Tag: antisemitisme

  • Antisemitisme en elke vorm van discriminatie bestrijden door eenheid van onze klasse

    Een deel van het establishment probeert elke steun aan Palestijnse rechten en elk verzet tegen de Israëlische regering als antisemitisch te bestempelen. Daarmee wil het ons verdelen. Foto: actie tegen bombardementen op Gaza in 2014 (foto: PPICS)

    De afgelopen jaren was er een toename van antisemitisch geweld in Europa (1). Er was de aanslag tegen het Joods museum in Brussel, waarvan het proces net afgelopen is, er verscheen graffiti op Joodse kerkhoven in Frankrijk, er is verbaal geweld en een toename van negationisme. Recent was er ophef over antisemitische karikaturen op het carnaval in Aalst. Tegelijk ontwikkelt zich een andere trend: de beschuldiging van antisemitisme wordt gebruikt om links te verdelen.

    Artikel door Alain (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Volgens de jaarverslagen van Unia (2) was er in ons land de afgelopen vijf jaar een stijging van het aantal klachten over negationisme (het ontkennen of minimaliseren van de holocaust). In 2016 was er een piek. De zichtbaarheid van antisemitische standpunten wordt versterkt door in Frankrijk bekende extreemrechtse figuren zoals Alain Soral en zijn kompaan Dieudonné.

    Verdelen om te heersen en ideeën te verspreiden

    Activisten die voor het lot van de Palestijnen opkomen maken het vaak mee: elke kritiek op het beleid van de Israëlische staat wordt door de heersende klasse en haar handlangers voorgesteld als antisemitisme. De Israëlische staat onderdrukt de Palestijnse bevolking en vermoordt tegenstanders. Deze staat kan evenmin tegemoet komen aan de legitieme economische en sociale eisen van de Israëlische arbeiders. De Palestijnse strijd wordt al decennialang gezien als een symbool van strijd tegen onderdrukking, zeker onder jongeren. Wie tegen de Palestijnse onderdrukking ingaat, wordt er steeds vaker van beschuldigd ‘anti-Joods’ te zijn. Dat is onderdeel van de pogingen van de Israëlische regering om het asociale en sectaire beleid te verdedigen en om de aandacht van het sociale falen af te leiden.

    De traditionele partijen zijn verantwoordelijk voor een beleid waarbij de door de overgrote meerderheid van de bevolking geproduceerde rijkdom in de zakken van een ultrarijke kleine minderheid verdwijnt. De frustraties en wanhoop als gevolg hiervan doen een deel van de bevolking ten onrechte denken dat de Joodse gemeenschap een antwoord of een deel van het antwoord op de sociale tegenstellingen is.

    De dominante ideologie stelt opkomen voor de Palestijnse zaak gelijk met antisemitisme. Sommige activisten gaan daar helaas in mee en beperken hun kritiek niet tot de Israëlische staat. Ze zien de volledige Joodse bevolking als probleem. Ook dat leidt tot verdeeldheid; wat de elites willen om hun macht te behouden.

    Gele hesjes, Jeremy Corbyn en Ken Loach

    In Frankrijk werden de gele hesjes meermaals van antisemitisme beschuldigd. Ook in dit geval is er een poging van de gevestigde media en de elite om een sterke en populaire massabeweging te verdelen. De gele hesjes werden er eerder van beschuldigd extreemrechts te zijn of nog voorgesteld als aanhangers van samenzweringstheorieën. In een weinig gestructureerde beweging kan iedereen standpunten verdedigen die niet gedragen worden door de rest van de beweging. Het is opmerkelijk dat verwerpelijke ideeën vaak meteen beantwoord worden door de gele hesjes. Maar wat positief is, wordt zelden door de massamedia gemeld: dit is immers niet nuttig voor de belangen van de machtigen. De Franse president Macron gaat nog een stap verder en wil antizionisme strafbaar maken. Hierdoor zou er een verbod van kritiek op het Israëlische regeringsbeleid komen!

    In Groot-Brittannië gebruikt de rechtervleugel binnen Labour het argument van antisemitisme in de interne partijstrijd. De linkerzijde rond Jeremy Corbyn wordt van antisemitisme beschuldigd, terwijl het doelwit van de rechterzijde vooral het sociaaleconomische programma is. In ons land toonde de premier zich verontwaardigd toen filmmaker Ken Loach een eredoctoraat aan de ULB kreeg. Michel was spraakzamer toen zijn staatssecretaris Theo Francken aanwezig was op het verjaardagsfeest van de 90-jarige Bob Maes, mede-oprichter van de openlijk antisemitische Vlaamse Militanten Orde (VMO). Corbyn en Loach staan beiden bekend als pleitbezorgers voor de Palestijnse zaak. De politieke vleugel van de heersende klasse gebruikt ‘antiracisme’ om tegenstanders, en vooral de linkerzijde, te discrediteren omdat ze een bedreiging vormen voor de belangen van de kapitalistische elite.

    Uiteraard is links niet automatisch immuun voor antisemitisme: zo werd het door de stalinisten gebruikt tegen elke oppositie. In een artikel over antisemitisme in de Sovjet-Unie uit 1937 legt Leon Trotski uit hoe de stalinistische bureaucratie het monster van het antisemitisme bovenhaalde in de Moskouse processen tegen de Linkse Oppositie van onder meer Trotski. Het stalinistische regime maakte er gebruik van om de toenemende woede tegen het groeiende gewicht van de bureaucratie af te leiden. In het terugdraaien van de sociale verworvenheden van na de Oktoberrevolutie werden ook oude vooroordelen terug opgediept. (3)

    Met wie en hoe strijden tegen antisemitisme: de kracht van het aantal, organisatie en eenheid

    De belangrijkste tegenstelling in onze samenleving is niet gebaseerd op cultuur, identiteit, gender of religie. Het kapitalisme ondergraaft de natuur en verhindert dat de meerderheid van de bevolking een waardig leven kan leiden. Nochtans creëert die meerderheid een enorme rijkdom. Eenheid in actie tegen het systeem, maar ook tegen specifieke vormen van onderdrukking die in dit systeem ingebakken zitten, moet vanuit deze vaststelling vertrekken.

    De strijd tegen antisemitisme is net als die tegen elke vorm van discriminatie een strijd van de volledige werkende klasse en de jongeren tegen de kapitalistische klasse die verdeeldheid in ons kamp nodig heeft. Laten we opkomen voor een strijdbaar programma dat vertrekt van de sociale noden en dat zich baseert op solidariteit en internationalisme onder de werkenden. We verzetten ons tegen antisemitisme door te wijzen op de echte schuldige: het kapitalistisch systeem. Daar plaatsen we een socialistisch alternatief tegenover.

     

    Verwijzingen

    1. https://www.franceinter.fr/emissions/les-histoires-du-monde/les-histoires-du-monde-13-fevrier-2019
    2. https://www.unia.be/files/Documenten/Jaarrapport/Rapport_chiffres_2017_DEF.pdf
    3. https://www.marxists.org/francais/trotsky/oeuvres/1937/02/antisemitisme.htm
  • Antisemitisme: wat het is en hoe het te bestrijden

    De storm van beschuldigingen tegen Jeremy Corbyn en anderen rond antisemitisme is uiteraard politiek gemotiveerd. Maar het leidt ook tot vragen over hoe antisemitisme kan gedefinieerd worden en hoe we het kunnen bestrijden. Het zorgt voor een hernieuwd debat over Zionisme en Israël, zowel het beleid van de opeenvolgende Israëlische regeringen als het bestaan van de staat Israël. Judy Beishon van de Socialist Party bekijkt antisemitisme in een historische en actuele context. Ze benadert dit en de ‘Joodse kwestie’ vanuit een marxistisch standpunt.

    Dossier uit het magazine ‘Socialism Today’

    Eén van de kortste en eenvoudigste definities van antisemitisme is vijandigheid of vooroordelen tegenover Joden als Joden. De graad ervan verschilt sterkt, van kwetsende opmerkingen tot vandalisme, gewelddaden en moorden. Alle gevallen van antisemitisme moeten veroordeeld en beantwoord worden.

    Hoe sterk staat antisemitisme vandaag in Groot-Brittannië? De Community Security Trust heeft weet van 1.382 incidenten in 2017, het hoogste aantal sinds de metingen begonnen in 1984. Gelukkig waren er geen incidenten van ‘extreem geweld’, omschreven als ernstige lichamelijke schade. In de meeste gevallen ging het om verbale of geschreven opmerkingen.

