Your cart is currently empty!
Tag: Labour
-
Ja, Corbyn moet een nieuwe linkse partij opzetten. Maar welk soort partij?

Socialist Alternative is verheugd over het nieuws dat voormalig Labour-leider Jeremy Corbyn overweegt een nieuwe linkse partij op te richten. Hij zou zich namens die partij kandidaat stellen bij de volgende parlementsverkiezingen, aangezien Labour zich tegen hem afkeert.
Door Hugh Caffrey (Socialist Alternative – ISA in Engeland, Wales en Schotland)
Er is geen tekort aan steun voor linkse ideeën. Tot een half miljoen mensen zijn onder het leiderschap van Corbyn lid geworden van Labour, waarvan ongeveer de helft vertrok sinds Starmer zijn plaats heeft ingenomen. Labour behaalde in 2017 2 miljoen stemmen en zou de verkiezingen hebben gewonnen als de campagne langer had geduurd, of eerder was begonnen.
Nieuwe partij
Socialist Alternative meent dat het oprichten van een nieuwe partij al eerder had moeten gebeuren. Sommigen vrezen dat hierdoor de stem tegen de Tories zou ‘verdeeld’ geraken. Een nieuwe partij moet zeker als doel hebben om de zetel van Corbyn te verdedigen als startpunt. Maar het mag niet alleen, en zelfs niet in eerste instantie, gaan over kandidaten bij verkiezingen. Het moet een middel zijn om de honderdduizenden die zichzelf als socialist beschouwen te organiseren, te betrekken in politieke discussies, te mobiliseren en samen te brengen met de talrijke recente bewegingen tegen de gevolgen van het kapitalisme voor de arbeidersklasse en de jongeren.
De volgende verkiezingen zijn gepland voor mei 2024, maar kunnen ook eerder plaatsvinden als de Tories imploderen. Er mag geen tijd verloren gaan met de voorbereidingen om de zetel van Corbyn te verdedigen. Er is dus geen tijd te verliezen bij het oprichten van een politiek vehikel om dat te doen. De ‘Partij voor Vrede en Rechtvaardigheid’ is niet de beste naam, maar de naam is niet het belangrijkste. Waar het om gaat is wat voor soort partij het is, en op dit punt moet er een totale breuk zijn met de slechtste aspecten van Labour, oud en nieuw. Een echte socialistische partij is een vehikel voor massale strijd.
Democratie
Dat betekent dat de partij open en democratisch moet zijn, gebaseerd op massabijeenkomsten, gekozen organisatoren en leiders, een democratische stem voor de vakbonden, en duidelijke socialistische beginselen. Bovendien zou zo’n organisatie aanwezig moeten zijn bij elke betoging en stakerspost, actief in elke strijd van de arbeidersklasse, jongeren en onderdrukte mensen. Uiteraard zou Corbyn de natuurlijke keuze zijn als leider, maar er mag geen herhaling komen van de ervaring met Momentum, een organisatie die was opgezet als een naamloze vennootschap die werd geleid door een geheimzinnige en grotendeels zelfbenoemde kliek.
Er is een duidelijke politiek nodig. Na de algemene verkiezingen van 2017 hadden we de mist van Brexit. Daarna kwam de pandemie en de pogingen van rechts om angst en reactionaire attitudes aan te wakkeren. We hebben echter ook de opleving van de klimaatbeweging, massale protesten tegen gendergerelateerd geweld, en een nieuwe opleving van stakingen. Als reactie op de vele crises hebben de Tories de overheidsuitgaven massaal moeten verhogen, volledig in het belang van het grootkapitaal.
Socialistisch beleid nodig
Een nieuw alternatief kan de verwarring doorbreken en jongeren en mensen uit de arbeidersklasse aanspreken. Er zijn duidelijke eisen nodig, zoals een minimumloon van 15 pond, veilige huurcontracten en betaalbare huisvesting, degelijke arbeidscontracten, een einde aan seksisme en racisme, de wederopbouw van de zorgsector (NHS) met voldoende middelen en een terugdraaiing van alle besparingen en uitverkopen, de wederopbouw van de sociale zorg door deze in handen van de overheid te brengen en door zowel de financiering en als de lonen voor het personeel te verhogen, volledige publieke eigendom van alle geprivatiseerde diensten, te beginnen met de energiesector, en een socialistische Green New Deal om het klimaat te beschermen.
Verdedig Corbyn’s zetel
Corbyn moet snel een online bijeenkomst organiseren om te verklaren dat hij een nieuwe partij zal oprichten, bewegingen en vakbonden om steun en betrokkenheid vragen, en individuen oproepen om zich als actieve aanhangers te registreren. Follow-up organisatiebijeenkomsten van degenen die betrokken willen zijn, kunnen bewegingen aan boord brengen, lokaal organiseren, enzovoort. Een nieuwe partij moet een georganiseerde kracht zijn op elke staking en elk protest, met pamfletten om steun op te bouwen voor links beleid en het verdedigen van Corbyn bij de volgende verkiezingen.
In Islington, het district waar Corbyn verkozen is, zal een zo sterk mogelijke campagne op het terrein nodig zijn als antwoord op de media en de Labour-machine, die alles in het werk zullen stellen tegen Corbyn. Vanaf nu moet er een organisatie worden opgebouwd in elke hoek van het kiesdistrict, met openbare bijeenkomsten op het niveau van wijken, woonblokken en grote werkplekken, over het opbouwen van campagnes om overwinningen te behalen op de directe kwesties en dat te koppelen aan het verdedigen van Corbyn’s zetel.
Dit samenvoegen met een massabijeenkomst in het kiesdistrict over een paar maanden zou de springplank zijn voor het lanceren van regelmatige massacampagne-activiteiten waarmee enorme steun kan worden opgebouwd en er ruim voor de verkiezingen al aan stemmenwerving wordt gedaan.
Massale aanpak
Als Corbyn nu een nieuwe partij opricht, kan hij ook buiten zijn kiesdistrict grote steun verwerven, die hij kan mobiliseren voor regelmatige campagnes in Islington als de verkiezingen naderen. Na het winnen van de zetel zou Corbyn een nationale conferentie kunnen bijeenroepen om zijn steun te bundelen in een grote en potentieel krachtige nieuwe linkse partij.
Op deze manier hebben onze politieke medestanders in de Verenigde Staten, ook onder de naam Socialist Alternative heten, zojuist Kshama Sawant als gemeenteraadslid in Seattle bevestigd gekregen, in haar vierde verkiezingsoverwinning. Kshama’s raadszetel vertegenwoordigt een vergelijkbaar aantal kiezers als veel Britse parlementaire kiesdistricten.
Socialist Alternative nam het in Seattle niet alleen op tegen ‘normale’ media en politici. Ze stonden tegenover Jeff Bezos en Amazon, de kapitalistische titanen van de 21e eeuw, en ze wonnen! Massale organisatie en een duidelijk linkse politiek met een compromisloze inzet voor strijd kunnen door de meest gemene rechtse campagnes heen breken.
Potentieel
Er is ruimte om een nieuwe linkse partij op te bouwen die veel verder gaat dan Corbyns eigen kiesdistrict. Honderdduizenden waren bereid om Corbyn actief te steunen tegen rechts in Labour toen hij geconfronteerd werd met een poging om hem af te zetten. In de samenleving bestaan de krachten om een nieuwe linkse strijdbare massapartij op te bouwen, en Corbyn behoudt de autoriteit om een centrale katalysator te zijn in het samenbrengen van een dergelijke partij.
Als er een nieuwe partij rond Corbyn wordt opgericht, zou het logisch zijn dat de weinige echt linkse parlementsleden die nog in Starmer’s Labour zitten, zich daarbij aansluiten. Toch is het mogelijk dat sommigen zich kandidaat willen stellen tegen de ergste Blairisten binnen Labour en tegen de Tories. Sommigen zullen linkse Labour-kandidaten in bepaalde districten willen steunen. Een vriendelijke benadering tegenover alle linkse formaties en militanten is belangrijk, maar naar buiten uit moet links zich vooral richten op strijd en niet zozeer op de details van de interne structuren van Labour, die nationaal door rechts worden gedomineerd.
Een cruciale taak van een nieuwe partij is om de herverkiezing van Corbyn veilig te stellen. De strategische taak is om een nieuwe massapartij op te bouwen die geworteld is in strijd en die zich organiseert om te vechten voor verandering. Socialist Alternative zal deelnemen aan alle ernstige discussies en stappen in de richting van het bouwen van een levensvatbaar massaal links alternatief. We zullen marxistische ideeën over politiek, strategie en tactiek naar voren brengen binnen dat proces. Als je het met ons eens bent, sluit dan aan!
-
Labour: rechtse dominantie helemaal terug

Starmer De eerste fysieke conferentie van Labour sinds het begin van de pandemie vond plaats tegen de achtergrond van een diepe crisis in Groot-Brittannië. In dit tijdperk van schaarste maken Johnson en co de ene bocht na de andere, evenwel zonder oplossingen te bieden. Wachtrijen bij benzinestations, energiebedrijven die failliet gaan, lege schappen in supermarkten: dat zijn de realiteiten van het door de Tories gedomineerde land. De levenslijnen van steunmaatregelen en uitkeringen staan op het punt abrupt te worden gestopt. Hierdoor dreigt een lange en koude winter voor miljoenen werkende mensen.
Door Claire Laker-Mansfield (Socialist Alternative)
Je zou denken dat de leider van de grootste oppositiepartij in deze omstandigheden alle aandacht zou richten op het aanvallen van de verantwoordelijken voor deze rampen. Beter nog: je zou hopen dat er enthousiast aan alternatieven wordt gewerkt, een samenleving in het belang van de meerderheid waarbij de gevestigde belangen van de rijken en machtigen worden aangepakt. Helaas is er daar helemaal geen sprake van.
Starmer, vriend van het kapitaal
Labour-leider Keir Starmer is, net als Johnson, bovenal een vriend van het kapitaal. Hij is zelfs zo’n goede vriend dat hij er de kapitalisten van hoopt te overtuigen dat hij een nog betere vriend is dan Boris Johnson. Dit verklaart zijn pathetisch eerbetoon aan Tony Blair. Zijn schaduwkanselier Rachel Reeves vond het nodig om George Osborne anno 2010 te imiteren met een pleidooi voor zo’n rigide fiscaal keurslijf dat zelfs Johnson en Sunak het bekritiseerden. Omdat Starmer’s loyauteit aan de behoeften van de rijken zo groot is, was de figuur die hem bezighield toen hij langs de kust van Brighton liep niet Boris Johnson, maar Jeremy Corbyn.
Starmer’s doel op deze conferentie was bijzonder. Het plan was om links te vermorzelen en de deur naar een tweede Corbynisme stevig af te sluiten. Daarin is hij, ondanks alle ruzies en terechte interrupties vanuit de zaal, uiteindelijk geslaagd. Hij werd aanvankelijk teruggedrongen in zijn poging om het oude ‘kiescollege’-systeem terug te brengen. Geholpen door Angela Rayner en de rechtervleugel van Unison (die inging tegen de democratische wensen van het nationaal uitvoerend bestuur van de vakbond), nam hij een nieuwe eis aan dat kandidaten voor het voorzitterschap van Labour eerst de steun moeten krijgen van 20% van de parlementaire fractie. Voor linkse kandidaten wordt het hierdoor vrijwel onmogelijk om aan voorzittersverkiezingen deel te nemen.
Wie de pech had om deze conferentie te moeten volgen, werd op de proef gesteld. Een afgevaardigde van de vakbond Unite vatte het bondig samen: “Het is vreselijk. Er wordt vanuit de zaal eerder links gepraat, maar tegen de theetijd komt er wel een kopstuk op televisie om te verklaren dat dit allemaal zal genegeerd worden.”
Voedingsbond breekt meet Labour
Eén van de oprichtende organisaties van Labour, de voedingsvakbond Bakers, Food and Allied Workers’ Union (BFAWU), besliste om te breken met de partij. Het toont de diepe vervreemding van de partij met haar historische wortels. Dit is in heel wat opzichten een keerpunt, maar het werd door een anonieme ‘partijbron’ in de media afgedaan als een fait divers met “minimale financiële gevolgen” voor Labour. De kopstukken vonden het niet nodig om er ook maar iets over te zeggen. Eerder was er evenmin enig gesprek met de leiding van de voedingsvakbond vooraleer de beslissing werd genomen. De uitsluiting van BFAWU-voorzitter Ian Hodson, die een belangrijke rol speelt in de campagne tegen de nulurencontracten en voor hogere minimumlonen, past uitstekend in het verzet van de Labour-leiding tegen de eis van een minimumloon van 15 pond per uur.
Dit was de aanleiding voor het aftreden van de enige overgebleven Corbyn-aanhanger in het schaduwkabinet van Starmer: Andy MacDonals. Hij was door Starmer gevraagd om tijdens gesprekken met de vakbond GMB tegen de eis van 15 pond te pleiten. Uit opiniepeilingen blijkt nochtans dat 65% van de Britten achter die eis staat. Als het wordt uitgevoerd, zou het een dramatisch verschil maken voor het leven van miljoenen essentiële werkenden, die politici graag prijzen maar niet graag willen betalen. Het is duidelijk dat de populariteit van maatregelen bij grote bedrijven – niet bij gewone mensen – de lakmoesproef vormt voor Starmer. Het is daarom misschien niet verwonderlijk dat de peilingen van Labour slecht blijven.
Concurrentie op rechts
Starmer haalde het bij de verandering van de regels omtrent de voorzittersverkiezingen, maar toch werd het een moeilijk congres voor de Labour-leider. Starmer is zwak en velen zijn het er nu over eens dat de dagen van zijn leiderschap geteld zijn. Rechtse rivalen, zoals de ultra-Blairistische Wes Streeting, maar ook carrièristen met een iets ‘linkser’ imago, zoals Angela Rayner, wachten hun tijd af en bereiden zich voor. Deels om deze reden was de kwestie van de regels omtrent de voorzittersverkiezingen zo belangrijk voor alle vleugels van de rechterzijde binnen Labour. Het geeft hen de mogelijkheid om Starmer te vervangen wanneer het hen uitkomt, zonder bang te hoeven zijn voor een linkse heropstanding in de partij.
Ondanks de bewering van de rechtse Labour-leiders dat zij de sleutel in handen hebben om de partij ‘verkiesbaar’ te maken, heeft vrijwel niemand er vertrouwen in dat Labour onder Starmer op weg is naar een overwinning. Starmer’s toespraak was, net als zijn 14.000 woorden tellende essay, lang van vorm maar kort van inhoud. Hij viel de Tories aan. Maar hij kon nauwelijks schetsen hoe zijn aanpak van die van hen zou verschillen, behalve in de kleine details.
Ongelooflijk genoeg vond Starmer het, te midden van een catastrofale brandstof- en energiecrisis, belangrijk om dit moment aan te grijpen om duidelijk te maken dat het “niet de tijd” is om dingen te nationaliseren. In plaats daarvan moeten de gigantische monopolies die verantwoordelijk zijn voor deze ramp en die enorme winsten blijven maken terwijl de ijskappen smelten en gepensioneerden hun verwarming niet kunnen betalen, ongemoeid gelaten worden of zelfs gered. Toen jonge Labour-activisten Starmer probeerden te vragen of hij zich zou inzetten voor het minimum van 69 miljard pond per jaar aan uitgaven dat volgens onderzoekers nodig is om de doelstelling van nul-uitstoot te halen, liep Starmer letterlijk weg.
Intussen komt zijn pleidooi om de verloren ‘rode muur’ terug te winnen neer op neerbuigende bla-bla. De realiteit is dat Labour miljoenen kiezers uit de werkende klasse verloor met het voorstel van Starmer om een tweede Brexit-referendum te eisen, een voorstel waar Corbyn uiteindelijk voor capituleerde.
Onpopulair
Het luidkeels afzweren van de populaire sociale voorstellen van Corbyn en het meedogenloos zuiveren van de partij, vormt een recept voor voorspelbare afkeer onder de kiezers. Een week na het congres hebben de Tories in de peilingen een voorsprong van vier punten. De trieste populariteitscijfers van Starmer blijven onveranderd. Het is mogelijk dat Labour in de komende periode enige steun wint omdat het simpelweg “niet de Tories” zijn, maar dit lijkt steeds onwaarschijnlijker. Deze Labour-conferentie vond plaats midden een nationale crisis waarvan 69% van de bevolking terecht meent dat de schuld bij de regering ligt. Het onvermogen om ook maar één of twee punten te stijgen in de peilingen brengt een overwinning bij de volgende verkiezingen steeds verderaf.
Tegen deze achtergrond is er de vraag hoe de oppositie tegen de regering zal worden gevoerd en hoe de cruciale kwestie van de politieke vertegenwoordiging van de werkende klasse kan worden aangepakt. Deze conferentie maakte duidelijk dat het idee om te ‘wachten op een Labour-regering’ absoluut geen ernstige strategie is voor de arbeidersbeweging. De vakbonden moeten integendeel nu handelen en tot actie overgaan. Acties in de zorgsector en de lokale overheden rond eisen van een stevige loonsverhoging zijn daartoe essentieel.
Een strijdbare strategie moet verder gaan. De overwinningen van de linkse algemeen-secretaris Sharon Graham in de vakbond Unite en van de linkerzijde in de bestuursverkiezingen van de vakbond Unison, moeten aangegrepen worden voor massale en gecoördineerde actie van werkenden in zowel de publieke als de private sector. Er is een offensieve benadering nodig tegen de bevriezing van de lonen, tegen de praktijk van collectief ontslag om nieuwe slechtere contracten aan te bieden, tegen afdankingen en sluitingen … Gekoppeld aan de massamobilisatie van jongeren voor kwesties als klimaatverandering, zou dit de basis vormen van een massabeweging om de Tories te verdrijven.
Voor een dergelijke beweging zal de kwestie van een politiek alternatief inherent aan de orde zijn. De vraag of het de taak van links is om “binnen Labour te blijven en door te vechten” of te vechten om iets nieuws op te bouwen, is nu wel beantwoord. Daarom moet er binnen de arbeidersbeweging onmiddellijk een discussie gevoerd worden over hoe een nieuwe partij kan worden opgebouwd, een partij die een stem geeft aan de strijd die op onze werkplekken en in onze gemeenschappen wordt gevoerd.
Bouwen aan een alternatief
Als eerste stap zou een conferentie over de politieke vertegenwoordiging van de arbeidersklasse – georganiseerd door de nieuwe linkse leiding van Unite, samen met bijvoorbeeld de BFAWU en anderen – een forum kunnen bieden om te bespreken wat er nodig is.
Een cruciaal aspect van deze discussie is de vraag welk programma nodig is om aan de noden van de arbeidersklasse tegemoet te komen. Om de talloze crises aan te pakken waarmee de mensheid op dit moment wordt geconfronteerd, van Covid tot klimaatverandering, zijn socialistische ideeën – vooral die van publieke eigendom, democratische planning en internationalisme – van het allergrootste belang. Daarom is de belangrijkste taak voor al diegenen die de noodzaak inzien van een einde aan het verrotte kapitalistische systeem, het opbouwen van een stevige kracht die voor deze ideeën kan strijden. Dit is de taak die Socialist Alternative zich stelt. Als je het ermee eens bent, moedigen we je aan om lid te worden.
-
Het nieuwe Blairisme van Labour zorgt voor forse verkiezingsnederlaag

Afgelopen donderdag waren er lokale verkiezingen in Groot-Brittannië, naast een tussentijdse verkiezing voor een parlementszetel en verkiezingen voor regionale parlementen in Wales en Schotland. Het werd een regelrechte ramp voor de Labour-partij van Keir Starmer.
Door Claire Laker-Mansfield (Socialist Alternative – ISA in Engeland, Wales en Schotland)
Sinds de parlementsverkiezingen van 2019 heeft de conservatieve Tory-regering een rampzalig beleid gevoerd. Er vielen 150.000 Covid-doden. De overgrote meerderheid van deze sterfgevallen waren volledig te voorkomen. Ze waren het directe gevolg van het feit dat de regering steeds weer de prioriteit gaf aan de winst boven de maatregelen die nodig waren om de verspreiding van het virus te voorkomen.
Premier Boris Johnson (Tory) zelf is verwikkeld in een schandaal. Zijn partij is verdeeld en verkeert in een crisis. Onthullingen over vermeende corruptie en giftige opmerkingen hebben de aanloop van de Tories naar deze verkiezingen achtervolgd.
Labour vernederd in Hartlepool
In deze context is alles anders dan een substantiële groei van het aantal stemmen voor Labour een vernederende mislukking voor de partijleiding. Een zware dreun krijgen in een arbeidersstad als Hartlepool is meer dan dat. Het is een uiterst vernietigende aanklacht tegen alles waar de leiding van Starmer voor staat.
De poging van de nieuwe Blairistische leiding van Labour om het resultaat af te schuiven op de Corbyn-periode is nonsens. Er wordt voorbijgegaan aan het feit dat de zetel in Hartlepool onder Corbyn werd behouden in 2019 en in 2017 zelfs overtuigend werd gewonnen met 52,5% van de stemmen.
Steun voor linkse ideeën
Dit resultaat gaat regelrecht in tegen het anti-Corbynverhaal van de rechterzijde in Labour. Het gaat ook in tegen de reactie op het verlies van de ‘rode muur’ van Labour in 2019. Toen werd dit voorgesteld als een afwijzing van de linkse politiek van Corbyn.
Uit peilingen in de aanloop naar deze tussentijdse verkiezingen bleek dat de kiezers voorstander waren van een beleid dat veel linkser was dan wat de belangrijkste gevestigde partijen aanboden. Wat de lonen in de zorgsector betreft, was 43% voorstander van een verhoging met 10% (de hoogst aangeboden optie in de peiling). Slechts één op de tien was voorstander van het aanbod van de regering om de lonen met amper 1% te verhogen. Meer dan 57% verklaarde zich voorstander van de nationalisatie van de postdiensten. Ondanks de spot van de rechtse media en de Blairisten met de belofte van Corbyn voor gratis breedband in 2019, verklaarde 69% voorstander te zijn van deze maatregel.
Het resultaat in Hartlepool doet in heel wat opzichten denken aan de val van de rode muur in 2019. De oorzaken ervan zijn onder meer de langdurige verwaarlozing door Labour van de arbeidersbuurten die al jarenlang gebukt gaan onder desindustrialisering, besparingen en privatiseren. Eén van de oorzaken is dat Labour zich niet heeft verzet tegen de afbraak van lokale diensten en jobs. Op lokaal vlak werd het besparingsbeleid plichtsgetrouw doorgevoerd.
Een belangrijk aspect is de woede over de pogingen van gevestigde politici om het resultaat van de ‘Leave’-stem van 2016 terug te draaien. Die stem voor Leave was voor veel werkenden in deze gemeenschappen een manier om terug te slaan naar de gevestigde orde. Het was Corbyns falen om mensen als Starmer en andere aanhangers van het Blairisme uit de partij te verdrijven en zijn capitulatie rond centrale kwesties zoals de Brexit, die zorgden voor een neergang van de partij in haar historische bastions. Dit resultaat laat zien dat de neergang onder Starmer niet wordt gestopt, maar integendeel aan snelheid en kracht wint.
Zuivering van de partij onder Starmer
Het enige succes dat Starmer sinds zijn aantreden heeft gehad, is de voortdurende zuivering van de partij van alle overblijfselen van het Corbynisme. De uitzettingen en heksenjachten hebben de partij weer ‘veilig’ gemaakt vanuit het oogpunt van het kapitalisme. Hoewel de leiding van Starmer door deze resultaten enigszins is ondermijnd, is het de ultra-Blairitische vleugel van de partij die momenteel georganiseerd is en bereid is om in het offensief te gaan. De linkervleugel is amper georganiseerd.
Dit onderstreept hoe belangrijk het is dat links zich organiseert. Voor een ernstige oppositie tegen het rampzalige en dodelijke beleid van deze regering moeten we niet op Labour onder Starmer rekenen. Er kan wel een oppositie opgebouwd worden, in de vorm van een massabeweging die werkenden, jongeren, Black Lives Matter-activisten en klimaatstakers bijeenbrengt. De vakbonden zouden de leiding moeten nemen, te beginnen met de organisatie van een grote betoging in de zomer.
Strijd voor het socialisme
Zo’n beweging zal uiteindelijk een politieke stem nodig hebben. Socialist Alternative steunt het idee van een nieuwe arbeiderspartij om deze strijd op het politieke vlak te bevorderen. Maar cruciaal voor het succes van een dergelijke formatie zijn de ideeën waarop ze gebouwd wordt.
Socialist Alternative wil vandaag al wie de noodzaak ziet om het rotte kapitalisme omver te werpen bijeenbrengen en organiseren. Het kapitalisme is gebaseerd op de uitbuiting en onderdrukking van de meerderheid. Wij strijden voor een socialistische samenleving waarin de grote monopolies in handen zijn van de overheid en de economie democratisch wordt bestuurd om in de behoeften van iedereen te voorzien, zonder de planeet te vernietigen. Als je het ermee eens bent, waarom doe je dan niet mee?
-
Rechtse parlementairen stappen uit Labour, nu de rest van de Blair-aanhangers nog!
Op 14 februari leed de Britse premier Theresa May haar tiende parlementaire nederlaag rond de Brexit. De conservatieve partij is gesplitst, ook daar verlieten parlementsleden de partij. De regering van May staat op de rand van de instorting. Toch is het precies op dit ogenblik van een intense regeringscrisis, dat zeven parlementsleden (aanhangers van Blair) ervoor hebben gekozen om zich af te scheiden om hun eigen ‘Independent Group’ in het parlement te vormen.Ingekorte versie van een edito van weekblad ‘The Socialist’
Deze timing is met opzet. Deze parlementsleden proberen zoveel mogelijk schade toe te brengen aan Jeremy Corbyn, net op het moment dat de Brexit-crisis van de regering hoogtepunten bereikt, net als veel arbeiders een kans zien ontstaan om de rotte Tories en hun gehate besparingsagenda uit te bannen. De ‘Bende van Zeven’ koos voor deze sabotage aan de vooravond van mogelijke nieuwe verkiezingen die aan de orde kunnen zijn als de parlementaire impasse aanhoudt en als massale vakbondsacties opgezet worden om de Tories weg te krijgen.
Hun aankondiging kwam niet als een verrassing. Sinds de verkiezing van Jeremy Corbyn als Labour-leider wees de Socialist Party erop dat er twee partijen in één Labour-partij waren: het potentieel van een massale arbeiderspartij rond Jeremy Corbyn en zijn aanhangers onder de werkenden en jongeren aan de ene kant, maar ook een pro-kapitalistisch Labour dat vooral uit de partijmachine en de parlementairen bestaat. Die rechtse parlementairen hadden al lang vervangen moeten worden door vertegenwoordigers van de werkende klasse.
De splitsing in de parlementaire fractie onderstreept de noodzaak van een andere aanpak door Corbyn en algemeen-secretaris John McDonnell. In de plaats van een verzoenende toon, is er een offensief nodig. Dat moet vertrekken van de mobilisatie van werkenden en vakbonden om op te komen voor nieuwe verkiezingen die de Tories wandelen sturen. Deze mobilisatie moet ook gebruikt worden om de rechtse saboteurs in eigen rangen aan te pakken.
Het doel van de afgesplitste parlementsleden is duidelijk: voorkomen dat een door Corbyn geleide regering aan de macht komt. Ze willen een soortgelijke rol spelen als de Social Democratic Party (SDP) in 1981. Tegelijk blijven de meeste rechtse Labour-verkozenen in hun partij om Corbyn te saboteren. Dat gebeurt nu door hem verantwoordelijk te stellen voor de afsplitsing in plaats van zich tegen de overlopers te keren. Straks kan het door een regering onder Corbyn te saboteren zodra die probeert een beleid in het belang van de werkenden te voeren.
De ‘Bende van Zeven’ hoopt op een bredere herschikking en trok reeds enkele misnoegde Tories aan. Een echte partij is er nog niet. Er is een diepgeworteld probleem: de moeilijkheid om een substantiële basis van steun te vinden voor een neoliberale besparingsagenda.
Terecht heeft vakbondsleider Len McCluskey (Unite) opgeroepen tot tussentijdse verkiezingen in de kiesdistricten waar de Labour-parlementairen opgestapt zijn. Als er in hun plaats socialisten verkozen worden als kandidaten, zou dit een uitstekende test zijn voor de echte steun in de samenleving voor zowel de rechtse agenda als die van Corbyn.
Corbyn heeft helaas geen duidelijke en consequente socialistische benadering rond Brexit. Dit laat ruimte voor rechtse krachten die inspelen op de verwarring en de verdeeldheid hierover binnen de arbeidersklasse. Dit onderstreept het belang om een socialistische benadering te formuleren met het argument dat een Labour-regering zou vechten voor onderhandelingen op een geheel andere basis.
Een startpunt hiervoor is een programma dat vertrekt van de bescherming en verbetering van de rechten van werkenden, waaronder de rechten van migrerende werkenden en vluchtelingen; afschaffing van alle vakbondswetten en asociale regels zoals de EU-richtlijn inzake gedetacheerde werkenden (die door de bazen ingezet worden in een neerwaartse spiraal van lonen en omstandigheden) en andere EU-regels die ingaan tegen de belangen van de werkenden of een obstakel vormen voor een beleid dat breekt met de besparingen. Dat zou de deur openen voor een socialistisch beleid waarbij de sleutelsectoren van de economie in publieke handen komen. Hiervoor zal samenwerking van de werkenden van Europa nodig zijn: een stap naar een breuk met de besparingen zou een groot enthousiasme in heel Europa creëren en de basis leggen voor zo’n nieuwe samenwerking.
De dreiging van een Brexit zonder akkoord – wat met de deadline van 29 maart in het vooruitzicht steeds realistischer wordt – wordt door bazen gebruikt om sluitingen en besparingen te rechtvaardigen. De arbeidersbeweging moet daarop antwoorden met de belofte om fabrieken die met sluiten bedreigd worden te nationaliseren. Honda in Swindon is het meest recente voorbeeld van zo’n dreiging. Als er geen antwoord komt op de dreigementen van de bazen, is het niet verwonderlijk dat er verwarring en twijfel is bij een groot deel van de bevolking.
De afsplitsing van de zeven Labour-verkozenen toont dat er strijd nodig is om van Labour een democratische socialistische partij te maken met een federatieve structuur. De Socialist Party roept Corbyn en co op om een conferentie van de arbeidersbeweging bijeen te roepen waaraan iedereen, inclusief vakbonden en socialistische groepen zoals de Socialist Party, kan deelnemen om de urgente taken van onze beweging te bespreken. Dit omvat de vraag hoe we met massale acties vervroegde verkiezingen kunnen bekomen, het deselecteren van rechtse parlementsleden binnen Labour om hen te vervangen door strijdbare socialisten en het opbouwen van de strijd voor socialistische maatschappijverandering.
[divider]
Voor een socialistische Britse breuk met de EU
May heeft van de Brexit een potje gemaakt. Ons alternatief moet zijn: verzet tegen alle neoliberale, pro-kapitalistische regels van de EU. Corbyn zou na vervroegde verkiezingen de onderhandelingen moeten openen op basis van verzet tegen alle regels van de gemeenschappelijke markt, zoals die rond de verplichting van marktwerking.
door Pieter Brans, Amsterdam
Hij zou dan een beroep kunnen doen op de solidariteit met arbeiders in heel Europa. Dat betekent het opbouwen van een Europese campagne van socialistische en arbeidersorganisaties om de onderhandelingen te gebruiken om alle pro-kapitalistische regels van de EU op te blazen. Het is niet anders dan een bazenclub.
Gesteund door brede steun in Engeland en met de solidariteit van arbeiders in heel Europa, zou hij in een veel sterkere positie zijn dan premier May. Bovendien zou een regering onder leiding van Corbyn (na nieuwe verkiezingen) een programma van nationalisatie kunnen doorvoeren om te breken met het vermogen van bedrijven om banenverlies, salarisverlagingen en verslechteringen van arbeidsvoorwaarden door te voeren. Want zo zullen zij de arbeiders gaan straffen met de Brexit-problemen als smoes.
Zo’n aanpak zou de belangen dienen van de meerderheid van arbeiders en middenklasse. Maar voor de klasse van kapitalisten is een regering onder leiding van Corbyn op basis van een socialistisch beleid een ergere nachtmerrie dan een Brexit.
Corbyn zou de arbeidersbeweging direct moeten leiden in de richting van een campagne voor nieuwe verkiezingen. Een lijst van nieuwe kandidaten voor de Labour Partij is noodzakelijk, kandidaten die door de basis gekozen zijn. Er zou een spoedconferentie van de Labour Partij moeten worden gehouden, open voor alle organisaties die de besparingen bestrijden, o.a. de Socialist Party en vakbonden die niet bij Labour zijn aangesloten zoals de RMT (Transportarbeidersbond) om te spreken over het herscheppen van Labour op basis van democratische, socialistische lijnen.
Daarbij is het nodig niet alleen te discussiëren over hoe de verkiezingen te winnen, maar ook over hoe de onvermijdelijke kapitalistische sabotage tegemoet te treden die een regering geleid door Corbyn zou ondervinden. Sleutelpunt van het programma zou de nationalisatie van de banken en de grote monopolies moeten zijn om de weg open te stellen in de richting van een socialistisch geplande productie om aan ieders behoeften te voldoen. De samenwerking van alle Europese arbeiders op een socialistische basis zou daar een onderdeel van moeten zijn, solidariteit van de arbeidersklasse over de grenzen heen als alternatief voor de huidige chaos.
[divider]
Internationaal verzet tegen het Europa van het kapitaal
In het bijzonder onder jongeren is er veel verwarring over de Brexit en vanuit een gevoelsmatig internationalisme zelfs afkeer. Wij delen het internationalisme. Maar de EU is geen instelling gericht op het verenigen van de werkenden en jongeren in Europa: het is een machine van de bazen om hun winsten te vergroten op de kap van onze arbeidsvoorwaarden en lonen. Zo legt de EU tal van liberaliseringsprogramma’s op: openbaar vervoer, post, … moeten er allemaal aan geloven. Resultaat: wij betalen meer voor minder dienstverlening zodat er voor hen meer winsten overblijven. De EU is niet gebaseerd op het principe van onderlinge solidariteit. Dat zagen we bijvoorbeeld toen de Griekse bevolking aan dictaten van een hard besparingsbeleid werd onderworpen. Tegenover het Europa van het kapitaal, plaatsen wij internationaal verzet van de werkenden en jongeren.
-
Corbynisme en de opkomst van links populisme
Jeremy Corbyn heeft dankzij massale steun de poging tot machtsgreep van de rechtse parlementsleden van Labour en hun aanhangers afgewend. Corbyn haalde bij de nieuwe voorzittersverkiezingen een grotere meerderheid dan bij de eerste verkiezingen. Maar de rechterzijde van Labour en de strategen van het Britse kapitalisme leggen zich daar niet bij neer. De ‘burgeroorlog’ die sinds de eerste verkiezing van Corbyn in Labour woedt, blijft dus bestaan. De belangrijkste reden hiervoor moet gezocht worden bij de vastberadenheid van de pro-kapitalistische parlementaire fractie van Labour die gesteund wordt door de gevestigde media en die blijft ingaan tegen Corbyn met straks mogelijk een derde poging om Corbyn weg te krijgen.Dossier door Peter Taaffe uit ‘Socialism Today’
Als dit mislukt, wordt gehoopt op vervroegde verkiezingen in de veronderstelling dat de conservatieven deze winnen en Corbyn hierna van het toneel verdwijnt. In die zin is de rechterzijde van Labour eigenlijk ‘contrarevolutionair defaitistisch.’ Maar met de explosieve sociale situatie in het land en de verdeeldheid bij de Tories over Europa en andere thema’s is het mogelijk dat een door Corbyn geleide Labour partij de verkiezingen wint.
Hoe heeft Jeremy Corbyn zijn enorme overwinning op de conferentie van Labour in september gebruikt? Hij en zijn belangrijkste bondgenoot, de schaduwkanselier John McDonnell, hebben samen met hun aanhangers in Momentum geprobeerd om de rechterzijde een uitweg te bieden. Dit gebeurde vaak in de geschiedenis van Labour. Die enkele keren dat de reformistische linkerzijde won, faalde ze steeds om op deze overwinning te kapitaliseren. Als de rechterzijde een opgang kent, aarzelt ze niet om de linkerzijde te isoleren en uit te partij te drijven, zoals gebeurde met de uitsluitingen in de jaren 1980, eerst tegen Militant en dan tegen de rest van links, waaronder de aanhangers van wijlen Tony Benn.
Corbyn dreigt dit patroon te herhalen door de verslagen rechterzijde in zijn schaduwregering op te nemen. Ondertussen wil een meerderheid van de naar links opschuivende leden van Labour de rechtse parlementsleden en hun ideologische medestanders afzetten, zij vormen immers een kapitalistische Trojaans paard in de partij. Zoals de Socialist Party, voorheen Militant, steeds benadrukt heeft, leidt zwakheid tot agressie.
De rechterzijde wachtte zelfs niet tot het einde van de partijconferentie. De vice-voorzitter van Labour, Tom Watson, gebruikte zijn toespraak op de conferentie om Corbyn aan te vallen. Met de hulp van de gevestigde media probeerde hij het terrein voor een rechtse terugkeer voor te bereiden met de eis om terug te keren naar het stelsel van een verkozen schaduwregering waardoor de macht terug in handen van de parlementaire fractie zou komen terwijl Corbyn en links hun macht sterk ingeperkt zouden zien. Uiteraard is dat niet wat gewone leden willen.
Enkele weken voor de conferentie was er een aanval van Watson op de zogenaamde ‘trotskistische entristen’, in het bijzonder leden van de Socialist Party, die volgens hem bij Labour aansloten om met brutale methoden de meer dan 600.000 leden van Labour en vooral de jongeren over te winnen. Jeremy Corbyn sprak zich publiekelijk uit tegen deze nonsens. In de jaren 1980 steunde Corbyn een parlementaire motie die de Russische regering opriep om Leon Trotski in ere te herstellen.
Wij beantwoordden het verhaal van Watson over een ‘duister complot’ van ‘geheimzinnige’ trotskisten die de partij vervoegen. We hebben openlijk gesteld dat we lid willen worden als we bijvoorbeeld dezelfde rechten krijgen als de Co-operative Party, een partij die sinds 1927 met Labour geaffilieerd is. Die affiliatie was een weerspiegeling van de oorspronkelijke, open en federale benadering van Labour. Socialisten, marxisten, vakbonden – die de kern van de partij vormden – discussieerden met elkaar over hoe de partij een efficiënt wapen tegen het kapitalisme kon zijn. Ze deden dit binnen een losse maar efficiënte federatie.
Deze vorm van organisatie is erg gewoon onder Europese werkenden, zeker in Griekenland, Spanje, Portugal, … In Groot-Brittannië zorgde de opmars van de rechterzijde voor het einde van deze organisatievorm, vooral eind jaren 1920. Er werd opgeschoven naar een meer gecentraliseerde bureaucratische vorm van organisatie, te beginnen met de uitsluiting van leden van de Communistische Partij.
We gebruikten de aanval door Watson om een breder publiek van werkenden en jongeren kennis te laten maken met de echte opvattingen van Leon Trotski: arbeidersdemocratie, internationalisme en socialisme. We vroegen bovendien om alle leden van Militant die in de jaren 1980 en daarna werden uitgesloten terug toe te laten. Het gaat onder meer om de redactieraad van Militant en de heldhaftige gemeenteraadsleden van Liverpool wiens enige ‘misdaad’ bestond uit het verdedigen van de arbeidersklasse. We herinnerden de arbeidersbeweging eraan dat Militant en de 47 gemeenteraadsleden van Liverpool erin slaagden om Thatcher tot toegevingen te dwingen en significant meer middelen aan Liverpool te geven. Het waren ook wij en niet de leiding van Labour die vooraan stonden in de strijd tegen de Poll Tax waarmee Thatcher de genadeslag kreeg. Deze beweging overtuigde 18 miljoen mensen om de Poll Tax niet te betalen en slaagde erin om niet alleen de gehate belasting maar ook de ‘Iron Lady’ zelf naar de geschiedenis te verwijzen.
We hadden ook een effect op het overtuigen van heel wat werkenden en jongeren, zeker in de vakbonden, om de kandidatuur van Jeremy Corbyn in Labour te ondersteunen. In de nationale leiding van de grootste Britse vakbond, Unite, speelden we een beslissende rol in het afdwingen van officiële steun aan Corbyn in de eerste verkiezingscampagne. We deden hetzelfde in de ambtenarenbond PCS waar we een grote invloed hebben en in tal van andere vakbonden.
De arbeidersbasis van Labour
Na Watson die voor het in de voorzittersverkiezingen verworpen Blairisme staat, volgde de toespraak van Corbyn die het kapitalisme zelf aanviel en opriep tot een ‘socialisme in de 21ste eeuw.’ Watson suggereerde dat Labour “niet vijandig staat tegen het kapitalisme” of de grote bedrijven. Dit was een ideologische ontkenning van de centrale reden waarom Labour begin 20e eeuw tot stand kwam. Dat was immers omdat de arbeidersklasse en de vakbonden geen vooruitgang bekwamen binnen het kader van een stagnerend kapitalisme en de impact daarvan op de lonen en de arbeidsvoorwaarden. Dat waren de redenen waarom de arbeidersbeweging brak met de Liberal Party en de eerste stappen zette in de richting van een eigen Labour Party. Voordien werd op de Liberalen gerekend om een aantal kruimels van de tafel te krijgen.
Het gewijzigde karakter van het Britse kapitalisme betekende dat de Liberals niet langer in staat waren om resultaten te bekomen. Vandaar de stap naar een afzonderlijke arbeiderspartij, Labour, met een impliciete verwerping van het kapitalisme en het omarmen van het socialisme in de periode na de Russische Revolutie van 1917. Dit werd in de statuten van zowel Labour als heel wat vakbonden opgenomen. Sommige vakbonden hebben het nog altijd in hun statuten staan.
Van bij het begin was de heersende klasse erg gekant tegen deze ontwikkeling en werd er druk uitgeoefend op de rechterzijde van Labour om het historische doel van socialisme te schrappen. Labour-voorzitter Hugh Gaitskell probeerde de berichte ‘Vierde Clausule’, waarin voor publiek bezit werd opgeroepen, in 1959 reeds uit de statuten van Labour te halen. Hij werd echter gestopt door de druk van de basis en de vakbonden. Er was een contrarevolutie onder Blair nodig om de wensen van de burgerij in te lossen. Blair creëerde in de realiteit een nieuwe partij: New Labour, waarin alle linkse en socialistische elementen overboord gegooid werden. Het Blairisme werd een internationaal voorbeeld voor gelijkaardige processen binnen arbeiderspartijen en –organisaties, processen die versterkt werden door de ideologische effecten van de ineenstorting van het stalinisme.
Van bij het begin was Labour, zoals Lenin stelde, een burgerlijke arbeiderspartij. De massabasis bestond uit werkenden, vooral uit de vakbonden, maar de leiding had steeds een voet in het kamp van het kapitalisme. Blair veranderde dit en creëerde een kapitalistische partij.
Een onvolledige overwinning
De Corbyn-revolte is een poging om de klok terug te draaien en een nieuwe arbeiderspartij te her-creëren. Het was een spectaculair voorbeeld van de wet van de onbedoelde gevolgen. Jeremy Corbyn maakte gebruik van een verandering in de statuten van Labour waardoor niet-leden, werkenden en jongeren, voor het eerst ‘geassocieerde leden’ konden werden met stemrecht in de voorzittersverkiezingen. Dat kon voor de prijs van een pint bier. Blair was groot voorstander van deze maatregel en zei dat hij er spijt van had dat hij zelf geen dergelijke maatregel had doorgevoerd. Het doel was om de invloed van de vakbonden nog meer aan banden te leggen en het collectieve effect van de stem van de vakbonden uit te wissen. Dat is waarom de Socialist Party aanvankelijk tegen deze maatregel was.
Maar brede lagen van ontevreden jongeren en werkenden die total vervreemd zijn door het besparingsbeleid van het neoliberale kapitalisme maakten gebruik van dit wapen om Labour massaal te ‘vervoegen.’ In dat proces werd Jeremy Corbyn – voorheen een geïsoleerde figuur binnen Labour – in het voetlicht geplaatst als kopstuk van wat enkel als een massale opstand kan omschreven worden. Het bracht Corbyn op basis van massale meetings aan het hoofd van Labour.
De nieuwe verhoudingen werden duidelijk toen de openlijke Blairistische kandidaat in de voorzittersverkiezingen, Liz Kendall, het moest doen met amper 4,5% van de stemmen. Dit was tegelijk slechts een uitdrukking van de impact van de wereldwijde economische crisis van 2007-08. De gevolgen hiervan op Groot-Brittannië zijn nog niet op de schaal van die in Spanje of Zuid-Europa, maar de vernietiging van de levensstandaard en verarming van de werkende klasse en de armen zijn wel verregaand.
De denktank ‘Resolution Foundation’ maakte bekend dat zes miljoen gezinnen tot de armste helft van de bevolking behoren en sinds de crisis van 2008 een “uitgesproken afname van inkomen” kenden. “Dit ging gepaard met een stijgende levensduurte, onder meer op vlak van huisvesting. De stijgende huisvestingprijzen sinds het begin van de eeuwwisseling komen overeen met 14% van het basisbedrag voor de inkomensbelasting. Dat is enorm. Het is niet verwonderlijk dat ze ontevreden zijn met het status quo.” (Observer 2 oktober)
De overwinning van Corbyn zette de rechterzijde er meteen toe aan om een tegenzet voor te bereiden. Vandaar de machtsgreep in de zomer. Nu Corbyn voor de tweede keer gewonnen heeft, bood hij de rechterzijde plaatsen aan in zijn team in plaats van zijn overwinning te consolideren door verder naar links te gaan. De geschiedenis leert ons dat mislukte machtsgrepen herhaald worden indien de situatie die ertoe leidde niet verandert. Dit geldt zowel voor partijen als voor staten. Denk maar aan de Spaanse geschiedenis. De Spaanse werkenden moeten niet herinnerd worden aan de rampzalige effecten van de poging tot verzoening tussen de Volksfrontregering en de generaals Franco en Mola in 1936. Dit liet de generaals toe om hun staatsgreep beter voor te bereiden en om uiteindelijk de Spaanse revolutie de kop in te drukken.
De rechterzijde van Labour bestaat uiteraard niet uit fascisten en hun pogingen tot machtsgreep gebeuren niet op hetzelfde niveau. Maar deze rechtse figuren zitten in het kamp van het kapitalisme en zijn erg vijandig tegenover socialisme, zeker na de lange periode van dominantie door het Blairisme in de Britse arbeidersbeweging. Als de kans niet gegrepen wordt om naar links te gaan, kunnen ze met de hulp van de burgerij een terugkeer maken.
Aanvankelijk drongen de heersende klasse en haar media er bij de rechterzijde op aan om af te splitsen en een nieuwe rechtse partij te vormen, zoals de Social Democratic Party begin jaren 1980. Maar de aarzelingen van Corbyn en de 38% van Owen Smith, de tegenstrever van Corbyn, in de tweede voorzittersverkiezingen, versterken het geloof in een mogelijke terugkeer van de rechterzijde binnen Labour. De rechterzijde is uit hetzelfde ideologische hout gesneden als de rest van de sociaaldemocraten in Europa, partijen die sinds de economische crisis van 2007-08 hun sociale basis drastisch ondermijnd zagen worden.
Opkomst van links-populisme
De gevolgen van deze crisis samen met de wereldwijde antikapitalistische bewegingen die eraan vooraf gingen, zorgen er samen met de politieke rotheid van de leiding van de ‘traditionele’ sociaaldemocratische arbeiderspartijen en organisaties voor dat het linkse populisme een opmars kent. Links-populisme is een brede term die gebruikt wordt voor vage fenomenen die niet duidelijk links zijn, maar aantrekkelijk voor ‘de kleine man.’
Deze overgangspartijen en organisaties zijn inherent instabiel en kunnen doorheen afsplitsingen leiden tot meer duidelijke vormen van links reformisme. Ze omvatten elementen van het verleden, naast onuitgewerkte ideeën en krachten van de toekomst. Dat is waarom we Labour vandaag niet langer omschrijven als een volledig rechtse sociaaldemocratische partij maar als een partij die zowel deze kenmerken heeft als de grote lijnen van een nieuwe radicalistische socialistische massapartij. Er zijn twee partijen die voor de dominantie binnen Labour strijden.
De beslissende bocht naar rechts in de jaren 1980 en 1990 maakte dat wij decennialang niets meer konden doen in Labour. Het was onmogelijk om nuttig werk te doen in een dode organisatie die onder Tony Blair en Gordon Brown vijf miljoen stemmen verloor en een schandalig beleid voerde zoals de verderzetting van de oorlog in Irak naast een hard neoliberaal beleid in eigen land. Er bleef slechts een romp over van de vroegere partij, een romp die vooral bestond uit een kleinburgerlijke kaste van lokale gemeenteraadsleden en gedemoraliseerde vertegenwoordigers die Blair steunden in zijn oorlogen in het Midden-Oosten en in zijn slachtpartij onder de levensstandaard van de werkende klasse.
De Labour Party ging net als PSOE in Spanje, PASOK in Griekenland en de meeste ‘traditionele’ partijen naar rechts en was niet langer een stem voor de werkende klasse. Het maakte dat wij en anderen, zoals Arthur Scargill, de leider van de heldhaftige mijnwerkersstaking van 1984-85, opkwamen voor een nieuwe massale socialistische partij. Dit fenomeen kwam effectief in grote lijnen tot stand in enkele landen, denk maar aan de Rifondazione Comunista in Italië begin jaren 1990. Het vond ook een uitdrukking in Podemos in Spanje.
In Groot-Brittannië hielden de vakbonden, zeker de rechtse vakbonden, vast aan wat overbleef van de vroegere arbeiderspartij. Een gelijkaardig proces zagen we in Spanje, ook al wijzen recente ontwikkelingen erop dat de zogenaamde ‘socialistische’ partij (PSOE) verscheurd wordt door de openlijk burgerlijke vleugel die de rechtse Partido Popular de macht wil geven en de vleugel rond aftredend partijleider Pedro Sanchez die begrijpt dat dit kan leiden tot het virtueel verdwijnen van de partij, zoals PASOK in Griekenland.
We hopen echter dat de ervaring van nieuwe partijen op een bepaald ogenblik ook in Groot-Brittannië zal plaatsvinden. Het proces werd sterk afgeremd door het ingebakken conservatisme van de vakbondsleiders. Wij concludeerden daaruit dat het niet uitgesloten was dat een nieuwe formatie tot stand zou komen rond een linkse radicale figuur. In 2002 merkten we op: “Marxisten hebben de theoretische mogelijkheid dat de voormalige sociaaldemocratische partijen drastisch naar links opschuiven onder de impact van grote historische schokken nooit uitgesloten.” (Socialism Today, september 2002)
Fragiel evenwicht
Marxisme heeft niets gemeen met rigide dogmatici die slechts één mogelijke vorm van de organisatie van de arbeidersklasse toelaten. Het kapitalisme kent een diepe crisis sinds 2007-08 maar ook daarvoor was er crisis sinds het einde van de na-oorlogse groeiperiode van 1950-75. Die periode van crisis heeft een diepgaand effect gehad waarbij arbeiderspartijen vervelden tot voormalige arbeiderspartijen die het kapitalisme verdedigen.
Nieuwe partijen kunnen snel ontstaan maar ook snel ineenstorten als ze niet beantwoorden aan de roep van de werkenden naar verandering. Syriza ging in Griekenland van 4,6% in de algemene verkiezingen van 2009 naar de centrale regeringspartij in januari 2015. Het verraad van de leiding heeft echter geleid tot een forse afname van de steun. Na de capitulatie van de regering van Tsipras tegenover de besparingsdictaten van de EU in juli 2015 is Syriza een sterk verzwakte kracht.
Dat is een waarschuwing voor de werkenden. Nieuwe partijen kunnen verdwijnen als ze geen duidelijk programma uitwerken. Ze kunnen snel leeglopen of ineenstorten en vervangen worden door meer radicale formaties. Het karakter van ons tijdperk van een kapitalisme in crisis laat doorgaans geen ruimte voor stabiele formaties. Er is een element van de jaren 1930 aanwezig: objectief gezien een pré-revolutionaire situatie, zeker op economisch vlak, maar zonder dat dit volledig tot uitdrukking komt in het bewustzijn van de massa’s van de werkende klasse. Perspectieven op middellange en lange termijn moeten dan ook eerder in maanden gezien worden dan in jaren.
Het fragiele evenwicht tussen links en rechts kan niet lang blijven duren. De organisatie Momentum rond Corbyn probeert verzoening met de rechterzijde in Labour te bekomen. Momentum kan niet terugkrabbelen op de eisen van de meer bewuste lagen van de arbeidersklasse voor dringende acties tegen de rechterzijde, zowel op vlak van ideeën als organisatie. Het ontbreken van een mechanisme om de Blairisten – zeker in de parlementaire fractie – weg te krijgen, betekent dat de macht van de rechterzijde intact blijft. Deze macht wordt gebruikt om Corbyn te ondermijnen en uiteindelijk weg te krijgen. Als ze een kans zien, zullen ze Corbyn afzetten.
Het organisatorische karakter van een brede partij of zelfs een federatie speelt een belangrijke rol om te bepalen wie uiteindelijk de controle en de macht uitoefent. De geschiedenis van de Spaanse arbeiderspartijen toont dit aan, zowel voor als tijdens de Spaanse Revolutie. Toen Largo Caballero de steun van de basis van de socialisten kreeg, zette hij dit niet om tot een kracht binnen de structuren van de partij.
Zoals Tony Saunois in zijn dossier over de Spaanse Revolutie deze zomer nog schreef: “De verdeeldheid in de PSOE voor de fascistische revolte ging in de richting van een splitsing van de partij. Prieto slaagde erin om het partijcongres uit te stellen. De partijleiding verbood de krant van Cabellero, Claridad, en herstructureerde de districten die door hem gecontroleerd werden. Toen de revolutie en de burgeroorlog uitbraken, gebruikte de linkerzijde rond Caballero zijn meerderheid niet en werd de controle over het partijhoofdkwartier aan Prieto overgelaten met het argument dat dit de ‘harmonie’ in de partij zou versterken. De linkerzijde zag af van verdere stappen om de controle over de partij te verkrijgen. Als Jeremy Corbyn vandaag pogingen wil doen om de rechtse aanhangers van Blair in Labour te vriend te houden in plaats van hen regelrecht te bestrijden, kan hij wel eens een zelfde weg als Cabellero opgaan.” De vertegenwoordiger van de rechterzijde, Indalecio Prieto, behield de controle over het partij-apparaat en gebruikte dit om rechts te versterken en de invloed van links, en dus van de Spaanse revolutie, te verzwakken.
Afzetten van parlementsleden
Het is een wet dat de arbeidersklasse, zeker op ogenblikken van radicale onrust, veel linkser is dan hun massapartijen. Zelfs in de meest revolutionaire partij kan de basis links van de leiding staan. De jongeren die de voorbije maanden lid werden van Labour zijn ongetwijfeld linkser dan hun ‘leiders.’ Owen Jones en Paul Mason zijn typische voorbeelden van zulke leiders, net als de top van Momentum.
Owen Jones trok met de laatste verkiezingen naar Spanje om de campagne van Podemos te ondersteunen. Hij heeft een zeker profiel als semi-officiële woordvoerder van links in Groot-Brittannië. Maar hij is naar rechts opgeschoven, net als Mason, waarbij het de eisen van de rechterzijde voor ‘eenheid en verzoening’ verdedigt tegenover de democratische afzetting en nieuwe selectie van parlementsleden als kandidaten van de partij voor elke verkiezing. Jones stelt dat een verplichte nieuwe selectie “moet tegengehouden worden.” (The Guardian 26 september). Hij verdedigt met andere woorden de eis van de rechterzijde om haar macht te behouden. Voor de rechterzijde moet dit als muziek in de oren klinken, daar werd het uitoefenen van een democratisch recht door de basis vergeleken met een ‘vuurpeleton.’
Vergelijk dit met de positie van Len McCluskey, kopman van de vakbond Unite en tijdens de strijd van Liverpool in de jaren 1980 een medestander van Militant. Hij hield op de conferentie van Labour een enthousiaste toespraak over socialisme en stelde dat de parlementsleden die een machtsgreep tegen Corbyn hadden gedaan, “zichzelf een nieuwe selectie aandeden.” Hij werd meteen bekritiseerd door Jon Lansman van Momentum.
Van bij het begin kenden de leiders van Momentum zichzelf de leiding van de Corbyn-beweging toe met het argument dat ze over ‘expertise’ beschikten op vlak van organisatie, zowel binnen Labour als bij linkse overwinningen. Maar ze waren van bij het begin tegen een verplichte nieuwe selectie van parlementsleden. Momentum-woordvoerder Lansman, was ertegen gekant dat wij zouden aansluiten om de beweging rond Corbyn en Labour te steunen. Hij beweerde dat Momentum de ‘sociaaldemocratie’ wilde hervestigen in verzet tegen het Blairisme. Onze eenvoudige vraag in de discussie die we met hem hadden, was of hij een model of een land kon noemen waar op zijn minst een aanzet in die richting werd gezet? De sociaaldemocratie is niet in staat om consistente hervormingen door te voeren. Waarom? Niet alleen omwille van het persoonlijk falen van de leiding, maar vooral omdat het kapitalisme vandaag contra-hervormingen eist. De ervaringen in zowel Spanje, Griekenland, Groot-Brittannië als de VS tonen dit aan.
Conservatieve Tories verdeeld
De steun voor links populisme – zoals we dit zien in de bewegingen van Corbyn, Sanders en Podemos – wijst op een roep naar verandering in een radicale socialistische richting. Zeker onder jongeren is dit het geval, maar ook grote lagen van de arbeidersklasse sluiten daarbij aan. De stem om de EU te verlaten in het Brexit-referendum was een opstand van onderuit tegen de elite, het was een opstand van de werkende klasse en delen van de middenklasse.
Ze zien de imperialistische EU als de bron van een reeks problemen en grepen de kans om terug te slaan naar de EU en de Britse heersende elite. Delen van links, zelfs een aantal zelfverklaarde marxisten, kozen vreemd genoeg voor ‘remain’. Ze waren het eens met onze analyse dat de EU een brutaal neoliberaal project is. De Europese Grondwet is erop gericht om elke regering die afwijkt van de dictaten van de markt meteen af te straffen. Maar ze namen een pessimistisch standpunt in dat een overwinning van het ‘exit-kamp’ zou leiden tot een ‘reactionair feest.’ Dat was het standpunt van Paul Mason, zelfs van een aantal linkse vakbondsleiders en van kleine ‘marxistische’ organisaties die weinig zichtbaar zijn in de politieke maalstroom.
De Socialist Party had een duidelijk standpunt tegen de EU en voor een exit, maar dan op een internationalistische en socialistische klassenbasis. We voorspelden dat een nederlaag voor ‘remain’ de doodsteek zou zijn voor premier Cameron en de mogelijkheden voor links en arbeidersstrijd zou vergroten. Dit is wat er ook effectief gebeurde, enkele dagen na het referendum trad Cameron af.
Indien Jeremy Corbyn en John McDonnell zich duidelijk verzet hadden tegen de EU – zoals ze dit deden in het referendum over de Europese Eengemaakte Markt in 1975 – dan had dit de situatie fundamenteel veranderd. Het zou de basis gelegd hebben voor een toegenomen steun voor Labour, terwijl de Tories verdeeld waren. Het had kunnen leiden tot parlementsverkiezingen waarin Labour kon winnen, zelfs enkele commentatoren van de Financial Times moeten dit erkennen. Maar Corbyn werd gegijzeld door de rechtse parlementaire fractie en hield het op een halfslachtige steun aan het remain-kamp. Ook daarvoor werd hij fors bekritiseerd.
Het uiteindelijke resultaat van het referendum was dat Boris Johnson opzij geschoven werd, terwijl Theresa May premier werd. Na een korte periode van wittebroodsweken, ligt de verdeeldheid over Europa en andere thema’s opnieuw openlijk op straat. De gevestigde media slaagden erin om vooral te berichten over verdeeldheid binnen Labour, maar ze zullen de scherpe tegenstellingen binnen de Tories niet kunnen blijven toedekken. De onderhandelingen over de Brexit kunnen leiden tot een effectieve uitstap uit de EU. Dit zou enorme gevolgen hebben voor de Tories, met mogelijk een splitsing van de top tot de basis. Het kan leiden tot een schisma dat doet denken aan de splitsing begin 19de eeuw over de Graanwetten, toen verdwenen de Tories decennialang van de macht.
Een blijvende strijd
Na de conferentie van Labour drongen de kapitalisten erop aan om een rivaliserende rechtse organisatie op te zetten: Labour Tomorrow. Kranten, zoals de officieel Labour-gezinde Daily Mirror, suggereren het idee van een deadline in 2018. Ze stellen dat Corbyn tegen dan ‘voldoende kansen’ heeft gekregen om zijn populariteit aan te tonen en dat hij anders maar moet opkrassen. Op basis van betwistbare peilingen – die er zowel bij het Schotse referendum als de parlementsverkiezingen ver naast zaten – stellen ze dat Corbyn ‘onverkiesbaar’ is en hopen ze op een zo pijnloos mogelijke overgang van de macht binnen Labour naar iemand anders.
Momentum speelt in de kaart van deze erg doorzichtige manoeuvres. Er zijn nog conservatieve lagen onder de werkenden waarop de rechtse sociaaldemocratie zich hoopt te baseren in de strijd tegen links. Rechts heeft alle krachten van de burgerlijke samenleving – met inbegrip van de media – achter zich en kan potentieel beroep doen op meer conservatieve delen van de werkende klasse en de middenklasse. De strijd gaat dus door, de burgeroorlog blijft duren en zal niet zomaar opgelost worden. Het kan een lange strijd zijn waarin de Socialist Party haar rol zal spelen.
Voor de opkomst van de Corbyn-beweging hadden we op succesvolle wijze mee gebouwd aan de Trade Unionist and Socialist Coalition (TUSC) waaraan ook de transportvakbond RMT en de Socialist Workers Party deelnamen naast verschillende strijdbare syndicalisten. TUSC richtte zich vooral tegen de besparingen van de regeringen van zowel Labour als de Tories. De Socialist Party verbond dit met de campagne voor een massale arbeiderspartij. Op deze basis namen we aan verschillende verkiezingen deel waarbij we tegen Labour kandidaat waren. Maar toen Corbyn zijn kandidatuur voor als voorzitter van Labour indiende, steunden we dit.
Na de tweede overwinning van Jeremy Corbyn hebben we voorgesteld dat TUSC de voorbereidingen voor toekomstige verkiezingsdeelnames opschort om tijd te geven aan de nodige veranderingen binnen Labour – zoals de nieuwe selectie van kandidaten – om de overwinning van links te consolideren. De situatie is echter onzeker, een overwinning van Corbyn en zijn aanhangers op de rechterzijde is niet gegarandeerd. Op de nationale conferentie van Labour werd Momentum inzake manoeuvres overtroffen door de rechterzijde die een kleine meerderheid in het National Executive Committee (NEC) behoudt. Corbyn zelf onthield zich bij een belangrijke stemming waardoor de rechterzijde twee extra plaatsen vanuit Schotland en Wales binnenhaalde.
Er werd bovendien als onderdeel van een reeks organisatorische voorstellen een resolutie binnengesmokkeld – zonder ernstige discussies of debat – waarin het Labour-gemeenteraden verboden wordt om begrotingen zonder besparingen op te stellen. Een dergelijke begroting werd door de gemeenteraad van Liverpool in de jaren 1980 ingevoerd om de besparingen en Thatcher te verslaan. Deze resolutie kan nu door rechtse gemeenteraadsleden – de overgrote meerderheid van de 7.000 lokale verkozenen van Labour – gebruikt worden als excuus om met de conservatieven samen te werken bij het doorvoeren van het besparingsproject van de regering en de heersende klasse. Wij zijn bereid om deel te zijn van wat een belangrijke bocht naar links kan zijn, maar dit mag niet ten koste gaan van deelnemen aan en leiding geven aan bewegingen van jongeren en werkenden in het verzet tegen het kapitalistische beleid, waarbij we dit verbinden aan de strijd voor socialistische verandering in Groot-Brittannië, Europa en de wereld.
-
Verdedig Corbyn: doorzetten tegen de rechtse machtsgreep in Labour

Corbyn en zijn medestander McDonnell op een protestactie. Foto: Socialist Party Standpunt van de Socialist Party, onze zusterorganisatie in Engeland en Wales
Vierduizend betogers in Liverpool, 1.000 in Manchester, 800 in Leeds, duizenden in Londen. In heel het land kwamen mensen op straat om hun steun aan Jeremy Corbyn te tonen en om te protesteren tegen de 172 parlementsleden van Labour die een oorlog voeren om Jeremy Corbyn tot ontslag te dwingen. Ze houden er geen rekening mee dat Corbyn amper negen maanden geleden met een overweldigende steun van de leden werd verkozen. De rechtse partijmachine wil Corbyn ten alle prijze weg en is bereid om daar alle mogelijke middelen voor in te zetten. De stemming van wantrouwen in de parlementaire fractie werd gevolgd door nieuwe uithalen van parlementsleden die Corbyn ten onrechte antisemitisme verwijten.
Er waren openlijke oproepen van verschillende rechtse Labour-figuren, waaronder auteur Robert Harris in de Tory Times, om “lid te worden van Labour om Corbyn weg te krijgen.” Ondanks deze inspanningen heeft het overgrote deel van de tienduizenden mensen die de afgelopen week lid werden van Labour dit net gedaan om Corbyn te verdedigen. Zoals we eerder opmerkten, is het probleem van de rechterzijde van Labour haar gebrek aan sociale basis. Hoe zouden ze ook kunnen mobiliseren met een programma tegen gratis onderwijs, tegen sociale huisvesting en voor het platbombarderen van nog meer landen?
Dat kan niet gebruikt worden en dus wordt het ongestaafde argument gebruikt dat een rechtsere partijleider meer kans maakt om verkiezingen te winnen. De echte reden voor de campagne tegen Corbyn is niet dat hij onverkiesbaar is, maar dat de rechterzijde net vreest dat hij de verkiezingen zou winnen. Volgens Tony Blair himself zou een bewind onder premier Jeremy Corbyn “een erg gevaarlijk experiment” zijn. Hij en zijn aanhangers zijn vastberaden om dit te voorkomen.
Jeremy Corbyn won de voorzittersverkiezingen in wat een opstand tegen het besparingsbeleid was. Als hij de parlementsverkiezingen wint, dan vreest het establishment dat dit de hoop van miljoenen werkende mensen op verandering zou versterken waardoor de regering onder druk van onderuit tot radicale maatregelen moet overgaan die het systeem en de winsten bedreigen. Dat is de fundamentele reden waarom de aanhangers van Blair, de vertegenwoordigers van de 1% rijksten in Labour, zo vastberaden zijn om Corbyn weg te krijgen. Ze hadden gehoopt om dit te doen voor de publicatie van het Chilcot-rapport dat vernietigend is voor zowel Blair als alle andere parlementsleden van Labour – waaronder kandidaat-voorzitter Angela Eagle – die de oorlog in Irak steunden.
Er is nu een openlijke oorlog in de parlementaire fractie van Labour. Het slechtst mogelijke antwoord hierop is een capitulatie. Het spreekt voor Corbyn dat hij totnutoe heeft doorgezet. Len McCluskey, de algemeen secretaris van de vakbond Unite (de grootste vakbond die met Labour verbonden is), sprak zich uit voor Corbyn. Maar vervolgens suggereerde hij dat de vakbonden een akkoord kunnen zoeken tussen Corbyn en zijn aanhangers aan de ene kant en de 172 parlementsleden die Corbyn een mes in de rug willen steken aan de andere kant. Een principieel compromis met parlementsleden die Labour willen splitsen om Corbyn weg te krijgen, is echter niet mogelijk.
Compromis
De afgelopen negen maanden leidden pogingen tot compromissen met de rechterzijde tot een aantal grote toegevingen. Zo werd beslist om niet te gaan voor het deselecteren van rechtse parlementsleden en kwam er geen oproep aan door Labour geleide gemeenteraden om de besparingen in de openbare diensten te stoppen. De poging tot compromis met de rechterzijde leidde er ook toe dat Momentum, de organisatie opgezet om Corbyn te ondersteunen, besloot om de Socialist Party en anderen buiten te houden.
Nu is het duidelijk dat de strategie van het compromis niet werkt. Het zal erop aankomen om vastberaden door te zetten en te bouwen op de brede steun waarmee Jeremy Corbyn tot voorzitter van Labour werd verkozen en die zich nu ook op straat laat zien. Er is nood aan een conferentie van de arbeidersbeweging met al wie Corbyn steunt: de vakbonden (zowel diegenen die met Labour verbonden zijn als de andere), afdelingen van Labour en alle linkse en socialistische organisaties en militanten, zowel binnen als buiten Labour.
De rechterzijde gaf al aan dat een afsplitsing overwogen wordt indien ze er niet in slaagt om Corbyn weg te krijgen. Deze optie was eigenlijk al aanwezig van de dag dat Corbyn verkozen werd als voorzitter. In september schreef de Sunday Times al: “Steungevers zijn bereid om miljoenen ponden in de nieuwe partij te pompen die voorlopig de Progressieve Democraten wordt genoemd. Dit zou Labour achterlaten met alle schulden.” Voor de rijke vrienden van de rechterzijde zou een dergelijke afsplitsing, net zoals die van de SDP begin jaren 1980, niets anders zijn dan een nieuwe cynische poging om te vermijden dat er een linkse Labour-regering verkozen raakt.
Veel aanhangers van Labour vrezen dat zo’n scenario de partij zou verzwakken. Nochtans is het tegendeel waar. Een afsplitsing van de rechterzijde zou aanvankelijk zeker leiden tot een dramatische afname van het aantal parlementsleden in Westminster. Maar een groep van 40, of zelfs maar 20 of 30, parlementsleden die consequent ingaan tegen het besparingsbeleid en de kant van de werkenden in strijd kiezen, zou efficiënter zijn voor het verzet tegen de conservatieven dan 232 ‘Labour’ verkozenen die steevast meestemmen met besparingen, privatiseringen en oorlogen. Een hersticht Labour als anti-besparingspartij zou snelle electorale groei kennen. Dit zagen we eerder in andere landen, onder meer de verkiezing van Syriza in Griekenland in 2015 op een anti-besparingsprogramma of de groeiende steun voor links in Spanje.
Een hersticht Labour zou een open, democratische federale structuur moeten aannemen, naar het voorbeeld van de structuren van Labour bij de oprichting ervan begin 20ste eeuw. Op deze manier zou al wie zich tegen de besparingen verzet, waaronder de Socialist Party of activisten van de groenen en andere krachten, kunnen deelnemen. Deze partij zou met het programma waarmee Corbyn als voorzitter verkozen werd als startpunt een campagne tegen het besparingsbeleid kunnen starten. Dit zou gericht zijn tegen al wie besparingen doorvoert, of het nu Brussel, Westminster of de lokale gemeentebesturen zijn.
Een dergelijk programma – met onder meer de eis van een minimumloon van 10 pond per uur, nationalisatie van het spoor en de energiesector, massale bouw van sociale huisvesting, … – met een actieve campagne ervoor, zou miljoenen mensen enthousiasmeren. Het zou ook velen die hun woede toonden door voor een exit te stemmen in het EU-referendum meetrekken. Het zou eigenlijk de vorming van een nieuwe radicale arbeiderspartij zijn die werkenden en jongeren die tegen het kapitalisme willen ingaan kan organiseren.
-
‘Het establishment’ van Owen Jones: hoe de gevestigde orde bestrijden?
Het boek van Owen Jones over de heersende klasse is nuttig om de kritiek op het establishment te populariseren. Maar waar socialisten in hun analyse benadrukken hoe strijd tussen verschillende klassen de parameters van de democratie bepalen, lijkt Owen Jones er in dit boek van uit te gaan dat de conservatieve ideologie op basis van de kracht van ideeën terrein kon winnen, ook binnen de Labour partij.Recensie door Michael Barker
Marxisten zijn het niet eens met die benadering, maar het boek is nuttig omdat het aangeeft hoe het politieke establishment neerkijkt op ons, hun kiezers. Jones maakt gebruik van het valse gevoel van bescherming en isolement van het politieke establishment door een uitgebreid onderzoek te voeren met soms erg openhartige interviews van leden van deze elite – zowel Tories als Labour-leden. Het maakt dat een groot deel van het verhaal door het establishment zelf wordt gedaan.
“Het huidige establishment bestaat – zoals dit steeds het geval was – uit machtige groepen die hun positie moeten beschermen in een democratie waarin zowat de volledige volwassen bevolking stemrecht heeft”, legt Jones uit. “Het establishment is een poging om voor deze groepen de democratie te ‘beheren’, om ervoor te zorgen dat hun belangen niet bedreigd worden.” Het doet ook volgens Jones denken aan wat Marx en Engels schreven in ‘Het Communistisch Manifest’, met name dat de “kapitalistische regeringen een soort van ‘comité voor het beheer van de dagelijkse zaken van de hele burgerij’ vormen, een soort van technocratisch front voor de top van de big business.”
Een groot deel van het boek wordt gebruikt om aan te tonen in welke mate het establishment zichzelf verrijkt op de kap van de gemeenschap. Een belangrijk deel gaat over zijn analyse van de neergang van Labour. “De aanpassing van Labour aan het establishment vanaf 1994”, schrijft hij, “was uitgewerkt door Tony Blair en Gordon Brown.” De vakbonden hadden in de jaren 1970 dan wel “enkele strijdbewegingen gewonnen”, maar “de volledige vakbeweging stond op de rand van een zware nederlaag. Groot-Brittannië stond steeds meer open voor de ideeën van de [extreemrechtse] Mont Pelerin stichting.”
Hier begeeft Owen Jones zich op wel erg glad ijs. Wanneer kwam de Britse bevolking meer onder invloed van rechtse ideeën? Wij denken dat dit vooral het resultaat was van de bocht naar rechts door de leiding van Labour doorheen de jaren 1970 toen de na-oorlogse economische groei die een reformistisch beleid mogelijk maakte ten einde kwam. In 1977 ging Labour over tot besparingen op de publieke uitgaven voor maar liefst 8 miljard pond. Het is wellicht geen toeval dat Margeret Thatcher aan de macht kwam op het ogenblik dat de rechtse Labour-leiders een Thatcheriaans beleid omarmden.
Jones verwijst naar reclameman Lord Bell als “een spil in de Thatcheriaanse kruistocht” van ideeën. Hij stelt dat Lord Bell meewerkte aan het “mediaoffensief van de National Coal Board tegen de vakbonden.” Maar de vakbonden werden niet verslagen door louter ideeën. Het was eerst en vooral de leiding van Labour die vakbonden aan hun lot overliet, in het bijzonder ten tijde van Neil Kinnock in de jaren 1980. Hij was een partijleider die in juli 1984 publiek vernederd werd door de 100.000 aanwezigen op het Durham Miners’ Gala. Hij werd uitgejouwd wegens zijn openlijke aanval op de mijnwerkersvakbond NUM. Maar voor Jones is de rol van de Labour-leiding niet van belang.
Owen Jones kan uit het werk van zijn collega-columnist bij The Guardian, Seamus Milne, over de vreselijke rol van Kinnock in het ondermijnen van arbeidersorganisaties nochtans veel halen. In Milne’s ‘The Enemy Within: The Secret War Against the Miners’ (1994) wordt bijvoorbeeld het verhaal van de mijnwerkersstaking gedaan. Het dichtste dat Owen Jones bij de rol van Kinnock komt, is in een cryptische passage tijdens een discussie over de politieke loopbaan van Patricia Hewitt.
Jones omschrijft Hewitt als iemand die ooit “een rebelse linkse figuur” was die “de campagne van Tonny Benn voor de positie van vicevoorzitter van Labour in 1981 steunde.” Hij slaat dan enkele decennia over om te concluderen: “Ze eindigde als een hardleerse aanhanger van Blair.” Hewitt was voorheen een voorstander van een publiek beheerde gezondheidsdienst maar raakte steeds meer betrokken in private gezondheidsbedrijven. Hewitt was woordvoerder van Kinnock tussen 1983 en 1987, waarna ze zijn trouwe beleidsmedewerker werd. Ze schreef mee aan de controversiële toespraak van Kinnock op het partijcongres van 1985 toen het gemeentebestuur van Liverpool hard werd aangepakt. Dat gemeentebestuur stond onder de politieke leiding van de aanhangers van Militant, de voorloper van de Socialist Party. Jones is ongetwijfeld op de hoogte van deze geschiedenis, maar hij vindt het niet nodig om hierop in te gaan. Hij verwijst enkel terloops naar “Defeat from the Jaws of Victory: Inside Kinnock’s Labour Party” van Richard Heffernan en Mike Marqusee waarin de rol van Kinnock, Hewitt en hun medestanders in het ondermijnen van de arbeidersklasse wordt beschreven.
Ondanks de bijtende kritiek van Owen Jones op Labour, ziet hij deze partij nog steeds als het minste kwaad tegenover de Tories en de Liberal Democrats. “Nadat Tony Blair partijleider werd, heeft New Labour de partijdemocratie aan banden gelegd”, schrijft hij. Maar hij beperkt de problemen tot Tony Blair en zijn aanhangers – die “de meest restrictieve antivakbondswetten in de westerse wereld” behielden. Hierdoor denkt Jones dat Labour nog steeds kan heroverd worden. Hij schreef het boek voor Jeremy Corbyn de nieuwe partijleider werd. Het blijft nog maar de vraag of er nog voldoende democratische structuren zijn in de partij om van Labour onder Corbyn terug een instrument voor de arbeidersklasse te maken.
Het politieke establishment regeert bijna onbetwist omdat Labour zijn positie als politieke stem van de arbeidersklasse volledig heeft opgegeven. Dit bleek onder meer toen een meerderheid van de verkozenen van Labour niet eens tegen de gehate besparingen op de sociale zekerheid stemde. In januari werd het volledige besparingsproject van de toen nog Conservatief-Liberaal Democratische regering door slechts vijf Labour parlementsleden verworpen. Jones merkt in het boek op dat het establishment “nooit de harten van de Britse bevolking heeft veroverd, peilingen geven consistent aan dat de meeste mensen voor hogere belastingen voor de rijken zijn en tegen het afstemmen van openbare diensten op de winsten.”
In plaats van te bouwen aan een nieuw democratisch socialistisch alternatief, met als “doel om tegen de machtigen en rijken in te gaan” (zoals Jones het zegt), vormt het standpunt van Owen Jones een rem op dergelijke vooruitgang. Zijn voorstellen maken van hem eerder een moderne tegenhanger van de conservatieve vakbondsleiders die in de 19de eeuw tegen de vorming van een nieuwe politieke organisatie waren omdat ze “dachten dat de arbeidersbeweging meer zou bereiken door zijn banden met de Liberal Party.” Ondanks zijn eigen analyse van de oppositie tegen de oprichting van de Labour Party blijft Owen Jones aan zijn achterhaald standpunt vasthouden. Tegelijk erkent hij dat de gevestigde partijen vandaag geen “democratische bewegingen met een basis in de gemeenschappen” zijn, maar slechts “lege dozen.”
-
Labour. Blairisten geschokt door populariteit linkse ideeën van Corbyn
Linkse kandidaat voor Labour leiding onder vuur genomen door rechterzijde

Corbyn spreekt syndicalisten toe. De rechtse Labour verkozene John Mann riep de partijleiding op om de voorzittersverkiezingen stop te zetten omdat de partij zo geïnfiltreerd worden door ‘types van de Militant tendens’. Volgens de krant Daily Mail zou de fractievoorzitter van Labour in het Lagerhuis, John Cryer, verklaard hebben: “Aanhangers van Militant gebruiken de Trade Unionist and Socialist Coalition” (TUSC) om het lidgeld van 3 pond te betalen zodat ze kunnen stemmen.”
Deze verklaringen zijn compleet van de pot gerukt. Maar ze wijzen tegelijk op de angst onder de rechtse kliek die de Labour partij vandaag domineert voor het enthousiasme dat ontstaan is voor de campagne van Jeremy Corbyn. Corbyn zit al jarenlang in het parlement en is een van de weinige linkse figuren die nog in de partij actief is. Vooral jongeren en syndicalisten zijn enthousiast voor zijn campagne en zien in Corbyn een antibesparingskandidaat.
Dit enthousiasme toont de enorme populariteit van radicale en socialistische ideeën zodra deze een breder platform krijgen. De Socialist Party heeft al meermaals opgemerkt dat de werkende bevolking een pak linkser is dan Labour. De steun voor de hernationalisatie van de energiebedrijven, de post en de spoorwegen loopt op tot 68%, 67% en 66% (YouGov 4 november 2013).
Jongeren die enthousiast zijn voor standpunten die tegen het besparingsbeleid ingaan en die daar actief rond worden, zelfs indien het maar in een voorverkiezing naar Amerikaans model is, vormen de ergste nachtmerrie voor de Blairisten. Zij hebben decennialang gezwoegd om socialistische ideeën uit de Labour partij weg te krijgen, te beginnen met de uitsluiting van de Militant in de jaren 1980. Het is ironisch dat hun eigen afbraak van de democratische structuren van de Labour partij tot deze situatie geleid heeft. Door de leiding van de partij te verkiezen in een soort Amerikaanse primaries waarbij iedereen die 3 pond betaalt kan stemmen, hebben ze per ongeluk een stem gegeven aan de vele mensen die compleet ontgoocheld zijn in de mantra van ‘light besparingen’ door Labour.
De Socialist Party, voorheen Militant, wenst Jeremy Corbyn alle succes toe in de verkiezingen in Labour. Als hij wint, zou dit een stap vooruit zijn en zou het in de praktijk de vorming van een nieuwe partij kunnen betekenen. Wij zijn zelf onderdeel van de Trade Unionist and Socialist Coalition (TUSC), samen met de transportvakbond RMT en tal van andere socialisten en syndicalisten. TUSC had meer dan 700 kandidaten in de verkiezingen van 7 mei en wil de basis leggen voor een nieuwe partij van de werkende bevolking om 100% tegen de besparingen in te gaan. We vragen aanhangers van TUSC niet om Labour te vervoegen, maar wel om verder te bouwen aan TUSC.
Los van het resultaat van de verkiezingen in Labour zien we vandaag de populariteit van socialistische standpunten en het potentieel om daarrond te bouwen. Tegenover de aanhoudende besparingen hebben we dringend nood aan een partij die in verzet gaat. Als Jeremy Corbyn de verkiezingen verliest, kan hij best met zijn aanhangers uit de besparingsgevangenis van Labour stappen en bouwen aan een nieuwe partij die duidelijk ingaat tegen besparingen en voor een socialistisch programma opkomt.
Moest Corbyn winnen, dan komt er wellicht een openlijke revolte van de rechterzijde in de partij. Deze rechterzijde domineert de parlementaire fractie en het partijapparaat. Van de 232 parlementairen van Labour zijn er amper 9 lid van de Socialist Campaign Group waartoe Corbyn behoort. Verschillende parlementairen dreigden al met nieuwe verkiezingen om Corbyn ‘nog voor kerstmis’ buiten te krijgen indien hij het haalt.
In plaats van de democratie te respecteren, zouden de Blairisten liever de kiezers ontbinden om een nieuw electoraat te bekomen. Corbyn moet in dit geval zoveel mogelijk steun mobiliseren vanuit de arbeidersbeweging. We zouden hem aanmoedigen als hij een conferentie zou organiseren van al wie voor hem stemde samen met de vele vakbonden – met inbegrip van bonden die niet met Labour verbonden zijn zoals RMT, PCS en FBU – die zijn programma steunen. De Socialist Party zou zeker aan zo’n conferentie deelnemen en andere aanhangers van TUSC aanmoedigen om hetzelfde te doen.
-
Socialisten en de kandidatuur van Jeremy Corbyn voor de leiding van Labour
De kandidatuur van Jeremy Corbyn, een gekende linkse figuur binnen Labour, voor de partijleiding heeft de aandacht gevestigd op de strijd voor het voorzitterschap van Labour. De afgelopen jaren waren die verkiezingen beperkt tot een strijd tussen pro-kapitalistische aanhangers van Blair.Analyse door Peter Taaffe, Socialist Party
Sommigen hopen wellicht dat het na decennia van rampzalig rechts bewind in Labour, zowel politiek als organisatorisch, mogelijk is om de pendule met Jeremy Corbyn terug wat naar links te krijgen. We wensen Jeremy veel succes en hopen dat hij veel stemmen haalt. Het is niet waarschijnlijk, maar als hij haalt, zullen we die overwinning verwelkomen. Maar daarnaast hopen we vooral dat de thema’s die hij in de discussie brengt – verzet tegen kernwapens, hernationalisatie van geprivatiseerde sectoren zoals het spoor, verzet tegen besparingen, een alternatief links programma – de linkerzijde zullen versterken en ook nieuwe interesse in socialisme zullen teweegbrengen, in het bijzonder onder de jongeren.
Maar we denken niet dat Jeremy erin zal slagen om Labour om te vormen tot een politiek wapen voor de arbeidersbeweging. Elke illusie dat zijn campagne daarin kan slagen, is gedoemd om te mislukken. Het proces is te ver gegaan en heeft Labour omgevormd tot een Britse versie van de Amerikaanse Democraten.
Het schrappen van clausule IV, deel 4 van de statuten van Labour, het deel dat de socialistische doelstelling van de beweging omschreef, en de erosie van de rol van de vakbonden in de partij zijn geen nieuw gegeven. Deze operatie werd voorafgegaan door een vervolging, met uitsluitingen, van de linkerzijde die tegen de Tories inging, tegen de Poll Tax streed, … Gemeentebesturen onder leiding van Labour hebben harde besparingen ‘goedgekeurd’, vaak zonder ook maar enige kritische bedenking of maatregel om de werkenden te beschermen.
Zoals de krant New Statesman opmerkte, raakte Jeremy Corbyn pas op het laatste moment aan de vereiste handtekeningen om aan de voorzittersverkiezingen te kunnen deelnemen. Pas op het laatste moment besloten enkele zogenaamde ‘centrumrechtse’ krachten om hun stem “uit te lenen” aan Corbyn. Dit gebeurde omwille van eigen cynische politieke redenen van deze rechtse krachten. De New Statesman merkt op: “Een ernstige principiële linkse kandidaat kan deelnemen aan de verkiezingen, maar niet omwille van de sterkte van de linkerzijde in Labour. Het kon enkel door een combinatie van een publieke campagne en de opstelling van enkele meer gematigde parlementsleden van Labour.”
Het aanvaarden van deze gang van zaken kan ervoor zorgen dat de werkenden er langer over doen om tot de evidente conclusie te komen dat de vakbonden en werkenden dringend stappen moeten zetten in de opbouw van een nieuwe massale arbeiderspartij. De ‘gematigde’ verkozenen willen bewust het imago van een Labour partij waarin er ook plaats is voor socialisten en de linkerzijde, maar dan wel om uiteindelijk de rechtse koers van de partij te steunen.
“Light besparingen”?
De politieke positie van de drie belangrijkste kandidaat-voorzitters bevestigt de rechtse koers van Labour. Andy Burnham zou naar verluidt de meeste vakbondssteun genieten. Hij wil naar eigen zeggen “het beste van Tony Blair en Ed Miliband combineren” (Observer, 14 juni). Over welk “beste” heeft hij het eigenlijk? De moordende oorlog in Irak waar Jeremy Corbyn een uitgesproken tegenstander van was, of de privatiseringspolitiek die door Blair en Miliband werd gesteund en uitgevoerd?
Het programma van Ed Miliband bestond uit “light besparingen” en steun aan het mythische “progressieve kapitalisme”. Ondanks enkele radicale eisen, stond Miliband politiek heel dicht bij Blair en Brown. Die laatsten slaagden er met al hun spindoctors in om meer dan vier miljoen kiezers van Labour te verliezen tussen 1997 en de nederlaag in 2010 en die van dit jaar.
Op de vakbondsconferentie van GMB eerder dit jaar werd Burnham uitgejouwd. Dat kwam omdat hij net zoals de andere kandidaat-voorzitter Yvette Cooper weigerde om in te gaan tegen de regeringsmaatregel om de uitgaven voor de sociale zekerheid te beperken. Zelfs de Labour-gezinde journalist Paul Routledge schreef in de Daily Mirror hoe Burnham zichzelf op de thee had geïnviteerd op het koninklijk paleis en daar prins Charles begroette met de gevleugelde woorden: “Ik heb de eer om uwe koninklijke hoogheids meest nederige en trouwe dienaar te zijn”. Routledge merkte hierover op: “Wat een slijmbal.”
De kandidaten naast Jeremy Corbyn zijn zo rechts dat zelfs een rechtse vakbondssecretaris als Dave Prentis op de conferentie van Unison een halve waarschuwing de wereld in stuurde. Hij stelde dat Unison “zijn banden met Labour zal herzien als de partij naar rechts opschuift.” Het is een indicatie van de druk van onderuit die een impact heeft op zelfs de minst strijdbare vakbondsleiders. Er zijn grenzen aan het asociale karakter van de politieke ‘vrienden’. Het is ook een uitdrukking van de druk voor een nieuwe start van de werkende klasse buiten Labour. Dave Prentis zal daarin niet vooraan staan, het zal van onderuit komen.
Amerikaanse campagne van Bernie Sanders
Er zijn enkele gelijkenissen met wat momenteel in de VS gebeurt. De radicale linkse Bernie Sanders voert daar een campagne waarin hij uithaalt naar de rijksten en de enorme ongelijkheid die de Amerikaanse samenleving ondermijnt. Zijn campagne leidt tot heel wat enthousiasme onder werkenden en jongeren. Het heeft zelfs een impact op de campagne van Hillary Clinton. Die campagne wordt, in woorden althans, naar links geduwd.
Marxisten in de VS hebben de campagne van Sanders verwelkomd en nemen eraan deel. Maar tegelijk geven ze kritiek op Bernie Sanders omdat hij binnen het kader van de gediscrediteerde Democratische partij blijft, terwijl die Democraten samen met de Republikeinen de politieke arm van de kapitalisten zijn. Socialist Alternative suggereerde dat Bernie Sanders beter een campagne zou voeren om zoveel mogelijk werkenden en jongeren te mobiliseren, vooral van buiten de Democraten, maar dan niet om het gediscrediteerde politieke instrument van de miljardairs te ondersteunen.
Het zou de basis kunnen vormen voor een nieuwe massale linkse kracht die een echt politiek alternatief kan bieden aan de Amerikaanse werkenden die daarvoor open staan. De enorme steun voor Kshama Sawant van Socialist Alternative in Seattle toont het potentieel.
Hetzelfde geldt voor Labour in Groot-Brittannië. Die partij is omgevormd van een arbeiderspartij aan de basis maar met een pro-kapitalistische leiding in een volledig burgerlijke kapitalistische formatie. Dit blijkt uit het politieke programma maar ook uit de organisatorische methoden waarmee bijvoorbeeld de voorzitter wordt verkozen.
De voorzittersverkiezingen krijgen meer het karakter van de primaries in de VS. In het verleden waren het de actieve leden en organisaties die met de partij verbonden waren die democratisch beslisten over het politieke programma en de kandidaten. Dit is ondermijnd door zogenaamde ‘hervormingen’ door de rechterzijde. De rol van van de vakbonden werd aan banden gelegd. De bonden mogen wel financieel steunen – in 2014 werd 11 miljoen pond aan Labour gegeven, met de laatste verkiezingen was Unite alleen goed voor giften van 3,5 miljoen pond – maar hebben niets te zeggen in de partij.
Stemmen kosten 3 pond
De hervormingen zijn nu nog een stap verder doorgezet. Labour plaatst in alle nationale kranten advertenties met de boodschap: “Het is jouw keuze. Bepaal de toekomst. Wie moet Labour leiden? Zet je standpunt om in een stem door sms te sturen. Als je het eens bent met de waarden van Labour, verkies dan onze volgende voorzitter. Registreer je als Labour-lid, dat kan nu voor 3 pond, en stem in de voorzittersverkiezingen.”
Dit betekent dat gelijk wie die een sms stuurt en 3 pond betaalt, kan beslissen over de voorzitter van Labour. De Tories die niet alleen hun eigen partij en hun eigen partijleider Cameron willen, kunnen nu dus ook bepalen wie de leider van Labour wordt. De regels voor deze voorzitterverkiezingen zijn ideaal voor hen.
Het laat het establishment en de gevestigde media toe om de leiding van Labour op directe wijze te selecteren in plaats van indirect te moeten werken zoals in het verleden. Het rechtse venijn van The Sun staat al klaar om Corbyn af te doen als een “linkse terroristenliefhebber”. Maar ook de andere media kunnen met enorme aandacht voor bepaalde kandidaten bepalen wie het zal halen. Wat is het verschil met stemmen kopen?
Simon Heffer schreef recent in Sunday Telegraph: “De harde waarheid is date r niet langer nood is aan een traditionele arbeiderspartij.” Van het ontstaan van Labour op het begin van de 20ste eeuw waren de kapitalisten vijandig tegenover het idee van een onafhankelijke arbeiderspartij. Alles werd in het werk gesteld om de partij te ondermijnen en uiteindelijk van karakter te doen veranderen.
Ze zijn daar met Blair en Brown uiteindelijk volledig ingeslaagd. Maar zelfs dat is blijkbaar niet genoeg. Zelfs wat aan linkerzijde in Labour overblijft, moet weg. De arbeidersklasse moet het zonder politiek instrument stellen.
Socialistische linkerzijde opbouwen
Ondanks alle goede bedoelingen zal de campagne van Jeremy Corbyn de Labour partij niet terug veranderen. Het kan wel bijdragen aan de opbouw van een sterkere linkerzijde, onder meer op basis van de vakbonden, die aanwezig is in het politieke debat en zo het bewustzijn vergroot en de weg bereidt naar een echte sterke socialistische linkerzijde die aan de basis ligt van een nieuwe massale partij van de werkende klasse.
Het programma van zo’n partij moet socialistisch zijn, maar er moet ook een actiestrategie zijn waarmee de werkende bevolking wordt gemobiliseerd tegen de huidige rechtse regering en tegen het kapitalisme. Het volstaat niet om gewoon tegen besparingen te zijn, tegen de geplande armoede. We moeten ook nagaan hoe we de aanvallen op nationaal en lokaal vlak kunnen stoppen.
Jeremy Corbyn zou een directe oproep moeten doen aan alle gemeenteraadsleden van Labour om zich te verzetten tegen de komende besparingen van Osborne en Cameron. Dit mag niet beperkt worden tot symbolische uitspraken, het kan gebeuren aan de hand van lokale begrotingen die vertrekken van de behoeften van de bevolking.
De vakbonden moeten hun verbale protest tegen de regeringsplannen om de vakbonden aan te pakken – onder meer door beperkingen op referenda om acties te organiseren en veranderingen in de politieke fondsen, naast de verdere aanvallen op de publieke uitgaven – omzetten in daden. De voorbereiding van een algemene 24-urenstaking moet onmiddellijk beslist worden.
Jeremy Corbyn moet vooraan staan in het formuleren van dergelijke voorstellen en eisen. Als de voorzittersverkiezingen leiden tot ‘meer van hetzelfde’ met een verderzetting van het Blairisme, of het nu van Kendall, Burnham of Cooper komt, dan moet Corbyn conclusies trekken en uit Labour stappen om een nieuwe massale kracht op te bouwen.
-
Labour kan de Tories geen nederlaag toebrengen. Strijd tegen besparingen opvoeren!
Miljoenen Britten werden op vrijdag 8 mei wakker met de nachtmerrie van een conservatieve meerderheidsregering. Werkenden, gepensioneerden, jongeren, werklozen en mensen met een beperking: zij en vele anderen vrezen jaren van nog meer ellende onder de nieuwe regering. Langs de andere kant reageerden de beurzen tevreden, zij gingen vooruit omdat ‘hun regering’ aan de macht blijft.Het is onwaarschijnlijk dat Labour er niet in slaagde om de coalitieregering van Conservatieven (Tories) en Liberaal-Democraten een nederlaag toe te brengen. Deze regering was immers verantwoordelijk voor de grootste aanval op de lonen sinds het Victoriaanse tijdperk en voor een grondige afbraak van de openbare diensten.
De rechtse media stellen nu dat is aangetoond dat Labour zich te links had opgesteld. Het tegendeel is waar. Labour was niet links genoeg en bracht geen alternatief op de besparingen naar voor. In Schotland haalde de Scottish Nationalist Party (SNP) een monsterscore waarbij Labour bijna volledig van de kaart is geveegd. Labour werd door veel Schotse kiezers omschreven als de ‘rode Tories’. De SNP heeft in Schotland ook een besparingsbeleid gevoerd, maar de partij werd gezien als een factor links van Labour en een anti-besparingspartij. Het was op die basis dat de SNP kon winnen.
Ook in Engeland en Wales was er steun voor de opstelling van de SNP tegen de besparingen. In peilingen haalde de SNP tot 9% van de stemmen doorheen Groot-Brittannië, ook al kwam de partij enkel in Schotland op.
Labour bleef herhalen dat ook zij besparingen zou doorvoeren in de publieke uitgaven en dat de partij ‘strenger’ zou zijn inzake uitkeringen dan de Tories. Partijleider Ed Miliband weigerde het idee op te nemen van een regering die de steun van de SNP zou genieten, zelfs indien dit betekende dat de deur werd open gezet voor een Tory-regering.
Aan wie een einde aan de besparingen wilde, gaf Labour het duidelijke signaal dat niet op deze partij kon gerekend worden.
De Tories wonnen niet, Labour verloor!
In 2010 stemde amper 24% van de kiezers voor de Tories. Het stemmenaantal ging nu lichtjes vooruit met ongeveer een half miljoen. Tegelijk verloren de Liberaal-Democraten meer dan vier miljoen stemmen. De Tories konnen vooral zetels winnen door de stemmen die ze haalden bij rechtse kiezers van de Liberaal-Democraten. Hierdoor volstond een kleine toename van het stemmenaantal om een meerderheid te halen.
Ongetwijfeld waren sommige van die kiezers beïnvloed door de angstcampagne van de Tories en de rechtse media tegen de SNP. Het feit dat Labour niet antwoordde op dit punt maakte die campagne gemakkelijker.
Labour slaagde erin om een grotere vooruitgang qua stemmenaantal te realiseren, de partij ging met 1,4% vooruit. De opkomst in Schotland was hoog, maar in Engeland was het amper 65%, wat niet meer is dan bij de vorige verkiezingen. Miljoenen mensen gingen niet stemmen uit afkeer van alle gevestigde partijen.
Anderen protesteerden door voor het rechtse UKIP te stemmen. Die partij werd tweede in meer dan 90 districten, waaronder heel wat voormalige bastions van Labour. Nog anderen, zowat een miljoen mensen, stemden voor de Groenen.
Trade Unionist and Socialist Coalition (TUSC)
De alliantie van strijdbare syndicalisten en socialisten, TUSC, had 135 kandidaten in de parlementsverkiezingen en meer dan 600 in de gemeenteraadsverkiezingen. TUSC heeft nog niet de kracht of het profiel om het verzet tegen de besparingen te kanaliseren. Maar er werden bij deze verkiezingen toch meer dan 100.000 stemmen voor TUSC uitgebracht.In Coventry North West haalde Dave Nellist, de voorzitter van TUSC, 1.769 stemmen. In Southampton werd gemeenteraadslid Don Thomas herverkozen met 2.500 stemmen, een meerderheid van 1.000 stemmen. De details van de resultaten van TUSC verschijnen op tusc.org.uk.
De anti-besparingsboodschap van TUSC in deze verkiezingen was een belangrijke eerste stap in de opbouw van een partij die de belangen van de werkende bevolking verdedigt. Het falen van Labour in deze verkiezingen toont de noodzaak aan van een nieuwe stem voor de werkende klasse. De vakbeweging moet dringend de discussie aangaan over hoe een nieuwe massale arbeiderspartij kan opgezet worden.
Tegelijk moet de arbeidersbeweging zich voorbereiden op het verzet tegen de aanvallen die de regering zal inzetten. De vorige regering hadden we kunnen we verslaan indien de algemene staking van de openbare sector in november 2011 als startpunt was gebruikt voor een massabeweging tegen de besparingen. In plaats daarvan werd de strijd door een meerderheid van de vakbondsleiders op een zijspoor gezet, er werd ons gezegd dat we moesten wachten op een Labour-regering. We moeten ons organiseren om te vermijden dat dit nogmaals kan gebeuren.
Het NSSN (National Shop Stewards Netwerk), een netwerk van strijdbare delegees en vakbondsverantwoordelijken, houdt op 4 juli een conferentie om zich op de strijd voor te bereiden. Als een beweging tegen de besparingen wordt geblokkeerd door de vakbondsleiders, dan zal ze andere wegen vinden. Dat zien we onder meer met de sterke beweging tegen de nieuwe waterbelasting in Ierland op dit ogenblik.
Om alle kansen voor de uitbouw van een beweging tegen het besparingsbeleid te grijpen, moeten we bouwen aan een zo sterk mogelijke socialistische organisatie. Dat is waar de Socialist Party voor opkomt en waarom ze zich verder wil uitbouwen.