de opiniepeilingen is er niet gekomen zonder interne strijd binnen Fatah, de dominante fractie binnen de PLO. De populaire leider van de intifada op de Westelijke Jordaanoever, Marwan Barghouti, stelde zich aanvankelijk kandidaat vanuit een Israëlische gevangenis waar hij een levenslange straf uitzit. Hij heeft zich echter teruggetrokken onder zware druk, onder meer met de dreiging van een uitsluiting uit Fatah. De peilingen tonen aan dat het anders een nek-aan-nek strijd zou geworden zijn tussen Barghouti en Abbas. Als onderdeel van de overeenkomst met Barghouti heeft Abbas moeten toegeven dat er in augustus interne verkiezingen komen binnen Fatah, de eerste interne verkiezingen in 14 jaar.
Corrupte autocraat
Abbas maakt deel uit van de ‘bende van Tunis’ van Palestijnse leiders die gezien worden als corrupt en autocratisch. Hij is de favoriete kandidaat van het VS-imperialisme en de Israëlische regering, aangezien hij zich uitsprak tegen het gebruik van wapens tijdens de intifada en aangezien hij een voorstander is van een ‘gematigde’ en ‘pragmatische’ koers met onderhandelingen. Zo heeft Abbas zich reeds snel uitgesproken tegen een aantal standpunten van Arafat, zo verontschuldigde hij zich tegenover Koeweit voor de steun van Arafat aan de Irakese invasie in 1990. Terwijl Abbas zonder problemen de wegblokkades kon passeren, kenden andere kandidaten grote problemen op dit vlak. Zo werd de kandidaat van het ‘Nationaal Democratisch Initiatief’, Moestafa Barghouti, in elkaar geslaan aan een wegblokkade toen hij vertelde wie hij was.
De Palestijnse massa’s hebben weinig vertrouwen in Abbas en zijn omgeving, zoals premier Ahmed Qurei, zeker op het vlak van de uitverkoop van de basiseisen van de Palestijnen. Dit werd erg duidelijk toen schoten gelost werden op een meeting waar de dood van Arafat werd herdacht. Daarbij kwam één van de lijfwachten van Abbas om en ook een veiligheidsofficier van de PA. De aanvallers riepen dat Abbas een verrader was en een agent van de VS.
Abbas is absoluut niet populair en zijn huidige positie heeft hij enkel door de beslissing van de leiding van de PLO en Fatah, niet door de steun van het Palestijnse volk. Zijn positie is gebaseerd op de vraag naar eenheid binnen Fatah, een vraag die versterkt wordt door de angst voor de opmars van de islamitische organisatie Hamas en andere kleinere partijen.
Voor de dood van Arafat lag Hamas in de peilingen niet ver achter op Fatah. Sinds de dood van Arafat heeft Fatah terrein kunnen terugwinnen. Een recente peiling gaf Fatah bijna 42%, terwijl dit in juni nog 26% was. Hamas is achteruitgegaan van 22% tot 20%.
Bij gemeenteraadsverkiezingen – de eerste sinds 1976 – in 26 gemeenten op de Westelijke Jordaanoever op 24 december, werd duidelijk dat Hamas aan steun wint in een aantal gemeenten. Er waren geen partijlijsten, maar leden van Hamas kregen zowat 20% van de zetels en haalden een meerderheid in 7 gemeenteraden. Fatah haalde 65% en heeft een meerderheid in 12 gemeenteraden. Deze verkiezingen vonden echter niet plaats in het bastion van Hamas op de Gazastrook. De opkomst was erg hoog, 81% ging stemmen.
De Fatah-leiding is zich bewust van haar zwakke positie die een gevolg is van het jarenlange falen om de Palestijnse verwachtingen in te lossen en de levensomstandigheden te verbeteren. Terwijl Hamas en de islamitische Jihad geen kandidaten hebben voor de presidentsverkiezingen, begrepen de Fatah-leiders dat een gebrek aan eenheid en een slecht verkiezingsresultaat verder hun autoriteit zou ondermijnen. De Islamitische organisaties willen deelnemen aan de parlementsverkiezingen die gepland worden voor mei, maar die verkiezingen kunnen uitgesteld worden uit vrees voor een verandering in de machtsverhoudingen. Ook de VS en Israël delen die bezorgdheid.
Tegenover de brutale repressie van het Israëlische leger, ziet de Palestijnse bevolking geen andere optie dan het verderzetten van de gewapende strijd, maar er is ook een groeiende wanhoop over het gebrek aan vooruitgang en de dagelijkse strijd voor basisbehoeften. Dit versterkt de hoop dat Abbas, ondanks het wantrouwen, er in zal slagen om een korte periode van rust in te bouwen op basis van onderhandelingen en zijn positieve houding tegenover de imperialistische machten.
Gebrek aan vertrouwen
Dat betekent echter niet dat er geen wantrouwen is in wat Abbas zal bereiken. Om genoeg electorale steun te krijgen met het oog op een overwinning, moest Abbas beroep doen op de erfenis van Arafat als symbool van de Palestijnse strijd. Hij gebruikte daarbij posters waar hij zelf naast Arafat staat. Hij heeft opnieuw verklaard dat hij opkomt voor een Palestijnse staat met haar hoofdstad in Oost-Jeruzalem, het verwijderen van de Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en Gaza, het recht op terugkeer van vluchtelingen en de vrijlating van 7.000 Palestijnen uit Israëlische gevangenissen. Hij haalde zich de woede van de Israëlische media op zijn nek toen hij verklaarde dat hij er alles aan zou doen om gewapende Palestijnse activisten te beschermen tegenover arrestaties en moorden door het Israëlische leger.
Abbas heeft ook het voordeel dat hij enorm gesteund wordt door de Palestijnse media, die volgens een Israëlische journalist van Haaretz, "volledige steun" verleend aan Abbas.
Intussen gaat de Israëlische premier Sharon verder met zijn unilateraal ‘terugtrekkingsplan’. Daartoe is hij een nieuwe regeringscoalitie aan het organiseren samen met de Labour partij die bereid is om ernstige besparingen goed te keuren in ruil voor de terugtrekking uit Gaza. Als de coalitie faalt, komen er nieuwe verkiezingen.
Terwijl het terugtrekkingsplan een stap achteruit is voor de doelstellingen van de Israëlische heersende klasse, is het nooit een stap geweest in de richting van een Palestijnse staat. Zoals Dov Weiglass, een adviseur van Sharo, stelde, is het plan gericht op het vermijden van discussies over grenzen, vluchtelingen en Jeruzalem. Door het opwerpen van een fysieke barrière tussen Palestijnse en Israëlische gebieden hoopt men de veiligheid te versterken en de militaire uitgaven in Israël te kunnen beperken.
Terwijl de voorbereidingen voor de plannen verder gaan, zijn er bedreigingen van hard verzet van rechtse kolonisten en worden nog dagelijks Palestijnen vermoord door het Israëlisch leger. Dit leidt op zijn beurt tot wraakacties van Palestijnen. Zo werden aan de grens tussen Gaza en Egypte op 12 december 5 Israëlische soldaten omgebracht.
De ‘nieuwe’ Palestijnse leiding van Abbas en Qurei wordt wereldwijd gezien als gematigd, maar zal onder zware druk komen van de Palestijnse massa’s om verbeteringen te bekomen en bevrijding van de Israëlische bezetting. Ze hebben slechts beperkte macht aangezien de economie, infrastructuur en veiligheidsdiensten zowat volledig verwoest zijn door een intensieve Israëlische repressie.
Aangezien de oude Fatah-leiding gefaald heeft om een weg vooruit aan te geven, zijn hun dagen geteld. Jongere Fatah-leiders die een leidinggevende positie verworven hebben tijdens de tweede intifada komen hierdoor op de voorgrond. Marwan Barghouti is één van die leiders. Maar ook andere organisaties, zoals Hamas en Jihad, winnen steun.
Noch het gefaalde beleid van Fatah, noch de politiek van de rechtse islamitische partijen zal de Palestijnse strijd vooruitbrengen. Er is nood aan de ontwikkeling van een nieuwe democratische, seculiere, massale arbeiderspartij om de belangen en verwachtingen van de Palestijnen te vertegenwoordigen.
De blijvende onveiligheid en armoede voor Israëli in hun gebieden, zal eveneens niet beëindigd worden door de huidige pro-kapitalistische politieke leiders. Ook in Israël is er nood aan een nieuwe arbeiderspartij om de taak op zich te nemen va de opbouw van een socialistische toekomst.
-
Yasser Arafat (1929-2004)
Heel wat Palestijnen zullen met gemengde gevelens staan tegenover de dood van Yasser Arafat. Er zal zowel een gevoel zijn dat zijn overlijden jammer is, als een gevoel dat de Palestijnse Autoriteit die hij geleid had veel meer had moeten doen tegen de armoede en de onderdrukking die hun leven kenmerkt.
Rotem en Gal, Maavak Sozialisti (Israël)
Los van de twijfels die onder veel Palestijnen heersen inzake de leiding van Arafat, zal zijn dood de brutale onderdrukking en het onzekere bestaan verder benadrukken. Arafat bleef gedurende drie jaar een virtuele gevangene in zijn hoofdkwartier. Die situatie heeft ongetwijfeld bijgedragen tot de ziekte waarvan hij uiteindelijk gestorven is.
Yasser Arafat wordt door veel Palestijnen gezien als een symbool van het jarenlange verzet van de Palestijnen tegen de Israëlische bezetting. Zijn verleden als guerilla-leider in de jaren 1960 en als stichter van Fatah en de PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) gaf hem een speciale status onder de Palestijnse massa’s. Het is voor veel Palestijnen moeilijk in te beelden wie een zelfde rol kan spelen of dezelfde autoriteit zou hebben als Yasser Arafat.
Maar terwijl er veel respect is voor de rol die hij gespeeld heeft, zullen er ook heel wat Palestijnen zijn die terecht vragen stellen over de taktieken en de strategie van Arafat (en andere PLO-leiders) in hun poging om nationale bevrijding te bekomen voor de Palestijnen. In de vroege jaren van Fatah en de PLO waren er gewapende aanvallen door geheime guerilla-groepen in plaats van massa-actie van de arbeiders en boeren die gewapend in actie komen als onderdeel van hun zelfverdediging. Later probeerden Arafat en andere leiders op basis van diplomatische allianties met corrupte Arabisch regimes onderhandelingen op te zetten met de imperialistische machten.
Zwarte septembermaand
Toen Arafat geconfronteerd werd met een revolutionaire situatie, heeft hij jammer genoeg die bewegingen verraden. In september 1970 was er een dergelijk ogenblik in Jordanië toen grote groepen Palestijnen en inwoners van Jordanië in opstand kwamen tegen het corrupte regime van koning Hussein. Arafat en de PLO-leiding waren in de mogelijkheid om een revolutionaire machtsstrijd te voeren die het aanzicht van het Midden-Oosten compleet zou veranderd hebben. In plaats van het leiden van een revolutionaire strijd, deed Arafat toegevingen aan koning Hussein waarop tienduizenden Palestijnen werden vermoord bij wraakacties door het Jordaanse leger.
Na de oorlog en de Israëlische bezetting van Libanon in de jaren 1980, vluchtten Arafat en de PLO-leiding naar Tunesië. Ballingschap betekende dat ze niet langer een zelfde nauwe band hadden met de Palestijnen en zij ook vervreemd raakten van de condities waarin de meerderheid van de Palestijnen zich bevond.
De afstand tussen de Palestijnse massa’s en de leiding in ballingschap kwam sterk tot uiting bij het begin van de eerste Intifada. DE PLO-leiding in het buitenland was verrast door deze ontwikkeling, ze waren even verrast als het Israëlische regime. De eerste Intifada legde de basis voor de ontwikkeling van een nieuwe leiding van onderuit in de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Na de ondertekening van de Oslo-akkoorden keerde de leiding terug naar de bezette gebieden en ontstonden er spanningen en onenigheid tussen die oude leiding en de lokale leiding. Die spanningen zijn op verschillende wijzes nog steeds aanwezig.
Begin jaren 1990 was het ritme van de Initifada beperkter als gevolg van een jarenlange strijd zonder enig vooruitzicht op een overwinning op de militaire bezetting van de Palestijnse gebieden. De val van de Sovjetunie en de steun van Fatah voor Saddam Hoessein bij de eerste Golfoorlog zorgden ervoor dat de PLO geïsoleerd stond en financieel bankroet was.
Onder druk van het VS-imperialisme dat bang was voor opstanden in de regio, maakte de Israëlische heersende klasse gebruik van de verzwakte positie van de PLO om het tot onderhandelingen te dwingen en de Oslo-akkoorden te doen aanvaarden. Dat akkoord had nooit de bedoeling om de Palestijnen nationale bevrijding te geven. De bedoeling was om een soort gevangenisbestaan te geven aan de Palestijnen met de Palestijnse Autoriteit als gevangenisbewakers en de Israëlische staat als gevangenisdirecteur.
De Israëlische heerse klasse kwam liever tot een akkoord met de oude verzwakte leiding uit Tunesië omdat die niet zo militant was als de lokale leiding. Het regime van Arafat was een vertegenwoordiging van de belangen van de kapitalisten en de Palestijnse elite en was bovendien volledig afhankelijk van de Israëlische heersende klasse. Op zich zou het nooit de problemen van de Palestijnen oplossen.
De levensstandaard ging onder het regime van de Palestijnse Autoriteit verder achteruit, wat samenging met de aangehouden onderdrukking door het Israëlische leger. Tegelijk verrijkte een kleine elite zichzelf op de rug van de massa’s. Bij gebrek aan een oplossing voor de problemen, kon het vredesproces niet lang standhouden. Dit was de basis voor de Tweede Intifada.
Tweede Intifada
De tweede Intifada was gericht tegen het Israëlische regime, maar in een vervormde wijze ook tegen de Palestijnse Autoriteit. De eerste reactie van de leiding van die Palestijnse Autoriteit was een veroordeling van deze uitbarsting van woede onder de Palestijnse massa’s. Slechts toen ze zagen dat de beweging niet kon gestopt worden, probeerden ze de leiding van de beweging op te nemen.
De voorbije jaren hield Israël Arafat quasi gevangen in zijn hoofdkwartier in Ramallah. Dat versterkte zijn status als symbool van Palestijns verzet.
Ondanks het feit dat Ariel Sharon, de Israëlische premier, reeds jarenlang hoopt op de dood van Arafat, kwam het nieuws voor hem toch op ongelegen moment. Naast de angst dat hij mee zal verantwoordelijk geacht worden voor de dood van Arafat en het effect dat dit kan hebben op straat in Palestina, zal de dood van Arafat ook ernstige vragen doen oproepen over de strategie van de Israëlische heersende klasse op dit ogenblik.
De voorbije jaren beweerde het Israëlische regime dat Arafat een obstakel was voor onderhandelen tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit. Dat was één van de belangrijkste argumenten die Sharon naar voor bracht om het terugtrekkingsplan te rechtvaardigen.
De dood van Arafat zou tot gebeurtenissen kunnen leiden die de situatie in Israël en de Palestijnse gebieden dramatisch wijzigen. Er zijn al heel wat namen gevallen van mogelijke kandidaten om Arafat te vervangen als president van de Palestijnse Autoriteit en als leider van de PLO en Fatah: Abu Alla, Abu Mazen, Mohamad Dahlan, zelfs Faruq Kadumi (die aanvankelijk tegen het Oslo-akkoord was) en Marwan Bargoeti die al meer dan 2 jaar in een Israëlische gevangenis zit en veel steun geniet onder de Palestijnse bevolking. Maar niemand van die figuren heeft hetzelfde krediet als Arafat die een krediet kreeg van de bevolking als symbool en als guerilla-strijder.
Zelfs voor het overlijden van Arafat zagen we de eerste elementen van een strijd over de toekomstige controle over de Gazastrook toen vorige zomer de fractie van Dahlan binnen Fatah de controle van de gewapende krachten van Arafat in vraag stelde en er zelfs tegen in ging.
Meer complex
De situatie is vandaag nog complexer aangezien Hamas gesteld heeft dat het haar deel wil opeisen in het bestuur van de Palestijnse Autoriteit. Hamas heeft een massale steun in Gaza, maar als het deel zou uitmaken van de Palestijnse Autoriteit zou dat op langere termijn kunnen veranderen en het zou tevens leiden tot een enorme druk van de imperialistische machten om Hamas niet op te nemen in het bestuur.
Ook andere zaken kunnen vrij snel tot problemen leiden – zelfs voor zijn dood was er de eis van de Palestijnse Autoriteit om Arafat op de Tempelberg in Jeruzalem te mogen begraven, een eis die uitgesloten werd door Israël. Los van de uiteindelijke oplossing, zal de begrafenis sowieso gepaard gaan met een massale Palestijnse aanwezigheid op de straten en dat in een situatie die niet volledig gecontroleerd wordt door de Palestijnse Autoriteit.
Eind oktober haalde Sharon het in een stemming over het terugtrekkingsplan in de Knesset (Israëlisch parlement). De Israëlische heersende klasse wil een terugtrekking uit de Gazastrook, maar heel wat parlementsleden van Likoed, de partij van Sharon, waren ertegen en oefenden grote druk uit op de premier. Vier ministers van Likoed wilden van de stemming gebruik maken om komaf te maken met Sharon.
Sharon leidt onder een gebrek aan steun in zijn eigen partij, en dat terwijl de regeringscoalitie de steun heeft van minder dan de helft van de parlementsleden waardoor de regering onstabiel is.
Momenteel beweert Arafat dat er niets veranderd is door de dood van Arafat, maar er staat een grote druk op hem vanuit Likoed om het terugtrekkingsplan in te trekken en nieuwe onderhandelingen op te starten met een toekomstige partner.
De mogelijkheid van een regering van nationale eenheid is nog steeds aanwezig, maar het lijkt erop dat de volgende algemene verkiezingen in Israël niet lang meer op zich zullen laten wachten.
De dood van Arafat heeft de onstabiliteit die onderhuids aanwezig was nog sterker benadrukt. Deze druk ontstond niet door de persoon Arafat, maar door het falen van het kapitalisme en het imperialisme om de dagelijkse problemen van de Palestijnse an Israëlische arbeiders op te lossen.
De enige oplossing ligt buiten het kapitalisme en haar agenten. De problemen van de massa’s kunnen enkel opgelost worden door het organiseren van een samenleving met een socialistisch plan waarbij de nationale tegenstellingen overbrugd worden door het oprichten van twee socialistische staten als onderdeel van de strijd om een socialistische federatie uit te bouwen in het Midden-Oosten.
-
Israël/Palestina: interview met twee socialistische activisten
Twee leden van “Ma’avak Socialisti”, de Israëlische afdeling van het Committee for a Workers’ International (CWI) zijn in november te gast bij LSP. Op het Uitvoerend Bestuur van LSP/MAS kwamen ze de situatie in hun land en de regio toelichten. We publiceren een uitgebreid verslag.
Verslag door Eric Byl
Yacov: “De huidige crisis in het Midden-Oosten is een enorm probleem voor het imperialisme en bevestigt dat onze regio één van de minst stabiele ter wereld blijft. De oorlog in Irak heeft de tegenstellingen die eerder bestonden nog vergroot. Israël en Palestina zijn geen uitzonderingen, overal in het Midden-Oosten daalt de levensstandaard.
“De meerderheid van de bevolking in de Palestijnse bezette gebieden gaat door een humanitair drama, 70% leeft met minder dan 2$/dag. Maar ook in Israël is de heersende klasse niet langer in staat de levensstandaard op te tillen. Er leven nu ½ miljoen Israëli onder de armoedegrens, op een bevolking van slechts 6 miljoen. 1/3 van de kinderen wordt in armoede geboren."
Crisis van de burgerij
Yacov: “De crisis is een weerspiegeling van de crisis waardoor de burgerij gaat. Alle burgerlijke partijen staan op een dieptepunt inzake populariteit. De burgerij is niet meer in staat haar programma door te drukken en de regio te stabiliseren. De laatste poging voor een koloniaal akkoord mislukte. De heersende klasse in Israël probeert al jaren een akkoord te verkrijgen voor de creatie van een Palestijnse staat die economisch en politiek onder controle van Israël en het VS-imperialisme staat, met aan het hoofd een voor hen betrouwbare politieke kracht.
“Een groot deel van de heersende klasse beschouwt een bezetting zoals nu, niet als een optie voor de toekomst. Directe militaire bezetting is haar zowel economisch als politiek te duur. Een onafhankelijke Palestijnse staat zonder marionettenregering is echter evenmin een optie.
“De Israëlische heersende klasse zal niet zomaar haar belangen in Palestina opgeven. Ondanks de armoede wil de Israëlische burgerij een monopolie voor haar producten op de Palestijnse markt, Palestina blijft bovendien een bron voor goedkope arbeidskrachten.
“De Israëlische burgerij staat echter voor een belangrijk obstakel, ze beschikt immers niet over een politieke kracht in Palestina die de situatie voor haar zou kunnen stabiliseren. Arafat en de Palestijnse Autoriteit hebben alle krediet verloren. Gisteren kwamen slechts een 1.000-tal mensen op straat in Ramallah om de zieke Arafat te eren. Door de corruptie zou slechts tot 7 tot 8% van de Palestijnen achter Arafat staan. Het meest recente verhaal luidt dat de Palestijnse Autoriteit bouwmaterialen van Egypte aan Israël heeft doorverkocht, materiaal dat nu gebruikt wordt om de beruchte scheidingsmuur te bouwen!
“De pogingen van Israël om een alternatief te vinden op Arafat, onder andere de voormalige premier Abu Mazen of nu Ahmed Qurei wordt door de meerderheid van de Palestijnen gezien als een cynische grap. Arafat heeft tenminste nog enig respect door zijn rol in de jaren ’70, zelfs dat hebben andere officiële figuren niet eens. Zij hebben nooit meer dan 3 tot 4% steun gehad."
Plan voor terugtrekking
Yacov: “Het plan voor terugtrekking van de Israëlische soldaten en kolonies uit Gaza is een teken van zwakte van de Israëlische heersende klasse. Er is echter geen sprake van een volledige terugtrekking van de troepenmacht uit Gaza. Het gaat hooguit om een herschikking van de troepen om de bezetting goedkoper te maken. Het is trouwens ook gericht op de verderzetting van de bouw van de scheidingsmuur.
“Sharon benadrukt dat het om een Israëlisch plan gaat, zonder onderhandelingen met de Palestijnen. Niettemin is blijkbaar onderhandeld met de Egyptische president Mubarak en zelfs vertegenwoordigers van Fatah. Een deel van het plan bestaat erin dat het Egyptisch leger haar grens met de Gazastrook controleert. Voor Mubarak kan dit zuur opbreken, het drukt de zwakte van diens regime uit terwijl de verarmde Egyptische massa’s sympathiseren met de Palestijnen. Het drukt ook de zwakte uit van Mohammed Dakhlan, de belangrijkste marionet van Israël en het VS-imperialisme in Fatah. Hij was eerder betrokken bij de Oslo-akkoorden en is in Gaza onpopulair door diens betrokkenheid bij corruptie. Hij beschikt over een monopolie van gas- en oliedistributie in de bezette gebieden.
“Enkele maanden geleden vochten verschillende vleugels van Fatah een strijd uit voor de controle over Gaza. Milities van Dakhlan arresteerden toen vertegenwoordigers van de Palestijnse overheid en bezetten verschillende kantoren van Fatah. Ze wilden de veiligheidsdiensten herstructureren. In Israël werd dit beschreven als een volksopstand, in werkelijkheid bleef de bevolking afzijdig.
“Is het terugtrekkingsplan wel mogelijk? Sharon is ongetwijfeld voor onder druk van de Israëlische heersende klasse en het VS-imperialisme. Hij staat echter eveneens onder druk om het plan niet door te voeren, door rechtse regeringspartijen die de kolonisten vertegenwoordigen en de rechts religieuze partij die al maanden dreigt de regering te verlaten."
Politieke onstabiliteit in Israël
Yacov: “De Israëlische “Arbeiderspartij” voerde gesprekken met Likoed over een mogelijk toetreden tot de regering. De Arbeiderspartij is echter verdeeld daarover, sommigen willen nieuwe verkiezingen. Verschillende fracties hopen elk op hun eigen manier betere posten te bekomen. Het is moeilijk te zien hoe de Arbeiderspartij in de regering zou kunnen geraken.
”In Likoed is er heel wat discussie aan de basis. Een paar weken geleden verloor Sharon er nog de stemming over toetreding van de Arbeiderspartij tot de regering. Zijn positie is enorm verzwakt, op het partijcongres verloor hij de stemming over diens terugtrekkingsplan. Verschillende ministers hopen er op hun manier munt uit te slaan. Financieminister Netanyahu wil een nationaal referendum over het terugtrekkingsplan en dreigt zoniet met ontslag binnen de 9 dagen. Hij heeft een door en door populistische benadering en begrijpt de druk zowel van de heersende klasse als van de basis van Likoed.
“De meerderheid van de Israëlische bevolking, ongeveer 60%, is voor het terugtrekkingsplan. Ze zien het als een terugtrekking van de soldaten uit de bezette gebieden. Sharon en de heersende klasse willen geen referendum omdat dit teveel uitstel zou betekenen, bovendien deinst Sharon na het verlies op het congres van Likoed ook terug voor de effecten van een nederlaag bij een referendum over diens terugtrekkingsplan. De heersende klasse gebruikt de terugtrekking als een valstrik. Ze slaagt er niet in de volledige controle over Likoed te verkrijgen. Anderzijds is de Arbeiderspartij, traditioneel de belangrijkste burgerlijke partij in Israël haar electoraat verloren. In Likoed dreigt een splitsing. In dat geval zal Sharon het merendeel achter zich krijgen en is het de rechtervleugel die zal afsplitsen. Zonder de steun van de kolonisten is de sociale basis van Likoed echter ondermijnd."
Economische crisis en arbeidersverzet
Yacov: “Niet enkel het nationaliteitenvraagstuk illustreert het failliet van de burgerij. De economische crisis in Israël is volgens Israëlische commentatoren de ergste sinds het ontstaan van de staat in 1948. We verwezen al eerder naar de stijgende werkloosheid, dat is en nieuw gegeven voor Israël, het resultaat van 5 besparingsplannen op 2 jaar tijd. Het heeft onder meer geleid tot het totale faillissement van de gemeentebesturen waardoor de lonen al een ½ jaar niet worden uitbetaald. Nooit eerder waren de klassenverschillen in Israël zo duidelijk. Voor het eerst heerst er openlijk haat ten aanzien van de heersende klasse en de traditionele partijen. Voor het eerst worden we geconfronteerd met een sociale revolte die zich uitdrukt in de recente stakingen.
“De belangrijkste staking was die van de dokwerkers ½ jaar geleden. De staking begon naar aanleiding van de privatisering van de dokken. Ze werd illegaal verklaard door de arbeidsrechtbank, maar bleef doorgaan, zelfs toen de leiders van Histadruth ze wilden stoppen. De vakbondsafgevaardigde die het akkoord met het patronaat had getekend werd eruit gegooid door de arbeiders. De staking eindigde in een gelijk spel waardoor het plan met ½ jaar werd uitgesteld. De volgende revolte is daarmee al onderweg.
“Het is het eerste verzet tegen de neo-liberale agenda van de burgerij. Het bewustzijn en de stemming onder de massa’s is veranderd. Het vertrouwen van de arbeiders is toegenomen en daarmee ook de kritiek op de vakbondsbureaucratie. Het was de eerste keer in de geschiedenis van Israël dat een algemene staking uitbrak in solidariteit met de gemeentearbeiders. De regering probeerde de gemoederen te kalmeren, maar op bepaalde punten is het conflict onbeheersbaar geworden. De staking werd door de vakbondsleiders uitgeroepen tot een overwinning, maar in het akkoord staat nog steeds geen bepaling over het uitbetalen van de lonen. Er is nood aan oppositie tegen de leiding van Histradruth, het is daarop dat Ma’avak Socialisti zich concentreert: het samenbrengen van groepen strijdbare arbeiders. We moeten de vakbond opeisen en omvormen tot een instrument tegen de heersende klasse.
“Enkel een dergelijke kracht kan een nieuwe arbeiderspartij creëren. Dit is de belangrijkste doelstelling op dit ogenblik voor de Israëlische sectie van het CWI. Een partij die een klassenbenadering heeft van het nationale vraagstuk kan de eenheid tussen Palestijnse en Israëlische arbeiders bevorderen. Een partij die breekt met het burgerlijk nationalisme ten voordele van een sociale benadering.”
Failliet van de zionistische heersende klasse
Shahar: “Het jongste decennium betekende het failliet van de zionistische heersende klasse. De sterkte van de zion-ideologie onder arbeiders taant. Vandaag wordt zionisme herleidt tot lokaal nationalisme. Zonder de beweging van de kolonisten is er geen ideologische basis onder de Israëlische arbeiders voor het zionisme. Veel arbeiders denken van zichzelf dat ze zionisten zijn, dat komt alleen maar door het gewicht van de officiële propaganda.
“In de beweging van de refuseniks moeten we twee tendensen onderscheiden. Ze bestaat vooral uit mensen uit de middenklasse door de schrik bij arbeiders voor de zelfmoordaanslagen. Door de bevolking worden ze gezien als verraders die de bevolking niet willen verdedigen. 5 refuseniks werden opgesloten in de civiele gevangenis voor een duur van 1 jaar. Het had geen invloed op de massa’s, noch in Israël, noch in Palestina. Ze gebruiken vooral morele argumenten. Zo plaatsten ze een advertentie in de Palestijnse kranten om van zelfmoordaanslagen af te zien uit morele overwegingen.
“Belangrijker is de feitelijke desintegratie van het leger. De moraal van de troepen is beneden peil, er zijn eigenlijk heel wat weigeringen. Zo slaagt de helft van de studenten erin op één of andere manier aan legerdienst te ontsnappen. Regelmatig zijn er muiterijen bij gevechtséénheden. Soms vliegt een volledig peleton (ongeveer 15 soldaten) in het cachot. De soldaten voelen zich behandeld als vuil. Er is een steeds grotere vervreemding tussen de joodse arbeidersklasse en de staat. Het is het resultaat van 15 jaar afbraak van de welvaartstaat.”
Nood aan oppositie binnen vakbond
Shahar: “Een nieuwe arbeiderspartij zal pas ontstaan als resultaat van strijd. Op dit ogenblik is de vorming van oppositie van strijdbare militanten binnen Histadruth waarschijnlijker. Een jaar geleden werd de algemene staking uiteindelijk slechts 4 uur. Er volgde een brief van strijdcomités aan de vakbondsleiders, maar die werd achteraf ingetrokken. Bij een verderzetting van de strijd zal de revolte tegen de bureaucratie van Histadruth oplaaien. De leiding van Histadruth is alle autoriteit onder de arbeiders verloren. Histadruth wordt door veel ongeorganiseerde arbeiders gezien als een staatsinstrument waarmee ze niets te maken willen hebben. Indien duidelijk wordt in de strijd dat Histadruth niets doet en de arbeiders met hun rug tegen de muur staan, kan dit leiden tot een afname van het syndicale bewustzijn of een trend naar de kleine, nog meer reactionaire, vakbonden. In sommige gevallen kunnen bepaalde sectoren zich afscheiden. Wij denken echter dat dit in de huidige context zou leiden tot verdeeldheid waarbij de strijdbare militanten overstappen naar de nieuwe federatie en de meerderheid binnen Histadruth blijft. Vandaar onze oproep voor een strijdbare oppositie binnen Histadruth.
“In het verleden was Histadruth een extreem voorbeeld van een gele (een populaire term voor “burgerlijke”) vakbond. Het was het belangrijkste instrument voor de creatie van de zionistische staat, samen met die staat het belangrijkste substituut voor de burgerij en de belangrijkste werkgever. Net zoals de staat was Histadruth in de jaren ’80 bankroet. In ’94 werd Histadruth hervormd en werden de meeste eigendommen verkocht. Daardoor werd het een efficiënter politiek instrument. Toch blijven er nog restanten van de relatie met de zionistische staat. Hoewel er ook Palestijnen bij aangesloten zijn, blijft Histadruth vooral de vakbond voor de Joodse sector van de arbeidersklasse. In 40 lokale gemeentebesturen werden de lonen nog steeds niet uitbetaald, dat zijn alle gemeenten met hoofdzakelijk een Arabische bevolking."
Nood aan nieuwe arbeiderspartij
Jacov: “Het is niet zeker of een nieuwe arbeiderspartij meteen een klassenbenadering zal aannemen over het nationale vraagstuk, maar wij zullen ervoor vechten. Er zijn wel degelijk Palestijnen georganiseerd in Histadruth. Een nieuwe arbeiderspartij moet hen aantrekken, ze behoren tot de armste en meest onderdrukte lagen van de arbeidersklasse.
“Enkele jaren geleden richtte de leiding van Histadruth een zogenaamde arbeiderspartij op onder de naam AM Ekhad (Eén Volk). Die partij had geen positie over het nationale vraagstuk, dat liet ze over aan de burgerij. Ze werd opgezet door de vakbondsbureaucratie en niet door de meer vooruitstrevende arbeiders. Er werden geen arbeiders en jongeren naar aangetrokken. Er was, door gebrek aan interne democratie, geen mogelijkheid om tussen te komen. Met die houding heeft Am Ekhad haar eigen graf gedolven. Amir Peretz, de leider van Histadruth, niet te verwarren met Peres van de Arbeiderspartij, stapte recent over naar de Arbeiderspartij.
“De officiële banden tussen de Arbeiderspartij en Histadruth werden destijds verbroken in het kader van de hervorming van Histadruth. Het feit dat Peretz nu aansluit bij de Arbeiderspartij toont de ware aard van de bureaucratie. De Israëlische arbeiderspartij was van bij het begin burgerlijk, zionistisch en verbonden met het grootkapitaal. Ze wordt geïdentificeerd met neo-liberale besparingen en de Oslo-akkoorden, sedert ze zowat 50% van haar kiezers verloor trekt ze enkel nog stemmen aan van de middengroepen. Dat Peretz daarbij aansloot bleef niet zonder gevolgen bij de arbeiders in Histadruth.
“In de jaren ’60 en ’70 weigerden de meeste revolutionaire stromingen zoals veel arbeiders iets te maken te hebben met Histadruth. Nu is de politiek van Histadruth echter gewijzigd. Ze telt nu 700.000 leden op een bevolking van 6 miljoen. We kunnen dat niet links laten liggen. Het deel van de arbeiders dat nu al wil breken met Histadruth is zeer klein."
Verzet in Palestina
Yacov: “In Palestina en de bezette gebieden is de positie van de vakbonden verzwakt door de hoge werkloosheid van 50 tot 60%. Tijdens en na de 2de Intifadah hadden Palestijnen voornamelijk tijdelijke jobs. Enkele maanden geleden vergaderden de vakbonden van het ILO (International Labour Organisation) voor het eerst in Ramallah. Histadruth stuurde toen één van haar minder belangrijke leiders, een lid van de betekenisloze stalinistische PC. De atmosfeer was wanhopig, maar tegelijk militant. De afgevaardigde van de Palestijnse Autoriteit op die vergadering wees erop in zijn tussenkomst dat de belangen van de arbeiders in de huidige situatie ondergeschikt zijn aan de belangen van de natie, hij stelde zelfs een aantal neo-liberale maatregelen voor. De vakbondsleiding is er trouwens geïntegreerd in de leiding van de Palestijnse Autoriteit. Het Volksfront en het Democratisch Front, die een belangrijke rol speelden in de 1ste Intifadah zijn na de instorting van de Sovjetunie eveneens ingestort. Ze worden nu gecontroleerd door Westerse Niet Gouvernementele Organisaties (NGO’s), hun positie inzake het nationale vraagstuk is dezelfde als die van Fatah en Hamas. Ze zien de Israëlische massa’s als één zionistisch blok.”
“De belangrijkste ontwikkeling is de bouw van de scheidingsmuur. Sedert 6 maanden zijn er dagelijkse massamobilisaties in de Westbank. Hele dorpen verzetten zich tegen de muur. De officiële Palestijnse organisaties als Fatah en Hamas spelen hierin geen enkele rol. Het wordt gecontroleerd door dorps- en/of wijkcomités. Ze functioneren nog niet volledig democratisch, maar zijn een enorme verworvenheid die verwijst naar de massamobilisaties tijdens de Intifadah. Heel wat Israëlische activisten, waaronder leden van Ma’avak Socialisti, nemen deel aan die mobilisaties. Hoewel de Israëlische deelnemers vooral uit de middengroepen komen, toont dat aan dat er ook Israëli tegen de bezetting zijn.”
Shahar: “De partij die 4-5 jaar geleden door de leiding van Histadruth werd opgezet was een precedent. Het trok strijdbare arbeiders aan zowel van Likoed als van de arbeiderspartij, en ook een laag jongeren. Van bij het begin was er geen democratie, werd de partij direct gecontroleerd door de leiding van Histadruth, waren er geen massameetings en geen vergaderingen waar vragen gesteld konden worden. Enkel de leiding sprak, de rest luisterde. We hebben eens vanuit de zaal een vraag geroepen en werden er onmiddellijk uit gegooid.
“Am Ekhad kende geen organen die konden ontwikkelen. Behalve bij verkiezingen was de partij onzichtbaar. Het was hooguit een mislukt carrière-instrument voor de leiders van Histadruth. Dat had een zeker effect op strijdbare arbeiders, het leidde tot desillusie. Een harde kern bleef wel nog enige tijd loyaal ten aanzien van Peretz. De retoriek van de leiding van Am Ekhat liet zich als volgt samen vatten: “de grote meerderheid van de arbeiders blijft als schapen voor de arbeiderspartij en Likoed stemmen”. Die uitspraak illustreert dat de leiders nooit geloofden in de capaciteit om bredere lagen te mobiliseren.
“Histadruth maakt deel uit van de International Labour Organisation, daarin zitten wel meer reactionaire tendensen. Een van de redenen voor de verzwakking van de Palestijnse Autoriteit is het niet betalen van het overheidspersoneel. De vakbondsfederatie deed echter niets, ze mobiliseert niet, ook niet tegen de militaire interventie in de Gazastrook. Arafats ziekte creëert geen vacuüm, dat bestaat al lang. Het zal enkel wat meer benadrukt worden. Dat vacuüm wordt opgevuld door de politieke Islam. Het weerspiegelt het bankroet van links, in het bijzonder de CP (Communistische Partij) die nu een mengeling van Islam en reformisme aanhangt. De CP noemt nu de Volkspartij. Tijdens de eerste Intifadah mobiliseerde die nog 10.000-en arbeiders, maar dat is nu weg door hun verraad. Hamas lijkt nu de enige militante oppositie tegen de bezetting en tegen de corruptie in de Palestijnse Autoriteit. Hamas heeft een netwerk van liefdadigheid, voedselverstrekking, scholen, crèches en ziekenzorg. Veel Palestijnse gezinnen zijn voor hun overleven aangewezen op voedselbedelingen van Hamas.
“De bankroete organisaties proberen dit na te bootsen. Zelfs het Democratisch Front steunt de kamikazes. De Israëlische heersende klasse heeft geen belang bij chaos. In het verleden kneep de Israëlische heersende klasse een oogje dicht voor Hamas en het Islamitisch Broederschap. Ze hoopte op die manier de steun voor de PLO te ondermijnen. Nu geniet Hamas de steun van de bevolking. De Israëlische burgerij probeerde Dakhlan te steunen, maar dat is geen voldoende kracht om stabiliteit te garanderen. De burgerij wordt nu geconfronteerd met chaos in de bezette gebieden, dat is een hindernis om haar plannen door te voeren.
“Het Europees imperialisme wordt in Israël voorgesteld als anti-semitisch en zou enkel begrip opbrengen voor de argumenten van de Palestijnen. Het gerechtshof in Den Haag en de uitspraken in België over de misdaden van het zionisme worden in Israël misbruikt om de bevolking achter de Israëlische burgerij te scharen. Er zijn geen illusies in de Europese Gemeenschap, wel in het VS-imperialisme. Men is zelfs begonnen met een dollarisering van de economie. Het is duidelijk dat de VS over alles het laatste woord moet hebben, ook over de terugtrekking uit de Gaza. Het is het VS-imperialisme dat Israël heeft toegestaan het recht op terugkeer van de Palestijnen te negeren, dat toestond de kolonies te behouden en in de bezette gebieden binnen te dringen.
“In Israël heeft nooit een linkse kracht van betekenis bestaan. Er was nooit een echte arbeiderspartij, op enkele kleine partijen na zijn alle partijen zionistisch. Het historisch gebrek aan een van de staat onafhankelijke arbeidersorganisatie heeft zijn effect nagelaten op het bewustzijn van de arbeidersklasse. Het verklaart de illusies in het terugtrekkingsplan en de steun voor de scheidingsmuur. De Palestijnse massa’s doorzien die strategie. Slechts 35% steunt het terugtrekkingsplan tegenover 70% van de Israëli. Het terugtrekkingsplan en de scheidingsmuur hebben reactionaire gevolgen voor de arbeiders, het versterkt het wantrouwen tussen beide gemeenschappen.”
-
Israël: het “terugtrekkingsplan” van Sharon
Het Israëlische parlement (de Knesset) stemde vorige week over Ariel Sharons "Terugtrekkingsplan". Zou dit plan het einde van het bloedige Israëlisch-Palestijnse conflict kunnen bevorderen? De regering wil 8.000 kolonisten evacueren uit de Gazastrook, een einde maken aan de directe militaire bezetting daar en tevens wil ze 4 geïsoleerde nederzettingen in het noorden van de Westelijke Jordaanoever evacueren. De aanwezigheid van die nederzettingen draagt bij tot de directe onderdrukking van honderdduizenden mensen.
Shahar Benhar
De Israëlische regering was verantwoordelijk voor het opzetten van nederzettingen met kolonisten en zal nu ook voorzien in een compensatie voor de kolonisten (tot 450.000 euro). Het Israëlische leger zal de doorgang van en naar de Gazastrook en de enclaves op de Westelijke Jordaanoever controleren, zal de exclusieve controle behouden over het luchtruim en zal blijven militaire oefeningen doen voor de kust van de Gazastrook.
Deze unilaterale splitsing is geen onderdeel van een twee-statenoplossing voor het conflict. Volgens Dov Weiglass, een adviseur van Ariel Sharon, zal het er eerder voor zorgen dat bij het "vredesproces" niet wordt ingegaan op zaken als een Palestijnse staat, de terugkeer van vluchtelingen en de status van Jeruzalem. Het is dan ook evident waarom de Palestijnse massa’s geen illusies hebben in het resultaat van het plan van Sharon.
Sharon’s hindernissenparkoers
Het terugtrekkingsplan heeft geleid tot een aardschok binnen het Israëlische politieke establishment waarbij de tegenstellingen en splitsingen binnen de grotere partijen scherper worden. In een ideale situatie zouden de kapitalisten de voorkeur geven aan een gezamenlijke regering van "nationale eenheid" van Likoed en Labour (de Arbeiderspartij), waardoor zowel het terugtrekkingsplan als het besparingsbeleid gemakkelijk door het parlement zouden raken. Deze eenheidsregering werd echter onmogelijk door delen van de Arbeiderspartij en van Likoed die het verhinderen. Een ander probleem voor de regering van Sharon is de aanpak tegenover de groei van een kleine extreem-religieuze fractie van kolonisten die de voorbije 30 jaar door verschillende regeringen werd gesteund.
Op 12 september organiseerde de belangrijkste organisatie van kolonisten een betoging tegen het terugtrekkingsplan op het Zionplein in Jeruzalem. Daar namen zo’n 50.000 mensen aan deel. Minder dan een maand hiervoor, had deze organisatie al aangetoond wat haar mobilisatiekracht was toen het 100.000 betogers op de been bracht voor een "mensenketting". De leiding van de organisatie is echter bang van de macht van de beweging aangezien het haar controle ontgroeid is. Er werd snel tussengekomen om te ontkennen dat zou opgeroepen worden tot een burgeroorlog of tot de moord op Sharon.
Ondanks de brede steun voor het terugtrekkingsplan in Israël zelf, wil Sharon geen referendum over het plan. Een referendum zou de uitvoering van het plan uitstellen en zou de politieke macht van Sharon verder ondermijnen wat hem wel eens fataal zou kunnen worden. Zelfs toen het gebrek aan steun voor het plan duidelijk werd in de leiding van Sharons partij (Likoed) en ook onder de leden (Sharon verloor een ledenreferendum), kondigde hij aan toch door te zullen zetten.
Kapitalisme is verantwoordelijk voor spanningen
Het terugtrekkingsplan en de 600 kilometer lange scheidingsmuur zullen de problemen niet oplossen maar deze enkel sterker benadrukken. Het vormt een bedreiging voor toekomstige rampen voor zowel de Palestijnse als de Israëlische massa’s. Een einde van de directe militaire bezetting door Israël in de erg dicht bevolkte regio is belangrijk en kan levens redden. Maar het zal geen einde betekenen van de cyclus van bloedvergieten.
De regionale economische crisis zal wellicht dieper worden en zal stoten op een hard verzet van de massa’s in de bezette gebieden en de groeiende laag van onderdrukte Israëli. Bij gebrek aan een politiek alternatief, richt veel van de gerechtvaardigde woede van de Palestijnse massa’s zich vandaag naar de destructieve en onefficiënte methoden van Hamas. Maar Hamas biedt geen oplossingen, en dat terwijl de nood aan een oplossing dringender dan ooit geworden is. Hamas zal hetzelfde lot ondergaan als Fatah (PLO) en de oude Volkspartij (de voormalige Communistische Partij).
De meest dringende taken voor de heersende klasse in Israël zijn het terugtrekkingsplan, de vervollediging van de muur en het doorvoeren van een besparingsbeleid. De dringende taak van de Palestijnse en Israëlische massa’s is om revolutionaire socialistische organisaties op te bouwen die hen in een serieus gevecht voor hun toekomst kunnen leiden. Het kapitalisme biedt geen basis voor degelijke levensomstandigheden en biedt geen oplossing voor de enorme armoede in de regio. Het systeem kan haar interne tegenstellingen niet overwinnen en zal geen vrede brengen in het Midden-Oosten.
Enkel massale strijdbewegingen van de massa’s in Israël en Palestina zullen leiden tot het omverwerpen van de corrupte elites, de vorming van een samenleving gericht op de behoeften van iedereen in plaats van de winsten van de kapitalisten en de vorming van een socialistisch Israël naast een onafhankelijk socialistisch Palestina als een stap naar een socialistische en democratische federatie van het Midden-Oosten. Dat is de enige oplossing voor het bloedige conflict.
De muur van illusie
De afscheidingsmuur wordt vandaag in Israël voorgesteld als een "magische oplossing" die zal zorgen voor veiligheid en de bescherming van al wie in Israël leeft. Op de Westelijke Jordaanoever zou de muur in totaal 600 kilometer lang zijn in een geografisch gevarieerd gebied. De mogelijkheden om de muur over te steken zijn groter dan het oversteken van de grens aan de Gazastrook. Het is waarschijnlijk dat er na de vervollediging van de muur door Israëlische Palestijnen tegenover de vernedering van het racistische beleid van de Israëlische regering gereageerd wordt met meer bomaanslagen in Israël.
In tegenstelling tot wat de Israëlische regering beweert zal de situatie niet kalm en stabiel worden, de kans daarvoor is zowat even groot als de kans dat de Israëlische parlementsleden beslissen om morgen vrijwillig aan het minimumloon te leven! De regering heeft al aanpassingen gedaan aan de plaatsen waar de muur opgetrokken wordt, in een poging om tegemoet te komen aan de kritiek van het Westerse imperialisme en verschillende mensenrechtenorganisaties.
Maar zelfs met de aanpassingen zal de muur op een directe wijze het leven van duizenden Palestijnen moeilijker maken en hen afscheiden van de centra van hun dagelijks leven waardoor ze geen toegang hebben tot diensten en werkplaatsen. Het zal enkel de uitbuiting, armoede, woede en frustratie doen toenemen en zal op die basis meer mensen in de armen van Hamas drijven.
Jongeren verzetten zich tegen militaire dienstplicht
De groeiende woede tegen de staat komt ook tot uiting in het toenemend aantal jongeren die zich verzetten tegen de militaire dienstplicht en meer algemeen in een lage moraal van de troepen, zeker bij de gevechtseenheden. Wie zou het laatste slachtoffer willen zijn in Gaza, als het duidelijk is dat de terugtrekking van de troepen een kwestie van tijd is? Begin augustus publiceerde een groep van 30 families een open brief aan scholieren en studenten om hen op te roepen na te denken over hun toekomstige militaire dienst. Enkele uittreksels.
"Deze brief is geen aanmoediging om geen militaire dienst te vervullen. Integendeel, we moedigen de militaire dienst an. Wij allemaal, en natuurlijk alle dubieuze miljonairs in het land die iedere dag grote sommen geld van de staat ontvreemden en die hier grote eigendommen hebben, hebben het leger nodig om hun eigendom veilig te houden.
"We zullen jullie vertellen over de donkere kant van het leger… In het leger wordt gebruik gemaakt van jullie naïeviteit om van jullie een instrument te maken in handen van de ministers en de hooggeplaatste officieren, die enkel denken aan hun posities en enorme lonen. Niemand van hen denkt aan jullie… Jullie zijn slaven met een loon van 15 NIS (2,7 Euro) per dag… Ze zoeken enkel kannonnenvlees. Gratis soldaten kosten hen niets, zeker niet als ze dood zijn."
Israelische operaties in Gaza
Sinds Sharon de Israëlische troepen eind september bevel gaf om de Gazastrook binnen te trekken om Palestijnse militieleden aan te pakken, zijn er meer dan 100 Palestijnse slachtoffers gevallen, voornamelijk burgers, en zijn veel meer Palestijnen gewond geraakt. Huizen en scholen worden platgesmeten door bulldozers, waardoor de enorme sociale problemen van de 1,4 miljoen Palestijnen enkel erger worden.
De Israëlische regering werd hierbij gesteund door de Amerikaanse regering die op 5 oktober haar veto gebruikte tegen een VN-resolutie die zich tegen de operaties uitsprak.
-
Israël: vredesbetogers op zoek naar antwoorden
Maandag werd in Tel Aviv betoogd ter ondersteuning van de terugtrekking uit Gaza. De toespraken waren niet bepaald radicaal. Integendeel, er werd onvoorwaardelijke steun gegeven aan de plannen van Sharon inzake de geplande terugtrekkingen van kolonisten.
Rotem Michaeli, Maavak Sozialistsi, Israel
Wat wel opvallend was, was de jonge leeftijd van de meeste deelnemers aan de betoging waarop zo’n 10.000 aanwezigen waren. De meeste betogers waren jonger dan 20. Ze kwamen op straat om de terugtrekking uit de Gazastrook te steunen en om te protesteren tegen de bezetting, maar de betogers wilden ook antwoorden die de leiders van de vredesbeweging niet kunnen bieden.
De leiding van de vredesbeweging brengt ideeën naar voor die meer dan ooit irrelevant zijn nu ze Sharon steunen en die te verward zijn om een alternatief of breder perspectief te bieden. De leider van de Arbeiderspartij (Labour, een rechtse “sociaal-democratische” partij), Peres, stelde zelfs dat de bevolking het plan van Sharon moet steunen omdat dit de sleutel is voor een nieuwe periode van vrede voor Israël.
Aangezien de leiding van de vredesbeweging geen antwoorden kan bieden, gaan de jongeren op zoek naar andere ideeën en oplossingen. Wij verdeelden een pamflet met de slogan: “steun de terugtrekking [uit de bezette gebieden], versterk de strijd tegen de bezetting, onderdrukking en uitbuiting.” Ook in deze vredesbetoging kregen we veel positieve reacties op de voorpagina van ons blad met de titel: “De gangsters besparen, wij vechten terug.” We verkochten 300 exemplaren van ons blad op de betoging.
Er is een openheid voor socialistische ideeën aangezien veel Israëlische arbeiders en jongeren de terugtrekking uit Gaza steunen en op zoek gaan naar een oplossing voor het bloedige conflict. Als Israëlische socialisten willen wij aantonen dat het kapitalisme niet in staat is om vrede, stabiliteit en een degelijke levensstandaard voor de bevolking van Israël en Palestina te bereiken. Zoals we uitlegden op de betoging is het noodzakelijk dat er arbeiderspartijen van Israëli en Palestijnen komen om een alternatief van stabiele vrede op te bouwen gebaseerd op de reële behoeften van de meerderheid van de bevolking.
-
Egypte: Moebarak geconfronteerd met groeiende tegenstand
Egypte is één van de belangrijkste landen van het Midden-Oosten op geo-strategisch vlak. Het land heeft 72 miljoen inwoners en een grote laag van nieuwe jongeren begon te radicaliseren met de betogingen tegen de oorlog in Irak en de imperialistische bezetting. Het regime van president Hosni Moebarak wordt meer en meer geconfronteerd met oppositie.
Niall Mulholland
Egypte was in de jaren ’50 een centrum van radicalisering in de regio. Gamal Abdul Nasser leidde in 1952 een staatsgreep met de radicale Free Officers’ Movement. In 1956 nationaliseerde hij het Suez Kanaal waarop Groot-Brittannië, Frankrijk en Israël het land binnenvielen. In november 1956 kwam er een vredesakkoord. Zowel in 1948, 1967 als 1973 waren er oorlogen tussen Egypte en buurland Israël. Na de dood van Nasser in 1970 ging de draai naar rechts van het regime verder. Onder de heerschappij van Anwar Saddat kwam het tot een akkoord met Israël in 1979 (Saddat werd hiervoor in 1981 vermoord door een Islamistische groep.).
Onder het regime van president Hosni Moebarak werden de democratische rechten ingeperkt en is de armoede gegroeid. Moebarak werd drie keer ‘verkozen’ als president, maar komt onder steeds meer druk te staan. Islamitische oppositiekrachten slagen erin om heel wat woede te kanaliseren als gevolg van de armoede, werkloosheid en de onderdrukking van de Palestijnen en de bezetting van Irak. De voorbije jaren is er echter ook meer arbeidersstrijd en begint de linkerzijde meer zichtbaar te worden.
We spraken hierover met Laila, een 19-jarige Egyptische studentenactiviste die momenteel in Nederland studeert.
Welk karakter heeft het Egyptische regime?
Laila: Er is de afgelopen 25 jaar slechts één regerende partij geweest, de Nationaal-democratische Partij van huidig president Moebarak. Er zijn verkiezingen, maar er is veel verkiezingsfraude. De regering zegt dat het veranderingen zal doorvoeren en dat het regime ‘democratischer’ zou worden. De regering richtte een uitnodiging aan mensenrechtenorganisaties, NGO’s en anderen om dit voorstel te bespreken. Een aantal organisaties hebben die gesprekken geboycot aangezien het duidelijk is dat het niet de bedoeling is van Moebarak om echte democratie door te voeren.
Waarom start de regering een discussie over ‘democratische hervormingen’?
Laila: De regering staat onder zware druk en dit reeds gedurende twee tot drie jaar. Er wordt gefluisterd dat Moebarak de macht zou overdragen aan zijn zoon, maar dit zou natuurlijk geen stap vooruit zijn.
Is er een georganiseerde oppositie tegen Moebarak?
De ‘Islamitische Broederschap’ staat sterk en geniet heel wat steun van beter begoede studenten. De Broederschap heeft ook heel wat steun opgebouwd doorheen sociaal werk. Het biedt goedkope boeken aan voor studenten en helpt ook mensen op andere vlakken. De organisatie doet dit onder verschillende vormen aangezien religieuze partijen officieel verboden zijn in Egypte. De islamisten controleren nu de meeste universiteiten. Ze vormen een bredere beweging dan in sommige andere landen. De groep ‘Islamitische Jihad’ bestond wel, maar werd zwaar bestreden door de staat.
De bedoelingen van de Broederschap zijn niet duidelijk. Ze roepen op om terug te keren naar de godsdienst. Aan de universiteiten voeren ze campagne voor de hoofddoek, en ze zetten druk op vrouwen om effectief een hoofddoek te dragen. De Broederschap organiseerde vorig jaar betogingen tegen de oorlog in Irak. Veel mensen waren woedend omwille van de oorlog. Maar ook de linkerzijde organiseerde acties, zowat de eerste publieke protestacties van de linkerzijde sinds lange tijd.
Is het Nasserisme – de pan-Arabische nationalistische beweging uit de jaren ’50 – vandaag nog een belangrijke kracht?
Laila: Er zijn nog altijd mensen die zichzelf omschrijven als aanhangers van Nasser en er is een partij die zich op de traditie van Nasser baseert. Deze partij heeft twee parlementsleden. Die werden door de politie opgepakt bij een actie tegen de oorlog en werden zo hard aangepakt dat ze op intensieve zorg terechtkwamen. De aanhangers van Nasser beschrijven zichzelf als ‘seculier’ (niet-religieus). Veel Egyptenaren steunen de idee van het pan-Arabisch nationalisme nog. Maar alle officiële oppositiepartijen werken samen om de positie van de heersende partij van Moebarak veilig te stellen.
Is er veel steun voor Al Qaeda of andere vormen van politieke islam?
Laila: Er is niet veel concrete steun. Er is wel sympathie voor dit soort bewegingen. De aanslagen van 11 september werden niet gesteund door de bevolking, maar werden wel beschouwd als een manier om de woede te kanaliseren. Na de oorlog in Irak en het bekendmaken van de mishandelingen van Irakese gevangenen door de bezettingstroepen, is de steun voor islamitische ideeën sterker geworden. Maar de bevolking wil geen staat naar het model van de Taliban.
Is er vakbondsstrijd?
Laila: Er waren de laatste drie jaar een paar geïsoleerde strijdbewegingen. Zo was er een busstaking in Fayoum, maar nieuws van stakingen wordt meestal tegengehouden door de regeringsgezinde media.
Onder welke sociale omstandigheden leven de arbeiders?
Laila: Zowat 40% van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Het is niet uitzonderlijk dat families met 7 of 8 in één kamer samenwonen. De lonen zijn al lang niet meer gestegen terwijl de prijzen de afgelopen vijf jaar sterk zijn gestegen. Sinds het einde van de periode van Nasser is de armoede toegenomen. Ondanks alle beperkingen van Nasser, voorzag hij wel sociale steun voor veel mensen. Oudere mensen zeggen vaak dat het toen beter was en de neo-liberale maatregelen hebben inderdaad veel problemen veroorzaakt.
Wat zijn de belangrijkste linkse groepen in Egypte en hoe sterk zijn ze?
Laila: Het profiel van de linkerzijde kwam opnieuw naar voor tijdens de tweede Intifada van de Palestijnen. Er waren toen grote betogingen. Ook organiseerde de linkerzijde betogingen tegen de oorlog in Irak, waarbij er ongeveer 1.000 mensen betoogden. Dat waren voornamelijk aanhangers van Nasser en socialisten die georganiseerd zijn in ondergrondse organisaties. De betogingen na het begin van de oorlog waren erg groot met op het hoogtepunt zo’n 40.000 betogers. Een linkse actie met zo’n 1.000 deelnemers duurde 12 uur. Het was namelijk in actie in het centrum van Caïro waarbij de politie het plein had afgezet. Islamitische groepen deden niet mee met de linkse acties.
Op 21 maart 2003 werden ongeveer 800 betogers op erg gewelddadige wijze opgepakt door de politie bij een brutale aanval op een betoging. De betogers werden geslagen en gevangengezet waarbij ze gemarteld werden. De regering was namelijk meer en meer bezorgd over de groeiende militante oppositie.
Op welke manier ben jij met je kameraden actief in de linkse oppositie?
Laila: Ik zat op school in 2003 en nam deel aan de acties. Ik ben eenmaal opgepakt gedurende 4 uur. De harde aanpak van de politie leidde tot het ontstaan van een nieuwe beweging – ‘De beweging van 20 maart’ – waarbij de datum van het begin van de politiebrutaliteiten werd aangenomen als naam van de beweging. Deze beweging eist democratie en heeft anti-imperialistische en linkse opvattingen. Er zijn veel kansen voor linkse activisten, maar we moeten leren van de fouten in het verleden. We moeten ook werken aan het overtuigen van de arbeiders en de armen.
Groeit de linkerzijde?
Laila: Ja, er is een begin van groei, maar links is nog niet sterk genoeg om een stevige impact te hebben. Dit zal tijd vergen, maar het regime staat nu zwakker. Er is veel werkloosheid, de corruptie van het regime is meermaals aangetoond, de armoede neemt toe. In het algemeen is de situatie een kookpunt aan het bereiken. Drie jaar geleden was het ondenkbaar dat er grote publieke protestacties zouden plaatsvinden. Nu is er een nieuwe sfeer en is de bevolking niet meer zo bang als voorheen om in actie te komen.
-
Irak/Saoedie Arabië: Bush betaalt prijs voor oliegok
Eén van de redenen voor de VS-oorlog en bezetting van Irak was de grote afhankelijkheid van olie uit Saoedie-Arabië. Het imperialisme zag een mogelijk marionettenregime in Irak, het land met de tweede grootste olievoorraad ter wereld, als een vorm van zekerheid tegenover de mogelijke onstabiliteit in Saoedie-Arabië. Het groeiende verzet tegen de bezetting van Irak heeft echter geleid tot een daling van de olieproductie waarbij het niveau van voor de oorlog absoluut niet gehaald wordt. Samen met een toegenomen vraag naar olie vanuit China en India, en de beperkte voorraden in de VS, is de prijs van een vat olie de voorbije weken gestegen tot meer dan 40 dollar per vat.
In reële cijfers is dit nog ver onder de stijging van de olieprijzen in 1973 na de Arabisch-Israëlische oorlog, waarna de economie in een recessie terechtkwam. Maar de toename van het aantal aanslagen in Saoedie-Arabië, waarbij deze aanslagen zouden gepleegd worden door groepen gelieerd aan Osama bin Laden’s Al Qaeda groep, verstoren de olie-industrie. Ondanks de belofte van het regime in Saoedie-Arabië om meer olie op de markt te brengen, is er toch sprake van een prijsstijging onder druk van de terroristische aanslagen.
Het olierijke Saoedie-Arabië wordt geregeerd door een corrupte semi-feodale monarchie dat een verbod opgelegd heeft op politieke partijen en vakbonden en dat geen vrije media duldt. Het regime baseert zich op een extreem-rechtse Islamistische ideologie, terwijl het anderzijds nauwe politieke banden onderhoudt met de VS en de familie-Bush in het bijzonder.
De financiële reserves van het land zijn echter zwaar aangetast door de steun aan de door de VS geleide oorlog tegen Irak in 1991 en anderzijds door de daling van de olieprijzen in het afgelopen decennium. Als gevolg hiervan heeft Saoedie-Arabië een groot aantal werklozen, veel universitairen vinden geen werk. Deze universitairen hebben echter ook een scholing doorlopen in de tradities van de rechtse politieke islam.
Bij afwezigheid van arbeidersorganisaties en socialistische partijen, is er een groot potentieel in Saoedie-Arabië voor reactionaire Islamistische groeperingen die kunnen groeien op basis van hun anti-Westerse propaganda. De mensen rond de Saoedi Osama bin Laden hebben de bedoeling om de VS-troepen en westerse inwoners van het land uit te wijzen en een reactionair regime te vestigen naar het model van de Taliban.
-
Verzet tegen Sharon groeit
Israël/Palestina
Op 15 mei, een week na het bloedbad op de Gaza strook, betoogden zo’n 200.000 mensen door de straten van Tel Aviv. Het falen om zelfs maar de schijn te wekken dat er een vredesplan kan komen, maakt dat velen voor het eerst in jaren deelnemen aan een betoging. Jacob Marmerstein van Maavak Sozialisti brengt verslag uit.
Vernielingen in Gaza
Terwijl Sharon het heeft over het ‘terugtrekken’ uit de Palestijnse Gaza-strook, gaan de Israëlische troepen meedogenloos verder met het vernietigen van huizen met tanks en bulldozers gesteund door gevechtsvliegtuigen.
Ondanks het formele protest van de Britse minister van buitenlandse zaken Jack Straw, is het duidelijk dat premier Sharon de steun geniet van George Bush bij de bloedige invasie en de vernielingen in de Gaza-strook.
In het vluchtelingenkamp Rafa werden een groot aantal Palestijnse militanten en burgers vermoord. Israëlische troepen proberen de oppositie van gewapende milities te breken door de stad volledig te omsingelen en een enorm bloedbad aan te richten.
Het Israëlisch leger lijkt een taktiek van de verschroeide aarde toe te passen en vernietigt alles dat het op haar pad tegenkomt. Deze taktiek van ‘collectieve afstraffing’ heeft ertoe geleid dat de voorbije 3,5 jaar meer dan 3.000 Palestijnse huizen met de grond gelijk gemaakt zijn.
Hoewel deze betoging de grootste tegen de bezetting was sinds het begin van de Intifada (Palestijnse opstand), kon de sfeer toch eerder omschreven als wanhoop en niet zozeer woede. Veel betogers dachten dat niets kan gedaan worden tegen het regeringsbeleid. Veel betogers hadden, in tegenstelling tot de meerderheid van de bevolking, nog illusies in vredesplannen voorgesteld door het establishment, zoals het akkoord van Genève of de wegenkaart naar vrede van George Bush.
Maavak Sozialisti, de Israëlische afdeling van het CWI, legde in haar pamflet op de betoging uit dat er geen oplossing mogelijk is onder het kapitalisme. Geen enkel "vredes-"akkoord tussen twee corrupte elites kan de echte problemen van de arbeiders in Palestina en Israël oplossen, problemen zoals de werkloosheid en armoede. In onze pamfletten riepen we op voor een gezamenlijke strijd van arbeiders langs beide kanten tegen de bezetting en tegen de regering die gedomineerd worden door de grote bedrijven, zowel in Israël als Palestina.
Ondanks het grote aantal betogers vanuit heel het land, waren de organisatoren er niet in geslaagd om georganiseerde delen van arbeiders of jongeren te organiseren. Dit komt voornamelijk omdat de strijd niet gekoppeld werd aan de strijd tegen lage lonen, werkloosheid en de neo-liberale agenda van de regering. Daarnaast keren veel arbeiders zich af van de zogenaamde ‘oppositie’-partijen die mee in de organisatie van de betoging zaten.
De Arbeiderspartij en politici van de nieuwe sociaal-democratische partij Yahad verloren veel steun onder arbeiders en jongerne na een reeks neo-liberale aanvallen vanuit de regering. De betoging toonde de noodzaak van een echte arbeiderspartij die de strijd tegen de bezetting verbindt aan de dagelijkse problemen van arbeiders en waarbij gestreden wordt voor een einde vanh et bloedige conflict door het kapitalistische winstsysteem omver te werpen.
-
Israël/Palestina. Groen licht van Bush voor Sharon
Zodra de Israëlische premier Ariel Sharon terugkwam van een triomfalistische vergadering met VS-president Bush, ging hij over tot het organiseren van de moord op de nieuw aangestelde leider van de Islamitische Palestijnse organisatie Hamas. Abdel Aziz Rantisi was minder dan een maand Hamas-leider nadat zijn voorganger, sjeik Yassin, vermoord werd door de Israëlische troepen.
Net zoals Yassin had Rantisi een grote autoriteit onder de Palestijnen. Volgens een peiling – toen Yassin nog leefde – was enkel Arafat nog populairder dan Rantisi. Deze nieuwe aanslag zal de wraakgevoelens nog versterken en zal de woede onder de Palestijnen zeker niet doen afnemen. Die woede staat al op een kookpunt door de aanhoudende vernederingen, de vernieling van huizen, wegblokkades, de arrestaties en de moorden door het Israeli Defence Force (IDF).
De steun voor Hamas zal groeien omwille van het feit dat die organisatie nu overduidelijk het belangrijkste doelwit is van de IDF, en ook omdat de leiders van deze organisatie niet aangetast zijn door corruptie en bovendien meer open staan voor gewapende acties in vergelijking met de leiders van de Palestijnse Autoriteit rond Yasser Arafat.
Sharon heeft de repressie opgedreven om de steun te winnen van rechtse Israëlische leiders die tegen het unilaterale scheidingsplan van Sharon zijn. Dat plan bestaat uit het terugtrekken van de IDF uit Gaza, het verwijderen van 18 nederzettingen in Gaza en een klein aantal buitenposten op de Westelijke Jordaanoever die moeilijk te verdedigen zijn, en het vervolledigen van een muur waardoor de Palestijnen onderworpen worden aan een vorm van apartheid. De grootste nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever zouden officieel Israëlisch territorium worden waardoor Israël zowat 90% van de grond van Palestina voor 1948 zou controleren.
Een aantal commentatoren noemt het plan progressief omdat voor het eerst nederzettingen uit Gaza en de Westelijke Jordaanoever zouden teruggetrokken worden. Maar het aantal kolonisten is de afgelopen 10 jaar meer dan verdubbeld, waarbij nu slechts een erg beperkt deel zou teruggetrokken worden. Er zouden meer dan 400.000 kolonisten blijven.
Het klopt dat het beleid van Sharon een stap achteruit is voor de harde rechterzijde in Israël, ook binnen de Likoed partij van Sharon, die een volledige Joodse dominantie wil van de Jordaan tot aan de zee. Er is de mogelijkheid van belangrijke verdeeldheid binnen Likoed. Maar het beleid van Sharon bestaat ook uit een sterke repressie tegenover de Palestijnen die overgelaten worden aan armoede, hun beweegruimte beperkt zien tot kleine enclaves waarbij ze zelf geen controle hebben over de grenzen, het water, de lucht, het buitenlands beleid en zelfs geen eigen leger mogen hebben.
De moorden door de IDF kwamen er deels als antwoord op de verwachtingen dat organisaties zoals Hamas de beperkte terugtrekking van Israëlische troepen als een overwinning zouden naar voor brengen en zichzelf op die basis zouden versterken. Door Hamas aan te pakken en ook diegenen die deelnemen aan de Palestijnse Autoriteit verder te ondermijnen, wil Sharon de oppositie in Israël tegen zijn plan beperken. Hij wil bovendien op ieder ogenblik het "recht" behouden om de IDF terug naar Gaza te sturen als hij dat wil.
Moest er enige twijfel bestaan over de bedoelingen van Sharon, dan heeft hij die zelf volledig weggenomen: "Mijn plan is een fatale slag: er komt geen Palestijnse staat op unilaterale wijze." Hoewel Sharon steun vindt in Israël voor zijn plan, wil hij er toch alles aan doen om met een sterke uitslag naar voor te komen in een intern referendum binnen Likoed op 2 mei. Sharon wil de steun krijgen van belangrijke rechtse parlementsleden, ook al heeft de Arbeiderspartij al aangekondigd dat het bereid is om de regering te redden indien nodig.
Het enthousiasme van Sharon omwille van de steun van VS-president Bush was een onderdeel van zijn campagne om steun te krijgen onder de meest rechtse politici. Sharon was in extase omwille van de volledige steun die hij toegezegd kreeg van Bush, het was overigens de eerste keer dat een VS-president zo openlijk de internationale erkenning van het recht op een Palestijnse staat overeenkomstig de grenzen bepaald na de oorlog van 1967, afgewezen heeft.
Bush heeft ook gezegd dat de Palestijnse vluchtelingen niet het recht hebben om terug te keren naar de huizen waaruit ze werden gedreven in 1948. Zoals een editoriaal van de Israëlische krant Haaretz stelde, was Washington akkoord om "Sharon’s plan in te pakken in een kleurrijke Bush-verpakking."
Bush had zo zijn redenen voor de steun. Met de naderende presidentsverkiezingen in de VS op een ogenblik dat de situatie in Irak snel achteruit gaat voor de VS-troepen, moet hij de aandacht van Irak afleiden om een positief beeld te kunnen scheppen tegenover de potentiële kiezers. Hij hoopt steun te winnen door het voor te stellen alsof hij druk zet op de VS om een aantal nederzettingen op te breken, en anderzijds Joodse kiezers voor zich kan winnen door de nauwe samenwerking met Sharon.
Het standpunt van Bush kon op weinig steun rekenen van andere kapitalistische politici en leiders. Die vrezen dat het harde standpunt tegenover de Palestijnen de crisis in het Midden-Oosten nog zal versterken en de anti-VS gevoelens onder de Palestijnse bevolking en in de -volledige Arabische wereld zal versterken.
De Palestijnen in de bezette gebieden zijn bereid om de strijd aan te gaan. Maar ze worden gehinderd door leiders die onderhandelingen willen aangaan met kapitalistische vertegenwoordigers in Israël en elders in de wereld, waardoor uiteindelijk de belangen van de bevolking verraden worden. Ze worden ook gehinderd door leiders van milities die verkeerdelijk vertrouwen hebben in geheime gewapende acties door individuen en kleine groepjes. De intifada moet opnieuw versterkt worden en uitgebouwd worden tot een massale en democratische beweging van de Palestijnen.
Een ander belangrijk aspect is de nood om steun te vinden onder de Israëlische arbeidersklasse, die zelf het slachtoffer zijn van de oorlog en van een spiraal van geweld in dit systeem. De economie van Israël is in zware crisis en kan geen degelijke levensstandaard aanbieden. 30% van de Israëlische kinderen leeft in armoede. Sharon en andere traditionele politici hebben geen enkel antwoord op zowel de groeiende armoede als de bloedbaden die aangericht worden.
De problemen zullen niet opgelost worden binnen het kapitalistisch systeem. Het is nodig om socialistische krachten op te bouwen zowel onder Palestijnen als onder Israëli, om zo de basis te leggen voor de opbouw van een socialistisch Palestina en een socialistisch Israël in een socialistische confederatie van het Midden-Oosten.