Category: Midden-Oosten en Noord-Afrika

  • Israël: politieke turbulentie na scheiding tussen Sharon en Likoed

    De Israëlische regering is gevallen op basis van politieke onrust. Hierdoor is de verkiezingsdatum met 8 maanden vervroegd. De politieke onrust begon na de onverwachte verkiezing van ex-vakbondsleider Amir Peretz als hoofd van de Arbeiderspartij, in plaats van de gedoodverfde kandidaat Shimon Peres. De basis van de partij verkoos Peretz.

    Jenny Brooks

    Peretz stelde erg snel dat de Arbeiderspartij zou terugtreden uit de coalitieregering van premier Ariel Sharon. Hierdoor verloor Sharon zijn meerderheid. Daarop volgde een tweede opvallende wending: Sharon besliste om uit de rechtse Likoedpartij te stappen. In 1973 was Sharon al betrokken bij de oprichting van deze partij. Nu zal hij een nieuwe partij opzetten voor de komende verkiezingen en zal hij met die partij proberen een nieuwe regering te vormen.

    Een deel van Likoed ziet Sharon als een verrader omwille van zijn recente “terugtrekkingsplan” waarbij Israëlische troepen uit de Gazastrook worden weggehaald. Een deel van de partij was bijzonder fel gekant tegen die terugtrekking en Sharon dacht wellicht dat hij beter geplaatst zou zijn indien hij uit de partij zou stappen die een obstakel geworden is voor zijn plannen.

    De nieuwe partij van Sharon, onder de naam “Nationale verantwoordelijkheid”, trekt heel wat ex-leden van Likoed aan en zal wellicht een aantal opportunistische leidinggevende politici van andere kapitalistische partijen in het parlement aantrekken.

    Sharon wil een nieuwe coalitieregering opzetten na de verkiezingen van vermoedelijk maart 2006. Daartoe hoopt hij dat zijn partij voldoende steun zal krijgen. Het beleid van een nieuwe coalitie onder leiding van Sharon zou het neoliberale economische beleid verderzetten en eveneens proberen een unilaterale scheiding met de Palestijnse gebieden verder te concretiseren.

    Een meerderheid van de Israëli’s steunde de terugtrekking en de verkiezing van Peretz aan het hoofd van de Arbeiderspartij geeft ook aan dat er een breed ongenoegen is tegenover het besparingsbeleid en de aanvallen op de levensstandaard.

    Peretz werd verkozen door de basis van de Arbeiderspartij omwille van een pleidooi tegen de meest brutale neoliberale maatregelen en voor een terugkeer naar een meer ‘sociaal-democratische’ positie.

    Peretz heeft geen typisch profiel voor een leider van een grote kapitalistische partij. Hij komt immers van een arbeidersachtergrond, is van Arabisch-Joodse afkomst,… Maar hij heeft tevens een belangrijke rol gespeeld in het tegenhouden van arbeidersstrijd toen hij aan het hoofd stond van de vakbondsfederatie. Hij steunde vanuit die positie heel wat anti-arbeidersmaatregelen van de regering.

    Hij zal tevens moeten werken met een diep verdeelde en gediscrediteerde Arbeiderspartij die geen alternatief naar voor brengt. Bij de komende verkiezingscampage zal de Arbeiderspartij het bovendien moeilijk hebben om het momentum van het nieuwe project van Sharon te doorkruisen.

  • Gaza-strook. Einde van de bezetting, maar niet van het conflict

    Israël heeft op 4 weken tijd een einde gemaakt aan meer dan 38 jaar van bezetting van de Gazastrook. Israël blijft echter de controle behouden over het grootste deel van Palestina. Israël behoudt ook de controle over de toegang via de lucht en de zee tot de Gazastrook. De Israëlische terugtrekking zal leiden tot een toename van de interne spanningen in Israël en Palestina.

    Thierry Pierret

    De eerste minister van Israël, Ariel Sharon, heeft de operatie met harde hand geleid. Hij heeft de oppositie van de invloedrijke kolonisten genegeerd, net als de tegenstand binnen zijn regering en een groot deel van zijn eigen Likoed partij. Sharon stond echter ook onder druk van president Bush die de zogenaamde ‘road map’ nieuw leven wenste in te blazen, en een groot deel van de Israëlische bevolking die niet langer bereid was om de hoge kostprijs van de bezetting te dragen. De heersende elite in Israël is op de grenzen van haar politiek gebotst. Meer dan 38 jaar heeft men de sociale vrede afgekocht door duizenden gezinnen met een laag inkomen naar de bezette gebieden te sturen. Daar kregen ze goedkope huisvesting en andere sociale voordelen die betaald werden door de Israëlische belastingbetalers. Ze kregen ook vruchtbare grond die afgenomen was van de Palestijnen. Achtereenvolgende regeringen hebben religieuze extremisten gesteund in hun streven naar de herovering van het klassieke Israël van het oude testament.

    De klassentegenstellingen in de samenleving duiken echter iedere keer opnieuw op. De besparingsmaatregelen die werden opgelegd door de verschillende regeringen zijn op sterk verzet gestoten van Israëlische arbeiders. De bezettingspolitiek van de regering komt ook onder druk te staan, omdat de mensen niet begrijpen waarom er miljoenen worden gespendeerd om nieuwe kolonies te bouwen als de infrastructuur in Israël zelf wordt verwaarloosd.

    De religieuze fundamentalisten die de strijd van de arme Israëliers moeten kanaliseren, weg van de klassenstrijd, ontsnappen echter aan de controle van de Israëlische elite. Duizenden fundamentalistische jongeren uit de bezette gebieden waren naar de Gaza-strook afgezakt om de ontruiming van de kolonies te verhinderen. Ze aarzelden niet om met een bijtend zuur te gooien naar de politie en soldaten, en hen uit te schelden voor nazi’s. Er werden twee Palestijnen vermoord om de ontruiming te vertragen. Hoewel de meeste kolonisten uit vrije wil waren vertrokken, hebben dit soort acties de kolonisten geïsoleerd. De regering heeft daarvan geprofiteerd om de herhuisvesting van de kolonisten in Israël te laten aanmodderen. Veel kolonisten houden daarom vast aan hun woning omdat ze vrezen dat ze anders in woningen van slechte kwaliteit terechtkomen. Dit versterkt de greep van extreem-rechts en religieuze fundamentalisten op de kolonisten.

    De ontruiming van de Gaza-strook zal ook de spanningen aan de Palestijnse kant doen toenemen. De strijd tussen de verschillende fracties om de macht in Palestina zal verscherpt worden door de strijd om de grond die in de Gazastrook is vrijgekomen na de bezetting. De leider van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas, heeft bijna alle grond genationaliseerd om dit probleem te voorkomen. Dit is een vergeefse poging van de heersende klasse in Palestina om de situatie onder controle te houden. De administratie die de grond bezit is echter corrupt. De woede van de bevolking bereikt stilaan het kookpunt.

    Op 7 september werd de voormalige baas van de militaire inlichtingendienst van Gaza, Moussa Arafat, thuis vermoord door een 100-tal gewapende mannen. Ze verweten hem zijn despotisme en corruptie. De enige oplossing is de nationalisering van de grond, onder controle van de mensen die er leven en werken. Het is noodzakelijk dat de armen en arbeiders hun politieke onafhankelijkheid terugwinnen van de islamistische en nationalistische organisaties.

  • Saoedi-Arabië: religieuze hardliners winnen verkiezingen

    Bij de lokale gemeenteraadsverkiezingen in Saoedi-Arabië wonnen de religieuze hardliners. De gemeenteraadsverkiezingen werden in drie fasen gehouden tussen februari en april 2005. De westerse media juichte de beslissing om verkiezingen te organiseren toe als een historische gebeurtenis en een belangrijke stap voorwaarts in de richting van "democratie" in de olierijke monarchie. De reacties waren meer terughoudend toen het resultaat van de veelgeprezen verkiezingen duidelijk werd. Alleszins waren veel Saoedis niet enthousiast over de verkiezingen.

    Khalid Bhatti

    Slechts 40% van de stemgerechtigden liet zich registreren om te kiezen. De opkomst was erg laag in alle grote steden. Volgens de staatszender bedroeg de opkomst 31% in de hoofdstad Riyadh en 29% in de commerciële hoofdstad Jeddah. In Jeddah waren bovendien slechts 20% van de stemgerechtigden geregistreerd. Vrouwen mochten niet deelnemen aan de verkiezingen, wat op zich wijst op het gebrek aan enige ‘democratie’ indien zowat 50% van de bevolking al niet mag stemmen. De meerderheid van de bevolking, en zeker de jongeren, toonden weinig interesse in de verkiezingen omdat ze het zagen als een nutteloos gebeuren dat geen belangrijke veranderingen zou teweeg brengen.

    Er waren verkiezingen voor 600 zetels in 178 gemeenteraden van het land, de andere zetels worden ingevuld op basis van een nominatie door de koning. De kandidaten die gesteund werden door de religieuze leiders haalden de beste resultaten in Medina, Mekka, Tabuk, Taef en andere steden. Bekende religieuze leiders en geestelijken hadden hun eigen kandidaten, maar kwamen niet zelf op. De religieuze kandidaten scoorden slechter in Al Qassim, een regio 300 kilometer ten noorden van Riyadh die gezien wordt als het bastion van het Wahabi-geloof. Daar wonnen de religieuzen slechts 2 zetels terwijl de andere 5 werden binnengehaald door technocraten en zakenlui uit de regionale hoofdstad Buraida. In Unaiza wonnen de religieuzen slechts 1 van de 5 zetels.

    De advocaat Abdul Aziz al Kassem verklaarde: "De winnaars kunnen beschouwd worden als gematigd. Ze zijn meer open dan het officiële religieuze establishment en de Wahhabi-stromingen, het zijn technocraten en zakenlui met religieuze standpunten en die tegen de liberale hervormingen van de theocratische staat zijn." Volgens het regeringsgezinde dagblad Arab News in Jeddah was het verkiezingsresultaat "onverwacht voor zowel de regering als de militante groepen. De winnaars zijn westers geschoolde radicalen die zich verzetten tegen het liberalisme en die Saoedi-Arabië willen behouden als een islamitisch land, maar tegelijk meer inspraak willen in het regeren van het land en dit door middel van verkiezingen. Ze vormen geen partij omdat dit illegaal is, maar ze werken nauw samen op nationaal vlak en kunnen in de nabije toekomst een belangrijke kracht worden. Er zijn verschillende stromingen, maar wat hen bindt is de islam. Dit is het verschijnen van de middenklasse op het politieke toneel."

    Middenklasse

    Ongetwijfeld is er de afgelopen 20 jaar een nieuwe middenklasse ontstaan. Zowat één miljoen Saoedis genoot een opleiding aan een westerse universiteit of hogeschool. Het gaat om professoren, dokters, advocaten, managers, ambtenaren en zakenlui. Die hebben hun sterkte getoond bij de verkiezingen door zowat 80% van de zetels binnen te halen. Dat is een belangrijke ontwikkeling in een land waar de stammen nog een belangrijke rol spelen. De samenleving maakt zich los van de beperkingen van de traditionele stammenpolitiek. Diegenen die vandaag de middenklasse vormen, hebben gebroken met het leven als arme nomaden rond de woestijn en zijn rijke burgers van moderne metropolen geworden. Deze laag heeft haar invloed enorm uitgebreid de afgelopen jaren, maar het zou fout zijn om hun invloed te overschatten in vergelijking met de rol van de religieuze leiders en de geestelijken.

    Meer liberaal

    De oude laag van de middenklasse is meer conservatief en steunt de koninklijke familie sterker dan de nieuwe lagen. De nieuwe generatie is meer liberaal ingesteld en wil snelle hervormingen in de richting van democratie en liberalisme.

    Een aantal gefrustreerde jongeren richten zich ook naar het islamitisch fundamentalisme. Dat komt vaak door een bezorgdheid rond het gebrek aan werkgelegenheid en de groei van armoede. Daarnaast is er een sterke ontwikkeling van een Arabisch nationalisme onder jongeren als verzet tegen de aanwezigheid van migrante arbeiders in het land. Er wordt een verbod op de tewerkstelling van migranten geëist in bepaalde sectoren en het regime staat onder druk om het aantal migranten te beperken. De Saoedische regering heeft aangekondigd dat het 400.000 arbeiders wil uitwijzen om deze jobs naar de lokale bevolking te laten gaan. Dat is echter niet evident voor de bedrijven omdat het gaat om werknemers die minder geschoold zijn en hogere lonen hebben. Migratie wordt gebruikt voor goedkope arbeid en een grotere uitbuiting. Dit thema zal belangrijk blijven in de komende periode.

    Politieke verdeeldheid en hervormingen

    De gemeenteraadsverkiezingen toonden de verdeeldheid in de samenleving. De verschillende tegengestelde stromingen komen bovendien sterker tot uiting naarmate er een grote frustratie is rond het trage tempo van de hervormingen. Er zijn twee duidelijke trends: één voor meer vrijheden voor de bevolking en één die op krampachtige wijze vasthoudt aan de islamitische identiteit van het koninkrijk en zich verzet tegen de VS-druk voor hervormingen. Een kiezer verklaarde: "Ik kom stemmen voor kandidaten met een islamitische oriëntatie. En ik hoop dat deze boodschap de VS en het volledige Westen bereikt." Een zakenman stelde: "Er is externe druk om hervormingen door te voeren. Dat is een voorbereiding van een Amerikanizering. Daarom stemde ik voor een islamitische kandidaat." Anderzijds verklaarde een leraar, Saleh Abdul Razzaq: "We willen vrijheid, basis mensenrechten, vakbondsrechten en democratie in ons land. We hebben nood aan verkozen vakbondsstructuren voor leraars, dokters, arbeiders en ambtenaren, om zo hun rechten te verdedigen. We moeten ook het recht hebben om vreedzaam te kunnen betogen."

    Een advocaat verklaarde: "We willen dat de gemeenteraad van Shura die verkozen wordt, ook de mening van de bevolking respecteert." De vraag naar hervormingen is het begin van een lang proces dat niet eenduidig zal verlopen. Ook de koninklijke familie is verdeeld over dit onderwerp. Er zijn meningsverschillen tussen kroonprins Abdullah en de broers van koning Shah Fahad. Dit geeft aan dat de oudere generatie van de koninklijke familie het land op eenzelfde wijze met een ijzeren hand wil regeren zonder enige toegeving aan de meer liberale en pro-democratische lagen van de samenleving.

    De nieuwe generatie wil beperkte toegevingen doen om hun controle over het land te behouden en ziet in dat dit onmogelijk zal zijn op de oude manier. Een hooggeplaatste functionaris verklaarde: "We voeren nu al twee jaar een strijd tegen een gewelddadige campagne van vermoedelijke Al-Qaeda militanten. We willen geen twee gevechten tegelijk voeren, één met de militanten en een andere met de pro-democratische reformistische beweging. Onze strategie nu is erop gericht om de militanten uit te roeien en met de liberalen een proces van voorzichtige hervormingen uit te werken op basis van de specifieke lokale situatie. We hebben deze strategie reeds uitgelegd aan de Amerikanen."

    Bij de verkiezingen is duidelijk geworden dat de traditionele religieuze hiërarchie van de Wahabi-religieuzen, die nauw gelinkt zijn aan het staatsapparaat, haar controle en dominantie van de afgelopen 75 jaar aan het verliezen is. De meest gerespecteerde en populaire geestelijken zijn diegenen die niet direct verbonden zijn met de staat en de koninklijke familie en die zich niet blindelings onderwerpen aan het regime, maar het ook hebben over de verantwoordelijkheden van de heersers tegenover de bevolking. Zij nemen ook standpunten in over sociale en politieke thema’s. Dit werd recent duidelijk toen een aantal hooggeplaatste geestelijken een uitspraak deden dat vrouwen vrijelijk mogen trouwen met wie ze willen, waarbij gedwongen huwelijken als "on-islamitisch" en onmenselijk werden omschreven.

    Een aantal populaire geestelijken stelden ook dat vrouwen met de wagen mogen rijden, iets wat nog steeds niet legaal is in het land. Door de afwezigheid van een arbeidersalternatief of een linkse partij, kunnen deze geestelijken met de steun van gematigde islamisten het vacuüm deels opvullen met een radicaal sociaal en economisch programma. Ze kunnen de populaire uitdrukking worden van de bevolking die verandering wil. Deze geestelijken genieten de steun van delen van de middenklasse en kunnen snel opschuiven naar radicalere posities ondanks hun islamitische basis.

    Liberale hervormingsbeweging

    De hervormingsgezinde beweging in Saoedi-Arabië zal een moeilijke periode kennen. In 2003 kende de beweging een hoogtepunt en domineerde het de politieke scène, maar in 2004 was er een verzwakking omwille van een aantal redenen.

    De stijging van de olieprijzen, de toename van geweld van hardline islamistische groepen, de verhoogde staatsrepressie en de het aangehouden belang die het regime hecht aan islamitische politieke strekkingen, zijn de belangrijkste factoren waarom de liberale hervormingsbeweging achteruit gegaan is. De bekende Saoedische journalist Jamal Ghashugi stelde: "De thema’s die opgeworpen worden door de hervormers – meer politieke deelname, de rol van vrouwen, democratische rechten, grondwettelijke beperkingen van de macht van het koningshuis – zijn niet verdwenen, maar voorlopig is alleszins het koningshuis van oordeel dat het er niet op moet antwoorden. In oktober 2004 werden alle illusies doorbroken dat vrouwen stemrecht zouden krijgen bij de verkiezingen van 2005. In september vorig jaar werd al duidelijk gemaakt dat politiek activisme grenzen heeft. Toen stelde de regering dat het voor overheidspersoneel verboden is om tegen het regeringsbeleid in te gaan, en zelfs om petities te ondertekenen. Aangezien veel Saoedis direct of indirect voor de overheid werken, had die waarschuwing als gevolg dat politieke activiteit uitgesloten werd voor de meeste Saoedis."

    Er was de zaak van drie Saoedis die weigerden deel te nemen aan een rechtzaak in oktober vorig jaar omdat ze niet akkoord waren met het feit dat de zittingen achter gesloten deuren plaatsvonden nadat eerdere zittingen wel open waren voor het publiek. Die politiek van gesloten deuren stond symbool voor het breken van de hoop op een meer liberaal gematigd regime. De drie maakten deel uit van een groep van 12 activisten die in maart werden opgemakt toen ze een petitie organiseerden waarin werd opgeroepen voor een constitutionele monarchie en voor het opzetten van een onafhankelijke mensenrechtenorganisatie. Honderden aanhangers van de activisten namen deel aan de openbare zittingen en er was zelfs een betoging om hen te ondersteunen. De zittingen gebeurden hierna achter gesloten deuren in de gevangenis waar ze opgesloten zijn.

    Jamal Ghashugi stelde: "Het verdwijnen van de ‘Lente van Rijadh’ komt door verschillende factoren, maar de twee belangrijkste zijn de veiligheidselementen en de economische situatie. Voor beide factoren is er een combinatie van korte termijnsuccessen die een onmiddellijke druk zetten en langere termijn elementen die moeilijker zijn en die van het terugdringen van de voorzichtige openheid voor de heersers een aanvaardbare strategie maken. De Saoedis kunnen genieten van de beste olie-export ooit. In 2004 werd het verwachte tekort omgebogen in een overschot van 35 miljard dollar, waardoor nieuwe ontwikkelingsprojecten ter waarde van 11 miljard dollar werden aangekondigd door het regime. Er was een aanhoudende stroom van berichten over nieuwe arbeidsregels die erop gericht waren om buitenlandse arbeidskrachten buiten te houden, de jobkansen voor de eigen bevolking te versterken en de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt te vergroten. De langetermijnperspectieven voor een verandering van de arbeidsmarkt in het land zijn onzeker, maar de enorme inkomsten hebben de regering het vertrouwen gegeven dat ze in staat zal zijn om de kortetermijngevolgen van werkloosheid op te vangen, terwijl ze tegelijk het geld kan aanwenden voor het omkopen van belangrijke figuren wat een constante praktijk is in het politieke systeem van het land.”

    Veel Saoedis verliezen hun vrees voor de staatsrepressie en de vervolgingen. Als gevolg van de economische vooruitgang, is het bovendien mogelijk dat delen van de bevolking zullen opkomen voor hun rechten. Dit kan tot gevolg hebben dat de opkomende arbeidersklasse een cruciale rol gaat spelen, tenminste als ze gebruik maakt van haar enorme potentiële sterkte.

  • Debat over situatie in Israël aan Antwerpse unief

    Aan de Antwerpse universiteit vond gisteravond een debat plaats over de situatie in het Midden-Oosten. De sprekers waren Ludo Abicht, stadsdichter Ramsey Nasr, een vertegenwoordiger van de VLD, Brigitte Hermans van Broederlijk Delen en Micha Teller van LSP. Het debat werd georganiseerd door een nieuwe studentenorganisatie, Liebran.

    De avond werd geopend door Ludo Abicht die inging op de geschiedenis van het conflict waarbij het belangrijk is dat gewezen werd op het feit dat de geschiedenis van het conflict niet mag beperkt worden tot de situatie na de Tweede Wereldoorlog en na de creatie van de staat Israël en de bezetting van de Palestijnse gebieden. De discriminatie van de Joden in Europa en de daaropvolgende ontwikkeling van nationalistische standpunten, waaronder het zionisme, kunnen immers niet los gezien worden van het actuele conflict. Abicht ging niet in op wat volgens hem een oplossing zou kunnen bieden, hij gaf enkel aan dat er twee grote opties zijn: een éénstatenoplossing wat zou leiden tot zuiveringen, of een tweestatenoplossing.

    De volgende spreker was Micha Teller van LSP die uitlegde dat marxisten vertrekken van de concrete realiteit waarbij de kloof tussen rijk en arm vandaag groter is dan ooit voorheen. Dat is zeker ook het geval in een situatie van oorlog en de traditionele partijen hebben er geen oplossing voor. De rechtse nationalistische krachten in Israël domineren het parlement waarbij de politiek van Sharon gesteund wordt door de zogenaamd ‘linkse’ arbeiderspartij. Het terugtrekkingsplan is er enkel gekomen omwille van een militaire overstretch en als onderdeel van een besparingsoperatie. Het zal geen vrede brengen en dat wordt algemeen zo aangevoeld. Langs Palestijnse kant stelt zich eveneens het probleem van een politiek verlengstuk, de leiding van de PLO is aangetast door corruptie en biedt de arme bevolking geen weg vooruit aan. Als de vredesonderhandelingen vanuit de hoek van de elite komen, valt weinig te verwachten voor de gewone bevolking. Er is bijgevolg een oppositie nodig tegen de rechtse politiek, een arbeidersoppositie vanuit een eenheid in strijd tegen het asociaal beleid.

    De VLD-vertegenwoordiger verklaarde geen tegenstander te zijn van het zionisme. Hij legde de verantwoordelijkheid voor het mislukken van het vredesproces bij de rol van Arafat die zou in de weg gestaan hebben voor gematigder krachten die wel tot een oplossing zouden kunnen komen. Bovendien was de VLD-spreker bijzonder kritisch over de rol van Europa aangezien er teveel Europese steun naar Arafat zou zijn gegaan… Later in de discussie beweerde de VLD’er ook nog dat de tweede intifada veroorzaakt werd door het feit dat Arafat groen licht gaf aan Barghouti om milities te organiseren en niet zozeer door het provocatieve bezoek van Sharon aan de Tempelberg.

    Stadsdichter Ramsey Nasr is van Palestijnse afkomst en kwam eerder met de VLD in aanvaring omwille van zijn standpunten over het conflict in het Midden Oosten. Nochtans is Nasr verre van radicaal, zijn oplossing beperkte zich tot het standpunt dat het noodzakelijk is om de VN-resoluties uit te voeren waarbij er een terugtrekking komt uit Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Hij stelde tevens dat Oost-Jeruzalem onder internationaal toezicht moet komen en dat een financiële tegemoetkoming nodig is voor de vluchtelingen. Nasr stelde dat hij ook kritiek heeft op Arafat, onder meer omwille van de corruptie in de Palestijnse Autoriteit en dat het vredesakkoord van Oslo uiteindelijk in de praktijk geen stap vooruit betekende omdat het aantal kolonisten bleef toenemen en ook de zelfmoordaanslagen bleven toenemen.

    Het standpunt van Nasr werd grotendeels gevolgd door Brigitte Hermans van Broederlijk Delen die benadrukte dat het noodzakelijk is dat Israël de internationale verplichtingen nakomt. De bezetting leidt ertoe dat de Palestijnen geen echte partner hebben om vredesonderhandelingen mee te voeren. Het feit dat Bush verklaarde dat een terugkeer naar de situatie voor 1967 niet mogelijk is, geeft aan dat de creatie van een daadwerkelijke Palestijnse staat blijkbaar niet op diens agenda staat. Met de huidige verdeling zullen de Palestijnen immers slechts beschikken over een beperkt en versnipperd grondgebied.

    Micha repliceerde op de verschillende standpunten en benadrukte dat illusies in internationale instellingen als de VN of de EU geen stap vooruit zullen betekenen. Moesten die instellingen een oplossing kunnen bieden, hadden ze dit al lang kunnen doen. Bovendien stellen we vast dat bvb de EU niet eens in staat is om haar eigen inwoners een deftig pensioen en een degelijke sociale zekerheid aan te bieden, integendeel wordt er net op die zaken bespaard. Hoe zou de EU dan plots in het Midden-Oosten kunnen aanbieden wat het niet kan voor de eigen bevolking? Er is nood aan een eigen politiek verlengstuk van de arbeidersbeweging. Dit is mogelijk, zo bleek bij een recente staking van de dokwerkers in Haifa dat arbeiderseenheid in de praktijk mogelijk is indien samen naar boven geschopt wordt in plaats van het volgen van de verdeel-en-heerslogica.

    In het debat werd duidelijk dat de meeste deelnemers hun standpunten beperkten tot een algemeen burgerlijk standpunt waarbij teveel de verantwoordelijkheid voor het conflict bij de bevolking zelf gelegd wordt, alsof dé Palestijnen of dé Israëli geen vrede zouden willen. Het is noodzakelijk om verder te zien en na te gaan wat de economische en imperialistische belangen in de regio zijn. De arbeiders en de armen in Palestina, maar ook in Israël, zijn het slachtoffer van het neo-liberaal beleid en de oorlogslogica. De enige weg vooruit is er één van arbeiderseenheid tegenover de werkloosheid, armoede,… Dat is waar onze kameraden in de regio voor opkomen en wat wij als internationalisten ook verdedigen.

  • Libanon op een kookpunt

    Na de moord op ex-premier Raffic Hariri op 14 februari stortte het Libanese regime in een diepe crisis. De heersende klasse was verdeeld. Honderdduizenden Libanezen betoogden om de beurt voor of tegen de regering en de bezettende macht van Syrië. De tegenstellingen in het 3,5 miljoen inwoners tellende land zijn zodanig dat het scenario van een burgeroorlog niet uit te sluiten valt.

    Thierry Pierret

    De crisis barstte los in september 2004. Raffic Hariri, toenmalig eerste minister, nam met slaande deuren ontslag. Dit uit protest tegen de ongrondwettelijke verlenging van het mandaat van de pro-Syrische president Lahoud. Vooraleer in de politiek te stappen, stapelde Hariri een kolossaal fortuin op door de wederopbouw van het land, dat 15 jaar lang door burgeroorlog was geteisterd. De bouwsector trok stromen kapitaal aan uit de Libanese diaspora en verschafte werk aan vele Syriërs.

    Tijdens de wederopbouw stapelden zich ook de sociale ongelijkheden op. De grote infrastructuurwerken en het commercieel centrum in Beiroet kenden een heropleving. Daartegenover deinden de schrijnende toestanden in de volkswijken en de Palestijnse vluchtelingenkampen echter als een vlek uit. De markt van de wederopbouw zorgde voor enorme winsten. Burgerlijke politici van alle partijen verrijkten zich door een ongeziene corruptie.

    Libanon is tevens de draaischijf van allerhande malafide handelspraktijken. Dit met medeweten van de militairen en de Libanese en Syrische inlichtelingendiensten. Deze praktijken verbitterden de armere lagen die niets konden meepikken van de koek van het "Libanese wonder", die enkel voor het gevestigde regime en de Syrische bezettingsmacht leek gebakken te zijn. De moord op Hariri was enkel het vuur aan de lont in dit kruitvat.

    Welke uitweg uit de crisis?

    Veel Libanezen wijzen Syrië met de vinger. Na een oproep van de oppositie kwamen honderdduizenden meermaals op straat, waarop de pro-Syrische eerste minister ontslag nam. De oppositie voelt de wind in de zeilen sinds de VN vorig jaar een resolutie goedkeurde waaron de terugtrekking van de Syrische troepen wordt geëist. Frankrijk hoopt daarmee voet aan de grond te krijgen in Libanon. De VS, van hun kant, hopen hiermee een stap verder naar de omverwerping van het Syrische Baath-regime te zetten.

    Als Syrië zich effectief uit Libanon terugtrekt, heeft het geen drukkingsmiddel meer op Israël, aangezien de door haar gesteunde islamfundamentalistische Hezbollah zo in het nauw gedreven wordt. Daarnaast zou dit een deel (of alle) Syrische arbeiders die in Libanon werken – en door een deel van hun salaris naar Syrië te sturen daar de economie helpen overeind te houden – uit het land kunnen drijven.

    Syrië heeft, onder enorme druk, besloten om haar troepen terug te trekken. Het zal nochtans niet aarzelen om Libanon opnieuw te destabiliseren, als de oppositie de verkiezingen dreigt te winnen in mei. Er vonden reeds terreur-aanslagen plaats in de christelijke wijken. Deze aanslagen zullen enkel toenemen in de aanloop naar de verkiezingen.

    Syrië is ook begonnen met de mobilisatie van haar aanhangers in Libanon. In navolging van een oproep door Hezbollah betoogden op 8 maart een half miljoen sjiieten in Beiroet om hun steun aan Syrië te betuigen. Zelfs als de mobilisatiekracht van Hezbollah voornamelijk te danken is aan haar netwerk van sociale dienstverlening, en minder aan een actieve aanhang, is het risico op een confrontatie tussen de religieuze en etnische groepen in de bevolking niet minder dreigend.

    Verschillende delen van de oppositie aarzelen niet om opzettelijk haat te zaaien tegen de Syrische gastarbeiders en de 400.000 Palestijnse vluchtelingen in het land. Deze ophitserij drijft deze bevolkingsgroepen enkel verder in de armen van Damascus. De andere betrokken landen, met of zonder de steun van het imperialisme, zullen trachten steunpunten te zoeken bij een van de Libanese bevolkingsgroepen, gericht tegen Syrië. Het gevaar bestaat dat de betrokken staten van het Midden-Oosten hun rekeningen zullen vereffenen op de rug van de Libanese bevolking.

    De afwezigheid van een geloofwaardige, socialistische arbeidersoppositie laat zich hard voelen. Zo’n oppositie zou de strijd tegen de Syrische bezetting van het land linken met de strijd tegen de Libanese kapitalisten en haar corrupte politieke vertegenwoordigers. Zo’n oppositie zou de politieke en sociale gelijkheid van de Syrische, Libanese en Palestijnse arbeiders verdedigen en actief de eenheid organiseren van de hele arbeidersklasse van het land.

  • Israël: universiteit bindt repressie in na internationaal protest

    De afgelopen weken werden onze kameraden aan de universiteit van Jeruzalem geconfronteerd met een scherpe repressie vanwege de autoriteiten aan de universiteit. Hierop kwam er een internationale oproep voor solidariteit. Deze heeft resultaat opgeleverd: de universiteit was gedwongen om de organisatie van een alternatieve linkse kracht toe te laten. Bovendien slaagde het Sociaal Studentenfront (SSF) er bij de studentenverkiezingen in om drie verkozenen te behalen.

    Daniel Dukarevich, Maavak Sozialisti, Israël

    Leden van Maavak Sozialisti en andere studenten hebben een gezamenlijke verkiezingscampagne gevoerd onder de naam van het Sociaal Studentenfront (SSF). Het was bijzonder moeilijk voor ons om die campagne te organiseren. Van bij het begin werden we geconfronteerd met tegenwerkingen door de autoriteiten van de universiteit omdat wij vragen naar voor brachten over het functioneren van de studentenvakbond. Al onze affiches werden verwijderd en onze bijeenkomsten verboden. We moesten dus niet enkel campagne voeren voor de studentenverkiezingen, maar ook voor ons recht om onze mening naar voor te brengen en ons te kunnen organiseren aan de universiteit. Uiteindelijk slaagden we er in om met het SSF drie verkozenen te behalen in de studentenvakbond.

    De leden van Maavak Sozialisti houden eraan om iedereen te bedanken die protestbrieven gestuurd heeft. Er waren solidariteitsberichten uit heel de wereld en dit heeft de druk opgedreven. Hierdoor hebben we toegevingen kunnen afdwingen.

    Vanaf nu is het toegelaten om politieke stands op te zetten en zal ruimte gemaakt worden om onze affiches op te hangen. Bijeenkomsten van studnetenorganisaties zullen kunnen plaatsvinden op de campus.

    De steun die we kregen, was van enorm belang om het zelfvertrouwen van de studenten te versterken waardoor uiteindelijk belangrijke toegevingen afgedwongen werden.

  • Libanon: protestacties leiden tot ontslag van regering

    De Westerse media had het over een volksopstand nadat massale protesten de regering in Libanon dwongen om ontslag te nemen. Hierdoor kwam een einde aan de regering van de pro-Syrische premier Omar Karami. Sinds de moord op het superrijke oppositielid Rafik Harari op 14 februari legden duizenden mensen het verbod op protestacties naast zich neer om de straat op te gaan en het terugtrekken van de Syrische troepen uit Libanon te eisen.

    De aanwezige Syrische troepen, zo’n 15.000 militairen op dit ogenblik, waren in het land sinds het begin van de 15 jaar durende burgeroorlog vanaf 1975-76. Westerse regering en in het bijzonder de VS en Frankrijk (de voormalige koloniale macht waarbij moet opgemerkt worden dat president Chirac politiek verbonden was met Harari) hebben aangedrongen op een einde van de Syrische bezetting. De VS noemde Syrië eerder een ‘voorpost van de tirannie’.

    Bush heeft uiteraard eerder de oproepen om een einde te maken aan de bezetting van Irak naast zich neer gelegd. Hij negeerde ook de oproepen om druk te zetten op de Israëlische regering om terug te trekken uit de Palestijnse gebieden.

    De Syrische dictator, president al-Assad, staat onder zware druk van het VS-imperialisme en ontkent iedere betrokkenheid bij de moord op Harari. Ongetwijfeld was hij wel akkoord met het ontslag van Karami in de hoop dat dit een einde zou maken aan de ontwikkelende massabeweging tegen de Syrische bezetting. De pro-Syrische president, Emile Lahoud, blijft wel op post. Assad suggereerde ook reeds dat er mogelijks een terugtrekking van de troepen komt, maar hij vreest dat het VS-imperialisme hierop Libanon zal domineren en een bedreiging zal vormen voor zijn regime.

    De Amerikaanse republikeinse neo-conservatief Paul Wolfowitz verwelkomde de ‘ceder-revolutie’ in Libanon en ziet er een mogelijkheid in om de Westerse democratie verder te verspreiden in de regio. Om die ‘democratische’ ambities te ondersteunen, verwijst het Witte Huis ook naar de ‘verkiezingen’ in Irak, de bezette Palestijnse gebieden en de aankondiging van Egypte dat er ‘vrije’ presidentsverkiezingen zullen komen.

    De regio heeft echter nood aan een echte democratie en een einde aan armoede, werkloosheid en uitbuiting. Enkel het komaf maken met het imperialisme en de kapitalistische heerschappij zal die eisen kunnen inwilligen. Er bestaat het gevaar dat bij gebrek aan een massale socialistische arbeiderspartij die de verschillende bevolkingsgroepen verenigt, de etnische verdeeldheid opnieuw een grotere rol zal spelen. De huidige crisis zal gebruikt worden door het imperialisme en door lokale sectaire kapitalistische politici wiens acties het land vrij snel opnieuw in een open oorlog kunnen terechtbrengen.

    De massale protesten van de afgelopen weken werden gedomineerd door Soennieten, Christenen en Druzen. De Sjieten, die 40% van de bevolking uitmaken, bleven schijnbaar afwezig op de acties. Bij een pro-regeringsbetoging in Tripoli waren er rellen waarbij een aanhanger van de oppositie werd vermoord. Voor de regering viel, kwam de door Syrië gesteunde Hezbollah op straat met 150.000 aanhangers in het zuiden van Beiroet om het heilige Sjietische feest Ashura te vieren.

    De arbeidersklasse in Libanon heeft een lange traditie van strijd waarop kan gebouwd worden om de socialistische krachten op te bouwen die nodig zijn om de samenleving fundamenteel te veranderen.

  • Repressie tegen studentenactivisten in Israël. Dringende oproep tot solidariteit.

    Leden van Maavak Socialisti (onze zusterorganisatie in Israël) en andere studenten aan de universiteit van Jeruzalem worden geconfronteerd met een enorme repressie omdat ze opkomen bij de verkiezingen voor de leiding van de studentenvakbond.

    De veiligheidsdiensten van de universiteit heeft ervoor gezorgd dat een aantal meetings niet konden plaatsvinden, pamfletten werden in beslag genomen en alle affiches verwijderd. In de praktijk betekent dit dat enkel de studentenorganisaties van de regeringspartijen een politieke activiteit aan de universiteit kunnen ontwikkelen.

    De lijst "Sociaal Front van Studenten" omvat Israëlische en Palestijnse studenten die zich verzetten tegen de huidige rechtse leiding van de studentenvakbond. Een lid die op de campus werkt als jobstudent werd ontslagen en een Palestijnse student op de lijst werd geweigerd om extra tijd te krijgen voor zijn studie van een tweede taal, het Hebreeuws.

    Dit is duidelijk een aanval op het recht om zich te organiseren en tevens een manier om Palestijnse en andere studenten te intimideren om niet politiek actief te worden of zich te verzetten tegen de huidige leiding.

    De campagne van onze kameraden, waarbij ook het loon van de vrijgestelden van de studentenvakbond in vraag gesteld wordt en waarbij hun positie bedreigd wordt bij de verkiezingen, vormt blijkbaar een bedreiging voor de manier waarop de leiding de studentenvakbond wil organiseren. De campagne krijgt een enorm goede respons op de campus en geniet massale steun van de studenten.

    We roepen dan ook op om te protesteren tegen de repressie en op te komen voor het recht van studenten om zich te organiseren. Stuur (Engelstalige) protestmails naar de rector van de universiteit va Jeruzalem: hannah@cc.huji.ac.il. Stuur ons een kopie (via info@socialisme.be) zodat we internationaal een overzicht kunnen hebben van de protestmails.

    Voorbeeld van een protestbrief:

    Dear Madam,

    I wish to strongly protest against the repression against the students at the University of Jerusalem who participate in the elections for the student union with the Student Social Front. A participation from this list in the elections doesn’t seem to be obvious given the attitude of the university authorities.

    We share the concerns of the Student Social Front to campaign for lower tuition fees and against the destruction of the social services. It is a scandal that these students are faced with a number of undemocratic measures, such as the banning of their meetings, the confiscation of leaflets or the fact that the authorities are taking down the posters of the Student Social Front. Is this because you only want to allow representatives of the establishment to take part in ‘democratic’ elections?

    Through our link with socialist activists who participate in the Student Social Front, we learned about your attitude and won’t hesitate to make our protest against this more widely known.

    Like a big number of students in Jerusalem, the Active Leftwing Students in Belgium demand an end to the repression against students who oppose the present leadership of the studentunion. We demand an immediate end of the intimidation against the members and candidates of the Student Social Front. We are in full solidarity with the victims of this intimidation and repression.

    Sincerely,

    (naam)

    ALS-afdeling … / ACOD-Onderwijs regio …

    BELGIUM

  • Israëlische dokwerkers organiseren wilde staking tegen privatisering

    De strijd van de dokwerkers tegen de privatiseringen is op een cruciaal punt gekomen. De arbeiders hebben een wilde staking van onbeperkte duur uitgeroepen vanaf 2 februari. De Histadrut – de officiële vakbondsfederatie – steunt de acties niet.

    Maavak Sozialisti, Israël

    Zo’n half jaar geleden werd de strijd van de dokwerkers tegen de geplande privatisering opgevoerd toen de regering een wet liet stemmen die zowat het lot van de dokwerkers bezegelde. De arbeiders gingen in staking, maar die staking werd al snel illegaal verklaard door een arbeidsrechtbank en de Histadrut heeft daarop de arbeiders publiekelijk verraden door zich tegen de acties te keren.

    De dokwerkers vormen echter één van de meest militante groepen arbeiders en wisten wat de inzet van de acties was. De staking werd een aantal dagen verder gezet tot 5 augustus. Dit leidde tot heel wat financiële verliezen voor de Israëlische kapitalisten, maar het isolement van de dokwerkers leidde tot een compromis waarbij de privatisering officieel uitgesteld werd tot 17 februari, waarbij de regering stelde de extra tijd te gebruiken voor nieuwe onderhandelingen.

    De heersende klasse had hierdoor het voordeel dat er een half jaar geen acties van de dokwerkers waren en de regering begon de voorbereidingen voor een overdracht van de eigendom. De vakbondsleiding die akkoord ging met de privatisering, was daarbij het sterkste wapen tegen de arbeiders. Er werd geprobeerd om een nieuwe fase van de strijd voor te bereiden door een aantal vakbondsvertegenwoordigers uit hun positie weg te halen. De onderhandelingen werden echter gevoerd door dezelfde oude vertegenwoordigers die eerder al akkoord waren gegaan met een privatisering.

    Tegen januari waren er verschillende private bedrijven opgericht als tussenstap om de havenarbeid volledig over te dragen aan groepen kapitalisten. Onder druk van de enorme woede van de meerderheid van de dokwerkers, verklaarde het Arbeiderscomité aan de dokken dat er een wilde staking van onbeperkte duur zou komen 24 uur na de aankondiging van de actie (de wet verplicht arbeiders om 14 dagen op voorhand een staking aan te kondigen). Op 2 februari is de staking begonnen.

    De leiding van Histadrut was sneller dan de regering om de acties te verwerpen. De regering had hierop veel lof voor de houding van Histadrut omwille van haar ‘verzoenende’ rol. De regering stelde ook dat het jammer is dat de nationale voorzitter van Histadrut niet in het land is omdat deze vast zit in Nepal omwille van de recente staatsgreep daar. De heersende klasse in het land wil haar plannen doorzetten en de staking breken. Ze is vastberaden om het volledige staatsapparaat in te zetten om deze militante laag van arbeiders te breken in de hoop dat hierna een domino van privatiseringen zal aanvaard worden. Als het lukt bij de dokwerkers, zal het gemakkelijker gaan bij de volgende sectoren op de lijst: elektriciteit, water, spoor, olie, banken, de post,… Hierdoor zouden alle overblijfselen van sterke vakbondswerkingen in de overheidsindustrie gebroken worden.

    De meerderheid van de dokwerkers is bereid om de strijd aan te gaan. Uit wanhoop door de reactionaire rol van de rotte vakbondsleiding, hebben de meeste delegees echter de privatisering als onvermijdelijk resultaat aanvaard. Mogelijks wordt de staking zelfs opgegeven. Enkel een vastberaden verzet door de arbeiders zal ertoe leiden dat ze uit het isolement raken dat hen opgelegd wordt door hun eigen leiding. Hierdoor kunnen ze aansluiting vinden bij de strijd van arbeiders tegen andere vormen van privatiseringen. De dokwerkers hebben iedere mogelijke steun nodig in de strijd die ze nu voeren.

    Stuur solidariteitsberichten (in het Engels) naar feedback@maavak.org.il of per fax naar +972 3 547 4006

  • Verkiezingen in Palestina. Geen antwoord op geweld, armoede en onveiligheid

    De verkiezing van Mahmoud Abbas als voorzitter van de Palestijnse Autoriteit was deels een uitdrukking van oorlogsmoeheid. Enkele dagen na zijn verkiezing kwam er echter prompt een einde aan de periode van zogenaamde rust. Er was een bloedige zelfmoordaanslag in Karni, op de grens van Israel en Palestina, uitgevoerd door gemeenschappelijke aanvalcommando’s van Hamas, de Islamitische Jihad en Al-Aqsa. De woordvoeder van Hamas, Mushir al Masri, stelde: “De rode draad van ons bestaan blijft het gewapend verzet, en we laten niemand toe om ons tegen te houden”.

    Micha Teller

    De pogingen van Abbas en eerste minister Ahmed Qorei om terug naar de onderhandelingstafel te gaan en om delen van het verzet te stoppen, worden niet aanvaard door andere organisaties. Zo heeft Abbas voorgesteld om de Al-Aqsa brigades op te nemen in het Palestijnse leger en belooft hij postjes aan iedere organisatie die zich aansluit bij de ‘gematigden’. De vertegenwoordigers van de Al-Aqsa brigades hielden de boot af. Zij zouden “strijden tot het einde van de Israëlische bezetting” en noemen zichzelf “oncorrumpeerbaar”. Deze uitspraken zijn een uiting van de zwakte en onpopulariteit van de nieuw verkozen voorzitter, lieveling van het Amerikaans imperialisme en de Israëlische regering.

    De zwakke positie van de Fatah-leiding werd eerder al duidelijk bij de gedeeltelijke gemeenteraadsverkiezingingen van 24 december, toen Fatah geconfronteerd werd met een Hamas dat 20% haalde (ook al waren er geen lijsten maar slechts individuele kandidaten, en ook al vonden de verkiezingen plaats in regio’s buiten Gaza wat het bastion is van Hamas). Abbas weet dat een open confrontatie met organisaties zoals Hamas en de Al-Aqsa brigades, die een passieve maar massale steun genieten, een einde zou kunnen betekenen van zijn leiderschap.

    Naar een nieuwe spiraal van geweld?

    De huidige instabiliteit maakt de beloftes van Abbas om zo snel mogelijk Sharon te ontmoeten nu al onmogelijk. De Israelische regering op haar beurt wil alle onderhandelingen opschorten zolang de Palestijnse Autoriteit ‘haar terroristen’ niet aanpakt. Dit betekent dat de machteloosheid van Abbas kan leiden tot een nieuwe spiraal van bloedige repressie van het Israëlisch leger in de Palestijnse Gebieden. De Israëlische minister van binnenlandse zaken, Ze’ev Boim, stelt: “Als Abbas faalt in Gaza, zullen wij binnen de week een grote militaire operatie lanceren waar we verplicht zullen zijn om ‘harde’ keuzes te maken.”

    Dit maakt tevens de oorspronkelijke bedoeling van het Israëlisch terugtrekkingsplan uit Gaza duidelijk. Het was nooit de bedoeling van de huidige regeringscoalitie (Likoed – de partij van Sharon, de ‘Arbeiderspartij’ en Yahadut Ha’torah- een kleine ultra-orthodoxe rechtse partij) om een stap te zetten in de richting van een Palestijnse staat. “Integendeel”, stelt Likoed, “De tijd is gekomen om het vluchtelingenprobleem, de discussies aan de grensposten … te stoppen met een ‘fysieke’ barrière”. De onproductieve, permanente bezetting van Gaza kost de Israëlische heersende klasse teveel en daarom wil ze een volledige scheiding van de twee regio’s. Maar vooraleer Gaza volledig te scheiden van de buitenwereld (en de controles op te voeren op de Westelijke Jordaanoever) zal het Israëlisch leger eigenhandig de regio ontdoen van alle ‘terroristen’. Het verleden leert dat dit gepaard gaat met brutale repressie en massa-slachtingen.

    De scheidingsmuur die Palestina fysiek moet scheiden van Israël is een uitdrukking van het falen van de Israëlische heersende klasse om een antwoord te formuleren op de bestaande onveiligheid en de snel groeiende tegenstellingen in eigen land.

    Nood aan een alternatief voor arbeiders en jongeren

    Anderzijds heeft zowel het falend beleid van de Fatah als de waanzinnige politiek van de rechtse Islamitische organisaties bewezen dat ze de strijd van de Palestijnse massa’s niet vooruit helpen. Op geen enkele wijze hebben deze organisaties een langetermijn antwoord op de dagelijkse vernederingen en ontberingen van de Palestijnse massa’s.

    Het kapitalisme is niet in staat om een einde te maken aan de armoede in de regio. Vrede en kapitalisme zijn aan elkaar tegengesteld en elke poging om binnen het kader van het kapitalisme de crisis op te lossen, leidde in het verleden naar nog meer geweld en miserie. Enkel een gezamenlijke strijd van Israëlische arbeiders en de Palestijnse massa’s zal de plaatselijke corrupte elites omver kunnen werpen en ervoor kunnen zorgen dat het beheer van de maatschappij in handen komt van de arbeidersklasse zelf.

    Daarom is er nood aan brede, democratische strijdpartijen van de arbeidersklasse die een politiek verlengstuk bieden voor de verzuchtingen van de bevolking tegenover het doodlopend straatje van het imperialisme.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop