Your cart is currently empty!
Tag: koopkracht
-
Meer koopkracht door meer loon!
Alles wordt duurder, maar onze lonen volgen niet
Ken je dat: stress voor het einde van de maand of voor die factuur die elk ogenblik kan vallen? Nooit eerder werd zoveel rijkdom geproduceerd, maar toch is er heel veel onzekerheid en armoede. Ook wie werkt is daar niet immuun voor: op het einde van het loon schiet vaak nog een stukje maand over.door Nicolas Croes
Op 11 maart publiceerde Test Aankoop een rapport over de koopkracht in 2018 (1). Daaruit blijkt dat een meerderheid van de bevolking (56%) moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen.
Slechts 39% van de Belgen kan ‘vrij gemakkelijk’ alle uitgaven en facturen betalen. Voor 34% van de ondervraagden zijn uitgaven voor gezondheidszorg moeilijk, erg moeilijk of onmogelijk. 43% bespaart op uitgaven voor “cultuur en ontspanning.” Een derde verwacht dat hun financiële situatie dit jaar zal verslechteren.
In dezelfde periode publiceerde het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) een studie over koopkracht in de Europese Unie. Daaruit bleek dat het slecht gesteld is met de koopkracht van Belgische werkenden (2). De mutualiteit Solidaris kwam met een “Barometer van het welzijn en vertrouwen” (3). De conclusies zijn alarmerend: het welzijn van de bevolking gaat er al vier jaar op achteruit. De ongelijkheid neemt drastisch toe, zelfs in die mate dat meer dan twee derden van de Belgen de ongelijkheid ondraaglijk vindt.
De hold-up door de bende-Michel
Op 22 maart titelden de kranten van de groep Sudpresse: “Explosie van levenskost: + 2,3% in 2018.” Door de indexsprong is er de afgelopen drie jaar 7,5 miljard euro van de werkenden gestolen. Ondanks grote winsten voor de bedrijven kwam het Interprofessioneel Akkoord (IPA) niet verder dan een loonsverhoging van 1,1% bovenop de index. Voor het minimumloon gaat het om een wel erg magere opslag van 10 cent bruto per uur!
Verschillende ABVV-afdelingen die het IPA verwerpen verdedigen het idee van een algemene staking uit protest tegen de beledigende loonnorm van 1,1%. In Waals-Brabant kwam het ABVV met forse kritiek op de beperkte voorstellen rond woon-werkverkeer, terwijl duizenden jongeren op straat komen in klimaatacties die ambitieuze maatregelen rond openbaar vervoer eisen.
Onder druk van acties is de stemming in het Waals Parlement over een aanval op de subsidies voor tewerkstelling in de non-profit, de lokale overheden en het onderwijs van tafel geveegd. Na een actieplan met verschillende sterke mobilisaties en op 18 maart nog een betoging met 12.000 aanwezigen, durfde de Waalse regering van MR en CDH het voorstel niet meer ter stemming voorleggen. Het toont de weg vooruit: georganiseerde strijd met een oplopend actieplan om onze verworvenheden te verdedigen en er nieuwe af te dwingen!
Wij strijden voor:
- Lonen en uitkeringen die ons toelaten om te leven, niet gewoon te overleven! Verhoog het minimumloon tot 14 euro per uur (2.300 euro bruto per maand)
- Gelijk loon voor gelijk werk! In 2017 bedroeg de loonkloof tussen mannen en vrouwen nog steeds 20%…
- Individualiseer de sociale rechten (werkloosheidsuitkeringen, OCMW, …) door het statuut van ‘samenwonende’ af te schaffen. Sociale bescherming mag niet afhankelijk zijn van onze familiale situatie
- Herstel van de volledige indexatie van de lonen en uitkeringen waarbij de index een uitdrukking is van de reële levenskost.
- Afschaffing van de wet van 1996 op het concurrentievermogen die de lonen op dieet zet.
- Verhoging van alle uitkeringen tot boven de armoedegrens
- (1.115 euro netto per maand voor een alleenstaande)
- Geen enkel pensioen onder de 1.500 euro netto per maand!
- Collectieve arbeidsduurvermindering met bijkomende aanwervingen, zonder loonverlies en met verlaging van de werkdruk!
[divider]
Voetnoten
- “Test Aankoop-index: 823 500 Belgen hebben te maken met armoede”, test-aankoop.be, 11 maart 2019
- Pouvoir d’achat des Belges en baisse: ‘‘Les données moyennes cachent des poches de pauvreté’’, rtbf.info, 19 maart 2019
- Baromètre ‘‘confiance et bien-être’’ 2019 de Solidaris, en collaboration avec la MGEN (Mutuelle générale de l’Éducation nationale, France)
-
Klimaat en koopkracht koppelen in strijd voor ‘system change’
Nooit eerder kreeg een regering in lopende zaken zoveel protest over zich heen. Duizenden jongeren betogen week na week voor ernstige klimaatmaatregelen. Op 27 januari werden ze vervoegd door hun ouders, grootouders en kleinere broers en zussen waardoor we met 100.000 waren. Het enthousiasme van het klimaatprotest had ongetwijfeld een sterke invloed op de succesvolle algemene staking van 13 februari. Daarmee werd de roep naar koopkracht hoog op de agenda gezet.Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Wat beide bewegingen gemeen hebben, is een gevoel van dringendheid en een offensieve opstelling die niet vertrekt van wat voor het establishment mogelijk is, maar van wat voor mens en planeet nodig is. De stakers op 13 februari stelden uitdrukkelijk dat de loonwet die onze koopkracht op dieet zet weg moet. Offensieve eisen als het optrekken van het minimumloon tot 14 euro per uur en het minimumpensioen tot 1.500 euro per uur zijn eveneens populair: voor heel veel mensen zouden deze eisen een belangrijke stap vooruit zijn.
De politici beweren dat ze hard werken rond het klimaat en dat het met onze koopkracht de goede kant uitgaat. In de praktijk merken we daar niets van. Een steeds grotere laag van de bevolking gelooft de gevestigde politici dan ook niet meer. Vlaams minister Schauvliege (CD&V) moest onder druk van de protestbeweging ontslag nemen. Ze kon zich als stemmenkanon veel bizarre uitspraken permitteren. Maar om de klimaatbeweging te paaien of naar onschadelijker kanalen te leiden, werd Schauvliege een obstakel voor het establishment.
Ook N-VA komt in de problemen. Uiteraard kan die partij terugvallen op een brede passieve steun, maar het is moeilijker om de politieke agenda te bepalen. Het plan van een lange kiescampagne rond asiel en migratie enerzijds en het confederalisme anderzijds, botst op het protest rond klimaat en koopkracht. Op de N-VA-partijconferentie waar het communautaire luik van het kiesprogramma op scherp werd gesteld, kreeg voorzitter Bart De Wever nadien door zowat alle media vooral vragen over het klimaatprotest.
Offensieve acties voor onze eisen en bekommernissen veranderen het politieke debat. Velen zullen aandachtig de verkiezingen van 26 mei volgen. De grootste sterkte van de regering-Michel 1 was de zwakte van de oppositie ertegen. De PS probeert wel om in woorden aansluiting te vinden bij onze eisen, maar heeft net iets te lang de rol van beheerder van besparingsmachines op federaal, regionaal en lokaal niveau uitgeoefend. De groenen zullen in de parlementsverkiezingen van 26 mei groeien, sommige peilingen geven aan dat ze de grootste politieke familie van het land worden. Na de gemeenteraadsverkiezingen zagen we echter dat de groenen met om het even wie coalities vormen en in het beleid geen verschil maken. De inzet waarvoor zovele duizenden mensen betogen ligt een pak hoger dan wat de groene partijen te bieden hebben. Zij schrijven zich in de logica van het kapitalisme in, terwijl de roep naar ‘system change’ luid klinkt.
De PVDA gaat zowel rond klimaat als koopkracht verder dan wat voor het establishment aanvaardbaar is. De partij is ook aanwezig in de beweging en versterkt ons door tot in het parlement onze stem te laten weerklinken. Wij schreven een brief naar de PVDA om haar kiescampagne te ondersteunen, los van onze meningsverschillen. Wij willen samen met PVDA strijden voor hervormingen als gratis openbaar vervoer, energie in publieke handen en echte loonsverhogingen. Maar wij koppelen dat aan de nood van een socialistische samenleving: onder het kapitalisme zijn hoogstens tijdelijke hervormingen mogelijk. Wij waarschuwen daar meteen voor en formuleren een reeks overgangseisen zoals de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie als antwoord op pogingen tot sabotage door de kapitalisten. Om tot een breuk met het kapitalisme te komen, is een breed gedragen massabeweging nodig. Verkozen posities spelen daar een rol in, maar mogen geen centraal doel op zich worden.
De regering is verzwakt en ook het patronaat heeft het moeilijk, de roep naar meer koopkracht weerklinkt bijzonder luid. Dit is een uitstekend ogenblik om verder in het offensief te gaan en het niet bij een eenmalige actie te laten. Een strijdplan zoals in 2014 kan ervoor zorgen dat we verder opbouwen naar nieuwe en nog grotere acties. Ook in het jongerenprotest is een actieplan nodig: elke week op donderdag betogen, houden de meeste jongeren niet vol. Met syndicalisten en jongeren opbouwen naar een gezamenlijke actiedag op 15 maart, de dag van de internationale scholenstakingen, zou de enthousiaste energie van de klimaatactivisten koppelen aan de economische slagkracht van de werkenden.
In actie groeit instinctief het besef dat we onze strijd moeten uitbreiden en organiseren. Het jongerenprotest werkt aanstekelijk: het verspreidt zich als een lopend vuurtje door de hele wereld. Dat internationalisme is belangrijk: we zullen de rampzalige klimaatverandering niet in één land stoppen. Syndicalisten zijn beïnvloed door hun kinderen die een erg klimaatbewuste generatie vormen met ervaringen inzake collectieve actie. Deze jongeren zijn de volgende generatie syndicalisten! Omgekeerd herkennen veel jongeren zich in de stakingsacties zoals op 13 februari. Dat sluit beter aan bij hun methode van actievoeren dan de patronale pogingen om het protest onschadelijk te maken met initiatieven als ‘Sign for my future’. De strijd voor klimaat en koopkracht koppelen, beantwoordt de pogingen om verdeeldheid te creëren door het klimaatprotest te beperken tot eisen als hogere vliegtaksen en andere belastingen die de gewone werkenden laten opdraaien voor de vervuiling door het kapitaal.
Doorheen strijd leren jongeren en de werkende klasse in het algemeen op enkele weken tijd soms meer dan anders in jaren. We mogen dat niet laten verloren gaan. Onze strijd uitbreiden, betekent ons programma verfijnen en duidelijk zijn over wie onze bondgenoten zijn en wie de noodzakelijke verandering in de weg staat. Laten we ‘system change’ concreet invullen. LSP draagt daaraan bij met een programma van socialistische maatschappijverandering zodat een rationele planning in het belang van de meerderheid van de bevolking en de planeet mogelijk wordt.
-
Koopkracht en klimaat: één strijd
15 maart: samen staken
De jongeren hebben de straten van Brussel en heel wat andere steden al wekenlang overspoeld in een ongeziene en historische klimaatbeweging. Er wordt daarbij vaak gesproken over het veranderen van individueel gedrag, maar de overgrote meerderheid van de betogers komt op voor collectieve oplossingen en zelfs voor een ‘system change.’ De Zweedse scholiere Greta Thunberg was op de betoging in Brussel op 21 februari. Vlak voordien verklaarde ze aan de media: “Moeten wij op school zitten? Wel, neem dan onze plaats op straat in.” Op 15 maart hebben we een kans om samen met de jongeren te staken.Artikel door Celia, leerkracht in Brussel, uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Het was de kracht van de beweging die maakte dat Vlaams minister van Milieu Joke Schauvliege geen andere optie meer had dan ontslag te nemen. Eerder kon Francken op post blijven na de tragische dood van de kleine Mawda, die door een politiekogel werd omgebracht. We moeten voor een gelijkaardig ontslag al terugkeren naar 1998 toen Louis Tobback na de dood van Semira Adamu en het protest dat daarop volgde zijn ontslag aanbood. Het vertrek van Schauvliege is een eerste overwinning.
Er is een internationale oproep voor klimaatstakingen op 15 maart. Die dag zullen er wereldwijd acties zijn: van Australië tot Canada en zowat overal in Europa. Het kan de grootste internationale actiedag worden sinds de anti-oorlogsbeweging van 2003!
Kapitalisme ondergraaft alle bronnen van rijkdom
De impact van de jongerenacties gaat verder dan het ontslag van een minister. Het vestigt een traditie van collectieve strijd als methode om woede te uiten. Koopkracht is een ander thema waarrond veel woede heerst. De jongerenacties droegen bij tot het succes van de algemene staking van 13 februari. Op die dag vloog geen enkel vliegtuig over ons land door de staking! Op 13 februari waren er volgens ACV alleen al in Brussel meer dan 100 stakingspiketten. Sommige daarvan waren groot met meer dan honderd aanwezigen, zoals bij Proximus of Audi.
De vakbonden werden van onderuit geduwd om zo massaal mogelijk te protesteren en een krachtsverhouding uit te bouwen tegen de bazen die de loonnorm tot 0,8% willen beperken. In een aantal sectoren is er een stakingsaanzegging ingediend voor 8 maart, de internationale vrouwendag. Ook voor 15 maart is er een aanzegging door de Algemene Centrale van het ABVV. Tegen de pogingen om het klimaatprotest en de roep naar meer koopkracht tegen elkaar uit te spelen, is gezamenlijke actie het beste antwoord. Marx merkte al op dat het kapitalisme zowel de natuur als de arbeid, de twee bronnen van alle rijkdom, ondergraaft. De problemen rond klimaat en koopkracht worden door hetzelfde probleem veroorzaakt: de winsthonger die eigen is aan het kapitalisme.
Samen strijden!
Het protest rond klimaat en koopkracht is erg frustrerend voor de rechterzijde. De N-VA wilde de verkiezingen van mei laten gaan over vluchtelingen en migratie. Momenteel hebben ze moeite om dit thema in de actualiteit te houden. De mobilisaties van jongeren en van de arbeidersbeweging leggen hun thema’s immers op.
LSP steunt de vakbondseisen voor meer koopkracht: minimumloon van 14 euro per uur, minimumpensioen van 1.500 euro per maand, echte loonsverhogingen. We komen ook op voor klimaateisen als gratis en degelijk openbaar vervoer, energie in publieke handen, massale investeringen in publiek wetenschappelijk onderzoek en een rationele planning van de economie. Deze eisen zijn concrete antwoorden op de sociale schade aangericht na jaren van crisis en besparingen. Zulke eisen vertrekken van de dagelijkse realiteit van werkenden en hun gezinnen, maar stellen ook het volledige kapitalistische systeem in vraag.
Er is een uitstekende kans om het offensief door te zetten. Met de succesvolle ervaring van de nationale staking van 13 februari zou een strijdplan zoals dat van 2014 de kans bieden om de strijd verder op te voeren. Een massale gezamenlijke actiedag met de jongeren op 15 maart zou het enthousiasme van de klimaatactivisten koppelen aan de economische slagkracht van de werkenden. Daarmee kunnen we het systeem op zijn grondvesten doen daveren!
-
0,8% is niet genoeg! Staking voor echte loonsverhogingen op 13 februari

“Alles stijgt, behalve ons salaris.” Spandoek van ACOD LRB op een actie voor echte loonsverhogingen eind 2018 in Brussel. Zelfs gezinnen met twee inkomens hebben het soms moeilijk om rond te komen. De laatste jaren volgden de lonen zelfs de stijgende levensduurte niet, ondanks de index. Dit onder andere door de indexsprong maar ook het steeds verder uithollen van de index. De vorige twee interprofessionele akkoorden (IPA) werden afgesloten in een situatie met de patroons in een zetel, gesteund door de regering Michel I. Deze keer hebben ze dat voordeel niet. Dat moeten we gebruiken!
Artikel door Thomas voor maandblad ‘De Linkse Socialist’ (dat vrijdag van de drukker komt, maar net voor de aankondiging van de stakingsdag werd afgewerkt: in deze online versie van het artikel hebben we de stakingsoproep toegevoegd)
Onder het kapitalisme is er steeds een strijd tussen werknemers en patroons over wie welk deel van de geproduceerde meerwaarde krijgt: de werknemers die de meerwaarde produceren of de kapitalist wiens enige toevoeging zijn investering is. Dat laat de kapitalist toe om het bedrijf te beheren, terwijl de werknemers dit zelf beter en effectiever zouden kunnen.
Na WOII werden ernstige loonsverhogingen afgedwongen. Maar binnen het kapitalisme komen verworvenheden steeds weer onder druk. Voor hen is elke crisis een opportuniteit. Zo werd de crisis van 2007-08 door de kapitalisten aangegrepen voor een nieuwe aanval op onze lonen en arbeidsvoorwaarden. Bij het begin van de crisis vatte miljardair Warren Buffet het zo samen: “Er bestaat wel degelijk een klassenoorlog, maar het is mijn klasse, de klasse van de rijken, die de oorlog voert en het zijn wij die hem winnen.” Wat betekende dit in de praktijk? In 2009 waren de 1% rijksten wereldwijd goed voor 44,9% van het totale vermogen. Nog geen tien jaar later, in 2017, ging 82% van de nieuw gecreëerde rijkdom naar die 1% rijksten. Kortom: de kloof tussen arm en rijk wordt nog groter.
Dit is een wereldwijd fenomeen dat zich ook bij ons laat voelen. De CEO’s van de Bel20-bedrijven verdienen gemiddeld op nog geen zes dagen evenveel als een jaarloon van hun werknemers. Er zijn miljarden voor de aandeelhouders, maar een loonsverhoging voor de werknemers zit er niet in. Of toch, volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) is een kruimel van 0,8% toegelaten.
Werknemers en hun organisaties mogen geen genoegen nemen met gemorrel in de marge. Er zijn reële loonsverhogingen voor alle werkenden nodig. Daarnaast moeten de laagste lonen opgetrokken worden tot minstens 14 euro per uur of 2.300 euro per maand. Nu de Thatcheriaanse regering-Michel gevallen is, zitten de patroons minder comfortabel in hun zetel. De vakbonden moeten ervoor zorgen dat de druk hoog gehouden wordt, ook tijdens de onderhandelingen.
Op 14 januari begonnen twee ABVV-centrales, Horval (horeca en voeding) en de Algemene Centrale, met maandelijkse actiedagen voor het optrekken van het minimumloon tot 14 euro per uur. Hopelijk sluiten andere centrales en vakbonden zich hierbij aan en komt het tot een echte strijd. Vooral militanten en werkenden in sectoren waar de laagste lonen minder dan 14 euro per uur bedragen, kunnen daar een rol in spelen en de eigen patroons onder druk zetten.
De mars voor koopkracht van het ABVV op 4 februari was een uitstekend initiatief, ook al kwam het laat in de IPA-onderhandelingen die op 23 januari afgelopen moesten zijn. Ondertussen is die mars geschrapt om plaats te maken voor een algemene staking op 13 februari gesteund door alle vakbonden. De werkgevers reageren zoals verwacht: ze verstoppen zich achter de loonwet. Een offensieve benadering is nodig om ernstige loonsverhogingen te bekomen en ineens die asociale loonwet die onze koopkracht bedreigt weg te krijgen.
Degelijk voorbereide acties zijn sleutel tot succes
Sinds 2014 is het sociaal protest tegen deze regering en haar asociale maatregelen nooit gaan liggen. Het was echter al te vaak protest om stoom af te laten bij de basis of om de onderhandelingspositie van de vakbondstop te versterken. Het werd niet gebruikt om de krachtsverhoudingen terug in het voordeel van de werknemers te doen kantelen door de kibbelregering de laan uit te sturen. Nochtans was de bereidheid om aan acties deel te nemen doorgaans groter dan verwacht, ook al waren de mobilisaties vaak laat en slecht georganiseerd.
Laat ons hier lessen uit trekken en de koopkrachtbeweging wel goed organiseren, met duidelijke eisen als 14 euro per uur of 2.300 euro per maand, 1.500 euro netto of 75% van het laatste loon als minimumpensioen. Deze eisen zijn geen dromen voor een verre toekomst. We hebben ze vandaag nodig voor een menswaardig bestaan. Het vereist een duidelijke actieagenda waar we niet na iedere actie maanden wachten tot er een volgende datum komt, maar een plan voor de komende maanden zodat we collega’s kunnen overtuigen dat het menens is.
Als de vakbonden het protest niet organiseren, zal het langs andere wegen naar buiten komen. De situatie vandaag schreeuwt immers om loonstijgingen. De gele hesjes in Frankrijk maakten van koopkracht een centraal thema en konden overwinningen halen, ook al raakten ze de economie slechts beperkt. Beeld je in wat de vakbonden met zo’n vastberadenheid zouden kunnen bereiken!
Extreemrechts probeert op het ongenoegen rond koopkracht in te spelen. Zo beweert het Vlaams Belang voor koopkrachtverhoging en een minimumpensioen van 1500 euro op te komen. De partij van rijkeluiszoontje Van Langenhove is op dit vlak niet geloofwaardig. Maar we mogen het terrein niet aan extreemrechts overlaten.
Een strijdbaar socialistisch programma is nodig om tot verandering te komen. De werkgevers en de regeringen zullen elke verhoging van het (minimum)loon voorstellen als een opstap naar een sociale woestijn. Eerder zeiden ze hetzelfde over de afschaffing van de kinderarbeid of de arbeidsduurvermindering tot 8 uur per dag. Als ze dreigen met economische maatregelen zoals sluitingen of delokalisatie, moeten we het wapen van de nationalisatie bovenhalen. Als we democratisch over de beschikbare middelen willen beslissen, moeten we ze met de gemeenschap bezitten. Dat is onderdeel van onze strijd voor een socialistische samenleving.
-
N-VA bereid regering overeind te houden om onze koopkracht te fnuiken
De N-VA liet de regering vallen rond een niet-bindend internationaal akkoord over migratie. Sindsdien vliegen de verwijten tussen N-VA en de voormalige coalitiepartners over en weer. Premier Michel waarschuwt vanuit Davos voor N-VA en PS. N-VA meent dat het in de affaire van de fraude rond humanitaire visa oneerlijk hard wordt aangepakt. Amper een week nadat voorzitter De Wever al zijn troepen naar de ‘loopgraven’ stuurde, klaagt zijn adjudant Francken over een “bloeddorstige politieke afrekening.” Had hij dan verwacht dat het daar in die loopgraven allemaal koek en ei ging zijn? Of dat aanvallen steeds eenrichtingsverkeer zijn, net zoals Francken dat voorheen in zijn beleid tegen vluchtelingen gewoon was?Er zijn echter zaken die de voormalige regeringspartners bijeenbrengen, ondanks al het geruzie. Amper twee weken nadat De Wever zijn troepen naar de loopgraven stuurde om de andere rechtse partijen te bekampen, mogen ze er al even terug uitkomen. Er is immers een hoger doel: neen, niet Vlaanderen of het confederalisme, maar de koopkracht van de gewone werkenden die aan de patronale ketting moet blijven!
Echt overleg over de lonen was er niet: er was vooraf vastgelegd dat de loonsverhogingen niet hoger mochten zijn dan 0,8%. Op een ogenblik dat de winsten veel sneller stijgen en de topmanagers zichzelf riant belonen, is die 0,8% een belediging. Zoals de werkgevers zich voorheen verstopten achter de regering, doen ze dat nu achter de loonwet. De rechtse regeringspartijen maakten de afgelopen jaren duidelijk dat er inzake naleving van wetten twee maten en gewichten zijn. Zo probeert Francken zijn praktijken met humanitaire visa goed te praten. Wie de juiste partijkaart en bijhorende kanalen kent, was net iets meer gelijk voor de wet dan anderen. Voor onze koopkracht is zoiets uitgesloten.
Nu de vakbonden het overleg met de werkgevers verlaten hebben, kan de regering in principe zelf een loonnorm opleggen. Voor een regering in lopende zaken zonder meerderheid in het parlement ligt dat moeilijk. N-VA kondigde echter meteen aan dat het bereid is om de regering op dit punt te steunen. Alle uitspraken over ‘loopgraven’ en ‘bloeddorstige afrekeningen’ worden even opzij geschoven om over te gaan tot wat de traditionele partijen verenigt: de belangen van de superrijken verdedigen door in de zakken van de meerderheid van de bevolking te zitten.
Niet dat N-VA bereid is om gelijk welk voorstel van de regering te steunen. Dat “hangt af van de voorstellen die de minderheidsregering neerlegt,” aldus Zuhal Demir. Elk voorstel dat hoger is dan 0,8% zal niet aanvaard worden, zoveel is duidelijk. Daarmee sluit N-VA zich opnieuw aan bij het front van gevestigde partijen die onze koopkracht gijzelen.
Tegenover de patronale vastberadenheid van zowel werkgevers als hun politici moeten wij een ernstig en even vastberaden antwoord bieden. De staking van 13 februari is een goede stap, maar wellicht zal meer nodig zijn om tot ernstige loonsverhogingen te komen. Een opbouwend strijdplan, zoals we dat met het actieplan van eind 2014 kenden, is geen overbodige luxe.
-
Stijgende werkdruk. Dalende koopkracht. Genoeg is genoeg!
Een eeuw geleden zei Eugene Debs, een Amerikaanse socialist die toen heel bekend was: “Ik verzet me tegen een sociale orde die toelaat dat een mens door niets nuttig te doen een fortuin van miljoenen dollars verzamelt, terwijl miljoenen vrouwen en mannen elke dag hard werken en amper genoeg hebben om een ellendig bestaan te leiden.” Die woorden zijn ook vandaag voor velen herkenbaar.Artikel door Karim Brikci, delegee ACOD-LRB Brussel
De afgelopen maanden stond er elke dag wel een onderzoek, cijfer of een artikel in de krant die duidelijk maakt wat het establishment tevergeefs probeert te verbergen: er is een explosie van sociale ongelijkheid en armoede voor een groeiend deel van de bevolking. Een studie van Eurostat uit oktober gaf aan dat meer dan 20% van de Belgische bevolking, bijna 2,3 miljoen mensen, met armoede of sociale uitsluiting bedreigd is. Het volstaat om buiten te komen of om met collega’s te praten om te beseffen dat niemand nog veilig is voor deze situatie die onhoudbaar wordt.
Deze realiteit weerhoudt de werkgevers van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) er echter niet van om te blijven klagen over de moeilijkheden die de Belgische bedrijven kennen. Wat een lef hebben ze! In juli 2018 kende de Bel20, de index van de 20 grootste beursgenoteerde bedrijven in ons land, een van de beste maanden ooit. De zakenkrant L’Echo, de Franstalige tegenhanger van De Tijd, merkte op: “De huidige economische voorspellingen gaan uit van een groei van 2,3% in Europa dit jaar. Dit moet zich moeiteloos vertalen in een groei van de bedrijfswinsten met 10% in 2018 en wellicht 8% in 2019.” Voor deze werkgevers is het uitgesloten dat de grotere winsten zouden gebruikt worden om de lonen op te trekken. De terechte eis van loonsverhogingen door de werkenden en hun organisaties wordt door de werkgevers en de gevestigde politici afgedaan als demagogie.
Alsof het voor hen nog niet volstaat dat ze op onze kap rijk worden, voeren de werkgevers elke dag op onze werkplaatsen een agressieve campagne om de productiviteit op te drijven. Dit leidt tot een algemene verslechtering van onze arbeidsvoorwaarden en een constante druk, die compleet onhoudbaar geworden is.
Een werknemer uit de publieke sector in Brussel legde het haarfijn uit tijdens de staking voor loonsverhogingen op 8 november: “Als er gesproken wordt over ‘productiviteit’ en over te hoge werkdruk, denken velen aan werknemers uit de privé waar de werkgevers steeds meer inspanningen eisen zodat ze minder lonen moeten betalen om meer winsten te realiseren. Maar hetzelfde zien we bij ons in de openbare diensten. Daar eisen de verantwoordelijken ook dat er steeds meer gebeurt met minder personeel, in sommige gevallen met uurroosters die niet combineerbaar zijn met een gezinsleven, een druk die soms erg hoog is en wangedrag, chantage, directe of indirecte bedreigingen zodat de werkenden niet durven reageren. Kortom: slechter wordende arbeidsvoorwaarden, meer burn-outs, mensen die ziek vallen, … met een destabilisatie van en binnen de diensten. Personeelsleden verliezen hierdoor het vertrouwen in zichzelf, maar ook in hun collega’s.”
We moeten dit niet aanvaarden. We stellen deze situatie elke dag vast op onze werkplaats. We doen daarmee elke dag aan politiek zonder dat we ons daar noodzakelijk bewust van zijn. We hebben vaak ten onrechte het gevoel dat we alleen staan en dat ‘de anderen’ niet bereid zijn om er iets aan te doen. We moeten daarmee breken.
We moeten uit ons isolement treden en vertrouwen hebben in onszelf en onze collectieve kracht. Laten we een voorbeeld nemen aan de moedige acties van de bagagisten, het postpersoneel en verschillende andere groepen werkenden. We staan immers niet alleen. We zijn met velen die er genoeg van hebben! Omdat we net als Eugene Debs deze sociale orde verwerpen, moeten we ons organiseren!
-
Frans protest tegen dure brandstof. Ook bij ons wordt alles duurder, zonder dat loon volgt

Actie in Montélimar. Foto: Rachel (Gauche Révolutionnaire) De afgelopen dagen is in Frankrijk een beweging ontstaan tegen de toegenomen brandstofprijzen. Vooral tankstations en tolwegen werden geblokkeerd door mensen in gele fluovestjes (gilets jaunes) die protesteren tegen de hoge belastingen van de overheid op benzine en diesel. Omdat veel supermarkten in Frankrijk over een tankstation beschikken worden ook zij geblokkeerd.
Artikel door Kim
Het orgelpunt tot nu toe vond plaats afgelopen zaterdag, toen minstens 250.000 mensen aan de blokkades deelnamen. Tijdens die actiedag raakten aan de blokkades meer dan 100 mensen gewond, waaronder een handvol ernstig. Er viel één dode toen een vrouw, die haar dochter naar het ziekenhuis wou rijden, in paniek doorreed aan een blokkade. De politie liet op sommige plaatsen begaan, elders greep ze in. Zo werd een blokkade op de ring rond Parijs verhinderd. Actievoerders die de ambtswoning van president Macron probeerden te bereiken, werden door de politie met traangas teruggedreven. Geen enkele bestaande groepering neemt het voortouw in de protesten, die van onderuit zijn ontstaan en via sociale media georganiseerd worden. Volgens een peiling begin november steunt 78% van de Fransen de acties. De beweging steunt dus op een groot passief draagvlak.
Goed voor het milieu?
De benzineprijs aan de pomp steeg in Frankrijk met 15% op een jaar tijd, die van diesel zelfs met 27%. Dit komt door de stijging van de ruwe olieprijs, maar ook door de vele taksen. Zowat 60% van de kostprijs vloeit via taksen naar de overheid. Macron vindt dat te weinig: vanaf 1 januari 2019 komt er een bijkomende taks van 6,5 eurocent per liter diesel en 2,9 eurocent per liter benzine. Die belastingverhoging was de druppel die de emmer deed overlopen.
Macron zegt dat de taks nodig is vanuit ecologisch standpunt. Niet dat de regering-Macron een sterk ecologisch imago heeft: in augustus nam minister van ecologische transitie, Nicolas Hulot, nog ontslag omdat de regering te weinig doet voor het milieu. Moest de regering echt bezorgd zijn om het milieu, dan zou ze investeren in ecologische alternatieven.
Benzine en diesel zijn immers geen luxeproducten: veel mensen hebben een eigen auto nodig omdat er geen ander vervoersmiddel is om naar het werk te gaan of om kinderen naar school te brengen. Heel wat plaatsen zijn enkel met de auto bereikbaar. Accijnzen op brandstofprijzen verhogen, betekent in het beste geval dat de kosten van vergroening op de werkenden en de middenlagen afgewenteld worden. Door het gebrek aan alternatieven is er echter amper minder gebruik van de auto.
De milieubelastingen van Macron vertrekken van een logica waarin de individuele consument verantwoordelijk is voor milieuvervuiling. Dit idee van individuele verantwoordelijkheid is een liberaal dogma. In plaats van de productie aan te pakken en de grote vervuilers (een honderdtal grote bedrijven zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van de vervuiling), worden de gewone mensen aangepakt. Consuminderen om de ecologische voetafdruk te verkleinen, blijft echter altijd beperkt tot een minderheid.
Echte vervuilers worden ongemoeid gelaten
Ondertussen zorgt de logica van dit systeem voor heel wat nutteloos verkeer: leveringen gebeuren just-in-time, producten worden over en weer gebracht omdat lonen ergens anders iets lager zijn, … Zo worden Belgische varkens naar Italië gebracht om daar geslacht te worden en verwerkt tot onder meer parmaham, die vervolgens verkocht wordt in Belgische supermarkten. Noordzeegarnalen worden naar Marokko gebracht om te pellen, waarna ze hier verkocht worden. De pogingen om ons als individuele consument verantwoordelijk te stellen voor reële milieuproblemen zijn erop gericht om de echte verantwoordelijken uit de wind te zetten.
Grote bedrijven aanpakken, kan volgens de neoliberalen niet omdat het de vrije markt zou verstoren. Door extra taksen te heffen met het argument van milieu (brandstoffen) of gezondheid (tabak, alcohol, …) wordt nochtans erkend dat de economie sturing nodig heeft. Zo overtuigd zijn die liberalen dan toch niet van de vrije markt. Het gebrek aan publieke investeringen in milieu of gezondheidszorg versterken het vermoeden van veel werkenden: de extra taksen dienen gewoon om de kas te vullen zodat de overheid nog meer cadeautjes aan de grote bedrijven kan uitdelen. Onder de winnaars van dat beleid bevinden zich ook de grote oliemultinationals zoals Shell of Total die vorig jaar goed waren voor respectief 4 en 5 miljard euro winst.
Woede organiseren en tegen systeem richten
De Franse woede is terecht. De “gilets jaunes” geven uitdrukking aan een gevoel dat ook bij ons leeft (zie hieronder). Deze beweging vertrekt vanuit een buikgevoel en is niet van bij het begin duidelijk qua eisen en alternatieven. Sommigen zien in de woede tegen de taksen een rechtse of zelfs extreemrechtse beweging. Waar de arbeidersbeweging afwezig blijft, probeert rechts effectief om de beweging te recupereren. Rechts en extreemrechts hebben echter geen alternatief op het huidige beleid: ze staan niet bepaald bekend als verdedigers van openbaar vervoer, openbare diensten, publieke investeringen in duurzame energie, …
De arbeidersbeweging moet aansluiting vinden bij dit protest en het richten op eisen die de strijd verbreden. Dit moet ook gekoppeld worden aan ecologische eisen, waarbij de factuur niet naar de werkenden en de middenklasse wordt doorgeschoven maar door de belangrijkste verantwoordelijken voor vervuiling wordt gedragen. De stakingsoproep van delen van de vakbond CGT bij Peugeot op 17 november was een belangrijk precedent. Deze beweging van ‘gilets jaunes’ bestaat doorgaans uit gewone werkenden, gepensioneerden, kleine zelfstandigen, … Kortom mensen die het verschil tussen 50 en 60 euro voor een volle tank voelen.
Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, komt in de beweging op rond volgende eisen:
- Onmiddellijke verlaging en blokkering van de brandstof- en energieprijzen
- Neem de winsten van de multinationals in beslag om onze noden te financieren: gratis openbaar vervoer, openbare diensten, degelijke en betaalbare huisvesting.
- Verhoging van de lonen en uitkeringen, herstel van de index met inbegrip van brandstofprijzen.
- Een vermogensbelasting, strijd tegen fiscale fraude door de ultrarijken en de multinationals, indirecte belastingen (zoals BTW) vervangen door een progressieve belasting die de rijken en grote bedrijven meer laat betalen.
- Verdediging van openbare diensten en heropening van diensten die bereikbaar zijn in elke buurt (kinderopvang, scholen, postkantoren, …).
- Voor een grote openbare milieudienst gefinancierd door multinationals te belasten, om honderdduizenden jobs te creëren in de nodige ecologische transitie (ecologische landbouw, voedselsector, duurzame energie, …).
Een dergelijk programma vereist socialistische maatregelen zoals de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie, zodat de grote bedrijven de ecologische transitie niet kunnen blijven saboteren en zodat een democratische en ecologische planning mogelijk wordt. Zo’n planning zou vertrekken van de behoeften van de werkenden, inclusief de ecologische behoeften. Om dit te bekomen, is strijd nodig.
[divider]
Ook in België wordt alles duurder… terwijl ons loon niet volgt!

Foto vanop Wikimedia De maximale dieselprijs in ons land is hoger dan in alle buurlanden. Net als in Frankrijk gaat ongeveer 60% van wat we aan de pomp betalen naar de overheid. Een tank van 40 liter diesel kost vandaag ongeveer 60 euro, waarvan dus 36 euro voor de overheid. Alles samen haalde de overheid vorig jaar 5,5 miljard euro inkomsten uit taksen op brandstof.
Ook hier wordt het argument gebruikt dat individueel autogebruik wordt ontmoedigd. Zonder investeringen in alternatieven is dat een hol argument. De opbrengst wordt overigens niet in milieuvriendelijk transport geïnvesteerd: de overheidsbijdragen aan NMBS, De Lijn, MIVB en TEC – de aanbieders van openbaar vervoer – liggen lager dan die 5,5 miljard euro! Investeringen in duurzame energieproductie worden aan de private energiebedrijven overgelaten, met als resultaat dat een tekort aan elektriciteit dreigt.
Bovendien komt het bovenop alle andere belastingverhogingen van de rechtse regering-Michel/De Wever. Een groot deel van onze energie- of waterfactuur bestaat uit taksen. Onder meer door een jarenlang gebrek aan investeringen gingen de prijzen voor water en energie de afgelopen maanden fors de hoogte in. Alles wordt dus duurder, maar onze lonen volgen niet. Als het van de regering en de werkgevers afhangt, zit er opnieuw niets in bij de collectieve loononderhandelingen die momenteel opgestart worden.
-
Volgens N-VA neemt koopkracht toe, cijfers tonen daling van reële lonen met -0,9%
Enkel in België en Griekenland nemen de reële lonen dit jaar af, België slechtste van de Europese klas
De regering klopt zichzelf graag op de borst: er komen jobs bij en de lonen stijgen. Dat is de officiële versie van het verhaal. De realiteit ziet er anders uit.Dalende werkloosheid?
Dat het aantal werklozen afneemt, klopt enkel indien de definitie van ‘werkloze’ wordt beperkt tot wie aan de voorwaarden voldoet om uitkeringsgerechtigd te zijn. Heel wat werklozen verloren hun recht op een uitkering en komen bij het OCMW terecht. Tal van werkenden zien zich onvrijwillig genoodzaakt tot deeltijdse arbeid en is eigenlijk ondertewerkgesteld.
De VDAB moet dit erkennen als het stelt dat de daling van het aantal niet-werkende werkzoekenden in Vlaanderen toe te schrijven is aan een daling van wat ‘werkzoekenden met een uitkeringsaanvraag’ wordt genoemd, in het bijzonder door de regels inzake de inschakelingsuitkering. Tegelijk is er een stijging van het aantal oudere werkzoekenden door strengere regels inzake brugpensioen.
Het aantal niet-werkende werkzoekenden nam in Vlaanderen op een jaar tijd met 9.159 eenheden af tot 220.920 of 7,3% van de beroepsbevolking (cijfers van de VDAB begin november).
Op nationaal vlak werden vorig jaar (in 2015) 29.155 mensen het slachtoffer van de beperking van de inschakelingsuitkering, 15.425 werklozen werden gesanctioneerd door de RVA en 19.517 werklozen werden tijdens hun wachttijd gesanctioneerd. (cijfers sociaal-economische barometer vanh et ABVV). Het aantal mensen met een leefloon is dan ook sterk gestegen: van 99.000 in 2013 tot 115.400 in 2015.
Meer mensen vallen dus uit de boot, het schrappen van werkloosheidsuitkeringen maakt dit erger. Het leidt enkel tot betere cijfers in de statistieken, maar daar kunnen mensen zonder werk niet van leven.
Stijgende lonen?
De Duitse Hans-Böckler-Stiftung kwam net deze week met een studie waaruit blijkt dat de reële lonen in de EU in 2015 gemiddeld met 1,4% stegen en voor dit jaar wordt een stijging van 1,7% voorzien. Slechts in twee landen stijgen de lonen minder snel dan de prijzen: Griekenland en België. Daar dalen de reële lonen dus. Uiteraard kan er gebruik gemaakt worden van absolute cijfers die een beperkte loonstijging aangeven, maar de reële lonen zijn wat wij uiteindelijk krijgen.
In 2014 stegen de Duitse lonen met 2,6% en dit jaar wordt 2,2% voorzien. In ons land echter is er een daling: de reële lonen namen in 2015 af met -0,5% en voor dit jaar wordt -0,9% voorzien. Dat is de grootste daling van de hele EU, in Griekenland wordt dit jaar -0,5% voorzien. De kracht van verandering is dat.
Het verschil wordt onder meer verklaard door de hogere inflatie in ons land, vooral een gevolg van stijgende belastingen en taksen, en de strikte controle op de lonen. In absolute termen nemen onze lonen toe: +0,1% vorig jaar en +0,7% dit jaar. Maar de inflatie (prijsstijgingen) ligt een pak hoger. Resultaat: we verliezen aan koopkracht. Anders gezegd: de Belgische werkenden zijn er slechter aan toe dan hun collega’s in de buurlanden.
Het reële loon in ons land ligt nog steeds onder het niveau van 2010. We gaan er dus al jaren op achteruit. (cijfers en statistieken van de Hans-Böckler-Stiftung: https://idw-online.de/de/news?print=1&id=664245)
De kracht van achteruitgang
Op sociaal vlak gaan we er onder deze regering op achteruit. De prijzen stijgen een pak sneller dan onze lonen. De koopkracht van werkenden neemt af. Ondertussen worden werklozen steeds sneller naar de uitgang verwezen, waardoor het aantal leefloners fors stijgt.
Met cijfers en statistieken probeert de regering het beleid te verdedigen, bij N-VA wordt er zelfs een heuse campagne tegenaan gegooid. De partij beweert dat de koopkracht het snelst in vijf jaar stijgt en dat het aantal jobs toeneemt. Dit blijkt niet te kloppen. De krachtige verandering is geen sociale vooruitgang maar sociale achteruitgang voor de meerderheid van de bevolking. Het zal de grote aandeelhouders van de grote bedrijven tevreden stellen, maar de meerderheid van de bevolking heeft daar niets aan.
De propaganda van N-VA dient om het asociale karakter van het beleid te verdoezelen. Ze kan daar maar mee weg raken inzoverre er geen georganiseerd verzet tegen is. Het wordt tijd dat de vakbondsleidingen hun geaarzel en demoraliserend getreuzel laten varen om terug een krachtsverhouding op te bouwen zoals tijdens het actieplan van 2014. Liefst met een duidelijk doel: deze rechtse regering moet weg!
-
Loononderhandelingen in het najaar… Opgelet, zwakheid zet aan tot agressie!
Artikel door Nicolas Croes uit de septembereditie van ‘De Linkse Socialist’
Stilaan worden de voorbereidingen getroffen voor de onderhandelingen over een nieuw Interprofessioneel Akkoord (IPA) dat de arbeid- en loonvoorwaarden in de private sector bepaalt. Het komt midden de aankondigingen van de verschillende besparingsoperaties op federaal, regionaal en lokaal vlak. En ook inzake de lonen ziet het er niet goed uit. Ook op dat vlak zal verzet nodig zijn.We weten nog niet exact wat er op het menu zal staan. De werkgeversfederaties zwijgen nog even in blijde verwachting van de cadeaus die ze van de Zweedse coalitie verwachten en ze willen ook niet te veel olie op het vuur gieten in de aanloop naar het ABVV-congres van oktober. Maar de grote lijnen van wat ons te wachten staat, zijn wel duidelijk. Bij de laatste verkiezingen en ook daarna, hielden de werkgeversfederaties zich niet in om hun eisen op tafel te leggen. Ze deden dat met een zelfvertrouwen dat groter dan ooit tevoren was, ook langs Franstalige kant.
Alle verhaaltjes over de zogenaamde concurrentiepositie van de bedrijven zijn uiteraard niet nieuw, deze plaat is al jarenlang grijsgedraaid. Maar iedere nieuwe gelegenheid wordt aangegrepen. Nu roept Philippe Godfroid, de voorzitter van de Union des Classes Moyennes (UCM, Franstalige tegenhanger van Unizo), op om “krachtige en moedige beslissingen te nemen om de kost van arbeid te verminderen, de eindeloopbaan en de berekening van de pensioenen te moderniseren, de vorming te verbeteren, de arbeidsmarkt te flexibiliseren, …” Uiteraard willen de werkgevers dat enkel voor het ‘welzijn van iedereen’ en niet enkel om de eigen winsten op te drijven. Straks moeten we de werkgevers nog bedanken voor de opofferingen die steeds van onze kant moeten komen.
Zijn de Belgische werkenden te gulzig?
De twee vorige IPA-onderhandelingen hebben niet tot een akkoord geleid. De federale regering legde daarop eenzijdig een loonnorm op met een Koninklijk Besluit. Voor 2011-2012 ging het om een loonstop in het eerste jaar en een verhoging van amper 0,3% in het tweede jaar. Voor 2013-2014 werd een complete loonstop opgelegd. Ongetwijfeld zal het patronaat zich gesterkt voelen nu er een openlijk rechtse regering zit aan te komen.
In maart van dit jaar stelde de Europese Commissie in een rapport over de komende IPA-onderhandelingen: “Bovenop de maatregelen die de buitensporige toename van de lonen in het verleden moesten corrigeren, probeerde de regering tevergeefs om de wet van 1996 aan te passen om een toekomstige scheeftrekking tussen de lonen en de productiviteit tegen te gaan.” (Macro-economische onevenwichten België 2014). De wet van 1996 heeft tot doel om de evolutie van de lonen in ons land aan te passen aan deze in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Het idee is om de logica van een bevriezing van de lonen door te trekken, minstens tot in 2018. Voor de Europese Commissie moet dit op tijd worden doorgevoerd zodat het reeds op het IPA van 2015-16 van toepassing zou zijn.
En zelfs dat zou niet volstaan. “Zelfs indien de nationale loonnorm strikter wordt gemaakt, kan de loonhandicap groter worden door het algemeen toepassen van de automatische indexering van de lonen op sectorniveau.” Eens te meer wordt voorgesteld om de indexering van de lonen aan te pakken. Het patronaat droomt daar al jaren van. In het document ‘Strategie 2010’ verklaarde het VBO zonder omwegen dat de “afschaffing van de automatische loonindexering de beste oplossing is voor het verbeteren van de concurrentiekracht van de Belgische bedrijven.” Een totale afschaffing van de index staat wellicht niet op de agenda, maar een nieuwe ondermijning ervan wel. Dat komt bovendien na alle eerdere ‘aanpassingen’ die de index al sterk ondermijnd hebben.
Een studie van het Europees Vakbondsinstituut (European Trade Union Institute, ETIU) vorig jaar gaf op basis van de gegevens van de Europese Commissie nochtans aan dat de reële lonen (dat is dus zonder inflatie) in België in de periode 2009-2013 slechts stegen met 0,0901% en in 2000-2008 met 0,4593%. Maar dan zouden de werkenden gulzig zijn?
Overlegsyndicalisme faalt
De grote bedrijven hebben geen gebrek aan geld, integendeel. In mei titelde L’Echo nog: “26 miljard ongebruikte cash bij grote Belgische bedrijven” (21 mei). De 150 grootste bedrijven in ons land houden een investeringsstaking. We zullen de middelen moeten zoeken waar ze zitten, het gaat overigens om middelen die ons toebehoren. Het zijn immers de arbeiders die rijkdom creëren en niet de aandeelhouders.
De strategie van overlegsyndicalisme – het is te zeggen het mee beheren van de sociale achteruitgang – heeft gefaald. Sinds 1981 hebben de opeenvolgende aanvallen op onze lonen en uitkeringen geleid tot een vermindering van onze koopkracht met naar schatting meer dan 20%, indien ook rekening wordt gehouden met de prijs die we betalen door de manipulaties aan de index.
Wanneer zullen de vakbonden de strijd ernstig voorbereiden met algemene vergaderingen op de werkvloer, werkonderbrekingen en sectoriële en interprofessionele vergaderingen om te informeren, mobiliseren en de werkenden te betrekken in een gedurfd oplopend actieplan met algemene stakingen? Geen enkele sector wordt vandaag gespaard, de confrontatie wordt op alle vlakken gevoerd of voorbereid. Het potentieel van gezamenlijke strijd is groot, het komt er nu op aan om dit potentieel te organiseren!
-
Werkgeversfederatie tegen indexsprong omdat het de koopkracht ondermijnt
Het gebeurt niet iedere dag dat een werkgeversfederatie waarschuwt dat een indexsprong onze koopkracht ondermijnt. Doorgaans houden de werkgevers het op aanvallen op onze levensstandaard om zelf met een groter deel van de koek te gaan lopen. Maar Comeos, de werkgeversfederatie van de handel en diensten, laat een ander geluid horen. Voor de winkels is koopkracht immers belangrijk.Volgens een studie die Comeos bestelde, was er tussen 2005 en 2008 een economische groei van 5,6% en stegen de consumentenuitgaven met 5,4%. In 2009-2013 was er een beperktere economische groei van 1,3% maar bleven de particuliere uitgaven met 4,2% stijgen. Zonder de groei van de particuliere uitgaven zou er volgens Comeos een negatieve groei van het BBP met -0,9% geweest zijn. Maar er wordt gevreesd dat de consumptie niet zal blijven toenemen.
Ondanks de stijgende particuliere uitgaven kent de distributiesector problemen. Om de winsten op peil te houden, besliste Delhaize voor de zomer nog om een sociaal bloedbad aan te richten. Ook bij Cora, Photo Hall, Home Market en andere winkelketens gaan jobs verloren. Comeos wijst erop dat de omzet de afgelopen twee jaar aan het stagneren is, zeker inzake voeding. De werkgeversfederatie vreest dat een vertraging van de consumptie de sector verder zal bedreigen. Of juister gezegd, dat het de winstgevendheid onder druk zet.
Wat stelt Comeos als alternatief voor? Van een werkgeversfederatie valt natuurlijk geen socialistisch antwoord van meer koopkracht door hogere lonen te verwachten. Neen, ook Comeos speelt het grijsgedraaide plaatje van de lastenverlagingen. Maar dan wel met het voorstel om vooral de lasten voor het personeel in de eigen sector naar beneden te halen. Daartoe stelt Comeos voor om de lasten van laaggeschoolden die weinig verdienen het meeste naar beneden te halen. Van een gemiddelde van 35% sociale bijdragen en lasten wil Comeos naar een tarief van 20% voor maandlonen onder de 2300 euro bruto en 25% voor hogere lonen. Dit zou 2,8 miljard euro kosten.
Het zou nog steeds volgens de studie van Comeos 42.614 jobs opleveren waarvan 11.336 in de handel. Hier moeten meteen enkele kanttekening bij geplaatst worden. Zou een bedrijf als Delhaize met een dergelijke maatregel alsnog beslissen om de geplande herstructurering teniet te doen? En moesten er al 42.614 jobs bijkomen, is 65.700 euro overheidssteun per gecreëerde job dan niet erg veel? Het is alleszins meer dan een doorsnee bruto jaarloon van een werknemer. Comeos stelt dus eigenlijk voor dat de overheid nieuwe jobs financiert en er nog een mooie extra cadeau bovenop geeft aan de werkgevers. Met 2,8 miljard kan de overheid zelf ongeveer 80.000 mensen met een bruto maandloon van 2.500 euro aan het werk zetten.
Met het voorstel van een lastenverlaging om de eigen winsten op te krikken, is Comeos niet bijster origineel. Wel opmerkelijk is het standpunt dat een BTW-verhoging een slechte maatregel zou zijn (dit zou de consumptie met 0,29% tot 0,61% doen afnemen) en nog dat een indexsprong geen goed idee is. De natte droom van vele andere werkgevers, betekent voor de sector van de handel vooral een ondermijning van de consumptie. Het uitgangspunt van de werkgevers uit de handel is niet onze koopkracht, maar wel hun winsten. Vanuit de specifieke winstbelangen van de distributie- en handelssector wordt erkend dat een aanval op de koopkracht niet alleen slecht is voor onze levensstandaard maar ook voor de economie.
Laat ons dit argument van Comeos gebruiken bij de loononderhandelingen in het najaar en als argument in het broodnodige verzet tegen de vele asociale aanvallen die momenteel op onze levensstandaard worden voorbereid of al op gang getrokken zijn.
