Your cart is currently empty!
Tag: Franstalig onderwijs
-
Franstalig onderwijs schiet in een colère. Na geslaagde acties straks een hete herfst!

We zagen het niet meer sinds de stakingen in de jaren 1990. Op enkele maanden tijd waren er drie actiedagen met stakingen en betogingen in het Franstalig onderwijs. Het personeel is het beu en eist een koerswijziging. De acties waren erg groot: 10.000 betogers in Brussel op 10 februari, 7.000 in Bergen op 29 maart en 15.000 in Luik op 5 mei.
De malaise zit diep. Een recente studie van de UMons gaf aan dat 34% van de leerkrachten overweegt het beroep te verlaten. Het protest beperkt zich overigens niet tot de leerkrachten: het voltallig personeel (administratieve en technische medewerkers, opvoeders …) neemt deel.
De regering van de Federatie Wallonië-Brussel kondigde aan dat er 32 miljoen euro wordt vrijgemaakt voor onderwijs. Luc Toussaint van ACOD-Luik merkte op: “Na dertig of zelfs veertig jaar van massale desinvesteringen is de sector er erg aan toe. Iedereen die wel eens een school bezoekt, kan de achteruitgang van de gebouwen zien. Het is echt een ramp, met een sterke invloed op de arbeidsomstandigheden.” De verloedering van de gebouwen heeft ook negatieve effecten op de jongeren. De voorziene middelen komen bijlange na niet in de buurt van wat nodig is.
De regering kondigde ook nog aan dat het de hervorming van de beoordeling van het personeel, die ontslag gemakkelijker maakt, uitgesteld wordt. Van afstel is evenwel geen sprake. De grote klassen worden algemeen verworpen door de betogers. De regering kondigde aan dat er een werkgroep komt om dit te bekijken… Kortom, ook deze kwestie wordt niet aangepakt.
Het is duidelijk dat de strijd na de zomer zal doorgaan. Het ontbreekt niet aan actiebereidheid onder het personeel. De vele protestborden en spandoeken op de acties toonden de veelzijdige realiteit van de sector, maar ook de wanhoop en de woede.
Tussen nu en het begin van het schooljaar is er ruimte om te discussiëren over de beste manier om de mobilisatie te verbeteren: met algemene vergaderingen, collectieve momenten om spandoeken te maken en slogans voor te bereiden om dynamische betogingen te verzekeren … Deze momenten van voorbereiding zijn ideaal om met collega’s te discussiëren en zo de vakbondsdelegaties te versterken.
Naast het onderwijsprotest is er ook de strijd voor koopkracht, met als hoogtepunt de nationale betoging op 20 juni. In het najaar zullen ook hierrond nieuwe acties volgen. We worden allemaal getroffen door de explosie van de prijzen – vooral van energie. Door samen te strijden staan we allemaal sterker. Het onderwijspersoneel heeft er dan ook alle belang bij om zich bij deze mobilisaties aan te sluiten.
-
Opnieuw massale betoging Franstalig onderwijs. Voor betere werk- en leeromstandigheden!

Na Brussel en Bergen, waar telkens zo’n 10.000 betogers op de been waren, vond donderdag in Luik een nieuwe massale betoging van het Franstalig onderwijs plaats. Met 15.000 aanwezigen was het protest nog groter. Dat is een uitdrukking van de enorme woede. Hieronder een vertaling van het pamflet dat LSP/PSL verdeelde.
Klassen met meer dan 20 leerlingen? Een boiler die elke winter stuk gaat? Twee toiletten voor alle leerlingen? Een stuurplan dat de tijd en energie opslokt die je nog had? Een administratieve overbelasting die je verhindert de lessen goed voor te bereiden? Onder tijdelijk contract gedurende 10 jaar?
Zo ziet het onderwijs er vandaag in België uit. Het is geen prioriteit voor onze regeringen en dat is het al te lang niet geweest. Het resultaat: chronische onderfinanciering, lerarentekorten, concurrentie tussen scholen, te veel leerlingen per klas, enz. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de hervormingen die deel uitmaken van het befaamde onderwijspact (Pacte pour un enseignement d’excellence)!
Dit pact is een bundeling van te weinig gefinancierde hervormingen, die te snel, te slecht en zelfs met het oog op geldbesparing zijn ingevoerd. Een voorbeeld? De hervorming van de kwalificatie wordt gebruikt om opties in beroeps- en technische scholen die niet “rendabel” zijn, te elimineren. Nog een voorbeeld? Bij hun pogingen om de nieuwe schoolkalender er snel door te krijgen, hebben ze niet de tijd genomen om overeenstemming te bereiken met de andere gemeenschappen in het land of met het hoger onderwijs. Nog een voorbeeld? Ze willen leerlingen die momenteel in het bijzonder onderwijs zitten, opnemen in zogenaamde gewone scholen: goed idee! Maar als dit gebeurt zonder persoonlijke opvolging van de leerling, zonder bijkomende opleiding, zonder de inzet van het personeel om deze leerlingen te helpen… dan wordt het in de praktijk een ramp!
Voeg daarbij een wereldwijde pandemie en een economische crisis die de geestelijke gezondheid en de sociaaleconomische situatie van jongeren en personeel verergert. Sommigen onder ons hebben tijdens de gezondheidscrisis het genoegen mogen smaken om minder leerlingen per klas te hebben dankzij de afwisseling van halve groepen. Er was meteen meer tijd voor elke leerling. Dat is één van onze belangrijkste eisen: maximaal 15 leerlingen per klas (en voor het speciaal onderwijs zelfs nog minder!).
Als klap op de vuurpijl zal de hervorming op het gebied van de evaluatie van leerkrachten de giftige sfeer die al in de leraarskamer kan heersen, nog doen toenemen en het ontslag vergemakkelijken van personeelsleden die ‘lastig’ zijn voor de directie. Deze hervormingen zijn een aanval op onze arbeidsomstandigheden en op de solidariteit die we met elkaar hebben. Nu al zetten de arbeidsomstandigheden veel jonge leraren ertoe aan hun roeping op te geven: 35% van hen stopt na 5 jaar met het onderwijs.
Ten slotte zal de gruwel van de oorlog in Oekraïne de druk op de scholen verder opvoeren. Van de 1.262 Oekraïense leerlingen die in de Federatie Wallonië-Brussel zijn ingeschreven, zal een deel in opvangvoorzieningen worden ondergebracht. Wat zal er in de toekomst gebeuren met degenen die zonder deze regeling naar school gaan, nu er al een tekort aan plaatsen op de scholen is?
De onlangs goedgekeurde begroting voor de verhoging van het defensiebudget (11 miljard tot 2030) en de recorddividenden voor de aandeelhouders in België (9,95 miljard, een stijging met 56% ten opzichte van vorig jaar) doen vermoeden dat er geld is! Laten we het halen waar het zit!
We herinneren er dan ook aan dat massale investeringen nodig zijn om de arbeids- en leeromstandigheden te verbeteren. Creëer mooie, groene scholen die er niet uitzien als gevangenissen, scholen met kleinere klassen en die elke leerling de hulp bieden die hij of zij nodig heeft. Scholen waar kinderen zich goed voelen, waar ze zich in hun eigen tempo kunnen ontwikkelen. Scholen die volledig gratis zijn, van schoolmateriaal tot uitstapjes en alle maaltijden overdag.
Gevolgen voor gezinnen
Meer middelen voor onderwijs, voor meer personeel en betere arbeidsomstandigheden, is belangrijk voor de samenleving als geheel. Openbare diensten, zoals onderwijs, hebben taken die vroeger tot het gezin behoorden, gedeeltelijk gesocialiseerd. Zij worden door de samenleving collectief georganiseerd via openbare diensten. Dit is een grote stap vooruit voor vrouwen, voor hun deelname aan de samenleving en hun recht op financiële onafhankelijkheid.
Besparingen op overheidsdiensten brengen deze verworvenheden in gevaar. Wanneer er in een school geen keuken is of de warme maaltijden van slechte kwaliteit zijn, schept dat extra werk voor het gezin. Te grote klassen, met als gevolg een gebrek aan gevarieerde activiteiten of individuele aandacht voor de leerlingen, hebben gevolgen voor het gezin. Door het tekort aan personeel in de crèches en het verlies van diensten moeten de gezinnen meer inspringen, wat leidt tot een hoge mate van ouderlijke vermoeidheid.
Dit is nog maar het begin, laten we de strijd voortzetten!
Op de laatste twee manifestaties in Brussel en Bergen waren we met respectievelijk 10.000 en 7.000. Het was duidelijk een succes dat we met zoveel waren. We hopen vandaag in Luik met nog meer te zijn. Het houden van Algemene Vergaderingen heeft de mobilisatie duidelijk ondersteund, en dit zou de plaats bij uitstek moeten zijn om dit eerste actieplan te bespreken en te discussiëren over het vervolg aan het begin van volgend schooljaar.
Naast het actieplan van de onderwijsbonden is er een actieplan voor de koopkracht, met als hoogtepunt de nationale betoging op 20 juni. We worden allemaal getroffen door de explosie van de prijzen – in het bijzonder de energieprijzen – en onze strijd kan alleen maar worden versterkt door met elkaar in contact te komen. Laten we aansluiten bij deze dynamiek en ervoor zorgen dat deze ook leidt tot een ander, ambitieuzer actieplan in het najaar! De volgende bijeenkomsten vinden plaats op 13 mei (in Luik zal om 9.30 uur vanaf de Place Saint Paul worden betoogd) en op de actiedag van de openbare diensten op 31 mei.
Wat de gemeenschap niet bezit, kan ze ook niet controleren. We moeten de energiesector nationaliseren om twee redenen: om de energietransitie naar een koolstofarme economie voor te bereiden en om de hele bevolking tegen een betaalbare prijs groene energie aan te bieden. Tijdens de gezondheidscrisis hebben we gezien dat dit systeem niet in staat was tot rationeel crisisbeheer. Oorlog en inflatie moeten ons aanzetten tot een discussie over de wijze waarop de productie van rijkdom kan worden georganiseerd op andere grondslagen dan het privaat bezit van de productiemiddelen. Het is de hoogste tijd om te strijden voor een democratisch socialistisch alternatief!
LSP vecht voor:
- De onmiddellijke afschaffing van het systeem voor de beoordeling van het personeel, dat bedoeld is om het gemakkelijker te maken personeel te ontslaan!
- De onmiddellijke intrekking van alle managementhervormingen die scholen met elkaar laten concurreren en steeds meer taken op de schouders van de leerkrachten leggen!
- Kwaliteitsonderwijs in een gezonde omgeving: maximaal 15 leerlingen per klas!
- Massale aanwerving van personeel!
- Alles stijgt, maar onze salarissen houden geen gelijke tred! Gelijkschakeling van de laagste loonschalen met de hoogste en een einde aan onzekere contracten!
- Kwaliteitsvolle en gezonde infrastructuur: bouw nieuwe scholen en renoveer bestaande scholen!
- Massale overheidsherfinanciering van de sector om echt gratis en kwaliteitsvol onderwijs te garanderen!
- Voor onze portemonnee en voor de energietransitie: nationalisering van de energiesector onder democratische controle en beheer!
- Aangezien een zieke maatschappij die gebaseerd is op winst en niet op onze behoeften alleen maar kan leiden tot een falend onderwijs, en omgekeerd, moeten we het systeem veranderen: voor een democratische socialistische maatschappij!
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/WYJJdTkYLKeutsMv6]
-
De ‘helden’ willen meer dan complimenten. Ze willen middelen!

Na grote betogingen in Brussel (10 februari) en Bergen (29 maart) volgt Luik op 5 mei. Het gaat om de grootste beweging in het Franstalig onderwijs sinds de massale acties tegen de Wet-Onkelinx in 1996. Vandaag, zoals toen, heeft de PS de ministerpost van onderwijs.
door Jérémiah, leerkracht in Luik
Twee jaar pandemie betekende twee jaar uitzonderlijke inspanningen van personeel in essentiële sectoren. Ondanks de brakke infrastructuur en het tekort aan middelen en personeel. Het schrijnende gebrek aan middelen stelt zich niet alleen in het leerplichtonderwijs of enkel in het Franstalig onderwijs. Op 22 maart staakten 10.000 docenten en studenten van de Haute École de la Province de Liège tegen de precaire materiële omstandigheden en de overvolle klassen. Op 23 februari betoogden 600 personeelsleden van de universiteit van Gent tegen een asociaal besparingsplan.
De eisen voor meer middelen voor onderwijs, meer personeel en betere werkvoorwaarden zijn belangrijk voor de hele maatschappij. Openbare diensten, zoals onderwijs, hebben taken die vroeger tot het gezin behoorden deels gesocialiseerd. Ze worden collectief georganiseerd door de gemeenschap. Dit is een enorme verworvenheid voor vrouwen, voor hun participatie in de samenleving en het recht op financiële onafhankelijkheid.
Besparingen in openbare diensten brengen die verworvenheden in gevaar. Wanneer er geen keuken is in een school of warme maaltijden van slechte kwaliteit zijn, dan zorgt dit voor extra werk in het gezin. Te grote klassen en dus weinig gevarieerde activiteiten of individuele aandacht voor kinderen hebben gevolgen voor het gezin. Te weinig personeel in de opvang of diensten die wegvallen verschuiven de lasten naar de gezinnen, met hoge cijfers van ouderschaps burn-out als gevolg.
Alle voorstellen tot hervormingen verhogen vooral de werkdruk voor de leerkrachten en het ondersteunend personeel. Zo wordt het beroep nog minder aantrekkelijk. Een op de vijf jonge leerkrachten verlaat het beroep in het eerste jaar (volgens een in 2013 gepubliceerde studie). 35% zou dit doen binnen de eerste vijf jaar van het leraarschap.
Veel leerkrachten vinden het moeilijk om tot actie over te gaan. Veel collega’s zeiden: ik ben het 100% eens met de eisen van de vakbonden, maar ik ben al te vaak afwezig geweest dit schooljaar, of ik heb al veel zieke leerlingen gehad, dus ik kan niet deelnemen aan de staking. Toch waren de acties massaal, omdat de nood hoog is en we niet kunnen rekenen op de politiek.
Jarenlange onderfinanciering heeft geleid tot verouderde gebouwen, verhoogde werkdruk en sociale ongelijkheid voor de kinderen. Te veel kinderen vervelen zich op school en krijgen niet de aandacht die ze nodig hebben. Anderen voelen zich niet goed op school. Hoeveel ouders besteden hun avonden, na een lange en/of stressvolle werkdag, aan het helpen van hun kinderen met huiswerk of brengen financiële offers om privélessen te betalen?
Massale investeringen zijn nodig om de arbeids- en leeromstandigheden te verbeteren. Om aangename en groene scholen te creëren die niet op een gevangenis lijken, voor kleinere klassen en ondersteuning voor wie dat nodig heeft. Scholen waar kinderen kunnen dromen en spelen, kunnen ontwikkelen op hun eigen ritme.
-
Revolte in Franstalig onderwijs zet door: 6000 op betoging in Bergen

Het Franstalig onderwijspersoneel trok gisteren opnieuw de straat op, deze keer in Bergen. Er was een staking in de sector met een betoging die ruim 6000 mensen bijeenbracht. Na de betoging in Brussel met 10.000 aanwezigen is het duidelijk dat dit de grootste beweging van het Franstalig onderwijs sinds 1996 is.
Door Jérémiah, leerkracht in Luik
De woede blijft toenemen in deze sector die door de autoriteiten nog steeds niet als essentieel wordt erkend. De redenen voor de ontevredenheid zijn talrijk: klassen die niet groot genoeg zijn voor een goede begeleiding, een voortdurend toenemende administratieve werklast, verouderde uitrusting en gebouwen, hervorming van het beroep, afbouw van de integratieondersteuning, ontslagen in technische en beroepsgerichte vakken, enz. De lijst is lang! Geconfronteerd met deze mobilisaties, heeft minister Caroline Désir niets dan minachting, ze doet alsof haar neus bloedt. Op de dag van de vorige betoging, 10 februari, kwam ze niet verder dan het voorstel om de eindejaarspremie met 100 euro op te trekken, gespreid over drie jaar.De mobilisatie was iets zwakker dan die in Brussel, maar toch is ze zeer belangrijk. Mobilisaties van deze omvang zijn in het onderwijs buitengewoon, de laatste grote betoging was elf jaar geleden. Over het algemeen waren de grootste delegaties afkomstig van scholen waar vóór de actie een algemene vergadering had plaatsgevonden. Dit instrument van de arbeidersklasse is van essentieel belang om de collega’s te blijven overtuigen om zich te mobiliseren, maar ook om hen meer te betrekken bij de voorbereiding en bij de actie. Na Bergen komt Luik op 5 mei als nieuwe datum van het actieplan. We zullen dan moeten evalueren hoe wij een echte krachtsverhouding kunnen blijven creëren om het daar niet bij te laten.
De federale middelen voor Defensie werden met 13 miljard opgetrokken tot 2030. Dat toont dat er wel degelijk geld is. Stel je voor dat dergelijke budgetten beschikbaar werden gesteld voor onderwijs! We zouden een school met maximaal 15 leerlingen per klas kunnen hebben, hetgeen oneindig veel mogelijkheden voor het onderwijs zou openen. Er zouden aangename gebouwen kunnen komen waardoor mensen graag naar school komen, gebouwen waar leerlingen en leraren trots op zouden zijn. Een vermindering van de administratieve lasten zou ruimte laten voor de concrete uitvoering van cursussen.
Het succes van de laatste twee mobilisaties toont aan dat er potentieel is om deze school mogelijk te maken. We moeten opkomen voor een grootschalig herinvesteringsplan in onderwijs! Afspraak op 5 mei in Luik!
Foto’s van de betoging:
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/bPB5GVAvPJEx8vTi9] -
Franstalig onderwijs in opstand tegen tekorten

Foto: Maxime (Luik) Op 10 februari kwam de Franstalige onderwijssector op straat voor de grootste mobilisatie sinds 11 jaar. Er waren maar liefst 10.000 betogers om de minister van Onderwijs van de federatie Wallonië-Brussel Caroline Désir (PS) tot de orde te roepen. Sommigen hoopten dat de rode, groene en blauwe vloed van onderwijswoede voor een politieke schok zou zorgen. Het antwoord van de politici was echter weinig verrassend. Verder dan de gewoonlijke ‘blah blah blah’ kwamen ze niet.
Deze mobilisatie was het gevolg van twee jaar pandemie. De gezondheidscrisis eiste een hoge tol van het personeel, dat zich vaak in de steek gelaten voelde door de politiek. Bovendien kwamen deze problemen bovenop de al veel langer durende malaise in het onderwijs door een gebrek aan middelen, terwijl tegelijk in sneltreinvaart allerhande managementhervormingen worden opgelegd. Scholen moeten met elkaar concurreren en de leraars kregen steeds meer taken op hun schouders.
Geïnterviewd door de RTBF zei Jérémiah, een leraar en LSP-lid: “Meer dan 45% van de jonge leerkrachten stopt na 5 jaar. Hieruit blijkt dat er onder jonge leerkrachten een echte malaise heerst. Die komt voort uit verschillende redenen. De eerste die ik zie is de jobonzekerheid. Er zijn veel jonge leraars die moeten jongleren met uren in verschillende scholen en niet weten waar ze het jaar nadien aan de slag kunnen. Bovendien was er verbaasd dat we als leerkrachten zoveel vakjes moeten aankruisen, zoveel administratieve taken moeten uitvoeren die soms volkomen overbodig lijken en veraf staan van de concrete voorbereidingen die we nodig hebben voor onze lessen en voor de ontwikkeling van de jongeren.”
De actiedag op 10 februari was indrukwekkend. Elise, een leerkracht uit de provincie Henegouwen, zei ons achteraf: “Zoals voor veel jonge leerkrachten was dit voor mij de eerste onderwijsbetoging. Wat een verademing om in deze grote menigte leraars, professoren, opvoeders … te zien met eisen voor meer middelen voor onze scholen, kleinere klassen van maximaal 15 leerlingen, betere infrastructuur … kortom, goede voorwaarden voor degelijk onderwijs. Het is duidelijk dat de mensen hier niet waren om hun kleine ‘privileges’ te verdedigen, maar om te vechten voor de toekomst van de schoolgaande jeugd. We zijn er ons terdege van bewust dat dit nog maar het begin was. Er zullen nog acties nodig zijn, waarbij we terug op straat komen en nog meer collega’s op de been brengen.”
De belangrijkste vraag na de actiedag is hoe het verder moet met deze strijd. Zoals David, een leraar uit Luik, ons zei: “Eén van de grote problemen met onderwijsacties is dat we veel te braaf zijn. Er zijn andere sectoren waar het personeel er beter in slaagt om zich te laten opmerken. We worden in het gezicht uitgelachen terwijl de besparingen en hervormingen gewoon doorgezet worden.”
Het succes van de staking en de betoging van 10 februari was mee te danken aan het feit dat er vooraf personeelsvergaderingen werden gehouden. Deze dynamiek van personeelsvergaderingen moet doorgezet worden om de vakbondsbasis te blijven mobiliseren en om een echt actieplan uit te werken dat democratisch wordt besproken en uitgevoerd, in plaats van eenmalige acties die van bovenaf aangekondigd worden.
-
Massale staking en strijdbaar protest Franstalig onderwijs

Gisteren was er een actie van het Franstalig onderwijspersoneel. Er was een staking en een protestactie in Brussel met 10.000 aanwezigen.Dit is in deze sector sinds 2011 niet meer gebeurd. Het ging om leraars, opvoeders, arbeiders en onderhoudspersoneel van scholen. Duizenden stakers trokken naar Brussel om hun ongenoegen te uiten en op te komen voor degelijk onderwijs voor de jongeren, gratis en in goede omstandigheden.
Sinds het begin van de pandemie wordt het onderwijs als ‘essentiële sector’ erkend. Franstalig onderwijsminister Caroline Désir (PS) omschreef het personeel als de “helden van elke dag.” Haar woorden verbleken als we kijken naar de situatie op het onderwijsterrein. De aanhoudende crisis in het onderwijs is nog verergerd door de pandemie.
De overbelaste schouders van het personeel krijgen er nu nog crisisbeheer bovenop. Alle tekorten komen nog scherper tot uiting. Komt daar nog bovenop dat traditionele politici en bepaalde inrichtende machten niet aarzelen om het personeel een extra mes in de rug te steken met neerbuigende opmerkingen, onder meer over het absenteïsme.De eerste actie gisteren was een goede stap voorwaarts. De woede in de sector is voelbaar, en niet alleen in België.
We moeten deze dynamiek voortzetten en een actieplan dat opbouwt naar een echte krachtsverhouding om verandering af te dwingen. Dat is ook nodig om het vertrouwen te herstellen onder collega’s die sceptisch staan tegenover acties die louter bedoeld zijn om wat stoom af te laten. Daarnaast is er nood aan een duidelijk eisenpakket dat geen twijfel laat bestaan over wat we willen.
Wij eisen:
- Maskers, gels, zelftests: ouders noch personeel moeten betalen!
- Onmiddellijke intrekking van alle managers-hervormingen die de scholen tegen elkaar uitspelen en steeds meer taken op de kap van de leerkrachten afschuiven!
- Kwaliteitsonderwijs in een gezonde omgeving: maximaal 15 leerlingen per klas.
- Voor de massale aanwerving van personeel.
- Voor een goede en gezonde infrastructuur: bouw van nieuwe scholen en renovatie van bestaande scholen.
- Massale overheidsherfinanciering van de sector voor echt gratis onderwijs van goede kwaliteit.
Aangezien een zieke maatschappij die gebaseerd is op winst en niet op onze behoeften alleen maar kan leiden tot een falend onderwijs, en vice versa, moeten we van systeem veranderen!




-
School in actie: massaal publiek investeringsplan voor onderwijs nodig!

Daar gaan we! Sinds 10 maart zijn we begonnen met de opbouw van de actiegroep ‘School in actie’. Er was onder enkele Brusselse leerkrachten al langer de behoefte om een actiegroep op te zetten. Niet zomaar een groep, maar een collectief naar het model van ‘De Zorg in Actie’ om ouders, leerlingen en alle personeel in de sector (zowel leerkrachten, opvoeders als technisch en administratief personeel) bijeen te brengen.
door Celia (Brussel)
Het doel is om mensen uit verschillende netten, organiserende instanties, sectoren, studieniveaus, soorten scholen … bijeen te brengen. Het is belangrijk dat de actoren uit zowel het vrije als het officiële onderwijs samen strijden voor betere arbeids- en studievoorwaarden voor iedereen. De twee netten omvatten elk ongeveer de helft van de schoolbevolking. Het zou een vergissing zijn om ons te beperken tot één van die netten. Het vertrekpunt is immers dat elk kind recht heeft op kwaliteitsvol onderwijs dat democratisch toegankelijk is.
De eerste bijeenkomsten van de actiegroep ‘School in actie’ waren interessant met telkens tussen 15 en 30 aanwezigen. Er is een basisprogramma opgesteld met de eerste eisen. Deze zijn: een massale publieke herfinanciering van het onderwijs, volledig gratis onderwijs, minder leerlingen per klas, betere infrastructuur en een einde aan de bestuurshervormingen. Tot nu toe wonen weinig ouders en leerlingen de bijeenkomsten bij, wat zeker bij het proces hoort. De volgende belangrijke bijeenkomst is de grote zorgbetoging van 29 mei waarop ‘School in actie’ samen met ‘Jeunesse en Lutte’ een blok vormt.
Getuigenissen vanop de werkvloer
Alizée – lerares 6e lager onderwijs in Brussel
Wat is het grootste probleem op uw school vandaag?
“Het gebrek aan onderwijzend personeel en opvoeders. Het is zeer ingewikkeld om vervangers te vinden, en meestal zijn de mensen die de afwezigen moeten vervangen, degenen die verondersteld werden de nieuwkomers te begeleiden of te helpen. Wij hebben ook opvoeders nodig, er zijn geen organieke posten in de school, wat betekent dat er geen opvoeders kunnen worden aangesteld. Dus hebben we alleen ‘toezichthouders’ met onzekere contracten. Wij zouden een voltijds maatschappelijk werker nodig hebben (zij is nu slechts 3 dagen/week aanwezig), evenals een voltijds logopedist om echt te kunnen inspelen op de behoeften van de leerlingen.”
Zie je nog andere grote problemen op school?
“Ja, onze school ligt in een zeer dichtbevolkte volkswijk van Brussel. We hebben een klassenonderwijs op twee snelheden in België. Mijn school is geen eliteschool waar ouders hun kinderen echt willen plaatsen. We hebben dus niet genoeg leerlingen (er zijn tussen de 15 en 18 leerlingen per klas), wat betekent dat we volgend jaar zeker posten zullen verliezen. Bovendien hebben de ouders niet genoeg geld voor schoolbenodigdheden en schoolreisjes. We moeten de hele tijd acties doen om hen te helpen. Er worden te weinig middelen voorzien door de organiserende instantie, de leerlingen moeten zelfs hun eigen zakjes tissues meebrengen. Hoog tijd dat het onderwijs echt gratis wordt!”
Wat was het effect van de gezondheidscrisis?
“Het aantal afwezige leraren is toegenomen, er zijn dagen met 5 van de 12 afwezigen. Leerlingen verliezen soms hele lesdagen. Bovendien is er een probleem van hygiëne. De gemeente en de school verschaffen ons niet genoeg zeep, handgel, handdoeken, zakdoeken. Sinds het begin van de crisis zijn er slechts twee maskers aan het personeel gegeven. Tenslotte zijn onze lokalen te klein om voldoende fysieke afstand te bewaren. Wij zijn in hoge mate blootgesteld aan het virus en toch behoren wij niet tot de prioritaire beroepsgroepen voor vaccinatie!”
Daphne – lerares plastisch secundair onderwijs in Luik
Hoe verloopt de gezondheidscrisis in het buitengewoon onderwijs?
“We voelen ons vergeten, buitengesloten bij elke circulaire en elk regeringsbesluit. Om enkele voorbeelden te geven: het is voor ons onmogelijk om de afstand tussen ons en de leerlingen te bewaren. We moeten voor hen zorgen en ze hebben specifieke behoeften. Het is niet evident om ons aan de mondmaskerplicht te houden. Voor de leerlingen is dat nog erger: ze hebben het niet breed en sommigen hebben niet de motorische vaardigheden om het goed op te zetten. We hebben nooit maskers gekregen van de school. Het gebrek aan personeel weegt nu nog zwaarder door. Er is geen opvoeder of verpleegster ter plaatse, zodat wij de leerlingen naar de toiletten moeten begeleiden en het daar proper moeten maken.”
Wat zijn de problemen die door de crisis nog verergerd zijn?
“Het schreeuwend tekort aan paramedisch en educatief personeel: we hebben slechts twee logopedisten, één psycholoog, geen ergotherapeut, geen fysiotherapeut, niet genoeg opvoeders, geen verpleegster (behalve degenen die stage lopen) … Het schoolvervoer is slecht georganiseerd. De leerlingen van de verschillende klassen zitten er namelijk allemaal door elkaar en brengen er een paar uur per dag door, meestal 3 à 4 uur. De reizen zijn erg lang waardoor de leerlingen uitgeput aankomen omdat ze ‘s morgens heel vroeg opstaan en pas laat terug thuis zijn.”
Er was toch een hervorming van het Franstalig buitengewoon onderwijs?
“De laatste hervorming was die van de ‘territoriale polen’ in het kader van het Excellentiepact. Het basisidee is niet slecht, maar het zwakke punt is zoals steeds het gebrek aan middelen en daarnaast een gebrek aan betrokkenheid van alle actoren. De hervorming is bedoeld om te besparen, terwijl er net meer middelen nodig zijn voor het buitengewoon onderwijs – en voor het hele onderwijs. Het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs zou drastisch verminderen door inclusie in de rest van het onderwijs. Zonder middelen is dit niet goed voor de leerlingen en evenmin voor het personeel in het reguliere onderwijs, dat zonder opleiding of extra middelen speciale behoeften moet opvangen. Er wordt jobverlies verwacht in het buitengewoon onderwijs, onder meer voor de logopedisten die betrokken zijn bij de individuele begeleiding van leerlingen. We hebben het gevoel dat ons onderwijs wordt afgewezen, onze scholen worden zelfs als afschrikmiddel gebruikt voor kinderen die ‘moeilijk’ zijn. Als ik ooit een kind met speciale behoeften krijg, zou ik er alles aan doen om hem of haar in het buitengewoon onderwijs te krijgen.”
-
Sacré Coeur school in Bergen: “Dit doet eerder aan multinationale stakingsbreker denken”

Een journalist van de krant L’Avenir omschreef de houding van de directie van de school Sacré Coeur in Bergen als één die eerder aan een multinational deed denken. Dat was nadat de school deurwaarders afstuurde op leerlingen die protesteerden tegen problemen met de infrastructuur en de communicatie in de school. Ook het personeel heeft geen gebrek aan ongenoegen tegenover de directie. We spraken hierover met Stefanie, leraar in de betrokken school en afgevaardigde namens de socialistische vakbond.
“De actie van de leerlingen eind januari was het resultaat van de vreselijke toestand van de school. Er zijn slechts een handvol toiletten voor 1.000 leerlingen en ze zijn in zo’n slechte staat dat sommige leerlingen zich tot het middaguur inhouden om naar de toiletten van een naburige McDonald’s te gaan. De studieruimte is een binnenplaats, een tijdelijke oplossing die al meer dan twee jaar bestaat. Op die binnenplaats vliegen duiven rond, is het koud en bovendien is het vlak naast de speelplaats. Soms moeten leerlingen studeren terwijl de kleintjes er net naast spelen en lawaai maken. Daarnaast ontbreekt het aan degelijke vestiaires en tal van andere dingen.
“De leerlingen organiseerden een staking waarbij ze het eerste uur de school weigerden te betreden. De meeste jongeren had plakband op de mond gekleefd. Daarna trokken ze de gebouwen binnen en riepen ze slogans op de speelplaats. De directie koos ervoor om deurwaarders in te zetten om de identiteit van de protesterende leerlingen te controleren! Drie vertegenwoordigers van de leerlingen werden ontvangen door de directie, samen met een vertegenwoordiger van de inrichtende macht en de deurwaarders! Deze actie bracht de jongeren meer bij dan 100 uur sociale wetenschappen: ze bleven solidair toen de repressie werd opgevoerd. Deze aanpak van de directeur leidde tot radicalisering van de leerkrachten.
“Kort voordien waren de leerkrachten tijdens een pedagogische studiedag samengekomen om de talrijke problemen te bespreken inzake de infrastructuur, maar ook rond de organisatie van de school (veranderingen in de organisatie van de examens, organisatie van de start van het schooljaar, …). Tijdens die pedagogische studiedag begin december besloot het personeel om het programma van de namiddag naast zich neer te leggen om samen de diverse problemen te bespreken. We deden dit op een constructieve manier en zochten telkens naar mogelijke oplossingen. We kozen een klein comité die een verslag moest maken voor de directie en de inrichtende macht. De meerderheid van het personeel ondertekende dit verslag.
“Terwijl we enkel de problemen vaststelden, reageerde de directeur alsof dit een geval van ongeziene agressie was. Twee docenten werden opgeroepen voor een disciplinaire hoorzitting wegens gebrek aan respect voor de directeur. De ene had gewoon een vraag gesteld, net als tientallen andere collega’s. De andere had een zelfgemaakte protestkersttrui gedragen uit ongenoegen met de reorganisatie van de examens die het kerstverlof bedreigde.
“Daarna waren er solidariteitsreacties en werden enkele werkonderbrekingen georganiseerd. Sinds de tussenkomst van de deurwaarders is de centrale eis van het personeel het vertrek van de directeur. Niemand kan zich voorstellen om met hem verder te werken na dit alles. Tijdens de verschillende werkonderbrekingen namen we de tijd om de verschillende actiemogelijkheden te bespreken. Leggen we al onze hoop in de handen van de inrichtende macht, om maatregelen te nemen tegen de directeur, of bouwen we zelf een krachtsverhouding uit. We kozen voor de tweede optie en begin februari stemden we voor een staking. Op 20 februari legden we uiteindelijk het werk neer, ondanks een poging van de inrichtende macht om de gemoederen te sussen. Er was een grote opkomst en verschillende ouders en leerlingen kwamen hun steun betuigen tijdens de staking.
“Het conflict is nog aan de gang en we weten niet wat het resultaat zal zijn. Maar ondertussen hebben we belangrijke stappen gezet: het creëren van eenheid onder het personeel, heel wat collega’s sloten aan bij de vakbond en het inzicht dat we ons moeten organiseren om iets te bekomen. We kunnen ons lot niet laten afhangen van verschillende instanties om iets te bereiken: we moeten vooral op onze eigen krachten rekenen. De problemen inzake beheer en infrastructuur zijn wijdverbreid in het onderwijs. In februari waren er bijvoorbeeld ook al acties in de athenea Toots Thielemans en Andrée Thomas in Brusse Deze situatie zou tot veralgemeende acties van personeel en leerlingen kunnen leiden.”

-
Acties in Franstalig onderwijs. Meer publieke middelen voor onderwijs!
Op 20 maart was er een geslaagde actiedag in het Nederlandstalig onderwijs. Vandaag volgt een actiedag langs Franstalige kant. Het onderwijs is dan wel opgedeeld in ons land, de problemen zijn gelijklopend: een tekort aan middelen. Dat gaat ten koste van het personeel en de kwaliteit van het onderwijs. Hieronder het pamflet dat we vandaag verdelen op de acties in het Franstalig onderwijs.
Onderwijs: niet bepaald een prioriteit
Al het personeel zit op zijn tandvlees. De infrastructuur is versleten. De leerlingen blijven zitten of raken helemaal achterop bij gebrek aan passende oplossingen of begeleiding.
In 2015 schreef de krant La Libre reeds dat 34,74% van de afwezigheden van leerkrachten te wijten was aan psychiatrische of psychologische redenen. (1) Vaak is dat verbonden met werk-gerelateerde stress. Heel wat leerkrachten houden het niet vol: 40% van de leerkrachten stopt in de eerste vijf jaar (2) en 19% stopt zelfs in het eerste jaar (3). En toch wordt niets gedaan om het personeel bij te staan. Er is meer nodig dan goede wil om tot kwaliteitsvol onderwijs te komen. Er is veel meer nodig! Meer dan 6,55% van het BBP (4). Het tekort aan middelen leidt steeds tot te weinig personeel en onvoldoende infrastructuur. Het regent soms binnen, plafonds storten in, klassen zitten jarenlang in prefab gebouwen of tijdelijke constructies. (5)
Onvoldoende personeel betekent dat er te veel leerlingen per klas zijn: vanaf 2011 legt een decreet een maximum van 24 leerlingen per klas in de eerste graad op, 29 in de tweede graad en 32 in de derde graad (6), maar de realiteit is vaak veel erger. Bovendien bevestigden tal van studies dat de socio-economische ongelijkheden in ons land bevestigd worden in het onderwijs (7). België wordt zelfs met de vinger gewezen omdat het onvoldoende doet om daar verandering in te brengen.
Het ‘Pacte d’Excellence’ (‘Pact om uit te blinken’) en de bijhorende beheersplannen zorgen voor een extra belasting van de leerkrachten die volgens een studie van de KUL al gemiddeld 41 uur per week werken (8). Die beheersplannen willen ‘resultaten’ en ‘exacte doelstellingen’ alsof onze leerlingen machines zijn, zonder rekening te houden met het menselijke en subjectieve karakter van het leerproces of de realiteit op de werkvloer.
Om het pact door te voeren, wordt bovendien verwacht dat we in de vakanties deelnemen aan vormingen. Wanneer moeten we onze lessen voorbereiden, uitrusten, iets anders in het leven doen naast ons werk? Op dezelfde wijze wordt voorgesteld om het tekort aan leerkrachten op te vangen door ons extra uren te laten werken! We zijn nochtans al uitgeput. Men wil het ons laten aanvaarden omdat iedereen wat extra loon kan gebruiken: de lage lonen worden dus uitgespeeld om ons te verdelen en ons nog meer uit te putten.
Ondertussen zorgt het ‘directeursdecreet’ ervoor dat al wie een pedagogisch diploma heeft directeur kan worden, ook zonder ervaring in het onderwijs. Dat alles geeft ons de indruk dat een verdere uitverkoop van het onderwijs wordt voorbereid (zie ook de opdeling tussen inrichtende macht en regulerende macht).
Het is nodig dat de regering eraan herinnerd wordt wat belangrijk is voor het onderwijs: dat het degelijk is! Onderwijs moet door de gemeenschap gefinancierd worden, niet vanuit de private sector. De publieke middelen moeten opgetrokken worden tot minstens 7% van het BBP zoals in de jaren 1980, maar dat is slechts een begin. Meer publieke middelen moeten toelaten dat de lonen stijgen, met minstens 14 euro per uur (of 2300 euro bruto per maand), dat meer personeel wordt aangeworven op alle niveaus (leerkrachten, administratief personeel, begeleidend personeel, …) en dat er degelijke infrastructuur is. Dat alles is noodzakelijk om tot degelijk onderwijs te komen. Om alle leerlingen de nodige aandacht en begeleiding te kunnen geven, zijn klassen van maximum 15 leerlingen nodig.
In de week van 18 maart waren er in een aantal scholen in Wallonië en Brussel werkonderbrekingen om de actiedag van woensdag 3 april (met een betoging om 14u30) voor te bereiden. De centrale eis daarbij is de opwaardering van de eindejaarspremie tot 90% van een maandloon (in plaats van 70%). ACOD diende een stakingsaanzegging in om in de voormiddag het werk neer te leggen en breidt de eisen uit met een verwerping van de hierboven vermelde ‘pacten’ en met een eis voor kleinere klassen. Doe mee aan de piketten aan een aantal scholen en de actie voor het ministerie van onderwijs.
Laten we verder gaan. Dit is slechts een begin: we moeten de strijd doorzetten voor degelijk onderwijs dat effectief gratis is en voldoende publieke financiering kent, te beginnen met 7% van het BBP. Laten we druk zetten zodat de volgende regering onze woede hoort en weet in welke omstandigheden wij werken en onze leerlingen onderwijs genieten. Laten we doorgaan met personeelsvergaderingen om te informeren. Een actieplan dat stoutmoedig is en in gemeenschappelijk vakbondsfront opbouwt, is nu nodig! Het is goed dat de actie vandaag in gemeenschappelijk front is: samen staan we sterker!
We mogen niet stoppen bij de eis voor een hogere eindejaarspremie. In de periode voor de verkiezingen en de vorming van de volgende regering, kunnen we onze collega’s informeren, onze eisen bespreken in de scholen en werken aan een actieplan om deze eisen af te dwingen. We zullen pas meer middelen krijgen als we de regering ertoe dwingen deze vrij te maken. Het geld is er: het zit bij de grote bedrijven en hun aandeelhouders. Voor een onderwijs gericht op de leerlingen en het personeel, is strijd voor meer middelen nodig maar ook voor een andere samenleving, een socialistische samenleving.
We eisen:
- Meer publieke middelen voor onderwijs: 7% van het BBP als begin
- Meer loon voor alle personeel, met minstens 14 euro per uur (2300 euro bruto per maand)
- Meer personeel (onderwijzend, administratief, begeleidend personeel, …)
- Betere infrastructuur
- Maximum 15 leerlingen per klas
- Gratis en democratisch onderwijs
[divider]
Voetnoten
1) https://www.lalibre.be/actu/belgique/chez-les-profs-un-tiers-des-absences-sont-liees-au-stress-587bc7fbcd708a17d566b0f9
2) https://formations.siep.be/actus/40-des-enseignants-quittent-le-metier-dans-les-cinq-premieres-annees/
3) https://www.lesoir.be/art/235903/article/actualite/belgique/2013-05-02/plus-19-des-jeunes-enseignants-abandonnent-lors-1re-annee
4) http://data.uis.unesco.org/index.aspx?queryid=181&lang=fr (2015)
5) https://www.rtl.be/info/regions/hainaut/des-parents-en-colere-a-boussu-leurs-enfants-suivent-les-cours-dans-des-containers-1094910.aspx ), https://www.dhnet.be/regions/bruxelles/saint-gilles-prefabrique-des-classes-51b752d1e4b0de6db9792a7a
6) https://www.enseignons.be/2011/11/30/taille-des-classes-les-plafonds-sont-fixes/
7) http://inegalites.be/L-ecole-en-Belgique-renforce-les
8) https://www.galilee.be/system/files/uploads/colloque_pacte_cattonar_atelier5_2mai2017.pdf
-
Werkonderbrekingen in Franstalig onderwijs
Vorige week woensdag en donderdag waren er werkonderbrekingen in het Franstalig onderwijs. Er werd geprotesteerd tegen de besparingen in het onderwijs en de gevolgen van de algemene besparingen op het loon en de arbeidsvoorwaarden van het personeel. Het personeel legde het werk een lesuur neer en op heel wat plaatsen waren er informatiemomenten voor het personeel, al dan niet aangevuld met jongeren zoals aan een aantal hogescholen het geval was. Op de scholen waar wij informatie van hebben, was de betrokkenheid alvast opmerkelijk groot en waren er geslaagde informatievergaderingen. De actiebereidheid onder het onderwijspersoneel is groot. Hieronder een licht ingekorte versie van een pamflet dat door leden en sympathisanten van LSP in het Franstalig onderwijs werd gebruikt.
[divider]
Werkonderbrekingen in Franstalig onderwijs
Door leraars die lid of sympathisant van LSP zijn
De discussies over de begrotingen op federaal en regionaal vlak zorgen ervoor dat de bedreigingen voor het Franstalig onderwijs stilaan concreet worden. De federale regering komt met een indexsprong (waardoor een werkende over zijn hele loopbaan gemiddeld een jaarloon verliest) en daarbovenop nog een aanval op de pensioenen.
Zoals andere werkenden zullen de leraars daardoor twee jaar langer moeten werken om recht te hebben op een volledig pensioen. Volgens het regeerakkoord zal dit pensioen berekend worden op basis van het loon van zoveel mogelijk jaren en niet van de laatste 10 jaar zoals momenteel het geval is. Dit kan de pensioenen drastisch naar beneden trekken. De leraars zullen overigens hun studiejaren niet langer in rekening mogen brengen voor hun loopbaan. Hierdoor komen er nog eens drie tot vijf jaar loopbaan bij vooraleer er recht op een pensioen ontstaat.
Besparingen op alle niveaus
Daarnaast zijn er ook maatregelen van de Franstalige gemeenschap, de Federatie Wallonië-Brussel, die het onderwijspersoneel treffen. Die regering wil 140 miljoen besparen op een begroting waarvan 75% van de middelen naar onderwijs gaan.
De nieuwe minister van Onderwijs, Joëlle Milquet (CDH), probeerde ons gerust te stellen. Maar het is evident dat de besparingen een impact zullen hebben op het onderwijs. Momenteel lijkt de terbeschikkingstelling (TBS) voor het pensioen – een vorm van brugpensioen – nog gegarandeerd, maar wie dit stelsel toepast zal minder krijgen. Tegelijk wordt de bonus voor wie na 57-58 jaar in de klas blijft staan afgeschaft.
Het is niet duidelijk hoe Milquet enkele miljoenen zal besparen “zonder het onderwijzend personeel en de jongeren” te raken. Het onderwijs heeft al te weinig middelen en zowel het personeel als de jongeren betalen daar de prijs voor.
Het is geen toeval dat 35% van de leraars in de eerste vijf jaar het onderwijs al opnieuw verlaten. De regering wil de werkingsmiddelen van de scholen bevriezen en de omkadering op alle niveaus beperken. Dat leidt onvermijdelijk tot grotere klassen en minder uren voor omkadering. Tijdelijke leerkrachten dreigen uren te verliezen.
De TBS blijft nog even standhouden. Maar het ‘gematigde’ besparingsbeleid van de Franstalige regering vormt geen alternatief op de brutale besparingen van de federale regering. We moeten ons verzetten tegen alle aanvallen op het onderwijs en de openbare diensten!
Er is nochtans geld
De beslissing om de middelen voor de publieke sector en voor onderwijs in het bijzonder te beperken, is een politieke keuze en geen economische noodzaak. Er zijn tal van maatregelen om de grote bedrijven fiscale cadeaus te geven. Hierdoor misloopt de gemeenschap heel wat mogelijke inkomsten. Dat geld had even goed in degelijke openbare diensten kunnen geïnvesteerd worden in plaats van het te laten verdwijnen in de zakken van de grote aandeelhouders.
Volgens verschillende bronnen, waaronder de vakbonden, lopen de cadeaus op tot 14 miljard euro per jaar, waarvan 6 miljard enkel en alleen voor de notionele intrestaftrek. Daarnaast is er ook de fiscale fraude die ondanks alle cadeaus nog steeds op 20 miljard euro per jaar wordt geschat. Er zijn dus middelen aanwezig, niet alleen om de huidige middelen voor onderwijs te behouden maar ook voor meer publieke middelen, te beginnen met 7% van het BBP zoals dit begin jaren 1980 nog het geval was.
Verzet tegen alle besparingen!
De opeenvolgende regeringen hebben steeds opnieuw bespaard op onderwijs. Het wordt steeds moeilijker om jongeren voor te bereiden op de uitdagingen in hun leven, zowel op vlak van werk, maatschappelijke rol als op persoonlijk gebied. Dit moet stoppen, we moeten de tendens omkeren.
Het actieplan van de vakbonden biedt een goede kans om ons verzet te organiseren. De werkonderbrekingen van 22 en 23 oktober waren een eerste goede stap. Het informeren en betrekken van zoveel mogelijk personeelsleden is essentieel in elke stap van het actieplan. Zo kunnen we van de mobilisaties een succes maken.
- Stop de besparingsplannen van alle regeringen op de verschillende niveaus. Handen af van onze pensioenen, geen indexsprong, geen besparingen op openbare diensten!
- Voor gratis en degelijk onderwijs zodat jongeren voorbereid worden op hun professionele, persoonlijke en sociale leven. Meer publieke middelen voor onderwijs, te beginnen met 7% van het BBP!
- Haal het geld waar het zit: bij de grote aandeelhouders en speculanten. Het is niet aan ons om voor de crisis te betalen!
