Tag: koopkracht

  • Vijf voorstellen om het strijdsyndicalisme van onderuit te versterken

    Delegees, militanten en alle werkenden en hun gezinnen staan voor een hete herfst van sociale onrust. Dit brengt heel wat uitdagingen met zich mee. Een strijdbaar syndicalisme is essentieel en iedereen kan daaraan bijdragen. Enkele voorstellen.

    door een delegee

    1. Onze woede organiseren en daarbij zoveel mogelijk mensen betrekken

    We staan sterker als we personeelsvergaderingen organiseren om acties voor te bereiden. Bijeenkomsten waarop iedereen kan spreken, vergroten de betrokkenheid. Het helpt om collega’s van andere afdelingen te ontmoeten, het biedt mogelijkheden om de situatie van het bedrijf en om eisen te bespreken, maar ook om vragen te beantwoorden en zelfs om materiaal als spandoeken, bordjes, specifieke slogans enzoverder voor te bereiden. Een personeelsvergadering maakt de sfeer onder de collega’s duidelijk en biedt een kans om enthousiasme te stimuleren om twijfelaars over de brug te trekken. Voor delegees biedt het een kans om toekomstige delegees te leren kennen.

    1. De eenheid van alle collega’s versterken, geen ruimte laten voor verdeeldheid

    Alleen staan we altijd zwakker. De werkende klasse is divers inzake geslacht, seksuele geaardheid, huidskleur, godsdienst … Actief ingaan tegen discriminatie stelt iedereen in staat om mee te doen en zich goed te voelen in de beweging.

    Seksistische of racistische ‘grapjes’ zijn onaanvaardbaar, zelfs indien de makers het onschuldig vinden. Zal een collega die door een leidinggevende seksueel geïntimideerd wordt, naar een delegee stappen die er zelf grapjes over maakt? Zal zij aan een stakerspost of een delegatie in een betoging deelnemen als ze weet dat er daar ongepaste opmerkingen volgen? Seksisme, racisme of LGBTQI+fobie ondermijnen de kracht van onze klasse en mogen geen millimeter terrein winnen. Actiedagen als 8 maart, de internationale vrouwendag, bieden overigens de kans om onder collega’s te discussiëren over seksisme en hoe dat te stoppen in de samenleving en op het werk.

    Verdeeldheid kent vele vormen. De bazen spelen ons graag tegen elkaar uit: bediende versus arbeider, publieke versus private sector, rode versus groene vakbondsleden. Als we elkaar bekampen, kijkt de baas als lachende derde toe.

    Solidariteit is noodzakelijk om overwinningen te boeken. Dat kunnen we ook versterken door bijvoorbeeld piketten van andere bedrijven te bezoeken, deel te nemen aan acties van andere sectoren of solidariteitsmoties op te stellen en/of solidariteitsfoto’s met een boodschap te verspreiden via sociale media. Bij strijd op de eigen werkplek is het dan overigens gemakkelijker om zelf steun en solidariteit van anderen te krijgen.

    1. Maak het concreet

    Voor nationale betogingen en acties krijgen de afgevaardigden (gewoonlijk) pamfletten en affiches. Dat is slechts het begin. Elke collega moet aan de campagne kunnen deelnemen. Pamfletten uitdelen als je geen afgevaardigde bent, is niet altijd aangewezen. Maar er zijn tal van mogelijkheden: de actie bespreken in de lunchpauze of na het werk, een krantenartikel over een sociaal thema op het prikbord hangen … Uiteraard is het daarbij nooit mogelijk om echt iedereen te overtuigen.

    Een nationale campagne concretiseren op bedrijfsniveau is nuttig om die collega’s die zich nog niet betrokken voelen mee te krijgen. Een pamflet geschreven door collega’s heeft soms meer effect. Als voorbereiding op de hete herfst die zich nu al aankondigt, kunnen de bedrijfscijfers bovengehaald worden: dividenden, omzet, winsten …

    Een stakerspost is trouwens aantrekkelijker als er behalve een tent en tafel voor koffie en croissants ook ruimte is voor dit soort materiaal om discussies te stimuleren.

    1. Onze werkplek in zijn mondiale context beschouwen

    Sommige delegees denken dat hun vakbondsactiviteit enkel over het eigen bedrijf gaat. Het is echter belangrijk om te weten waar het bedrijf naartoe gaat, welke tendensen er in de sector zijn (digitalisering, uitbesteding, fusies en overnames) en meer algemeen is het nuttig om de Belgische en zelfs de internationale economie op te volgen. Dat gaat niet om abstracte kwesties, maar om het verzamelen van informatie en inzichten om met de collega’s beter voorbereid te zijn. Door het nieuws te volgen, kunnen we ook beter antwoorden op de patronale argumenten rond lonen, index, pensioenen …

    1. De rode draad: een krachtsverhouding opbouwen

    Een strijdbaar syndicalisme opbouwen, betekent er elke dag hard voor werken. Elke gelegenheid om andere delegees te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen over hoe problemen aangepakt worden, is nuttig. Daarbij en in de dagelijkse syndicale werking is er één rode draad: het opbouwen van een krachtsverhouding waarmee de werkenden sterker staan.

  • Na de geslaagde betoging een hete herfst voorbereiden

    We waren met 80.000 in de straten van Brussel op 20 juni. Je moet teruggaan tot 16 mei 2018 voor een betoging van die omvang. Toen werd het schandalige project voor een puntenpensioen van de regering-Michel begraven. Nu gaat het over koopkracht, maar ook over het gebrek aan middelen voor de openbare diensten en over het recht op vakbondsprotest. De betoging was een succes om op voort te bouwen. 

    De bazen waren er snel bij om schande te roepen en kregen daarvoor een platform in zowat alle traditionele media. De Franstalige federatie van kleine bedrijven, UCM, verklaarde dat de vakbonden niet van deze wereld zijn en hun “hoofdkwartier op de maan” lijken te hebben. De werkgeversfederatie van de technologische industrie, Agoria, zei dat de actiedag zorgde voor een productieverlies van 80 miljoen euro in de sector, een kwart van de normale dagelijkse productie. Indirect erkent het dus dat het de arbeiders zijn die de waarde produceren…

    Onze levensstandaard ligt onder vuur

    De betoging was groot en toonde onze kracht. Na meer dan twee jaar van pandemie, deed dit deugd. Maar het is ook erg hard nodig om te protesteren. Onze levensstandaard en dus onze toekomst ligt onder vuur. 

    In de media en bij sommige vakbondsleiders werd nadruk gelegd op de hervorming van de loonwet van 1996, en meer bepaald op de term “maximaal beschikbare marge” die in 2017 onder de regering-Michel door CD&V-minister Kris Peeters werd ingevoerd. Daarmee werd de loonnorm die de maximale stijging van de lonen in de privésectoren bepaalt dwingend in plaats van indicatief. Het volstaat niet om enkel die maatregel terug te draaien: we moeten al teruggaan tot vóór 2007 en de economische crisis om ernstige loonnormen te vinden. 

    Het klopt dat er van alle kanten provocaties komen, zoals die werkgevers die de index in vraag stellen of het Planbureau dat voor de komende zes jaar een loonmarge van 0% voorstelt. Maar onze strijd beperken tot een aanpassing van de loonwet is niet genoeg. Zeker niet nu we de hoogste inflatie in 40 jaar kennen en de samenleving langs alle kanten kreunt na twee jaar van pandemie en decennia van onderinvesteringen. Het gaat om veel meer dan een indicatieve loonnorm, de inzet is onze levensstandaard, onze waardigheid en de toekomst van de volgende generaties. 

    In de aanval gaan

    De algemene sfeer in de samenleving vergroot de instabiliteit van de regering die in het defensief zit. De BTW op energie werd verlaagd tot 6% en het sociaal tarief werd verlengd tot eind dit jaar zonder al te veel reactie van de rechterzijde in de Vivaldi-regering. Die maatregelen op zich zijn goed, maar onvoldoende. 

    ABVV-topvrouw Miranda Ulens dreigde op de betoging met een “hete herfst”. Het idee van regionale acties in september en nationale in oktober circuleerde. Het was beter geweest om dat voorstel van actieplan niet tot de wandelgangen van de betoging te beperken, maar om er klaar en duidelijk mee uit te pakken vanop podia, in pamfletten en met actiepakketten voor de militanten in de bedrijven zodat er heel de zomer mee aan de slag kon gegaan worden.

    Zoals we schreven in het pamflet dat we verdeelden op de betoging: “We hebben nood aan een actieplan dat aan iedereen toont dat het menens is. Met data die voldoende van tevoren gekend zijn, vergelijkbaar met het actieplan in het najaar van 2014, toen de kracht van de georganiseerde werkende klasse de regering-Michel deed wankelen. De regering overleefde toen omdat er geen tweede, krachtiger actieplan werd opgestart, met bijvoorbeeld een reeks algemene stakingen van 24, 48 en 72 uur.”

    Een campagne van openbare meetings en personeelsvergaderingen zou nuttig zijn om onze alternatieven te ontwikkelen en te populariseren. Ondertussen weten we allemaal wat er fout gaat en dat het zo niet verder kan met onze koopkracht. Het antwoord om de superrijken te laten betalen, is terecht maar moet geconcretiseerd worden: hoe dwingen we een vermogensbelasting af, hoe zorgen we ervoor dat de werkende klasse controle krijgt over de door haar geproduceerde waarde, hoe kunnen we komen tot een rationele planning van de beschikbare rijkdom in het belang van mens en planeet? Als het volledige systeem vastloopt voor de meerderheid van de bevolking, moeten we socialistische maatschappijverandering op de agenda durven zetten als onderdeel van onze dagelijkse strijd voor verbeteringen.

  • Hete herfst nu voorbereiden. Vechten voor koopkracht

    Met 80.000 eisten we op 20 juni meer koopkracht. “Alles wordt duurder, het lukt steeds minder goed om behoorlijk te leven.” “De bedrijven halen grote winstmarges, maar voor ons blijven er kruimels over.” De betogers zeiden waar het op staat. Telkens we tanken of inkopen doen, worden we met onze neus op de feiten gedrukt: de prijzen slaan op hol. Onze lonen en inkomens volgen niet.

    door Geert Cool

    De bazen beweren dat onze lonen door de indexering wel volgen, sommige voegen eraan toe dat dit onaanvaardbaar is. In mei bedroeg de inflatie op jaarbasis 8,97%, volgens Europese cijfers was het zelfs 9,9%. Geen enkel loon werd over dezelfde periode met 8,97% geïndexeerd. De ‘gezondheidsindex’ loopt achter en volgt de prijsstijgingen niet volledig, al helemaal niet voor wie een klein inkomen heeft en huurder is.

    De prijsstijgingen bezorgen steeds meer mensen angst. Hoe kunnen we rondkomen? Welke toekomst is er voor de volgende generaties? Eén op de zeven Belgen, 14,1%, komt moeilijk tot zeer moeilijk rond en nog eens 26,6% “eerder moeilijk.” Dat zijn cijfers van Statbel. Meer dan 40% heeft het dus financieel moeilijk, in Brussel en Wallonië zelfs meer dan de helft. Een job is geen garantie meer om rond te komen. Nederlands onderzoek naar mensen met betaalproblemen toonde aan dat 39% van hen werkt, 69% huurder is en 63% een auto heeft. Bestaansonzekerheid en een dalende levensstandaard beperken zich niet tot een kleine minderheid. Stilaan kan de helft van de bevolking niet meer mee! Met de spectaculaire prijsstijgingen voor huisvesting is dat onder jongeren nog meer.

    Als we de bazen mogen geloven, is dat onze eigen schuld. Zij zeggen dat de concurrentiepositie ondermijnd geraakt omdat onze lonen te hoog zouden zijn. Het zijn leugenaars. De bedrijven draaien op volle toeren en boeken grote winsten. De winstmarges zijn vorig jaar gestegen tot 46,8%, een pak hoger dan in de buurlanden. En te hoge lonen? Wellicht zijn ze te hard gefocust op hun eigen inkomens: de managers van BEL20-bedrijven kregen vorig jaar 14,4% opslag. Gewone werkenden daarentegen kregen niets. Zelfs die belachelijke loonnorm van 0,4% is niet overal toegepast. De afgelopen jaren gingen de winsten omhoog, terwijl het aandeel van de geproduceerde rijkdom dat naar de werkenden en hun gezinnen ging daalde. De inflatie versterkt dat proces van groeiende ongelijkheid.

    Als de prijzen vandaag zo sterk stijgen, is dat het resultaat van de winsthonger van de bazen en van de toenemende internationale spanningen als gevolg van die winsthonger. Een groot aantal bedrijven profiteert van de hoge prijzen, de winsten van de energiebedrijven gaan bijvoorbeeld door het dak. Maar ook de meeste andere bedrijven rekenen de hogere grondstoffenprijzen gewoon door in hun verkoopprijzen, waardoor de factuur doorgeschoven wordt. Ondertussen is het gezamenlijke fortuin van de miljardairs goed voor 13,9% van het wereldwijde BBP, terwijl dat in 2000 nog maar 4,4% was. Dat cijfer van Oxfam vat het samen: om hun steeds groter fortuin verder te doen groeien, veroordelen de superrijken een meerderheid van de bevolking tot ellende.

    De woede rond de aftakelende koopkracht is groot. De betoging van 20 juni toonde dit aan. De komende maanden worden belangrijk in de strijd voor meer koopkracht. Er zal een hete herfst nodig zijn met betogingen en stakingen die goed voorbereid worden, er moet niet tot september gewacht worden om de mobilisatiecampagnes op te starten! De bazen steken zich weg achter de regering, nadat ze de regering eerst een patronale politiek lieten voeren. De regering steekt zich weg achter de inflatie. Onze rekeningen kunnen zich niet wegsteken.

    We moeten ons organiseren op elke werkplaats en in elke wijk om de strijd op te voeren. Strijd om koopkracht is klassenstrijd, het werpt de vraag op wie welk deel van de door ons geproduceerde waarde krijgt. De bazen zagen hun deel van de koek de afgelopen jaren toenemen. Dat gaan ten koste van onze levensstandaard. We moeten een krachtsverhouding opbouwen om daar verandering in te brengen. Elke stap vooruit met loonsverhogingen of prijsblokkeringen is welkom en kan ons versterken in het noodzakelijke gevecht om een einde te maken aan het kapitalisme dat leidt tot ongelijkheid, ellende, ecologische rampen en oorlogen. Wij gaan resoluut voor systeemverandering: een socialistische maatschappij waarin de werkende klasse op planmatige wijze de door haar geproduceerde rijkdom bezit en aanwendt met het oog op de noden van mens en planeet.

  • 80.000 op straat in Brussel: in het najaar alles plat voor koopkracht!

    LSP was uiteraard ook op de betoging aanwezig met enkele stands

    De woede over de lege portemonnees zit diep en wordt bij elke tankbeurt of elke winkelbeurt versterkt. Alles wordt duurder en onze inkomens volgen niet. Zo kan het niet langer! Dat was de boodschap van 80.000 betogers in Brussel vandaag. Het was meteen de grootste vakbondsbetoging sinds het protest tegen de rechtse regering-Michel en tegen de pogingen tot pensioenhervormingen.

    In de gevestigde media was er eens te meer vooral aandacht voor de ‘hinder’ als gevolg van de actiedag. De bazen kregen in zowat elke media een platform om zich uit te spreken tegen de acties. Bij Agoria klonk het dat er een productieverlies van 80 miljoen euro was in de technologische maakindustrie, een kwart van de normale dagelijkse productie. Onrechtstreeks bevestigen de bazen van Agoria daarmee de vaststelling die velen maakten tijdens de pandemie: het zijn wij, de werkenden, die alles doen draaien en die waarde creëren. De bazen probeerden het voor te stellen alsof de bedrijven voor koopkracht zorgen en de acties nu net de bedrijven raken. Alsof de bazen niet verantwoordelijk zijn voor het beleid dat hun bevriende politici voor hen uitvoeren. Het is op hun vraag dat onze lonen en uitkeringen aan banden worden gelegd.

    De betoging was een succes met veel aanwezigen uit het hele land. De vorige loonnorm van 0,4% is nog niet verteerd of er zit al een volgende slag in het gezicht van de werkenden aan te komen. Dit najaar moet een nieuwe loonnorm worden vastgesteld. Met de huidige loonwet zal er geen enkele marge inzitten. Is dat onze dank nadat we door hard werken zorgden voor recordwinsten en een winstmarge die hoger is dan die in de buurlanden? ACV-voorzitter Leemans heeft gelijk als hij zegt dat de “loonnormwet fout is”. ABVV-topvrouw Miranda Ulens dreigde met een “hete herfst”. Het is effectief duidelijk dat er nog acties zullen nodig zijn. Het idee van regionale acties in september en nationale in oktober circuleerde vandaag. Het was beter geweest om dat voorstel van actieplan niet tot de wandelgangen van de betoging te beperken, maar om er klaar en duidelijk mee uit te pakken vanop podia, in pamfletten en met actiepakketten voor de militanten in de bedrijven zodat er heel de zomer mee aan de slag kan gegaan worden.

    Zoals we in ons pamflet schreven: “Met een uitgebreide campagne “Operatie Waarheid” kunnen we de werkende klasse argumenten geven die de leugens van het patronaat weerleggen! Zo’n uitgebreide informatiecampagne ging vooraf aan de “Staking van de Eeuw” in de winter van 1960-61. Een campagne van openbare meetings en personeelsvergaderingen kan gepaard gaan met acties op werkplaatsen, in wijken en op markten. Waarom geen ‘Koopkracht-Krant’ produceren vergelijkbaar met de “Pensioenkrant” van het gemeenschappelijk vakbondsfront in 2018 ten tijde van de – succesvolle – mobilisatie tegen het op punten gebaseerde pensioenstelsel. We hebben nood aan een actieplan dat aan iedereen toont dat het menens is. Met data die voldoende van tevoren gekend zijn, vergelijkbaar met het actieplan in het najaar van 2014, toen de kracht van de georganiseerde werkende klasse de regering Michel deed wankelen. De regering overleefde toen omdat er geen tweede, krachtiger actieplan werd opgestart, met bijvoorbeeld een reeks algemene stakingen van 24, 48 en 72 uur.”

    “Om ervoor te zorgen dat een momentum niet van bovenaf, zonder inspraak wordt gestopt, is organisatie aan de basis essentieel. Personeelsvergaderingen, ook op plaatsen waar jonge werknemers geen of weinig ervaring hebben met dit soort vormen van organisatie, zijn cruciale momenten om argumenten over te brengen, informatie te verspreiden, betrokkenheid te creëren. Maar ze kunnen ook gelegenheid bieden om spandoeken en slogans te maken om te voorkomen dat vage eisen de acties overheersen. Deze vergaderingen kunnen ook democratisch stemmen over moties om volgende stappen voor te stellen enz.”

    Een campagne van openbare meetings en personeelsvergaderingen zou bovendien nuttig zijn om onze alternatieven te ontwikkelen en te populariseren. Ondertussen weten we allemaal wat er fout gaat en dat het zo niet verder kan met onze koopkracht. Het antwoord om de superrijken te laten betalen, is terecht maar moet geconcretiseerd worden: hoe dwingen we een vermogensbelasting af, hoe zorgen we ervoor dat we werkende klasse controle krijgt over de door haar geproduceerde waarde, hoe kunnen we komen tot een rationele planning van de beschikbare rijkdom in het belang van mens en planeet? Als het volledige systeem vastloopt voor de meerderheid van de bevolking, moeten we socialistische maatschappijverandering op de agenda durven zetten als onderdeel van onze dagelijkse strijd voor verbeteringen.

    LSP stelt volgende eisen voor:

    • Breek de loonwet! Verhoog alle lonen met 2 euro per uur!
    • Volledig herstel van de index met controle van de werkende klasse over de berekening en samenstelling ervan. Telkens wanneer de index wordt overschreden, moeten alle lonen en uitkeringen onmiddellijk worden verhoogd.
    • Verhoging van het minimumloon tot €15 per uur of €2.470 bruto per maand en het minimumpensioen op €1.700.
    • Tegen de onhoudbare werkdruk en voor werkgelegenheid: de 30-urige werkweek, zonder loonverlies, met compenserende aanwerving en verlaging van het werkritme.
    • We hebben een massaal investeringsplan nodig om openbare diensten zoals openbaar vervoer, kinderopvang, onderwijs, gezondheidszorg uit te breiden en gratis te maken …
    • Voor onze portemonnee en voor een groene transitie: nationalisering van de hele energiesector!
    • Bevries alle huurprijzen. Voor de massale bouw van sociale woningen, zodat de vastgoedmarkt niet wordt overgelaten aan de grillen van huisbazen en speculanten.
    • De financiële sector in publieke handen nemen, zodat de gemeenschap een overzicht heeft van alle geldstromen en de beschikbare middelen worden geïnvesteerd in wat sociaal noodzakelijk is.
    • Voor een democratisch geplande economie, democratisch socialisme.

     

    Discussie-avonden

    De loonnormwet wegstaken! Welk syndicale strategie hebben we daarvoor nodig?

    GENT: Dinsdag 28/6 – 19:30 – Ons Huis, Vrijdagmarkt

    LUIK: Vrijdag 24/6 – 18u30 – Quai du roi albert

    [embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/WsacJVxWbkqbXY697]

  • Strijd tegen lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden is feministische strijd!

    70% van de laagstbetaalde werknemers zijn vrouwen. De arbeidsomstandigheden in de gezondheidszorg, het onderwijs, de kinderzorg, het huishoudelijk werk en de thuishulp zijn bijzonder erbarmelijk; dit zijn sectoren waarin vrouwen in de meerderheid zijn. Er vonden al een hele reeks vakbondsacties plaats in de voorbije maanden om dat aan te klagen.

    Standpunt van Campagne ROSA

    Het kapitalisme gebruikt seksisme om de helft van de bevolking in een tweederangspositie te houden. Vooroordelen over de zogenaamd natuurlijke zorgende rol van vrouwen worden gebruikt als een excuus voor lage lonen in de sectoren waarin zij oververtegenwoordigd zijn. “Waarom zouden ze goed betaald moeten worden voor werk dat ze anders gratis doen?!” Door de onhoudbare werklast en onvoldoende openbare diensten werkt 43% van de vrouwelijke werknemers in deeltijd en dus met een deeltijds loon. Ze werken daarnaast lange uren onbetaald huishoudelijk werk. Het loonverschil tussen mannen en vrouwen bedraagt jaarlijks 23,1% en 30% tijdens het pensioen …

    • Tegen de onhoudbare werkdruk en voor werkgelegenheid: de 30-urige werkweek, zonder loonverlies, met compenserende aanwerving et met verlaging van het werkritme.

    Strijden voor financiële onafhankelijkheid

    Het probleem is niet dat mannen een te goede job hebben; ook zij zien hun koopkracht dalen. Het probleem is dat vrouwen niet genoeg verdienen om financieel onafhankelijk te zijn. Zij lopen twee keer zoveel kans om in een situatie van financiële afhankelijkheid te zitten. Het loon van vrouwen wordt nog steeds gezien als een aanvullend loon, hoewel er twee lonen nodig zijn om fatsoenlijk te kunnen leven.

    Het wordt met de dag erger. Brandstof slokt een groot deel van onze lonen op. De werknemers met dienstencheques hebben dat aan de kaak gesteld. De indexering gebeurt na de kosten, zonder de reële stijging van de kosten van het levensonderhoud te volgen. Dat treft de laagste inkomens nog zwaarder. Voor huurders is de indexering van de huurprijzen onbetaalbaar. Daarbovenop komt de wet van ’96 die een reële loonsverhoging verhindert. Onaanvaardbaar!

    • Breek de loonwet! Verhoog alle lonen met 2 euro per uur!
    • Volledig herstel van de index met controle van de werkende klasse over de berekening en samenstelling ervan. Telkens wanneer de index wordt overschreden, moeten alle lonen en uitkeringen onmiddellijk worden verhoogd.

    Precariteit = kwetsbaar voor geweld

    Lage lonen en onzekere arbeidsomstandigheden maken het nog moeilijker om uit een situatie van pesterijen of geweld op het werk te komen, uit angst om je job te verliezen. Het is nog erger wanneer je geen recht op werkloosheiduitkeringen hebt kunnen opbouwen. Deze economische kwetsbaarheid plaatst ons in een situatie van afhankelijkheid van onze partner/ouders. Het belet ons vrij te kiezen met wie we al dan niet willen samenleven: er is een recorddaling van het aantal scheidingen (-15% in 2021). Het maakt je ook kwetsbaarder voor huiselijk geweld. Arm zijn verdubbelt het risico om verkracht te worden.

    De toenemende onzekerheid werkt seksisme in de hand. 27% van de Europeanen vindt gendergerelateerd geweld in bepaalde omstandigheden aanvaardbaar! Wanneer een vrouw een probleem meldt, wordt zij veroordeeld, en niet de feiten die worden gemeld. Alsof een slachtoffer dat niet “perfect” is, geen slachtoffer kan zijn …

    • Voor een massaal publiek investeringsplan in de non-profit en de openbare diensten zoals kinderopvang, onderwijs, gezondheidszorg, sociale huisvesting, wijk- en jongerenhuizen …

    Campagnes opzetten om “vrouwelijke” sectoren te syndicaliseren.

    Het is de vakbeweging die in België de meeste vrouwen in strijd brengt. Vakbonden hebben het potentieel om te strijden tegen de specifieke onderdrukking van vrouwen en LGBTQIA+-personen. Maar dit vergt specifieke aandacht omdat, net als de rest van de samenleving, ook onze organisaties doorspekt zijn van seksisme en LGBTQIA+-fobie.

    De dominante ideologie is de ideologie van de heersende klasse. De heersende klasse heeft geen belang bij de gelijkheid van individuen. Kapitalisme is gebaseerd op ongelijkheid; sociale ellende gaat hand in hand met de verrijking van de elite. De techniek van “verdeel en heers” dient om de kracht van onze eenheid te verzwakken. In de strijd tegen discriminatie, onderdrukking en uitbuiting is het van cruciaal belang te kijken naar wat ons verenigt in plaats van naar wat ons van elkaar onderscheidt: wij maken deel uit van een sociale klasse die de capaciteit heeft om het kapitalisme omver te werpen door middel van stakingsacties en massamobilisatie. Als de pandemie iets heeft aangetoond, dan is het wel dat het de werknemers zijn die de wereld doen draaien. Het is tijd dat we het in eigen hand nemen!

    • Campagnes voor de syndicalisering van vrouwelijke werknemers en de versterking van vrouwencomités in de vakbonden: als instrument om vrouwen meer te betrekken bij de strijd en om hun specifieke problematieken te bespreken.

    Campagne ROSA (Reageer tegen Onderdrukking, Seksisme en Asociaal beleid) strijdt voor socialistisch feminisme.

    We willen het probleem bij de wortel aanpakken: het kapitalisme. Een kleine elite van ultrarijken buit ons uit en moet ons verdelen om dat te kunnen blijven doen. We moeten strijden voor een samenleving die gebaseerd is op de ontplooiing van iedereen.

    • Dat kan door de financiële sector in publieke handen te nemen, zodat de gemeenschap een overzicht heeft van alle geldstromen en de beschikbare middelen worden geïnvesteerd in wat sociaal noodzakelijk is.
    • Voor een democratisch geplande economie, democratisch socialisme.

    Als je akkoord gaat met waar wij voor staan, in woord of in daad, word dan lid van Campagne ROSA (nl.campagnerosa.be/lid-worden) en/of steun ons financieel zodat wij onze activiteiten kunnen voortzetten (ROSA: BE54 5230 8095 8497).

  • De loonwet wegstaken!

    Koopkracht, openbare diensten, syndicale vrijheden… Een sociaal noodprogramma afdwingen met al onze kracht!

    Nationale betoging in gemeenschappelijk vakbondsfront op 20 juni, 11 uur, Brussel Noordstation

    Het regent crisissen. Voor de gezondheid, de economie, het klimaat, energie, voeding ; en er is oorlog. De ene crisis versterkt de andere. Onzekerheid explodeert. Het hele kapitalistische systeem gaat recht tegen de muur. Maar voor het handjevol profiteurs dat aan de top staat, gaat het heel goed. Energiecrisis? Volgens het Internationaal Energieagentschap hebben de energiebedrijven in de Europese Unie door de stijgende prijzen al 200 miljard euro aan “onverhoopte” winsten vergaard.

    Dit systeem is georganiseerd rond zulke crisis- en oorlogsprofiteurs. Er is voor 2030 een budget van 20 miljard euro uitgetrokken voor defensie. Geen enkel ander federaal ministerie krijgt zo veel middelen, en de regering wil op deze weg voortgaan. En dan wordt ons verteld dat er geen geld is?

    Toen de banken in 2008-09 in gevaar waren, aarzelden de autoriteiten geen seconde om ze te redden. Tijdens de pandemie stond de gezondheid van de bedrijven steeds voorop en werden er voordien ondenkbare maatregelen genomen om die te ondersteunen. Maar als het om onze koopkracht gaat … De Vivaldi-coalitie doet het “piano piano”… Een groep experts heeft de opdracht gekregen eind juni een eerste verslag uit te brengen. En de BTW op gas en elektriciteit blijft 6% tot september, net voordat we de verwarming weer aanzetten … De regering doet alsof de index alles regelt, maar die wordt achteraf toegepast en de vorige regeringen hebben ervoor gezorgd dat de index niet de reële stijging van de kosten van levensonderhoud weerspiegelt.

    Zij organiseren onze ellende – Wij moeten onze woede organiseren

    Het is schandalig! In mei bereikte de inflatie haar hoogste peil sinds augustus 1982. Dat is 40 jaar geleden! En daar zal het niet bij blijven. De woede stijgt. Eerst waren er spontane stakingen in verschillende bedrijven in Wallonië en Brussel. Vervolgens verschillende actiedagen in maart, april en mei, met het vooruitzicht van een nationale demonstratie op 20 juni.

    Er is haast bij, en niet alleen voor onze lonen. Het Franstalige personeel uit het onderwijs had het al in drie betogingen (10.000 in Brussel op 10 februari, 7.000 in Bergen op 29 maart en 15.000 in Luik op 5 mei) uitgeschreeuwd. De staking van de openbare diensten van 31 mei heeft het nog eens onderstreept: wij hebben middelen nodig die aan onze behoeften beantwoorden! Ook in Vlaanderen zijn werknemers in de kinderopvang in actie gekomen. Wat wij nu nodig hebben is een programma en een actieplan dat de verschillende sectoren in de strijd kan verenigen. Zo kan een krachtsverhouding worden opgebouwd die niet genegeerd kan worden. Anders wat? Weer een leeg Interprofessionele Akkoord (IPA) aan het eind van het jaar? Een nieuwe pensioenhervorming die ons rechtstreeks van het werk in de doodskist stuurt? Een belastinghervorming die de grote bedrijven nog meer in de watten legt?

    Onze ambitie mag zich niet beperken tot het terugdraaien van de door de regering Michel ingevoerde verstrenging (in 2017) van de “loonblokkeringswet” van 1996. De schandalige IPA’s dateren van lang daarvoor. Deze hele wet van ellende moet zo snel mogelijk worden afgeschaft. Als eerste stap.

    Een operatie waarheid en actieplan

    Stel je voor wat we zouden kunnen doen met een syndicale “Operatie Waarheid” om de leugens van het patronaat te weerleggen. Die laatsten beweren namelijk dat er een loon-prijsspiraal is, wij weten dat er vooral een winst-prijsspiraal is! Zo’n informatiecampagne ging vooraf aan de “Staking van de Eeuw” in de winter van 1960-61. Een dergelijke campagne (met openbare meetings, personeelsvergaderingen, …) op de werkplaatsen en in de wijken zou nog worden versterkt door de publicatie van een “koopkrachtkrant”, vergelijkbaar met de “pensioenkrant” van het gemeenschappelijk vakbondsfront in 2018 ten tijde van de – succesvolle – mobilisatie tegen het op punten gebaseerde pensioenstelsel. Zoiets moet natuurlijk gecombineerd blijven met de gebruikelijke mobilisatiemiddelen zoals pamfletten, affiches ophangen op het werk (die misschien door de delegatie zelf gemaakt kunnen zijn), en zelfs het uithangen van interessante artikels uit de media om de aandacht van collega’s te trekken.

    Tegelijkertijd hebben we nood aan een serieus actieplan met een aantal belangrijke data die voldoende van tevoren bekend zijn, vergelijkbaar met het plan in het najaar van 2014, toen de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging de regering-Michel deed wankelen. De enige reden waarom de regering toen overleefde, was dat er geen tweede, krachtiger actieplan was, met bijvoorbeeld een reeks algemene stakingen van 24, 48 en 72 uur.

    De beste manier om ervoor te zorgen dat het momentum niet van bovenaf wordt gestopt, is door organisatie aan de basis. Het belang van algemene vergaderingen werd in deze eerste helft van het jaar onderstreept. Over het algemeen was de mobilisatie het grootst daar waar dergelijke bijeenkomsten plaatsvonden, ook op sommige plaatsen (zoals scholen) waar jonge werknemers gewoon nog nooit een dergelijke bijeenkomst hadden meegemaakt. Zij bieden niet alleen informatie, maar kunnen ook de gelegenheid zijn om specifieke spandoeken en slogans te ontwikkelen om te voorkomen dat vage eisen de acties overheersen. Het zijn ook uitstekende gelegenheden om delegaties te versterken met meer informele gesprekken in kleine groepen. Maar deze vergaderingen kunnen ook democratisch stemmen over moties over wat er moet worden gedaan, wat er moet worden geëist, enz.

    Van 20 juni een zo groot mogelijk succes maken

    De eerste uitdaging was duidelijk: de mobilisatie voor de nationale betoging van 20 juni verzekeren. Deze datum moet een springplank zijn voor verdere actie in het najaar. Het doel van de acties voor onze koopkracht mag niet louter zijn om druk uit te oefenen op de parlementaire verandering of om “links” te versterken in de regering zelf. Het gaat erom een krachtsverhouding op te bouwen die de bazen en hun politieke vertegenwoordigers niet kunnen negeren. Een dergelijke strijd om koopkracht zou ons beter in staat stellen de vele andere uitdagingen van vandaag het hoofd te bieden. Het werktempo en de werkdruk nemen toe, het klimaat wordt vernietigd, alle vormen van discriminatie worden erger, het onderwijs en de gezondheidszorg raken achterop … Dit alles hangt met elkaar samen. Dit zijn geen excessen, maar het onvermijdelijke gevolg van het kapitalistische systeem. Dit systeem moet verdwijnen.

    De gezondheidscrisis heeft aangetoond dat dit systeem niet in staat was tot rationeel crisisbeheer. Oorlog en inflatie moeten ons aan het denken zetten over de vraag hoe we de productie van essentiële goederen en diensten op een andere basis kunnen organiseren dan via privé-bezit van de productiemiddelen. Het idee dat de particuliere markt betere diensten tegen betere prijzen biedt, wordt door de realiteit ondermijnd. Maar je kunt niet controleren wat je niet bezit. De energiesector moet om twee redenen worden genationaliseerd: om de energietransitie naar een koolstofarme economie voor te bereiden en om de hele bevolking tegen een betaalbare prijs van groene energie te voorzien.

    Het is de hoogste tijd om te strijden voor een ander systeem: een democratisch socialistisch alternatief, d.w.z. een democratisch geplande maatschappij waarin het hart van de economie (financiën en verzekeringen, energie, farmaceutica, enz.) onder de democratische controle en het beheer van de werknemers zou staan. Dit is de enige manier om alle beschikbare middelen en technieken te mobiliseren, zodat de mensheid niet regelrecht de afgrond inloopt.

    • Betalen om te gaan werken? Geen denken aan! Volledige vergoeding van de vervoerskosten.
    • Volledig herstel van de index met controle van de werkende klasse over de berekening en samenstelling ervan. Telkens wanneer de index wordt overschreden, moeten alle lonen en uitkeringen onmiddellijk worden verhoogd.
    • Breek de loonwet! Verhoog alle lonen met 2 euro per uur!
    • Verhoging van het minimumloon tot €15 per uur of €2.470 bruto per maand en het minimumpensioen op €1.700.
    • Tegen de onhoudbare werkdruk en voor werkgelegenheid: de 30-urige werkweek, zonder loonverlies, met compenserende aanwerving.
    • We hebben een massaal investeringsplan nodig om openbare diensten zoals openbaar vervoer, kinderopvang, onderwijs, gezondheidszorg uit te breiden en gratis te maken …
    • Voor onze portemonnee en voor een groene transitie: nationalisering van de hele energiesector!
    • Bevries alle huurprijzen. Voor de massale bouw van sociale woningen, zodat de vastgoedmarkt niet wordt overgelaten aan de grillen van huisbazen en speculanten.
    • De financiële sector in publieke handen nemen, zodat de gemeenschap een overzicht heeft van alle geldstromen en de beschikbare middelen worden geïnvesteerd in wat sociaal noodzakelijk is.
      Voor een democratisch geplande economie, democratisch socialisme.
  • Naar een hete herfst: gebruik 20 juni om strijdsyndicalisme te versterken

    Koopkracht is hét thema waar iedereen vandaag mee geconfronteerd wordt. Het is mogelijk om onze eisen hiervoor centraal op de agenda te zetten. Een geslaagde betoging op 20 juni zou de arbeidersbeweging beter positioneren voor de confrontatie die er dit najaar komt.

    Dan zijn er immers onderhandelingen over een nieuw Interprofessioneel Akkoord (IPA) dat de maximale loonsverhogingen vastlegt. De strikte loonwet van 1996 bepaalt de marge waarbinnen die loonnorm mag vallen. Sinds de crisis van 2008 was er voor de werkenden geen enkel ernstig loonakkoord. In de huidige context van stevige inflatie is het duidelijk dat er nu helemaal geen marge zal zijn. Over niets onderhandelen, heeft geen zin. Het alternatief daarop is de strijd organiseren. De betoging van 20 juni kan de toon zetten.

    Strijdsyndicalisme betekent organisatie en betrokkenheid op de werkvloer. In de beweging tegen de rechtse regering-Michel in 2014 benadrukten wij onder meer de rol van personeelsvergaderingen. Vandaag blijkt het belang daarvan opnieuw in de acties van het Franstalig onderwijs: waar er personeelsvergaderingen zijn, staat de beweging sterker. Die vergaderingen zijn niet enkel nodig om mededelingen te doen, maar zijn momenten om de strijd te organiseren. Dat betekent bespreken en stemmen over volgende stappen van de acties en over de eisen en perspectieven voor de beweging.

    Een ander cruciaal onderdeel van strijdsyndicalisme is het uitwerken van een actieplan dat opbouwt naar algemene stakingen. Een betoging is veel sterker indien het een aanzet is naar regionale stakingen die verder opbouwen naar een nationale algemene staking, die indien nodig herhaald wordt. Om zo’n actieplan tot een succes te maken, is er nood aan argumentatie en een eisenplatform dat enthousiasme opwekt. Behalve de afschaffing van de loonwet van 1996 en het herstel van de volledige index kan bijvoorbeeld de eis van een algemene loonsverhoging met 2 euro per uur worden voorgesteld.

    Vandaag maken de grote bedrijven recordwinsten. De inflatie wordt opgedreven door hun winsthonger, niet door onze lonen. Hun argumentatie over een loon-prijsspiraal pakt dan ook niet en zelfs over de index zijn de bazen niet offensief. Tegelijk zijn ze niet bereid om hogere lonen toe te kennen. De eerste tekenen van de komende economische recessie zijn al zichtbaar in de VS. Het patronaat vreest dat een recessie de recordwinsten zal ondermijnen. Als dat gebeurt, zal ook de index opnieuw actiever in vraag gesteld worden. De bazen bereiden zich voor op wat komt, de arbeidersbeweging moet dat ook doen. Op een ogenblik dat heel het systeem vastloopt, is de kwestie van een alternatief daarbij essentieel.

    De acties voor onze koopkracht moeten niet zozeer gericht zijn op politieke druk om parlementaire werkzaamheden te beïnvloeden of om de ‘linkse’ regeringspartijen te versterken in de debatten binnen de regering. Het gaat over de opbouw van een krachtsverhouding waar de bazen en hun politieke vertegenwoordigers niet omheen kunnen. Dat doen we door onze strijd te organiseren en door op te komen voor een andere samenleving, een socialistische maatschappij waarin de werkende klasse de productiemiddelen bezit en democratisch aanwendt in het kader van een planning die vertrekt van de noden van de bevolking en de planeet.

  • Loonwet wegstaken. Noodplan voor koopkracht afdwingen

    De werkenden en hun gezinnen trekken het niet meer. We gaan gebukt onder de inflatie. Waar de regeringen en alle instellingen van de staat erg snel kunnen zijn om banken te redden of de economie open te houden tijdens een pandemie, tonen ze geen enkele zin van urgentie als het over onze koopkracht gaat. De werkende klasse moet haar spierballen bovenhalen om de bazen eraan te herinneren dat wij de economie doen draaien en daarvoor beloond willen worden.

    door Thomas (Gent)

    Er is rijkdom aanwezig in de maatschappij: 140 beursgenoteerde bedrijven boekten vorig jaar 21,4 miljard euro winst waarvan 9,95 miljard euro meteen naar de aandeelhouders ging. Met een winstmarge van 45% doen de Belgische bazen het een pak beter dan die in de buurlanden. Toch durven sommige patronale spreekbuizen nog beweren dat onze lonen of de index verantwoordelijk zijn voor de inflatie.

    Neen, er is vandaag geen loon-prijsspiraal. Het is eerder een winst-prijsspiraal: alles wordt duurder om de recordwinsten te consolideren. De vakbonden en de linkerzijde moeten de patronale leugens ontkrachten en in een nieuwe ‘operatie waarheid’ in de bedrijven en de wijken duidelijk maken dat niet onze lonen het probleem zijn.

    De tegenstelling tussen arbeid en kapitaal wordt steeds meer onverzoenbaar. De marges om sociale vrede af te kopen, zijn er niet meer. We kunnen geen water met vuur verzoenen. De bazen voeren klassenstrijd en winnen momenteel, dat blijkt uit hun winstcijfers. De werkende klasse staat echter sterker als ze georganiseerd en stoutmoedig de strijd aangaat.

    Er is een strijdbeweging nodig om een noodplan voor onze koopkracht af te dwingen. Na de betoging van 20 juni kan in de zomer gemobiliseerd worden naar nieuwe acties dit najaar. Een actieplan dat opbouwt naar algemene stakingen kan de loonwet van 1996 wegstaken. Die wet is een obstakel om onze lonen aan te passen. Als we die wet breken, kunnen we de de koopkracht herstellen door een algemene loonsverhoging met 2 euro per uur en het optrekken van de minimumlonen tot 15 euro per uur.

    De Nederlandse christendemocratische minister van huisvesting Hugo de Jonge erkent dat de vrije markt faalt inzake huisvesting en dat de overheid een grotere rol moet spelen. Hij deed dit in een dubbelinterview met Vlaams minister Diependaele (N-VA) die wel alle heil van de vrije markt verwacht. De Jonge heeft gelijk: huisvesting mag niet aan speculatie overgelaten worden. Massale investeringen in sociale huisvesting en een bevriezing van de huurprijzen zijn nodig.

    Het verlagen van de BTW op energie is welkom, maar de rekening blijft onbetaalbaar. Tegelijk boeken energiebedrijven miljardenwinsten. Extra taksen daarop zullen niet volstaan. Om de greep van de graaiers op onze energiefactuur te stoppen, moet de volledige sector in publieke handen komen. Energie is te belangrijk om het aan de blinde hebzucht van ecologisch onverantwoorde bedrijven over te laten.

    Dergelijke maatregelen zullen we niet afdwingen met slechts één betoging, hoe groot die ook is. Er is een actieplan nodig dat een krachtsverhouding vestigt waar de bazen en hun politici bang van zijn. Zonder onze arbeid staat alles stil. Als wij het werk neerleggen, maken zij geen winsten. Dan pas zullen ze naar ons luisteren en kunnen we zaken afdwingen. Met een operatie waarheid in opbouw naar nieuwe acties dit najaar kunnen we de loonwet wegstaken en een noodplan voor onze koopkracht afdwingen.

    Dat zou ons beter positioneren om ook de vele andere problemen aan te pakken. Het werkritme en de druk blijven stijgen, het klimaat slaat op hol, alle vormen van discriminatie nemen toe, onderwijs en zorg redden het niet meer … Dit alles is met elkaar verbonden. Het zijn geen excessen, maar de dagelijkse realiteit van het kapitalisme. Het hele systeem moet weg om plaats te maken voor een socialistische samenleving waarin de noden van de werkende klasse centraal staan.

     

    Noodplan voor koopkracht

    • Herstel van de volledige index met controle van de werkende klasse op de berekening en samenstelling. Bij elke overschrijding van de index moeten alle lonen onmiddellijk stijgen.
    • Breek de loonwet. Verhoog alle lonen met 2 euro per uur!
    • Verhoog het minimumloon tot 15 euro per uur of 2470 euro bruto per maand.
    • Een plan van massale publieke investeringen in het uitbreiden en gratis maken van openbare diensten als openbaar vervoer, kinderopvang, onderwijs, gezondheidszorg …
    • Voor onze portemonnee en voor een groene transitie: nationalisatie van de volledige energiesector!
    • Bevries alle huurprijzen. Voor massale bouw van sociale huisvesting om de vastgoedmarkt niet aan de willekeur van huisjesmelkers en speculanten over te laten.
    • Breng de financiële sector in publieke handen zodat de gemeenschap zicht heeft op alle geldstromen en de beschikbare middelen geïnvesteerd worden in wat maatschappelijk nodig is.
  • Nieuwe actiedag voor de koopkracht: op weg naar de betoging op 20 juni!

    De vakbonden voerden gisteren opnieuw actie ter verdediging van de koopkracht. Er waren verschillende regionale acties in het kader van de mobilisatie voor de nationale betoging van het gemeenschappelijk front die voor 20 juni is gepland. In Luik en La Louvière waren er betogingen. In Kortrijk, Leuven en Hasselt waren er eveneens protestacties gisteren. Op 31 mei vindt een andere actiedag plaats, specifiek gericht op overheidsdiensten.

    Zoals we uitlegden in het pamflet dat LSP-leden uitdeelden tijdens de acties: “De vakbonden hebben 3 miljoen leden en 150.000 afgevaardigden in België. Ze vormen potentieel de sterkste sociale kracht in ons land, een kracht waarnaar geluisterd moet worden. Een werkelijk actieplan met duidelijke eisen die met de basis bediscussieerd zijn op algemene vergaderingen op de werkplekken en in militantenconcentraties, is nodig. Eisen zonder een actieplan zijn slechts vrome wensen. Daar komen we niet ver mee. Een actieplan zonder duidelijk doel in de vorm van concrete en stevige eisen, is bezigheidstherapie. We moeten onze strijd ernstig organiseren!”

    Leuven

    Alleen met een massale beweging op straat en in de bedrijven kunnen we toegevingen afdwingen. We hebben tot 20 juni om onze collega’s te mobiliseren voor de nationale betoging. In de tussentijd moet de dynamiek versterkt worden met regelmatige personeelsvergaderingen en verdeling van pamfletten, maar ook met acties op lokaal niveau of op bedrijfsvlak. De personeelsvergaderingen zijn de ideale plaats om de modaliteiten te bespreken.

    Na 20 juni zal verdere strijd tegen de loonwet van 1996 en voor het herstel van de volledige index noodzakelijk zijn. Het is gemakkelijker om een positieve dynamiek van strijd op te bouwen op basis van een actieplan waarin de data ruim op voorhand bekend zijn. Het moet een actieplan zijn dat opbouwt om een krachtsverhouding te creëren. Dat moet het uitgangspunt van onze actiekalender zijn, niet de agenda van de parlementen.

    Er is ook een alternatief programma nodig als antwoord op de oude neoliberale recepten. Het idee dat de markt betere diensten tegen een goedkopere prijs aanbiedt, is ondermijnd. Wat we niet bezitten met de gemeenschap, kunnen we echter ook niet controleren. De energiesector moet in publieke handen komen om een energietransitie naar een koolstofarme economie voor te bereiden en om de bevolking tegen een betaalbare prijs van groene energie te voorzien. Met die benadering kunnen de georganiseerde arbeidersbeweging en de klimaatjongeren elkaar in actie vinden.

    De gezondheidscrisis heeft aangetoond dat dit systeem niet in staat is tot rationeel crisisbeheer. Daar komen nu oorlog en inflatie bovenop. We moeten nagaan hoe we de productie op andere grondslagen dan het privaat bezit van de productiemiddelen kunnen organiseren. Het is hoog tijd om te strijden voor een democratisch socialistisch alternatief.

    Foto’s uit La Louvière:

    [embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/x56NK1QJZZzkGKYAA]

    Foto’s uit Luik:

    [embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/Eqh16wYYY62Uv8m37]

  • Energie, tanken, wonen … Onze lonen trekken het niet meer. Strijden voor meer loon

    “Steeds meer collega’s vragen om overwerk om een extraatje bovenop hun normale loon te verdienen. Ze doen dat niet voor luxe uitspattingen, maar om hun energiefactuur te betalen.” Zo beschreef een buschauffeur de sfeer onder collega’s, die tijdens de pandemie nog als essentieel werden omschreven maar nu geen essentieel inkomen wordt gegund. De huishoudhulpen voeren al maandenlang actie voor meer loon en een betere verplaatsingsvergoeding. “Sommige huishoudhulpen betalen meer om naar het werk te rijden dan dat ze er verdienen,” vertelde een vakbondsverantwoordelijke in de media. Dat is onze realiteit: we moeten krabben om rond te komen.

    door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist

    Ondertussen klagen de bazen steen en been. Ze doen dat enkel om nog meer winsten op zak te kunnen steken. De winstmarges zijn de afgelopen jaren steeds verder gestegen, met 45% liggen ze een pak boven die van de buurlanden. De topmanagers worden beloond omdat ze zoveel winsten binnenbrachten voor de aandeelhouders. In 2021 stegen de jaarlonen van CEO’s van beursgenoteerde bedrijven met 14,4% tot 3,02 miljoen euro per jaar. En dan durven ze de indexering van onze lonen in vraag te stellen?!

    Indexering is geen loonstijging. Het betekent dat onze inkomens achteraf aangepast worden aan de reeds gestegen prijzen. Die aanpassing gebeurt niet eens volledig: volgens Eurostat bedroeg de reële inflatie (de prijsstijgingen op jaarbasis) 9,3% in maart, terwijl de gezondheidsindex met 7,68% was gestegen. Met 0,4% bovenop de gezondheidsindex op twee jaar tijd gaan we er dus niet op vooruit, maar achteruit. Bovendien gebeurt de indexering pas achteraf, soms pas maanden nadat de prijzen gestegen zijn. Als er iets aan de index moet gebeuren, is het een herstel van een volledige index die de reële prijsstijgingen volgt en meteen toegepast wordt.

    De liberale professor Paul De Grauwe heeft gelijk als hij een indexsprong omschrijft als een “verdoken belasting op arbeid ten voordele van het kapitaal” en een “herverdeling ten voordele van het kapitaal.” De professor stelt voor om het omgekeerde te doen in een context van hoge winstmarges en de vennootschapsbelasting terug te verhogen van 25 naar 33%. Dat voorstel maakt wellicht geen kans, de grote bedrijven beschikken over voldoende politieke macht om hun winstbelangen te verdedigen. De cijfers bevestigen dat. Ook met sociaaldemocraten in de regering escaleert de ongelijkheid zo hard dat zelfs liberale professoren beginnen te waarschuwen. De Grauwe doet dat overigens niet om de belangen van de werkende klasse te verdedigen maar om het kapitalistisch systeem overeind te houden.

    De arbeidersbeweging moet de strijd opvoeren. Het gaat om de verdeling van de door ons geproduceerde waarde. Verdwijnt die via de zakken van grote aandeelhouders naar allerhande belastingparadijzen of komt die waarde naar ons, de werkende klasse? Dat is de inzet van de strijd rond onze koopkracht en inkomens. Dat is klassenstrijd.

    De vakbonden en de linkerzijde moeten offensieve eisen stellen. Als de managers voor zichzelf 14,4% opslag redelijk vinden, is dat voor ons ook goed genoeg: verhoog alle lonen met 14,4%! De laagste lonen moeten dringend omhoog. De campagne voor een minimumloon van 14 euro per uur is onder meer door de inflatie toe aan een wijziging naar 15 euro per uur. Het klopt dat de 14 euro nog lang niet behaald is, maar in onze eisen vertrekken we beter van wat voor de werkenden nodig is en niet van wat de bazen haalbaar vinden. Energie speelt een grote rol in de prijsstijgingen: enkel door de volledige sector in publieke handen te nemen, is het mogelijk om zowel onze portemonnee als het milieu te beschermen.

    Om dergelijke eisen af te dwingen, is strijd nodig. Het gaat zoals gezegd om de verdeling van de door ons geproduceerde waarde. De bazen organiseren zich in de klassenstrijd, wij moeten dat ook doen. De arbeidersbeweging is potentieel veel sterker door haar aantal en haar plaats in het productieproces. De pandemie heeft bevestigd dat er zonder arbeid niets draait. Dat moeten we meenemen in het opbouwend actieplan dat nodig is om onze koopkracht te verdedigen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop