Your cart is currently empty!
Tag: nieuwe koude oorlog
-
Socialisten en de koude oorlog tussen de VS en China

In plaats van de pauzeknop van de imperialistische Koude Oorlog tussen de VS en China in te drukken, heeft de Russische invasie in Oekraïne de processen versneld.
Analyse door Vincent Kolo, chinaworker.info
“De Russische invasie in Oekraïne heeft een einde gemaakt aan de globalisering die we de afgelopen drie decennia hebben meegemaakt,” stelde Larry Fink, voorzitter van Blackrock, ‘s werelds grootste financiële speculant. Heel wat kapitalisten, zoals Fink, zijn bezig met een inhaalbeweging in verband met de nieuwe realiteiten in de wereldsituatie. Tot eerder dit jaar spraken zij nog in de toekomstige tijd over de Koude Oorlog tussen de twee grootmachten, China en de VS.
Maar in feite begonnen de algemene contouren van het huidige conflict tussen de VS en China een decennium geleden met president Obama’s ‘Pivot to Asia’. Tegelijkertijd kwam Xi Jinping in 2012 aan de macht en voerde een agressiever en nationalistischer buitenlands beleid. Dit was de keerzijde van de sterk toegenomen repressie en harde controle in eigen land. Xi gooide de pragmatische diplomatieke doctrine van de vorige Chinese regeringen overboord, samengevat in de oneliner van Deng Xiaoping: ‘verstop je capaciteiten en wacht af’ (‘hide and bide’). Xi’s aanpak kenmerkt zich door stoere uitspraken en een overdrijving van de Chinese capaciteiten. Een voorbeeld hiervan zijn de teleurstellende resultaten van China bij het produceren van vaccins tegen COVID-19, ondanks de honderden miljarden dollars die de laatste jaren in de biofarmaceutische sector werden geïnvesteerd.
Het conflict met het VS-imperialisme escaleerde in 2018 onder het rechts-populistische presidentschap van Trump. Het kwam tot de grootste handelsoorlog sinds de jaren dertig van de vorige eeuw. Toen Trump in 2020 verloor van Biden, legden we uit dat de Koude Oorlog onder de nieuwe regering zou voortduren en escaleren. Dit komt omdat het conflict geworteld is in objectieve processen, de historische crisis van het mondiale kapitalisme, en uiteindelijk niet afhankelijk is van welke kapitalistische partij aan de macht is.
In de resolutie van het ISA-congres van 2020 over de wereldperspectieven stelden we: “Het conflict tussen de VS en China is nu de belangrijkste as waar de mondiale situatie om draait.” Zoals in deze resolutie werd verwoord: “Het wereldkapitalisme verlaat het tijdperk van neoliberale globalisering, de dominante trend gedurende bijna vier decennia, en gaat het tijdperk van ‘geo-economie’ binnen waarin de botsing van belangen tussen de grote imperialistische mogendheden de dominante factor is.”
Staat boven markt
Die resolutie werd geschreven voor de pandemie en voor de oorlog in Oekraïne, die beiden deze processen hebben versterkt. Vandaag is dit verder gekanteld in de richting van militarisme en een scherpere geopolitieke machtsstrijd, waarbij economische trends de neiging hebben de ontwikkelingen te volgen in plaats van ze te leiden. Het zijn steeds meer de nationale staten en niet zozeer de ‘marktkrachten’ die bepalend zijn. Militaire expansie en strategische deglobalisering zijn nu de belangrijkste trends. Het gaat daarbij niet alleen om grotere wapenbudgetten, hoewel dat een dramatische en alarmerende ontwikkeling is, met Japan en Duitsland als de meest in het oog springende voorbeelden.
China heeft nu de grootste marine ter wereld, met 355 schepen tegen 297 in de VS. China lanceerde in juni zijn derde en meest geavanceerde vliegdekschip, de Fujian. Xi’s moderniseringsplan voorziet in een leger “op gelijke voet met de VS” tegen 2027, de 100e verjaardag van het Volksbevrijdingsleger. Veel commentatoren waarschuwen dat dit Xi’s tijdschema kan zijn voor een invasie van Taiwan. Xi is immers vastbesloten om Taiwan onder controle van Peking te brengen, zelfs indien China al 100 jaar geen zeeoorlog meer heeft gevoerd. Militaire experts waarschuwen dat een invasie van Taiwan nog gecompliceerder is dan de landing in Normandië op D-Day in 1944.
Het politiek klimaat wordt opgefokt door de heersende klassen, zowel in Europa als in delen van Azië. Dit gaat gepaard met voorbereidingen voor aanvallen op de werkende klasse om meer middelen van defensie te financieren. De oplossing van de kapitalisten en hun regeringen bestaat overal uit meer wapens. Nationalisme, een opgeklopte sfeer en desoriëntatie, zijn heel gewoon in de beginfase van een oorlog. Maar het tij zal onvermijdelijk keren als de steun groeit voor een internationalistisch alternatief voor oorlog en kapitalisme.
De recente NAVO-top in Spanje, de bijeenkomst van de G7 in Duitsland en de top van de Quad-leiders in Japan waren stuk voor stuk historische voorbeelden van een nieuw niveau van gecoördineerde westerse druk, niet alleen tegen Rusland maar ook, en dat is cruciaal, tegen China. Het nieuwe niveau van retoriek tegen China, dat in het Strategisch Concept 2022 van de NAVO voor het eerst als een “systemische uitdaging” wordt bestempeld, bewijst dat het afremmen van de Chinese macht het overheersende doel op lange termijn is van het VS-imperialisme en nu ook van de NAVO. Deze strategische focus werd onderstreept in een recente toespraak van de Britse marinecommandant admiraal Sir Ben Key, die waarschuwde: “Als we ons alleen richten op de Russische beer, lopen we het risico de tijger over het hoofd te zien.” Het punt is duidelijk, ook al zijn er maar heel weinig tijgers in China (blijkbaar is een goed begrip van dierkunde niet vereist om een marine te leiden).
De Russische invasie in Oekraïne was uiteraard het eerste agendapunt op deze bijeenkomsten, behalve op de Quad-top, waar de betrokkenheid van Modi een aangepaste boodschap vereiste van de andere leden van die groep, de VS, Japan en Australië. India weigert partij te kiezen tegen Rusland, deels omdat het vreest Poetin nog dichter bij China te brengen. Het Chinese regime lobbyt al jaren bij Rusland om de wapenverkoop aan India, waarmee Peking een langlopend grensgeschil heeft, te beperken. Xi heeft de invasie van Rusland de facto gesteund om dit te gebruiken als pressiemiddel tegen India en om China de hand te laten leggen op Russische militaire technologie, waaronder kernwapentechnologie.
Armageddon
De verlammende sancties tegen Rusland, dat in feite uit de wereldeconomie is gestoten, dienen een tweeledig doel: als waarschuwing en als generale repetitie voor een toekomstige krachtmeting met China. In dat geval zou de mondiale impact van een heel andere orde zijn. De economie van China is tien keer groter dan die van Rusland en is van cruciaal belang voor de wereldwijde toeleveringsketens, handel en financiële stromen. “Pas wat we in Rusland hebben gezien toe op China, en je hebt een Armageddon voor de Chinese economie en voor de wereldeconomie,” vertelde een westerse bedrijfsleider aan de Financial Times.
Beide partijen willen zo’n scenario voorkomen of uitstellen. Maar beide partijen bereiden zich ook voor op de dag dat het zover komt. Zelfs Henry Kissinger, die onderhandelde om het China van Mao in het westerse kamp te brengen tijdens de oorspronkelijke Koude Oorlog tegen het stalinistische Rusland, is het ermee eens dat het huidige kapitalistische China geen dominante macht mag worden. Tegelijk waarschuwt Kissinger dat de vijandelijkheden tussen de VS en China een wereldwijde “catastrofe vergelijkbaar met de Eerste Wereldoorlog” kunnen veroorzaken.
De terugslag van de Oekraïne-oorlog heeft het VS-imperialisme in staat gesteld meer van zijn bondgenoten achter zijn anti-Chinese strategie te scharen. Er blijven meningsverschillen bestaan, bijvoorbeeld met de Duitse regering, die in de ogen van de regering-Biden nog steeds treuzelt met haar standpunt over Rusland en China. Maar vergeleken met de standpunten die de respectieve regeringen innamen vóór de invasie van februari, is de kloof aanzienlijk kleiner geworden.
De nieuwe situatie heeft ook een financiële meevaller opgeleverd voor de Amerikaanse wapenindustrie. Toen de Duitse regering enkele dagen na de Russische invasie besloot haar militaire begroting te verdubbelen, van 47 miljard euro in 2021 tot 100 miljard euro in 2022, was haar eerste aankoop 35 Amerikaanse F-35 gevechtsvliegtuigen die kernwapens kunnen dragen (geraamde kostprijs 4 miljard euro). De Amerikaanse energie-industrie zal ook enorme winsten boeken wanneer Duitsland en Europa zich afkeren van Russische olie en gas. In de eerste vier maanden van het jaar zijn de verschepingen van vloeibaar aardgas van de VS naar Europa verdrievoudigd in vergelijking met dezelfde periode in 2021.
NAVO en vrienden
Op de NAVO-top van Madrid werden voor het eerst Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland uitgenodigd om deel te nemen. Dit was niet alleen om Peking een boodschap te sturen, maar ook een stap in de richting van meer militaire coördinatie tussen deze Indo-Pacifische staten en de NAVO. Xi Jinping mag dan hebben berekend dat zijn regime voordeel kan halen uit de confrontatie tussen Rusland en het Westen, maar uiteindelijk dreigt hij meer verliezen dan Poetin omdat er voor de Chinese economie veel meer op het spel staat.
Het gaat om het ruimere proces van deglobalisering en de vorming van twee antagonistische blokken, waarbij China het risico loopt te worden weggedrukt uit belangrijke marktsectoren en toegang tot nieuwe technologie. De Amerikaanse tech-miljardair Vinod Khosla voorspelt een “techno-economische oorlog” tussen de VS en China die volgens hem twee decennia kan duren. De VS hebben al strenge controles opgelegd op strategisch belangrijke technologieën zoals 5G-telecommunicatieapparatuur en halfgeleiders en hun technologiecontroles zullen alleen maar toenemen. Er liggen verschillende wetsvoorstellen op tafel in het Amerikaanse parlement om de screening van investeringen in een groot aantal Chinese bedrijfssectoren te verscherpen. Andere maatregelen zijn gericht op de financiering van de productie in de VS van halfgeleiders, zeldzame aardmetalen, verbeterde batterijtechnologie en andere sectoren waar China een dominante positie inneemt of de economie van de VS kwetsbaar is voor verstoringen van de toeleveringsketen.
De aanval van Trump op de Chinese telecomgigant Huawei heeft het bedrijf in een ernstige crisis gestort. Geblokkeerd door Amerikaanse sancties om toegang te krijgen tot de nieuwste halfgeleiders, is zijn positie zelfs in de Chinese binnenlandse smartphonemarkt gedaald van de eerste naar de zesde plaats sinds 2018, met een omzetdaling van 64% in het afgelopen jaar. De problemen worden nog verergerd doordat Huawei gedwongen is zijn activiteiten in Rusland, één van zijn weinige groeimarkten, terug te schroeven om te voorkomen dat het onder de westerse sancties komt te vallen.
De Amerikaanse ‘Entiteitslijst’ of zwarte lijst van Chinese bedrijven, opgesteld tijdens de regering-Trump, is sindsdien een sjabloon geworden voor het voeren van Amerikaanse economische oorlogsvoering in het tijdperk van de Koude Oorlog. Onder Biden is de ‘Entiteitslijst’ uitgebreid en volgens Chinese media staan er nu 260 Chinese bedrijven op de lijst. In februari werden meer dan 100 Russische bedrijven toegevoegd.
Tariefverlagingen?
Verdere escalatie ligt in het verschiet. “Als de VS de EU en Japan ertoe overhalen het Coördinatiecomité voor Multilaterale Exportcontroles (CoCom) nieuw leven in te blazen om de technologiestromen naar China af te stoppen – een vooruitzicht dat door de oorlog in Oekraïne waarschijnlijker is geworden – zal China weinig kans maken om de technologierace met de VS te winnen,” aldus Minxin Pei, een Chinees-Amerikaanse commentator.
Dit wordt niet tegengesproken door berichten dat Biden beraadslaagt over de mogelijke opheffing van enkele tarieven op Chinese goederen die Trump in 2018 heeft opgelegd. Als dit gebeurt, zal de verlaging waarschijnlijk ‘bescheiden’ zijn, misschien minder dan 3% van de invoertarieven weghalen, die in totaal meer dan 300 miljard dollar aan Chinese goederen bestrijken. Het doel zou zijn om de inflatiedruk in de Amerikaanse economie te verlichten in de aanloop naar de tussentijdse verkiezingen in november, hoewel dit mogelijk geen effect op de inflatie zal hebben.
Tegenstrijdige verklaringen suggereren dat er binnen de regering van Biden een machtsstrijd gaande is tussen het ministerie van Financiën en het ministerie van Handel, waarbij elke verlaging van de tarieven de president waarschijnlijk zal blootstellen aan aanvallen van beide zijden van het parlement omdat hij zich soft opstelt tegenover China. Niet alleen in China is het manische nationalisme een rem op het vermogen van de regering om het beleid te verfijnen. Janet Yellen, die voorstander lijkt te zijn van enige ‘herijking’ van de tarieven, stelt dat deze niet bijzonder effectief zijn als wapen tegen China en dat meer ‘strategische’ tarieven nodig zijn. Dit debat gaat dus over de vraag hoe China’s economie op een slimmere manier pijn kan worden berokkend, niets anders.
Betrekkingen tussen de EU en China
Gedurende een groot deel van het afgelopen decennium heeft Peking de hoop gekoesterd dat de Europese Unie, onder de feitelijke Duitse leiding, zou vasthouden aan een positie van “strategische neutraliteit” in het conflict tussen de VS en China. Deze hoop was gebaseerd op de overtuiging dat het Duitse kapitalisme niets zou doen om de meer dan 100 miljard dollar die Duitsland jaarlijks naar China uitvoert in gevaar te brengen. Maar de pogingen van Xi Jinping om de betrekkingen tussen de EU en China te vrijwaren van de Koude Oorlog tussen de VS en China begonnen al vóór de Oekraïne-oorlog in elkaar te storten.
Spanningen over Xinjiang torpedeerden in maart vorig jaar de investeringsovereenkomst tussen de EU en China (Comprehensive Agreement on Investment ofte CAI). Als deze overeenkomst was geratificeerd, zou dat een belangrijke diplomatieke coup voor Peking zijn geweest en een afwijzing van Washington. Maar de CAI is nu dood. Dit jaar oefent de Duitse regering financiële en politieke druk uit op haar grootste bedrijven, waaronder autofabrikant Volkswagen, onder verwijzing naar de schendingen van de mensenrechten door de Chinese dictatuur in het door moslims gedomineerde Xinjiang.
De kwestie Xinjiang wordt gebruikt om een nieuwe hardere aanpak van Berlijn te markeren, niet alleen ten aanzien van China maar ook ten aanzien van de Duitse kapitalisten, om hen te dwingen hun investeringen en toeleveringsketens te “diversifiëren” en een einde te maken aan hun afhankelijkheid van China. Dit is een wereldwijde trend. Zij weerspiegelt het beleid van de VS en andere landen waar de regeringen steeds meer om redenen van “nationale veiligheid” aan particuliere ondernemingen investeringsbeslissingen opleggen. Het imiteert sommige kenmerken van het Chinese model.
Een dergelijke ‘statistische’ aanpak was ondenkbaar tijdens de hoogtijdagen van de neoliberale globalisering. Maar vandaag moet elke heersende klasse haar nationale macht beschermen om te overleven wat Martin Wolf van de Financial Times het “nieuwe tijdperk van wereldwanorde” noemt. Het is eerder dit dan bezorgdheid over repressie en foltering (die op grote schaal voorkomen in Xinjiang), dat Duitsland en andere westerse economieën ertoe dwingt de rem te zetten op een grotere onderlinge economische afhankelijkheid met China. Deze ontkoppeling van China’s economie is nog in een pril stadium, maar versnelt door de ‘grenzeloze’ alliantie van Xi met het regime van Poetin.
Dit proces is in feite bijna tien jaar geleden begonnen, onder invloed van andere factoren, waaronder een stijging van de Chinese lonen in vergelijking met andere Aziatische en zelfs Oost-Europese economieën.
In de eerste helft van dit jaar werden 11.000 buitenlandse bedrijven in China uitgeschreven, vergeleken met een netto toename van 8.000 nieuwe buitenlandse registraties vorig jaar. Everbright Securities schat dat tussen september 2021 en maart 2022 ongeveer zeven procent van de Chinese meubelorders aan Vietnam en andere landen verloren is gegaan, vijf procent voor textielproducten en twee procent voor elektronica. Deze trends werden gemaskeerd door de tijdelijke hausse van de Chinese export tijdens de pandemie, maar als die nu wegebt, zullen we waarschijnlijk de “uitholling” van de Chinese industrie zien – vergelijkbaar met wat er dertig jaar geleden in Japan gebeurde.
Democratische rechten
Het door de VS geleide kamp stelt zijn standpunt over Oekraïne voor als een verdediging van de ‘democratie’ tegen de ‘autocratie’. Dezelfde hypocrisie geldt voor Xinjiang en Taiwan. De propaganda van het Chinese en Russische imperialisme berust op agressief nationalisme (“wolf-krijger-retoriek” in China). Zij verwijten het Westen dat het probeert het moederland te verzwakken en te vernietigen, waarbij het de ‘democratie’ gebruikt als één van zijn verraderlijke wapens. Alle vijanden van het regime – arbeiders, activisten tegen de oorlog en voor democratie, LGBTQI+ personen en feministen – worden bestempeld als ‘buitenlandse agenten’. Het nationalistische project draait om het worden van een sterke macht en het heroveren van ‘gestolen gebieden’.
Marxisten verzetten zich tegen alle imperialistische machten of blokken en hun propaganda. Wij waarschuwen dat het steunen van één van beide kampen of het geloven dat het ene imperialisme minder gevaarlijk is dan het andere rampzalige gevolgen heeft voor de strijd van de arbeiders tegen het kapitalisme.
Het imperialisme is nooit een bondgenoot in de strijd voor de bevrijding van onderdrukte volkeren en naties, en staat niet aan de kant van democratische rechten voor de massa’s. De politieke vrijheden die momenteel in de westerse kapitalistische democratieën bestaan, maar in China en in toenemende mate ook in Rusland geheel ontbreken, zoals het recht om te stemmen, zich te organiseren, de vrijheid van meningsuiting en het stakingsrecht – deze rechten zijn altijd en overal veroverd door massadruk en strijd, niet door de welwillendheid van de heersende klasse.
De woeste aanval van de Amerikaanse staat op het recht op abortus is een aanfluiting van de poging van Washington om het “democratische” hoge woord te voeren. Westerse kapitalistische landen hebben de laatste jaren golf na golf aanvallen gelanceerd op burgerlijke vrijheden en vakbondsrechten. In landen met een formele of burgerlijke democratie is het niet de kapitalistische staat die de bewaker van democratische rechten is.
Leon Trotski legde uit dat als de arbeidersklasse niet onmiddellijk in staat is het kapitalisme omver te werpen, zij de burgerlijke democratie verdedigt tegen fascistische of autoritaire reacties: “De arbeiders verdedigen de burgerlijke democratie echter niet met de methoden van de burgerlijke democratie… maar met hun eigen methoden, dat wil zeggen, met de methoden van de revolutionaire klassenstrijd.” (Antwoorden op vragen over de Spaanse situatie, 1937).
De ene dictator is de andere niet…
Werkende mensen kunnen nooit beroep doen op de kapitalistische staat, de rechtbanken, de politie of kapitalistische legers om hun democratische rechten te verdedigen. De democratische rechten die in de westerse kapitalistische staten bestaan, zijn het resultaat van strijd en de krachtsverhoudingen tussen de klassen in de maatschappij, en niet van wat er in wetten of grondwetten staat. Alleen een massale strijd die internationaal verbonden is en geleid wordt door een dynamische arbeidersbeweging die strijdt voor de vervanging van het kapitalisme door een echt socialisme, kan democratische rechten veilig stellen. Dit is de enige kracht die een einde kan maken aan oorlogen en nationale onderdrukking. Socialisten verzetten zich tegen de Orwelliaanse staatsrepressie van de Chinese en Russische kapitalistische staten en staan aan de kant van de arbeidersklasse in deze landen, die de enige kracht is die een echte strijd tegen dictatuur kan voeren.
Wanneer de NAVO Turkije nodig heeft om de lidmaatschapsaanvragen van Zweden en Finland goed te keuren, aarzelen haar ‘democratische’ leiders niet om de kant van de meedogenloze autocraat Erdogan te kiezen, die nieuwe oorlogen tegen de Koerden voorbereidt en de rechten van vakbonden, vrouwen en LGBTQI personen aanvalt.
Dezelfde dubbele moraal geldt voor Biden’s recente bezoek aan Saoedi-Arabië om dictator Mohammed bin Salman de hand te schudden. Twee jaar geleden pochte Biden tijdens zijn campagne dat hij Saoedi-Arabië in een ‘paria’ zou veranderen, maar nu heeft hij een deal over de olievoorziening nodig omdat het Russische olie-embargo de wereldmarkten onder druk zet. Zo was het ook met Blinken’s missie om de Thaise dictator generaal Prayut in juli te charmeren. Washington wil niet dat het Thaise regime volledig naar de kant van China opschuift.
Een heldere analyse
Het imperialistische conflict tussen de VS en China dringt zich op in bijna elke beweging en strijd die over de hele wereld plaatsvindt. We zagen een element daarvan in Myanmar vorig jaar, waar aan de ene kant de staatsgreep van het leger werd gesteund door Peking en Moskou, terwijl aan de andere kant een deel van de jongeren en de arbeiders, die een ongelooflijke verzetsstrijd en massale stakingsbeweging op touw hadden gezet, helaas begonnen te kijken naar Westerse druk en zelfs interventie (door de zogenaamde internationale gemeenschap) om hen te helpen de junta te verslaan. Dit was een illusie die alleen maar verwarrend werkte in de strijd. Hetzelfde gebeurde in een andere vorm in Hongkong tijdens de massale democratieprotesten van 2019, en opnieuw in Thailand het jaar daarop.
Er zijn belangrijke politieke lessen te trekken uit deze ervaringen in de veranderde mondiale omgeving die is ontstaan door de nieuwe Koude Oorlog. In de eerder genoemde voorbeelden werd er gekeken naar het zogenaamde ‘minste kwaad’, wat een deel van deze bewegingen op een dwaalspoor zette. Ook in landen als Indonesië, de Filippijnen, Maleisië, Japan, Taiwan en Zuid-Korea kunnen delen van de arbeidersbeweging en de linkerzijde door deze verwikkelingen gedesoriënteerd en verdeeld raken. Natuurlijk is dit ook een waarschuwing voor de opkomende arbeidersbeweging in China.
De Koude Oorlog, waarbij de twee imperialistische blokken de reeds onstabiele situatie uitbuiten en verder polariseren om geopolitieke overwinningen te boeken, vormt een ernstig gevaar voor arbeiders en jongeren. Dit is het geval zelfs zonder een nieuwe hete oorlog die de verschrikkingen van Oekraïne herhaalt en misschien zelfs overschaduwt. Een helder perspectief, analyse en programma dat ‘het minste kwaad’ en het nationalisme verwerpt en opkomt voor een internationalistisch klassenstandpunt van onverbiddelijke oppositie tegen alle kapitalistische en imperialistische regeringen, zijn absoluut noodzakelijk om te vermijden dat de strijd van de onderdrukten op een dwaalspoor wordt gezet door de reactie.
-
Russische invasie als product van Nieuwe Koude Oorlog

De Russische invasie in Oekraïne is deel van een hele shift naar een nieuw tijdperk. Meer nog dan bij de pandemie worden tal van geopolitieke processen erdoor versneld. De drijvende factor van die processen is de Nieuwe Koude Oorlog tussen de VS en China.
door Fabian (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist
De steeds verder oostelijke expansie van de NAVO sinds 1997 is het Russische regime al langer een doorn in het oog. De poging om in 2014 de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne tegen te houden en een nauwere samenwerking van Oekraïne met de Euraziatische Economische Unie te bekomen mislukte. De Moskougezinde Oekraïense president Janoekovitsj werd toen afgezet in de Euromaidan revolte. Kiev begon zich nog meer op de EU en de NAVO te oriënteren. Met de annexatie van de Krim en het ondersteunen van separatische groeperingen in Donetsk en Loegansk hield Poetin druk op de ketel. Om de stap naar de huidige brutale invasie te begrijpen, moeten we echter vanuit een breder perspectief kijken naar de oplopende inter-imperialistische spanningen.
Wortels van de Nieuwe Koude Oorlog
Het kapitalisme kwam door de tientallen miljoenen doden en de horror van het nazisme als systeem zwaar gediscrediteerd uit WO2. De verzwakking van de grote Europese imperialistische krachten legde de basis voor een bipolaire wereld met twee supermachten: de VS tegenover de stalinistische Sovjet-Unie. Angst voor revolutionaire omwentelingen – al dan niet ondersteund door een inval vanuit het Oosten – was alomtegenwoordig bij de West-Europese burgerij. Tegenover het ‘rode gevaar’ speelden de Britse en Franse regeringen een sleutelrol in het opzetten van de Noord Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Haar eerste secretaris-generaal, de Brit Hastings Ismay, was duidelijk over het doel van dit vehikel: “De Amerikanen binnen houden [in Europa], de Sovjets buiten en de Duitsers in bedwang.” Als reactie richtte de Sovjet-Unie het Warschaupact op met de stalinistische regimes in Oost-Europa.
In tegenstelling tot de Nieuwe Koude Oorlog was dit een conflict tussen tegengestelde sociale systemen. Ondanks de ondemocratische aard van de regimes in het Oostblok waren de stalinistische bureaucratieën die ze regeerden afhankelijk van het bestaan van een planeconomie voor hun privileges en voortbestaan. Tot de ineenstorting van de Sovjet-Unie zou het conflict tussen deze blokken de dominante factor blijven in de internationale relaties.
Onderlinge spanningen tussen de stalinistische bureaucratieën van Rusland en China maakten de weg vrij voor samenwerking tussen de VS en China. Dit proces, in gang gezet door het bezoek aan Mao van VS-president Nixon in 1972, zou de wereldpolitiek een nieuwe vorm geven. De economische banden die werden gesmeed, bereidden de weg voor de transformatie van China naar de huidige vorm van een autoritair, door de staat gereguleerd, kapitalisme onder een regime dat alleen in naam ‘communistisch’ is. Met China als ‘sweatshop van de wereld’ op basis van goedkope arbeidskrachten was haar relatie met de VS de drijvende kracht van de neoliberale globaliseringsperiode, met de creatie van ‘nieuwe markten’ na de implosie van de Sovjet-Unie.
De Grote Recessie van 2007-9 verbrak de speciale relatie tussen China en de VS. China leek minder aangetast door de wereldwijde crisis terwijl het imperialisme van de VS aan invloed en relatieve kracht verloor. Het onder Xi Jinping geïntroduceerde “Made in China 2025”, gericht op Chinees leiderschap en onafhankelijkheid in belangrijke industrieën en technologie en het Belt and Road Initiative (de ‘nieuwe zijderoute’) om door China gedomineerde handels- en investeringsroutes uit te bouwen – waarbij meer dan 100 landen op elk continent betrokken zijn – zorgden in de VS voor een grote ommekeer in de opstelling tegenover China. Het begon met politici als Trump en delen van de kapitalisten. De reden was duidelijk: China groeide steeds meer uit tot een uitdager op economisch en technologisch vlak. Het zou dat uiteindelijk ook op militair vlak doen.
De twee grootste economieën ter wereld zijn ook elkaars grootste handelspartners. Toch bleef ook onder Biden de focus op het geostrategische conflict met China. De opbouw van tegenstellingen vandaag vertoont gelijkenissen met de wederzijdse afhankelijkheid en concurrentie tussen Engeland en Duitsland vóór de Eerste Wereldoorlog. Voor het VS-imperialisme is de bedreiging van zijn wereldmacht belangrijker dan de superwinsten die in China worden gemaakt. De basis voor de Nieuwe Koude Oorlog is de impasse van het kapitalisme en de crisis van beide supermachten. Van predikers van globalisering zijn zij voorstanders van nationalisme geworden in een poging hun systeem en macht te redden.
A window of opportunity
Het Russische imperialisme probeerde zich al jaren op de voorgrond te werken waar het Westers imperialisme stappen achteruit zet. Dit gebeurde door het regime van Assad in Syrië overeind te houden, door huurlingen te sturen naar Mali en de Centraal Afrikaanse republiek. Dichter bij huis hield het Kremlin het regime van Loekasjenko in Wit-Rusland overeind in 2021 en hielp het begin dit jaar bij het neerslaan van de revolutionaire opstand in Kazachstan.
Het Russische regime moest wel ingrijpen. De levensstandaard in Rusland ligt vandaag 10% lager dan in 2008. Er wordt al jaren geprotesteerd tegen corruptie en voor democratie. Het Kremlin kreeg de pandemie nooit onder controle. Een succesvolle opstand in Kazachstan zou al gauw een inspiratiebron geweest zijn voor protest in Rusland.
Elke crisis biedt echter ook nieuwe kansen. De strategen van het Kremlin zagen dit als hét moment om het proces van afbrokkeling van de invloedssfeer van Rusland, sinds de jaren 1990 en de val van de Berlijnse Muur, om te keren. Er waren redenen die Poetin vertrouwen gaven om nu in actie te komen. Recent zagen ze de haastige terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Afghanistan, slechts enkele jaren nadat de VS de rol moest lossen in Syrië en in de context van een steeds grotere focus van het VS-imperialisme op het geostrategische conflict met China. De Europese Unie – waarin centrifugale krachten (met onder meer de Brexit) in de laatste decennia de bovenhand hebben – gaf een verdeelde indruk. Bovendien zijn verschillende Europese landen afhankelijk van Russisch gas en olie.
Als het niet met dreigementen lukte zou Poetin met een regimewissel afdwingen dat Oekraïne nooit tot de NAVO toetreedt en dat de NAVO haar activiteiten in de voormalige Oostbloklanden beperkt. De NAVO bleef echter hardnekkig bereid om de Oekraïense bevolking als schild te gebruiken.
Verkeerd gegokt
Naast het taaie verzet tegen de invasie in Oekraïne is Poetin wellicht ook geschrokken van de eensgezindheid waarmee ‘het Westen’ wapens stuurde naar de regering van Zelenski en bovendien zware sancties oplegde. De sancties zijn ongezien: weigeren van Russische luchtvaartmaatschappijen in het Europees luchtruim, inbeslagname van de helft van de Russische dollarreserves, afsluiten van Russische staatsbanken uit het internationale betalingssysteem SWIFT, verbod op export naar Rusland van allerlei goederen, etc. De Russische beurzen gingen de dieperik in en de waarde van de roebel zakte met 30%. Niet de oligarchen en Poetin, maar de Russische bevolking zal hier het zwaarst onder lijden. De burgerij in NAVO-landen hoopt hiermee de voedingsbodem voor een opstand tegen Poetin te creëren. Het zou wel eens een omgekeerd effect kunnen hebben in de zin dat de anti-Westerse reactie van de bevolking de interne positie van Poetin versterkt.
Daarnaast is er het risico dat de sancties een diepe wereldwijde recessie ontketenen. Dit is één van de grootste angsten van het Chinese regime van Xi Jinping. Dat regime wordt geconfronteerd met ernstige economische bedreigingen, zoals de speculatieve zeepbellen in onder meer de vastgoedsector. De Russische druk op Oekraïne leek Xi aanvankelijk goed uitkomen. Het was een handig afleidingsmiddel om de NAVO bezig te houden. Tijdens een bezoek van Poetin aan de Olympische Winterspelen in februari verklaarde Xi nog dat hij met Rusland een samenwerkingsverband “zonder taboes” wilde.
De effectieve escalatie van het conflict dwong het Chinese regime ertoe om zich te distantiëren van het Kremlin. De tegenspraak met haar eigen buitenlands beleid en de dreiging van economische destabilisatie is immers te groot. Tegelijk isoleren de sancties Rusland steeds meer, waardoor het afhankelijker wordt van het Chinese regime.
Met regimeverandering in Rusland in het achterhoofd wil de VS het Russisch leger nu maximaal verzwakken in Oekraïne, terwijl het de Russische economie in een diepe crisis duwt om zo de potentiële bondgenoot van China te verzwakken. De gevolgen voor de Oekraïense bevolking zijn niet van tel in die geopolitieke berekening.
Naast militaire en financiële steun stuurt het Pentagon ook informatie over Russische troepenverplaatsingen naar de regering in Kiev. De regering-Biden stelt daarnaast teams voor public relations en lobbyisten ter beschikking aan Zelenski.
De nieuw gevonden Westerse eenheid tegen de gemeenschappelijke vijand blijft echter broos. Ondanks actieve deelname van NAVO-lidstaten aan de ondersteuning van de Oekraïense regering blijft men voorzichtig. Een door de NAVO gehandhaafde ‘no-fly zone’ boven Oekraïne zou potentieel een Derde Wereldoorlog kunnen uitlokken, bovendien een oorlog tussen kernmachten. Zelfs het Poolse voorstel om via de VS straaljagers te leveren aan Oekraïne bleek een brug te ver.
De EU-top in Versailles beloofde wel 500 miljoen euro extra militaire hulp aan Oekraïne via het wel erg cynisch genoemde ‘European Peace Facility’, maar was niet eensgezind over versnelde toetreding van Oekraïne tot de EU of het volledig uitbannen van Russisch gas en olie.
Nationalistisch militarisme
De regeringen in meerdere NAVO lidstaten slaagden er in om de invasie als een echte ‘shock’ te gebruiken en de ‘defensie’- (lees: oorlogs-) budgetten serieus op te trekken. De Duitse regering besloot de jaarlijkse militaire investeringen op te trekken naar 100 miljard euro. In Zweden wil de regering de verhoging van de militaire uitgaven alvast financieren met besparingen op de sociale zekerheid.
Nationalistisch militarisme wordt een dominant fenomeen in de wereldpolitiek, naast de verdere ontkoppeling van grote economische blokken. Rusland, de 11e grootste economie ter wereld, wordt bijna volledig losgekoppeld met multinationals als Apple, Pizzahut, BMW, etc die zich terugtrekken. Het Russische regime was gedwongen te antwoorden met het idee van nationalisaties van strategisch belangrijke fabrieken en wil minstens tot het eind van het jaar de uitvoer van landbouw-, elektrische, medische en technologische apparatuur verbieden.
De wereld bevindt zich nog in de beginfase van een Nieuwe Koude Oorlog tussen de twee grote imperialistische mogendheden. In de komende jaren zal deze oorlog blijvend een rem zetten op de economie, politieke crisissen veroorzaken, allianties vormen en verbreken, militaire conflicten uitlokken en een impact hebben op het massabewustzijn over de hele wereld. Overal zal regeringsbeleid meer en meer bepaald worden in functie van de Nieuwe Koude Oorlog. Internationale klassenstrijd die zich verzet tegen oorlog, gekoppeld aan een sociaal programma, dat breekt met winstbelangen van de kapitalisten, is de sleutel voor vrede.
-
Wordt de nieuwe koude oorlog wat heter?
Verschuivende standpunten over Taiwan en zijn internationale status verhogen de spanningen tussen de VS en China, terwijl een nieuwe wereldwijde wapenwedloop op gang komt.Analyse door Vincent Kolo, chinaworker.info
Is er sprake van een tijdelijke dooi in het conflict tussen de VS en China? Dit idee won in september aan kracht na de vrijlating van Meng Wanzhou van Huawei door de Canadese autoriteiten, als gevolg van een – officieel ontkende – deal tussen China en de VS. Maar een nadere blik op de ‘hittekaart’ van de mondiale imperialistische spanningen laat zien dat de standpunten juist verharden. Dit geldt met name voor Taiwan.
Tijdens een interview met CNN in oktober zei president Joe Biden dat de VS een “toezegging” hadden gedaan om Taiwan militair te verdedigen in het geval van een Chinese aanval op het eiland. De opmerkingen van Biden deden bij sommigen de wenkbrauwen fronsen omdat ze duidelijk afwijken van het al lang bestaande standpunt van strategische ambiguïteit, wat betekent dat de VS Taiwan “beschermt” en wapens verkoopt, maar zich niet expliciet tot een oorlog verbindt. Ambtenaren van het Witte Huis brachten snel een rectificatie uit: “De president kondigde geen verandering in ons beleid aan en er is geen verandering in onze politiek.”
Dit was de tweede keer dat Biden de grenzen van de strategische dubbelzinnigheid overschreed. De eerste keer was in augustus, toen het Witte Huis een soortgelijke verklaring gaf. De diplomatieke taal over de kwestie Taiwan is vaak opzettelijk cryptisch en dubbelzinnig. Alle partijen, de heersende klassen van China, de VS en Taiwan, hebben hun eigen redenen om deze strategische mist in stand te houden. Bijgevolg is Taiwan veroordeeld tot de status van ‘niet-land’, dat officiële betrekkingen onderhoudt met slechts 15 meestal kleine landen, terwijl het voor het overige alle kenmerken van een onafhankelijke staat bezit.
Een gevaarlijk evenwicht
Hoewel elk Chinees regime sinds Mao deze regeling heeft aanvaard, heeft het dit tot nu toe met tegenzin gedaan, zonder ooit het doel van “hereniging” op te geven. Taiwan als een onvervreemdbaar deel van China is een kernovertuiging van het Chinese nationalisme en dus ook van de CCP. Het proces van kapitalistische restauratie in China, en daarmee de afbraak van basisvoorzieningen en werkzekerheid, en de groei van extreme ongelijkheid, heeft de CCP-dictatuur veel afhankelijker gemaakt van nationalisme als het politieke cement dat haar heerschappij bijeenhoudt. Vooral onder het bewind van Xi Jinping voert het regime, telkens wanneer het zich bedreigd voelt door sociale onrust, het nationalisme op, waarbij Taiwan en zijn “separatistische krachten” niet zelden het doelwit zijn.
In dit opzicht is de CCP, als symbolen en historische bagage buiten beschouwing worden gelaten, in feite veranderd in een 21e-eeuwse versie van de autoritaire nationalistische en kapitalistische Kwomintang (KMT). Dit verklaart ook de nauwere samenwerking in de afgelopen decennia tussen deze voormalige vijanden van de burgeroorlog, de CCP en de Taiwanese KMT. Deze samenwerking is de laatste tijd echter veel gecompliceerder geworden, omdat de massale vijandigheid tegenover de CCP onder de Taiwanese massa’s de KMT onder druk zet om een kritischer houding tegenover de CCP aan te nemen.
De oorverdovende propaganda van de CCP ter bevordering van het nationalisme en de visie van China als een grote mogendheid maken het voor Beijing ondenkbaar een formele onafhankelijkheidsverklaring van Taiwan te aanvaarden. Dit en aanverwante kwesties, zoals de stationering van Amerikaanse troepen op het eiland, zijn rode vlaggen die een oorlog kunnen ontketenen. Naarmate de spanningen oplopen en de regering-Biden een meer confronterend Taiwan-beleid gaat voeren, begeven we ons dus op gevaarlijk terrein.
In het verleden waren de VS van mening dat het evenwicht dat werd bereikt door hun doctrine van strategische ambiguïteit het best hun belangen diende. Dit was een voldoende afschrikmiddel tegen een Chinese aanval en weerhield de Taiwanese politieke groeperingen ervan “te ver” te gaan in de overtuiging dat het Amerikaanse leger aan hun kant stond. Tegenwoordig gaan er binnen het Amerikaanse kapitalistische establishment echter steeds meer stemmen op om van dit beleid af te zien, zoals de mogelijk onbedoelde opmerkingen van Biden suggereren.
Groeiende anti-China stemming
Begin oktober onthulde de Wall Street Journal dat een klein team van Amerikaanse elitetroepen en mariniers sinds vorig jaar in Taiwan is gestationeerd om lokale troepen te trainen, een besluit dat door de regering-Trump is genomen en door Biden is voortgezet. De timing van het nieuws was duidelijk bedoeld om de druk op China op te voeren en de reactie erop te testen. Beijing antwoordde dat de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in strijd is met het verdrag tussen de VS en China van 1979.
De verschuivingen aan de top gaan samen met verschuivingen in de Amerikaanse publieke opinie, uiteraard gemanipuleerd door de kapitalistische media die – nog maar betrekkelijk kort geleden – de aandacht zijn gaan vestigen op de wrede repressiemethoden van de Chinese staat en zijn dwangbeleid jegens kleinere landen. Dit gebeurt alleen maar om de eigen onderdrukkende en vaak repressieve agenda van het VS-imperialisme op het gebied van het buitenlands beleid vooruit te helpen.
In een opiniepeiling van augustus (Chicago Council Survey) steunt voor het eerst 52% van de ondervraagden het inzetten van Amerikaanse troepen om Taiwan te verdedigen als China zou aanvallen. Er zijn ook duidelijke meerderheden voor Amerikaanse erkenning van Taiwan als een onafhankelijk land (69%) en voor de opname van Taiwan in internationale organisaties (65%).
Socialisten maken onderscheid tussen het potentieel progressieve bewustzijn aan de ene kant van die delen van de bevolking in de VS en andere landen die afkeer hebben van Xi Jinping’s dictatuur en nationalisme, en positief staan tegenover het recht van het Taiwanese volk om over hun eigen lot te beslissen, en de dubbelzinnige strategieën van de heersende klasse aan de andere kant, voor wie kwesties als dictatuur, democratie, het recht van naties op zelfbeschikking allemaal verhandelbare handelswaar zijn, waarbij de voortdurende dominantie van het VS-imperialisme het enige harde en vaste principe is. Zoals socialisten al vele malen hebben uitgelegd, is democratie niet van tel voor het VS-imperialisme: het steunt twee derden van de militaire dictaturen in de wereld en steunde in het verleden dictaturen in Taiwan en China.
De regering van de Democratische Progressieve Partij (DPP) in Taiwan en het burgerlijke Taiwanese nationalisme zien dit onderscheid niet, en willen dit ook niet zien. De DPP ziet geen alternatief en stelt zich tevreden met het spelen van de rol van schaakstuk van de VS tegen China. Op die manier geeft zij de bevolking van Taiwan een gevaarlijk vals gevoel van veiligheid. In navolging van de methoden van de CCP en het Chinese nationalisme, gebruikt het Taiwanese burgerlijke nationalisme de verdediging van Taiwan en de angst voor een Chinese aanval om de klassenstrijd op het eiland te dempen en de pro-kapitalistische agenda van de DPP af te schermen van de groeiende ontevredenheid.
De ‘doelpalen’ verzetten
Om economische, maar vooral geopolitieke redenen is Taiwan in het middelpunt van de nieuwe Koude Oorlog komen te staan. Zoals we eerder schreven: “Zowel het Amerikaanse als het Chinese kapitalisme willen het schaakstuk Taiwan in handen krijgen. Beter gezegd: ze willen koste wat het kost voorkomen dat de andere partij de controle overneemt. Om die reden is een geostrategische patstelling tot nu toe voor beide partijen aanvaardbaar geweest.” (‘Komt er een oorlog om Taiwan’, vertaling verschenen in september: https://nl.marxisme.be/2021/09/05/komt-er-een-oorlog-om-taiwan/)
In toenemende mate wordt deze decennialange patstelling van alle kanten onderworpen aan nieuwe druk, die het fragiele evenwicht in de Straat van Taiwan en de bredere regio dreigt te destabiliseren. In het ergste geval kan dit leiden tot een militair conflict. Het Chinese regime is verontrust over de koers van het Taiwan-beleid van de regering-Biden. Dit zal vrijwel zeker leiden tot een nog krachtiger militair antwoord van Beijing, zowel als waarschuwing aan Washington en Taipei als om het binnenlands nationalisme aan te wakkeren. Ongeacht of de laatste opmerkingen van Biden een verspreking waren of een bewuste verschuiving van het standpunt, is het duidelijk dat zijn regering een strategie is begonnen om de ‘doelpalen’ met betrekking tot Taiwan geleidelijk te verschuiven.
De formele onafhankelijkheid van Taiwan zal daarbij niet worden gesteund, want dat zou zeer waarschijnlijk een oorlog ontketenen. Maar zoals minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken onlangs verklaarde, is het beleid van de VS er nu op gericht de “zinvolle deelneming van Taiwan aan het gehele VN-systeem” pro-actief te steunen. Wat betekent dit en waarom wordt het voorgesteld?
Het VN-lidmaatschap voor Taiwan is een non-starter, dat weet Blinken, niet in de laatste plaats vanwege het veto van China als permanent lid van de Veiligheidsraad. Taiwan werd in 1979 uit de VN gezet als onderdeel van de historische deal tussen de Amerikaanse en Chinese regimes in het kader van een herschikking – ten koste van de stalinistische Sovjet-Unie – in de vorige Koude Oorlog. Daarom probeert de nieuwe VS-campagne het recht van Taiwan te verdedigen om toe te treden tot de periferie van de VN: agentschappen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het klimaatproces. Het onvermijdelijke verzet van het Chinese regime tegen dergelijke schijnbaar redelijke voorstellen zal het verder ondermijnen in de mondiale, vooral westerse, publieke opinie en in het voordeel spelen van de VS in de mondiale machtsstrijd.
Verschuivingen in de EU
De VS hebben al enkele successen geboekt in de diplomatieke sfeer, door de kaart van Taiwan uit te spelen om Biden’s strategie van het bouwen van “democratische” coalities tegen China te bevorderen. Dit jaar hebben Japan, Australië en de ‘G7’ groep van geavanceerde kapitalistische economieën, in sommige gevallen voor de allereerste keer, verklaringen afgelegd waarin ze hun bezorgdheid over de vrede en veiligheid van Taiwan uiten. Dat gebeurde in bewoordingen die alleen maar woede kunnen opwekken in Beijing, dat volhoudt dat dit een “interne” Chinese aangelegenheid is. Een voorbeeld van het succes van de VS-strategie is de recente verschuiving in de EU, waarvan het regime van Xi Jinping eerder hoopte dat het een neutrale positie zou innemen ten opzichte van de zich ontvouwende Koude Oorlog.
Het Europees Parlement is een grotendeels machteloos orgaan dat niet veel verschilt van het Chinese Nationale Volkscongres. Maar het is toch significant dat het in oktober een allereerste verslag over Taiwan goedkeurde met een verpletterende meerderheid van 580 voorstemmen, 26 tegenstemmen en 66 onthoudingen. Het verslag is een politieke opsteker voor de Taiwanese regering van Tsai Ing-wen, hoewel het “niet-bindend” is voor de EU-toppen en daarom meer op symboliek dan op werkelijke gevolgen is gericht. Niettemin was dit een tegenslag, de laatste van vele, voor de Koude Oorlogsstrategie van Xi Jinping om de druk van de VS te beteugelen.
In het verslag van het parlement werd opgeroepen tot nauwere banden tussen de EU en Taiwan, de naamsverandering van het Europees Economisch en Handelsbureau in Taiwan tot het Europees Bureau in Taiwan (een verbale sneer naar Peking), een veroordeling van China’s “militaire strijdlust” en een solidariteitsverklaring met EU-lid Litouwen, dat de woede van Peking heeft opgewekt door zijn eigen betrekkingen met Taiwan op te waarderen. Tegelijkertijd maakte de Taiwanese minister van Buitenlandse Zaken, Joseph Wu, een rondreis door Litouwen en de EU-lidstaten Tsjechië en Slowakije, een verder teken van de verschuiving van de standpunten binnen de EU. Deze ontwikkelingen in Europa weerspiegelen de machtsstrijd tussen verschillende kapitalistische elites en staten die vechten om handel, investeringen en hun eigen nationale belangen binnen het 27 leden tellende blok.
Sommige landen, zoals de rechtse regering van Litouwen, neigen naar het kamp van de VS. Andere, zoals de rechtse regering van Hongarije, neigen uit eigenbelang naar China. Nog andere landen proberen te balanceren tussen Peking en Washington, opnieuw met winstoogmerk. Voorheen kon het regime van Xi rekenen op de Duitse kanselier Angela Merkel om het voor China op te nemen, wat de eisen van de Duitse kapitalisten, vooral in de auto-industrie, voor stabiele banden met hun grootste markt weerspiegelde. Maar na de verkiezingen in september zal er waarschijnlijk een minder China-vriendelijke regering komen in Berlijn.
Het sanctiegeschil tussen China en de EU in maart over de mensenrechten in Xinjiang was een belangrijk keerpunt. Vanuit het standpunt van Xi was dit een grote misrekening, waardoor delen van de politieke elite van de EU de nationalistische driftbuien van het Chinese regime konden evenaren bij hun protest tegen de “inmenging” van de CCP in de interne aangelegenheden van Europa. Terwijl de Taiwanese DPP regering dergelijke voorbeelden van “solidariteit” van Europese kapitalistische regeringen zal opvoeren als politieke overwinningen, waarschuwen socialisten dat dit in werkelijkheid slechts een theater is met lege voorstellingen, bedoeld om het volk voor de gek te houden.
De diplomatieke manoeuvres in de EU zijn niet bevorderlijk voor de strijd voor echte democratie en vrede in Taiwan, China of elders, inclusief Europa. De ‘democratische’ resoluties van de kapitalisten zijn een dekmantel voor economische plundering ten koste van de werkende mensen.
Kapitalisme is het probleem
De overgrote meerderheid van de arbeiders en jongeren in Taiwan wil niet geregeerd worden door de dictatuur van de CCP, die de vakbonden en alle democratische rechten met geweld onderdrukt. Angst voor de dictatuur vormt de basis van de steun voor de onafhankelijkheid van Taiwan. Socialisten erkennen dit en steunen het recht op zelfbeschikking voor het volk van Taiwan.
Tegelijkertijd waarschuwen wij dat onafhankelijkheid, vrede en veiligheid voor Taiwan, een onbereikbaar doel is op de grondslag van kapitalisme en imperialisme. De kapitalistische regimes in China en de VS verzetten zich om hun eigen redenen tegen onafhankelijkheid, terwijl de kapitalisten van Taiwan zich aan de hoogste bieder zullen verkopen.
De democratische en nationale rechten van het Taiwanese volk kunnen daarom alleen worden bereikt als onderdeel van een revolutionaire klassenstrijd tegen het Taiwanese kapitalisme en samen met de werkende massa’s in China en wereldwijd, tegen het Amerikaanse en Chinese imperialisme. Dit zou de vraag naar een socialistisch Taiwan opwerpen als onderdeel van een bredere regionale en mondiale strijd tegen het kapitalisme en het imperialisme en voor de opbouw van echte socialistische samenlevingen met volledige democratische rechten, waaronder het recht om te beslissen waar de staatsgrenzen liggen.
De DPP in Taiwan herhaalt alle fouten van de burgerlijke pan-democraten van Hongkong. De illusies van die laatsten zijn nochtans met brutale repressie verpletterd. Het doel van de pan-democraten was een beperkte vorm van democratie, beperkt tot Hongkong, die zelfs in een dergelijke “gematigde” vorm onmogelijk was op basis van het voortdurende dictatoriale bewind in China. Zij veronderstelden ten onrechte dat het kapitalisme de voorkeur zou geven aan democratie als ‘natuurlijke’ vorm van heerschappij, terwijl de kapitalisten in China en Hongkong reeds lang geleden kozen voor autoritarisme als het beste instrument voor hun heerschappij.
De pan-democraten vestigden hun hoop op redding op de regeringen van de VS, de EU en de “internationale gemeenschap” (d.w.z. het wereldkapitalisme). Maar de belangrijkste, machtigste en enige echte bondgenoot in het verzet tegen de dictatuur is de enorm onderdrukte arbeidersklasse van het vasteland van China, Azië en de rest van de wereld. Het verschil tussen Taiwan en Hongkong vanuit het perspectief van het Amerikaanse en westerse kapitalisme is dat zij in het geval van Taiwan uit eigen economisch en geopolitiek eigenbelang bereid zijn veel meer middelen in te zetten om de macht van China in te dammen.
Nieuw militarisme
Hoewel er op diplomatiek vlak belangrijke verschuivingen waren, bevinden de meest dramatische recente ontwikkelingen zich op het gebied van de “harde macht” – de militaire aspecten van de nieuwe Koude Oorlog.
In de eerste vijf dagen van oktober heeft de Chinese luchtmacht haar grootste operaties ooit uitgevoerd in de luchtverdedigingsidentificatiezone van Taiwan, met de inzet van in totaal 150 gevechts- en bommenwerpers. Dit bracht het totaal tot nu toe op 600 Chinese militaire vluchten dit jaar, tegen 380 in 2020. Het doel van deze oefeningen is piloten te trainen voor een toekomstige oorlog en druk te blijven uitoefenen op zowel de DPP-regering als de door de VS geleide alliantie. De acties van beide partijen leiden alleen maar tot een escalatie van de spanningen.
In plaats van de steun voor de regering van Tsai Ing-wen te doen afnemen, versterkt de druk van de CCP haar positie in eigen land en verlengt zij de crisis in de oppositionele Kwomintang, die gedwongen is zich aan te passen aan de heersende stemming van Taiwanese nationalisme en haar steun voor nauwere banden met China af te zwakken. In een artikel in Foreign Affairs (5 oktober) riep president Tsai de internationale gemeenschap op om haar te steunen, waarbij zij beweerde dat Taiwan zich “in de frontlinie van een nieuwe botsing van ideologieën” bevond.
In werkelijkheid heeft de huidige wereldwijde botsing natuurlijk niets te maken met ideologie, maar alles met de vraag welke imperialistische heersende klasse in de komende jaren de wereldeconomie zal domineren. Het VS-imperialisme en de Taiwanese kapitalistische tycoons hadden geen probleem met het Chinese autoritarisme toen Beijing er genoegen mee nam de rol van mondiale onderaannemer te spelen op basis van zijn gigantische reservoir van goedkope arbeidskrachten.
De verscherping van de retoriek aan Taiwanese zijde, een onvermijdelijk onderdeel van de interne politieke strijd op het eiland, kan gevaarlijke repercussies hebben door de bezorgdheid van Beijing te vergroten, wat nog wordt versterkt door de verschuivingen in het Taiwan-beleid van Biden. In een redactioneel commentaar waarschuwde de Financial Times (12 oktober) voor “de acute gevaren van een conflict over Taiwan.”
Er treedt nu een nieuw militarisme op de voorgrond naarmate de standpunten van de Koude Oorlog verharden. Dit omvat de ontwikkeling van een angstaanjagende nieuwe generatie kernwapens. China’s succesvolle test van een hypersonische raket met nucleaire capaciteit in augustus zorgde ervoor dat het Pentagon meteen een nog groter wapenbudget eiste. Een Pentagon-rapport van november waarschuwde dat China zijn kernwapenarsenaal snel uitbreidt en tegen 2030 1000 kernkoppen kan hebben, drie keer zoveel als vandaag. Maar zelfs dit aantal loopt nog ver achter op de Amerikaanse nucleaire voorraad van 3.750 kernkoppen.
Na de lancering van AUKUS, een anti-Chinees defensiepact waarbij Australië, Groot-Brittannië en de VS betrokken zijn, kondigde de regerende Liberaal-Democratische Partij van Japan een plan aan om het defensiebudget van het land te verdubbelen van 1 naar 2 procent van het BBP. Het officiële “pacificisme” van Japan sinds 1945 behoort nu tot het verleden. De imperialistische Koude Oorlog is een bedreiging voor de arbeiders overal ter wereld, voor de democratische rechten en de wereldvrede. Het antwoord is niet de kant te kiezen van een fictief ‘minder kwaad’, maar een massaal socialistisch alternatief te bouwen voor imperialisme en oorlog.
Meng Wanzhou vrijgelaten
Toen Meng Wanzhou, de topvrouw van telecomgigant Huawei, in september werd vrijgelaten, had ze bijna drie jaar vastgezeten door de Canadese autoriteiten in afwachting van een mogelijke uitzetting naar de VS om te worden berecht voor het overtreden van sancties.
Meng is de oudste dochter van Huawei’s eigenaar Ren Zhengfei (China’s 150e rijkste man in 2020) en het equivalent van een CCP-‘royalty’. Op dezelfde dag dat zij naar China vloog, stapten de “twee Michaels” (Spavor en Kovrig) vanuit Beijing op het vliegtuig terug naar Canada. Chinese functionarissen haalden niet nader genoemde “medische redenen” aan voor hun vrijlating. Hoewel dit voor velen leek op een klassieke gevangenenruil uit de Koude Oorlog, hebben de regeringen van de VS en Canada met klem ontkend dat er een deal was gesloten. Waarschijnlijk heeft Joe Biden de vrijlating van Meng mogelijk gemaakt door het regime van Xi Jinping een niet-strategisch bot toe te werpen, zodat er ruimte komt voor de echte strategische zaken van het Amerikaanse imperialisme, namelijk de versterking van het beleid om China in te dammen.
“We houden van je!”
Het onthaal dat Meng bij haar terugkeer ten deel viel, lichtte een tipje van de sluier op over een aantal processen die zich vandaag in China afspelen. De staatsmedia draaiden op volle toeren – naar verluidt keken 100 miljoen mensen naar de live-uitzending van Mengs aankomst op de luchthaven van Shenzhen, waar sommigen in de speciaal gemobiliseerde menigte riepen: “Je bent een heldin. We houden van je!” Topambtenaren van de regeringen van Shenzhen en de provincie Guangdong leidden deze ontvangst. Het ‘communistische’ Volksdagblad riep de terugkeer van Meng uit tot een “grote overwinning van het Chinese volk,” die aantoonde dat “geen enkele macht de opmars van China kan tegenhouden.”
Voor propagandadoeleinden en de voortdurende behoefte van het Chinese regime om het nationalisme aan te wakkeren, werd Meng, het boegbeeld van een bedrijf dat in verband wordt gebracht met de wrede ‘996’-werkroosters (12 uur per dag, zes dagen per week) en de ‘wolvencultuur’, omgevormd tot een nationale held. In de ogen van de staatsmedia was de terugkeer van de “Huawei-prinses” te vergelijken met het Zuid-Afrikaanse Mandela-moment of zelfs met de aankomst van Lenin op het Finland-station in 1917!
“Zonder een sterk moederland zou er geen vrijheid zijn zoals ik die vandaag heb,” vertelde Meng aan de camera’s. “Dank u, mijn lieve moederland, en de partij en regering. Het is het schitterende Chinese rood dat het vuur van het geloof in mijn hart ontsteekt, de donkerste momenten van mijn leven verlicht en mij leidt op de lange reis naar huis.”
Dat dergelijke overdreven uitingen van nationalisme niet bij iedereen in de smaak vallen, blijkt uit een online protestactie tegen het besluit van de regering van Shenzhen om de skyline van de stad te verlichten met de slogan “Welkom thuis, Meng Wanzhou” in een tijd van verlammende stroomstoringen in heel China. Meng is vrijgesteld van een bizarre rechtszaak, maar hetzelfde kan niet worden gezegd van Huawei, dat nog steeds in de frontlinie van de tech-oorlog tussen de VS en China staat. De campagne van de VS en andere westerse regeringen om Huawei’s 5G-infrastructuur van de wereldwijde telecommarkten te weren, is alleen maar intensiever geworden sinds de VS het bedrijf in 2019 op een zwarte lijst plaatste. In augustus zei Huawei’s voorzitter Eric Xu dat het “doel is om te overleven”, terwijl hij een omzetdaling van 30% in de eerste helft van 2021 meldde.
De affaire-Meng heeft een grote impact op de betrekkingen tussen Canada en China. Uit een peiling die na de vrijlating van Meng werd gepubliceerd, bleek dat 76 procent van de Canadezen (tegen 53 procent in 2019) wil dat de regering Huawei verbiedt om deel te nemen aan de 5G-netwerken van het land. Bijna evenveel Canadezen waren tegen onderhandelingen over een handelsovereenkomst met China. De gevangenneming van de “twee Michaels” door het Chinese regime, een beleid dat wordt gedicteerd door de constante behoefte van Xi Jinping om thuis een sterk nationalistische houding aan te nemen (de zogenaamde “wolfkrijger”-diplomatie), heeft de wereldwijde positie van China alleen maar verder ondermijnd, de gewone mensen van zich vervreemd en de anti-China-strategie van Biden en het VS-imperialisme vergemakkelijkt.
-
Koude Oorlog tussen VS en China: twee kapitalistische reuzen op lemen voeten
De toegenomen handels-, diplomatieke en zelfs militaire spanningen tussen de VS en China tonen aan dat we in een veranderde wereld leven. Het VS-imperialisme voelt zich voor het eerst sinds de Koude Oorlog met de vroegere Sovjetunie fundamenteel bedreigd door een machtige uitdager. In tegenstelling tot wat sommigen denken – ook ter linkerzijde – ligt het VS-kapitaal niet in de clinch met “communistisch” China, maar met het Chinese kapitalisme dat wordt beheerd door de Chinese Communistische Partij.door Peter (Leuven)
China veranderde sinds de jaren ‘80 van een bureaucratisch geplande economie in een overwegend kapitalistisch land. China telde in 2020 meer nieuwe dollarmiljardairs dan de VS. Private productie voor de winst is er dominant geworden. Marxisten spreken eerder van staatskapitalisme, omwille van de grotere inmenging van de overheid in de economie. Dit is een verschil met de vorige Koude Oorlog: de Sovjetunie had een ander sociaal systeem, namelijk een planeconomie, weliswaar onder bureaucratische heerschappij.
Groeiende spanningen, ook onder Biden
De toegenomen spanningen tussen China en de VS waren niet het gevolg van de Trump-administratie. Deze hief belastingen op Chinese producten en sloot consulaten in China. Zijn administratie sprak van een strijd tussen “vrijheid en tirannie.” Dit was het zoveelste voorbeeld van kapitalistische hypocrisie, gezien de historische en huidige samenwerking van het VS-imperialisme met dictaturen wereldwijd, zoals in Saoedi-Arabië.
Onder Biden gaat het conflict met staatskapitalistisch China verder, omdat het gaat om een fundamentele strijd tussen twee groepen kapitalisten die elkaar bekampen om controle en hegemonie. Het regime in Beijing had zelfs een voorkeur voor Trump als president omdat het meende dat die meer zou openstaan voor ‘deals’. Het Chinese kapitalisme – met een misleidend vernislaagje van de ‘Communistische’ Partij – is een concurrent voor de Amerikaanse burgerij, haar multinationals en staat, op het vlak van technologie, artificiële intelligentie, 5G-netwerken en militaire superioriteit.
De Chinese vloot telt vandaag meer schepen dan de Amerikaanse. China bouwt ook aan een grotere nucleaire capaciteit, in de woorden van Xi Jinping als “strategische afschrikking.” Samen met haar groeiende economische macht laat China zich meer gelden met imperialistische claims op eilanden in de Zuid-Chinese Zee en het grensgebied met India. De VS richtte in september met Australië en het Verenigd Koninkrijk AUKUS op, een alliantie die Australië zal voorzien van nucleair aangedreven duikboten. De VS leverde in 2020 ook voor 20 miljard dollar aan militair materieel aan bondgenoot India. Wederzijds brengen het Amerikaanse en Chinese imperialisme strategische, politieke en economische allianties in stelling in de strijd om de controle over de regio.
Het is tegen deze achtergrond dat Taiwan een belangrijke factor is. Nadat het regime van Xi Hongkong onderwierp aan een nationale veiligheidswet en steeds meer gelijkschakelde met het autoritaire bewind op het Chinese vasteland, wordt de aandacht op Taiwan gevestigd. Officieel is dat een onderdeel van China, maar een invasie zou tot extreem gevaarlijke spanningen met Japan en de VS leiden. Anderzijds zal het Chinese regime nooit een ‘onafhankelijk’ Taiwan aanvaarden omwille van strategische en prestige-overwegingen.
Via het Belt and Road Initiative, de nieuwe zijderoute, maakte het Chinese regime regeringen in onder meer Afrika afhankelijk van Chinese leningen. Zo verzekert het zich van toegang tot grondstoffen en nieuwe markten, door de bouw van havens en infrastructuur. Het Chinese imperialisme probeert zich daarbij als voor te stellen als een alternatief voor het westerse kapitaal.
Het Chinese regime is niet ‘progressief’ in haar buitenlands beleid noch in eigen land. Het holde de afgelopen decennia de eigen welvaartstaat van de voormalige planeconomie steeds verder uit. Het creëerde dankzij de aanwezigheid van de meest geavanceerde technologieën een gesofisticeerd en brutaal dictatoriaal regime en het heeft geen enkel probleem met aanvallen tegen feminisme, lgbtq-rechten, “vrouwelijk uitziende mannen” om zo de aandacht af te leiden van de economische en sociale tegenstellingen.
Sociale oorzaken achter militaire spanningen
Het westerse kapitalisme zit sinds de jaren ‘70 in een langgerekte crisis van overcapaciteit, dalende koopkracht, speculatieve zeepbellen, toename van schulden … China installeerde zich in deze wereldmarkt als de goedkoopste fabriek van de wereld en gooide zo een reddingslijn uit voor het westers kapitalisme. Beide grote economieën geraakten structureel vervlochten met elkaar en verbonden de hele wereldeconomie in een complexe productieketen. De fragiliteit hiervan werd duidelijk het voorbije jaar: fabrieken vielen stil, leveringen konden niet plaatsvinden vanwege de zandkorrels in deze keten. Het huidige conflict tussen de VS en China dreigt als donkere wolken boven de hele wereldeconomie
Ook in China groeit een schuldcrisis. De economische groei werd gaande gehouden door een ononderbroken stroom aan vers geld via de door de staat gecontroleerde banken. Ondertussen werd de kost van onderwijs, gezondheidszorg en wonen zo hoog dat gezinnen het hebben van kinderen uitstellen. De schulden van de Chinese gezinnen namen toe met 4,6 biljoen dollar tussen 2015 en 2019. Het komende decennium zal het aantal vrouwen tussen 22 en 35 jaar in China dalen met 30%. Zelfs na de opheffing van de éénkindpolitiek zien we dalende geboortecijfers. Dat komt omdat de kost van een kind te groot is en de sociale voorzieningen werden uitgehold.
Daarbij komt nu ook de crisis in de vastgoedsector met het dreigende faillissement van de bouwgigant Evergrande. Deze crisis kan uitslaan naar de rest van de sector en bedreigt de hele Chinese economie. Het regime vreest massale sociale uitbarstingen. Dit is ook de achterliggende reden voor de aanvallen op sommige kapitalisten en de regulering in een aantal sectoren
Deze Koude Oorlog is er één tussen enerzijds de oude klassieke, maar tanende imperialistische mogendheid van de VS, en anderzijds de nieuwe opkomende wereldmacht China, die haar machtige positie heeft kunnen opbouwen op basis van een geplande economie. Maar de laatste decennia werd deze onder controle van de CCP stelselmatig omgevormd tot een brutale dictatoriale staatskapitalistische machine. Kant kiezen in dit conflict betekent jezelf onderwerpen aan de pest of de cholera. De werkende klasse, in China en de VS, en wereldwijd heeft geen enkel belang in dit conflict.
-
Nieuwe Koude Oorlog: het AUKUS-pact zorgt voor onrust

Het nieuwe defensiepact “AUKUS”, overeengekomen tussen de VS, Australië en het Verenigd Koninkrijk kan volgens het magazine The Economist (17 september) omschreven worden als “een akkoord die geopolitiek – met name het stoppen van de opkomst van China – voorrang geeft boven non-proliferatiegevoeligheden.”
Door Per Olsson, Rättvisepartiet Socialisterna, ISA in Zweden
The Economist ziet slechts één mogelijke vergelijking: “Amerika’s nucleaire overeenkomst met India in 2005, die tot stand kwam slechts acht jaar nadat India, dat het non-proliferatieverdrag niet had ondertekend, kernwapens had getest.”
Het pact, dat op 15 september werd aangekondigd, is gericht tegen China en vormt een riskante escalatie van een steeds heviger wordende Koude Oorlog tussen de imperialistische mogendheden.
Het is een enorme ommekeer sinds 2014, toen China’s heerser Xi Jinping met staande ovaties werd begroet toen hij in het Australische parlement sprak. Het Chinese kapitalisme werd toen niet alleen gezien als een levensader voor Australië, maar ook van andere westerse staten. De machtsbelangen en de politieke en militaire banden zijn echter sterker gebleken dan de economische betrekkingen. Sinds vorig jaar woedt er een handelsoorlog tussen China en Australië, ondanks het feit dat China sinds 2007 de grootste markt van Australië is.
Machtspolitiek, nationalisme en militarisme zijn nu aan de orde van de dag en de nadruk ligt op de vraag wie en welke imperialistische machten de Indo-Pacifische hegemonie zullen vestigen en de dominante macht van de 21e eeuw zullen worden. Wat geopolitiek de Indo-Pacifische regio wordt genoemd, omvat vrijwel het gehele zeegebied van de oostkust van Afrika tot de Stille Oceaan en India – 44 procent van de oppervlakte van de aarde en 65 procent van haar bevolking. Volgens het Zweedse Instituut voor Internationale Zaken is het ook goed “voor 62% van het mondiale BBP en 46% van alle handel in goederen.”
AUKUS betekent vooral een verdere militarisering van deze machtsstrijd. Met behulp van Amerikaanse en Britse technologie zal Australië ten minste acht nieuwe onderzeeërs met nucleaire aandrijving bouwen, die zullen worden bewapend met Tomahawk-raketten. Het is in de geschiedenis slechts één keer eerder voorgekomen dat de Verenigde Staten hun technologie voor nucleair aangedreven onderzeeërs deelden en dat was toen Groot-Brittannië 63 jaar geleden toegang kreeg tot de technologie. Dit alleen al getuigt van het belang dat het VS-imperialisme aan deze alliantie hecht, en het zou kunnen worden gevolgd door soortgelijke pacten nu de regering-Biden zich op oorlogsvoet plaatst om de uitdaging van China het hoofd te bieden.
Slechts zes landen hebben onderzeeërs met kernwapens in hun vloot, en wanneer Australië de zevende wordt, zal dat “Australië voor het eerst de beschikking geven over strategische afschrikking en aanvalscapaciteit. Het logische gebied voor de inzet van die onderzeeërs zou de diepe wateren van het westelijk deel van de Stille Oceaan zijn [in de buurt van] Taiwan,” aldus de oorlogszuchtige admiraal Lee Hsi-ming, voormalig stafchef van de Taiwanese strijdkrachten, in de Financial Times (16 september).
De onderhandelingen over AUKUS werden in het geheim gevoerd en hebben een crisis veroorzaakt in het westerse imperialisme, vooral in de betrekkingen tussen de drie ondertekenaars van het pact en Frankrijk.
De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Jean-Yves Le Drian, beschreef het pact als “een mes in de rug” en verklaarde dat het land “vernederd werd.” Frankrijk riep zijn ambassadeurs in de VS en Australië even terug, eveneens een unieke maatregel.
Het Franse imperialisme verloor niet alleen een gigantische bestelling ter waarde van 66 miljard dollar (56 miljard euro) toen Australië besloot af te zien van het contract om 12 dieselonderzeeërs van Frankrijk te kopen en in plaats daarvan nucleair aangedreven onderzeeërs te bouwen met behulp van Amerikaanse en Britse technologie. Wat het Franse imperialisme vooral verontrust, is dat Frankrijk niet wordt erkend als een grote mogendheid en belangrijke bondgenoot.
Sinds meer dan tien jaar richt het Franse imperialisme, dat al lang in de regio aanwezig is via zijn zogenaamde overzeese gebiedsdelen, zich op de Indo-Pacifische regio.
Get Centrum voor Strategische en Internationale Studies stelt: “De economische banden tussen Frankrijk en de Indo-Pacific zijn de afgelopen jaren aanzienlijk gegroeid. Meer dan een derde van de Franse export naar niet-EU-landen gaat naar de regio. De Franse directe investeringen bedroegen 320 miljard euro in 2018, een stijging van 75 procent sinds 2008. Meer dan 7.000 Franse dochterondernemingen zijn aanwezig in de regio, waarvan de inkomsten tussen 2010 en 2016 met 40 procent zijn gestegen. Deze band met de Indo-Pacific wordt aangevuld met een aanzienlijke militaire aanwezigheid. Voor het Franse ministerie van Defensie is de Indo-Pacific verdeeld in verschillende verantwoordelijkheidsgebieden waar 8.000 militairen en tientallen schepen zijn gepositioneerd in verschillende bases.”
In mei 2018 beschreef president Emmanuel Macron Frankrijk voor het eerst als een “Indo-Pacifische macht.” Het is ook Frankrijk dat erop heeft aangedrongen dat de EU een “strategisch engagement met de regio” formuleert.
De nieuwe Koude Oorlog werpt zijn schaduw over de wereld en zelfs als de Chinese dictatuur onder zware druk staat, zal zij op AUKUS reageren. Het valt niet uit te sluiten dat de strijd ook zal worden aangegaan op de COP26-top. De Koude Oorlog kent geen winnaars. De twee rivaliserende imperialistische grootmachten, de Verenigde Staten en China, zullen zich slechts een tijdelijke terugtocht kunnen veroorloven, en daarom zal de strijd om de wereldheerschappij de wereld onveiliger en gevaarlijker blijven maken.
De dreiging die ervan uitgaat toont aan dat het dringend noodzakelijk is de onderdrukten van de wereld te verenigen in de strijd tegen imperialisme en kapitalisme en voor een socialistische wereld van vrede en vrijheid.
-
Het staatskapitalistische imperialisme van China

Xi Jinping. Foto: Wikimedia Commons In het eerste van een tweedelig artikel gaat Per-Åke Westerlund in op de opkomst van het Chinese imperialisme en wat dit betekent voor de opbouw van internationale arbeiderssolidariteit tegen het kapitalisme.
China, dat de werkplaats van de wereld is geworden, was de belangrijkste drijvende kracht achter de kapitalistische globalisering van de afgelopen decennia. Multinationals, vooral uit de VS, verdienden superwinsten en trokken zich niets aan van de dictatuur en de omstandigheden voor arbeiders in China. Dit was een win-win proces voor de heersende klassen in beide staten. Economische groei en lage inflatie hielpen bij het verbergen en verzachten van de opbouw van tegenstellingen.
Dit proces kon niet eeuwig doorgaan en begon om te keren. Het VS-imperialisme vertoont overeenkomsten met het Britse imperialisme tegenover Duitsland tot aan WO 1, maar wordt vandaag op alle gebieden – economie, technologie, financiën, militair en internationale betrekkingen – door Peking uitgedaagd. Imperialisme geeft aanleiding tot “een reeks bijzonder scherpe en krasse tegenstellingen, wrijvingen en conflicten”, aldus Lenin. In zijn tijd leidde dit uiteindelijk tot oorlog. Vandaag hebben we een Koude Oorlog.
Imperialistische confrontatie op lange termijn
De staat van dienst van het VS-imperialisme is kristalhelder. Washington heeft nooit geaarzeld oorlog en geweld te gebruiken om zijn macht te handhaven. Het is de sterkste militaire macht die de wereld ooit heeft gezien. De uitdager, het Chinese imperialisme, is een meedogenloze dictatuur tegen de werkende mensen en elke oppositie. Deze twee krachten zijn nu gepositioneerd voor een langdurige wereldwijde imperialistische confrontatie. De Koude Oorlog zal variëren in intensiteit, nieuwe wendingen en allianties bevatten, maar zal niet verdwijnen. Dit gebeurt parallel met een escalerende bewapeningswedloop, recordstijgingen in militaire uitgaven en wapenexport.
Socialisten en de arbeidersklasse moeten een onafhankelijk, revolutionair socialistisch standpunt innemen en de strijd tegen alle imperialistische krachten organiseren. Geen enkele imperialistische macht, laat staan militaire machten, zullen ooit de onderdrukten “bevrijden”. De kapitalistische politici van de VS die nu plotseling de dictatuur in China veroordelen, hebben deze decennia lang door de vingers gezien – en doen nog steeds hetzelfde met dictatoriale regimes zoals in Saoedi-Arabië. Ook kan de strijd tegen het VS-imperialisme op geen enkele manier steun aan het regime in Peking rechtvaardigen. Er zijn echter bepaalde ‘linkse’ groeperingen die de Amerikaanse bombardementen in Libië in 2011 steunden en andere die kritiek op de Chinese dictatuur bestempelen als steun aan het Amerikaanse imperialisme.
Het lijdt geen twijfel wie er vandaag profiteert van het regime in China. Het is een extreem ongelijke samenleving met 878 dollarmiljardairs, een toename van 257 in 2020 en veel meer dan de 649 miljardairs in de VS. Onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting zijn grotendeels geprivatiseerd en arbeiders hebben geen rechten op de werkvloer. Onteigeningen door de overheid en milieuschandalen en -problemen zijn aan de orde van de dag.
Echte socialisten steunen overal de strijd van arbeiders. Arbeiders in China die voor hun rechten strijden, krijgen te maken met zware onderdrukking door het regime, waaronder ontvoeringen, martelingen en gevangenisstraf. De onderdrukkende staatsmachine is enorm: miljoenen mensen zijn werkzaam bij de politie, het leger, inlichtingendiensten en het enorme bewakingsapparaat. Dit systeem werkt samen met Chinese particuliere en staatsbedrijven, maar ook met Amerikaanse en westerse bedrijven in het land. Kapitalisten en regeringen zijn internationaal bang voor revolutionaire bewegingen in welk land dan ook. Ze geven soms hypocriet steun om deze strijd te doen ontsporen en dood te knuffelen.
International Socialist Alternative staat voor solidariteit en steun aan de strijd van arbeiders in China, Hongkong en internationaal. Elke strijd rond arbeidsomstandigheden, jobs, lonen, het milieu, onderwijs en andere belangrijke terreinen wordt onmiddellijk een strijd tegen de dictatuur van de CCP (Chinese Communistische Partij) in Peking. Uiteindelijk zal brute staatsrepressie ook worden gebruikt tegen lokale grieven of protesten. Daarom staan democratische eisen – het recht om te protesteren, vakbonden op te richten, vrijheid van internet en media – centraal in elke strijd in China en Hongkong. Deze eisen zijn nauw verbonden met de strijd voor betere levensomstandigheden en een beter milieu. Democratische eisen worden revolutionair omdat ze een bedreiging vormen voor het regime en alleen kunnen worden afgedwongen door revolutionaire massastrijd van de arbeidersklasse.
Socialisten moeten voorbereid zijn op de confrontatie tussen het Amerikaans imperialisme en het Chinees imperialisme. Internationalisme vanuit de arbeidersklasse betekent solidariteit en strijd tegen het globale kapitalistische en imperialistische systeem, met als doel dat de arbeiders en de onderdrukten de macht grijpen.
Wat is imperialisme?
De klassieke marxistische analyse is Lenins “Imperialisme, hoogste stadium van het kapitalisme”, geschreven in 1916. Om de nieuwe fase te begrijpen en te verklaren, analyseerde Lenin het mondiale kapitalisme, niet slechts één of twee landen, en de processen over een langere periode. Dit is wat marxisten tegenwoordig perspectieven noemen. Imperialisme ontwikkelt zich met concentratie van kapitaal. Groeiende reusachtige bedrijven worden monopolies. Dat is “een algemene en fundamentele wet van het tegenwoordige ontwikkelingsstadium van het kapitalisme.” Verbonden met en gecontroleerd door banken, betekent dit dat het financieel kapitaal aan de macht komt. Het is kapitalisme in verval en parasitair: “de voornaamste winsten vallen ten deel aan de ‘genieën’ inzake financiële machinaties.” Er is geen ‘grens’ meer tussen speculatief en productief kapitaal.
Alle door Lenin beschreven kenmerken van het imperialisme zijn in China al tientallen jaren aanwezig. De economie produceert voor een massamarkt, in China en wereldwijd, maar de toe-eigening van de winst is privé, zowel voor buitenlandse als voor Chinese kapitalisten. Enkele monopolies domineren in alle sectoren van de economie: financiën, energie, internet enz. Dit gebeurt in China met staatskapitalistische kenmerken. Lenin benadrukte in ‘Imperialisme’ hoe de grote bedrijven in Duitsland en elders een “persoonlijke band” hadden met banken en met de regering. Dit was ook het geval bij confiscatie en speculatie met land, een kwestie die in China tot veel protesten heeft geleid.
Private bedrijven en machtige kapitalisten in China werken hand in hand met de staatsdictatuur van de CCP. De top-miljardairs zijn lid van de CCP en de ministers, generaals en partijleiders van de regering zijn rijker dan de leden van welke andere regering ook ter wereld. Lenins concept van “plutocratie en bureaucratie” – de samenwerking tussen de superrijken en de staat – heeft in China perfectie bereikt in de vorm van staatskapitalisme. Maar zoals in alle kapitalistische samenlevingen zorgt dit geenszins voor stabiliteit. De tegenstellingen stapelen zich op en bereiden nieuwe crises voor.
Geen super-imperialisme
Lenin pleitte sterk tegen de theorie van Karl Kautsky, dat het imperialisme zou samensmelten tot één unie, het zogenaamde ‘ultra-imperialisme’. Die theorie hield in dat oorlogen en conflicten zouden ophouden, terwijl de financiële uitbuiting zou doorgaan. Dit was een argument dat in strijd was met het marxisme, dat de burgerij definieert als nationale kapitalistische klassen, die niet in staat zijn hun nationale belangen te overwinnen. Verder voedde de theorie van het superimperialisme illusies in een vreedzame ontwikkeling van het imperialisme. Het was Lassalle’s theorie van de burgerij als “één grijze massa”, in plaats van haar innerlijke conflicten en tegenstellingen op wereldvlak te begrijpen.
Lenin stelde dat een wezenlijk kenmerk van het imperialisme erin bestaat “dat enkele grote mogendheden wedijveren in het streven naar de hegemonie, d.w.z. naar het in bezit nemen van gebieden, niet zozeer direct voor zichzelf, dan wel om de tegenstander te verzwakken en diens hegemonie te ondermijnen.” Modern imperialisme betekende volgens Lenin “de concurrentie van een reeks imperialistische mogendheden.”
Het VS-imperialisme was de leider van het kapitalistische blok na WO II, in een Koude Oorlog tegen in de eerste plaats de Sovjet-Unie, maar ook China. De laatste twee waren niet-kapitalistische bureaucratische planeconomieën die dictatoriaal werden geregeerd door ‘communistische’ partijen die geen echte partijen waren, maar het staatsapparaat. Toen het stalinisme in de Sovjet-Unie ineenstortte en het kapitalisme in China werd hersteld, leek het VS-imperialisme als enige supermacht over te blijven.
De krachtsverhouding tussen de machten zou echter in de loop van de tijd veranderen, voornamelijk op basis van economische kracht. De groei van de Chinese economie ten opzichte van die van de VS, en de ontwikkeling van Azië als de belangrijkste arena voor economische groei, betekende een geleidelijke verschuiving en een uitdaging van de positie van de VS. In zekere zin is het vergelijkbaar met de wijze waarop het Duitse kapitalisme het Britse vanaf de jaren 1870 begon uit te dagen. Op belangrijke productiegebieden, zoals staal, ging Duitsland van de helft van het Britse productieniveau naar een productie die dubbel zo groot was. Gebaseerd op de ervaring van de Eerste Wereldoorlog, vroeg Lenin: “De vraag rijst of er onder het kapitalisme, behalve oorlog, ook andere middelen bestaan tegen een wanverhouding tussen de ontwikkeling van de productiekrachten en de kapitaalaccumulatie enerzijds, en de verdeling van de koloniën en “invloedssferen” van het financierskapitaal anderzijds.” Ondanks het feit dat zowel de VS als China kapitalistisch zijn, is er vandaag een Koude Oorlog. Wat een ‘warme’ oorlog tegenhoudt, is het bestaan van kernwapens die de hele wereld zouden kunnen vernietigen. Even belangrijk is het potentiële verzet tegen oorlog door een grote meerderheid van de bevolking.
Militaire incidenten en proxy-oorlogen zoals in Syrië zijn mogelijk, maar een grootschalige oorlog tussen de VS en China ligt voorlopig niet in het verschiet. De Koude Oorlog zal voortduren, en in tegenstelling tot veel voorspellingen zullen de heersende klassen aan beide zijden daardoor waarschijnlijk terrein verliezen. De aanvankelijke steun voor het nationalisme zal worden tenietgedaan door de kosten van het conflict en de ernstige interne politieke, economische, ecologische en sociale crises in beide landen en blokken.
De wereld verdelen
In Lenins definitie van imperialisme wordt de ontwikkeling van monopolies en de rol van het financieel kapitaal gekoppeld aan globalisering: export van kapitaal, de ontwikkeling van multinationale en transnationale ondernemingen en “de territoriale verdeling van de aarde tussen de grootste kapitalistische landen.” In de decennia aan het eind van de 19e eeuw verdeelden de belangrijkste imperialistische mogendheden de wereld onder elkaar. Lenin heeft het over “twee of drie machtige tot de tanden toe bewapende wereldplunderaars.” Dit was een gevolg van een “enorm overschot aan kapitaal … in de ontwikkelde landen.” Het werd de kapitalisten opgedrongen als gevolg van de concentratie van kapitaal en monopolie. Dit leidde tot een strijd om grondstoffen en markten, om winst en macht, in minder ontwikkelde landen waar “de grondprijs relatief laag is, de lonen laag zijn, en grondstoffen goedkoop.” Het was ook een “strijd om invloedssferen.”
In de jaren 1800 was het Britse Rijk de topproducent voor de wereldmarkt. Zijn technologische superioriteit in de productie van textiel, machines, enz. ruïneerde de lokale kleinschalige productie in andere landen, bijvoorbeeld in Latijns-Amerika. Hoewel Lenin het proces beschreef als een definitieve verdeling van de aardbol, benadrukte hij ook dat “herverdelingen mogelijk en onvermijdelijk zijn.” Dit is natuurlijk keer op keer bewezen, niet in de laatste plaats door de twee imperialistische wereldoorlogen. In de twintigste eeuw werd het VS-imperialisme de dominante imperialistische macht, waardoor andere imperialistische mogendheden naar de achtergrond werden verdrongen.
Gedurende een relatief lange periode accepteerde het VS-imperialisme de economische groei van China, aangezien Peking bereid leek om als een soort onderaannemer verder te gaan. Sinds Xi Jinping aan de macht is gekomen, en de Chinese economie op weg is om de grootste ter wereld te worden, hebben verschillende processen het evenwicht tussen de twee machten echter veranderd. Het Chinese staatskapitalistische model leek minder schade op te lopen door de wereldwijde crisis van 2008-09 en het regime nam enkele verregaande stappen. ‘Made in China 2025’, het programma dat in 2015 werd opgestart, was gericht op Chinees leiderschap op het gebied van technologie en om minder afhankelijk te worden van het Westen en de VS.
Het Belt and Road Initiative (BRI, de ‘nieuwe zijderoute’) is een gigantisch netwerk van overeenkomsten tussen China en regeringen in meer dan 100 landen op elk continent. De lancering ervan betekende dat China de algemene wet volgde dat kapitaal de nationale grenzen ontgroeit. De wegen, spoorwegen, havens, luchthavens, pijpleidingen enz. van de BRI zullen de deelnemende staten via handel, leningen en schulden verbinden met de Chinese economie. De BRI geeft China toegang tot infrastructuur, energiebronnen en land. BRI zal het gebruik van Chinese technologie in de deelnemende landen doen toenemen. De jaarlijkse buitenlandse directe investeringen van China zijn tussen 2009 en 2016 verviervoudigd tot bijna 200 miljard dollar. In totaal bedroeg de BDI-uitstroom uit China in de periode 2005-2020 bijna 2,1 biljoen dollar. Een derde daarvan betrof investeringen in energiebronnen.
Spoorwegen
In een voorwoord bij de Franse en Duitse uitgave van ‘Imperialisme’ schreef Lenin:
“De aanleg van spoorwegen lijkt een eenvoudige, natuurlijke, democratische, culturele en beschaving bevorderende onderneming – en is dit ook in de ogen van kleinburgerlijke professoren die betaald worden om de kapitalistische slavernij goed te praten. In werkelijkheid hebben de kapitalistische banden, waardoor deze ondernemingen duizendvoudig met de particuliere eigendom van de productiemiddelen als zodanig verstrengeld zijn, de aanleg van spoorwegen gemaakt tot een werktuig ter onderdrukking van een miljard mensen (in de koloniën en de halfkoloniën), d.w.z. van meer dan de helft van de wereldbevolking in de afhankelijke landen en van de loonslaven van het kapitalisme in de ‘beschaafde’ landen.”
En verder in het boek: “Tweehonderdduizend kilometer nieuwe spoorlijnen door koloniën en andere landen in Azië en Amerika, — dat betekent ruim 40 miljard mark investeringen op bijzonder gunstige voorwaarden, met extra rentabiliteitswaarborgen, winstgevende orders voor de staalindustrie enz. enz.”
34 landen hebben in de afgelopen tien jaar contracten gesloten met Chinese bedrijven voor de aanleg van nieuwe spoorwegen. Daaronder trajecten als China-Laos, Addis Abeba-Djibouti, Mombasa-Nairobi, Lagos-Ibadan, en vele andere spectaculaire nieuwe spoorverbindingen. Deze worden gebouwd door de belangrijkste Chinese spoorwegbouwbedrijven, gefinancierd met leningen uit China en met gebruikmaking van een groot aantal Chinese arbeiders en technici. In totaal werden in de periode 2013-2019 spoorwegprojecten ter waarde van 61,6 miljard dollar ondertekend tussen regeringen en Chinese bedrijven. Infrastructuurprojecten zijn geen liefdadigheid, maar worden gebouwd om zowel import als export efficiënter te laten verlopen, toegang te geven tot olie, mineralen en andere natuurlijke grondstoffen, en om een politieke band te leggen tussen het CCP-regime in China en regeringen over de hele wereld.
Schulden
Reeds in 1916 wees Lenin er ook op dat het financieel kapitaal een sterke greep kreeg op landen in nood. Hij verwees naar een bericht uit de Duitse krant ‘Die Bank’: “Talrijke buitenlandse staten, van Spanje tot de Balkanlanden, van Rusland tot Argentinië, Brazilië en China, eisen op de grote geldmarkten openlijk of in het geheim leningen, waarvan er sommige zeer urgent zijn.” Lenin merkte daarbij op dat leningen vaak gekoppeld werden aan export. “Het is algemeen gewoonte krediet te verlenen op voorwaarde dat een deel ervan wordt gebruikt voor de aankoop van producten uit het kredietgevende land, in het bijzonder van oorlogsmaterieel, schepen enz.”
In de jaren 2000 werd China de belangrijkste crediteur en exporteur van kapitaal. Uit een studie van de economen Sebastian Horn, Carmen M. Reinhart en Christoph Trebesch (Harvard Business Review, februari 2020) blijkt dat “de Chinese staat en zijn dochterondernemingen ongeveer 1,5 biljoen dollar aan directe leningen en handelskredieten hebben uitgeleend aan meer dan 150 landen over de hele wereld. Dit heeft China tot ‘s werelds grootste officiële crediteur gemaakt – en overtreft daarmee traditionele, officiële kredietverstrekkers zoals de Wereldbank, het IMF, of alle OESO-crediteurregeringen samen.”
Het merendeel van de leningen houdt verband met investeringen in infrastructuur en natuurlijke grondstoffen door de Chinese staat en Chinese bedrijven. Het resultaat is een extreme afhankelijkheid van China door de debiteurlanden. Het merendeel van de leningen is gebaseerd op commerciële voorwaarden; slechts minder dan vijf procent is rentevrij.
“Voor de 50 belangrijkste begunstigde ontwikkelingslanden schatten we dat de gemiddelde schuld aan China is gestegen van minder dan 1% van het bbp van het debiteurland in 2005 tot meer dan 15% in 2017. Een twaalftal van deze landen heeft een schuld van ten minste 20% van hun nominale bbp aan China (Djibouti, Tonga, Malediven, de Republiek Congo, Kirgizië, Cambodja, Niger, Laos, Zambia, Samoa, Vanuatu, en Mongolië).” (Horn, Reinhart en Trebesch).
Het onderzoek naar de kredietverlening door China, tot 2017, benadrukt de grote rol van het land in het mondiale financiële kapitaal. “Wanneer de portfolioschulden (inclusief de $ 1 biljoen aan Amerikaanse schatkistschuld die door China’s centrale bank is gekocht) en handelskredieten (om goederen en diensten te kopen) bij elkaar worden opgeteld, bedragen de totale vorderingen van de Chinese overheid op de rest van de wereld meer dan $ 5 biljoen in totaal. Met andere woorden: landen wereldwijd hadden vanaf 2017 meer dan 6% van het mondiale bbp aan schuld aan China.” (Horn, Reinhart en Trebesch).
In november 2020 werd Zambia het eerste land tijdens de pandemie dat in gebreke bleef bij de betaling van zijn schulden. Van de 11,2 miljard dollar schuld is er 3 miljard aan China, maar in werkelijkheid is er veel meer aan China verschuldigd. Het Chinese regime is bijzonder geïnteresseerd in het land, dat de op één na grootste koperproducent van Afrika is. Tijdens de pandemie heeft Peking ook leningen toegezegd om de aankoop van Chinese vaccins te dekken, bijvoorbeeld 500 miljoen dollar aan Sri Lanka.
Het doel van de Chinese leningen en connecties met regeringen en presidenten is niet om het leven van de arme massa’s in deze landen te verbeteren. Integendeel, de afbetaling van schulden neemt een steeds groter deel van de overheidsuitgaven in beslag, de arbeidsomstandigheden verslechteren door toenemende uitbuiting en de armoede neemt toe, zoals nu in Zambia het geval is. Veel regimes in het Belt and Road Initiative zijn autoritair en vallen democratische rechten voortdurend aan. Het Chinese regime en systeem zijn een integraal onderdeel van het mondiale kapitalistische systeem.
Het tweede deel van dit artikel zal ingaan op de politieke verwarring van sommigen ter linkerzijde in hun houding tegenover de Chinese staat en het imperialisme, met inbegrip van zijn acties in Xinjiang, Hongkong en Taiwan.
-
Koude Oorlog tussen VS en China: dreigt een nieuwe wereldoorlog?

Onderstaand artikel is gebaseerd op een toespraak op de internationale winterschool van International Socialist Alternative op 30 januari.
Door Peter Chan, Socialist Action (ISA in Hongkong)
De nieuwe Koude Oorlog tussen de twee grootste supermachten, China en de Verenigde Staten, is een cruciaal aspect van onze marxistische analyse en perspectieven voor de wereldeconomie, de politiek en de klassenstrijd. Hij verschilt van de oude Koude Oorlog, die ging tussen twee onverenigbare sociale stelsels: de stalinistische bureaucratische planeconomie versus het kapitalisme.
In de nieuwe Koude Oorlog zijn China en de VS rivaliserende kapitalistische grootmachten, zij het met een verschil in de vorm van kapitalisme. Veel gevestigde commentatoren schrijven de nieuwe Koude Oorlog toe aan het ‘America First’-nationalisme van voormalig president Donald Trump. Met de komst van Biden hoopten sommigen op een einde van het conflict en een terugkeer naar de ‘normaliteit’ van voor Trump.
Trump heeft het proces van het conflict tussen de VS en China zeker versneld toen hij in juli 2018 een grote handelsoorlog begon alsook door zijn veelvuldige gebruik van racistische anti-China retoriek om het nationalisme op te zwepen als een manier om zijn populistische basis op te bouwen. Maar hij is het proces niet begonnen, en daarom zal het niet met hem eindigen.
In de voorgaande periode voerden de Amerikaanse regeringen een beleid van strategische betrokkenheid ten aanzien van China, dat terugging tot Nixon meer dan 40 jaar geleden. De heersende klasse in de VS zag China eerst als een bondgenoot tegen de Sovjet-Unie in de Koude Oorlog, om de twee grootste stalinistische dictaturen tegen elkaar op te zetten. De Chinese Communistische Partij (CCP) speelde een zeer belangrijke rol in de ineenstorting van het stalinisme op wereldschaal, vooral door haar rol in proxy-oorlogen zoals de oorlog in Afghanistan in de jaren tachtig, die een aderlating werd voor de grondstoffen van de Sovjet-Unie.
In de jaren 1980 steunden de VS het beleid van de CCP van ‘hervormingen en openstelling’, waarmee elementen van kapitalisme werden ingevoerd en het mogelijk werd om de enorme markt en de goedkope arbeidskrachten te exploiteren. Zelfs het bloedbad op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 kon deze hechte relatie niet stoppen. De VS protesteerden symbolisch na de moorden in Peking, maar wilden dat de CCP aan de macht bleef om de “stabiliteit” te handhaven en de enorme Chinese arbeidersklasse onder controle te houden, zodat Amerikaanse bedrijven de niet-georganiseerde arbeidskrachten vrij konden uitbuiten.
Strategische scheiding
De betrekkingen tussen de VS en China begonnen echter een beslissende wending te nemen na de ‘Grote Recessie’ van 2008. Deze legde de diepe crisis van het Amerikaanse kapitalisme bloot. Het demoraliseerde de pro-Amerikaanse ‘liberale’ geledingen van de CCP en overtuigde de meest nationalistische hardliners, zoals de fractie van de huidige heerser Xi Jinping, ervan dat China de rem op de economische liberalisering moest zetten en zich in plaats daarvan moest richten op zijn eigen kenmerkende regeringsmodel, gebaseerd op een vorm van staatskapitalisme met een onversneden autoritair bewind.
Dit proces van strategische “scheiding” werd duidelijker in de tweede ambtstermijn van de regering-Obama. In 2010 initieerde Obama het Trans-Pacific Partnership (TPP), een door de VS geleid handelspact, en in 2012 de “draai naar Azië” die inhield dat 60% van de militaire macht van de VS naar Azië werd verplaatst. Deze strategieën waren duidelijk gericht op het tegengaan van de invloed van China in Azië.
Wat veroorzaakte deze verandering in de verhouding tussen de VS en China? In 2010 haalde China Japan in als de tweede economie ter wereld. Vervolgens begon de Chinese heersende klasse haar eigen imperialistische agenda te onthullen met de door Xi Jinping in 2013 gelanceerde ‘nieuwe zijderoute’ (Belt and Road Initiative, BRI) om de Chinese investeringen en invloed wereldwijd te versterken, en het programma ‘Made in China 2025’ dat in 2015 werd genomen om de hightech productiecapaciteit van China te versnellen. Vanaf eind 2013 begon China zijn controle over de Zuid-Chinese Zee te doen gelden door kunstmatige eilanden te bouwen en deze betwiste wateren effectief te militariseren. Deze wateren zijn ook het voorwerp van overlappende territoriale claims door zes andere landen – Brunei, Indonesië, Maleisië, de Filipijnen, Taiwan en Vietnam.
Deze ontwikkelingen schokten de heersende klasse in de VS. Zij vrezen het verlies van hun wereldwijde hegemonie, te beginnen met het verlies van Azië. Zoals Trotski in het Manifest van de Vierde Internationale over Imperialistische Oorlog stelde: “Het imperialisme verafschuwt van nature elke machtsdeling.”
Wij beschreven de nieuwe zijderoute als “imperialisme met Chinese kenmerken.” De opkomst van China als imperialistische macht heeft niet in de eerste plaats te maken met de persoonlijke ambities van Xi Jinping, maar is een gevolg van de kapitalistische tegenstellingen in China. Hoewel China relatief beter uit de crisis van 2008-2009 is gekomen dan het Westen, was het herstel van het land gebaseerd op een ongekende kredietverlening voor mega-infrastructuur en investeringsprojecten. Dit leidde tot de daaropvolgende massale accumulatie van schulden en overcapaciteit, die tot op de dag van vandaag niet is opgelost. In het eerste kwartaal van 2020 bereikte de totale schuldquote van China 317 procent.
“Dubbele circulatie”
Vandaag spreekt Xi Jinping over de noodzaak om de “dubbele circulatie” van de economie te versterken, die verwijst naar de interne en externe economie. Deze term is in feite een herverpakking van de oude poging om de binnenlandse consumptie van China te stimuleren. Nu de economische ontkoppeling van de VS en de westerse landen de trend van de ontwikkelingen wordt, tracht China zijn afhankelijkheid van het Westen te verminderen en de economische druk van het VS-imperialisme te weerstaan door de binnenlandse consumptie op te voeren. Maar de lage lonen, het gebrek aan openbare gezondheidszorg en sociale bescherming, plus de hoge schuldenlast van de gezinnen door de hoge vastgoedprijzen, betekenen dat de Chinese arbeidersklasse weinig te besteden heeft, zodat dergelijke pogingen grotendeels vruchteloos zijn gebleken.
De consumptie van Chinese huishoudens was in 2019 goed voor 38,8% van het nominale bbp. Daarmee komt het na India en Indonesië. Er was slechts een stijging van 0,1% tegenover 2018. Dit was vóór de pandemie, die ervoor zorgde dat de consumentenbestedingen in 2020 met 4% daalden. Anderzijds bedraagt de schuld van de huishoudens nu 128% van het huishoudinkomen, wat een hogere ratio is dan in de VS en Japan. De schuldquote is nu vergelijkbaar met die in de Verenigde Staten van voor de crisis van 2008. En dat in een land waar bijna de helft van de bevolking, 600 miljoen mensen, moet rondkomen van ongeveer 152 dollar per maand.
Daarom moet China zich richten op de andere kant van de dubbele circulatie: de export van kapitaal en de opbouw van China’s eigen economische invloedssfeer, wat in feite neerkomt op imperialisme. Dit wordt nog dringender met de verwachte toename van de ontkoppeling van de economieën van China en de VS. De BRI was het begin van dit proces, waarvan we in het verleden hebben uitgelegd dat het China’s poging was om kapitaal, overcapaciteit en schuld naar andere landen te exporteren.
De recente ondertekening van het RCEP, een handelsakkoord tussen 15 landen dat door China wordt gedomineerd, wordt gezien als een rivaal voor het TPP, dat vroeger door de VS werd geleid. Trump trok zich in 2017 terug uit de TPP (nu omgedoopt tot de CPTPP – Comprehensive and Progressive Agreement for Trans-Pacific Partnership), maar Biden treedt mogelijk opnieuw toe. Vorig jaar heeft het Zuidoost-Aziatische blok ASEAN de EU ingehaald als China’s grootste handelspartner. We zien dus de contouren van een door China geleid economisch blok, zij het een instabiel blok met veel interne conflicten.
De rivaliteit tussen de VS en China begon al voor Trump en zal zeker niet ophouden met Biden. Deze strijd ging nooit over democratie of mensenrechten. Dit weerspiegelt een bredere politieke verschuiving binnen de heersende klasse in de VS en een overeenkomstige verschuiving in de heersende klasse in China. Veelbetekenend is dat de Democraten zich niet hebben verzet tegen het brede China-beleid van de regering-Trump. Biden’s nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Tony Blinken, zei vlak voor Biden’s inauguratie: “Trump had gelijk met zijn hardere aanpak van China.” En nog: “het basisprincipe was het juiste” en het was “nuttig voor ons buitenlands beleid.”
In feite verkoos Xi’s regime Trump boven Biden. Trump gaf de voorkeur aan een handelsakkoord dat zijn kansen zou vergroten om herkozen te raken. Hij toonde een brutale minachting voor de mensenrechtenkwesties in Xinjiang, de regio van China met het grootste aantal moslims, of tegenover de repressie van het protest in Hongkong. Vanuit het oogpunt van de CCP was het waarschijnlijker dat Trump zich zou laten afkopen met economische concessies. Zij vrezen dat de regering-Biden ‘ideologischer’ zal zijn, dat wil zeggen bedrevener in het manipuleren van zaken als democratie en mensenrechten als dekmantel voor de doelstellingen van het VS-imperialisme. Het team van Biden legt meer nadruk op het herstellen van de banden met de traditionele bondgenoten van de VS, in de hoop een stabieler blok tegen China te creëren. Het Amerikaanse beleid om China in te dammen zal consequenter en strategischer zijn dan onder Trump.
Hardhandig optreden in Hongkong
Het Chinese regime is zeer nuchter dat dit conflict niet zal matigen onder Biden. Begin januari begon Peking met een grootscheepse massa-arrestatie van 53 politici van de oppositie in Hongkong op beschuldiging van “subversieve activiteiten” in het kader van de wet op de nationale veiligheid. Daaronder bevond zich ook een Amerikaanse advocaat – de timing was precies gekozen om de politieke wanorde in de VS uit te buiten. Het doel van dit laatste optreden in Hongkong was de oppositie weg te vagen voor het geval de uitgestelde parlementsverkiezingen van 2020 later dit jaar alsnog zouden plaatsvinden.
Het regime van Xi is ook bezorgd dat de westerse economieën zich tegen de tweede helft van dit jaar sterker zullen herstellen van de pandemie, op basis van de massale vaccinatieprogramma’s in veel van deze landen. Zowel wat het aandeel van de gevaccineerde bevolking als de gerapporteerde doeltreffendheid van de westerse versus de Chinese vaccins betreft, is Peking nerveus dat zijn relatieve voordeel als “enige grote economie die in 2020 groeide”, zou kunnen verdampen. Oplevende westerse economieën zouden de druk op het Chinese regime opvoeren wat betreft economisch beleid, Hongkong en Xinjiang. De massa-arrestaties in Hongkong kwamen ook een week na de ondertekening van een belangrijk investeringsakkoord tussen China en de EU, nog een slimme zet van Beijing om een wig te drijven tussen de VS en de EU op een wijze die aan de ‘drie koninkrijken’ doet denken: een periode van 60 jaar in de Chinese geschiedenis toen drie staten elkaar bevochten om de suprematie.
Het is onwaarschijnlijk dat Biden alle tarieven van Trump zal schrappen, omdat deze kunnen worden gebruikt om druk te blijven uitoefenen op het Chinese regime [Noot van de redactie: sinds dit werd geschreven, heeft Biden’s minister van Financiën Janet Yellen bevestigd dat alle tarieven van Trump “voorlopig” zullen blijven]. Biden kan in de toekomst aanbieden om enkele van de tarieven te schrappen als onderhandelingstactiek. Hij zal echter zowel door de Democraten als de Republikeinen onder druk worden gezet als hij als ‘soft’ tegen China wordt gezien.
De nieuwe Koude Oorlog is geen tijdelijke fase; het zal de trend zijn van het mondiale kapitalisme in de volgende historische periode. Zoals Lenin het formuleerde, is imperialisme het hoogste stadium van het kapitalisme, waarin het kapitalisme een periode ingaat van rivaliteit tussen grote mogendheden in de strijd om markten en grondstoffen. Met andere woorden: imperialistische conflicten zijn het onvermijdelijke gevolg van het kapitalisme, vooral in een tijdperk van crisis.
De aard van de nieuwe Koude Oorlog is meer verwant aan de periode vlak voor WO I, toen de imperialistische machten Groot-Brittannië en Duitsland rivaliserende allianties sloten. De voornaamste redenen waarom we niet met een nieuwe “grote oorlog” tussen de twee grootmachten worden geconfronteerd, zijn enerzijds het bestaan van kernwapens en anderzijds het feit dat geen enkele heersende klasse zich veilig voelt in haar macht; zij vreest massale opstanden als zij een grote oorlog begint.
Daarom zien we ook enkele kenmerken die lijken op die van de vorige Koude Oorlog – de meeste inter-imperialistische conflicten die we zullen zien, worden niet uitgevochten met militaire middelen, maar met economisch, handels- en technologisch beleid, zelfs indien ze gepaard gaan met een wapenwedloop. Wanneer er open conflicten – ‘hete’ oorlogen – ontstaan, zal dit voornamelijk in de vorm van proxy-oorlogen zijn. Dit is de komende jaren mogelijk in de Zuid-Chinese Zee of in de Straat van Taiwan. Zelfs een ‘kleine’ oorlog zou zeer destructief kunnen zijn, gevaarlijk ook voor het kapitalistische systeem, en zou enorme politieke gevolgen hebben. Dit zou internationaal een massale anti-oorlogsbeweging kunnen uitlokken.
Hoewel we in de komende periode misschien duidelijkere regionale blokken zullen zien ontstaan, zullen de nieuwe allianties waarschijnlijk instabiel zijn. Dit geldt vooral voor de regio Azië-Stille Oceaan, die de dominante en grootste regio is voor het wereldkapitalisme. Een topdiplomaat uit Singapore zei dat de meeste Zuidoost-Aziatische landen niet “monogaam” zijn in hun diplomatie.
Geen verschillende systemen
In vergelijking met de oude Koude Oorlog zijn de blokken en allianties van vandaag niet gebaseerd op fundamenteel verschillende systemen, maar veeleer een afspiegeling van de burgerlijke nationale belangen van de verschillende landen, belangen die kunnen veranderen. Sommige regeringen zullen proberen een evenwicht te vinden tussen China en de VS, of hebben zelfs hun eigen concurrerende regionale imperialistische agenda’s. Zo zijn bijvoorbeeld zeven landen, Australië, Brunei, Japan, Maleisië, Nieuw-Zeeland, Singapore en Vietnam, lid van zowel het door China geleide RCEP als het rivaliserende CPTPP, dat was opgezet als een anti-Chinees blok.
Met het RCEP en de overeenkomst tussen China en de EU, en de schijnbaar onstuitbare uitbreiding van de macht van de CCP in Hongkong, lijkt China de afgelopen periode indrukwekkende diplomatieke en economische overwinningen op de VS te hebben geboekt. Het gaat hier wellicht evenwel meer om symboliek dan om inhoud. Met de toenemende economische tegenstellingen en spanningen in de volgende periode kunnen deze “overwinningen” snel worden vergeten en plaatsmaken voor nieuwe conflicten.
De nieuwe Koude Oorlog kan ook gevolgen hebben voor massabewegingen in de wereld. Bij gebrek aan een sterke stempel van de arbeidersklasse in sommige bewegingen, kan de dynamiek van de ‘Koude Oorlog’ die op wereldschaal speelt, illusies wekken in één van de twee imperialistische blokken als tegenwicht tegen wat wordt gezien als de meest directe vijand. Dit wordt weerspiegeld in sommige van de politiek verwarde ideeën rond de zogenaamde Milk Tea Alliance, met online jongerenactivisten in Hong Kong, Taiwan en Thailand (nu aangevuld met jongeren in Myanmar) die samenwerken om elkaars strijd aan te moedigen, tactische ervaring te delen, maar ook kijken naar de ‘democratische’ VS als een bondgenoot tegen de CCP-dictatuur en de Thaise en Myanmarese militaire regimes.
De context is belangrijk: pro-CCP Chinese internet trollen waren actief tijdens de Thaise massaprotesten vorig jaar, steunden het Prayut regime en beschimpten de betogers voor democratie. Dit leidde tot een reactie op de sociale media van Thaise jongeren en jongeren uit Hongkong die beïnvloed werden door een pro-westers verhaal.
Tijdens WO1 ontwikkelden sommige Ierse nationalisten die tegen de Britse overheersing vochten, illusies in het Duitse imperialisme als een mogelijke “redder”. Net als in de imperialistische WO1 mag de arbeidersklasse niet aan een kant van het imperialistische conflict staan en moet zij in plaats daarvan een onafhankelijke positie innemen. In de nieuwe Koude Oorlog verzetten wij ons zowel tegen het Chinese als tegen het Amerikaanse imperialisme. Wij steunen de internationale strijd en solidariteit van de arbeidersklasse om het kapitalisme te verslaan.
De Chinese staat is niet langer een bureaucratisch vervormde arbeidersstaat, noch is er een planeconomie om te verdedigen. China’s autoritaire door de staat geleide kapitalisme vertegenwoordigt geen progressiever alternatief voor het Westerse kapitalisme. Het RCEP en de investeringsovereenkomsten tussen China en de EU die door Xi’s regime worden verdedigd, zijn neoliberale overeenkomsten die een enorme aanslag betekenen op arbeiders, boeren, de natuur en democratische rechten.
De arbeidersklasse is de enige kracht die de strijd voor een werkelijk vreedzame wereld kan leiden, door het stoppen van het systeem dat eindeloze oorlogen en conflicten voortbrengt, ecologische of virologische vernietiging, namelijk het kapitalisme en het imperialisme.
-
Nieuwe koude oorlog tussen VS en China: naar een bipolaire wereldeconomie?

Dossier door Vincent Kolo, chinaworker.info
“Er is geen bodem onder de Amerikaanse-Chinese relaties. We blijven nieuwe dieptepunten vinden,” zegt auteur en China-expert Richard McGregor.
Het conflict tussen de twee grootste imperialistische machten escaleert met duizelingwekkende snelheid. In juli gaf de VS opdracht tot de sluiting van het Chinese consulaat in Houston, onmiddellijk gevolgd door de sluiting van het Amerikaanse consulaat in Chengdu. Ongelooflijk genoeg verklaarde de Amerikaanse regering dat het consulaat van Houston een “spionagecentrum” was, alsof dat het eerste dergelijke geval in de wereldgeschiedenis zou zijn geweest. In Chengdu heeft een menigte van enkele duizenden mensen zich verzameld om te kijken naar de uitzetting van het Amerikaanse consulaire personeel. Beide regeringen hebben maatregelen aangekondigd om elkaars bedrijven op een zwarte lijst te zetten en journalisten te verdrijven, met de dreiging van ernstigere represailles.
In een toespraak over de Koude Oorlog zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo dat de wereld een keuze moet maken “tussen vrijheid en tirannie” en riep hij de zogenaamde democratieën van de wereld op om niet “door de knieën te gaan” voor de Chinese Communistische Partij (CCP). Vanuit China is de toon nog scherper, waarbij de relatief terughoudende reacties van vorig jaar plaats hebben gemaakt voor ‘Wolf Warrior’-diplomatie (vernoemd naar een populaire Chinese oorlogsfilm). China heeft Pompeo beschreven als een “vijand van de mensheid”, een opvatting waar veel Amerikanen het waarschijnlijk mee eens zouden zijn. Minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi klaagde tegen zijn Russische tegenhanger dat de VS “zijn verstand, moraal en geloofwaardigheid heeft verloren.”
In een dossier van een jaar geleden betoogden we dat Trump’s handelsoorlog met China geen ‘eenmalig geschil’ was en dat we eerder aan het begin stonden van ‘een langdurige en steeds ranzigere strijd met potentieel ernstige wereldwijde gevolgen op economisch, politiek en zelfs militair vlak’. Sindsdien is het conflict dramatisch geëscaleerd. Covid-19 heeft gehandeld als de grote versneller. Zelfs de beurzen beginnen te beseffen dat het ontwikkelen van een nieuwe Koude Oorlog een realiteit is.
Covid-19 versnelt conflict
De pandemie heeft geleid tot een volledige afbraak van de reeds gespannen relaties tussen de VS en China. Het Chinese regime vreest terecht dat de VS de pandemie uitbuit om de wereldwijde opinie tegen China te mobiliseren. Soms leken de verbale aanvallen van de Amerikaanse regering regelrecht uit de riolen te komen: zo werd herhaaldelijk verwezen naar het ‘Wuhan-virus’ en werd het racistische ‘Kung Flu’ gebruikt. De vraag naar economische compensatie van China voor de pandemie – een vorm van ‘oorlogsherstel’ – kreeg een brede weerklank, bijvoorbeeld onder regeringen van de Afrikaanse landen die wanhopig op zoek zijn naar kwijtschelding van schulden (China is de grootste schuldeiser van Afrika en is goed voor een vijfde van de staatsschuld van het continent).
Het repressieve bewind van Xi Jinping draagt een grote verantwoordelijkheid voor de verspreiding van het virus in de beginfase. Volgens een studie van Dr. Shengjie Lai van de Universiteit van Southampton hadden infecties in Wuhan en omgeving met 95% kunnen worden beperkt als Peking drie weken eerder had gehandeld om de maatregelen op te leggen die uiteindelijk op 23 januari werden aangekondigd. Het regime deed dit niet en zette de meedogenloze censuurmachine in waarbij klokkenluiders het zwijgen werd opgelegd. Deze criminele fouten werden echter aangevuld met de onthutsende nalatigheid en onwetendheid van de regering-Trump. De president tweette maar liefst 15 keer over zijn volledige vertrouwen in de reactie van het Chinese regime op de pandemie. Zo tweette hij op 24 januari nog: “Namens het Amerikaanse volk wil ik president Xi bedanken.”
De latere stap van Trump om de VS uit de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) te halen op de beschuldiging dat de WHO een “marionet van China” is, was een schaamteloze vorm van proxy-oorlogsvoering. De WHO, een tak van de Verenigde Naties, is een bureaucratische en vooral politieke instantie, in plaats van een medische. Toch kan de campagne van Trump om de WHO te saboteren, bij gebrek aan een echt mondiaal gezondheidsagentschap onder democratische controle en beheer, leiden tot een ernstige verstoring van de strijd tegen het virus in arme landen die, onder het juk van het imperialisme, zelfs de basisinfrastructuur voor de gezondheidszorg ontberen.
De geopolitieke strijd tussen het Amerikaanse en het Chinese imperialisme is een strijd om de wereldwijde hegemonie. Het belangrijkste kenmerk van dit conflict is eerder economische dan militaire oorlogsvoering. Dit impliceert het toenemende gebruik van het staatskapitalistische en nationalistische economische beleid (vooral door China) en de inzet van handel, financiën en technologie (vooral door de VS).
Militaire conflicten, vooral in de vorm van marionettenoorlogen waarbij derden betrokken zijn, vormen in deze situatie een verhoogd gevaar. De eerste dodelijke confrontaties in 60 jaar tussen China en India, het tweede en derde grootste leger ter wereld, zijn daar een voorbeeld van. De Amerikaanse regering heeft Modi in India aangespoord om de noordelijke grens te versterken, waarbij militaire steun beloofd werd en de kandidatuur voor permanent lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad werd ondersteund. De militaire export van de VS naar India is gestegen van nul in 2008 tot meer dan 20 miljard dollar in 2020.
In de Zuid-Chinese Zee hebben zowel de VS als China hun marine-aanwezigheid aanzienlijk opgevoerd naarmate de strijd tussen hen en zes kleinere landen escaleert, met concurrerende aanspraken op enkele van de eilandgroepen in deze strategische waterweg. In juli hebben de VS de inzet aanzienlijk verhoogd met een nieuw beleid dat alle territoriale claims van China “illegaal” verklaart (de VS veinsde eerder “neutraliteit” ten opzichte van alle concurrerende claims). De plotselinge bocht van de Filipijnse regering in juni, toen het schrappen van een belangrijk militair verdrag met de VS werd opgeschort als gevolg van ‘politieke en andere ontwikkelingen in de regio’, betekent een belangrijke overwinning voor de VS en een nieuwe tegenslag voor China’s regionale diplomatie.
Deze huidige concurrentiestrijd is geen herhaling van de vorige Koude Oorlog, van 1945-89, die werd uitgevochten tussen twee verschillende sociaaleconomische systemen. China is vandaag net als de VS een kapitalistische economie. De voormalige maoïstisch-stalinistische dictatuur is omgevormd tot een ultra-repressieve, nationalistische en racistische (Han-supremacistische) politiestaat. China speelt een veel grotere rol in de wereldeconomie dan de stalinistische Sovjet-Unie ooit heeft gedaan. Op zijn hoogtepunt was de buitenlandse handel van de Sovjet-Unie goed voor 4% van zijn BBP, waarvan het grootste deel met andere ‘socialistische’ landen.
Ter vergelijking: de buitenlandse handel van China is goed voor 36% van het BBP. Van even groot of groter belang is de wereldwijde financiële voetafdruk van China. Het land heeft de op twee na grootste obligatie- en effectenmarkt ter wereld en de op één na grootste voorraad buitenlandse directe investeringen (1,8 biljoen dollar aan het eind van 2017). Dit maakt het conflict vandaag complexer en potentieel veel schadelijker in economische termen.
Volgens Wang Jisi, voorzitter van het Instituut voor Internationale en Strategische Studies aan de Universiteit van Peking, “kunnen de banden tussen China en de VS vandaag nog erger zijn dan de relatie tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, want toen was de relatie tenminste ‘koud’. Die twee supermachten stonden politiek, economisch en sociaal los van elkaar, ze konden elkaars binnenlandse zaken niet echt beïnvloeden.”
Twee supermachten in crisis
De regeringen van beide grootmachten bevinden zich in een diepe crisis, wat de huidige volatiliteit nog vergroot. Daarom is de kans groter dat de nieuwe Koude Oorlog en de wereldwijde crisis beide regimes zullen verzwakken en destabiliseren dan dat ze een duidelijke winnaar zullen opleveren, zoals we hebben voorspeld. Voor Trump kan dit leiden tot een van de ergste verkiezingsnederlagen ooit voor een zittende president. Het rampzalige wanbeleid van zijn regering ten aanzien van de Covid-19 pandemie heeft ook een harde klap toegebracht aan de wereldwijde status en autoriteit van het Amerikaanse imperialisme. Kapitalistische commentatoren betreuren een ‘vacuüm’ inzake wereldwijde leiderschap en dit in tegenstelling tot de aanpak van de crisis van 2008-09.
Dit is natuurlijk een factor geweest in de politieke berekeningen van het regime van Xi Jinping. Het regime wil profiteren van de wanorde in de VS om de anti-Chinese agenda te vertroebelen. Maar door sterk te vertrouwen op het nationalisme, het militarisme en de dreiging van economische dwang is het buitenlands beleid van Peking grotendeels contraproductief geweest, zozeer zelfs dat dit het Amerikaanse imperialisme in staat heeft gesteld om zijn ‘Trump-probleem’ deels te overstijgen en andere landen dichter naar zich toe te trekken.
Dit is het geval met de demonstratieve militaire inzet van Xi: van invallen in het Taiwanese luchtruim tot territoriale aanspraken aan de Indiase grens en de Zuid-Chinese Zee. In Hongkong nam Xi zijn toevlucht tot het juridische equivalent van een raketaanval, waarbij de autonomie van het grondgebied werd ontnomen met een draconische en verregaande nationale veiligheidswet. “Het doel is om Hongkong vanaf nu door angst te regeren,” aldus Joshua Rosenzweig van Amnesty International.
Tal van andere conflicten zijn de afgelopen maanden opgelaaid en hebben Peking in botsing gebracht met Japan, Australië, Canada, Groot-Brittannië, Indonesië en Vietnam. Natuurlijk heeft de Amerikaanse regering een handje geholpen bij al deze conflicten. Het lijkt onbegrijpelijk dat de reactie van China zo agressief is, alsof het opzettelijk is bedoeld om te provoceren, en daarom alleen maar heeft gediend om zijn bredere internationale belangen te ondermijnen, tenzij we begrijpen wat er van binnenuit gebeurt.
Machtsstrijd in China
Voor Xi’s regime, dat worstelt met een crisis die aantoonbaar nog ernstiger is dan die van de Amerikaanse heersende klasse, is de strijd om de controle over de Chinese samenleving te behouden altijd primair.
In de eerste helft van 2020 is het inkomen per hoofd van de bevolking in China met 1,3% gedaald. In stedelijke gebieden is de daling verrassend genoeg zelfs nog scherper, namelijk 2%. Zoiets is in China al 40 jaar lang niet meer gebeurd. Onofficiële schattingen plaatsen het reële werkloosheidscijfer op 20%, in een maatschappij waar minder dan 10% van de beroepsbevolking een werkloosheidsverzekering heeft. Interimbureau Zhaopin meldde dat als gevolg van de pandemie één op de drie bedienden is ontslagen en dat 38% van de werknemers onder de 30 jaar gedwongen is om loonsverlagingen te slikken. De berichten over een Chinees ‘V-vormig herstel’ moeten dus met een flinke korrel zout worden genomen.
Het buitenlands beleid van Peking dient natuurlijk de wereldwijde belangen van China, maar hier is sprake van een groeiende tegenstrijdigheid. De druk op het regime van Xi om zijn binnenlandse positie te verstevigen primeert. In eigen land wordt Xi geconfronteerd met ernstige uitdagingen en heeft het land een reeks harde, militaristische en nationalistische stappen gezet in het buitenlands beleid, die in de eerste plaats bedoeld zijn voor binnenlands gebruik. Het doel is om zijn imago als “sterke” en “compromisloze” leider te versterken.
Analist Jayadeva Ranade, een voormalig ambtenaar bij de Indische regering, stelde: “Ik twijfel er niet aan dat deze hardere lijn [inzake buitenlands beleid] tot stand is gekomen vanwege de perceptie in eigen land dat de twee honderdjarige doelen zoals ze het noemen, de China-droom en het inhalen, zo niet overtreffen van de VS in 2049, uit de greep van de leiding raken. De aanhoudende protesten in Hongkong gedurende iets meer dan een jaar waren een factor, de manier waarop Taiwan zijn kritische opmerkingen over China maakte was de tweede factor. Dus ik denk dat deze perceptie onder de Chinese bevolking, dat het leiderschap niet meer zo effectief was, dat het geen stevige grip meer had op de situatie, een echte sleutelfactor is waarom Xi Jinping voor een veel hardere lijn heeft gekozen.”
Een hernieuwde machtsstrijd binnen het regime wordt deels gevoed door de groeiende vrees van delen van de Chinese elite dat Xi’s ‘Wolf Warrior’-doctrine roekeloos is en eigenlijk een stimulans is voor de Amerikaanse inspanningen om China te isoleren. De anti-Xi groepen zien liever een grotere nadruk op het “herstellen van de economie” en een verlaging van het militaire profiel van China.
In april stelde het Chinese ministerie van staatsveiligheid een geheim rapport op, waarin volgens lekken werd uitgelegd dat het anti-Chinese sentiment internationaal op het hoogste niveau staat sinds 1989, na het bloedbad op het Plein van de Hemelse Vrede. Dit rapport werd door een insider gelekt naar Reuters, op zich een teken van feitelijke onenigheid. Onder andere werd gewaarschuwd dat China zich moet voorbereiden op gewapende confrontaties met de VS als worst-case scenario.
Ook in april richtte Xi een andere commissie op hoog niveau op, dit keer om toezicht te houden op de ‘politieke stabiliteit’. Het is duidelijk dat er een gevoel van existentiële crisis aan de top is, waarbij Xi zelf zijn opties afweegt in de machtsstrijd. De missie van het nieuwe comité, onder leiding van een rechterhand van Xi, Politbureaulid Guo Shengkun, is het identificeren van bedreigingen en het beschermen van “de veiligheid van het politieke systeem.”
In mei heeft de spreekbuis van het leger een rapport geschreven waarin wordt gewaarschuwd dat de sociaaleconomische druk in China een “hoog explosiegevaar” bereikt. Het waarschuwde dat (niet nader genoemde) buitenlandse mogendheden de economische crisis zouden kunnen uitbuiten om een recessie in China te veroorzaken en zo sociale onrust te veroorzaken.
Coup in Hong Kong
Het inherente conflict tussen Xi’s steeds hardere beleid en een meer pragmatische strategie om de Amerikaanse agenda voor de Koude Oorlog af te zwakken, blijkt uit zijn politieke staatsgreep in Hongkong. Dit verhoogde de inzet van het conflict tussen de VS en China en opende een potentiële doos van Pandora met politieke en economische vertakkingen. Een van de gevolgen is de mogelijke vernietiging van de positie van Hongkong als mondiaal financieel centrum, vooral als de financiële ontkoppeling volgt op de ontkoppeling van de toeleveringsketen die al aan de gang is. Dit zou ertoe kunnen leiden dat Amerikaanse en andere westerse banken en bedrijven zich uit Hongkong terugtrekken en vervangen worden door financiële instellingen op het Chinese vasteland, waardoor de financiële en aandelenmarkten van Hongkong volledig ‘op het vasteland’ komen te liggen. In dit geval zou de heersende Chinese elite een cruciaal kanaal om toegang te krijgen tot buitenlands kapitaal verliezen.
Een proces waarbij economieën en financiële markten onder dwang worden gescheiden, zou uiterst ontwrichtend en chaotisch zijn. Dit brengt het risico met zich mee van een bredere systeemcrisis. Daarom heeft de Amerikaanse regering zich, ondanks de oproepen van de harde stemmen in het Congres, onthouden van een aanval op de Hongkongse dollar. Die munt is sinds 1983 gekoppeld aan de Amerikaanse dollar. Theoretisch gezien heeft de VS de macht om de toegang van Hongkong tot dollars af te sluiten, waardoor de koppeling aan de Amerikaanse dollar onwerkbaar wordt. Maar dat zou een wereldwijde financiële en valutacrisis kunnen veroorzaken.
In toenemende mate werken zowel Washington als Peking aan nieuwe diplomatieke en economische blokken om de andere te in te sluiten: een “D10” (van tien ‘democratische’ kapitalistische staten: Zuid-Korea, Australië en India plus de G7-landen) is door de Trump-administratie geopperd. China’s premier Li Keqiang zegt dat het misschien goed is om zich aan te sluiten bij de CPTPP (Comprehensive and Progressive Agreement for Trans-Pacific Partnership), de overblijfselen van de door de VS ontworpen TPP, die door Trump meteen bij zijn aantreding is afgeschreven. China’s belangrijkste buitenlandse beleidsspoor om de door de VS geleide inperking te omzeilen, blijft het Belt and Road Initiative (BRI), dat door 130 regeringen is ondertekend. Dit gigantische project zit echter ook in grote problemen.
Al deze diplomatieke manoeuvres versterken de schijnbaar onstuitbare druk van beide regeringen om zich van elkaar te ‘ontkoppelen’. Het is een uitdrukking van de ‘geo-economie’ die de neoliberale globalisering verdringt als de belangrijkste trend binnen de wereldeconomie. In de loop van dit jaar zijn de posities al enorm verhard. Voor belangrijke delen van de heersende klasse in de VS is de ontkoppeling met China geëvolueerd naar een “harde ontkoppeling.” Aan Chinese zijde is er een gelijkaardige verschuiving. Ook nieuw dit jaar is het groeiende aantal regeringen in Europa en de Aziatisch-Pacifische regio die het ontkoppelingsethos omarmen. “Een bipolaire wereld begint vorm te krijgen,” merkt James Kynge op in de Financial Times. Hij voegt eraan toe dat “het westen in hoog tempo een grote muur van verzet opwerpt” tegen de wereldwijde ambities van China.
Huawei ontkoppeld
Een duidelijk voorbeeld is Huawei, de Chinese technologiereus wiens wereldwijd toonaangevende 5G-technologie het doelwit is geworden van een ongekende Amerikaanse campagne. Terwijl deze campagne vorig jaar in de problemen leek te zitten, ondermijnd door het vermogen van Trump om zelfs de meest pro-Amerikaanse regimes te vervreemden, heeft het een nieuwe dynamiek gekregen in de schaduw van Covid-10 en het meer urgente streven van het Westerse kapitalisme naar een gemeenschappelijk front tegen het Chinese kapitalisme. “Het getij heeft zich tegen Huawei gekeerd in de internationale 5G-markten,” merkte de South China Morning Post op. De krant noemde de 5G-bocht van de Britse regering in juli een beslissende slag voor China en Huawei. De Franse regering volgde snel daarna, waarbij een eerder besluit om met Huawei in zee te gaan werd herroepen. Naast Huawei heeft het Amerikaanse ministerie van Handel meer dan 70 Chinese technologiebedrijven op de zwarte lijst gezet.
Het besluit van Groot-Brittannië om Huawei uit te sluiten kon 2,5 miljard dollar kosten en de uitrol van 5G in het land met twee jaar vertragen. Maar de rechtse en populistische politici zijn meer en meer immuun voor argumenten over kosten en concurrentievermogen. Ze zien dat een anti-China retoriek schijnbaar populair is onder de kiezers, zeker tijdens de pandemie. In een opiniepeiling in juli in Groot-Brittannië zei 83% van de ondervraagden China te wantrouwen. Uit een peiling in de VS in juli bleek dat 73% een “ongunstige mening” heeft over China, een stijging van 26 procentpunten sinds 2018.
Het lijkt nu vrij zeker dat Huawei’s 5G-apparatuur uit de meeste Europese en Noord-Amerikaanse markten zal worden geweerd, evenals uit Japan, Australië en waarschijnlijk India. Zelfs in Zuidoost-Azië, dat vroeger als een veilige markt voor Huawei werd beschouwd, wordt de positie van het bedrijf bedreigd. Singapore en Vietnam hebben Huawei al uitgesloten ten gunste van Europese concurrenten. De ontkoppeling tussen de VS en China, en het bredere proces van de-globalisering (verschuiving naar economisch nationalisme), zit vol met problemen en enorme kosten, zoals de Britse Huawei-bocht laat zien. Maar desondanks is de richting duidelijk.
Staatsinterventies
Een ander kenmerk van dit proces is dat de grote kapitalistische regeringen sinds het begin van de Covid-19-crisis steeds vaker een beroep doen op staatsinterventie, wat wijst in de richting van staatskapitalisme. Dergelijke maatregelen zijn niet mogelijk zonder een staat, het gaat per definitie om nationaal beleid dat gebonden is aan en ingeperkt wordt door de grenzen van de natiestaat. Een dergelijk beleid houdt onvermijdelijk een afkeer in van de wereldwijde kapitalistische markt. Dit is op zijn beurt in strijd met een van de drijvende krachten achter de kapitalistische economische ontwikkeling: de verhoging van de productiviteit op basis van de wereldwijde arbeidsverdeling.
Dit is een tegenstrijdigheid waarbij de politieke behoeften van de kapitalistische klasse in een bepaalde periode in conflict kunnen komen met de economische winstbehoeften van hun systeem. Trotski verklaarde deze tegenstrijdigheid tijdens de Grote Depressie van de jaren dertig, ook een periode van terugtrekking in het staatskapitalistische beleid: “Het staatskapitalisme streeft ernaar het economisch leven te scheiden van de wereldarbeidsverdeling, de productiekrachten op het Procrustesbed van de nationale staat te leggen, de productie in enkele bedrijfstakken kunstmatig te reglementeren en even kunstmatig andere takken met grote onkosten in het leven te roepen.” (Trotski, “De 4de Internationale en de USSR”, 1933).
In de jaren 1930 kwam dit proces het duidelijkst tot uiting in de fascistische regimes, met name in het Duitsland van Hitler. Hoewel de economische depressie van vandaag misschien zelfs de diepte van de voorloper van de jaren 1930 overstijgt, is de verschuiving naar het staatskapitalistische beleid nog niet op een vergelijkbare schaal. Maar we staan aan het begin van een internationale koerswijziging, die het duidelijkst tot uiting komt in het economisch beleid van de twee grote imperialistische mogendheden. Hoe ver dit proces gaat, valt nog te bezien, maar de gevolgen ervan zijn al aanzienlijk en onmiskenbaar.
In zijn geschriften over economisch nationalisme in de jaren 1930 legde Trotski ook uit dat de opkomst van het nationalistische en staatskapitalistische beleid onvermijdelijk een nieuwe en gewelddadige “sprong” van het imperialisme zou voorbereiden, een perspectief dat door de Tweede Wereldoorlog werd bevestigd. Het huidige imperialistische conflict en het mondiale krachtenevenwicht zijn vandaag en de huidige fase van de kapitalistische deglobalisering kan langer duren.
In China is door de dictatuur van Xi Jinping, die onder zowel interne als externe druk staat, een economische “binnenwaartse verschuiving” aangekondigd. Xi heeft Mao’s slogan van Zili Gengsheng, of ‘zelfredzaamheid’, nieuw leven ingeblazen en benadrukt de noodzaak om China’s ontwikkeling van de volgende generatie technologieën te versnellen, met inbegrip van de microchips die de technologische industrie voeden, en ook om de creatie van een digitale yuan te versnellen als een van de manieren om de facto de Amerikaanse controle over het wereldwijde financiële systeem te omzeilen.
Het wapen van de dollar
De rol van de Amerikaanse dollar binnen het wereldwijde financiële systeem is, paradoxaal genoeg, sinds de wereldwijde crisis van 2008 versterkt, ondanks de oorsprong van die crisis op Wall Street. Dit geeft het Amerikaanse imperialisme een krachtig wapen, dat het steeds vaker gebruikt om geopolitieke rivalen te straffen met financiële sancties. China heeft zich nu aangesloten bij Rusland, Iran en Noord-Korea als doelwit van de Amerikaanse sancties, hoewel de Trump-regering in het geval van China heen en weer ging in de uitvoering van de sancties.
Peking had gedurende meer dan een decennium een programma van “yuan internationalisering” als strategie om het Amerikaanse monopolie te breken, maar dit heeft tot nu toe slechts magere resultaten opgeleverd. Vorig jaar bedroeg het aandeel van de yuan in internationale valutatransacties slechts 4,3%, vergeleken met 88% voor de Amerikaanse dollar, volgens de Bank voor Internationale Betalingen. Meer dan 61% van alle buitenlandse bankreserves worden uitgedrukt in Amerikaanse dollars.
De beperkte rol van de yuan is te wijten aan het kapitaal- en wisselkoersbeleid van China, waar het niet van af kan zonder het risico te lopen op een massale kapitaalvlucht en een bankcrash. Het wereldwijde financiële systeem wordt gedreven door parasitaire speculatie. De vraag naar dollars, die vrij inwisselbaar zijn, is gegroeid naarmate de economie meer parasitair is geworden. De inspanningen van China om meer landen en financiële instellingen te verleiden tot het verhogen van hun yuan-belangen (die niet vrij verhandelbaar zijn) zijn daarom op onvruchtbare grond gevallen.
De leidende positie van de dollar kan, net als andere pijlers van de huidige kapitalistische wereldeconomie, ten val worden gebracht door de gevolgen van de nieuwe crisis. De ongekende schuld-gefinancierde bailout-programma’s van de Amerikaanse regering om het kapitalisme te redden (tot nu toe meer dan 6 biljoen dollar dit jaar) kunnen uiteindelijk leiden tot een afrekening met de Amerikaanse munt als ankerpunt voor het wereldwijde financiële systeem. Het toenemende gebruik van financiële sancties door het Amerikaanse imperialisme als geopolitieke politiemaatregel kan dit proces alleen maar versnellen.
De verschuiving van het Chinese regime naar meer staatskapitalistische controle begon ten tijde van de financiële crisis van 2008. Dit is een zeer duidelijk en veelbesproken fenomeen: ‘Guo jin min tui’, wat betekent “de staatsbedrijven gaan vooruit, de particuliere sector trekt zich terug.” Maar terwijl dit een speciale dynamiek heeft in China – omdat de controle over belangrijke sectoren van de economie gebonden is aan het handhaven van de dictatuur aan de macht – is de toenemende toevlucht tot staatsinterventies een wereldwijde trend, geen uniek Chinese trend. Andere kapitalistische regeringen, zelfs met een onberispelijke geschiedenis van steun aan de ‘vrije markt’ wenden zich tot staatsinterventie op grote schaal.
De door de VS geleide ontkoppelingsagenda laat het regime van Xi weinig andere keuze dan te proberen de groei van de interne markt te versnellen. Maar pogingen om de binnenlandse consumptie van China te ontwikkelen schieten historisch gezien tekort, omdat de CCP het rudimentaire welvaartssysteem van de planeconomie heeft vernietigd. Het ontbreken van een sociaal vangnet dwingt de Chinezen om uitzonderlijk hoge besparingen te handhaven voor “noodgevallen” zoals ernstige ziekte of het krijgen van kinderen.
In het afgelopen decennium zijn de Chinese particuliere schulden ook geëxplodeerd, waardoor deze dicht in de buurt komen van de niveaus in de ontwikkelde kapitalistische landen. Chinese huishoudens hebben in de vijf jaar van 2015 tot 2019 een schuld van 4,6 biljoen dollar toegevoegd, vergeleken met een toename van 5,1 biljoen dollar in de Amerikaanse schuldenlast tussen 2003 en 2008. De Chinese consumptie wordt vandaag bedreigd door zowel de pandemie als de schuldendruk.
De verschuiving in het economisch beleid van China betekent niet dat het land terugkeert naar autarkie, net zo min als dat dit in andere landen het geval zal zijn. Maar China’s exportmachine zal te maken krijgen met toenemende belemmeringen, vooral op de westerse markten. De concurrentie voor de markten in Azië, Afrika en Zuid-Amerika zal nog intensiever worden.
De nationale economie wordt de beslissende focus voor Xi’s regime, naast een internationale strategie om Rusland, Zuidoost-Azië, delen van Afrika en Oost-Europa nauwer te integreren in een door China geleid blok als tegenwicht voor de hoge druk van een door de VS geleide tegenhanger. Voor zowel Washington als Peking is de nieuwe golf van blokvorming beladen met complicaties en beginnende crisissen.
Dit blijkt uit de problemen die China’s BRI-programma teisteren: toenemende schuldennood (16% van alle projecten wordt geacht in gebreke te blijven), economische winsten zijn beperkter dan verwacht, terwijl Peking ook het risico loopt verder opgezogen te worden in geopolitieke moerassen die de economie van het land onder nieuwe druk zetten. De recente confrontaties tussen China en India zijn in veel opzichten een resultaat van de BRI-ambities in Pakistan, waarbij belangrijkste projecten dicht bij de betwiste grens lopen.
Wat zal een overwinning van Biden betekenen?
De Amerikaanse verkiezingen in november zouden wel eens een adempauze kunnen bieden en zelfs leiden tot een poging om het conflict tussen de VS en China wat te verzachten. Maar dit is niet het meest waarschijnlijke scenario, ongeacht of Trump of Biden wint. Hoewel het beleid van de Koude Oorlog van het Amerikaanse imperialisme onder het toeziend oog van Trump werd gelanceerd, is hij niet de centrale figuur in dit proces geweest, en soms hebben zijn eigen beleidskeuzes hem gemarginaliseerd ten aanzien van de belangrijkste strategische lijn van de heersende klasse in de VS.
Dit bleek uit zijn besluit om de Chinese techneut ZTE in mei 2019 gratie te verlenen als een “gunst” aan Xi. En opnieuw door zijn besluit in juni 2020, om het uitvoeren van sancties tegen CCP-ambtenaren in Xinjiang uit te stellen in ruil voor Chinese beloften om de invoer van de landbouwproducten uit de VS op te voeren, een akkoord dat tot doel heeft om de steun voor Trump in de VS op te krikken.
Peking gelooft dat Trump kan worden overtuigd om overeenkomsten te sluiten, zelfs indien er een prijs tegenover staat. Tegelijk vreest Peking dat Biden heviger en ‘ideologischer’ zal zijn, mogelijk ook dat hij bekwamer zal zijn in het uitvoeren van een anti-Chinese agenda en het opbouwen van de beschadigde allianties met traditionele Amerikaanse bondgenoten. Dat verklaart de voorkeur van het CCP-regime voor een Trump-overwinning. We weten dit niet alleen op basis van de onthullingen van John Bolton, maar ook door wat gezegd werd door prominente CCP-bronnen.
Een overwinning van Biden, wat de meest waarschijnlijke uitkomst is, zal wellicht niet leiden tot het verzachten van het conflict. Verdere escalatie is waarschijnlijker. Een mogelijke variant op dit perspectief is dat de regering van Biden een “reset” aanbiedt in de relatie tussen de VS en China om onderhandelingen te openen over een breed spectrum van controversiële kwesties. Sommige concessies zouden door de VS kunnen worden aangeboden, zoals het opheffen van Trump’s tarieven, die zelfs binnen de Amerikaanse kapitalistische klasse controversieel zijn.
Maar alle concessies zouden in ruil komen voor waarschijnlijk nog hardere eisen van de VS over economisch beleid, technologie, investeringsregels, maar ook over gevoelige geopolitieke kwesties zoals de BRI, Hongkong en de Zuid-Chinese Zee. Onder Xi Jingping is het bijna ondenkbaar dat China op deze punten zou toegeven, onder meer vanwege het verlies aan persoonlijk gezag dat dit met zich mee zou brengen. Zelfs als er een wankel proces van détente zou ontstaan, zijn de kansen om een einde te maken aan het huidige conflict gering.
Het Chinese regime heeft niets te maken met communisme, socialisme of de arbeidersbeweging. Het is de dictatuur van een kapitalistische oligarchie. Het is niet in staat om een beroep te doen op de wereldwijde solidariteit om de publieke opinie te mobiliseren en vertrouwt in plaats daarvan op het giftige rechtse nationalisme en toenemende militaire macht. De Verenigde Staten en hun bondgenoten onder de ontwikkelde kapitalistische landen kunnen hun roofzuchtige imperialistische beleid gedeeltelijk verbergen achter een “democratisch” masker, zij het dat dit masker steeds verder afglijdt naarmate de kapitalistische crisis leidt tot een opgang van staatsrepressie in de “democratieën”. Socialisten verzetten zich tegen zowel het Amerikaanse als het Chinese imperialisme, die de toekomst van de planeet in gevaar brengen. Wij staan voor het opbouwen van solidariteit tussen arbeiders en onderdrukten, zowel in het oosten als in het westen, om de wereld te bevrijden van het kapitalisme en het imperialisme.