    Een parlementair rapport uit 2016 over antisemitisme stelde vast dat het aantal vaststellingen van antisemitische haatmisdrijven in Engeland en delen van Wales een toename kenden tussen 2010 en 2015. Er werd echter aan toegevoegd dat niet zeker is “of er een reële toename is dan wel een groter aantal gevallen dat gerapporteerd wordt.”

    De afgelopen jaren waren er veel vermeende incidenten van antisemitisme die toegeschreven werden aan de linkerzijde van Labour. Het ging doorgaans niet om incidenten waarbij er sprake was van vijandigheid tegenover het joodse volk, maar toch werden ze opgenomen in de verslagen van incidenten, naast reële en ernstige gevallen die moeten veroordeeld worden. Vorig jaar waren er slechts 24 gerechtelijke veroordelingen van antisemitisme. Dit wil evenwel niet zeggen dat er niet meer veroordelingen mogelijk zijn.

    Het parlementair rapport uit 2016 herhaalt op het einde de lastercampagne tegen Labour onder Jeremy Corbyn. Maar eerder in de tekst staat: “Het grootste deel van antisemitische misdrijven is historisch, en nu nog steeds, toe te schrijven aan individuen die verbonden zijn met (of geïnspireerd door) extreemrechtse partijen en politieke activiteiten.” Het rapport verwijst naar cijfers die “suggereren dat ongeveer drie kwart van alle politiek gemotiveerde incidenten van antisemitisme uit extreemrechtse hoek komen.”

    De politie merkte op dat parlementslid Luciana Berger 2500 anti-Joodse tweets had ontvangen op drie dagen tijd. Berger gebruikte deze antisemitische campagne tegen haar om de linkerzijde van Labour aan te klagen. Maar het parlementair rapport moet opmerken dat de “vloedgolf aan berichten verbonden was met een campagne tegen haar door een in de VS gebaseerde neonazistische website.” Het rapport merkte ook op dat Groot-Brittannië “één van de minst antisemitische landen van Europa is.”

    Er waren gevallen van vandalisme op Joodse kerkhoven en van fysiek geweld, maar het ging nooit zo ver als in Frankrijk waar er in 2015 vier Joodse mensen vermoord werden in een winkel in Parijs. In datzelfde jaar werd een Joodse man in Kopenhagen doodgeschoten voor een synagoge. In Duitsland is er volgens rapporten van de politie een toename van het aantal antisemitische incidenten en gewelddaden.

    Het meeste antisemitisme komt uit extreemrechtse hoek. De electorale groei van een aantal extreemrechtse partijen in verschillende Europese landen – mogelijk door een gebrek aan duidelijke linkse alternatieven – is een gevaar dat ernstig moet genomen worden. De meeste van deze partijen vermijden formeel om een antisemitisch beleid voor te stellen, maar ze omvatten leden en leiders die neonazistische en antisemitische standpunten hebben verdedigd en daarmee een reële dreiging vormen voor Joodse mensen.

    Antisemitisme heeft eeuwenlang in verschillende varianten bestaan. Wat zijn de belangrijkste vormen vandaag? Het is ofwel gebaseerd op vooroordelen uit het verleden, of het gaat om gevallen waarbij de Joodse bevolking verantwoordelijk wordt geacht voor de misdaden door de Joodse regering of voor het bestaan van Israël.

    Antisemitisme in de geschiedenis

    Voor de Middeleeuwen was migratie door Joden vooral het resultaat van invasies of veroveringen waar verschillende bevolkingsgroepen onder gebukt gingen, over tal van achtergronden en religies heen. Tegen het einde van de Middeleeuwen waren er echter veel gevallen van vreselijke antisemitische moorden en uitwijzingen van Joden.

    De Belgische trotskist Abram Leon, die op jonge leeftijd omkwam in Auschwitz, schreef een verhelderend boek: ‘Hoe het jodendom de geschiedenis kon overleven’ (oorspronkelijke titel: ‘De Joodse kwestie: een marxistische interpretatie’). Hij legt daarin uit hoe de Joden in de Middeleeuwen in Europa vaak een specifieke socio-economische rol opnamen, in het bijzonder als handelaars, financiële tussenpersonen en administrators. Toen de feodale economieën aftakelden, volgde geweld. “In Europa bloeide de handelseconomie, de steden groeiden, net zoals de coöperatieve nijverheden, de joden werden progressief uit hun economische positie verdreven. En dit ging gepaard met een woest gevecht gevoerd door de inlandse kooplieden.”

    Het feit dat Joden afgesloten werden van centrale handelsrollen, dwong hen in andere rollen, waaronder het verkopen van kleine goederen en het lenen van geld aan de boeren. Dit maakte dat de onderdrukte laag die op het land werkte Joden ging vereenzelvigen met hun lijden onder het feodalisme waarbij Joden een zondebok werden. Het resultaat was een grote migratie van Joden in de 15e en 16e eeuw naar oostelijk Europa, in het bijzonder Polen en het Ottomaanse Rijk. Zo wilden ze brutale vervolging en massale uitwijzing uit westelijk Europa ontlopen.

    In oostelijk Europa kwamen er andere vormen van horror. De Joden probeerden productieve rollen op te nemen in de ontwikkeling van de kapitalistische industrie. De zwakte van de kapitalistische ontwikkeling in Oost-Europa – een ontwikkeling die tegengehouden werd door het West-Europees imperialisme – zorgde ervoor dat de Joden, zoals Abram Leon het omschrijft, “klem zaten tussen het aambeeld van de feodaliteit in vrije val en de hamer van het kapitalisme in verrotting.”

    In een situatie van economische crisis, met breed verspreide werkloosheid en armoede, was het nuttig voor de regimes om de verantwoordelijkheid door te schuiven naar de Joden. Deze regimes zagen toe op vreselijke pogroms op het einde van de 19de eeuw in het tsaristische rijk, waaronder het door Rusland bezette Polen. Het leidde tot een nieuwe golf van Joodse emigratie naar tal van bestemmingen in heel de wereld. Het grootste aantal trok naar de VS, waar de Joodse bevolking aangroeide van 230.000 in 1880 tot 1,5 miljoen in 1904.

    In die periode werden heel wat activisten van Joodse achtergrond een integraal onderdeel van de arbeidersbeweging. Ze werden deel van de gezamenlijke strijd. Denk maar aan Rosa Luxemburg in Polen en nadien Duitsland, of Leon Trotski in Rusland. Er was ook een laag van Joden die betrokken was bij massastrijd maar een graad van afscheiding behield van de belangrijkste arbeiderspartijen. Dit was in het bijzonder het geval met de Bund, de Algemene Unie van Joodse Arbeiders in Litouwen, Polen en Rusland, een organisatie die in 1897 werd opgezet. Lenin, nadien samen met Trotski een centrale leider van de Russische Revolutie in 1917, gaf geen kritiek op het bestaan van de Bund, maar wel op het programma ervan dat burgerlijk-nationalistische neigingen vertoonde.

    Een derde categorie onder Europese Joden op dat ogenblik was de erg kleine minderheid van de zionisten. In plaats van het antisemitisme en het kapitalisme in Europa te bestrijden, verdedigden ze het idee van een Joods thuisland dat elders op de planeet moest ontstaan. Van bij het begin was de benadering van de leiders om de imperialistische machten te overtuigen van dit project. Ze dachten dat die ‘meesters’ hun economische en militaire macht konden gebruiken om het zionistische doel te bereiken.

    Theodor Herzl, een Jood uit Wenen, was de centrale stichter van het moderne zionisme. Hij beoogde een wederzijds gunstige relatie met het imperialisme. In 1896 liet hij zijn ogen al op Palestina vallen. Hij verklaarde: “Voor Europa zouden wij daar een bolwerk tegen Azië vormen, we zouden een vooruitgeschoven post van beschaving tegen de barbarij zijn. We zouden steeds in contact staan met Europa, dat ons bestaan zou garanderen.”

    Stichting van Israël

    In 1902 bediscussieerden Britse ministers de mogelijkheid om een deel van het schiereiland van Sinai aan de zionisten te geven. In 1903 stelden ze een deel van Kenya voor. De eerste zionisten overwogen ook een stuk grondgebied in Argentinië. Maar ze besloten uiteindelijk om voor Palestina te gaan. Het Britse imperialisme gaf hier aan toe in de Verklaring van Balfour van 1917 waarin het stelde “positief te staan tegenover de vestiging in Palestina van een nationale thuis voor het Joodse volk.”

    De zionisten verhoogden de druk door Joodse emigratie naar Palestina aan te moedigen. Maar het was de verschrikkelijke holocaust van de Duitse nazi’s die het plan uiteindelijk kracht bijzette. Het beleid van het Britse imperialisme was niet rechtlijnig, maar had al bijgedragen tot een toegenomen Joodse kolonisatie in Palestina. Toen de wereldmachten in 1947 een VN-resolutie stemden om Israël op te richten – een beslissing die betekende dat een opdeling van het land werd opgelegd – werd de basis gelegd voor de stichting van Israël in mei 1948.

    Naast de druk van het zionisme was dit ook uit zelfbelang. De grootmachten bekampten elkaar voor invloedssferen. Stalin was aanvankelijk voorstander van de creatie van Israël en hielp het bewapenen via Tsjecho-Slowakije, in de hoop dat hij Israël zou kunnen gebruiken tegen de door het westen gesteunde Arabische regimes. De westerse kapitalistische machten zagen een Israëlische staat onder hun invloed als een potentieel belangrijke geopolitieke pion tegen de dreiging van een Arabische revolutie, waarvan gevreesd werd dat dit de regio naar de Sovjet-Unie zou leiden. Ze wilden bovendien geen grote toestroom van Joodse vluchtelingen in hun eigen landen – de toegang tot Joden werd al sterk aan banden gelegd sinds de jaren 1930.

    Daarnaast vormden zionistische terreurdaden in Palestina een probleem voor het Britse imperialisme. Er kwamen Britse soldaten om en de infrastructuur en instellingen werden verwoest. Een vleugel van het Koning David Hotel in Jeruzalem werd in 1946 opgeblazen waarbij 91 doden vielen.

    Trotski verwees in december 1938 naar de “gigantische omvang van het kwaad dat het Joodse volk werd opgelegd.” Hij verwees naar de opkomst van antisemitisme en waarschuwde: “Het is gemakkelijk in te beelden wat de Joden te wachten staat bij het uitbreken van de komende wereldoorlog. Maar zelfs zonder oorlog zal de volgende ontwikkeling van de reactie ongetwijfeld leiden tot de uitroeiing van de Joden. Meer dan ooit is het lot van het Joodse volk – niet alleen het politieke maar ook het fysieke lot – onlosmakelijk verbonden met de emancipatorische strijd van de internationale arbeidersklasse.” Trotski riep op tot “gedurfde mobilisaties van de werkenden tegen reactie, voor het opzetten van arbeidersmilities en direct fysiek verzet tegen fascistische bendes.”

    Hij waarschuwde in dezelfde maand ook dat migratie naar Palestina geen oplossing zou bieden voor de Joden en uiteindelijk een “bloedige val” voor hen kon worden. Dit is tragisch genoeg een correcte voorspelling als we kijken naar de vele Joods-Arabische bloedvergieten in de daaropvolgende decennia. Dit zal aanhouden zolang het kapitalisme in de regio bestaat.

    Joodse mensen zouden moeten kunnen leven waar ze willen zonder vervolging en antisemitisme. Moest dat het geval geweest zijn – indien de Russische Revolutie was gevolgd door geslaagde socialistische revoluties in Europa, wat de basis kon leggen voor een democratisch socialistische toekomst – dan had het zionisme niet verder kunnen ontwikkelen. Het zionistische uitgangspunt dat het antisemitisme niet kan verslagen worden, zou compleet ondermijnd zijn en daarmee ook de ‘oplossing’ van een Joods thuisland om eraan te ontsnappen.

    De zionistische groei was het resultaat van het falen om tot een socialistische maatschappijverandering te komen, gevolgd door de nachtmerrie van de vervolging van Joden onder antisemitische wetten, pogroms voor en na de Tweede Wereldoorlog en bovenal de verschrikkelijke holocaust.

    Een van de betwiste ‘voorbeelden’ van antisemitisme vandaag die door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) aan de definitie van antisemitisme is toegevoegd, is: “Het ontzeggen van het recht op zelfbeschikking aan het Joodse volk, bijvoorbeeld door de bewering dat het bestaan van een staat Israël een racistisch gegeven is.” Elders verwijst de IHRA in zijn definitie naar ‘de’ staat Israël, maar de term ‘een staat’ heeft natuurlijk een andere betekenis.

    De staat Israël werd in Palestina opgezet op basis van een raciale verdeling en gedwongen onteigeningen van de grond van een groot deel van de Arabische bevolking. Wie zich tegen de creatie van deze staat verzette, zoals onze Trotskistische voorgangers, was daar correct in. Maar zij verzetten zich net als Trotski voor hij in 1940 vermoord werd niet tegen het idee van ‘een’ nieuwe staat waarin het zelfbeschikkingsrecht van de Joodse bevolking die dat wenste tot uiting kwam. Trotski dacht echter dat dit niet mogelijk was op basis van het kapitalisme in verval. Hij stelde dat zo’n zionistisch project “een utopisch en reactionair karakter” zou aannemen. Onder het socialisme, met “ondenkbare middelen op alle domeinen”, zou het mogelijk zijn om “de verspreide Joden die dat willen te herenigen in eenzelfde gemeenschap waarvoor een voldoende grote en rijke plaats op aarde zou gevonden worden.”

    In 1937 wees de Sovjet-Unie een gebied, Birobidjan, aan voor Joden die daar wilden gaan wonen. Trotski merkte op dat dit gebied onder het stalinisme niet democratisch zou beheerd worden, maar ook: “Geen enkel progressief denkend individu zal zich verzetten tegen het feit dat de Sovjet-Unie een specifiek gebied toekent aan die burgers die zichzelf Jood voelen, de Joodse taal verkiezen boven andere en er de voorkeur aan geven om als compacte massa te leven.”

    Karakter van Israël

    In 1947-48 waren er massale gedwongen onteigeningen van Palestijnen. In 1967 gebeurde dit opnieuw en daarna volgden 50 jaar van brutale bezetting en toenemende Joodse kolonisatie van Palestijnse grond. De intensiteit van de onderdrukking van de Palestijnen varieerde doorheen de decennia, maar er waren regelmatige cycli van bloedvergieten en de afgelopen maanden is de dreiging van een nieuwe aanval op Gaza terug groter geworden.

    De categorie van antisemitisme die alle Joden verantwoordelijk acht voor de misdaden tegen de Palestijnen ontstond met de eerste confrontaties tussen Arabieren en zionisten in Palestina. Het kende een nieuwe opgang bij elke oorlog en elke brutaliteit tegen de Palestijnen. Het is niet verbazingwekkend dat dit vooral het geval was in de Arabische wereld en moslimlanden, waar er sinds de creatie van Israël vaak uitdrukkingen van antisemitisme waren tijdens protestacties. Na 1948 zorgden de brutale reacties in het Midden-Oosten tegen de creatie van Israël voor een massale migratie van lang gevestigde Joodse bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten naar Israël.

    De huidige regering van Israël, een rechtse coalitie onder leiding van Benjamin Netanyahu, wordt gekenmerkt door nationalistische reactie, racistisch gestook en aanvallen op democratische rechten. De recent goedgekeurde Nationaliteitenwet is een van de vele wetten in Israël die discriminerend zijn voor niet-Joden. Naast maatregelen die de status van de Arabische taal beperken en de verklaring dat de Israëlische hoofdstad “het volledige en eengemaakte Jeruzalem” is, bevat de wet ook verschillende maatregelen die de banden tussen Israël en de Joodse diaspora moeten aanhalen.

    Deze nadruk op een ‘band’ is niet nieuw. Het zionistische verhaal van het Israëlische kapitalisme was lang dat Israël de natiestaat is van alle Joden in heel de wereld. Deze versie wordt formeel bevestigde door de Nationaliteitenwet. Het is een van de manieren waarop de Israëlische heersende klasse nog steeds verwijst naar antisemitisme om het beleid te rechtvaardigen tegenover een internationaal publiek maar ook in eigen land.

    Deze campagne om alle Joden met Israël te identificeren – waar een groot aantal Joden niet mee instemt – maakt het moeilijker om in te gaan tegen de vorm van antisemitisme die alle Joden verantwoordelijk stelt voor de acties van het Israëlische regime. De Israëlische journalist Gideon Levy beschrijft deze moeilijkheid kernachtig als hij waarschuwt: “Israël heeft een wet opgemaakt waarin het stelt dat het de natiestaat van de Joodse bevolking is. In andere woorden: alles wat Israël doet, vertegenwoordigt het volledige Joodse volk. Dat heeft een prijs. Als een Israëlische scherpschutter een man zonder benen in een rolstoel doodschiet of een verpleegster, dan is het Joodse volk een partner. Het Israëlische beleid zet aan tot antisemitisme.” En nog: “Alle kritiek afdoen als antisemitisme (…) versterkt antisemitisme en het gevoel dat Joden handelen als bullebakken die gebruik maken van emotionele chantage.” (Haaretz 9 augustus).

    De Israëlische heersende klasse maakt op schandalige wijze gebruik van antisemitisme om de eigen misdaden te rechtvaardigen en er wordt geprobeerd om alle Joden hierin medeplichtig te maken. Tegelijk was Netanyahu bereid om de racistische Hongaarse premier Victor Orban te ontvangen, ook al deed die expliciet antisemitische uitspraken. Ook Rodrigo Duterte, de president van de Filippijnen, werd ontvangen. In 2016 verklaarde Duterte dat hij liefst de drie miljoen drugverslaafden in zijn land zou aanpakken op dezelfde wijze als Hitler de Joden aanpakte.

    Een aantal linkse organisaties maken terecht een onderscheid tussen de Joodse diaspora en de daden van Israëlische regeringen, maar ze doen dit niet voor de Joodse bevolking in Israël. Het niveau van nationalistisch chauvinisme in Israël is momenteel erg hoog, maar het blijft een klassensamenleving zoals in elk ander kapitalistisch land. De werkende klasse en de middenlagen worden uitgebuit door de superrijke heersende elite. Er is vakbondsstrijd tegen het opvoeren van de flexibiliteit, afdankingen, … Het voorbije jaar waren er grote betogingen tegen corruptie, tegen deportaties, voor LGBT-rechten en tegen de Nationaliteitenwet.

    Marxisten kunnen vandaag niet gewoon hetzelfde standpunt verdedigen als bij de creatie van Israël. De afgelopen decennia is er immers een Israëlisch nationaal bewustzijn ontwikkeld en een meerderheid van de bevolking is er geboren. Het is een staat met een van de sterkste legers ter wereld en het beschikt over kernwapens. De Joodse bevolking heeft een ‘belegeringsmentaliteit’ die gevoed wordt door intensieve nationalistische propaganda en constante waarschuwingen voor mogelijke militaire agressie door Iran, Hezbollah en Hamas. De enige weg vooruit voor de Israëlische werkenden ligt in de opbouw van gezamenlijke strijd van Israëlische Joodse en Arabierse werkenden tegen het Israëlische kapitalisme waarbij dit verbonden wordt met de arbeidersstrijd en -organisaties in de Palestijnse gebieden en de buurlanden.

    Samen met onze zusterorganisatie Socialistische Strijdbeweging in Israël/Palestina verdedigen we het recht op zelfbeschikking van de Israëlische Joden – dit onder dwang afwijzen is niet mogelijk en maakt het onmogelijk om het vertrouwen te winnen – maar dit moet samengaan met hetzelfde recht voor de Palestijnen. De enige manier om dit te bereiken is door een democratisch socialistisch Israël en een onafhankelijk democratisch socialistisch Palestina met een hoofdstad in Oost-Jeruzalem.

    Aanvallen op Corbyn en de linkerzijde

    Lasterlijke beschuldigingen van antisemitisme doken de afgelopen jaren steevast op tegen Jeremy Corbyn en de linkerzijde van Labour. Deze beschuldigingen kwamen uit de hoek van de rechterzijde binnen Labour, de conservatieven, de gevestigde media en een aantal leiders van rechtse Joodse organisaties, in het bijzonder de Jewish Leadership Council, de Board of Deputies en de Jewish Labour Movement. Heel wat beschuldigingen waren gericht tegen prominente Labour-figuren die met de linkerzijde geassocieerd worden, zoals Jackie Walker, Pete Wilsman, Marc Wadsworth en George McManus. Het ging telkens om uitspraken die kritisch staan tegenover het zionisme of het beleid van de Israëlische regering of om kwade reacties op de aanvallen tegen Corbyn.

    De ‘feiten’ in deze uitspraken waren niet altijd correct. Zo stelde Ken Livingstone ten onrechte dat Hitler de verkiezingen van 1932 won. De gebruikte taal kan soms terecht bekritiseerd worden. Zo was de woordkeuze van voormalig parlementslid Jim Sheridan ongelukkig toen hij de ‘Joodse gemeenschap’ omschreef als Blairistische samenzweerders, in plaats van te wijzen op de klassentegenstellingen en verschillende politieke posities onder Joden. Maar de context en de motivatie achter de meeste uitspraken waren er geen van antisemitisme. Diegenen die antisemitisme minimaliseren, stellen vaak dat het verschilt van andere vormen van racisme omdat de slachtoffers in een controlerende en samenzwerende positie zitten. Antisemitisme heeft een aantal unieke kenmerken, net zoals andere vormen zoals haat tegen moslims dit hebben.

    Iedereen zal wel eens standpunten lezen of horen waarmee hij het grondig oneens is of die als verkeerd en beledigend overkomen. Deze criteria mogen echter niet de norm worden waarmee de vrije meningsuiting aan banden wordt gelegd bij gebrek aan stevig bewijs van racisme, antisemitisme of misbruik. Als er incidenten van echt antisemitisme zijn, moet er altijd gepast tegen gereageerd worden.

    Het politieke karakter van de beschuldigingen die Labour antisemitisme toeschrijven, blijkt uit het onderzoek dat aantoont dat er in Labour niet meer antisemitisme is dan in andere partijen. Het parlementair rapport moet dit erkennen. De hypocrisie van het koor dat Labour oproept om de volledige lijst van ‘voorbeelden’ bij de definitie van antisemitisme door de IHRA te erkennen, blijkt uit het feit dat verschillende lidstaten van de IHRA ministers tellen die in het verleden zelf antisemitische of zelfs neonazistische gevoelens naar voren brachten.

    Er is geen universeel erkende definitie van antisemitisme. Er is evenmin een akkoord tussen de Israëlische autoriteiten en de Joodse organisaties in heel de wereld over een definitie van het Jood-zijn. Dit is overigens een heet hangijzer in Israël omwille van de gevolgen inzake discriminatie van legale rechten.

    Jeremy Corbyn heeft zich verzet tegen het aanvaarden van alle voorbeelden van de IHRA omdat deze ambigue zijn. Zo verklaarde advocaat Geoffrey Bindman: “Een aantal ervan zijn niet noodzakelijk antisemitisch. Of dat al dan niet het geval is, hangt af van de context en van bijkomend bewijs van antisemitische bedoelingen.” De voorbeelden werden volgens een van de auteurs ervan, de Amerikaanse advocaat Kenneth Stern, niet opgesteld als richtlijn voor wat aanvaardbaar gedrag is. Stern wees op incidenten waarbij voorbeelden aangehaald werden om de vrije meningsuiting aan banden te leggen.

    Het centrale deel van de IHRA-definitie kan daartoe misbruikt worden. Het stelt: “Kritiek op Israël zoals kritiek op gelijk welk ander land wordt geuit, kan niet als antisemitisch gezien worden.” Maar dit suggereert dat unieke elementen, zoals de bezetting van de Palestijnse gebieden, niet kunnen bekritiseerd worden omdat deze kritiek niet van toepassing is op andere landen.

    Een van de ‘voorbeelden’ van de IHRA-definitie is: “Vergelijkingen maken tussen het huidige Israëlische beleid en dat van de nazi’s.” Fascisme en zionisme zijn erg verschillende vormen van kapitalisme. Het Duitse fascisme in de jaren 1930 en 1940 was een vorm van kapitalistische contrarevolutie. De sociale basis ervan was de middenklasse, het ging over tot de vernietiging van arbeidersorganisaties en het gebruikt antisemitisme om verdeeldheid te zaaien om de vijandigheid tegenover het kapitalisme in het algemeen te richten op Joodse kapitalisten in het bijzonder om zo meteen ook nationalisme te stimuleren en vijandigheid tegen de ‘Joodse ideologie’ van het marxisme, aangezien Marx en veel leiders van de arbeidersbeweging joodse wortels hadden.

    Dit ‘voorbeeld’ werd als excuus gebruikt om beperkingen op te leggen aan een meeting aan de universiteit van Manchester in maart 2017 waar een Joodse overlevende van het getto van Boedapest kwam spreken. De ondertitel van de toespraak was immers gericht tegen de Israëlische regering: “Jullie doen met de Palestijnen wat de nazi’s met mij deden.” Het rechtse verhaal is dat het Israëlische beleid niet kan vergeleken worden met dat van de nazi’s. Tegelijk kan het blijkbaar wel dat Corbyn vergeleken wordt met de nazi’s. Dat was wat parlementslid Margaret Hodge deed toen een onderzoek werd gestart naar haar beledigingen van Corbyn waarbij ze hem een antisemiet had genoemd.

    Verschillende Israëlische Joodse commentatoren, inclusief zionisten, hebben de afgelopen jaren vergelijkingen gemaakt tussen de koers van het Israëlische regime en aspecten van het nazisme. Zo werd gewaarschuwd voor exclusiviteit en raciale ongelijkheid. Moeten zij nu ook als antisemitisch bestempeld worden?

    Ken Livingstone, die uit Labour is gestapt na een schorsing van twee jaar, werd vanuit een ander oogpunt onterecht beschuldigd van antisemitisme. Met name werd hij aangepakt na zijn uitspraak dat Hitler het zionisme had gesteund. Hitler heeft het zionisme niet gesteund, zoals Livingstone uiteindelijk moest erkennen, maar de nazi-leiders steunden gedurende een korte periode wel Joodse emigratie naar Palestina. Er zijn verschillende voorbeelden van samenwerking tussen nazi’s en zionisten die overigens tot verdeeldheid leidden in de zionistische beweging van de jaren 1930.

    Corbyn wordt in het bijzonder geviseerd omwille van zijn jarenlange steun voor de Palestijnse zaak en zijn deelname aan activiteiten hierrond. Het klopt echter dat hij net als een laag van de linkerzijde een aantal politieke beperkingen rond deze kwestie heeft. Dit leidt tot fouten die door rechts aangegrepen worden. Een duidelijke klassenbenadering rond de Palestijnse strijd is noodzakelijk. Het is ook belangrijk dat een socialistische weg naar oprechte bevrijding wordt gepromoot, waarbij het beleid van de leiders van Hamas en Fatah wordt verworpen. Hamas baseert zich op de rechtse politieke islam, Fatah kijkt naar het westers imperialisme om tot een Palestijnse staat te komen.

    Een van de meer recente aanvallen op Corbyn ging over het feit dat hij tijdens een meeting in 2013 stelde dat een specifieke groep van zionisten “de Engelse ironie niet begrijpt.” Corbyn haalde niet uit naar alle Britse zionisten, zoals achteraf beweerd werd, en al helemaal niet naar alle Joodse mensen. Maar in de aanvallen op Corbyn werd steeds vertrokken van het argument dat “antisemitisme en anti-zionisme hetzelfde zijn,” om de voormalige conservatieve partijvoorzitter Lord Feldman te citeren. Volgens rabbijn Ephraim Mirvis kan zionisme niet losgezien worden van het joodse geloof.

    Zelfs een oppervlakkige blik op de feiten geeft aan hoe fout deze argumenten zijn. Een aantal religieuze Joodse groepen is fel gekant tegen het zionisme, meer dan 40% van de Britse Joden beschouwt zichzelf niet als zionistisch (City University, 2015). Niet alle zionisten zijn Joods en zionisme is een ideologie, geen ras of religie. Het zionisme omvat verschillende politieke partijen en standpunten, het is geen uniforme ideologie.

    Antisemitisme bestrijden

    Valse beschuldigingen van antisemitisme dragen niet bij tot het bestrijden ervan, maar zorgen net voor een klimaat van angst en onveiligheid in Joodse gemeenschappen. Daar wordt vervolgens schaamteloos gebruik van gemaakt. Voor de rechtse Joodse organisaties die op deze kar gesprongen zijn, is het doel ongetwijfeld om de Joodse identiteit te versterken en een afbrokkeling van de Joodse gemeenschappen te beperken. Er zijn echter ook veel mensen van Joodse afkomst die geschokt zijn door de lastercampagne. Binnen Labour werd een nieuw netwerk opgezet om ertegen in te gaan: Jewish Voice for Labour. Dergelijke organisaties krijgen echter bijna geen enkele aandacht in de gevestigde media.

    Onder druk van de campagne heeft de nationale leiding van Labour besloten om alle voorbeelden van de IHRA-definitie te aanvaarden, slechts aangevuld met een paragraaf waarin de verdediging van de vrije meningsuiting is opgenomen. Toegeven op dit punt zal de beschuldigingen niet stoppen. Het doel van de campagne is immers om Corbyn weg te krijgen. De enige manier om tegen de beschuldigingen in te gaan, is door in verzet te gaan tegen de eisen van de pro-kapitalisten in Labour, ervoor zorgen dat in hun kiesdistricten de leden nieuwe kandidaten kunnen verkiezen en door resoluut op te komen voor een programma in het belang van de werkende klasse. Dat veronderstelt dat de arbeidersbeweging democratisch instemt met eigen gedragsregels.

    In de samenleving in het algemeen komt het meest antisemitisme van extreemrechts. Dat speelt in op ongenoegen en een gebrek aan toekomstperspectieven. Het doet dit door vooroordelen en haat te verspreiden. Racistisch of religieus geïnspireerd geweld is illegaal in Groot-Brittannië, net als het aanzetten tot religieus geweld. Maar de politie en de rechtbanken kunnen niet vertrouwd worden om tegen neonazisme in te gaan. Historisch gezien waren het de socialistische linkerzijde van de arbeidersbeweging en de vakbonden die het voortouw namen in de strijd tegen extreemrechts, racisme en antisemitisme. Dat is vandaag niet anders. Het is niet de rechterzijde die deze strijd opneemt. Het versterken van de arbeidersbeweging in de strijd tegen racisme en extreemrechts is de enige manier om effectief tegen potentieel gevaarlijke organisaties in te gaan en om zichtbaar te worden als aantrekkingskracht voor ontgoochelde jongeren die ten onrechte naar extreemrechts kijken voor antwoorden.

    Tegen de achtergrond van kapitalistische crisis en verval zal het gevaar van reactie niet verdwijnen. Een zekere aanwezigheid van antisemitisme is daar een nefaste bijwerking van. De oorsprong van antisemitisme ligt in het falen van ongelijke klassensamenlevingen – eerst het feodalisme en dan het kapitalisme – om de noden van alle delen van de bevolking in te lossen. Zoals alle andere vormen van racisme en discriminatie, zal er pas een einde aan komen door het vestigen van socialisme met het publiek bezit van de centrale sectoren en diensten van de economie met democratische planning. Enkel dat zal de basis leggen om voorgoed komaf te maken met antisemitisme.

  • Beschuldigingen van antisemitisme tegen Corbyn zijn stormram van rechts

    • Organiseer de basis tegen de Blairisten!
    • Internationale arbeiderssolidariteit tegen alle vormen van onderdrukking en racisme!
    Foto: Paul Mattson

    De afgelopen weken kwamen de beschuldigingen van antisemitisme tegen Labour-leider Jeremy Corbyn opnieuw prominent naar buiten. Eens te meer blijkt uit de feiten die hiervoor gebruikt worden niet dat Labour een specifiek probleem met antisemitisme heeft, noch inzake het aantal zaken noch inzake de inhoud ervan.

    Edito van weekblad ‘The Socialist’

    Wat de aanvallen wel erg duidelijk aantonen, is dat de kwestie gebruikt wordt in een poging om de leiding van Corbyn schade te berokkenen. Het is een stormram van het kapitalistische establishment en de rechterzijde binnen Labour in een poging om Corbyn aan de kantte schuiven.

    De aanvallen komen niet vanuit de ‘Joodse gemeenschap’, zoals de gevestigde media het graag laat uitschijnen, maar van de anti-Corbyn leiding van enkele Joodse organisaties, waaronder de Jewish Leadership Council, de Board of Deputies en de Jewish Labour Movement. De Blairisten binnen Labour hebben zich verenigd in de strijd tegen Corbyn, in het bijzonder het 70-tal parlementsleden dat lid is van Labour Friends of Israel, een orgaan dat even onkritisch staat tegen de Israëlische regering van Netanyahu en de moorden in Gaza als de rechtse Labour partij in Israël zelf.

    Netanyahu verklaarde recent dat Corbyn “ondubbelzinnig moet veroordeeld worden door iedereen: links, rechts en alles ertussen in.” Onder de Blairisten die daar gevolg aan gaven, bevond zich het parlementslid Chuka Umunna die op de website van de krant Independent Corbyn verweet dat hij “institutioneel racisme” toelaat in Labour. Ook hiervoor werden evenwel geen steekhoudende bewijzen aangebracht.

    De aanwezigheid van Corbyn in Tunis in 2014 op een ceremonie voor vermoorde Palestijnen was niet antisemitisch. Het initiatief uit 2011 dat Umunna aanhaalde, met name het voorstel om Holocaust Memorial Day om te dopen tot Genocide Memorial Day, was evenmin antisemitisch. Het deed geen enkele afbreuk aan de erkenning van de vreselijke horror die de Joden ondergingen in de holocaust.

    Umunna wees ook op haatberichten die op sociale media waren verstuurd naar twee rechtse Labour verkozenen van Joodse afkomst. Er werd echter niet aangetoond hoe dit zou wijzen op ‘institutioneel racisme’ binnen Labour. Alle beledigende, racistische en antisemitische berichten moeten veroordeeld worden, maar wordt geen enkel bewijs aangevoerd dat er een disproportioneel aantal van deze berichten aan deze verkozenen vanuit de arbeidersbeweging of Labour kwam.

    Twee verschillende studies, door onderzoekers van de universiteit van Salford en door Amnesty, toonden aan dat de Corbyn-gezinde parlementsleden doorgaans meer haatberichten op sociale media krijgen dan diegenen die hen bekritiseren.

    De anti-Corbyn tirade van Umunna op de website van de krant Independent stond open voor commentaren van de lezers. Er was een erg lange reeks commentaren, vooral van mensen die het niet eens zijn met Umunna waarbij velen stelden dat rechtse figuren zoals Umunna beter uit Labour kunnen verdwijnen en niet de aanhangers van Corbyn.

    De grote campagne in de gevestigde media leidt er volgens de peilingen weinig verrassend toe dat meer mensen denken dat Labour een probleem van antisemitisme heeft. Een peiling van Opinium in The Observer gaf echter aan dat slechts 16% denkt dat Labour ‘bevooroordeeld is tegen Britse Joden.’ In maart toonde een peiling van YouGov onder Labour-leden aan dat 77% vond dat de beschuldigingen van antisemitisme bewust overdreven worden.

    In tegenstelling tot het grote aantal antisemitische incidenten bij extreemrechts, zijn er bij de veel grotere Labour-partij (met 550.000) leden tot op heden slechts 70 gevallen van klachten rond antisemitisme. Een aantal daarvan kan mogelijk bestaan uit het afkeuren van de acties van de Israëlische regering en niet uit vijandigheid tegenover het Joodse volk. Andere gevallen zijn mogelijk het resultaat van kwade reacties op de aanvallen tegen Corbyn. Deze reacties zijn mogelijk slecht geformuleerd, maar ze komen niet voort uit antisemitisme. Het gaat onder meer om de beschuldigingen tegen parlementslid Chris Williamson, gemeenteraadslid Jim Sheridan en Peter Willsman, een verkozene in de partijleiding.

    De Palestijnse strijd

    Netanyahy haalde rechtstreeks uit naar Corbyn nadat bekend raakte dat Corbyn in Tunis op een herdenking was geweest. Terecht reageerde Corbyn met een veroordeling van Netanyahu voor de dood van meer dan 160 actievoerders in Gaza sinds maart van dit jaar.

    Hij wees er ook op dat hij hulde had gebracht aan de Palestijnse burgers en de personeelsleden van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) die in 1985 omkwamen door een Israëlisch bombardement van het PLO-hoofdkwartier. Zijn woordvoerder stelde: “Jeremy legde geen krans neer bij het graf van diegenen die zouden betrokken geweest zijn bij de organisatie ‘Zwarte September’ of de aanslagen van 1972 in München. Uiteraard veroordeelt hij die vreselijke aanslag, net zoals hij het bombardement van 1985 veroordeelt.”

    Het was belangrijk dat Corbyn terreurdagen tegen burgers veroordeelde. Deze hebben immers niet alleen gewone mensen om het leven gebracht, ze hebben evenmin de Palestijnse strijd vooruitgeholpen. Dergelijke daden worden gevolgd door het opdrijven van de repressie tegen de Palestijnen en ze dragen niet bij tot de opbouw van de massastrijd die de Palestijnse bevolking nodig heeft.

    De hypocrisie en de leugens in de aanvallen op Corbyn, waaronder de valse beschuldiging van antisemitisme, moeten ontmaskerd worden. Maar de linkerzijde moet ook een duidelijk klassenstandpunt innemen over de situatie in Israël-Palestina.

    Dat standpunt moet vertrekken van de belangen van de Palestijnse en Joodse werkende klasse waarbij steun gegeven wordt aan hun strijd en aan oprechte vertegenwoordigers van die belangen. Sommige linkse organisaties en individuen hebben ten onrechte steun gegeven aan Fatah – de belangrijkste partij binnen de PLO – toen deze overging tot terroristische acties, of in de decennia erna aan de rechtse islamistische partij Hamas. Deze partijen hadden nooit een programma waarmee de Palestijnse zaak echt vooruit geholpen wordt. Vandaag zijn ze pro-kapitalistisch met leiders die eigenlijk bang zijn voor massale democratisch georganiseerde strijd tegen de bezetting.

    Definitie van antisemitisme

    Drie bladen, de Jewish Chronicle, Jewish News en Jewish Telegraph, hebben op hun voorpagina dezelfde aanval ingezet tegen Corbyn. Ze eisen dat hij alle ‘voorbeelden’ aanvaard die door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) in de definitie van antisemitisme werden opgenomen.

    Deze voorbeelden waren volgens één van de opstellers, de Amerikaanse advocaat Kenneth Stern, niet bedoeld als grens van wat aanvaardbaar is. Stern adviseerde het Amerikaanse parlement om de voorbeelden niet toe te passen aangezien ze kunnen gebruikt worden om de vrijheid van meningsuiting aan banden te leggen.

    Zo was er een toespraak die zou gegeven worden door Joodse overlevende van het ghetto van Boedapest. Deze toespraak aan de universiteit van Manchester had in maart 2017 moeten doorgaan. De ondertitel bevatte kritiek op de regering van Netanyahu: “Je doet met de Palestijnen hetzelfde als de nazi’s met mij.” De Israëlische ambassadeur klaagde aan dat dit een inbreuk was op de definitie van de IHRA waarna de universiteit beperkingen voor de bijeenkomst oplegde.

    Heel wat advocaten en academici hebben de definitie van de IHRA en de bijhorende voorbeelden bekritiseerd. Ze stellen dat deze definitie in de praktijk niet hanteerbaar is. Zelfs de parlementaire commissie binnenlandse zaken, met vertegenwoordigers van alle verkozen partijen, oordeelde in 2016 dat de definitie niet bruikbaar was omdat deze het recht op kritiek op de Israëlische regering beperkt. Umunna was toen overigens lid van die parlementaire commissie.

    De definitie legt ook beperkingen op voor Joden. Yair Wallach van het Centre for Jewish Studies aan de universiteit SOAS in Londen schreef: “De nadruk op een particularistische op Israël gecentreerde definitie heeft geleid tot een zwakke tekst die Joden een zwakkere bescherming biedt dan de bestaande Britse wetgeving inzake gelijke kansen.” (Israëlische website Haaretz 26 juli 2018).

    Het belangrijkste vandaag is niet zozeer een rationeel debat over de verdiensten en beperkingen van de definitie, maar wel de wijze waarop het gebruikt werd als instrument om delen van de linkerzijde en Corbyn in het bijzonder te treffen. De aanvallen werden zodanig opgevoerd dat mensen al een antisemiet genoemd worden als ze vragen stellen bij de omvang van het probleem of de motieven van diegenen die de aanval tegen Corbyn inzetten. Zelfs de zionist Kenneth Stern kan op basis van de methoden van de chargerende rechterzijde als een antisemiet weggezet worden.

    De Israëlische regering heeft een lange geschiedenis van antisemitisme-beschuldigingen tegen iedereen die zich tegen haar beleid verzet. De gecoördineerde standpunten van de drie hoger genoemde Britse Joodse bladen stellen nu dat kritiek op de Israëlische regering moet gezien worden als “politiek antisemitisme” en dat bijgevolg deze kritiek moet verboden worden.

    Enkele vakbondsleiders (Dave Prentis van Unison, Tim Roache van GMB en Paddy Lillis van Usdaw) zijn schandalig genoeg op de kar van de insinuaties tegen Corbyn gesprongen en herhalen de beschuldigingen. Ze eisen van Corbyn dat hij de definitie van de IHRA aanvaardt. Deze rechtse leiders stellen dat dit nodig is om eenheid in Labour te bekomen en om de steun van de ‘Joodse gemeenschap’ terug te krijgen.

    Len McCluskey van de vakbond Unite kwam gelukkig tussen met een erg welkom pro-Corbyn standpunt. Hij stelde dat Labour geen antisemitische partij is en wees op de manoeuvres van Blairistische verkozenen om een scheurpartij te vormen. McCluskey stelde terecht: “Hoe meer bruggen Corbyn probeerde te bouwen [met diegenen die hem aanvallen], hoe erger de retoriek [tegen hem] wordt.” De hoop op een nieuwe poging tot verzoening met rechts, bijvoorbeeld door de IHRA-definitie te aanvaarden, is onterecht.

    De benadering van Corbyn bestaat erin om regelmatig leugens te ontkrachten, maar doorgaans blijft hij wat op de vlakte en hij gaf vaak toe aan de eisen van rechts. Het is nu meer dan ooit duidelijk dat deze aanpak niet werkt. De druk van rechts zal blijven aanhouden. Het enige antwoord waarmee de arbeidersbeweging vooruit kan, is een stoutmoedig tegenoffensief.

    Daartoe moet Corbyn de motieven van de rechterzijde uitleggen en is er een campagne nodig voor een democratisering van Labour met een nieuwe verkiezing van kandidaten voor de parlementsverkiezingen om de pro-kapitalistische Blairisten aan de deur te zetten.

    Er moet in de arbeidersbeweging uiteraard ook opgetreden worden tegen echte gevallen van antisemitisme. Maar de beweging moet democratisch beslissen over eigen gedragsregels, los van de pro-kapitalistische organisaties en standpunten zodat het niet leidt tot toegevingen aan tegengestelde klassenbelangen.

    Jammer genoeg zijn er rond Corbyn weinig linkse leiders die pleiten voor een sterke, vastberaden en onafhankelijke benadering. De leiding van Momentum geeft toe aan druk van buiten de arbeidersbeweging en volgt een defensieve op toegevingen gerichte koers. Een van de meest recente voorbeelden was de intrekking van de steun voor de herverkiezing van Corbynista Peter Willsman in de nationale partijleiding na diens opmerkingen over de rechtse antisemitische aanvallen, opmerkingen die door de gevestigde media voorgesteld werden als antisemitisch.

    Corbyn kan en moet beroep doen op de steun van honderdduizenden leden van Labour en de miljoenen daarnaast die uitkijken naar verandering. Het is met die laag dat hij de strijd voor de verandering van zijn partij moet aangaan.

    Geen enkele valse eenheid met rechts zal dit bereiken. Als enkelen van hen afsplitsen om de Labour-stemmen te verdelen en de kans op een door Corbyn geleide regering te beperken – en om te vermijden dat ze afgezet worden als Labour-kandidaten – dan zitten ze niet langer in een positie waarmee ze een bocht naar links in Labour op directe wijze kunnen tegenwerken.

    Een dergelijke linkse bocht is cruciaal opdat Labour een programma kan aanbieden dat ingaat tegen de kapitalistische belangen en opkomt voor socialistische verandering. Het is enkel met concrete stappen in die richting dat een Labour-regering dichterbij komt, dat zal niet gebeuren door toegevingen en vrijspel voor de destructieve politiek van de rechterzijde in Labour.

  • Doctor Ken Loach…

    Ken Loach. (Foto: Wikicommons)

    Charles Michel en Ken Loach zijn beide grote kampioenen, evenwel in totaal verschillende disciplines. Waar Ken Loach op en naast de filmset een kampioen is in het verdedigen van armen en onderdrukten, ongeacht hun afkomst, geslacht of geaardheid, blinkt Charles Michel uit in het beschermen van de belangen van een kleine minderheid van grote bezitters. Deze gepriviligeerde groep kan haar superieure positie in de samenleving enkel verwezenlijke én behouden ten koste van de grote meerderheid van de bevolking.

    Reactie door Frederik, arbeider uit Gentbrugge. Deze tekst werd ook als lezersbrief naar De Standaard gestuurd 

    Loach en Michel staan in de maatschappelijke arena lijnrecht tegenover elkaar. Dat is de werkelijke reden waarom dat eredoctoraat een dikke doorn in het oog van Charles Michel is. Waarom gaat het debat dan niet daarover en wel over het zogezegde antisemitisme van Loach? Het antwoord op deze vraag is niet zo bijster moeilijk.

    De wapens waarmee beide heren strijden zijn even verschillend als de doelen die ze nastreven. Daar waar Loach als kunstenaar zich vervolmaakt heeft in het aanklagen en ontmaskeren van de brutale werkelijkheid van de huidige sociale organisatie, moet Michel het vooral hebben van afleiding en verhulling. Liever veel theater maken over de kostprijs van een vluchteling dan het debat te voeren over de miljardencadeaus aan de bedrijfswereld. Liever de vakbonden onterecht leugens verwijten in het pensioendebat (DS 19 dec. 2017) dan op te treden tegen een liegende staatssecretaris. Liever iemand aan de schandpaal nagelen als antisemiet (geen licht verwijt!) dan te moeten antwoorden op zijn kritische kunstenaarsblik. Dit zijn de methodes van de premier!

    Het gemak waarmee Michel zich bedient van wat waarschijnlijk de meest duistere bladzijde uit onze geschiedenis is om een ideologische tegenstander te discrediteren is misselijkmakend. Ik voel me dan ook verplicht de verdediging van Ken Loach, ‘een onversneden antisemiet’ (MR-senator Jacques Brotchi), op mij te nemen. Er is een huizenhoog verschil tussen het bekritiseren van de Joodse staat enerzijds en het prediken van rassensuperioriteit anderzijds! Is dit intellectueel echt te hoog gegrepen voor u, meneer de eerste minister? Bent u werkelijk niet beschaamd om één van ‘s werelds beste filmmakers van het moment publiekelijk door het slijk te sleuren met de valse beschuldiging van jodenhater?

    Boycot Israël?

    Ik heb in mijn leven slechts eenmaal het genoegen gehad doorheen Israël en Palestina te reizen. Ik hoop van harte er ooit terug te keren. Het was een verrijking kennis te kunnen maken met de prachtige natuur, de verrukkelijke Israëlische keuken, de duizenden jaren oude geschiedenis in de straatjes van Jeruzalem, de warme gastvrijheid van de mensen in Tel Aviv.

    Ik heb er ook kunnen vaststellen wat de gevolgen zijn van de Israëlische bezettings- en vernederingspolitiek. Autosnelwegen met metershoge omheiningen die de Palestijnse gebieden doorkruisen en gemeenschappen brutaal uit mekaar rukken. De betonnen muur met controletorens, de wapens permanent gericht op de Palestijnse huizen van Bethlehem. Vernederende controles op elke lijnbus met Palestijnen op weg naar hun onderbetaalde job in Israël (iemand moet toch het vuile werk doen). Je moet het zelf zien om een beetje te kunnen beseffen welke impact deze door het westen – inclusief Michel – gesteunde apartheid op de Palestijnse bevolking heeft. Het heeft ook mij tot een tegenstander van de Israëlische staat gemaakt. En vele Joden en niet-Joden in Israël en wereldwijd met mij.

    Ken Loach is een pleitbezorger voor een culturele boycot tegen Israël. Hij neemt het muziekgroepen als Radiohead kwalijk dat ze optreden in Tel Aviv. Hoewel ik begrijp en toejuich dat hij als kunstenaar actief zijn steen wil bijdragen, ben ik niet overtuigd dat een boycot daartoe het best middel is. Het kan weliswaar een zeker bewustmakend effect hebben, maar het voornaamste slachtoffer is in de eerste plaats de Israëlische bevolking zelf, niet zozeer het regime. Zeker kunstenaars zouden de moed moeten hebben om hun kritische blik aan de hele wereld aan te bieden. Door er weg te blijven geef je het debat volledig uit handen en geef je vrij spel aan het regime. Veel moediger en opbouwender vind ik de benadering van een kunstenaar als Michaël Borremans die, ondanks zware druk, met zijn tentoonstelling naar Tel Aviv trok om zijn (denk)beelden aan te bieden aan het Israëlische publiek.

    Hierover zou ik graag met Ken Loach in debat treden. Het zal dan wel een debat zijn tussen twee elkaar respecterende meningen. Hij mag erop vertrouwen dat ik me als inwoner van België niet zal verlagen tot het beschamende niveau van de Belgische staat en haar eerste minister.

     

  • Antisemitisme versus antikapitalisme en socialisme

    We gingen eerder al in op het fenomeen Dieudonné. Die Franse komiek ligt onder vuur omwille van zijn controversiële uitspraken, onder meer gericht tegen de joodse bevolking. Om zijn imago van rebelse anti-establishmentfiguur kracht bij te zetten, giet Dieudonné overgiet het breed gedragen verzet tegen de Israëlische bezettingspolitiek met een antisemitisch sausje. Het is niet verwonderlijk dat Dieudonné zo populair is in extreemrechtse kringen. De extreemrechtse leider Jean-Marie Le Pen ging trots op de foto staan terwijl hij de ‘quennelle’, de omgekeerde Hitlergroet van Dieudonné, bracht. In dit artikel staan we stil bij het antizionisme en antisemitisme die in dit debat naar voor komen.

    Door Thomas (Charleroi). Foto: De linkse socialisten van Maavak Sozialisti op een betoging tegen de bezetting van de Palestijnse gebieden

    Wat is zionisme?

    Het zionisme is een vorm van joods nationalisme dat uit verschillende stromingen bestaat. Het ontstond op hetzelfde ogenblik als andere vormen van nationalisme in Europa, op het einde van de 19de en het begin van de 20de eeuw. Het specifieke aan het joodse nationalisme was dat het destijds niet over een eigen staat beschikte en tot op zekere hoogte ontstond als reactie op de uitsluiting van de joodse gemeenschap in verschillende landen. Het leidde tot het ontstaan van het idee dat een eigen joodse staat nodig was. Het antisemitisme vierde hoogtij. Dat werd gesymboliseerd door de affaire-Dreyfus in Frankrijk, maar ook door de vervolgingen en pogroms in verschillende Oost-Europese landen. Dat werd gebruikt als rechtvaardiging voor een joodse staat als antwoord op de problemen waar de joodse bevolking mee werd geconfronteerd.

    Het zionisme bleef lange tijd marginaal binnen de joodse gemeenschap. Velen beschouwden dit als een onrealistisch project en er werd bijgevolg gezocht naar oplossingen binnen het kader van de bestaande staten. De overgrote meerderheid van de gemeenschap wilde zich gewoon integreren. Er kwam een keerpunt met de opkomst en de machtsovername door de Duitse fascisten en de grootschalige vervolging en uitroeiing van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is op dat ogenblik dat het zionisme aan steun won binnen de joodse gemeenschap.

    De verschrikkingen die de joodse bevolking onderging tijdens de oorlog zorgden voor een gewijzigd bewustzijn waarbij het antisemitisme in West-Europa grotendeels verdween. Maar de creatie van de Israëlische staat in Palestina zou een nieuwe ontwikkeling van antisemitisme met zich mee brengen, vooral in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het Europese imperialisme steunde deze ontwikkeling en zorgde ervoor dat het eigen onvermogen om de joodse gemeenschap te integreren en de vervolging van de joden, de judeocide, op de kap van de Palestijnse massa’s werd afgewenteld. Die bevolking werd op brutale wijze van hun grondgebied verjaagd en tot op vandaag is er een bloedige bezetting door de Israëlische staat.

    Het falen van het zionisme

    Marx schreef ooit: “een volk dat een ander onderdrukt, kan zelf niet vrij zijn.” Dat gaat ook op voor Israël, dat in de praktijk in een constante oorlogssituatie zit. Het Israëlische regime baseert zich enkel nog op brutaliteiten en probeert dat te rechtvaardigen met het zionisme. De impasse toont nochtans net het falen van het zionisme.

    Israël is niet het beloofde land voor de joodse bevolking. 1,75 van de 8 miljoen inwoners leeft onder de armoedegrens (dat is bijna één op vijf), meer dan een miljoen mensen overleeft van een loon dat amper 750 euro per maand bedraagt terwijl de levensduurte hoger is dan in West-Europa. De Arabische bevolking in Israël wordt constant gediscrimineerd, net als joodse migranten uit Noord-Afrika of Rusland. Dat maakt dat Israël zeker geen monolithisch blok is, in het land zijn er verschillende sociale klassen en verschillende lagen met tegengestelde belangen.

    Die realiteit wordt vaak onderbelicht in het buitenland, maar kwam heel sterk op de voorgrond in 2011 toen een golf van pleinbezettingen in Israël ontstond in de nasleep van de bewegingen van revolutie en contrarevolutie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De acties in Israël vormden de belangrijkste uit de geschiedenis van het land en verenigden Arabische Israëli’s, vrijzinnigen en joden met op het hoogtepunt een half miljoen betogers. Duizenden mensen betoogden in mei 2012 in Tel Aviv en in andere steden tegen het besparingsbeleid van de regering-Netanyahy. Er waren ook stakingsacties in verschillende sectoren. Op veel acties werd Netanyahu vergeleken met de voormalige Tunesische dictator Ben Ali. In de vakbonden versterkt de linkerzijde zich en was er de opkomst van de vakbond ‘arbeidersmacht’ die enkele belangrijke overwinningen kon boeken, onder meer in de stad Haïfa.

    Het groeiende ongenoegen in Israël zelf toont het falen van het zionistische project en van het model van nationalistische politiek.

    Antisemitisme of antikapitalisme en socialisme?

    We moeten het zionisme veroordelen als een vorm van reactionair nationalisme en onze solidariteit betuigen met de massastrijd, zowel onder Palestijnen als Israëli. Tegelijk moeten we een oplossing naar voor schuiven voor het Israëlisch-Palestijnse conflict, maar dan wel een oplossing die niet meer problemen creëert dan ze oplost.

    Wij vertrekken van een klassenanalyse en een internationalistisch socialistisch perspectief om de Israëlische en Palestijnse massa’s een uitweg te bieden uit het moeras waar ze ingeleid zijn door het kapitalisme en de zionisten.

    Als echte internationalisten hebben marxisten zich steeds tegen het zionisme verzet. Het Committee for a Workers’ International, waar LSP de Belgische afdeling van is, is actief in Israël/Palestina. Maavak Sotzyalisti/Harakat Nidal Eshterika (Socialistische Strijdbeweging) verdedigt de noodzaak van een massale arbeiderspartij in Israël. Zo’n partij die verschillende linkse stromingen van de arbeidersbeweging kan verenigen, zou een sterk wapen zijn tegen de rechtse regering en het neoliberale beleid. Het zou op termijn ook een uitstekend instrument zijn om de kolonisatiepolitiek te stoppen. Er is overigens steeds minder steun voor de kolonies en de bezetting, zeker onder de Israëlische jongeren. We moeten ingaan tegen de winsthonger en de corruptie van de heersende klassen. Zij trekken alle rijkdom naar zich toe en gebruiken een nationalistische religieuze retoriek om hun macht veilig te stellen ten koste van de werkende bevolking.

    Ook in Palestina staan we voor het idee van massastrijd. Dat bleek onder meer toen Paul Murphy, het Europarlementslid van onze Ierse zusterpartij Socialist Party, in augustus 2013 opriep tot een nieuwe intifada (“revolte” in het Arabisch). Hij werd hiervoor aangevallen door het Israëlische en Europese establishment. Een volksopstand naar het model van de eerste intifada en gebaseerd op sociale eisen is de enige oplossing om uit het gewapende conflict te geraken.

    De opstand van de eerste intifada ontwikkelde vanaf 1987. Het was niet gebaseerd op de tactiek van terrorisme, maar op massastrijd met grote betogingen, stakingen en marsen op de Israëlische controlepunten. De strijd werd ontwikkeld door democratische strijdcomités die buiten de controle van het corrupte Palestijnse establishment vielen. De beweging dwong het Israëlische regime om onderhandelingen te starten met de Palestijnse autoriteiten van de PLO. Dat werd versterkt door een enorme druk van de brede sympathie in Israël voor deze massabeweging. Zelfs indien de uiteindelijke akkoorden niet bepaald gunstig waren voor de Palestijnen, als gevolg van het verraad van de PLO, toonde deze beweging duidelijk aan dat een massabeweging in staat is om resultaten af te dwingen.

    Voor twee staten in een socialistische confederatie van het Midden-Oosten

    Als er binnen het kapitalistische kader een Palestijnse staat tot stand zou komen, zou het een economisch onleefbare enclave zijn waarin corrupte elites de macht onder elkaar verdelen terwijl de dictaten van Israël nog steeds bepalend zouden zijn. Enkel een echt socialistisch programma dat gericht is op een democratisch geplande economie waarin de behoeften van de meerderheid van de bevolking centraal staan, kan voorzien in de nodige middelen om het vertrouwen geleidelijk te herstellen en het gras voor de voeten van de religieuze extremisten en nationalisten te maaien. Dat is volgens ons enkel mogelijk door twee staten te vestigen waarbij de grenzen, de toegang tot grondstoffen, het recht op terugkeer, de toegang tot Jeruzalem,… niet beslist worden door de heersende klasse maar door de bevolking zelf en dit in het kader van een socialistische confederatie van het Midden-Oosten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop