Your cart is currently empty!
Tag: Ieper
-
Vlaams Belang wil IJzerwake verjongen met neonazi-concert in Ieper

De afgelopen jaren kende de IJzerwake een terugval qua bezoekers. Het evenement ontstond nadat extreemrechts met slaande deuren de IJzerbedevaart in Diksmuide verliet. In 1996 bestormden militanten van het Vlaams Blok het podium en werden enkele vuistslagen uitgedeeld. Gekende straatvechters als Rob Verreycken lieten zich daarbij niet onbetuigd. Vanaf 2003 organiseerde extreemrechts daarop de IJzerwake in Ieper. Waar de eerste editie nog 3000 aanwezigen lokte, waren dat er vorig jaar minder dan 2000. Bovendien ging het om een steeds grijzer wordend publiek. Om daar verandering in te brengen, wordt dit jaar geprobeerd jongeren te lokken. Dat doet de mantelorganisatie van het Vlaams Belang met een neonaziconcert onder de naam ‘Frontnacht’.Artikel vanop blokbuster.be
Er is heel wat ophef rond die ‘Frontnacht’. Er treden namelijk gekende neonazigroepen op. Bronson is een Italiaanse groep die nauw verbonden is met de fascisten van CasaPound en graag verwijst naar de erfenis van Mussolini. CasaPound aarzelt niet om zichzelf fascistisch te noemen, vertegenwoordigers ervan kwamen al meermaals naar ons land op uitnodiging van NSV (studenten van het VB), Voorpost (ordedienst van het VB) en andere groepen. Flatlander is eigenlijk Harm-Jan Smit, die in zijn muziek pleit voor een “witte revolutie”. Phil van Flak kreeg in 2016 een inreisverbod in Zwitserland toen hij aangekondigd werd voor een concert. Van Flak en Flatlander traden eerder op voor de neonazistisch Hammerskins. Een in 2011 gepland concert van Van Flak in ons land ging niet door toen het gemeentebestuur van Zwijndrecht ging praten met de uitbater van de zaal waar het door de neonazistische groupuscule N-SA geplande concert zou plaatsvinden. Alle nuttige info over de groepen die optreden vind je op Antifascista Siempre (zie: https://affverzet.wordpress.com/tag/frontnacht/)
Er is heel wat ophef over het neonaziconcert in Ieper. Het stadsbestuur stelde voorwaarden bij de toelating, maar dat lijkt op een pleister op een houten been. Met de geplande groepen is het een illusie te denken dat er geen sprake zal zijn van racisme of holocaustontkenning. Vanuit verschillende hoeken zijn er protestbrieven, onder meer gesteund door de West-Vlaamse afdelingen van ABVV en ACV. Dat is belangrijk: een breed gedragen protest tegen extreemrechts en tegen neonazisme is noodzakelijk. Er circuleren oproepen om protestmails naar de burgemeester van Ieper (burgemeester@ieper.be) te sturen met de vraag om de toelating voor het neonaziconcert in te trekken.
Wij steunen die oproepen en vragen onze lezers om een mail te sturen met de vraag om geen toelating te geven voor het concert. Tegelijk denken we dat het vredescollectief@ieper best een protestactie voorbereidt om duidelijk te maken dat fascisme niet aanvaard wordt. Actief verzet is immers noodzakelijk. Extreemrechts probeert jongeren te winnen en te organiseren. Het Vlaams Belang is al langer bezig met een offensief naar jongeren toe, onder meer met de tournee ‘Schild & Pint’ waarbij VB-voorzitter Van Grieken gratis bier uitdeelt onder het roepen van slogans. Het initiatief van ‘Frontnacht’ is een volgende stap in deze poging. Het is bovendien een verdere stap in het normaliseren van neonazisme. Ook daar heeft het Vlaams Belang ervaring mee, denk maar aan de wijze waarop de bende van Van Langenhove werd binnengehaald.
Tot hiertoe bleef het Vlaams Belang redelijk buiten beeld als de organisator achter de schermen van dit neonaziconcert. Nochtans gaat het om een organisatie van de IJzerwake zelf, een door VB’ers gecontroleerd initiatief, op het terrein van die IJzerwake. Waar er in de beginjaren nog enkele eenzame N-VA’ers bij de organisatie van de IJzerwake betrokken waren, gaat het nu enkel nog om VB’ers en figuren uit de marge van extreemrechts. In de aanloop naar de verkiezingen van 2024 zal het VB zich wellicht opnieuw proberen voor te doen als ‘respectabel’ en zelfs een potentiële coalitiepartner. Het zal kiezers proberen te misleiden door zich sociaal voor te doen. In werkelijkheid steekt het Vlaams Belang meer energie in het organiseren van een neonaziconcert dan in het verdedigen van de levensstandaard van de werkende klasse.
-
Herdenking 100 jaar Grote Oorlog. Wie herdenken we en hoe?
Een socialistische kijk op: oorlog
Zomerdossier door Simon (Luik)
Deze zomer wordt de 100ste verjaardag van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog herdacht. Er zullen tal van activiteiten in dit kader plaatsvinden. Sommigen wrijven al in de handen bij het idee dat horden toeristen uit de hele wereld zich langs de locaties van de toenmalige veldslagen zullen verzamelen. Zo biedt de herdenking voor Jan Durmez, de CD&V-burgemeester van Ieper (dat hard getroffen werd in de oorlog), een uitstekende gelegenheid om een grote operatie van citymarketing op het getouw te zetten. Het laat het stadsbestuur toe om de aandacht af te leiden van de dagelijkse problemen en om een beleid te voeren waarbij de stad in pure neoliberale stijl als koopwaar wordt aangeboden.Dit beleid van Durnez maakt duidelijk hoe de herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog worden aangegrepen om het heersende discours te onderbouwen, het discours van het establishment en de politici in loondienst van dat establishment. Er zijn in ons land tal van evenementen gepland. Van Oostende tot in Neufchâteau zullen in naam van de herinnering aan de Grote Oorlog activiteiten plaatsvinden. Daarbij wordt op historici beroep gedaan om hen een veilige functie te laten vervullen, met name die van de bewakers van een lang vervlogen tijdperk. Meteen wordt iedere poging tot analyse van de gebeurtenissen uit het verleden aan de kant geschoven. Uit respect voor de doden en hun opofferingen moeten we daarover zwijgen. Wat zullen we dan eigenlijk herdenken? Bij ons wordt sterk de nadruk gelegd op het lijden van de soldaten en de gewone bevolking, elders wordt er een vleugje chauvinisme aan toegevoegd. Maar doorgaans blijft alles beperkt tot een vorm van humanisme waarbij de absurditeit van de oorlog wordt aangeklaagd en soms zelfs wordt overgegaan tot een lofzang voor de Europese instellingen die de vrede zouden garanderen. Dit eenheidsdenken mag vooral niet doorbroken worden door diegenen die wat verder kijken en al helemaal niet door diegenen die met een militante kijk terugblikken op de gebeurtenissen van 1914-18. De herdenkingen zijn voor het establishment uiteraard niet het moment om “over politiek te spreken”.
Voor marxisten is geschiedenis geen decorstuk. We gebruiken de geschiedenis om de voorwaarden te analyseren waaronder evenementen plaatsvonden. We willen ervaringen van sociale bewegingen verzamelen en bewaren om er lessen uit te trekken. Dat is waarom we in tegenstelling tot de officiële ceremoniële herdenkingen een analyse vanuit het standpunt van de arbeidersklasse maken waarbij we ook ingaan op wat de officiële geschiedschrijvers niet in het voetlicht plaatsen.
Zo moeten we erop wijzen dat deze oorlog die als absurd wordt omschreven en “door niemand gewild” was, eigenlijk het gevolg was van de ontwikkeling van het kapitalisme op wereldvlak. De oorlog was zorgvuldig in kaart gezet door de heersende klassen van die tijd. Het kapitalisme is een systeem dat eigenlijk verlengingen speelt. Om de crises die eigen zijn aan de tegenstellingen van het systeem te vermijden, proberen de kapitalisten van elk land om zich nieuwe markten toe te eigenen. Dat is de analyse die Lenin al in 1916 maakte in zijn boek “Imperialisme, hoogste stadium van het kapitalisme.”(1) In 1914 vormden de kolonies deze nieuwe markten. Er waren pogingen om koloniale gebieden van andere landen te veroveren of alleszins om de eigen kolonies te behouden. Daartoe werd geweld gebruikt en werd nationalisme opgezweept. De nadruk werd gelegd op de culturele bijzonderheden of er werd denigrerend gedaan over tegenstanders. Bovenal werd teruggegrepen naar de mythe dat de inwoners van een land gemeenschappelijke belangen hadden.
Er was destijds een mogelijkheid om dat discours te beantwoorden en om te vermijden dat de werkenden en boeren elkaar wereldwijd uitmoordden om de belangen van hun uitbuiters te dienen. Die mogelijkheid ging door het leven als de Tweede Internationale. Het ging om machtige arbeiderspartijen die zich wereldwijd hadden georganiseerd. De werkenden hadden de mogelijkheid om het bloedbad te stoppen in naam van de belangen van de wereldwijde arbeidersklasse. Maar dat was niet de optie die werd gevolgd door de toenmalige socialistische leiders. De oorlog weigeren betekende immers ook breken met het systeem die hen privileges had opgeleverd. Trotski stelde nadien dat de crisis van de arbeidersbeweging kon herleid worden tot de crisis van haar leiding. Het verraad van de socialistische leiders die de kant van hun nationale burgerij kozen, liet de werkenden doorheen Europa aan hun lot over waardoor ze een tijdlang geen eigen klassenuitdrukking vonden. In alle landen bleven er wel een handvol socialistische militanten trouw aan het internationalisme. Ze kwamen in 1915 in het Zwitserse Zimmerwald bijeen en bouwden aan een nieuwe internationale arbeidersbeweging. Onder deze militanten bevonden zich leden van de Russische Bolsjewieken die de Oktoberrevolutie in 1917 zouden leiden.
Dat is overigens een element dat de organisatoren van de officiële herdenkingen doorgaans ook vergeten te vermelden. Het succes van de socialistische revolutie in Rusland vond een weerklank doorheen de hele wereld. Het leidde tot een heropleving van klassenstrijd en arbeidersopstanden in verschillende landen. Soldaten van arbeiders- of boerenafkomst vormden de overgrote meerderheid in het leger. Ze waren moe na vier lange oorlogsjaren. In de Russische revolutie zagen ze een middel om de vrede op te leggen. Het was zeker niet de wil van de heersende burgerij die een einde maakte aan de oorlog, het was niet dat het establishment plots tot betere inzichten was gekomen. Neen, het was de sociale onrust onder de werkende bevolking met vooraan de Duitse revolutie die werd geleid door Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht. Er waren muiterijen tegen de officiers en soldaten van de elkaar bevechtende kampen verbroederden aan de frontlinies.
Ook in Brussel doken rode vlaggen op en het establishment zag zich gedwongen tot grote toegevingen zoals het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen. Nog was dat niet voldoende om de revolutionaire stemming af te wenden, in 1919 legden 160.000 mensen het werk neer en in 1920 zelfs 290.000. De achturendag werd ingevoerd en tegen eind 1920 was de koopkracht van voor de oorlog hersteld.
Voor marxisten is de 100ste verjaardag van de Grote Oorlog van 1914-18 een gelegenheid om diegenen te herdenken die weigerden om hun klassenbroeders te bevechten en die hun leven gaven aan het internationalisme. Hun erfenis moet geen museumobject worden, hun ervaring moet gebruikt worden om de klassenstrijd centraal te stellen, zeker op een ogenblik dat er opnieuw pogingen zijn (spijtig genoeg ook ter linkerzijde) om ons achter allerhande nationale vlaggen te laten scharen.
(1) Online beschikbaar: http://www.marxisme.be/n/?p=3276