Your cart is currently empty!
Tag: Libanon
-
Crisis in Libanon: onder de wanhoop broeit een bredere klassenopstand

Protest in Tripoli in 2019. Vandaag wordt er opnieuw geprotesteerd in deze stad. Terwijl Libanon economisch verder afglijdt en dezelfde corrupte politieke elite gewoon doorgaat, heeft hoop plaatsgemaakt voor wanhoop. De 17 oktoberbeweging, die op haar hoogtepunt bijna één op de drie Libanezen de straat op bracht om de besparingsmaatregelen en het sektarische politieke systeem van het land af te wijzen, lijkt te zijn weggeëbd. Toch zijn er, ondanks de enorme obstakels, tekenen van openingen voor de arbeidersklasse.
Dossier door Christian (Leuven)
Terugkeer van de “opstand van de hongerigen”
Betogers die boos waren over de verlenging met twee weken (tot 14 februari) van de lockdown trotseerden op 25 januari de avondklok en gingen de straat op in Tripoli, de tweede grootste stad van Libanon. Meer dan vier dagen waren er gewelddadige confrontaties met de veiligheidstroepen. Een historisch gemeentegebouw werd in brand gestoken, samen met andere overheidsgebouwen en een privé-instituut dat eigendom is van ex-premier en miljardair Najib Mikati. Betogers gooiden stenen, molotovcocktails en (naar verluidt) handgranaten, terwijl de veiligheidstroepen traangas, waterkanonnen, rubberkogels en scherpe munitie gebruikten. Uiteindelijk werd één betoger doodgeschoten en raakten er meer dan 400 gewond. Minstens 40 soldaten en politieagenten raakten gewond. [i]
In plaats van de onrust te erkennen als een wanhopige roep om noodhulp, deed het sektarische politieke establishment van Libanon het af als een samenzwering, het werk van buitenstaanders of in de woorden van premier Saad Hariri “georganiseerde misdaad”. [ii]
Deze gebeurtenissen waren de meest gewelddadige protesten sinds betogers verschillende ministeries bestormden in de dagen na de ontploffing van 4 augustus 2020 die een groot deel van Beiroet verwoestte. De laatste rellen doen echter meer denken aan de gebeurtenissen van eind april vorig jaar, toen tijdens Libanon’s eerste lockdown in Tripoli een “opstand van de hongerigen” begon die zich snel over het hele land verspreidde.
Tripolitanen staan er voorlopig alleen voor…
Hoewel er protest was bij het militair tribunaal in Beiroet voor de vrijlating van degenen die tijdens de protesten in Tripoli waren gearresteerd, heeft deze nieuwe “opstand van de hongerigen” zich tot nu toe niet buiten Tripoli verspreid.
Tripoli, een stad met 700.000 inwoners in Noord-Libanon, wordt niet zonder reden de “bruid van de revolutie” genoemd. Maanden nadat de golf van protesten die in oktober 2019 losbarstte elders was weggeëbd, gingen de Tripolitanen nog steeds de straat op. De lokale bevolking had het over de “revolutie van de honger”. Met een armoedecijfer van naar schatting 70% is Tripoli namelijk het armste stedelijke gebied van Libanon. De afhankelijkheid van de informele economie is hier groter, waardoor de nieuwe lockdown nog moeilijker te verdragen is. Maar naast ellende en wanhoop is er ook een grote vervreemding van het sektarische politieke systeem. In deze stad met een Soennitische meerderheid voelen de mensen zich in de steek gelaten door de Soennitische politieke leiders. Zoals Ghada Saraf, een 39-jarige vrouwelijke betoger, het verwoordde: “Onze parlementsleden behoren tot Libanon’s rijkste mannen, God vervloekt hen, ze hebben ons nooit ook maar een beetje geholpen.” [iii] De harde repressie van het leger en de aanval van de betogers op het eigendom van een lokale oligarch wijzen beide op een ineenstorting van de anders heersende cliëntelistische orde. [iv]
Het gebrek aan beweging in de rest van het land kan te wijten zijn aan een verdovend effect van de crisis. Maar gezien de steeds verslechterende situatie voor het grootste deel van de Libanese bevolking, lijken meer explosies van woede en wanhoop onder de bevolking onvermijdelijk. Intussen betekent de verergering van de crisis ook dat Libanon’s sektarische partijen te maken krijgen met slinkende middelen om hun politieke basis in stand te houden. Tripoli zou dus wel eens Libanon’s kanarie in de kolenmijn kunnen blijken te zijn.
Een crisis door eigen toedoen?
In tegenstelling tot wat de gevestigde media suggereren, is de steeds dieper wordende crisis die zich in Libanon ontvouwt geen “zelf veroorzaakte crisis”. Dergelijke retoriek wordt altijd gebruikt om de gewone bevolking te laten opdraaien voor de crisis van het kapitalisme. In plaats daarvan is dit een crisis die het Libanese volk is aangedaan door de Libanese burgerij en haar imperialistische geldschieters.
Profiterend van een sektarisch politiek systeem van verdeel-en-heers heeft een kleine elite zich enorm kunnen verrijken. Uit een studie op basis van gegevens over 2005-2014 bleek dat de top 10% van de bevolking 70% van de persoonlijke rijkdom van het land bezat. De top 1% bezat 45%. Een select groepje van de 0,1% rijksten verdiende evenveel als de onderste helft van de bevolking, waardoor de Libanese inkomensverdeling vergelijkbaar is met die in Brazilië en Zuid-Afrika, enkele van de meest ongelijke samenlevingen ter wereld. [v]
In de jaren voorafgaand aan de financiële crisis van 2019 vertaalde de uit de hand lopende overheidsschuld zich in torenhoge winsten van banken, waarvan de politieke elite van Libanon, die sterk bij de sector betrokken was, enorm profiteerde. Slechts acht families bezaten 29% van de totale activa van de sector.[vi] Toen het financiële systeem begon te ontrafelen, kregen gewone burgers te maken met limieten voor bankopnames en geen toegang tot buitenlandse valuta (dollars), terwijl een kleine laag profiteurs, grotendeels politici en hun families, een groot deel van hun rijkdom konden wegsluizen.
Zes Libanezen kwamen voor op de Forbes-lijst van rijkste personen in 2020. Onder hen drie broers en zussen van Saad Hariri (bouw, onroerend goed en investeringen – samen goed voor een vermogen van 4,4 miljard dollar), alsmede voormalig premier Najib Mikati en zijn broer (telecom – samen goed voor 4,3 miljard dollar). [vii]
Libanon’s elite heeft de staat verzwakt en het moeilijk gemaakt om basisdiensten te verlenen, laat staan een levensvatbaar sociaal vangnet. Sektarische leiders en hun politieke partijen gebruiken een deel van de geplunderde rijkdom om bijstandsnetwerken in stand te houden voor hun aanhangers. Deze kunnen bestaan uit aalmoezen, banen en NGO’s om te helpen met alles van reizen tot onderwijs en gezondheidszorg.[viii] Op deze manier blijven de mensen zowel afhankelijk van hun corrupte leiders als verdeeld langs sektarische lijnen.
Economische ineenstorting en sociale verwoesting
In Libanon heeft de Covid-19-pandemie de economische crisis die al bezig was nog erger gemaakt. Na een daling van het BBP met 1,9% in 2018 en 6,7% in 2019[ix] kromp de Libanese economie in 2020 met 19% à 25%.[x]
De crisis werd nog verergerd door de ontploffing in de haven van Beiroet op 4 augustus 2020, waarbij meer dan 200 mensen omkwamen, minsten 6500 gewond raakten en ongeveer 300.000 mensen het dak boven hun hoofd verloren. De daaruit voortvloeiende schade wordt op 15 miljard dollar geraamd.
Begin 2021 had de Libanese lira op de zwarte markt 80% van zijn waarde ten opzichte van de dollar verloren. In 2020 bereikte de totale inflatie 133%. Gezien Libanon’s afhankelijkheid van invoer, zijn de prijzen van sommige producten nog dramatischer gestegen. De voedselprijzen zijn bijvoorbeeld verviervoudigd.
Door besparingen op overheidssubsidies zijn de broodprijzen onlangs voor de vierde keer sinds juni verhoogd.[xi] Twee van deze verhogingen zijn pas sinds het begin van 2021 doorgevoerd. Een standaardverpakking brood (930 gram) per dag kost nu 11% van het minimumloon.[xii] Dat laatste komt neer op ongeveer 80 dollar per maand tegen de wisselkoers op de zwarte markt.
Nu de deviezenreserves snel slinken, is het mogelijk dat de overheidssubsidies op tarwe, brandstof en geneesmiddelen eind maart volledig zullen stoppen. [xiii] Dit zou leiden tot een verdere verdubbeling van de broodprijs. De verwachte afschaffing van de invoersubsidies op medische benodigdheden (85% van de geneesmiddelen wordt ingevoerd) heeft reeds geleid tot hamsteren en lege apothekersrekken.[xiv]
Als gevolg van de inflatie verdient 94% van de huishoudens nu minder dan het minimumloon, waarbij 29% het equivalent van 1,80 dollar per dag verdient.[xv] Honderdduizenden hebben hun baan verloren en de werkloosheid wordt momenteel geschat op 35%.
Als gevolg daarvan is het armoedecijfer bijna verdubbeld van 28% in 2019 tot 55,3% in 2021.[xvi] De extreme armoede is intussen bijna verdrievoudigd en treft nu 22% van de bevolking. Het armoedecijfer onder Syrische vluchtelingen wordt geschat op 91%. Veel huishoudens hebben schulden gemaakt om uitgaven als voedsel, huur of medische zorg te kunnen betalen. In deze sociale drukkookpan is het aantal meldingen van huiselijk geweld verdubbeld.
Geld dat wordt gestuurd door familieleden die in het buitenland werken, is voor velen een reddingslijn. Libanon staat op de derde plaats in de wereld wat betreft geldovermakingen per hoofd van de bevolking. Door de devaluatie van de munt maken de overmakingen een steeds groter deel van het BBP uit. Toch zijn de overmakingen in absolute cijfers in 2020 met 6% gedaald tijdens de recessie die versneld werd door Covid-19. [xvii]
Naast honger is er in Libanon ook een golf van huisuitzettingen, vooral onder vluchtelingen en migranten, die niet alleen armer maar ook kwetsbaarder zijn. In de gebieden van Beiroet die het zwaarst door de explosie zijn getroffen, worden de huren verhoogd nadat de renovaties zijn voltooid, waardoor armere bewoners effectief uit hun huis worden gezet. Ondertussen staat een groot deel van de appartementen in Beiroet leeg, meestal als investering van expats of rijke lokale bewoners.[xviii]
De financiële crisis, die in de herfst van 2019 begon, heeft grote delen van de middenklasse geruïneerd. Kleine en middelgrote spaarders moeten hun buitenlandse valuta noodgedwongen tegen de helft van de koers op de zwarte markt in lokale valuta omzetten, waardoor ze een “de facto haircut” ondergaan en een substantieel verlies lijden. De pandemie heeft veel bedrijven in moeilijkheden de nek omgedraaid. [xix]
Naar schatting 70% van de Libanezen zou nu hulp nodig hebben. Momenteel verstrekt de regering voedselhulp aan slechts 50.000 gezinnen. Een lening van de Wereldbank moet het dreigende einde van de subsidies compenseren, zodat 230.000 van de armste gezinnen (ongeveer 800.000 mensen) het equivalent van ongeveer 50 dollar per maand ontvangen. Deze hulp is niet alleen ontoereikend, maar zou ook slechts een fractie van de behoeftigen bereiken. [xx]
Van Covid-19 piek tot totale lockdown
Het geregistreerde aantal COVID-19-gevallen bleef vrij laag in Libanon tot laat in de zomer van 2020. De verwoesting als gevolg van de havenexplosie van 4 augustus in Beiroet heeft de verspreiding van het virus versneld. Om commerciële redenen versoepelde de regering echter de beperkingen voor de kerstvakantie. Men hoopte dat duizenden bezoekende Libanese expats de noodlijdende toeristische industrie een impuls zouden geven.[xxi] Het gevolg was dat Libanon in januari een van ‘s werelds sterkste stijgingen van het aantal besmettingen per hoofd van de bevolking registreerde. Op 21 februari waren in Libanon 4340 doden door COVID-19 bevestigd, waarvan meer dan 60 procent sinds het begin van het jaar.[xxii]
De autoriteiten kondigden uiteindelijk een totale lockdown af voor 14-25 januari. Deze werd vervolgens verlengd. Naar verluidt was dit een van de strengste ter wereld, met een uitgaansverbod van 24 uur en de sluiting van supermarkten en kruidenierswinkels. Dagelijkse levensbehoeften mochten alleen worden geleverd door koeriersdiensten tegen een extra kostprijs van 10 tot 15%. Voor velen, vooral degenen die in de informele economie werkzaam zijn, betekende de lockdown dat zij veroordeeld waren tot de hongerdood.[xxiii] In sommige van de meest achtergestelde gebieden van het land bleek het uitgaansverbod grotendeels onuitvoerbaar. Het was eenvoudigweg onmogelijk om de mensen boetes te laten betalen. [xxiv]
Gezondheidsstelsel aan flarden
De regering is de reeds gefragmenteerde en gecommercialiseerde gezondheidszorg van Libanon naar schatting 1,6 miljard dollar schuldig, waardoor het land slecht was voorbereid op de laatste golf van ziektegevallen.[xxv] Bovendien konden verscheidene ziekenhuizen in Beiroet, die bij de ontploffing beschadigd waren, geen patiënten opnemen of werkten zij met verminderde capaciteit. Naarmate het aantal gevallen toenam, bereikten de spoeddiensten van de ziekenhuizen al snel hun maximumcapaciteit. Veel Covid-19 patiënten werden uiteindelijk behandeld op parkeerplaatsen van ziekenhuizen, sommigen in containers, anderen kregen zuurstof in hun auto. [xxvi]
Voor de meeste vluchtelingen en voor de in armoede gedompelde Libanese burgers is de toegang tot medische zorg hoe dan ook zeer beperkt. Voor degenen die geen ziekenhuisbed konden vinden of zich dat niet konden veroorloven, bleef de enige optie de aanschaf van een zuurstoffles. Ondertussen kwamen ziekenhuizen in de armste gebieden helemaal zonder zuurstof te zitten.[xxvii] Door de erbarmelijke levensomstandigheden worden vluchtelingen zwaarder getroffen door de pandemie. Volgens de VN hebben Palestijnse vluchtelingen in Libanon driemaal meer kans om aan COVID-19 te sterven dan de bevolking in haar geheel. [xxviii]
Nog meer dan de ziekenhuiscapaciteit heeft de onderbezetting het systeem kritisch onvoorbereid gelaten. Sinds eind 2019 is 40% van de verpleegkundigen uit openbare en particuliere ziekenhuizen ontslagen, waardoor het overblijvende personeel, waarvan velen ziek zijn geworden door gebrek aan persoonlijk beschermingsmateriaal, nog meer overbelast is geraakt. De betaling van de lonen, die door de inflatie al sterk zijn gedaald, loopt vaak maanden vertraging op. Als gevolg daarvan hebben veel van de meest gekwalificeerde personeelsleden, waaronder bijna 700 artsen, ervoor gekozen om in 2020 te emigreren.[xxix] Onder de Syrische vluchtelingen zijn er heel wat artsen, verpleegkundigen en gezondheidswerkers. Zij mogen echter enkele werken in de landbouw, de bouw en de schoonmaakdiensten.[xxx]
Vaccinatie
Het ziet er niet naar uit dat vaccinatie een uitweg uit de noodsituatie zal bieden. De eerste doses COVID-19-vaccins zijn medio februari aan Libanon geleverd. Tot dusver heeft de regering zich kunnen verzekeren van voldoende vaccins om minder dan de helft van de bevolking te vaccineren. De autoriteiten lijken te hebben besloten om verdere invoer aan de particuliere sector over te laten.
In het spel van verdeel-en-heers hebben verschillende prominente politici opgeroepen om vluchtelingen (een vijfde van de bevolking) uit te sluiten van de vaccinatie. Inmiddels is echter bevestigd dat zowel burgers als vluchtelingen in aanmerking zouden komen. Niettemin hebben zeer weinig vluchtelingen, hetzij door een gebrek aan bewustzijn, hetzij door een gebrek aan vertrouwen in het proces, zich voor het vaccin laten registreren. Volgens een recente verklaring van het Ministerie van Arbeid, die in tegenspraak is met de uitspraken van de interim-minister van Volksgezondheid, worden migrantenarbeiders (400.000 personen) volledig uitgesloten van de vaccinatie. [xxxi]
Atomisering, overleven, vluchten
De hoop die aanvankelijk door de 17 oktober-beweging werd gewekt, slaagde erin de langdurige migratiestroom uit het land kortstondig om te keren. Sommige expats zijn zelfs teruggekeerd om getuige te zijn van en deel te nemen aan een beweging die het lot van het land had moeten veranderen.
De diepte van een crisis kan de massa’s de straat op drijven, maar kan ook een afstompend effect hebben. Vooral zonder de organisatie en het programma om een beweging een gevoel van richting te geven, kunnen individuen terugvallen op het zoeken naar hun eigen overleving. In de woorden van Omar Shaar, een 28-jarige programmeur en actieve participant in de beweging: “Eerlijk gezegd, ben ik er kapot van. Toen we naar de protesten gingen, had je het gevoel dat iedereen in hetzelfde schuitje zat. Nu is het alsof het elk voor zich is.” Zoals velen die aanvankelijk in de beweging actief waren, probeert hij nu te emigreren. [xxxii]
Voor velen lijkt de ontploffing in de haven van Beiroet de laatste druppel te zijn geweest. Het verergerde niet alleen de economische crisis, maar diende ook als een dramatische herinnering aan alle kwalen die de Libanese samenleving ondermijnen.[xxxiii] Eind augustus meldde een voormalig parlementslid dat 380.000 personen een emigratieverzoek hadden ingediend bij Europese, Amerikaanse en Canadese ambassades.[xxxiv] Uit een recente opiniepeiling bleek dat vier van de vijf Libanezen tussen 18 en 24 jaar overwegen het land te verlaten.[xxxv] Velen met een dubbele nationaliteit zijn reeds vertrokken, en nog veel meer, meestal jonge en goed opgeleide, Libanezen willen hetzelfde doen.[xxxvi]
Op dit ogenblik lijkt emigratie op een schaal zoals tijdens de Libanese burgeroorlog (1975-1990) onwaarschijnlijk. Het verkrijgen van een visum en het vinden van een job in het buitenland te midden van een wereldwijde economische recessie vormen een voor de hand liggende hindernis. Bovendien maken de limieten voor geldopnames bij de banken en de devaluatie van de munt dat zelfs het kopen van vliegtickets niet evident is. Voor de armen zijn de mogelijkheden in ieder geval zeer beperkt. Een nieuwe trend is dat Libanese onderdanen zich bij Syrische en Palestijnse vluchtelingen voegen op de gevaarlijke bootreis naar Cyprus. Dit wijst op de groeiende wanhoop. [xxxvii]
Ruimte voor reactionair rechts
Intussen kunnen groeiende frustraties en armoede leiden tot spanningen tussen de plaatselijke bevolking en vluchtelingen, die al te maken hebben met racisme en discriminatie. Zonder legale verblijfs- en werkvergunning worden zij uitgebuit als goedkope arbeidskrachten en concurreren ze met de verarmde plaatselijke bevolking. Kleine geschillen kunnen snel uitmonden in aanvallen. Eind december werd een Syrisch vluchtelingenkamp in de regio Miniyeh in Noord-Libanon in brand gestoken, waarbij gewonden vielen en de 370 bewoners moesten vluchten. Sommigen werden vervolgens opgevangen door lokale bewoners die wel sympathiek stonden tegen de vluchtelingen.[xxxviii] Dergelijke aanvallen worden door heel wat lokale autoriteiten actief aangemoedigd. Zo werden strengere beperkingen opgelegd aan Syrische vluchtelingen dan aan Libanese burgers, waardoor de valse indruk werd gewekt dat vluchtelingen het virus eerder zouden verspreiden. [xxxix]
Hoewel de mate waarin Tripoli een broeinest van soennitisch jihadisme is, vaak wordt overdreven door diverse sektarische partijen, met name Hezbollah, die een gemakkelijke zondebok nodig hebben om hun eigen steunbasis te versterken, is dit niet iets wat volledig kan worden genegeerd. Indien de beweging in een impasse geraakt en de zwaarst getroffen gemeenschappen aan hun lot worden overgelaten, kunnen reactionaire rechtse stromingen meer gehoor vinden.
Politieke impasse
Sinds het begin van de financiële crisis zijn de straatprotesten erin geslaagd twee regeringen ten val te brengen: de regering van premier Saad Hariri in oktober 2019 en de technocratische regering van premier Hassan Diab na de ontploffing in Beiroet.
Toch zijn alle oude gezichten vandaag nog aan zet en zal geen enkele hoge regeringsfunctionaris waarschijnlijk enige consequentie moeten verbinden aan de ontploffing in Beiroet. Diab blijft interim-premier, terwijl Saad Hariri, als aangewezen premier, probeert een nieuwe regering samen te stellen. De onderhandelingen zijn vastgelopen door de onenigheid tussen de sektarische partijen over de posten in het kabinet. Hariri en zijn door de soennieten gedomineerde Toekomstbeweging willen een nieuwe technocratische regering samenstellen die aan henzelf is gebonden. Ondertussen probeert president Aoun van de christelijke Vrije Patriottische Beweging, een bondgenoot van de sjiitische Hezbollah, vetorecht te krijgen door twee extra ministeries te creëren die door zijn medestanders zouden worden ingevuld.
Hulp uit het buitenland?
Alle niet-humanitaire hulp van het IMF, de VS, Europese staten en Arabische landen wordt ingehouden totdat er een nieuwe regering is gevormd. Deze “externe partners”, in de eerste plaats de Franse president Macron, de belangrijkste buitenlandse macht in de onderhandelingen, doen zich hypocriet voor als de redders van Libanon.
Natuurlijk zijn zij geenszins de belangeloze vrienden van Libanon die zij beweren te zijn. Libanon’s sektarisch gebaseerde politieke systeem is het product van imperialistische verdeel-en-heers. Het werd een eeuw geleden ontworpen door het Franse kolonialisme, toen Frankrijk en Groot-Brittannië het Midden-Oosten onder elkaar verdeelden, en Libanon werd afgesneden uit Groot-Syrië. Vandaag speelt de geopolitieke rivaliteit tussen westerse en regionale machten nog steeds door in de politieke arena van Libanon. De westerse mogendheden en de monarchieën van de Golfstaten geven de voorkeur aan de “14e maart”-alliantie rond Hariri als tegenwicht tegen de invloed van de sjiitische Hezbollah en Amal, die beide bondgenoten zijn van het Iraanse en het Syrische bewind. De VS hebben sancties opgelegd aan Hezbollah en hebben deze onlangs uitgebreid tot figuren rond president Aoun. Geen enkele krokodillentraan over “corruptie” zal ooit kunnen verhinderen dat zij hun oneerlijke handlangers ter plaatse steunen. Uiteindelijk zullen de “structurele hervormingen” weinig tot niets afdoen aan de sektarische status quo of de corruptie, terwijl de gewone man meer besparingen en privatiseringen (bijvoorbeeld in de elektriciteitssector) te wachten staan.[xl] De Westerse mogendheden hopen te voorkomen dat Libanon een “mislukte staat” wordt, omdat zij vrezen dat Hezbollah, en bij uitbreiding Iran, daarvan zou kunnen profiteren.[xli] De Europese mogendheden zien evenmin graag meer vluchtelingen de Middellandse Zee oversteken.
Terwijl Frankrijk zich voordoet als Libanon’s redder, heeft het de uitrusting geleverd, variërend van traangasbussen en pepperspray tot granaatwerpers, rubberen kogels en gepantserde voertuigen die worden gebruikt om de protesten de kop in te drukken.[xlii] Zowel het VK als de VS zijn van plan het Libanese leger nog eens honderden voertuigen te leveren. Naar verluidt zijn deze bedoeld om de grens tegen ISIS te verdedigen en voor gebruik in ‘anti-extremisme operaties’.[xliii] Gezien de huidige ontwikkelingen is het waarschijnlijker dat dit materieel zal worden gebruikt om straatprotesten de kop in te drukken.
Zullen de krijgsheren hun oude streken terug bovenhalen?
In de nacht van 3 februari werd in Zuid-Libanon Lokman Slim, een prominente sjiitische criticus van Hezbollah, vermoord. De moord heeft de vrees aangewakkerd voor een terugkeer van politieke moorden, een praktijk die voor het laatst bijzonder prominent was in de periode tussen 2005 en 2013. Veel van die moorden werden destijds in verband gebracht met het Syrische regime en Hezbollah. Los van de vraag wat er klopt van de beschuldigingen dat Slim te dicht bij Westerse regeringen stond, vulde hij een leegte in die er was in de anti-sektarische oppositie. Als zodanig weerspiegelt deze weerzinwekkende daad ongetwijfeld de vrees van Hezbollah om steun te verliezen onder de sjiitische gemeenschap.[xliv] De Amerikaanse sancties en de huidige crisis hebben naar verluidt het vermogen van Hezbollah ondermijnd om een sociaal vangnet te bieden voor haar aanhangers, laat staan voor de Libanese sjiieten in het algemeen. Bovendien voelde Hezbollah zich voldoende bedreigd door de 17 oktoberbeweging om haar aanhangers krachtig tegen de protesten te organiseren en de deelnemers te intimideren. [xlv]
Er heerst bezorgdheid dat als de economische terugval aanhoudt, de staatsinstellingen uiteen kunnen vallen en dat vele perifere diensten nagenoeg verdwijnen. In een dergelijk scenario zouden de veiligheidsdiensten steeds meer “wanordelijkheden” moeten onderdrukken en steeds meer onder druk komen te staan. Nu veel soldaten hun loon door de inflatie al zien dalen tot slechts 150 dollar per maand, zou de sympathie kunnen groeien voor degenen die zij moeten controleren. Dit kan een kans zijn als de massa’s zich organiseren en over een revolutionair programma beschikken. In een scenario waarin de massa’s zich op een meer toevallige manier blijven verzetten, zouden sektarische politieke partijen, plaatselijke machthebbers en zakenmagnaten echter in het vacuüm kunnen stappen dat door de staatsveiligheidsdiensten wordt achtergelaten.[xlvi] Een vroeg teken hiervan zou Najib Mikati kunnen zijn, die dreigt “wapens te dragen” ter verdediging van zijn eigendommen als de veiligheidstroepen hun werk niet doen.[xlvii]
Een dergelijk scenario zou echter geen terugkeer naar de dagen van de burgeroorlog betekenen. De hoop die door de beweging van 17 oktober werd gewekt, is weliswaar afgenomen, maar de sektarische banden tussen de religieuze gemeenschappen en hun respectieve sektarische partijen zijn er waarschijnlijk blijvend door ondermijnd. De geloofwaardigheid van het politieke establishment is als nooit tevoren ondergraven. Ondanks hun conflicten zullen de sektarische politieke partijen bij elkaar blijven als hun systeem door een gemeenschappelijke vijand wordt bedreigd. Hoewel het waarschijnlijk is dat er meer spanningen zullen ontstaan tussen de sektarische partijen naarmate er minder economische middelen overblijven om te plunderen, is de kans groot dat het geweld zich zal concentreren op degenen die in opstand komen tegen de status quo.
Beweging van 17 Oktober
Voor zover de Beweging van 17 Oktober georganiseerd is, is zij een overkoepeling van tientallen zeer uiteenlopende groepen die het over vele fundamentele vraagstukken oneens zijn. Bijvoorbeeld over hoe de economische crisis moet worden aangepakt of over de kwestie van de wapens van Hezbollah. Links is gefragmenteerd en is er niet in geslaagd een pool binnen de beweging te ontwikkelen. Dit is ten dele te wijten aan de zwakke organisatie van de arbeidersklasse in Libanon, zoals blijkt uit de totale afwezigheid van de vakbonden bij de protesten.
In de studentenverkiezingen waren er hoopvolle tekenen voor een anti-sektarische politiek. In het najaar van 2020 boekten onafhankelijke niet-sektarische lijsten een ongekende winst bij de verkiezingen voor de studentenraden, waarbij ze op sommige universiteiten zelfs een meerderheid behaalden. Het is onduidelijk of dit kan worden herhaald bij parlementsverkiezingen, waarvoor veel kiezers naar hun geboortedistricten moeten reizen. Hier kunnen sektarische krachten al hun vuile trucs gebruiken en zijn ze wellicht veel moeilijker te verjagen. Het oude sektarische establishment voelt echter de druk en probeert zich in sommige gevallen als “onafhankelijk” te profileren, zoals bijvoorbeeld Hariri’s Toekomstbeweging. In dit verband is het van cruciaal belang dat de krachten die uit de beweging van 17 oktober voortkomen, verduidelijken waar zij werkelijk voor staan.
De meer liberaal-democratische krachten binnen de beweging streven slechts naar “een staat waar rechtvaardigheid en de rechtsstaat heersen” en waar de staat het monopolie heeft op “wapenbezit en garanties voor de rechten van zijn burgers.” Corruptie is inherent aan het kapitalisme en geen enkele hervorming zal daar verandering in brengen. Evenmin zal de rechtsstaat de economische crisis oplossen of verlichting brengen voor de hongerende massa’s. Het staatsmonopolie op geweld is zeker geen zegen voor de betogers in Tripoli. Het ontwapenen van rechtse sektarische milities is goed en wel, maar wat als deze hulpkrachten zijn voor de burgerij die de staat controleert? Wie moet hen ontwapenen?
Tot nu toe heeft de beweging van 17 oktober het politieke bewustzijn verhoogd, een aantal antisociale maatregelen tegengehouden en twee regeringen ten val gebracht. Als zij het eens kunnen worden over een platform, zouden sommige leidende elementen kunnen meedoen aan de parlementsverkiezingen in 2022. Kan het ook helpen om hulp voor de massa’s te organiseren?
De uitweg
De situatie in Libanon is zeer nijpend en de rotte kliek aan de macht is onveranderd gebleven. Zij kunnen het zich veroorloven om af te wachten, de meeste mensen niet. Zij kunnen wachten tot de ontgoocheling verder toeslaat, uiteindelijk zal het oude spel van verdeel-en-heers weer de gewenste resultaten opleveren. Zij kunnen niet worden hervormd of onder druk worden gezet, zij moeten weg en worden vervangen.
Alleen de arbeidersklasse kan de maatschappij omvormen, zodat het systeem werkt voor allen en niet alleen voor een kleine elite. Daartoe moeten de werkende mensen zich organiseren en moet een revolutionaire leiding worden gesmeed.
Temidden van de ontberingen van de crisis moeten democratisch gekozen comités in werkplaatsen en buurten worden georganiseerd in de strijd voor toegang tot basisbehoeften van de mensen, zoals voedsel en gezondheidszorg. Deze organen zouden ook de verdediging tegen geweld door de staatstroepen en sektarische milities kunnen organiseren. Eenheid in de strijd zou helpen de bijzondere onderdrukking van vrouwen, vluchtelingen, migrantenarbeiders en vele anderen te overwinnen. Als deze comités op nationaal niveau met elkaar worden verbonden, kunnen ze een revolutionaire grondwetgevende vergadering vormen. Dit zou een essentieel onderdeel zijn in het programma en de interventie van een revolutionaire socialistische organisatie in Libanon.
Een revolutionaire grondwetgevende vergadering zou de basis leggen om het op sektarische leest geschoeide politieke systeem te vervangen, de plunderaars te onteigenen en de weg vrij te maken voor een democratisch geplande socialistische economie. Dit zou de deur openen naar een nieuw soort samenleving in Libanon, de regio en daarbuiten.
[i] https://reliefweb.int/report/lebanon/riots-lebanon-s-tripoli-are-harbingers-collapse
[ii] https://www.newdelhitimes.com/protest-in-tripoli-lebanon-turns-violent/
[iii] https://www.thenationalnews.com/mena/lebanon/lebanon-why-are-people-in-tripoli-protesting-1.1156353
[iv] https://english.alaraby.co.uk/english/comment/2021/1/29/tripolis-working-class-lives-matter
[v] https://wid.world/document/rethinking-lebanese-economic-miracle-extreme-concentration-income-wealth-lebanon-2005-2014-wid-world-working-paper-201713/
[vi] https://dayan.org/content/politics-lebanons-economic-collapse
[vii] https://thearabweekly.com/lebanese-lose-hope-their-country-can-rise https://www.forbes.com/billionaires/
[viii] https://www.thenationalnews.com/mena/lebanon/lebanon-why-are-people-in-tripoli-protesting-1.1156353
[ix] https://blog.blominvestbank.com/38116/cas-lebanons-real-gdp-fell-by-6-7-in-2019-and-by-15-in-q4-2019/
[x] https://www.gulftoday.ae/opinion/2021/02/04/protesting-for-revolution https://english.alaraby.co.uk/english/news/2021/1/29/whats-fuelling-lebanons-lockdown-protests-
[xi] https://www.thestar.com/news/world/middleeast/2021/02/01/lebanon-raises-price-of-bread-amid-worsening-economic-crisis.html
[xii] https://www.arabnews.com/node/1802666/business-economy
[xiii] https://www.lesechos.fr/monde/afrique-moyen-orient/au-liban-la-precarite-alimentaire-fait-craindre-une-implosion-sociale-1287021
[xiv] https://apnews.com/article/lebanon-medicines-vanish-from-shelves-dbf0319ed8a4f248fb0fb3040c371fdb
[xv] https://www.care-international.org/files/files/Rapid_Multi-Sectoral_Needs_Assessment_Lebanon2021.pdf
[xvi] https://dayan.org/content/impact-covid-19-and-conflict-middle-eastern-economies
[xvii] https://www.haaretz.com/middle-east-news/.premium-lebanon-is-collapsing-along-with-its-banks-and-hospitals-1.9454644
[xviii] https://today.lorientlejour.com/article/1251225/eviction-has-become-an-all-too-familiar-scenario-in-refugee-and-migrant-worker-communities.html
https://www.beiruturbanlab.com/en/Details/612
[xix] https://english.alaraby.co.uk/english/news/2021/1/29/whats-fuelling-lebanons-lockdown-protests-
[xx] https://www.lesechos.fr/monde/afrique-moyen-orient/au-liban-la-precarite-alimentaire-fait-craindre-une-implosion-sociale-1287021
https://www.swissinfo.ch/eng/tripoli–lebanon-s-poorest-city–on-edge-after-curfew–protests/46341522
[xxi] https://english.alarabiya.net/coronavirus/2020/12/20/Coronavirus-Lebanon-eases-COVID-19-restrictions-during-holidays-despite-rise-in-critical-cases
[xxii] https://www.worldometers.info/coronavirus/country/lebanon/
[xxiii] https://www.swissinfo.ch/eng/tripoli–lebanon-s-poorest-city–on-edge-after-curfew–protests/46341522
[xxiv] https://www.lorientlejour.com/article/1247831/a-tripoli-les-pauvres-ne-peuvent-plus-se-confiner-cest-fini-.html
[xxv] https://www.middleeasteye.net/opinion/covid-19-lebanon-syrian-refugee-medics-save-healthcare-system
[xxvi] https://www.france24.com/fr/moyen-orient/20210205-six-mois-apr%C3%A8s-l-explosion-de-beyrouth-le-liban-a-sombr%C3%A9-dans-une-grande-pauvret%C3%A9
https://www.dw.com/en/lebanon-coronavirus-lockdown-weighs-heavy-on-a-country-in-crisis/a- 56477049
[xxvii] https://www.hrw.org/news/2020/12/10/lebanon-health-workers-safety-neglected-during-covid-19
https://toronto.citynews.ca/2020/11/11/frantic-search-after-medicines-vanish-from-lebanon-shelves/
[xxviii] https://news.trust.org/item/20210216153654-lwurk/
[xxix] https://www.hrw.org/news/2020/12/10/lebanon-health-workers-safety-neglected-during-covid-19
https://english.aawsat.com/home/article/2701231/blast-blew-away-lebanons-faith-itself
[xxx] https://www.middleeasteye.net/opinion/covid-19-lebanon-syrian-refugee-medics-save-healthcare-system
[xxxi] https://www.aljazeera.com/news/2021/2/16/lebanon-begins-vaccinations-with-sceptics-a-major-hurdle en https://www.middleeasteye.net/opinion/covid-19-lebanon-syrian-refugee-medics-save-healthcare-system
https://www.hrw.org/node/377696/printable/print
[xxxii] https://www.aljazeera.com/economy/2020/7/1/plotting-our-escape-lebanon-braces-for-new-emigration-wave
[xxxiii] https://www.care-international.org/files/files/Rapid_Multi-Sectoral_Needs_Assessment_Lebanon2021.pdf
[xxxiv] https://www.the961.com/increased-emigration-beirut-blast/
[xxxv] https://thearabweekly.com/lebanese-lose-hope-their-country-can-rise
[xxxvi] https://thearabweekly.com/poverty-surges-amid-lebanons-self-inflicted-crisis
[xxxvii] https://english.alarabiya.net/features/2020/09/24/Lebanon-migrants-flee-one-horror-to-find-another-in-death-boats-on-Mediterranean
[xxxviii] https://www.middleeasteye.net/news/lebanon-syria-refugees-camp-attack-shelter
[xxxix] https://www.aljazeera.com/opinions/2021/1/26/plight-of-syrian-refugees-in-lebanon-must-not-be-ignored
[xl] http://upc.ouvaton.org/upc/blog/2020/08/23/retour-sur-la-situation-au-liban-avec-joseph-daher/
[xli] https://www.washingtoninstitute.org/policy-analysis/tripoli-protests-are-lebanons-canary-coal-mine
[xlii] https://www.middleeastmonitor.com/20210128-amnesty-demands-france-to-halt-weapons-sale-to-lebanon/
[xliii] https://www.middleeastmonitor.com/20210212-lebanon-to-get-military-vehicles-from-uk-to-counter-daesh-threat/
[xliv] https://imhojournal.org/articles/behind-the-assassination-of-lokman-slim/
[xlv] http://upc.ouvaton.org/upc/blog/2020/08/23/retour-sur-la-situation-au-liban-avec-joseph-daher/
[xlvi] https://reliefweb.int/report/lebanon/riots-lebanon-s-tripoli-are-harbingers-collapse
[xlvii] https://english.alaraby.co.uk/english/comment/2021/1/29/tripolis-working-class-lives-matter
-
Meerdere crisissen in Libanon, één boosdoener: het kapitalisme

Op dinsdag 4 augustus was er een explosie in de haven van Beiroet. Daarbij kwamen 200 mensen om het leven, er vielen meer dan 6.500 gewonden en 300.000 mensen werden dakloos. Het aantal besmettingen met Covid-19 neemt ondertussen verder toe. Aan het begin van de zomer dreigde al hongersnood. Dit zal enkel erger worden want bijna 80% van de tarwe in Libanon wordt ingevoerd langs die ene haven die nu verwoest is. De ramp versterkt de verschillende crisissen die het land al troffen.
Artikel door Amar (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
“Het Zwitserland van het Midden-Oosten”
Na de onafhankelijkheid in 1943 profiteerde Libanon van de naoorlogse economische bloei. Omdat het land al een grote diaspora had, koos het ervoor om de instroom van vreemde valuta in het land te gebruiken om het banksysteem sterk te ontwikkelen. Dat stelde Libanon in staat om ‘het Zwitserland van het Midden-Oosten’ te worden, onder meer door maatregelen zoals een strikt bankgeheim. Libanon werd een belastingparadijs. Dit zorgde voor een enorme groei van het bruto binnenlands product (BBP), die echter grotendeels gebaseerd was op de financiële sector waardoor deze zeer ongelijk was.
Dit niet-geïndustrialiseerde land nam dus het voortouw in één sector, die van de financiën, om internationale investeerders tevreden te stellen. Ondertussen werden geen andere economische structuren ontwikkeld. De Russische revolutionair Leon Trotski omschreef dergelijke processen in zijn tijd als voorbeelden van “ongelijke en gecombineerde ontwikkeling”.
Dit fragiele politieke en economische evenwicht begon al snel te wankelen, toen in 1975 een burgeroorlog uitbrak. De oorlog eindigde in 1989 met 200.000 burgerslachtoffers. Na de burgeroorlog werd Libanon heropgebouwd. Begin jaren 1990 was het neoliberale credo ‘Er is geen alternatief’ dominant. Dit beleid heeft de Libanese bevolking niet gespaard.
Er werd geprobeerd om de economie, net als voor de burgeroorlog, opnieuw te ontwikkelen door een instroom van buitenlandse valuta op gang te brengen. Tegelijk werden de krijgsheren de nieuwe politieke partijleiders, waarbij de macht van vader op zoon overgaat. Deze ‘zaïms’ (leiders) hebben in Libanon het politieke, sociale en economische status quo in stand gehouden, dat geen ruimte liet voor gelijk welke hervorming. Het fragiele machtsevenwicht kwam hen goed uit: het gevaar van een nieuwe burgeroorlog kon ingeroepen worden om sociale onrust de kop in te drukken. Samen met het cliëntelisme liet het hen toe om aan de macht te blijven. Daarvoor was geld nodig: de afgelopen decennia kwam dat vaak van corruptie met overheidsmiddelen of van regionale machten (vooral Iran of Saoedi-Arabië die hun lokale bondgenoten steunden).
Het systeem kraakt, de massa’s in opstand
Tot de zomer van 2019 beloonden de banken de beleggers met tarieven van meer dan 10%. Wanneer de financiële wereld echter zo sterk is losgekoppeld van de economie, ontstaat er een speculatieve zeepbel die op een bepaald moment kan uiteenspatten. Dit is wat er in 2019 in Libanon gebeurde. Financiële speculatie georganiseerd door de centrale bank en de politieke kaste liet een kleine elite toe om heel rijk te worden. Vandaag moet het Libanese volk daar de prijs voor betalen.
Het was tegen deze achtergrond dat eind 2019 een massale protestbeweging uitbarstte. Een nieuwe reeks belastingen, onder meer op WhatsApp, was de vonk die de woede veranderde in een opstand. Bijna twee miljoen mensen kwamen op straat, in een internationale context van massaprotesten. De mobilisaties overstegen de religieuze en sektarische opdelingen.
De economische situatie werd ondertussen nog rampzaliger: de inflatie van voedselprijzen wordt op 150% geschat en de monetaire inflatie op ongeveer 400%. De schuld van het land bedraagt 170% van het BBP (de op twee na grootste ter wereld). Het werkloosheidscijfer loopt op tot 50% van de actieve bevolking, terwijl een groot deel van de economie nog steeds informeel is.
Al deze cijfers zijn verergerd door de gezondheidscrisis met Covid-19, die al in mei 2020 leidde tot protestbewegingen, die een echo vormden van de ‘cederrevolutie’ eind 2019. De regering van ‘technocraten’ die werd opgezet na de beweging van 2019 slaagde er niet in om de Covid-19 crisis te beheersen. Alles liep vast en ondertussen zit meer dan de helft van de bevolking onder de armoedegrens!
De ramp in Beiroet
Vervolgens was er de explosie van 4 augustus. Deze werd veroorzaakt door ammoniumnitraat dat in de haven van Beiroet zonder enige veiligheidsmaatregel werd opgeslagen. De echte schuldige moet gezocht worden bij het systeem en de opeenvolgende regeringen die een corrupte staat zonder veel openbare diensten hebben gecreëerd.
Er is een onderzoekscommissie opgezet maar hoe kan men in een corrupte staat iets constructiefs verwachten van justitie? Hoe kunnen we verwachten dat justitie zal optreden tegen haar eigen regering en premier Hassan Diab, wiens regering enkele weken voordien nog op de hoogte was gebracht over de risico’s van de ongecontroleerde opslag van dit product in de haven? Er is nood aan een onafhankelijk onderzoek door verkozen vertegenwoordigers van de families van de slachtoffers en van het personeel van de haven en de douane.
De werkenden en armen vergissen zich niet en weten wie de echte schuldigen zijn: het volledige establishment. Een paar dagen na de explosie was er straatprotest met de slogan “Allemaal, betekent allemaal.”
De oplossing ligt op straat
Het lijdt geen twijfel dat er op dit moment dringend behoefte is aan humanitaire hulp om zoveel mogelijk levens te redden die bedreigd worden door onveiligheid en honger. Zelfs indien er miljoenen dollars toestromen om de bevolking te helpen, zal dit slechts hulp op korte termijn zijn. Het probleem moet bij de wortel aangepakt worden.
Er moet een einde komen aan het sektarische systeem dat dient om de bevolking te verdelen en de elite toestaat om steeds rijker te worden. De samenleving moet bovenal georganiseerd worden om tegemoet te komen aan de noden van de bevolking, waarbij de rechten van de verschillende gemeenschappen worden gegarandeerd. De eisen van de beweging in 2019 blijven actueel: het creëren van sociale zekerheid, het verbeteren van de rechten van vrouwen, het verbeteren van de infrastructuur … Een andere cruciale kwestie, zowel in Libanon als elders, is die van de volledige kwijtschelding van de publieke schulden, zonder compensatie tenzij op basis van bewezen behoefte.
Dergelijke maatregelen kunnen alleen door de werkenden en onderdrukten afgedwongen worden. Van de officiële ‘internationale gemeenschap’ valt niets te verwachten. De inmenging door buitenlandse kapitalistische mogendheden is immers rechtstreeks verantwoordelijk voor de situatie in Libanon. Dit geldt voor de regionale imperialistische krachten, zoals Israël, Iran en Saoedi-Arabië, die Libanon al jarenlang gebruiken als een arena voor hun politieke confrontaties. Het geldt ook voor de westerse imperialistische machten, zoals Frankrijk, die de natuurlijke grondstoffen van het land plunderen. Zo sloot de Franse multinational Total een lucratieve deal ter waarde van meer dan 200 miljard dollar over een periode van 20 jaar. Dit zal de ongelijkheden tussen Libanon en Frankrijk, maar ook tussen de Libanese kapitalisten en de massa’s werkenden en armen in het land verder verdiepen.
Er wordt momenteel ook gesproken over financiële steun door het IMF. De ervaring leert ons dat dergelijke steun nooit zonder voorwaarden van nieuwe besparingen komen.
Strijdcomités
In de straten van Beiroet is er een enorme solidariteit. Op sommige plaatsen zijn zelfs hulpcomités opgezet om de opruim, verdeling van voedsel en onderdak te organiseren. Deze comités zijn nuttig om ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp democratisch wordt beheerd en niet verdwijnt in de zakken van de elite en corrupte topambtenaren. Het is ook belangrijk om deze comités uit te bouwen tot het hoofdkwartier van de strijd voor de sociale eisen die nodig zijn om de ellende en de onzekerheid van de bevolking aan te pakken. Er is geen tekort aan behoeften: voedsel en huisvesting voor de armen en daklozen, investeringen in gezondheidszorg en openbare diensten, opbouw van de infrastructuur van het land …
Om dit mogelijk te maken, moet het fortuin van de Libanese kapitalistische klasse in beslag worden genomen. De hefbomen van de economie moeten uit de greep van deze parasiterende elite gehaald worden om ze onder de democratische controle en beheer van de werkenden en onderdrukten te plaatsen. Elke stap in deze richting, die van het democratisch socialisme, zal tot ver buiten de grenzen van het land vurig worden gesteund. De hele regio snakt naar het einde van de dictatuur van de markt.
-
Libanon: massale woede na explosie in Beiroet versterkt politieke crisis

De gigantische explosie die het hart van Beiroet vorige week op zijn kop zette, heeft niet alleen belangrijke delen van de stad verwoest. Het heeft ook een woedende reactie ontketend van het Libanese volk tegen de onbekwame en corrupte heersende klasse. Tienduizenden kwamen op straat en gingen zelfs over tot de bezetting van ministeriële gebouwen.
Dossier door Serge Jordan
“Vroeger waren de Libanezen boos omdat ze geen geld en geen elektriciteit hadden. Nu hebben ze geen ramen en velen hebben geen huizen. Als er geen brood is, wordt het volk gedwongen tot geweld. Geen elektriciteit, geen huis, geen brood? Dat is een revolutie.” (Abu Fadi, voormalig legerofficier in ‘Business Insider’).
Het opduiken van slogans als “ontslag of ophanging” en van replica van een galg, zegt veel over de stemming in Libanon. De woede van de gewone bevolking is zo groot dat er nauwelijks een minister of topambtenaar het aandurfde om na de explosie nog op straat te verschijnen. Toen de miljardair en ex-premier Saad Hariri dit wel deed, werd zijn konvooi bekogeld door woedende betogers.
Premier Hassan Diab werd al snel de kapitein van een zinkend schip, dat iedereen zo snel mogelijk probeerde te verlaten. Onder onhoudbare druk bood hij uiteindelijk op 10 augustus, een week na de explosie, het ontslag van zijn regering aan. Hij bracht het zielige schouwspel van een kritiek op de corruptie en de criminele rol van de politieke elite waar hij zelf onderdeel van is. In zijn periode als premier zag Diab toe op een verdere economische ineenstorting van Libanon. De verwoestende explosie van vorige week bezegelde het lot van deze regering en gaf een nieuwe impuls aan de revolutionaire beweging die afgelopen oktober uitbrak.
Niet zomaar een ongeval
De verwoestingen in Beiroet als gevolg van de explosie – één van de ergste niet-nucleaire explosies ooit – zijn onbeschrijflijk. Meer dan 200 mensen kwamen om het leven met nog steeds tientallen vermisten. Het leven van honderdduizenden mensen is op zijn kop gezet. Maar liefst 12% van de inwoners van de stad, waaronder 80.000 kinderen, werden op slag dakloos. De haven die een strategisch punt is voor de invoer naar Libanon, maar ook naar Syrië en Jordanië, is tot puin herleid. Ondertussen zwelt het aantal besmettingen en doden als gevolg van Covid-19 aan, waarbij de explosie een deel van de reeds ontoereikende ziekenhuisinfrastructuur heeft verwoest en de schaarste van medische apparatuur vergroot.
Het belangrijkste ingrediënt van deze ramp staat buiten kijf: de onveilige en totaal onverantwoorde opslag van 2750 ton ammoniumnitraat in een havenmagazijn gedurende bijna zeven jaar. De president van het land, Michel Aoun, suggereerde dat buitenlandse inmenging door middel van “een raket of een bom” de ontsteker had kunnen zijn. Libanon heeft een beladen geschiedenis van imperialistische bemoeienis en werd meermaals het slachtoffer van vernietiging en bombardementen. De aanvallen kwamen vooral van het Israëlische regime, dat regelmatig dreigde om het land naar het stenen tijdperk terug te sturen. Er is echter weinig bewijs voor deze verklaring, het lijkt meer op een poging om de schuld van de nalatigheid van de corrupte heersende klasse te verdoezelen. Het kantoor van Diab, zo is nu duidelijk, werd minstens twee weken voor de ontploffing op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van dit explosieve materiaal in een opslagplaats die grenst aan woonwijken van de hoofdstad en aan de belangrijkste graansilo’s van het land. Er werd echter niets gedaan.
De overheid is een onderzoek gestart, zogezegd om de exacte omstandigheden van de ramp vast te stellen. Het probleem is natuurlijk dat er geen bevredigend resultaat te verwachten valt als de misdadigers hun eigen misdaden onderzoeken. In dat geval komt er hoogstens een vervolging van enkele ‘kleine garnalen’ in de hoop dat dit de woede van de bevolking kan afkoelen. Maar zo’n onderzoek zal onvermijdelijk stoppen voor het aan de deuren van de macht komt. Alleen een onderzoek dat onafhankelijk is van een volstrekt onbetrouwbaar politiek en gerechtelijk establishment, en van externe machten die gedurende jaren steun hebben verleend aan verschillende fracties van dat establishment, kan een volledig licht werpen op de hoogste niveaus van verantwoordelijkheid en gerechtigheid. Bij een dergelijk onderzoek zouden gekozen vertegenwoordigers van de haven- en douanediensten en vertegenwoordigers van de families van de slachtoffers moeten worden betrokken. Maar uiteindelijk zou het moeten worden bijgestaan door de hefboom van massale strijd om de echte boosdoener ter verantwoording te kunnen roepen: het kapitalistische systeem en zijn vertegenwoordigers.
Een systeem dat rot is tot op het bot
Deze vermijdbare explosie is het hoogtepunt van een decennialang proces van verval en toenemend wanbeheer in een land dat gebukt gaat onder neoliberale plundering door een corrupte kliek van politici en voormalige krijgsheren, bankiers en zakenlieden.
De journalist Karim Trablousi stelde in ‘The New Arab’: “Om de week is er wel een schandaal in Libanon, met door de overheid gesteunde financiële fraude, gebrek aan brandstof voor elektriciteitscentrales, bedorven vlees dat op de markt mag worden verkocht, hoge prijzen, wanbeheer van afval, vervuiling van water, verkeersonveiligheid en recent nog een gebrek aan aanpak van de Covid-19 crisis. Bij al deze zaken zijn er actoren die met de politiek verbonden zijn, actoren die bekend zijn bij alle Libanezen. Maar deze explosie is de moeder van alle schandalen.”
Deze catastrofe heeft overal de vingerafdrukken van het kapitalisme aan zich kleven. Het verhaal van hoe de gevaarlijke chemische stof in de haven van Beiroet terechtkwam, is op zich al veelzeggend. De goederen werden vervoerd op een Russisch schip dat onder Moldavische vlag naar Beiroet voer, waarbij gebruik werd gemaakt van de “goedkope vlag”-praktijk die scheepseigenaren in staat stelt hun winst te maximaliseren door veiligheidsvoorschriften te omzeilen en te besparen op belastingen, verzekeringen en lonen. Het is hetzelfde winstbejag dat nu de prijs van glas in Libanon opdrijft, aangezien een handvol kapitalisten schaamteloos geld verdienen aan de verwoestingen van de eigendommen van de mensen.
De val van Diab’s regering is niet genoeg…
De regering van Hassan Diab is de tweede in minder dan een jaar die is neergehaald door massaal protest. De ontstellende staat van dienst zou de illusie moeten doorprikken dat een “technocratische regering” – een eis die vorig jaar in de straten van Libanon enige steun kende – de problemen van het land kan oplossen en de hoop van de bevolking op verandering kan inlossen. Achter de zogenaamde onafhankelijke deskundigen zaten marionetten van de gevestigde partijen, met name de sjiitische groep Hezbollah en zijn bondgenoten, die het grootste blok in het parlement vormen. De minister van economie was toevallig de uitvoerend algemeen directeur van een van de grootste banken van het land! De geveinsde “onafhankelijkheid” van deze ministers was alleen bedoeld om de revolutionaire beweging af te leiden en te kalmeren.
Hassan Diab blijft nu als premier van lopende zaken aan de macht tot er een nieuwe regering gevormd wordt. De onderhandelingen over die regeringsvorming zullen gedomineerd worden door de partijen die door de revolutionaire strijd van afgelopen oktober werden omvergeworpen, waaronder de Soennitische ‘Toekomstbeweging’ van Saad Hariri en zijn bondgenoten. Maar zoals de populaire slogan die in heel Libanon weerklinkt het zegt: “Ze moeten allemaal weg.” De werkenden en jongeren zijn vorig jaar in opstand gekomen tegen de hele verrotte heersende klasse en haar sektarische regime. Ze zullen geen genoegen nemen met een gerecycleerde versie van de oude politieke gezichten die het falende beleid gewoon willen doorzetten. De recente ramp zal dit sentiment ongetwijfeld verdiepen.
De Franse president Emmanuel Macron begreep al snel de politieke implicaties van deze situatie, en haastte zich om als eerste internationale leider een bezoek te brengen aan Beiroet. Na waarschijnlijk de lessen te hebben getrokken van de vernederende ervaring van ex-president Nicolas Sarkozy ten tijde van de ‘Arabische Lente’ – toen de nauwe banden van het Franse imperialisme met de regimes van Ben Ali en Kadhafi het in een slecht daglicht plaatsten – wilde Macron geen goede gelegenheid voor een publiciteitsstunt voorbij laten gaan. Hij trok met camera’s in zijn kielzog de straten op om zich te laten zien als iemand die aan de kant van het volk staat en de corruptie aanklaagt. Tegelijk wil Macron de beloofde hulp aan Libanon gebruiken als chantagemiddel om ‘hervormingen’ af te dwingen die het Franse kapitaal ten goede komen.
Frankrijk staat niet alleen bij deze manoeuvres. Libanon is altijd een kruispunt geweest van imperialistische en regionale machtsbelangen. Deze krachten van buitenaf hebben de machtsstrijd tussen concurrerende sektarische fracties aangewakkerd om hun eigen agenda te bevorderen in Libanon en het Midden-Oosten in het algemeen. Aangezien het Iraanse regime worstelt met zijn eigen enorme economische crisis, is het niet in de positie om aanzienlijke financiële steun te verlenen voor de wederopbouw van Libanon en om zo zijn invloed te doen gelden, zoals het dit bijvoorbeeld deed na de Israëlische oorlog tegen Hezbollah in 2006. De westerse imperialistische staten en de Soennitische Golfstaten hebben allemaal hun eigen agenda: ze hopen dat de woede in de straten van Beiroet in hun voordeel kan gebruikt worden door de steun voor Hezbollah en Iran te ondermijnen. “Sommigen van ons hopen dat we eindelijk kunnen profiteren van de situatie om de politieke elites daar wakker te schudden,” zei een Amerikaanse vertegenwoordiger aan de Wall Street Journal. In lijn met deze strategie bereidt de Amerikaanse regering zich voor om een nieuwe sanctieronde op te leggen aan Libanese politici en zakenlieden die banden hebben met Hezbollah.
Terwijl de protesterende massa’s in Libanon terecht Hezbollah ontmaskeren als een kracht die aan de kant van de corrupte elite staat, hebben ze ook niets te winnen bij de sinistere imperialistische berekeningen. Tenzij de revolutionaire beweging haar eigen onafhankelijke politieke uitdrukking opbouwt en de drievoudige plaag van kapitalistische uitbuiting, imperialistische inmenging en religieus sektarisme op gelijke wijze verwerpt, is het gevaar reëel dat de legitieme strijd van de werkenden, werkloze jongeren en de middenklasse van Libanon wordt misbruikt voor de machtsspelletjes van degenen die aan de top staan. Om te voorkomen dat het huidige politieke vacuüm wordt opgevuld door de uitkomst van een hernieuwde fractiestrijd tussen corrupte sektarische klieken en hun buitenlandse geldschieters, of door een nieuw kabinet van “deskundigen” die zijn geselecteerd voor hun volgzaamheid ten aanzien van het status-quo, zal de massabeweging zich moeten organiseren rond haar eigen politieke alternatief en de middelen opbouwen om dit alternatief op te leggen.
Bouwen aan een gezamenlijke strijd voor een socialistisch en democratisch Libanon
Een van de bepalende kenmerken van de ‘Oktoberrevolutie’ was het vermogen om de sektarische verdeeldheid te doorbreken en mensen van alle achtergronden in actie te brengen tegen alle sektarische vleugels van de heersende klasse – en tegen het sektarisme zelf. Dit laatste is echter een integraal onderdeel van het DNA van elke grote gevestigde politieke partij in Libanon, evenals van de oude gereedschapskist van het imperialisme om zijn zin te krijgen in de regio. Zowel om het klassenverzet te doorbreken als om de basis te leggen voor een uitgebreid systeem van patronage, heeft het sektarische machtsdelingssysteem decennialang een belangrijke rol gespeeld bij de plundering van de rijkdommen van het land door de kapitalistische elite. Dit betekent dat de strijd tegen het sektarisme en tegen het kapitalisme organisch met elkaar verbonden is of zal mislukken.
Hoog op de lijst van prioriteiten van deze strijd zou het opzetten van een niet-sektarische arbeidersklasse partij moeten staan, en de wederopbouw van een werkelijk militante vakbondsbeweging, onafhankelijk van alle sektarische pro-kapitalistische partijen. De officiële Algemene Confederatie van Libanese Arbeiders (de belangrijkste vakbondsconfederatie) heeft een proces van uitholling en ontaarding gezien door jaren van corruptie en infiltratie door sektarische stromannen, wat haar opvallende afwezigheid sinds het begin van de revolutionaire beweging vorig jaar verklaart.
De Libanese werkende bevolking en de armen hebben op de harde manier geleerd dat ze alleen op hun eigen initiatieven en kracht kunnen vertrouwen als ze iets gedaan willen krijgen. De ontploffing van vorige week in Beiroet heeft deze bittere waarheid nog eens onderstreept. In tegenstelling tot de hebzucht en de hardvochtige onbekwaamheid van de kapitalistische elite, waren de straten van de hoofdstad getuige van taferelen van spontane arbeiderssolidariteit en onbaatzuchtige opofferingen van buurtbewoners en vrijwilligers die de boel in handen nemen om het puin op te ruimen, hulp te organiseren voor mensen in nood. Ondertussen blijft de staat afwezig en zijn de functies van de staat beperkt tot hun eenvoudigste uitdrukking: het gebruik van grof geweld tegen de onderdrukten om de belangen van de heersende klasse te beschermen. Vandaar dat met traangas en rubberen kogels op de betogers werd geantwoord, of de bijna unanieme stemming in het parlement (met slechts één tegenstem) voor een ingrijpende noodtoestand die het leger meer repressieve bevoegdheden geeft. Deze antidemocratische stap toont aan dat de Libanese heersende klasse zich voorbereidt op de mogelijkheid van ernstigere revolutionaire uitbarstingen en het bevestigt het belang van een meer georganiseerde uitdrukking van de wijdverbreide woede in de samenleving. Dat is van vitaal belang en dringend noodzakelijk is om echte veranderingen te bewerkstelligen.
Op korte termijn zouden democratisch georganiseerde hulpcomités toezicht kunnen houden op de verdeling van de hulp in de wijken en ervoor kunnen zorgen dat de broodnodige materiële hulp niet wordt verduisterd door corrupte ambtenaren. Maar liefdadigheid en solidariteit onder de gewone Libanezen blijft beperkt als de economische middelen en de hefbomen van de staatsmacht in handen blijven van een handjevol parasieten die het hele land in handen hebben. Daarom is het net zo belangrijk om in alle sectoren, op alle werkplekken en in de lokale gemeenschappen actiecomités op te bouwen om een massale politieke strijd te structureren en voor te bereiden die erop gericht is de macht te onttrekken aan het kapitalisme, het systeem dat deze kleine minderheid in staat heeft gesteld om kolossale fortuinen te vergaren en tegelijkertijd honger, armoede, ziekte, vernietiging en onderdrukking te zaaien onder de rest van de bevolking.
De enorme staatsschuld, waarop de banksector in de loop der jaren enorme winsten heeft gemaakt, moet volledig worden afgewezen, samen met alle besparingsmaatregelen en het asociale beleid dat gerechtvaardigd wordt door de noodzaak om de overheidsschuld terug te betalen. Er moeten prijscontroles komen op voedsel, medische benodigdheden, bouwmateriaal en andere producten met een fundamentele noodzaak. Alle banken en financiële instellingen moeten in publieke handen worden gebracht – en hun boeken moeten openbaar worden gemaakt. De rijkdom van de miljonairs en miljardairs van Libanon, opgebouwd door corruptie, speculatie en financiële oplichterij, moet in beslag worden genomen en de economie moet democratisch worden gepland om in de behoeften van de meerderheid te voorzien: de armen en daklozen voeden en huisvesten, investeren in gezondheidszorg en openbare diensten, de ineenstortende infrastructuur van het land van boven naar beneden weer opbouwen … Als de revolutionaire arbeiders en jongeren van Libanon zich zouden wapenen met een dergelijk programma van socialistische eisen, zou hun strijd het potentieel hebben om snel een grote steun te verwerven en miljoenen mensen in de hele regio te inspireren om dit voorbeeld te volgen.
-
Groeiend ongenoegen over de hypocrisie van Netanyahu na tragedie in Libanon

Neen, dit is geen foto van de verwoestingen na de ontploffing van vorige week. Het is een foto van verwoestingen na een Israëlisch bombardement op Beiroet in 2006. Artikel door Yasha Marmer, Socialistische Strijdbeweging (ISA in Israël-Palestina)
“Beiroet zoals we kenden is weg en de mensen zullen niet in staat zijn om hun leven weer op te bouwen,” zei Amy, een van de bewoners van de stad aan persagentschap AP terwijl ze hielp om gebroken glas te ruimen op straat. Het aantal dodelijke slachtoffers is opgelopen tot 145 en er zijn nog heel wat vermisten onder het puin. Meer dan 5000 inwoners raakten gewond bij de explosie en de huizen van ongeveer 300.000 mensen zijn beschadigd of vernield.
De gouverneur van Beiroet, Marwan Abboud, zei in een interview met Sky News dat de ramp hem deed denken aan Hiroshima en dat hij nog nooit zo’n ernstige en wijdverbreide verwoesting had gezien. Hij voegde eraan toe dat de helft van Beiroet door de explosie werd geraakt. Volgens verschillende schattingen was de explosie het equivalent van tussen de 800 ton en 1 kiloton explosief. Ter vergelijking: de explosie in de haven van Tianjin in China in 2015 kwam overeen met 0,02 kiloton. De kracht van de atoomexplosie in Hiroshima 75 jaar geleden was 15 kiloton. Dit geeft een indicatie van de omvang van de ramp.
Niet alle details van de ramp zijn al duidelijk, maar de Libanese autoriteiten schatten dat de omvang van de explosie te wijten is aan de grote hoeveelheid ammoniumnitraat die sinds 2014 in de haven van Beiroet was opgeslagen nadat het in beslag was genomen. Nu is gebleken dat slechts een half jaar geleden Libanese functionarissen de locatie waar 2750 ton ammoniumnitraat was opgeslagen hebben gecontroleerd en waarschuwden dat het “heel Beiroet zou kunnen opblazen.”
Woede in Libanon
Het is niet verwonderlijk dat de schok en het verdriet in Libanon zich nu vertalen in woede tegen de nalatigheid en de politieke elite die er verantwoordelijk voor is. Er hebben al verschillende protesten plaatsgevonden op straat en voor het Libanese parlement in Beiroet, waar veiligheidstroepen traangas hebben afgevuurd op demonstranten. Woensdag hebben betogers in Zuid-Beiroet het konvooi van ex-president Saad Hariri, die eind oktober 2019 is afgetreden vanwege de massale opstand in Libanon, geconfronteerd.
Die massabeweging van arbeiders en jongeren brak uit tegen het corrupte politieke en economische systeem in het land, onder meer door de criminele nalatigheid rond infrastructuur, milieu en volksgezondheid. De opslag van zeer gevaarlijk materiaal in het hart van een dichtbevolkte stad ligt in het verlengde van een hele reeks scherpe sociale en milieucrises die Libanon de afgelopen jaren hebben getroffen, waaronder lange perioden waarin het afval niet werd opgehaald in Beiroet en problemen met de water- en elektriciteitsvoorziening.
Ook de Israëlische regeringen hebben in de loop der jaren ‘hun steentje bijgedragen’ aan de verschrikkingen van het leven in Libanon, een land dat is getroffen door armoede, crises en oorlogen. Beiroet is nooit volledig hersteld van de massamoorden – waaronder het bloedbad van Sabra en Shatila – de vernietiging en afbraak van de infrastructuur tijdens de invasie van het Israëlische leger in de jaren 1980 en de bombardementen en beschietingen van de oorlog met Israël in 2006.
In 2006 werden ongeveer 1.400 Libanese inwoners gedood tijdens de oorlog. Volgens UNICEF waren 30% van die slachtoffers jonger dan 13 jaar. Het wijdverbreide gebruik van witte fosfor en clusterbommen, wapens gericht op zoveel mogelijk vernieling, heeft langdurig schade aangericht. Velen zijn gedood door granaten die blijven ontploffen, zelfs in de jaren na de oorlog.
Netanyahu’s hypocrisie
In de eerste uren na de explosie in de haven van Beiroet waren Israëlische functionarissen vooral bezig met het ontkennen van elke betrokkenheid. Dat was nodig omdat het regime van Netanyahu Libanon blijft bedreigen met militaire aanvallen. De Israëlische luchtmacht heeft het Libanese luchtruim vele malen geschonden op weg naar haar beruchte bombardementen op Syrië.
In de afgelopen weken is de confrontatie tussen Israël en Hezbollah opnieuw geëscaleerd. Netanyahu en minister van Defensie Gantz dreigden de infrastructuur van Libanon te vernietigen als Hezbollah zich zou durven te wreken op de moord door Israël op een van zijn commandanten in Syrië vorige maand.
Dit is de context van het ‘aanbod’ van Netanyahu om humanitaire hulp te verlenen aan Libanon. Het motief daarvoor is public relations: Netanyahu’s regime wil de staat van dienst van het Israëlische regime in Libanon en tegen de Palestijnen vertroebelen. Bezalel Smotrich, het uiterst rechtse racistische lid van de Israëlische Knesset van de Yemina-partij, beschrijft de logica van het Israëlische regime goed, hoewel hij niet in de regering zit: “Als we hier politiek voordeel uit kunnen halen en we punten scoren op de internationale arena, dan is dat toch in ons belang – dan is dat prima. Maar moreel gezien zijn we niet verplicht om hulp te bieden aan een duidelijke vijandelijke staat.”
Het is niet verwonderlijk dat het aanbod van hulp door Netanyahu cynische reacties uitlokt en op sociale media wordt afgewezen door zo goed als alle Libanezen. Sommigen van hen zijn tweede of derde generatie Palestijnse vluchtelingen die tijdens de oorlog van 1948 en de Nakba-catastrofe zijn gedeporteerd of gevlucht.
Libanese vlag in Tel Aviv
Terwijl ze Netanyahu’s aanbod tot hulp steunen, hebben Smotrich en heel wat andere rechtse politici, zowel van de regering als van de kapitalistische oppositie, zich fel uitgesproken tegen de beslissing van de burgemeester van Tel Aviv om aan het stadhuis een Libanese vlag op te hangen. De zoon van Netanyahu twitterde dat “Libanon officieel een vijandelijke staat is. Het is een misdrijf om de vlag van de vijand te hijsen.” Hij riep op om geen gemeentebelasting meer te betalen in Tel Aviv.
De beslissing van burgemeester Ron Huldai is natuurlijk hypocriet: hij is een voormalige commandant van de Israëlische luchtmacht die zeker geen sympathie zou betuigen met de inwoners van Libanon of Gaza als die gebombardeerd worden door het Israëlische regime. Bovendien heeft zijn gemeentelijk beleid geleid tot gentrificatie en discriminatie van de Arabische-Palestijnen met een Israëlisch staatsburgerschap in Jaffa en van asielzoekers. Maar die rechtse elementen die hem aanvallen vrezen zelfs zo’n solidariteit. Ze zijn bezorgd dat een deel van de Israëlische samenleving weigert om de Libanezen als “vijanden” te zien.
Tegen de achtergrond van de groeiende politieke polarisatie in de Israëlische samenleving is de enorme Libanese vlag in het hart van Tel Aviv een ander symbool van protest tegen de rechtse regering geworden. Veel Israëliërs deelden het op de sociale media om hun solidariteit te betuigen, ondanks de nationalistische ophitsing tegen de Libanese massa. Dit is vooral van belang nu er sprake is van een groeiende maatschappelijke onvrede en betogingen tegen het bewind van Netanyahu.
Solidariteit van de gezondheidswerkers
Tegelijkertijd bieden een groot aantal grote openbare ziekenhuizen in Israël, ondanks de coronapandemie en het ernstige tekort aan middelen als gevolg van het besparingsbeleid van Netanyahu, medische hulp aan de Libanezen die door de explosie gewond zijn geraakt. Volgens de Israëlische media gaat een delegatie van artsen de komende dagen naar Cyprus om de behandeling van de gewonden uit Libanon te ondersteunen.
Medisch personeel in Israël, zowel Joods als Arabisch, en hun beroepsorganisaties en vakbonden hebben sinds het begin van de pandemie vaak kritiek geuit op het beleid van de regering en hebben zelfs protest- en stakingsacties ondernomen voor meer personeel, loon en uitrusting.
Deze organisaties hoeven niet te wachten tot de regering-Netanyahu en het ministerie van Defensie hen toestemming geven om de internationale hulpinspanningen te coördineren met hun collega’s en de arbeidersorganisaties in Cyprus en in andere landen.
Dit soort inspanningen zal niet alleen humanitair zijn. Het is een belangrijke politieke verklaring van klassensolidariteit tegenover het nationalistische cynisme en de hypocrisie van Netanyahu’s bewind. De betogingen in Israël tegen het vreselijke asociale beleid van Netanyahu moeten ook een principieel standpunt innemen in solidariteit met de protesten van de arbeiders en de armen in Libanon, in de bezette Palestijnse gebieden en in de rest van de regio, en voor een alternatief van socialistische maatschappijverandering en vrede.
-
Explosie in Beiroet. Solidariteit met de Libanese bevolking, de corrupte elite moet weg!

Foto: Wikimedia Reacties door Yassine Laabadi (Tayaar al’Amael al’Qaaedi, onze Tunesische zusterorganisatie) en de Socialistische Strijdbeweging (onze zusterorganisatie in Israël/Palestina).
Reactie door Yassine Laabadi van Tayaar al’Amael al’Qaaedi (ISA in Tunesië)
De enorme explosie in de Libanese hoofdstad Beiroet, in het hart van de haven, heeft veel mensen geschokt. Het resulteerde in een groot aantal slachtoffers. Op sociale media was er heel veel solidariteit vanuit de hele wereld, zeker nadat foto’s en cijfers bekend raakten over de omvang van de verwoesting, de honderden slachtoffers, de duizenden gewonden en de immense materiële schade. Heel wat huizen, handelszaken en kantoren werden hard geraakt. Meer dan 300.000 mensen werden dakloos door deze explosie.
Hoewel de precieze redenen voor de explosie nog steeds onduidelijk zijn, is het feit dat bijna 3.000 ton dodelijk ammoniumnitraat zes jaar lang onveilig is opgeslagen in een havenhangaar in de nabijheid van een drukke stad, ondanks de immense gevaren die het voor de bevolking van Beiroet met zich meebracht, symptomatisch voor hoe rot, corrupt en disfunctioneel de Libanese staat is geworden. Het toont ook aan hoe noodzakelijk en legitiem de revolutionaire strijd is die de jongeren en arbeiders van het land in oktober vorig jaar zijn begonnen.
De gebeurtenissen rond deze tragische explosie vinden inderdaad plaats in uitzonderlijke omstandigheden, aangezien Libanon sinds oktober vorig jaar een massale sociale beweging kent. Deze beweging eist dat er een einde komt aan het heersende systeem dat corruptie en sektarisme heeft gevoed, de armoede en de schuldenlast heeft vergroot en een handvol politieke dieven en bankiers heeft verrijkt terwijl het land failliet ging.
Enkele maanden geleden heeft de Libanese regering verklaard niet in staat te zijn haar schulden te betalen en is ze begonnen met een nieuwe besparingsronde. De Libanese heersende elite heeft geprobeerd de vastberadenheid van het Libanese volk te breken door middel van repressie en het aanwakkeren van meer sektarische strijd. Dit komt bovenop de grote verspreiding van het Coronavirus, dat op zijn beurt de economische crisis van het land dramatisch heeft verergerd.
Het is een dringende noodzaak om naast het Libanese volk te staan in deze nieuwe beproeving en onze internationale steun en solidariteit te betuigen. De haven van Beiroet, die goed is voor 70% van de handel van het land, is volledig verwoest. Dit geldt ook voor de graansilo’s, wat de mogelijkheid van een ernstige voedselcrisis op de agenda zet. De tekorten en de hoge prijzen van essentiële geneesmiddelen, levensmiddelen en andere levensnoodzakelijke producten, evenals de regelmatige stroom- en watertekorten waren al vóór deze tragedie ernstige problemen voor de armen, de werkenden en, in toenemende mate, de mensen uit de middenklasse van Libanon. Ze zullen er onvergelijkbaar veel slechter aan toe zijn.
Verschillende ziekenhuizen werden verwoest door de explosie en andere werden afgesloten, evenals grote delen van de stad, waardoor ze gedwongen waren om gewonden op straat en met rudimentaire middelen te behandelen. Veel van de gewonden in reanimatie-eenheden stierven als gevolg van de onderbreking van de elektriciteit. Veel dringende operaties worden nu op straat uitgevoerd met elektrische generatoren.
Tayaar al’Amael al’Qaaedi (Tunesische afdeling van de ISA) betuigt zijn solidariteit met het Libanese volk in deze benarde situatie en zijn onvoorwaardelijke steun voor de revolutionaire strijd.
Wij zeggen
- Wij steunen de oproepen van de bevolking, zowel in Tunesië als wereldwijd, om te eisen dat er een alomvattend, transparant en onafhankelijk onderzoek wordt ingesteld om de exacte omstandigheden van de explosie en de werkelijke oorzaken van deze tragedie vast te stellen, en om alle betrokkenen ter verantwoording te roepen.
- Wij vragen dat alle hulp wordt georganiseerd, gecontroleerd en verdeeld door het Libanese volk zelf, bijvoorbeeld door solidariteitscomités op te richten in alle getroffen wijken, om ervoor te zorgen dat de voorraden terechtkomen bij degenen die ze nodig hebben, in plaats van te worden gestuurd om de zakken van corrupte politici, bureaucraten en zakenlieden te vullen.
- Wij roepen op tot brede internationale solidariteit met de voortdurende strijd van de Libanese massa’s en tot volledige afwijzing van de schulden van Libanon.
- Wij eisen dat de banken en bouwbedrijven onmiddellijk onder publieke eigendom en democratische controle worden geplaatst om te voorkomen dat er tijdens het wederopbouwproces winst wordt gemaakt op de rug van de slachtoffers.
- Wij steunen de opbouw van politieke instrumenten van arbeiders en jongeren in Libanon, net als in de rest van de wereld, om te strijden voor een socialistisch alternatief als het noodzakelijke antwoord op een wereld van oorlogen, uitbuiting, verwoesting en epidemieën.
Solidariteit met de Libanese massa’s
Verklaring van de Socialistische Strijdbeweging (ISA in Israël/Palestina)
Solidariteit met de honderden gezinnen die dierbaren hebben verloren in de enorme explosie die plaatsvond, met de duizenden gewonden en met ongeveer een kwart miljoen inwoners waarvan de huizen door de explosie zijn beschadigd of vernield.
De kracht van de explosie in de haven van Beiroet komt overeen met een aardbeving van 3,5 op de schaal van Richter, maar het is geen natuurramp die niet voorkomen kon worden. De details zijn nog niet opgehelderd, maar de Libanese autoriteiten schatten dat de intensiteit van de explosie verband houdt met een grote hoeveelheid ammoniumnitraat, die gedurende enkele jaren in de haven van Beiroet is opgeslagen.
Sinds september 2019 zijn jonge werkenden in Libanon massaal gaan protesteren tegen het corrupte politiek-economische systeem in het land, onder meer tegen de criminele verwaarlozing van de infrastructuur, het milieu en de volksgezondheid. Het opslaan van bijzonder gevaarlijke materialen in het hart van een dichtbevolkte stad ligt in de lijn van de ernstige sociale en ecologische crisissen die Libanon de laatste jaren troffen. Zo waren er lange periodes dat het afval in Beiroet niet werd opgehaald. Er zijn de stroomonderbrekingen en tal van andere problemen.
Ook de Israëlische regeringen hebben in de loop der jaren ‘hun steentje bijgedragen’ met bombardementen en beschietingen op Libanese bodem. Zo veroorzaakte de beschieting van een elektriciteitscentrale aan de rand van Beiroet tijdens de oorlog in 2006 het grootste olielek in de geschiedenis van het Middellandse Zeegebied – een ecologische ramp waarvan de gevolgen tot op de dag van vandaag in Libanon voelbaar zijn.
Tegelijkertijd herinnert de ramp in Beiroet opnieuw aan de gevaarlijke chemicaliën die in de baai van Haifa zijn opgeslagen, wat illustreert hoe gevaarlijk het beleid van het Netanyahu-regime en de Israëlische autoriteiten is.
Het regime van Netanyahu, dat doorgaat met zijn avonturistische beleid van militaire aanvallen in Syrië, vaak uitgevoerd vanuit het Libanese luchtruim, heeft op hypocriete wijze humanitaire hulp geboden. Het motief voor deze stap is niet ernstig. Het doel is om deze vreselijke ramp aan te grijpen om voet aan de grond te krijgen in de geopolitieke strijd op Libanese bodem.
Nee tegen de hypocrisie van het Netanyahu-regime! Ja aan de solidariteit van de arbeidersorganisaties in Israël met de massa’s in Libanon. De werkenden moeten hun solidariteit onafhankelijk van het Netanyahu-regime organiseren in nauwe samenwerking met arbeidersorganisaties uit de rest van de wereld.
-
Libanon. Opstand van de hongerigen gaat ook tijdens Covid-19 crisis door

De lockdowns in een groot deel van de wereld maakten een einde aan de golf van massale straatprotesten in landen als Irak, Algerije, Chili, Frankrijk en Hongkong in 2019. Libanon lijkt het eerste land te zijn waar het protest opnieuw op straat komt.
Door Christian (Leuven)
De lockdown van Libanon midden maart maakte een einde aan de golf van protest sinds 17 oktober 2019. Dat protest was aanvankelijk gericht tegen een reeks nieuwe belastingen die onderdeel waren van een ongekend besparingsprogramma. Maar het groeide al snel uit tot een veel algemener protest tegen de gevolgen van jaren van neoliberaal beleid. Op het hoogtepunt betoogden bijna twee miljoen mensen, zowat een derde van de bevolking. Het massaprotest oversteeg sectaire verdeeldheid.
Naarmate het protest vorderde, werden de eisen van de betogers radicaler. Zo werd het aftreden van de regering geëist en het einde van het sectaire politieke stelsel in het land. De premier moest aftreden. De sociale eisen omvatten een progressief belastingsysteem, sociale zekerheid en massale investeringen in de water- en elektriciteitsnetwerken. Jongeren, waaronder veel vrouwen, speelden een cruciale rol in het behoud van de dynamiek van de protesten. De beweging werd echter ondermijnd door het gebrek aan democratische structuren en leiderschap, mee veroorzaakt door de afwezigheid van onafhankelijke arbeidersorganisaties.
De economische context
Libanon is sterk afhankelijk van import. Tachtig procent van het voedselaanbod en bijna negentig procent van de consumptiegoederen worden in het buitenland gekocht. Het economische model van het land is eerder gebaseerd op consumptie dan op productie. In 2017 was de dienstensector goed voor vier vijfde van het BBP. Het geld dat Libanezen die in het buitenland werken naar huis opsturen, is van cruciaal belang voor de economie en is goed voor 12,7% van het BBP, het achttiende hoogste cijfer ter wereld. Aangezien de meeste geldovermakingen van migranten afkomstig zijn uit de Golfstaten, zijn zij sterk afhankelijk van oliedollars. De dalende olieprijzen leidden eerder tot een stagnatie, de recente ineenstorting van de olieprijzen zal deze bron van inkomsten in Libanon verder doen opdrogen.
Naast het bijzonder corrupte en sectaire politieke systeem van Libanon hebben geopolitieke factoren, zoals de acht jaar durende burgeroorlog in buurland Syrië, een breuk met Saoedi-Arabië in 2017 en de Amerikaanse sancties tegen Iran, de ondergang van de economie van het land nog verergerd. De afgelopen tien jaar kende Libanon een gemiddeld groeipercentage van slechts 0,3%. Dit laatste cijfer moet natuurlijk worden gezien in de context van de trage wereldwijde groei sinds de crisis van 2008-2009.
Economische crisis verscherpt
Al in november 2019 voorspelde de Wereldbank dat het aantal mensen dat in armoede leeft zou stijgen van 30 tot 50% in 2020. In het begin van het jaar bedroeg de werkloosheid volgens de president van Libanon 46%. In totaal verdienden twee derden van de werkenden een laag loon. Dit was voordat de lockdown de situatie nog verder verergerde.
Libanon heeft het hoogste percentage vluchtelingen per hoofd van de bevolking ter wereld, waarbij alleen al de Syrische vluchtelingen een kwart van de 5,9 miljoen inwoners van het land uitmaken. Een ongelooflijke 97% van de vluchtelingen werkt in de informele sector, die goed is voor 55% van de Libanese economie. Dit brengt hen in het grootste gevaar voor het virus en de honger.
Ondanks de beperkingen op het opnemen van geld, viel het totale bedrag op alle bankrekeningen in het land in de eerste twee maanden van dit jaar met 5,7 miljard dollar terug, aldus de premier. Veel van dit geld zal waarschijnlijk het land hebben verlaten. Een veel kleiner deel is door mensen thuis verstopt. Hoewel de regering in maart verdere dollaropnames en overschrijvingen naar het buitenland heeft geblokkeerd, klaagt de premier dat de kapitaalvlucht nog steeds doorgaat. Kleine spaarders hebben praktisch geen toegang meer tot het geld dat ze in dollars hadden, terwijl Lira-bedragen verdampen door de inflatie. De rijken zijn ondertussen nog steeds in staat om hun fortuin naar het buitenland over te maken. Het zijn deze kapitaalcontroles en het gevoel van onrechtvaardigheid dat inherent is aan de situatie die de boosheid op de banken heeft aangewakkerd.
Met een nationale schuldenberg, die momenteel 170% van het BBP bedraagt – een van de hoogste ter wereld, is de Libanese regering op 9 maart in gebreke gebleven op een euro-obligatie van 1,2 miljard dollar. Dit was de allereerste ‘soevereine wanbetaling’ van Libanon. Momenteel voorspelt het IMF dat de economie in 2020 met 12% zal krimpen, na een krimp van 6,5% in 2019. De pandemie en de daarmee gepaard gaande lockdown hebben de al zeer penibele situatie alleen maar verergerd.
De afgelopen maanden heeft de Lira in feite twee derden van zijn waarde verloren. Officieel is hij gekoppeld aan de Amerikaanse dollar tegen een koers van 1.507 tegen één. Op de parallelle valutamarkt wordt de munt nu echter verhandeld tegen een koers van 4.300 tegen één. Dit heeft geleid tot een prijsexplosie in een tijd waarin grote delen van de bevolking, in het bijzonder mensen in de informele of seizoensgebonden sectoren, van een inkomen zijn beroofd als gevolg van de lockdown.
De lockdown
De regering heeft op 15 maart een landelijke lockdown afgekondigd. Veiligheidstroepen werden in de straten gestuurd om te patrouilleren en er werd een avondklok ingesteld.
Het was verboden om in groepen te verzamelen en niet-essentiële commerciële bedrijven werden gesloten. De belofte van de regering om de armste gezinnen te helpen werd niet nagekomen. Er werden ook geen maatregelen genomen om de huurders te beschermen tegen uitzetting. De enige maatregel die de regering nam, was het verlengen van de vervaldatum voor belastingen en energierekeningen. Het werd aan vrijwilligers overgelaten om met behulp van donaties hulp te verlenen.
Hoewel de officiële tol van Covid-19 relatief laag blijft, met 845 besmette personen en 26 doden op 10 mei, zal de werkelijke verspreiding van het virus waarschijnlijk aanzienlijk hoger zijn door een schaarste aan tests, vooral onder vluchtelingen.
Tekenen van wanhoop doken al vroeg in de lockdown op. Eind maart ging een bericht op sociale media viraal: het was een beeld van een werkloze bouwvakker die aanbood zijn nier te verkopen om te voorkomen dat zijn familie op straat zou belanden. Er zijn ook verschillende pogingen tot zelfverbranding gemeld. In de laatste week van april schatte de regering dat 75% van de bevolking hulp nodig had, waaronder voedselhulp. Onder de vluchtelingen wordt het cijfer geschat op maar liefst 90%. Hoewel de lockdown is versoepeld en sommige winkels op 23 april opnieuw openden, is het bevel om thuis te blijven verlengd tot 10 mei.
Terugkeer van het protest
De eerste heropleving van het protest was er op 21 april. Toen trokken betogers in grote autokonvooien door het land, waarbij de auto’s getooid waren met een Libanese vlag. Een dergelijk protest in Beiroet was gericht op een bijeenkomst van parlementsleden. Deze acties hadden de neiging vrij groot te zijn met af en toe de deelname van hele families, inclusief kinderen. Soms waren deze protesten feestelijk van aard, met inbegrip van zelfgemaakte borden en de nationale vlag.
Deze protesten, die de regels voor sociale afstand respecteerden, waren tamelijk braaf in vergelijking met de protesten die in Tripoli, de op één na grootste stad van Libanon, uitbarstten in de nacht van zondag 26 april. Dit was het eerste protest dat de avondklok echt aanvocht. Voorlopig gaat het om relatief kleine acties, met honderden deelnemers in plaats van duizenden. Dit is begrijpelijk te midden van een pandemie en een lockdown. De mensen die op straat leven zijn degenen die wanhopig en/of geradicaliseerd genoeg zijn om het risico van infectie en staatsrepressie te lopen. De deelnemers waren vooral jonge mannen en vrouwen die met behulp van stenen en molotovcocktails de confrontatie met de veiligheidstroepen aangingen. Deze laatste maakten gebruik van traangas en rubberen kogels, en in sommige gevallen ook van scherpe munitie. Een 26-jarige man is gedood. In sommige gevallen werd de steun van bredere lagen van de bevolking voor de jonge betogers geuit door vanuit de huizen met potten en pannen lawaai te maken.
Honger is een terugkerend thema onder de betogers. Toch blijven ze ook het aftreden van de regering eisen. Naast het corrupte en sectaire politieke systeem worden de banken gezien als verantwoordelijk voor de crisis. Het veelgelezen dagblad “L’Orient le Jour” citeerde een betoger: “Ons protest is niet sectair, het is een klassenstrijd tegen het feit dat het Libanese volk verpletterd wordt door de armoede. Het is gericht tegen het banksysteem dat verantwoordelijk is voor de verslechtering van de economische situatie.” Toen de betogingen zich op de tweede opeenvolgende protestnacht verspreidden naar andere steden werden vijftien Libanese banken het doelwit van brandstichting en vandalisme.
Te midden van dit alles hebben de premier Hassan Diab en het hoofd van de Centrale Bank, die de functie sinds 1993 bekleedt, beschuldigingen geuit over wie verantwoordelijk is voor de economische crisis. In de ogen van brede lagen van de bevolking zijn het ongetwijfeld zowel de regering als de banken die alle geloofwaardigheid hebben verloren. De legerleiding geeft ondertussen “infiltranten” de schuld van het geweld.
Na vier dagen van gewelddadige confrontaties tussen betogers en veiligheidstroepen werd de regering gedwongen een economisch reddingsplan aan te nemen. De regering hoopt een lening van 10 miljard dollar te krijgen van het IMF, naast de vrijmaking van 11 miljard dollar die in 2018 is toegezegd. Dit zal echter niet gebeuren voordat er grote politieke en economische hervormingen en maatregelen tegen corruptie zijn doorgevoerd. Geschat wordt dat Libanon ten minste 80 miljard dollar nodig heeft om uit de benarde situatie te geraken. Dergelijke middelen zullen niet gemakkelijk te vinden zijn, vooral niet tijdens een diepe economische wereldcrisis.
De door het IMF geëiste hervormingen zullen de arbeidersklasse en de onderdrukten natuurlijk niet bevoordelen. Een voorbeeld hiervan is dat de reddingsplannen voorzien in een devaluatie van de Lira naar een koers van 3.500 dollar, wat de reële waarde ervan beter zal weerspiegelen, maar ook de recente prijsstijgingen zal consolideren. Juist deze prijsstijgingen zijn voor een groot deel van de bevolking een kwestie van leven en dood geworden. Het onvermogen van het politieke en economische systeem om de meest elementaire behoeften van de massa’s op korte termijn te verzekeren, is een recept voor de voortzetting en de groei van de protesten.
Een teken van wat komt?
Hoewel het Libanese protest specifiek is, onder meer omdat de economie van Libanon vorig jaar al een ernstige crisis heeft doorgemaakt, zijn de acties momenteel wellicht een voorbode van wat ook elders zal gebeuren. Voor het uitbreken van de pandemie werd er al een ernstige wereldwijde economische crisis verwacht. De ontwikkelingen in Libanon lopen wellicht slechts een beetje vooruit op de algemene trend, en er zijn al honderden betogers op straat verschenen in het naburige Irak.
De pandemie en de maatregelen die zijn genomen om de pandemie in te dammen, leggen in Libanon, net als elders, alle bestaande tegenstrijdigheden bloot. De wereld is uit de crisis van 2008-2009 gekomen met een enorme toename van de schuldenlast. De schulden zullen met de huidige crisis nog verder oplopen. Ook de kwestie van de kapitaalvlucht, een belangrijk ingrediënt van het Libanese drama, wordt in de hele neokoloniale wereld scherp in de verf gezet. Tot nu toe is de kapitaalvlucht uit ‘opkomende economieën’ al vier keer zo groot als in de crisis van 2008-2009. Bovendien is de Libanese staat bij lange na niet de enige die mogelijk failliet zal gaan.
Terwijl de algemene wereldwijde tendens in de volgende periode er één is van deflatie, als gevolg van de daling van de vraag in onder meer sectoren als het toerisme en de dienstensector, kunnen in landen als Libanon, als gevolg van valutadevaluaties, inflatie en zelfs hyperinflatie de ontevredenheid dramatisch aanwakkeren.
Naast Libanon zullen de economieën van landen als Jordanië en Egypte waarschijnlijk ook te lijden hebben onder een daling van geld dat vanuit de Golfstaten wordt teruggestuurd. Het probleem gaat veel verder dan de beschikbaarheid van oliedollars. Aangezien migrerende werknemers doorgaans kwetsbaarder zijn voor het verlies van werkgelegenheid of lonen, zal een daling van dergelijke financiële steun een wereldwijd probleem zijn. De Wereldbank voorspelt een daling van 19,7% in de stortingen naar lage- en middeninkomenslanden in 2020, de scherpste daling in de recente geschiedenis.
Libanon is ook verre van uitzonderlijk als het gaat om de economische kwetsbaarheid van zijn bevolking voor lockdownmaatregelen. De Internationale Arbeidsorganisatie meldde in 2018 dat twee miljard mensen, oftewel 61% van de werkende bevolking wereldwijd, in de informele economie werken. Zelfs in de formele economie zijn jobs vaak onzeker en zijn werkloosheidsuitkeringen verre van gegarandeerd. Het deed de Verenigde Naties waarschuwen dat hongersnood van “bijbelse proporties” ertoe kan leiden dat honderden miljoenen mensen binnenkort in opstand komen tegen het schrikbeeld van de honger.
Politieke taken
Het is dringend noodzakelijk om onafhankelijke organisaties van de arbeidersklasse op te bouwen, waaronder onafhankelijke, strijdbare vakbonden, zodat de arbeidersklasse de leidende rol in de beweging op zich kan nemen. Dit is van cruciaal belang om te voorkomen dat er opnieuw sectaire verdeeldheid onder de massa’s ontstaat.
De arbeidersklasse heeft ook een eigen politieke organisatie nodig, met een revolutionaire socialistische visie. De rampzalige situatie in Libanon toont aan dat hervorming van het huidige systeem geen optie is. Er is zelfs geen ruimte meer voor beperkte sociale vooruitgang.
Werkende mensen en de onderdrukte massa’s moeten zich organiseren op hun werkplek en in hun buurt. Democratisch gekozen comités die op deze basis zijn gevormd, zijn nodig om ervoor te zorgen dat de basisbehoeften van de mensen, zoals voedsel en gezondheid, worden vervuld en om de prijzen te beheersen.
All middelen en het werk moeten daartoe worden georganiseerd.
De coördinatie van deze comités zou de basis kunnen vormen voor een revolutionaire grondwetgevende vergadering die het huidige sectaire en corrupte politieke systeem moet vervangen en de banken, natuurlijke grondstoffen en productiemiddelen overneemt als onderdeel van een democratisch geleide planeconomie, een socialistische economie, zodat in de behoeften van de gewone mensen wordt voorzien.
Zowel de economische crisis als de pandemie zijn mondiaal, ze vragen om een internationaal antwoord. De arbeidersklasse en de onderdrukten in Libanon zouden ongetwijfeld een enorme solidariteit krijgen als ze daartoe een oproep doen aan hun broeders en zusters in het Midden-Oosten en de rest van de wereld. Dat is belangrijk: een oplossing van de economische problemen is niet mogelijk als enkel Libanon een geplande economie zou kennen. Het is dan ook van cruciaal belang dat er banden worden gesmeed met de arbeidersbeweging in de hele regio, zodat een socialistisch Libanon deel kan uitmaken van een bredere democratische socialistische federatie van het Midden-Oosten.
-
Libanon in opstand: massa’s komen verenigd op straat
Bijna een maand al schudt de opstand van 17 oktober Libanon door elkaar. Deze beweging is spontaan in alle lagen van de bevolking ontstaan na een reeks bijkomende belastingen, waaronder een taks op het gebruik van WhatsApp voor gratis communicatie.
Door Ammar (Brussel)
Een religieus-sectair politiek regime
Sinds het einde van de burgeroorlog in 1990 wordt Libanon geregeerd door partijen die sterk betrokken waren bij de burgeroorlog. De leiders van de meeste partijen zijn voormalige krijgsheren, of hun zonen. Het enige fundamentele onderscheid tussen de verschillende partijen zit in de religieuze basis waarop ze gebouwd zijn. Dit wordt ondersteund door de Libanese grondwet, die de scheiding der machten en het Libanese politieke regime baseert op religieus communitarisme. Het aantal zetels in de parlementen dat aan elke religieuze gemeenschap wordt toegekend, ligt vast. Sleutelposities van de autoriteiten zijn verdeeld over de verschillende gemeenschappen (de president van de republiek is een maronitische christen, de parlementsvoorzitter is een sjiitische moslim en de eerste minister is een soennitische moslim). Deze verdeling is bedoeld om spanningen tussen de gemeenschappen te verminderen, maar in werkelijkheid is het een toepassing van het beruchte verdeel-en-heersprincipe ten voordele van de elite.
De opstand van 17 oktober is de eerste beweging in de hedendaagse Libanese geschiedenis die deze politieke opdeling tussen gemeenschappen ondermijnt. Er waren in het verleden verschillende bewegingen tegen de regering, maar deze waren vaak erg gedeeltelijk en communautair bepaald. Voor het eerst lopen maronitische christenen, orthodoxen, soennitische moslims, sjiieten en druzen hand in hand door de straten tegen een gemeenschappelijke vijand: de regering en al haar corrupte bondgenoten.
Een volk onder druk, een losgekoppelde elite
Deze ontwikkeling is het resultaat van tientallen jaren neoliberaal beleid en besparingen die leiden tot een gebrek aan middelen voor openbare diensten, terwijl de belastingdruk voor de armste lagen erg hoog blijft. Omwille van het onvermogen om een regeringscoalitie te vormen, zijn de verschillende partijen al enkele jaren vertegenwoordigd in een soort van ‘regering van nationale eenheid’ onder leiding van Saad Hariri. Sinds de economische crisis van 2008, die Libanon hard trof, en de politieke crisis met Saoedi-Arabië in 2017, zijn de inkomsten van de staat fors gedaald. Dit heeft de corrupte regering ertoe aangezet om de belastingen te verhogen en de uitgaven te verminderen, zodat er steeds een financiële marge overbleef voor de persoonlijke belangen. Zo kondigde de regering in 2019 op enkele maanden tijd verschillende harde besparingen aan om het overheidstekort terug te dringen: van een verhoging van de accijnzen op tabak tot de beruchte WhatsApp-belasting. Dit waren druppels die de emmer deden overlopen.
Op donderdag 17 oktober trokken duizenden mensen de straat op tegen deze nieuwe belasting. Hun aantal liep snel op tot bijna 2 miljoen mensen. En dit in een land met minder dan 6 miljoen inwoners (waarvan dan nog eens een groot deel Syrische en Palestijnse vluchtelingen)!
De regering reageerde zeer snel door de aangekondigde belastingen in te trekken, maar de lont was aangestoken. En de beweging had al radicalere eisen aangenomen, namelijk het volledig aftreden van de regering en het einde van het bestaande communautaire politieke systeem in Libanon.
Sindsdien heeft de premier ontslag genomen en de religieuze leiders van de verschillende gemeenschappen riepen meteen op tot de vorming van een nieuwe regering. Dit laat zien hoezeer de elites de beweging proberen te kalmeren door op sommige eisen te reageren, maar tevergeefs. Want de opstand van 17 oktober heeft ook veel maatschappelijke eisen: een progressief belastingstelsel, sociale zekerheid, massale investeringen in de water- en elektriciteitsnetwerken. Het hele land heeft vandaag nog steeds te kampen met frequente stroomuitval door een gebrek aan investeringen in infrastructuur. Wie het zich kan permitteren koopt een oliegenerator om bij stroomuitval over elektriciteit te beschikken, maar de armsten moeten het vaak enkele uren per dag zonder elektriciteit stellen.
Jongeren en vrouwen vooraan in het protest
Veel analisten dachten dat de protesten na enkele weken wel zouden uitdoven. Dat was buiten de jongeren gerekend die een nieuwe adem geven aan de protestbeweging.
De afgelopen week hebben veel schoolkinderen (middelbare scholieren en kinderen) geweigerd om naar school te gaan, terwijl de scholen werden heropend, om de straat op te gaan en zich bij de beweging aan te sluiten. In alle grote steden van het land vonden jongerenbetogingen plaats.
In een land waar 41% van de bevolking jonger is dan 25 jaar en waar meer dan 35% van de 18-25 jarigen werkloos is (volgens officiële cijfers, maar de realiteit is veel erger), zijn jongeren een belangrijke kracht. Ze staan net als vrouwen vooraan in de strijd.
Het maakt dat er in het hele land belangrijke eisen zijn voor een aanzienlijke verbetering van de vrouwenrechten, zelfs in de meest religieuze regio’s. Volgens de Wereldbank hebben vrouwen in Libanon slechts 60% van de rechten van een man. Zo is het vrouwen verboden kinderbijslag te ontvangen, tenzij de echtgenoot overleden is of niet in staat om te werken. Ook vandaag is het in Libanon nog steeds legaal om met een kind onder de 16 jaar te trouwen, mits de ouders ermee instemmen. Dergelijke wetten worden nu ter discussie gesteld en vrouwen vragen terecht om een nieuw burgerlijk wetboek waarin ze gelijk zijn aan mannen.
Perspectieven voor de beweging
Deze massale beweging is echt een primeur in de geschiedenis van het land. We moeten er blij mee zijn, maar moeten ons ook bewust zijn van zwakke punten. Om meer overwinningen te behalen en naar echte verandering toe te werken, moet de beweging zichzelf structureren en organiseren op de werkplekken, daar ligt immers de economische macht. Maar Libanon is nog steeds een ontluikend land als het gaat om sociale beweging en arbeidersstrijd. Zo is minder dan 8% van de Libanese werkenden lid van een vakbond. De weinige vakbonden in Libanon zijn meestal ineffectief in termen van strijd en werken samen met de regerende politieke partijen. Er bestaat tot op heden geen enkele onafhankelijke arbeidersorganisatie in Libanon.
De Communistische Partij van Libanon (CPL), erfgenaam van het stalinisme, beschouwt Hezbollah sinds de val van de Sovjet-Unie als een bondgenoot vanwege haar anti-Amerikaanse en antizionistische politiek. De alliantie met zo’n regerende partij, die evenveel als andere partijen profiteert van het systeem, wordt niet begrepen door de bevolking, ondanks de zeer recente en radicale verandering in haar positie.
Het gebrek aan leiding is een ernstig probleem voor deze opstand. Dit komt ook tot uiting in de belangrijkste eisen van de beweging, namelijk het vestigen van een overgangsregering van onafhankelijke experts. Deze eis is begrijpelijk onder een deel van de bevolking dat zoekt naar een alternatief, maar een dergelijke regering heeft grote beperkingen.
Zelfs indien zo’n regering in eerste instantie wat schuchtere sociale vooruitgang kan toestaan om de situatie tot rust te brengen, zou ze uiteindelijk met de economische elite van het land samenwerken. De bevolking zou nog steeds niet over de nodige openbare diensten beschikken.
Op dezelfde manier zou buitenlandse inmenging alleen de imperialistische belangen van deze macht dienen, of dat nu op regionaal niveau is, met Saoedi-Arabië of Iran, of met imperialistische wereldmachten zoals de VS of Rusland.
De Libanezen moeten begrijpen dat alleen zij hun toekomst in eigen hand kunnen nemen. Door deze macht in handen te geven van een minderheid, hoe seculier en apolitiek ook, zouden de reeds bestaande problemen alleen maar worden uitgesteld. Een van de eisen van de beweging zou de oprichting van een revolutionaire grondwetgevende vergadering kunnen zijn om een grondwet op te stellen die werkelijk tegemoetkomt aan de behoeften van de onderdrukte arbeiders en de massa’s en die de onmiddellijke nationalisatie eist van de grootste private bedrijven die essentieel zijn voor het economisch functioneren en die nu slechts een handvol mensen ten goede komen.
Een eerste stap in deze richting zou de organisatie van bijeenkomsten en coördinatiecomités op de werkvloer en in de wijken kunnen zijn om een eisenpakket te ontwikkelen en acties te organiseren. Deze democratische organisatie zou de eenheid van de onderdrukten en de arbeiders kunnen consolideren en de basis kunnen leggen voor nieuwe massaorganisaties om hun belangen te verdedigen. Dit zou een ideale manier zijn om alle pogingen om de beweging te verdelen of met loze beloftes in slaap te sussen, te dwarsbomen en de strijd op te bouwen naar een echte volksregering, dat wil zeggen een antikapitalistische en socialistische regering die ervoor zorgt dat de productiemiddelen van de samenleving in handen van de onderdrukte arbeiders en de massa’s komen om de economie te plannen in het belang van de meerderheid en niet langer in het belang van de economische en politieke elite.
-
Solidariteitsactie met de massale opstand in Libanon
Afgelopen zaterdag kwamen bijna 300 mensen bijeen aan het Centraal Station in Brussel om de huidige massale opstand in Libanon te steunen. De Libanese mobilisaties die meer dan 10 dagen geleden begonnen, volgen op decennia van neoliberale politiek in het land. De politieke partijen die sinds het einde van de burgeroorlog in 1990 aan de macht zijn, hebben een sektarisch klimaat in stand gehouden, ondersteund door de Libanese grondwet, om het oude adagium van “verdeel en heers” toe te passen.
Door Ammar (Brussel)
Na de wereldwijde economische crisis en de politieke crisis tussen Libanon en Saoedi-Arabië eind 2017, werd de instroom van financiële middelen in het land steeds schaarser. Corrupte politici vonden toen alleen maar een manier om zichzelf te blijven verrijken door de belastingen op de mensen aanzienlijk te verhogen. Na de zoveelste belastingverhoging is het Libanese volk in opstand gekomen.Dit is de eerste keer in de hedendaagse geschiedenis van Libanon dat een dergelijke beweging wordt waargenomen: het is een beweging die zich bevrijdt van de religieuze barrières die de leiders van het land sinds de onafhankelijkheid proberen te handhaven.
Deze beweging eist het volledige aftreden van de regering en het einde van de huidige politieke klasse. Het vereist ook een nieuw politiek systeem dat niet langer gebaseerd is op religieus sektarisme. Dit gaat gepaard met tal van economische en sociale eisen: verbetering van de water- en elektriciteitsinfrastructuur in het hele land, een billijker progressief belastingstelsel, ziektekostenverzekeringen, enz. Al deze eisen komen rechtstreeks van de beweging die zich niet voor de kar van een gevestigde partij uit het establishment laat spannen. De demonstranten schreeuwen ook regelmatig “sawra, sawra sawra” of schrijven het op hun borden, wat een oproep tot revolutie is.
Het is ook zeer interessant om te zien dat vrouwen een belangrijke plaats innemen in deze beweging, wat tot uiting komt in veel van de eisen van de beweging, zoals de burgerlijke staat en gelijke rechten voor vrouwen en mannen.
Deze eisen hebben weerklank gevonden in Brussel en andere steden in de wereld. LSP ondersteunt deze opstand en de vele andere die momenteel wereldwijd plaatsvinden, zoals in Chili, met de ambitie om hun heersende klasse omver te werpen en een rechtvaardigere samenleving te creëren.

-
“Privatisering afvalbeleid stinkt”. Massaprotest in Libanon
Interview met een linkse socialist uit Libanon
Libanon staat hier bekend als een land met tal van sectaire tegenstellingen en een immens vluchtelingenprobleem als gevolg van de oorlog in Syrië. Het land kent momenteel een grote beweging van protest tegen het afvalprobleem. De regering slaagde er niet in om een nieuw contract voor de afvalophaling te sluiten, waardoor het afval zich ophoopt. De bevolking aanvaardt dit niet en protesteert. We spraken hierover met Tamer Mahdi, een lid van het CWI (de internationale organisatie waartoe LSP behoort) in Libanon.Wat is er aan de hand in Libanon?
“De protestacties van de afgelopen dagen ontstonden naar aanleiding van het afvalbeleid. Een maand geleden liep het contract met het privaat bedrijf dat voor de afvalophaling instond af. Sinsdien sloot de regering geen nieuw contract en probeerden verschillende delen van de heersende elite het nieuwe contract naar verschillende bedrijven te trekken.
“Het wijst op de nauwe samenwerking tussen de gevestigde bedrijven en de belangen van de grote bedrijven. De onderliggende corruptie ligt nu open en bloot op straat. De bevolking lijdt hier het hardste onder. In de hoofdstad Beiroet en elders werd het afval al wekenlang niet meer opgehaald. Op de straten liggen er heuse afvalbergen.
“Vorige week werd een campagne opgestart op Facebook onder de naam “Je stinkt”. Daarmee werd het verband gelegd tussen de afvalcrisis en het ‘politieke afval’ in de regering. Er werd opgeroepen tot straatprotest. Velen zagen in deze acties een kans om hun protest te uiten, niet alleen rond de kwestie van het afval maar rond alles.“Vorige zaterdag, 22 augustus, was er een oproep voor een algemene protestactie in Beiroet voor het parlement en het kantoor van de premier. De opkomst was overweldigend met meer dan tienduizend aanwezigen. Er waren gezinnen, jongeren, werkenden, wekrlozen, … Maar een uur na het begin van de actie begon het leger gewelddadig te reageren. Betogers werden geslagen, de loop van machinegeweren werd als stok gebruikt, er werd in de lucht geschoten om mensen weg te jagen. Nochtans ging het om een vreedzaam protest, er waren geen plannen voor geweld of rellen.
“Na deze repressieve aanpak vertrokken de meeste gezinnen met jonge kinderen. Er bleven enkele honderden, misschien duizend, mensen op het plein. De politie en het leger probeerden hen weg te jagen, ze gebruikten daarbij rubberkogels. De mensen riepen: ‘We gaan niet weg’. De confrontaties bleven aanhouden tot rond 2 uur ’s nachts. Zowat 40 betogers warden opgepakt, er vielen meer dan 50 gewonden.”
Wat was de impact hiervan op de beweging?
“De organisatoren wisten niet waar ze het hadden. De repressie kwam onverwacht waardoor ze er niet op voorbereid waren. Er was ook geen communicatie met de betogers over hoe met de repressie om te gaan.
“Zondagochtend werd opgeroepen tot een nieuwe betoging, ook tegen het geweld van de dag ervoor. Rond 11u begonnen mensen te verzamelen. De actie ging de hele dag door. Maar dan kwam er plots een groepje jongeren dat bekend staat al seen knokploeg van een sjiietische sectaire groep om het protest te infiltreren en te saboteren. Ze gooiden met stenen en lokten een confrontatie met de politie uit. De autoriteiten grepen dit meteen aan om harde repressie in te zetten met onder meer traangas en er werd opnieuw geschoten, ook met scherp. Een man kreeg een kogel in het hoofd en ligt in een coma. Het ziet er nu naar uit dat hij aan de beterhand is, maar het scheelde niet veel of er was een dode gevallen.“Dergelijk geweld door de overheid en sectaire partijen geeft aan dat de heersende elite erg bang is van deze beweging. Politici beschuldigen de betogers ervan dat ze buitenlandse agenda’s volgen. Het doet denken aan de wijze waarop Ben Ali of Moebarak in het verleden probeerden om massaprotest te discrediteren. Deze propaganda pakt niet, de beweging blijft aangroeien.”
Wat zijn de eisen van de betogers?
“Corruptie is het belangrijkste thema waar iedereen over klaagt. Maar de betogers gaan verder in hun eisen, ze willen dat het regime en de corrupte krijgsheren aan de top verdwijnen. De populaire slogan tijdens de zogenaamde ‘Arabische lente’ voor de val van het regime is ook hier aanwezig.
“Het probleem is dat de organisatoren van de campagne zich beperken tot de afvalcrisis, terwijl de betogers op straat al veel verder staan. De organisatoren eisten aanvankelijk het ontslag van de regering. Die eis lieten ze nu vallen, ze vragen enkel het ontslag van de minister van leefmilieu. De mensen op straat zijn vele radicaler dan de organisatoren. Gisteren [maandag] probeerden de organisatoren het protest op te schorten tot volgend weekend. Maar er waren nog steeds betogingen met een eigen dynamiek. De bevolking blijft spontaan op straat komen.”
Wat zijn de politieke gevolgen voor de regering?
“De regering is verward. Ze weet niet wat te doen en probeert het protest te stoppen. De politici proberen de verantwoordelijkheid voor de crisis naar elkaar door te schuiven.
“Maandag was er geen repressie tegen de betogers. Het regime raakt bang van de reacties op het geweld. Mogelijk kan de regering vallen door deze beweging. De heersende klasse is bang maar heeft geen antwoorden. De mensen zullen niet zomaar een op corruptie gebaseerde ‘oplossing’ aanvaarden.”
Hoe zal de beweging de komende dagen ontwikkelen volgens u en hoe kunnen er stappen vooruit gezet worden?
“De organisatoren beslisten om de eisen tot de afvalcrisis te beperken. Ze weigerden expliciet om een aantal activisten in de organisatie van de beweging toe te laten.
“Als dat zo doorgaat, zullen de organisatoren de controle over de beweging verliezen. De betogers aanvaarden dit niet. Hun eisen zijn duidelijk politiek en gericht tegen corruptie in het algemeen, maar er wordt ook gepleit voor de val van de regering.
“Als linkse socialist heb ik van het begin gezegd dat de campagne ook thema’s als werkloosheid en armoede moet opnemen, naast de privatiseringen en afbouw van openbare diensten. Het protest moet ook de banden tussen de sectaire partijen en de grote bedrijven duidelijk maken. Het maakt duidelijk hoe privatiseringen werken en hoe corrupte politici er miljarden mee verdienen. We moeten opkomen voor de nationalisatie van de afvalophaling waarbij de lokale overheden deze taak in handen nemen in plaats van het over te laten aan private bedrijven die enkel naar de winsten kijken. De beweging moet een klassenprogramma aannemen dat jongeren, werkenden en werklozen uit alle gemeenschappen kan verenigen. Om de beweging uit te breiden, moet er ook een oproep komen naar de onafhankelijke vakbonden, zeker die van de publieke sector die de afgelopen maanden verschillende acties voerden, om het protest te vervoegen.
“De ervaringen van de afgelopen dagen en de beperkingen van de organisatoren wijzen op de nood aan democratisch verkozen structuren om de beweging uit te bouwen. Vertegenwoordigers moeten verantwoording verschuldigd zijn voor hun handelingen. Lokale comités in de wijken zijn belangrijk om de campagne van onderuit te organiseren en meer mensen te betrekken. En er is ook internationale solidariteit nodig om deze strijd breder bekend te maken.”
-
Libanon. Bomaanslagen, sectair conflict en vluchtelingencrisis
Op 15 augustus was het weer zo ver. Een auto met 80 kilogram explosieven ontplofte in de spits in een zuidelijke voorstad van Beiroet in een dicht bevolkte buurt. Er vielen naar schatting 25 doden en meer dan 300 gewonden. Heel wat politieke partijen waren er snel bij om Israël verantwoordelijk te stellen, om niet te moeten toegeven dat dit een anti-sjiitische aanslag door soennieten was. De sectaire spanningen nemen met de dag toe.
De verschrikkelijke aanslag en het aanvallen van burgers op een populaire markt zijn onderdeel van een reeks gewelddaden in de zuidelijke wijken van Beiroet. Dat is een gebied waar de sjiitische Hezbollah erg sterk staat. Drie maanden geleden werden drie raketbommen afgevuurd op een wijk waar de sjiitische meerderheid een aantal kantoren en instellingen van Hezbollah herbergt. Dat was een duidelijke boodschap aan Hezbollah, de aanvallen kwamen er immers na de aankondiging van de algemeen-secretaris van Hezbollah, Hassan Nasrallah, dat in Syrië aan de kant van het regime van Assad wordt gevochten. Op 9 juli was er een bomauto die ontplofte en 50 gewonden maakte. Veel lokale bewoners zijn bang en vrezen dat er onvermijdelijk meer terroristische aanslagen zullen volgen.
Op 16 augustus hield Nasrallah een toespraak om de zevende verjaardag van het einde van de laatste oorlog met Israël te vieren. Daarbij kondigde hij aan dat de aanslagen komen van Takfiri groepen (groepen die elkaar van godslastering beschuldigen) die dezelfde technieken toepassen als in Irak, Syrië en Afghanistan. Hij voegde eraan toe dat deze aanslagen “ons enkel sterken in onze vastberadenheid voor de strijd in Syrië.” Nasrallah riep de oorlog uit tegen de Takfiri-groepen, “Zoals we tegen Israël wonnen, zullen we ook tegen de Takfiri’s winnen.”
De terreuraanslagen komen op een bijzonder moeilijk en complex ogenblik in Libanon, zowel op economisch als politiek vlak. De gevolgen van het bloedbad in Syrië worden algemeen gevoeld. Er is verdeeldheid onder de heersende klassen die sectaire tegenstellingen uitspelen om hun invloed en macht te behouden. Beide partijen in het Libanese conflict zijn betrokken bij de oorlog in Syrië omwille van hun banden met regionale en internationale machten. Gezien de aandacht voor de regionale problemen met de oorlog in Syrië en de snelle ontwikkelingen in Egypte, is het onwaarschijnlijk dat er in de nabije toekomst een akkoord zal gevonden worden onder de heersende klasse in Libanon. Alles lijkt erop te wijzen dat de gewone bevolking de komende dagen en weken een zware tol zal betalen voor het sectaire geweld.
Zes maanden zonder regering
Libanon zit al zes maanden zonder regering. Door de heersende klasse wordt gesteld dat dit komt door de slechter wordende veiligheidssituatie (alsof ze daar zelf niets mee te maken hebben). De politieke crisis wordt aangegrepen om het parlement twee jaar langer te laten zetelen.
Er is een alarmerende toename van de werkloosheid, zeker onder jongeren waar de werkloosheidsgraad is opgelopen tot meer dan 40%. Het toenemende aantal Syrische vluchtelingen loopt intussen volgens bepaalde verslagen op tot een miljoen mensen. Dat is evenveel als een kwart van de Libanese bevolking. Er is een totaal gebrek aan een plan om zoveel Syrische vluchtelingen op te vangen en daarnaast zijn er ook nog eens anderhalf miljoen Palestijnse vluchtelingen in het land. De Libanese politieke partijen maken van de Syrische vluchtelingen een zondebok om hun eigen falen in het creëren van jobs weg te moffelen. Daarmee versterken ze racisme tegen de vluchtelingen en sectarisme tussen alle bevolkingsgroepen.
In een aantal dorpen en kleine steden waar er meer vluchtelingen dan lokale inwoners zijn, versterken de lokale overheden het racisme onder het mom van ‘veiligheidsmaatregelen’. Ze baseren zich op verslagen die aangeven dat de misdaadcijfers drastisch de hoogte ingaan, onder meer door een toename van diefstallen, overvallen, moorden en seksueel geweld. De hoge misdaadcijfers hebben echter een sociale en economische voedingsbodem. Heel wat misdaden worden ook door Libanezen gepleegd als gevolg van de uitzichtloze situatie van werkloosheid, armoede, corruptie, chaos, onderdrukking en uitbuiting van vrouwen. De verantwoordelijken voor deze toenemende misdaad bevinden zich bij de heersende kapitalistische klasse. En het zijn de werkenden, armen en vluchtelingen die de zwaarste prijs hiervoor betalen.
Recessie
Libanon werd geraakt door een recessie op alle vlakken. Het toerisme is in elkaar gestort als gevolg van het gebrek aan veiligheid en de politieke onstabiliteit. Hierdoor zijn heel wat personeelsleden uit toeristische bedrijven zoals hotels en restaurants afgedankt. De industrie en de landbouw doen het evenmin goed. Ze waren al verzwakt door het neoliberale beleid van de vermoorde premier Rafik Hariri (1992-2004). Naast privatiseringen zorgde Hariri er ook voor dat de Libanese economie sterk onder invloed van zijn eigen vastgoedbedrijven kwam te staan. In de media is er eveneens een crisis, de meeste mediabedrijven zijn afhankelijk van financiële middelen uit andere landen. Maar die hechten vandaag niet langer hetzelfde belang aan het land en verminderen de steun waardoor er ook daar massale afdankingen zijn.
De huidige regering ‘van lopende zaken’, een regering in afwachting van een echte regering, weigert om nieuwe loonschalen voor de publieke sector in te voeren. Deze moeten eerst naar het parlement. De ministers stellen dat er onvoldoende middelen zijn, ook al brachten de onafhankelijke vakbonden een volledig plan van hoe de loonsverhogingen kunnen betaald worden met een progressieve belasting op vastgoedbedrijven, banken en havens. De regering verdedigt echter de belangen van de grote kapitalisten die heel veel invloed hebben.
Een groot deel van de arbeiders, jongeren en armen keken afgelopen lente uit naar een staking in de publieke sector, dat was de belangrijkste escalatie van arbeidersstrijd sinds het einde van de burgeroorlog in 1990. Deze staking had tot een overwinning kunnen leiden en de regering tot toegevingen dwingen, maar dan hadden de bonden wel een politieke leiding moeten geven. Ze hadden moeten oproepen tot een verenigde arbeidersbeweging tegen corruptie en sectarisme. In plaats daarvan beperkten de vakbondsleiders zich tot de eis van loonsverhoging in de publieke sector en voor de leraars, een eis die niet dezelfde verenigde impact had, zeker niet onder werklozen.
Gemiste kansen
Afgelopen lente was er een kans om jongeren weg te halen van de sectaire partijen en om een beweging op klassenbasis uit te bouwen. Dit was een gemiste kans. Het feit dat de mogelijkheden niet benut werden, zorgde ervoor dat heel wat jongeren en werkenden zich van de vakbonden afkeerden. De bonden verzamelen nu een miljoen handtekeningen voor hun eisen, ze dreigen ermee om dit om te zetten in een betoging met een miljoen aanwezigen. De petitie wordt jammer genoeg niet gebruikt om de campagne op straat te brengen en actief te mobiliseren. Er is heel wat pessimisme over de mogelijkheid dat de bonden effectief een stakingsactie zouden ondernemen. De onafhankelijke bonden kunnen nog steeds een belangrijke rol spelen indien ze de eisen uitbreiden en gaan voor de opbouw van een onafhankelijk politiek alternatief voor de arbeidersklasse tegenover het sectarisme en het corrupte kapitalisme.
Er is geen andere weg dan deze van de opbouw van een verenigde arbeidersbeweging die ingaat tegen de heersende klasse. Er is dringend nood aan een beweging geleid door onafhankelijke vakbonden en jongeren – zowel Libanezen, Syriërs als Palestijnen – met een democratisch socialistisch programma. Dat is de enige optie voor de Libanese arbeidersklasse en voor de regio, het is het enige antwoord op de groei van sectaire en nationale conflicten. Zo’n beweging zou het enige alternatief zijn om het rotte en barbaarse kapitalistische systeem. Het zou een impact hebben op arbeiders doorheen de hele regio en het begin vormen van een algemene strijd tegen armoede, bezetting en oorlog.
