Your cart is currently empty!
Category: LGBTQI
-
Internationale toename van aanvallen op trans personen
Artikel door Greyson Van Arsdale (Verenigde Staten) en Ollie Bell (Ierland) uit het magazine ‘Socialist World’
Ondanks een grotere bewustwording en zichtbaarheid van de transgemeenschap de afgelopen jaren, is er een enorme terugslag tegen trans personen en worden hun rechten aangevallen. Er is een voortdurende cultuuroorlog tegen trans personen en andere genderexpressies.
In 2020 nam Hongarije, onder het mom van de Covid-19 pandemie, een wet aan die het trans personen en intersekse personen verbood om legaal van geslacht te veranderen. Deze wet, die in januari 2021 van kracht werd, vereist dat het geslacht op iemands wettelijke identificatie overeenkomt met het geslacht dat bij de geboorte is toegewezen. Hongarije heeft ook een wet aangenomen die een verbod oplegt op zichtbaarheid van LGBTQ+ personen in onderwijsmateriaal op scholen en in televisieprogramma’s gericht op jongeren onder de 18 jaar.
Polen keurde onlangs een nieuwe wet goed die regionale toezichthouders toestaat om LGBTQ+ inclusief onderwijs in klaslokalen te verbieden. Deze wet volgde op het wetsvoorstel ‘Stop Pedofilie’ dat tot doel had om iedereen te criminaliseren die seksuele voorlichting aan minderjarigen bevordert. Deze wet zou het onderwijzen van seksuele geaardheid en genderidentiteit aan iedereen onder de 18 verbieden en zou in april 2020 gestemd worden, samen met de wet ‘Stop Abortus’ die abortus niet langer legaal toegankelijk zou maken in geval van ernstige of fatale foetale afwijkingen. Beide wetsvoorstellen werden naar een commissie gestuurd voor “verder onderzoek”, wat betekent dat ze op een later moment opnieuw kunnen worden ingediend.
In het Verenigd Koninkrijk gaat de groeiende transfobe retoriek in de media gepaard met voortdurende aanvallen op transrechten. Tijdens een historische stakingsgolf van arbeiders die streden voor betere lonen en arbeidsomstandigheden, gebruikte het Britse parlement voor het eerst sectie 35 van de Schotlandwet van 1998 om de Schotse Gender Recognition Bill te blokkeren. Dit wetsvoorstel zou het voor trans personen mogelijk hebben gemaakt om legaal hun geslacht op hun geboorteakte te veranderen zonder dat er een medische diagnose van genderdysforie nodig was, het zou de tijd die iemand nodig heeft om “te leven als hun verworven” gender hebben teruggebracht tot zes maanden en de leeftijd waarop iemand hiervoor in aanmerking komt, zou zijn verlaagd van 18 naar 16 jaar. Hervormingen die sterk lijken op de Gender Recognition Act die in 2015 in Ierland werd aangenomen.
Recent schreef de Britse Equality and Human Rights Commission een brief aan de Britse regering met de aanbeveling om de Equality Act 2010 te wijzigen om de bescherming voor trans personen op te heffen. Dit amendement zou erop gericht zijn om iemands wettelijke gender te herdefiniëren als alleen het biologische geslacht in plaats van het gender, waardoor trans personen gedwongen zouden worden om de faciliteiten van hun toegewezen gender te gebruiken en trans vrouwen belangrijke veiligheidsbescherming tegen transmisogynistisch geweld zouden verliezen. Deze groeiende TERF- en transfobische retoriek heeft een drastisch effect op de geestelijke gezondheid van trans personen en heeft ook geleid tot een toename van transfobe haatmisdrijven. In het ergste geval leidde dit tot de dood van Brianna Ghey, een 16-jarig trans meisje dat in februari werd doodgestoken door twee tieners.
Deze aanvallen komen niet alleen voor in Europa, maar ook in de VS. Eind maart 2023 waren er al meer dan 430 anti-LGBTQ+ wetsvoorstellen ingediend. Trans gezondheidszorg voor jongeren onder de 18 is verboden in staten als Arkansas, Florida en Tennessee. Staten als Oklahoma, Texas en South Carolina overwegen zelfs een verbod op genderbevestigende zorg voor trans personen onder de 26 jaar. Sinds het begin van dit jaar zijn er in minstens 32 staten wetsvoorstellen ingediend tegen optredens van dragqueens. Tennessee was de eerste staat die een wet aannam die “cabaretvoorstellingen voor volwassenen” verbiedt op openbare plaatsen en plaatsen waar ze door kinderen bekeken kunnen worden. Dit wetsvoorstel noemt onder andere een verbod op “vrouwelijke en mannelijke imitators”.
De onderstroom achter deze aanvallen op trans personen is het idee dat trans personen, vooral trans vrouwen, seksuele roofdieren zijn. Trans personen en de bredere LGBTQ+ gemeenschap zijn door TERF’s en extreemrechts afgeschilderd als kinderlokkers en pedofielen. “Bescherming van vrouwen en kinderen” is vaak het officiële motief dat gebruikt wordt voor deze politieke aanvallen, maar ze worden vaak uitgevoerd door conservatieve politici met een afschuwelijke staat van dienst op het gebied van vrouwenrechten.
Zelfs in landen waar transzorg niet verboden is, lopen veel genderklinieken vast door lange wachtlijsten en slechte zorgmodellen. Trans personen worden onevenredig hard getroffen door besparingen, jobs met een laag inkomen, dakloosheid en gendergerelateerd geweld. Zelfs buiten gerichte politieke aanvallen heeft het kapitalisme nooit in het voordeel van de trans gemeenschap gewerkt.
Wat zit er achter aanvallen op trans personen?
Hoewel steeds meer mensen zich identificeren als LGBTQ+, vooral in de jongere generaties, maken trans personen en gays in het algemeen nog steeds een zeer klein deel uit van de totale bevolking. Dit betekent dat de gerichte aanvallen van de rechtervleugel op trans personen gericht zijn op een kleine, reeds gemarginaliseerde minderheid.
Twaalf Amerikaanse staten hebben bijvoorbeeld genderbevestigende zorg voor minderjarigen verboden, waaronder puberteitsremmers en hormoontherapie, door het af te schilderen als een golf van medische wanpraktijken die een hele generatie kinderen “misvormt”. In werkelijkheid vergt het krijgen van genderbevestigende zorg vaak jaren van goedkeuringsprocessen van artsen en therapeuten, en een recent onderzoek toonde aan dat slechts ongeveer 4500 mensen onder de 17 jaar hormoontherapie krijgen in de Verenigde Staten.
Waarom is de woede gericht op zo weinig mensen? Het is vooral verwarrend omdat deze aanvallen op trans personen niet echt populair zijn onder mensen uit de arbeidersklasse. Volgens Pew Research is 64% van de Amerikanen het ermee eens dat trans personen beschermd moeten worden tegen discriminatie. Aanvallen op trans personen hebben ook niet geleid tot significante electorale winst voor de Republikeinse Partij – een Republikeinse kandidaat verloor in april zelfs een verkiezing voor het Hooggerechtshof in Wisconsin nadat hij 45 miljoen dollar had uitgegeven aan advertenties die zijn tegenstander er voornamelijk van beschuldigden samen te werken met schoolfunctionarissen om kinderen transgender te maken.
Hoewel je met aanvallen op trans personen geen verkiezingen wint, profiteert rechts er wel op een andere manier van. We leven in een politiek landschap dat wordt gedomineerd door enorme stijgingen van de kosten van levensonderhoud, oorlog, ziekte en rampen als gevolg van de klimaatverandering. De sociale gevolgen van het decennialang schrappen van huisvesting, gezondheidszorg en openbare diensten komen voor miljoenen mensen hard aan. Er is een alomtegenwoordig gevoel dat de samenleving op de een of andere manier “ontspoord” is en dat uit zich in een zekere druk op instellingen en politici om er iets aan te doen.
Er zijn echte oplossingen voor deze problemen, maar die vereisen een massale overdracht van rijkdom van de rijksten in de samenleving naar de arbeidersklasse, investeringen in de basisbehoeften van de samenleving en uiteindelijk de omverwerping van het kapitalisme om over te stappen op een socialistische wereld. In plaats daarvan vertrouwt rechts, zoals het al ontelbare jaren doet, op het aanwijzen van zondebokken om zijn achterban uit te leggen waarom het leven plotseling vaag, amorf “slechter” aanvoelt. Angst zaaien over ‘genderideologie’ zorgt ervoor dat rechts geen antwoord heeft op de echte problemen van de samenleving.
Rechts heeft op dit moment een politiek momentum, maar heeft dat niet op basis van haar eigen programma en voorstellen bereikt. Niet alleen steunen mensen uit de arbeidersklasse in grote meerderheid het recht van trans personen om te leven zoals zij dat willen, er staan ook grote meerderheden achter linkse oplossingen voor de problemen die onze wereld teisteren, zoals het belasten van de rijken om huisvesting, gezondheidszorg en sociale voorzieningen te financieren.
In de Verenigde Staten blijft een Green New Deal populair, gesteund door een meerderheid van de kiezers in het algemeen en zelfs een derde van de Republikeinen. Maar de kapitalistische partijen die beweren op te komen voor progressieve oplossingen hebben deze consequent laten varen toen ze aan de macht waren en hebben bewegingen die deze oplossingen nastreefden misleid en doen ontsporen. Zonder echte strijdinstrumenten van links – zoals massale arbeiderspartijen – om deze enorme steun te mobiliseren, blijft er niemand over om dat vacuüm op te vullen, behalve rechts.
Ondanks de penibele situatie is dit reden voor vastberadenheid. De politieke basis om de aanvallen op trans personen te verslaan bestaat; de vraag is hoe we dat gaan doen.
Bewustwording in de VS
Aanvallen op de wettelijke rechten van trans personen duwen nieuwe lagen van mensen in een positie waarin ze activisten moeten zijn – in het bijzonder trans middelbare scholieren en hun ouders. Het startpunt voor deze nieuwe activisten is vaak om zich aan te sluiten bij lokale LGBTQ+ NGO’s, zoals deze verbonden aan de Human Rights Campaign, die (vooral in delen van het zuiden van de Verenigde Staten) vaak de enige speler op het terrein is inzake mobilisatie tegen aanvallen op LGBTQ+rechten
Helaas worden deze ontluikende activisten vaak meteen meegesleurd in een ineffectieve strategie die neerkomt op lobbyen bij individuele vertegenwoordigers, hetzij door middel van één-op-één gesprekken of door deel te nemen aan openbare commentaarsessies tegen discriminerende wetsvoorstellen, in de hoop dat één of meerdere politici zullen “luisteren” en “het juiste zullen doen”. In werkelijkheid is dit bijna nooit effectief en als het op individuele basis gebeurt, kunnen vertegenwoordigers gewoon liegen (en dat doen ze ook) – zoals twee activisten van een middelbare school in Kentucky eerder dit jaar ondervonden.
Dit betekent niet dat het confronteren van vertegenwoordigers een nutteloze tactiek is. Als je er goed gebruik van maakt, kan het enorm krachtig zijn, maar het moet wel gedaan worden in de wetenschap dat vertegenwoordigers die anti-trans wetgeving steunen bijna nooit “overtuigd” worden door morele argumenten of door de feitelijke weerlegging van hun verkeerde redenering. De rechtervleugel creëert geen transpaniek uit echte angst, maar omdat ze die op cynische wijze in hun politieke voordeel kunnen gebruiken. Om rechtse politici ervan te weerhouden discriminerende wetgeving in te voeren en trans personen tot zondebok te maken, moeten ze snel op de politieke gevolgen gewezen worden.
Dit betekent niet alleen mensen massaal naar hun kantoren mobiliseren voor protestacties, maar vooral om dit te doen met de intentie om de normale gang van zaken te doorbreken, door grootschalige protestacties en walkouts als onderdeel van de onmiddellijke reactie op deze wetsvoorstellen, niet als laatste redmiddel nadat lobbyen mislukt is.
We moeten lessen trekken uit de overwinningen uit het verleden. In de jaren ’80 vocht ACT UP, een beweging van overwegend queer mensen uit de arbeidersklasse, voor toegang tot behandeling voor mensen met hiv/aids. Ze deden dit deels door een strategie te ontwikkelen die ze ‘binnen/buiten’ noemden. In deze strategie gingen sommige ACT UP-ers “naar binnen” en woonden vergaderingen van de Food and Drug Administration (FDA) en andere overheidsinstanties bij om discussies over medicatie en behandeling te eisen. Maar ze wisten dat het onwaarschijnlijk was dat ze zouden worden gehoord – wanneer ze werden buitengesloten, gingen ze terug naar “buiten”, waar een grotere ACT UP groep stond te wachten om een grote, luide demonstratie op te zetten. Met deze strategie om publiekelijk strijdlustig en verstorend te zijn, veranderde ACT UP de levens van duizenden mensen met HIV/AIDS.
Zolang het tot zondebok maken van trans personen een nuttige politieke strategie is voor de rechtervleugel, zal deze strategie worden voortgezet. We moeten een beweging opbouwen die in staat is om het aanvallen van trans personen veel moeilijker te maken dan het waard is.
Hoe terugvechten?
Met een aanzienlijke toename van rechts transfoob geweld zoeken sommige trans personen een oplossing in de vorm van gewapende zelfverdediging. In een wanhoopskreet zien velen een snelle oplossing in een individuele strijd tegen extreemrechts. Maar transbevrijding moet worden bevochten in solidariteit met alle onderdrukte minderheden en de bredere multigender, multiraciale arbeidersklasse.
In Ierland zien we niet alleen dat extreemrechts zich richt tegen de transgemeenschap, maar ook tegen bibliotheekpersoneel dat LGBTQ+-positieve boeken tentoonstelt. Bij twee verschillende gelegenheden hebben extreemrechtse transfoben bibliotheekmedewerkers lastiggevallen en gefilmd in Cork en Dublin. Eén man nam een exemplaar van ‘This Book Is Gay’ mee en vernietigde het.
Hoewel er een poging was om te protesteren tegen extreemrechts in een bibliotheek in Dublin, samen met georganiseerde tegendemonstraties tegen conservatieven die ‘Drag Time Story Hours’ verstoorden in de VS en het VK, is het essentieel dat transactivisme niet verzandt in alleen maar reageren op rechtse protesten. De steun voor trans personen is er; de transgemeenschap en bondgenoten overtroffen de bekende TERF en fascistische sympathisant Posie Parker tijdens haar tournee in Nieuw-Zeeland en Australië. Hoewel we protesten kunnen organiseren tegen extreemrechts dat queer-evenementen verstoort, is het ook onze plicht om die steun en solidariteit te mobiliseren voor een breder programma voor transrechten en -bevrijding.
De strijd voor transbevrijding zal niet door NGO’s of door individuen worden gewonnen, maar door ons samen met de arbeidersklasse te organiseren. Leraren en gezondheidswerkers liggen samen met de transgemeenschap onder vuur door de groeiende transfobie onder het kapitalisme. Vakbonden zouden in de voetsporen moeten treden van de Irish National Teachers’ Organisation, de grootste Ierse lerarenvakbond, die op hun recente congres een motie aannamen waarin ze het standpunt van de Catholic Primary Schools Management Association tegen het onderwijzen van transidentiteiten op scholen veroordeelden. Vakbonden moeten trans personen krachtig steunen en hun leden actief mobiliseren om solidair te zijn met de gemeenschap.
De tijd voor een georganiseerde beweging voor transbevrijding is nu!
-
Dossier. Marxisme en de strijd tegen onderdrukking
“Een steunpilaar” – Strijd tegen onderdrukking en het revolutionaire proces
Door Laura Fitzgerald (Socialist Party, ISA in Ierland)
“We moeten de strijd van het politiek onderdrukte en onvrije vrouwelijke geslacht in de brede richting van de proletarische bevrijding leiden, net zoals we dat doen met de strijd van onderdrukte volkeren en nationaliteiten. De eis dat vrouwen volledige politieke gelijkheid krijgen voor de wet en in het dagelijks leven, zal een uitgangspunt en een steunpilaar worden voor de proletarische strijd om de politieke macht… Deze eis [voor de gelijkheid van vrouwen] betekent veel meer dan het wegvegen van ontvangen vooroordelen, gewoonten en praktijken; veel meer dan het wegvegen van mannelijke privileges. Het wordt een strijd tegen de heerschappij van de burgerlijke klasse en de burgerlijke klassenstaat, en versmelt met de verdere drang van het proletariaat om de staatsmacht te veroveren.” (1)
Dit is een citaat van de baanbrekende socialistische feministe Clara Zetkin, een kopstuk van de marxistische beweging die aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw een belangrijke rol speelde in Duitsland en daarbuiten. De taal uit 1921 is misschien archaïsch, maar de kern van de boodschap is zo actueel en urgent als maar kan. Laten we het eens ontleden in meer hedendaagse termen.
Zetkin pleit ervoor dat socialisten ernaar streven de feministische strijd te leiden die zij van strategisch belang acht. Door de feministische eisen naadloos in de arbeidersbeweging te plaatsen, ziet Zetkin ze uitmonden in “een strijd tegen de burgerlijke klassenheerschappij” – een socialistische strijd tegen de klassenmaatschappij, het kapitalisme en de kapitalistische heersende klasse. Bovendien voegt dit proces waarde en impuls toe aan het revolutionaire proces van de arbeidersklasse zelf. Deze benadering zal een “steunpilaar” blijken te zijn voor de beweging van de arbeidersklasse. Zetkin neemt geen blad voor de mond.
Vaak wordt ten onrechte beweerd dat het marxisme geen rekening houdt met verschillende vormen van onderdrukking; dat het van nature ‘klassenreductionistisch’ is – waarbij klassenuitbuiting de voorkeur krijgt boven andere vormen van onderdrukking zoals racisme, seksisme en LGBTQIA-fobie, waarvan het de verwoestingen minimaliseert of zelfs negeert. Ongeacht de enorme fouten van vele linkse stromingen rond deze kwestie, is dit een misvatting. We schreven zelf een analyse over de tekortkomingen in onze eigen traditie met betrekking tot de strijd tegen genderonderdrukking, een analyse gericht op het rechtzetten van die tekortkomingen.(2) Hoewel de meest flagrante en consistent slechte benaderingen van onderdrukking te vinden zijn in het linkse reformisme, conservatieve vakbondsbureaucratieën en de stalinistische traditie – is het niet alsof er niet nog steeds zelfbenoemde trotskistische groepen zijn die vooral schreeuwen over ‘identiteitspolitiek’ op een manier die klinkt als rechtse propaganda om het marxisme een slechte naam te geven.(3) In deze vulgaire, valse versie van het marxisme is ‘identiteitspolitiek’ het belangrijkste middel tot verdeeldheid dat door de heersende klasse wordt gebruikt, in plaats van seksisme, racisme, transfobie enzovoort.
Marxisme is een filosofie die optimistisch en humanistisch pleit voor een verenigde, wereldwijde strijd van de arbeidersklasse tegen het kapitalisme – een zelf-emancipatoire visie en perspectief voor de uitgebuitenen en onderdrukten zelf om in opstand te komen tegen de kapitalistische klassenheerschappij. Het pleit voor de urgentie en noodzaak om een vastberaden strijd op te bouwen die niet alleen de rijkdom, grondstoffen en industrie van de samenleving uit particuliere handen kan nemen, maar ook in opstand komt tegen de kapitalistische staat die de status quo beschermt. Via deze democratische beweging van de massa’s van onderaf moet actief een alternatief voor de staat worden opgebouwd. Een dergelijk revolutionair perspectief voor een breuk met het kapitalisme – waarin de unieke kracht van een verenigde arbeidersbeweging doordrenkt van socialistische politiek centraal staat – is de kern van het marxisme.
Dit revolutionaire proces en deze verenigde socialistische arbeidersbeweging zijn diepgaand en onlosmakelijk verbonden met de strijd tegen onderdrukking. Het revolutionaire proces dat zich ontvouwt zonder dit laatste is ondenkbaar. De radicalisering, de sociale gisting, het toevoegen van waarde en een impuls aan de beweging van de arbeidersklasse – à la Zetkin hierboven – die voortkomen uit de strijd tegen onderdrukking zijn een essentieel onderdeel van het revolutionaire proces. Onderdrukking is een instrument van de kapitalistische heerschappij. Daarom moet het aangevochten worden als onderdeel van elke beweging die werkelijk tegen het kapitalisme vecht. Bovendien kan de strijd van de arbeidersklasse niet alleen op de werkplek worden uitgevochten als ze de kapitalistische klasse en het kapitalistische systeem met succes wil uitdagen en verslaan – en om de macht als geheel te kunnen uitdagen moet ze alle facetten van het sociale leven in zich opnemen.
Een marxistische benadering van de strijd tegen onderdrukking betekent nooit dat je minder feministisch of minder antiracistisch moet zijn uit respect voor klassenonderdrukking en uitbuiting. Het gaat erom de strijd tegen onderdrukking op alle manieren te versterken en tegelijkertijd te verankeren in een perspectief dat echte, volledige en blijvende vrijheid kan winnen. Dit artikel zal proberen, 1) om enkele kenmerken van een marxistische benadering van de strijd tegen onderdrukking samen te vatten; 2) om in het kort de problemen met een liberale anti-onderdrukkingsstrategie te belichten; en 3) om het idee te weerleggen dat marxisme klassenreductionistisch is, waardoor anti-onderdrukkingseisen en -strijd worden gedegradeerd.
Kenmerken van een marxistische benadering van de strijd tegen onderdrukking
We zullen proberen een marxistische benadering van het bestrijden van onderdrukking terug te brengen tot de volgende kernpunten: a) een analyse van waar onderdrukking vandaan komt; b) erkenning van de onderlinge verbondenheid van onderdrukking en uitbuiting; c) zelfemancipatie; en d) altijd bewust, altijd strijdbaar.
A. Het hebben van een analyse van de wortels van onderdrukking en een gerichte focus op strijd ertegen
Kort gezegd is onderdrukking in al haar vormen geworteld in en gereproduceerd door het kapitalisme: een van nature patriarchaal, genderbinaire bevorderend, racistisch, ecologisch destructief en onderdrukkend systeem. Onderdrukking op basis van gender en seksualiteit vindt zijn oorsprong in het begin van de eerste klassenmaatschappijen. Racisme heeft een veel kortere levensduur in de geschiedenis en is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van het kapitalisme en het imperialisme. Terwijl het kapitalisme zich aanvankelijk in Europa ontwikkelde, lag eindeloze expansie op zoek naar nieuwe markten, grondstoffen en arbeidskrachten in de aard van het systeem. Dit betekende de kolonisatie van Afrika en Azië, de etnische zuivering van de inheemse volkeren van Amerika en de gruwelen van de Atlantische slavenhandel. Dergelijke gruwelen werden begaan in het belang van de winst, maar maakten ook een categorisering en stratificatie van mensen noodzakelijk op basis van de nieuwe criteria van ras (een concept dat geen biologische basis heeft).
Racisme is vandaag nog steeds een krachtig ideologisch middel om werkende mensen te verdelen en te overheersen en om de voortdurende uitbuiting van het globale zuiden te rechtvaardigen. Migranten en mensen van kleur in Europa en Noord-Amerika worden onderworpen aan systematische onderdrukking door de staat en zijn geconcentreerd in de meest uitbuitende sectoren van de economie, allemaal in het voordeel van het systeem. Deze en andere vormen van onderdrukking zijn door het kapitalisme op een ingewikkelde manier verdiept en gereproduceerd.
Een marxistische benadering van het bestrijden van onderdrukking moet altijd gericht blijven op de wortels van onderdrukking in het kapitalisme, een systeem dat gebaseerd is op de systematische uitbuiting van arbeiders en armen – de overgrote meerderheid van de samenleving – en het milieu, in het streven naar winst voor een kleine elite. Op deze manier betekent het een kristalheldere kijk hebben op het soort socialistische strijd en verandering dat nodig is om een einde te maken aan onderdrukking; het betekent dit begrip bewust in elke handeling integreren; het betekent begrijpen wie onze vijanden zijn – de kapitalistische klasse en haar systeem, inclusief de staten die haar heerschappij in stand houden, en wie onze potentiële bondgenoten zijn – de uitgebuitenen en onderdrukten van de wereld die een gemeenschappelijk belang hebben in het omverwerpen van het systeem dat onderdrukking voortbrengt. Bij het opbouwen van onze strijd tegen onderdrukking kunnen we ‘apart marcheren, maar samen toeslaan’ – we proberen een zo breed mogelijke beweging op te bouwen tegen alle vormen van onrecht en onderdrukking, maar met een duidelijke opdracht om samen te werken en steun te winnen voor een aanpak en programma die geworteld zijn in antikapitalisme, socialisme en de eenheid van de arbeidersklasse in de strijd om hetzelfde te bereiken.
B. Erkenning van de onderlinge verbondenheid van onderdrukking en uitbuiting
Zoals Marx’ uitgebreide analyse van het kapitalisme blootlegde, is uitbuiting van arbeiders de centrale bouwsteen van het kapitalisme. Winst is de onbetaalde arbeid van de arbeidersklasse. De kapitalist betaalt de arbeider net genoeg om zijn arbeidskracht te reproduceren. De arbeidskracht van de arbeider produceert echter meer waarde dan het ‘kost’ – er is een meerwaarde die de kapitalist opeist. Op deze manier is de bron van kapitalistische winst het vermogen om arbeiders minder dan de volledige waarde van hun arbeid te vergoeden, dat wil zeggen hen uit te buiten. Deze uitbuiting is een aangeboren tegenstrijdigheid van het kapitalisme en ligt ten grondslag aan de onrechtvaardigheid en ongelijkheid die de kern van het systeem vormen. Maar het betekent ook dat arbeiders van nature over een potentieel aan macht beschikken. Een georganiseerde arbeidersbeweging heeft een bijzondere kracht om het hart van het systeem dat de klassenheerschappij in stand houdt, aan te vallen.
Achter en geïntegreerd in deze centrale tegenstrijdigheid van het kapitalisme is de gender- en patriarchale ongelijkheid van het kapitalisme. Het systeem vereist genderbinaire genderrollen, onder andere vanwege de onbetaalde en onderbetaalde reproductieve werk dat de arbeidskrachten voor het kapitalisme voortbrengt, voornamelijk uitgevoerd door vrouwen uit de arbeidersklasse. Dit werk vindt vaak plaats binnen de grenzen van de patriarchale gezinsstructuur van het kapitalisme, en ook binnen de betaalde beroepsbevolking – met name in de gezondheidszorg en het onderwijs, sectoren die gedomineerd worden door vrouwen. Oxfam heeft de waarde van het onbetaalde werk van vrouwen en meisjes wereldwijd geschat op 10,8 biljoen dollar per jaar, meer dan twee keer de omvang van de wereldwijde techindustrie.
Zonder de reproductie van de beroepsbevolking kan er geen winst worden gemaakt. Op deze manier zweeft genderonderdrukking en het opleggen van een genderbinaire norm niet zomaar vaag rond het systeem, het is er onlosmakelijk mee verbonden – in dit geval door de werking van de onderling verbonden sferen van productie en reproductie.
Op dezelfde manier is de onttrekking aan en uitbuiting van de natuur die constant is onder het kapitalisme – met zijn roofzuchtige behoefte aan winsttoename ongeacht de kosten – een actuele en actieve voortbrenger van een soort neokolonialisme op mondiaal niveau. De vluchtelingencrisis als gevolg van de klimaatverandering is een andere actieve aanjager van de racistische ongelijkheden van het kapitalisme. Het aantal klimaatvluchtelingen kan oplopen tot 1,2 miljard in 2050 als de huidige trends aanhouden.
Onderdrukking – een systemische onderwerping – is natuurlijk verbonden met uitbuiting. Verpleegkundigen en verzorgenden worden onderbetaald en ondergewaardeerd op een genderspecifieke manier – in dit geval vanwege de algehele lage waarde die wordt gehecht aan wat wordt gezien als ‘vrouwelijk’ zorgwerk onder het patriarchale kapitalisme. Ze worden ook uitgebuit als arbeiders, dit bleek in het bijzonder tijdens de pandemie. Ook migranten worden regelmatig intensiever uitgebuit.
Deze voorbeelden zijn slechts een glimp van de talloze verstrengelingen van onderdrukking en uitbuiting. Bovendien zorgt het radicaliserende effect van onderdrukking op degenen die ermee te maken hebben, samen met de klassentegenstelling waarmee de meerderheid van de mensen met een onderdrukte identiteit ook te maken heeft, voor een versterkte radicalisering die deze delen van de arbeidersklasse en de armen naar de voorgrond van de strijd en politisering kan stuwen. Zij kunnen tot de eersten behoren die verdergaande, radicale en revolutionaire conclusies trekken.
C. Zelf-emancipatie
“De waarheid, die zelfs door degenen die de vrouw goed willen doen niet volledig wordt erkend, is dat zij zich, net als de arbeidersklasse, in een onderdrukte toestand bevindt; dat haar positie, net als die van hen, er een is van genadeloze degradatie. Vrouwen zijn de schepselen van een georganiseerde tirannie van mannen, zoals de arbeiders de schepselen zijn van een georganiseerde tirannie van nietsnutten. Zelfs als we dit begrijpen, moeten we blijven hameren op het onbegrip dat er voor vrouwen, net als voor de arbeidersklasse, geen enkele oplossing is voor de moeilijkheden en problemen die zich voordoen in de huidige staat van de samenleving. Alles wat gedaan wordt, aangekondigd met welk trompetgeschal dan ook, is lapmiddel, geen remedie. Zowel de onderdrukte klassen, vrouwen als de directe producenten, moeten begrijpen dat hun emancipatie van henzelf zal komen.” (Eleanor Marx en Edward Aveling) (4)
Eleanor Marx was de dochter van Karl en een baanbrekend revolutionair socialiste die met elke vezel van haar wezen vocht voor de politiek van haar vader en probeerde feministische eisen en strijd te verweven in de vroege arbeiders- en socialistische beweging. Eleanor Marx was zelf een geliefde en legendarische leider van de arbeidersklasse – een organisator van havenarbeiders, gaswerkers, ingenieurs en mijnwerkers – die in 1890 de allereerste 1 mei-betoging in Londen toesprak. Eleanor Marx’ radicalisering en politieke denken werden gevormd toen ze als kind en adolescent de koloniale onderdrukking van het Ierse volk door de Britse heersende klasse volgde, erover schreef en campagne voerde. Ze schrijft hierover al in 1886 samen met haar levenspartner Edward Aveling (later meer over hem) en erkent niet alleen de patriarchale aard van de kapitalistische productiewijze, ze pleit ook expliciet voor zelfemancipatie voor vrouwen zelf – en hetzelfde geldt voor elk volk dat te maken heeft met een bepaald soort systemische onderwerping.
Degenen die zelf lijden onder een bepaalde vorm van onderdrukking hebben een centrale rol te spelen in de strijd tegen deze onderdrukking. Ze begrijpen beter dan wie ook wat het betekent om eraan onderworpen te zijn. Bovendien is actief worden in een collectieve strijd een radicaliserende en politiserende ervaring: vaak transformeert het bewustzijn over de systematische aard van onderdrukking; illusies in het systeem worden weggenomen; en de noodzaak van vastberaden strijd en solidariteit om verandering te bewerkstelligen wordt op een levende manier geïllustreerd. Dit kan deze mensen naar een leidende rol in de arbeidersbeweging als geheel stuwen – zoals de vrouwen en queer mensen in de frontlinie tegen de Iraanse dictatuur in de sociale revolte onder de slogan ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’ die in september 2022 uitbrak.
Onderdrukte mensen die actief worden om hun eigen onderdrukking in de strijd te werpen, is van nature positief voor de hele arbeidersklasse, ook voor degenen die deze vorm van onderdrukking niet rechtstreeks ervaren. Misogynie, racisme, LGBTQ-fobie enz. zijn op zichzelf weerzinwekkend en hebben schadelijke, soms dodelijke gevolgen voor degenen die erdoor worden getroffen. Ze zijn niet alleen ingebed in en worden op talloze manieren gereproduceerd door het kapitalistisch systeem, maar ze zijn ook essentiële instrumenten van de kapitalistische heersende klasse die verdeeldheid onder de uitgebuitenen en onderdrukten nodig heeft om haar heerschappij te handhaven.
Collectieve bewegingen tegen onderdrukking winnen niet alleen meer rechten, maar bestrijden ook verdeeldheid, vooroordelen en achtergebleven ideeën onder de arbeidersklasse die de solidariteit schaden. De Black Lives Matter-explosie van multiraciale massaprotesten in de hele wereld na de moord op George Floyd in de VS op 25 mei 2020 geeft daar een voorbeeld van. Het was de eerste keer dat wijdverspreide antiracistische protesten in Ierland werden geleid door zwarte mensen, vooral zwarte jongeren. De diepte van het racisme en de wrede tol die het eist, werd benadrukt door degenen die hun stem lieten horen. De realiteit van ‘zwart en Iers’ zijn en de illustratie van de diepe pijn en vervreemding die gevoeld worden door degenen die elke dag de vraag krijgen: ‘Waar kom je vandaan? Nee, waar kom je echt vandaan?’, als gevolg van wijdverspreide racistische vooroordelen, werd in de publieke discussie gebracht op een manier die nooit had kunnen plaatsvinden als het niet geleid werd door diegenen die deze onderdrukking ervaren. Het had een diepgaande impact en heeft absoluut het bewustzijn van veel mensen uit de arbeidersklasse en jongeren met een witte achtergrond verhoogd. In de VS zorgde de BLM-revolte van juni 2020 aantoonbaar voor een sprong voorwaarts in de houding van het publiek – in de twee weken van protesten sinds de bekendmaking van de moord op George Floyd steeg de steun voor de beweging met 17% in het hele land. (5)
Tijdens de feministische pro-choice protesten van 2016 in Polen, toonden opiniepeilingen een toegenomen steun voor abortus. Ondanks nieuwe verwoestende aanvallen door rechts in de daaropvolgende jaren, bleef de steun voor het recht op abortus toenemen. (6) Een onderdrukte groep die opstaat als actoren in de strijd, die hun rechten opeisen en vaak met hand en tand vechten tegen dezelfde kapitalistische regeringen die de levensstandaard en rechten van de arbeidersklasse in het algemeen aanvallen, heeft natuurlijk een diepgaand effect op alle uitgebuitenen en onderdrukten, ook op degenen die die onderdrukking niet rechtstreeks ervaren.
Een onderdrukte groep die actief deelneemt aan de strijd kan soms meer rechten krijgen, zelfs als dit niet veel bredere solidariteit oproept. Meestal zal het actief naar voren treden in de strijd van één onderdrukte groep solidariteit oproepen uit andere lagen – dit is op heel veel manieren gebleken in de feministische en LGBTQ-golven van de jaren 2010, van de bewegingen in Ierland die via referenda huwelijksgelijkheid en abortus wonnen, tot de groene golf voor het recht op abortus in Argentinië die actieve steun opriep van de arbeidersklasse van alle geslachten, tot de beweging tegen vrouwenmoorden waarbij arbeiders in een overwegend mannelijke autofabriek in 2021 naar buiten traden tegen vrouwenmoorden in de Spaanse staat.(7) Zulke solidariteit verdiept en versterkt de strijd.
Om onderdrukking bij de wortels aan te pakken is deze solidariteit niet alleen nuttig, maar ook essentieel. “Zowel … vrouwen als de directe producenten, moeten begrijpen dat hun emancipatie van henzelf zal komen,” zei Eleanor Marx. De arbeidersklasse, verenigd, politiek bewust en georganiseerd op socialistische basis, heeft een bijzondere kracht om het privébezit van rijkdom in het hart van het kapitalisme aan te pakken – het kanaliseren van deze kracht en het verweven ervan met elke afzonderlijke opstand op de vele breuklijnen van het systeem is de enige manier waarop een serieuze, laat staan succesvolle, uitdaging aan het systeem dat onderdrukking in stand houdt, kan worden opgezet.
D. Altijd bewust, altijd strijdbaar
Binnen een serieuze strijdbare marxistische benadering is geen plaats voor determinisme of fatalisme. De hele essentie ervan draait erom dat de uitgebuitenen en onderdrukten hun lot in eigen handen nemen in een bewuste strijd. Deze bewuste strijd houdt in dat degenen die als marxisten georganiseerd zijn, altijd op zoek zijn naar manieren voor elke onderdrukte of uitgebuite laag om de strijd voort te zetten; om deze strijd waar mogelijk te helpen om overwinningen te behalen; om de actieve solidariteit van andere uitgebuite en onderdrukte lagen met deze strijd te verdiepen, om het bereik ervan te vergroten en tegelijkertijd het klassenbewustzijn te verhogen; en om altijd te proberen de uitbarsting van een frisse dynamiek die elke collectieve strijd creëert voor degenen die er actief in zijn, te laten samengaan met een toename van degenen die bewust zijn en georganiseerd zijn als onderdeel van de revolutionaire socialistische beweging.
De bandering van “altijd bewust, altijd strijdvaardig” heeft niet alleen betrekking op de kwestie van het naar voren treden in de strijd waar mogelijk; het heeft ook betrekking op een bewuste strijd binnen de brede arbeidersbeweging, en zelfs binnen onze eigen linkse organisaties, om het bewustzijn te verhogen en elk restje vooroordeel aan te vechten, dat giftig is voor solidariteit. In feite is dit iets waar we extra aandacht aan moeten besteden op dit historische moment – nu de feministische en LGBTQIA-golf die vanaf de jaren 2010 tot in de jaren 2020 een hoge vlucht heeft genomen, wordt geconfronteerd met zo’n rechts verzet. De aanvallen op MeToo; het venijnige anti-trans offensief – ze moeten allemaal krachtig worden beantwoord, ook binnen de vakbeweging en alle linkse bewegingen.
Deze strijd binnen de arbeidersbeweging was iets waarover Lenin sprak in gesprek met Clara Zetkin in 1920: ““Krab een communist af en je vindt een filister.” En er moet natuurlijk worden afgekrabd op de gevoelige plek — in zijn psyche ten opzichte van de vrouw. (…) Wij moeten de oude slavenhoudersopstelling tot aan de kleinste wortels uitrukken. Zowel in de partij als onder de massa’s. En dat slaat evenzeer op onze politieke taken als op de dringend noodzakelijke vorming van een staf uit kameraden — mannen en vrouwen — die een fundamentele theoretische en praktische scholing hebben gehad om het partijwerk onder de werkende vrouwen te verrichten en vooruit te brengen.” (8)
Al in 1902 maakte Lenin in ‘Wat te doen?’ duidelijk wat klassenbewustzijn, te onderscheiden van ‘vakbondsbewustzijn’, werkelijk betekent. Bij het verhogen van het klassenbewustzijn pleit Lenin ervoor dat socialistische arbeidersactivisten ‘tribunen van het volk’ zijn die zich uitspreken tegen al het onrecht dat het systeem hun aandoet – ongeacht welke klasse wordt getroffen – in een poging om werkelijk tegen het systeem te ageren en klassenbewustzijn en -macht op te bouwen. (9)
Het socialistische project is niet beperkt. Hieruit volgt dat een enge opvatting van wat bewustzijn en strijd van de arbeidersklasse inhoudt – bijvoorbeeld een opvatting die dit beperkt tot uitsluitend of hoofdzakelijk kwesties van lonen en omstandigheden op het niveau van de werkplek, of een versie van een economistische benadering – nooit toereikend zal zijn. Een sociale revolutie is de ultieme daad van menselijke creativiteit, gesmeed in strijd op een intens moment in de tijd, vol belofte, potentieel en hoop. Hoe kan een marxistische organisatie die haar waarde bewijst zich dan onttrekken aan kwesties van onderdrukking, onder andere door niet te proberen delen van de arbeidersklasse te ontdoen van de vooroordelen en onderdrukkende praktijken die ze hebben opgenomen via de heersende kapitalistische cultuur waardoor ze geconditioneerd zijn, als die organisatie zich werkelijk baseert op het soort revolutionaire breuk met het systeem dat objectief gezien nodig is vanuit het oogpunt van de mensheid en de planeet?
Elke slappe aanpak van onderdrukking zou flagrant onverenigbaar zijn met het soort verandering dat nodig is, met het soort verandering dat de kern vormt van het marxisme, en zou in feite een gebrek aan perspectief voor hetzelfde verraden. Op dezelfde manier zal een versnipperd aanbod of zigzaggen in iemands toewijding aan de strijd tegen onderdrukking niet volstaan. Dit is geen abstracte kwestie. Kijk naar de ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’-revolte in Iran: een revolutionaire beweging die op gang kwam na een daad van patriarchaal staatsgeweld in september 2022, die in alle opzichten doordrongen is van de vraag naar de vrijheid van vrouwen en LGBTQIA+ personen, en die de hele arbeidersklasse en het politieke en sociale leven in haar greep had. Het is een levend en actueel voorbeeld van het belang van kwesties van onderdrukking bij het winnen van steun voor een programma voor socialistische verandering.
De benadering van “altijd bewust, altijd strijdbaar” was duidelijk in de praktijk van vrouwelijke marxisten in de beweging in het verleden, die deze strijd op alle mogelijke manieren belichaamden, inclusief het opzetten van internationale structuren en conferenties om een feminisme van de arbeidersklasse te organiseren en door te drukken als een vitaal onderdeel van de arbeidersbeweging in bredere zin. De Eerste Internationale Conferentie van Socialistische Vrouwen vond al plaats in 1907, samen met een conferentie van de Socialistische Internationale, waarbij een internationale beweging van socialistische vrouwen werd opgericht. De conferentie van 1910 resulteerde in het voorstel om de Internationale Vrouwendag, nu 8 maart, in te stellen. Deze activiteiten voor marxistische vrouwen werden door veel van hun conservatieve mannelijke kameraden vaak met passiviteit, onverschilligheid en soms vijandigheid begroet. In een resolutie die op de Vrouwenconferentie van 1907 werd aangenomen, werd dit expliciet aan de orde gesteld: “Wat de belangen en rechten van vrouwen betreft, werden de besluiten van de Internationale over het algemeen alleen uitgevoerd in de mate dat georganiseerde socialistische vrouwen in staat waren om de arbeidersorganisaties in elk land daartoe te dwingen.” (10)
Hier zien we hoe het zelfbevrijdende element van een marxistische benadering van de strijd tegen onderdrukking verweven is met het aspect “altijd bewust, altijd strijdbaar”. Het is vermeldenswaard dat veel van de marxistische vrouwen die deze strijd aangingen ook belangrijke pleitbezorgers waren voor het handhaven van een revolutionair, anti-imperialistisch standpunt, omdat het steeds meer reformistisch wordende traject van veel van de leidende figuren van de Tweede Internationale hen deed afglijden naar meedogenloos verraad, inclusief het verzuim om zich te verzetten tegen het imperialisme van de Eerste Wereldoorlog.
Problemen met een liberale benadering van de strijd tegen onderdrukking
Een liberaal feminisme of antiracisme wordt gedefinieerd door een benadering die werkt binnen de parameters van het kapitalistisch systeem. Elke benadering van de strijd tegen onderdrukking die uiteindelijk liberaal is, is niet in staat die onderdrukking te beëindigen en neigt er vaak toe zich aan te passen en compromissen te sluiten met de onderdrukkende status quo op een manier die de eisen en behoeften van onderdrukte groepen in de strijd ondermijnt. Het ziet het belang van de klassenscheiding van het kapitalisme niet in – noch vanuit het oogpunt van de veelzijdige belemmeringen voor mensen uit onderdrukte identiteiten die tot de arbeidersklasse behoren, noch vanuit het oogpunt van het erkennen van de kracht van een verenigde strijd van de arbeidersklasse om terug te slaan tegen de kapitalistische klasse en het kapitalistisch systeem. Een liberale toewijding aan persoonlijke vrijheid wordt vaak gedefinieerd door een individualistische kijk, zonder of tegen een visie op de wortels van onderdrukking in het kapitalisme en de klassenmaatschappij. Een liberale benadering heeft ook de neiging om collectieve ‘strijd van onderop’, de manier waarop onderdrukking het meest effectief wordt bestreden, uit de weg te gaan.
Clara Zetkin, wier woorden ons openingssalvo vormden, hekelde de feministen van de ‘burgerlijke vrouwenrechten’ – de vrouwen van de eliteklasse die op geen enkele manier braken met de mannen van hun klasse en het systeem van klassenheerschappij. Ze was vooral scherp wanneer hun eisen of aanpak botsten met de belangen van de arbeidersklasse en arme vrouwen, en de arbeidersklasse en armen van alle genders. In een voorbeeld van waar ze botste met de burgerlijke feministen, en overigens ook met de steeds conservatievere en reformistische SPD-leiding, weigerde Zetkin een petitie mede te ondertekenen die lankmoedig streefde naar meer democratische rechten voor vrouwen om zich te verenigen, op een manier die de eisen van de hele arbeiders- en socialistische beweging voor bredere verandering in dit opzicht negeerde. Ze vergeleek deze oproep met de denkwijze van burgerlijke feministen die eveneens geconditioneerd waren door hun elitaire bubbel en die een jaar eerder een petitie hadden opgemaakt waarin werd gepleit voor de criminalisering van sekswerkers. (11)
Het is overduidelijk dat er een klassenkloof bestaat binnen feministische, antiracistische en andere bewegingen tegen onderdrukking. De meest openlijk klassenvijandige benaderingen omvatten een openlijk kapitalistisch feminisme, of kapitalistisch antiracisme, anti-LGBTQ-fobie, enz. dat zich beperkt tot een (meestal erg beperkte) toegenomen diversiteit in de directiekamer van grote bedrijven die onderdrukking, uitbuiting en ecologische catastrofe in hun activiteiten in stand houden, of tot vertegenwoordiging in kapitalistische regeringen die de bestaansmiddelen van de arbeidersklasse aanvallen, of ‘feministische’ argumenten gebruiken om imperialisme te rechtvaardigen.
We kunnen in toenemende mate een burgerlijk transfoob ‘feminisme’ aan deze lijst toevoegen. Het ‘Terf-isme’ van JK Rowling e.a. – zelf een superrijke, waarschijnlijk miljardair – gaat steeds meer over het versterken van de achterhaalde gender-binaire norm, iets wat hard nodig is voor het kapitalistisch systeem. Transfobie is steeds meer aanwezig bij extreemrechtse krachten die de feministische en LGBTQ golf willen verpletteren, en migranten en mensen van kleur in hun vizier hebben. Al deze benaderingen lijken op pogingen om de taal of aspecten van kwesties die door bewegingen tegen onderdrukking aan de orde gesteld worden te coöpteren. Het gaat om een klassenbewuste poging van de belangen van de heersende klasse om bewegingen tegen onderdrukking te verzwakken.
Binnen de bewegingen tegen onderdrukking zelf zijn er echter, zij het met veel tegenstrijdigheden, onvermijdelijk veel liberale benaderingen van de strijd tegen onderdrukking, ook onder veel activisten en organisaties die ook positieve eigenschappen kunnen hebben, die zelfs van tijd tot tijd antikapitalistische uitspraken kunnen doen. Hieronder enkele voorbeelden.
Zo is er de opvatting dat degenen die de onderdrukking niet zelf ervaren, niet alleen profiteren van de onderdrukking, maar er ook belang bij hebben om deze in stand te houden. Hoewel het duidelijk waar is dat alleen degenen die een bepaalde vorm van onderdrukking ervaren, kunnen begrijpen hoe het voelt, is elke impliciete of expliciete opvatting die uitgaat van de relatieve voordelen die een deel van de arbeidersklasse zou kunnen hebben ten opzichte van een ander deel, en theoretiseert dat er een gevestigd belang is om die onderdrukking in stand te houden, verraderlijk. Natuurlijk zijn er voordelen, sommige materieel, andere met betrekking tot sociale status, zelfbeeld, die mannen, blanken, cis-mensen uit onderdrukking halen. Ze veranderen echter niets aan het overkoepelende belang voor mensen uit de arbeidersklasse van deze groepen om onderdrukking aan te vechten, omdat het hen bindt aan een systeem dat hen ook uitbuit. Bovendien is elke notie dat er binnen delen van de arbeidersklasse een gevestigd belang is bij het handhaven van de status-quo doorspekt met illusies over het kapitalisme – een systeem in verval dat steeds verder afglijdt naar een ecologische catastrofe, een systeem dat niet in staat om in de behoeften van de overgrote meerderheid van de mensheid te voorzien. De waarheid is dat het dringend in het belang is van de arbeidersklasse in de breedst mogelijke zin om zich te verenigen om dit systeem omver te werpen.
Bovendien is elk spoor van deze liberale benadering van identiteitspolitiek schadelijk voor de objectieve behoeften van elke toekomstige beweging tegen onderdrukking die de opbouw van een zo breed mogelijke solidariteit nodig heeft om haar te ondersteunen en te versterken. Soms kan een weerspiegeling van deze benadering het idee zijn dat alleen diegenen die direct getroffen worden door een bepaalde onderdrukking erover mogen praten. Natuurlijk moeten degenen die de verwoestingen van onderdrukking ervaren de centrale stemmen zijn in elke beweging voor hun problemen, maar in feite moeten we dringend de solidariteit verdiepen. Dat kan door aan degenen binnen de arbeidersbeweging die cis zijn te vragen om luidkeels hun steun te betuigen aan hun trans broers en zussen, of aan cis-mannen om zich uit te spreken tegen giftige mannelijkheid. Ja, we hebben dit absoluut nodig en het zou aangemoedigd moeten worden in onze strijd. Een van de gevolgen van de liberale benadering van identiteitspolitiek kan zijn dat mannen uit de arbeidersklasse zich eigenlijk niet bezig hoeven te houden met de onderdrukking van vrouwen enzovoort.
Verbonden met het bovenstaande is er soms een pessimisme over het potentieel voor klassensolidariteit dat zich uit in een beperkte reikwijdte van de nagestreefde verandering. Soms zal die beperkte verandering zich richten op een prijzenswaardig streven om achtergebleven en onderdrukkende houdingen te veranderen, maar dit streven is gedoemd te mislukken als het niet doordrenkt is met een dynamische poging om actieve strijd en bewegingen op te bouwen die bewust en primair gericht zijn op het systeem, en als het niet samengaat met een breder programma en perspectief om het privébezit van de rijkdom te betwisten – de structurele wortels van onderdrukking en uitbuiting. Op andere momenten kan deze benadering verschillende strijden van onderdrukte identiteiten van elkaar afschermen, om vervolgens vaak terug te plooien in een zeer liberale en op vertegenwoordiging gebaseerde politiek.
Sommigen zien de arbeidersklasse als een identiteit, één van de vele andere onder het kapitalisme. Zelfs degenen die zich identificeren als arbeidersklasse kunnen dat met trots doen en een bepaalde cultuur en traditie omarmen, maar zien de arbeidersklasse niet zoals marxisten dat doen – de scheppers van de rijkdom die in handen is van de kapitalistische klasse. Bijgevolg wordt de potentiële bevrijdende kracht van een verenigde arbeidersklasse in strijd in al haar diversiteit, samen met alle armen en onderdrukten van de wereld, gemeden.
Soms draaien groepen en activisten binnen de bewegingen om een ultralinkse/liberale as, waarbij ze elementen van een liberale benadering van identiteitspolitiek behouden, maar op een tegenstrijdige manier naast meer radicale ideeën zetten. Hiermee bedoelen we verklaringen dat het kapitalisme en onderdrukkende staatsinstellingen zoals gevangenissen afgeschaft moeten worden – welkome ideeën! – maar zonder deze te koppelen aan een duidelijke strategie, programma en perspectief geworteld in klassenpolitiek. Hierdoor vervallen ze vaker wel dan niet in een liberale benadering. Veel van degenen die zich identificeren als abolitionisten van het gevangeniswezen kunnen deze aanpak typeren: aan de ene kant wordt de eis tot afschaffing op een botte manier gepresenteerd die lijkt te impliceren dat deze instellingen van de ene dag op de andere worden afgeschaft, waardoor veel gewone mensen die zich zorgen maken over wat dat zou betekenen, onnodig van zich vervreemd raken. Echter, wanneer de details worden besproken, is wat eigenlijk wordt voorgesteld reformistisch en liberaal – namelijk het geleidelijk overdragen van sommige politietaken aan maatschappelijk werkers bijvoorbeeld, een aanpak die is doordrenkt van illusies dat het kapitalistisch systeem en zijn staat vrijwillig afstand zouden doen van de eigen repressieve apparaten.
Een van de kenmerken van de aanhoudende feministische golf die in de jaren 2010 begon, is dat er vanuit de meest strijdbare, jeugdige en arbeidersklasse elementen van de beweging impulsen zijn gekomen om tegen de benadering van identiteitspolitiek in te gaan. Hieronder valt ook de erkenning dat het hele systeem gendergeweld in stand houdt, zoals de “de verkrachter ben jij”-hymne die in Chili begon en gericht was tegen de staatsinstellingen (12), en een poging om beperkende, contraproductieve benaderingen aan te vallen, zoals stakingen of betogingen waarbij alleen vrouwen betrokken zijn.
Soms is dat verwoord als de eis dat de beweging ‘intersectioneel’ moet zijn. In Mexico doen de jongeren in de Ni Una Menos-beweging die hun intersectionaliteit benadrukken dit om in te gaan tegen de anti-transfeministen die er nog steeds een sterke rol spelen. De vraag naar intersectionaliteit vanuit de basis van bewegingen tegen onderdrukking is ook vaak een indicatie van de afwijzing van een benadering van identiteitspolitiek die verschillende onderdrukte en uitgebuite volkeren botweg van elkaar scheidt en in het beste geval geen rekening houdt met klassentegenstellingen.
Van Sojourner Truth die in 1851 uitriep: “Ain’t I A Woman?” tot Claudia Jones die in 1949 schreef over de “superuitbuiting” van zwarte, arme vrouwen uit de arbeidersklasse en het Combahee River Collective dat in 1977 schreef over de noodzaak van een benadering die rekening hield met klasse, gender, seksualiteit en ras; hebben radicale en feministische zwarte vrouwen, voordat de term ‘intersectionaliteit’ werd bedacht, een belangrijke bijdrage geleverd aan de poging om ervoor te zorgen dat er binnen de feministische, antiracistische en arbeidersbewegingen rekening wordt gehouden met de raakvlakken tussen ras en gender.
Het unieke concept van intersectionaliteit, namelijk dat verschillende onderdrukkingen elkaar kruisen en de aard van de onderdrukking veranderen, valt niet te ontkennen. De intensievere en veelzijdige onderdrukking waar zwarte vrouwen mee te maken hebben, vooral arme vrouwen en vrouwen uit de arbeidersklasse, is hier een duidelijk voorbeeld van. Er zijn talloze hartverscheurende voorbeelden, maar we kunnen er één als voorbeeld nemen: de ongelijke sterftecijfers bij moeders waar gekleurde vrouwen en hun baby’s mee te maken hebben. In de VS, waar de slechtere resultaten voor zwarte vrouwen / zwangere mensen en hun baby’s al jaren goed gedocumenteerd zijn, heeft een nieuwe studie de kloof verder geïllustreerd. In een grootschalig onderzoek naar geboorten in Californië werden enorme verschillen aangetoond in de resultaten tussen rijke en arme patiënten. De moeder- en kindersterftecijfers waren echter even hoog onder zwarte vrouwen met de hoogste inkomens als onder blanke vrouwen met een laag inkomen – wat inzicht geeft in de diepgang van anti-zwart racisme. (13)
Meer nog dan dubbele of driedubbele onderdrukking die cumulatief of additief is, resoneert het concept dat verschillende onderdrukkingen botsen en daarbij iets kwalitatief anders creëren, met degenen die deze harde realiteit ervaren omdat het absoluut waar is.
Dit gezegd hebbende, is intersectionaliteit zelf beperkt. Het concept, dat niet noodzakelijkerwijs geworteld is in een bepaald breder analytisch kader of filosofie, is zeer kneedbaar – op een problematische manier zelfs. In werkelijkheid kan het worden onderschreven en vervolgens versmolten met allerlei liberale benaderingen van identiteitspolitiek. Het kan geplaatst worden in een postmodern filosofisch kader en academische theorievorming die fundamenteel botst met een klassenstandpunt. Het feit dat het zo kneedbaar is, maakt het in feite open voor coöptatie door de meest burgerlijke krachten. Kamala Harris, beroemd om haar ‘law and order’-politiek toen ze officier van justitie was in San Francisco – verantwoordelijk voor de onderdrukking van gekleurde arbeidersgemeenschappen – werd door The New York Times geprezen als een aangeboren intersectionele figuur alleen al vanwege haar identiteit, wat een glimp geeft van de verraderlijke dieptepunten waartoe dit kan leiden. (14)
Marta E. Gimènez schreef dat “intersectionaliteit, niet gebonden aan een specifieke theoretische basis, open staat voor coöptatie, transformatie en meervoudige interpretaties, waardoor het een ‘gemeenschappelijke basis voor alle feminismen’ wordt, ondanks belangrijke verschillen tussen feministen.” Bij het poneren van een marxistische feministische kritiek op intersectionaliteit merkt ze scherp op: “Hoewel intersectionaliteit misschien het fundamentele belang van klasse ontkent, hebben de fenomenen die daarmee te maken hebben, gender, raciale, etnische en andere vormen van onderdrukking en ongelijkheid, kapitalistische oorzaken en vragen ze om een marxistische theoretische analyse. Het uitsluiten van de relatie tussen klasse, sociaaleconomische ongelijkheid en gender, ras en andere bronnen van discriminatie en onderdrukking ontslaat het kapitalisme van verantwoordelijkheid…” (15)
Kortom, intersectionaliteit heeft niets te zeggen over de wortels van onderdrukking zelf, noch over hoe er een einde aan te maken. Het enkelvoudige concept van elkaar kruisende onderdrukkingen moet geworteld worden in een bredere marxistische analyse en perspectief en programma, om de radicale, solidaire en bevrijdende impulsen te realiseren van die elementen die hun intersectionaliteit verklaren als een middel om hun verlangen uit te drukken om werkelijk een einde te maken aan alle vormen van onderdrukking.
Van Marx en Engels tot vandaag – degradeert het marxisme van nature onderdrukking?
““Daar, waar de arbeid in een zwarte huid wordt gekluisterd, kan de arbeid in een blanke huid zich niet vrijmaken.” (16) Zo schreef Marx naar aanleiding van de Amerikaanse Burgeroorlog.
Marx’ sympathieke beschrijving van een sekswerker in een populaire hedendaagse roman, Les Mystères de Paris, is veelzeggend: “[Fleur de Marie heeft] vitaliteit, energie, vrolijkheid, elasticiteit van karakter – kwaliteiten die alleen haar menselijke ontwikkeling verklaren in haar onmenselijke situatie… Ze komt niet over als een weerloos lammetje dat zich zonder enige weerstand overgeeft aan overweldigende brutaliteit; ze is een meisje dat haar rechten kan verdedigen en kan vechten.” Zijn bewondering voor Fleur de Marie – haar morele karakter en haar vechtlust – gaat gepaard met zijn afkeuring van de armoede, het seksisme en het misogyne religieuze moralisme waaronder ze gebukt gaat. (17)
We weten dat Engels een baanbrekende tekst heeft geschreven over de oorsprong van genderonderdrukking. Zijn nalatenschap is zodanig dat zelfs nieuwe boeken die in 2023 worden geproduceerd (18) over het onderwerp van de wortels van het patriarchaat, nog steeds zijn werk als belangrijk referentiepunt hebben. Engels plaatste de oorsprong van vrouwenonderdrukking naast het begin van de klassenmaatschappij met de ontwikkeling van de landbouw rond 10.000 voor Christus. Engels beweerde dat het ‘primitieve communisme’ van vroege jager-verzamelaarsamenlevingen laat zien dat het model van het patriarchale gezin, inclusief het monogame huwelijk (met de nadruk op monogamie van de vrouw en controle over haar lichaam en seksualiteit), niet de natuurlijke gang van zaken was, maar een sociaal opgelegd middel om privébezit door te geven via een mannelijke lijn.
Gedurende 99% van de geschiedenis leefde de mensheid in een enorme verscheidenheid aan verwantschappen, in samenlevingen met weinig of geen onderscheid tussen privé en publieke sferen. Deze vroegere samenlevingsvormen waren geen utopie en vaak moesten mensen dagelijks vechten om te overleven. Wat de meeste van deze samenlevingen echter gemeen hadden, was dat ze egalitair waren en gebaseerd op de herverdeling van goederen – van ieder naar vermogen, naar ieder naar behoefte. Systematische uitbuiting van medemensen of van het milieu was ongehoord.
Archeologisch, historisch en antropologisch onderzoek heeft sinds Engels goed gedocumenteerd dat pas met de ontwikkeling van nederzettingen, vooral in de vroege agrarische samenlevingen, instellingen zoals de staat en het heteroseksuele kerngezin ontstonden. Dit bevestigt de revolutionaire stelling van Engels, namelijk dat vrouwenonderdrukking niet altijd heeft bestaan. In feite was 99% van de menselijke geschiedenis niet patriarchaal. Daarom is onderdrukking op basis van geslacht niet onveranderlijk en kan er absoluut een einde aan worden gemaakt. De “historische nederlaag van het vrouwelijk geslacht” waar Engels over schreef kan betwist worden in de zin dat het een complexer en langdradiger proces was dan die zin en sommige argumenten van Engels aangeven, maar de centrale stelling blijft solide en vitaal. (19)
Hoewel er natuurlijk hiaten en problemen zijn, kan elk idee dat Marx en Engels zelf onderdrukking niet serieus namen definitief worden weerlegd via hun eigen geschriften. Het belangrijkste is bovendien dat een historisch materialistische analyse en benadering natuurlijk een analyse moet bevatten die onderdrukking op alle mogelijke manieren volledig en dynamisch integreert. In feite is dat een zekere test voor revolutionairen. De waarheid is dat reformistisch links en diegenen uit een stalinistische linkse traditie de meeste kans hebben om niet voor deze test te slagen. Een ruw economisme is vaak een kenmerk van deze tendensen.
De Russische Oktoberrevolutie van 1917, geleid door de Bolsjewieken – een revolutionair proces dat op gang werd gebracht door vrouwen uit de arbeidersklasse en arme vrouwen die in februari van dat jaar de straat op gingen – had de bevrijding van vrouwen en homo’s als actief onderdeel: depenalisering van homoseksualiteit, abortus en sekswerk; algemeen kiesrecht; eenvoudige echtscheiding; een project om universele openbare kinderopvang, collectieve wasserijen en keukens in te voeren; feministische arbeidswetten; en het baanbrekende werk van de Zhenotdel – het initiatief dat werd geleid door vrouwelijke bolsjewistische revolutionairen om de omstandigheden en het activisme van arbeidsters en arme vrouwen binnen de revolutie te blijven politiseren, versterken en bevorderen.
Het is geen toeval dat Stalin homoseksualiteit en abortus opnieuw strafbaar stelde en de Zhenotdel afschafte. Net zoals de bevrijding van onderdrukking op basis van gender en seksualiteit een essentieel onderdeel was van de revolutie van de arbeidersklasse, zo was het verpletteren van diezelfde onderdrukking van vitaal belang voor de stalinistische contrarevolutie.
Conclusie: niets menselijks is vreemd aan de zaak van de arbeidersklasse
De jaren 2010 zagen wereldwijd een nieuwe feministische en LGBTQ golf opkomen, die miljoenen mobiliseerde in de strijd en belangrijke overwinningen behaalde, waaronder toegang tot abortus in Ierland, Argentinië, Zuid-Korea … en die eisen stelde voor trans-rechten, een einde aan gendergerelateerd geweld en vrouwenmoord. Deze ontwikkeling ging hand in hand met andere vitale gevechten tegen onderdrukking en aantasting van het milieu – die van de #BlackLivesMatter-beweging, waaronder de George Floyd-opstand die leidde tot enkele van de grootste mobilisaties in de geschiedenis in de hele VS,(20) en de internationale beweging Fridays for Future waarbij miljoenen scholieren in september 2019 staakten voor klimaatactie. (21)
Van politieke ontwikkelingen in Zuid-Korea waar jonge mannen protesteerden tegen ‘omgekeerde discriminatie’ toen een nieuw staatshoofd aantrad met een antifeministisch profiel (22), tot de virale vrouwenhaat van Andrew Tate, tot inhakken op #MeToo zoals het Depp-vonnis, en het dieptepunt van de uitspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof die een halve eeuw van legale abortus ongedaan maakte … Het begin van de jaren 2020 werd ontsierd door een venijnige antifeministische, anti-trans reactie die erop uit was om de strijd tegen onderdrukking en de hoop die deze met zich meebracht de kop in te drukken. Dit alles is verweven met een toename van transfobie, xenofobie en racisme, waarbij gevestigde politici steeds meer de kleren van extreemrechts stelen in hun belachelijke, reactionaire en steeds repressievere ‘oorlog tegen woke’.
Het kapitalistisch systeem bevindt zich midden in een crisis met vele facetten, waarvan de diepte en complexiteit nog nooit eerder is vertoond. En de antifeministische, antitrans terugslag komt rechtstreeks uit dit systeem in verval, met een heersende klasse die meer dan ooit behoefte heeft aan verdeeldheid onder de uitgebuitenen en onderdrukten.
Karl Marx’ favoriete lijfspreuk was “Nihil humani a me alienum puto” – “Niets menselijks is mij vreemd.” (23) Elk onrecht en elke wreedheid van het kapitalistische systeem is een zorg van de arbeidersbeweging die doordrongen is van de objectieve potentiële macht om de wortels ervan weg te nemen. Het kapitalisme als systeem bevat een veelheid aan tegenstrijdigheden, waaronder een veelheid aan varianten van van onderdrukking en ecologische vernietiging die verweven zijn in en door de klassenbasis van het systeem. We noemden eerder al de grote Eleanor Marx en haar bijdrage aan het marxisme en socialistisch feminisme. Haar partner, Edward Aveling, met wie ze samen de tekst schreef die we citeerden, behandelde haar met een patriarchale minachting die de kenmerken droeg van misbruik van intieme partners en een factor was in haar vroegtijdige dood op amper 42-jarige leeftijd. Het is een tragisch voorbeeld van waarom de strijd van de arbeidersklasse het zich niet kan veroorloven om de verwoestingen van onderdrukking te negeren.
Net toen de anti-feministische tegenreactie zo somber werd, ontploften er in Iran gebeurtenissen die symboliseerden dat er een nieuw en hoger niveau was bereikt in de feministische golf die in de jaren 2010 begon. De ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’-beweging zag een revolutionair feminisme opkomen in Iran. Door dit revolutionaire feminisme te doordringen van een antikapitalistisch en socialistisch programma, moet de terugslag worden bestreden. De jeugdige, hoopgevende, levensbevestigende, creatieve massabewegingen en explosies van strijd tegen de verwoestingen van onderdrukking, die in de jaren 2010 en 2020 miljoenen uitgebuitenen en onderdrukten over de continenten de straat op brachten, zijn inspirerend geweest.
De beste tradities van het marxisme geven aan dat de enige manier waarop een revolutionaire uitdaging van het systeem kan worden aangegaan, en kan slagen, een revolutionaire beweging van de arbeidersklasse is; en verder dat dit laatste onmogelijk is zonder de eisen en strijd van de onderdrukten die onlosmakelijk met en door die beweging verbonden zijn. Ze geven er een bijzondere impuls, urgentie en kracht aan.
Voetnoten
1. Zetkin, Clara, “The tasks of the Second International Communist Women’s Conference”, from The Communist Women’s Movement, 1920-1922, Proceedings, Resolutions and Reports (Ed. Taber, Mike, Dyakonova, Daria), 2023, p. XXII
2. www.socialistparty.ie/2022/08/the-cwi-socialist-feminism-redressing-a-checkered-history/
3. www.marxist.com/podcast-identity-politics-capitalism-s-weapon-of-division.htm
4. “The Woman Question”, Marx, Eleanor & Aveling, Edward, 1886, www.marxists.org/archive/eleanor-marx/works/womanq.htm
5. www.nytimes.com/interactive/2020/06/10/upshot/black-lives-matter-attitudes.html
6. https://notesfrompoland.com/2022/11/16/record-support-for-abortion-up-to-12-weeks-in-poland-finds-poll/#:~:text=Support%20among%20the%20Polish%20public,ever%20recorded%20by%20pollster%20Ipsos.
7. https://alternativasocialista.net/what-happened-in-spain-on-march-8th/
8. www.marxists.org/archive/zetkin/1925/lenin/zetkin2.htm#f1
9. www.marxists.org/archive/lenin/works/1901/witbd/
10. Quoted in The Communist Women’s Movement, 1920-1922, Proceedings, Resolutions and Reports (Ed. Taber, Mike, Dyakonova, Daria), 2023
11. https://www.marxists.org/archive/draper/1976/women/3-zetkin.html
12. https://www.theguardian.com/world/video/2019/dec/06/a-rapist-in-your-path-chilean-protest-song-becomes-feminist-anthem-video
13. www.nytimes.com/interactive/2023/02/12/upshot/child-maternal-mortality-rich-poor.html
14. www.nytimes.com/2020/10/09/us/politics/kamala-harris-racism-sexism.html
15. Gimenez, Martha E., Marx, Women and Capitalist Social Reproduction (2018)
16. Marx quoted in Marx at the Margins, Anderson, Kevin B. (2016) p.114
17. Marx quoted in Marx on Gender and the Family, Brown, Heather A. (2012), p.36
18. See The Patriarchs: How Men Came to Rule, Saini, Angela (2023)
19. www.marxists.org/archive/marx/works/1884/origin-family/index.htm
20. https://www.nytimes.com/interactive/2020/07/03/us/george-floyd-protests-crowd-size.html
21. https://amp.theguardian.com/environment/2019/sep/27/climate-crisis-6-million-people-join-latest-wave-of-worldwide-protests
22. https://www.bbc.com/news/world-asia-63905490
23. https://www.marxists.org/archive/marx/works/1865/04/01.htm
-
Strijdbare Pride is a Protest in Gent
28 juni is de exacte verjaardag van de rellen in Stonewall die aanleiding gaven tot de ontwikkeling van wat de Pride werd. De strijd voor LGBTQIA+ rechten heeft sinds 1969 enorme stappen vooruit afgedwongen, maar geweld en discriminatie blijven schering en inslag. De rechtse campagnes tegen LGBTQIA+ rechten, onder meer in de VS maar ook steeds meer bij ons, zijn echter een bedreiging. Met strijdbaar protest wordt daarop geantwoord en wordt de strijd voor echte gelijkheid centraal gesteld.
Dat was het opzet van Pride is a Protest gisteren in Gent. Met 350 betogers op een woensdagavond was de opkomst geslaagd. Er was een strijdbare sfeer waarbij de slogans tegen queerfobie, extreemrechts en het kapitaal luid werden meegeroepen. Het inhoudelijke karakter van Pride is a Protest bleek ook uit de nadruk op toespraken zowel voor als na de betoging door de binnenstad. Naast voorbereide toespraken die de context van onze strijd schetsten en het eisenplatform verduidelijkten, was er ruimte voor alle aanwezigen om iets te zeggen. Zo’n open micro maakt dat de betogers zich het protest toe-eigenen. We hoorden onder meer enkele getuigenissen en poëzie.

Twee elementen uit de actualiteit domineerden de discussies. Ten eerste de wereldwijde groei van extreemrechts en de bijhorende haat. Dit zet niet alleen onze rechten onder druk, het zorgt ook voor een klimaat van geweld en het maakt het voor LGBTQIA+ personen moeilijker om zichzelf te zijn. De dreiging van een verdere groei van het VB in de verkiezingen is reëel, de aanwezigheid van extreemrechtse vooroordelen onder jongeren en werkenden is al een feit. Ten tweede was er heel wat aandacht voor de gevolgen van een asociaal beleid dat leidt tot tekorten. Met een terugkeer van besparingen op alle niveaus zal dit er niet op verbeteren. Toegang tot betaalbaar wonen, degelijk onderwijs, gezondheidszorg zonder wachtlijsten voor trans personen, kinderopvang … staan nog meer onder druk. Tekorten maken dat verdeeldheid grotere ingang kan vinden. De strijd tegen haat is dan ook onlosmakelijk verbonden met die tegen het asociaal beleid.
Pride is a Protest komt uitdrukkelijk op voor een andere samenleving. Om tot verandering te komen, moet heel het systeem aangepakt worden. Regenboogkapitalisme betekent geen echte gelijkheid. Verworvenheden zoals de acceptatie van LGBTQIA+personen worden misbruikt door bedrijven om zich als progressief voor te stellen en hun verantwoordelijkheid in de oorzaak van ongelijkheid weg te wassen. Om te strijden tegen de wortels van discriminatie, hebben we het geld, de rijkdom en de middelen nodig die nu in handen zijn van de kapitalisten.
Zoals de revolutionaire transactivist Leslie Feinberg zei: “Niemand van ons zal vrij zijn totdat we een economisch systeem bouwen dat zich baseert op de noden van elke mens. Als trans personen zullen we geen echte vrijheid bekomen tot we een samenleving winnen waarin geen enkele klasse baat heeft bij het aanwakkeren van haat en vooroordelen, waar wetten die sekse, gender en menselijke liefde beperken ondenkbaar zullen zijn. Wij, de trans strijders, zal je vinden tussen de voortrekkers van de strijd voor de echte bevrijding!”

De strijd tegen LGBTQIA+fobie moet er een zijn voor een socialistisch alternatief. Waar geen enkele kapitalist winst maakt op puberteitsremmers of andere noodzakelijke zorg. Waar de grote sleutelsectoren zoals de energie-, farma-, zorg- en bankensector in eigendom van de gemeenschap en onder democratisch beheer van de werkende klasse staan. Leden van LSP, deel van International Socialist Alternative (ISA), voeren elke dag strijd voor zo’n wereld. Doe mee!
Volgende afspraken:
- Pride Protest café in Gent: vrijdag 30 juni, 18u Coyendanspark
- 7-13 juli: Zomerkamp – Schrijf je nog in voor het zomerkamp van ROSA, ALS en LSP!
- 12 augustus: Pride Protest @ Antwerp Pride. 14u Sint-Jansplein
Foto’s door Liesbeth:


































Foto’s door Jean-Marie:



















-
Tegen het anti-LGBTQIA+ offensief: bouw aan een militante beweging voor bevrijding
Juni is traditioneel Pride-maand. Vandaag worden LGBTQIA+ personen geconfronteerd met een stortvloed van aanvallen op onze basisrechten. Van de brute moord op de transgender tiener Brianna Ghey in Groot-Brittannië tot de honderden anti-trans wetsvoorstellen in de VS, het voelt alsof we geconfronteerd worden met een aanval op ons bestaan.
Standpunt van International Socialist Alternative
Deze golf van aanvallen komt bovenop de dagelijkse crisis waar queer mensen uit de arbeidersklasse over de hele wereld mee te maken hebben. LGBTQIA+ personen worden onevenredig zwaar getroffen door besparingen op sociale basisvoorzieningen en hebben te maken met veel armoede, dakloosheid en gendergerelateerd geweld. En zelfs waar gezondheidszorg voor trans personen legaal is, betekent een poging om toegang te krijgen tot zorg vaak lange wachtlijsten of peperdure medische rekeningen.
Maar hoewel deze aanvallen op dit moment bijzonder acuut zijn, zijn ze niet onvermijdelijk en kunnen ze worden overwonnen. We moeten ons nu meer dan ooit organiseren om een militante LGBTQIA+ beweging op te bouwen die in staat is rechts terug te dringen en te vechten voor een wereld die vrij is van alle vormen van onderdrukking.
Anti-LGBTQIA+ aanvallen escaleren wereldwijd
In de VS zijn er dit jaar meer dan 500 anti-LGBTQIA+ wetsvoorstellen ingediend in 49 staten. De gouverneur van Florida, Ron DeSantis, heeft de ‘cultuuroorlog’-retoriek opgevoerd als onderdeel van zijn campagne voor de Republikeinse presidentsverkiezing. Hij heeft een reeks wetten ondertekend die genderaffirmatieve zorg voor minderjarigen verbieden, het voor trans personen een misdaad maken om gebruik te maken van openbare toiletten die overeenkomen met hun genderidentiteit en die drag-shows tot doelwit maken. Het rechtse offensief tegen LGBTQIA+ personen in de VS is een internationaal referentiepunt, maar het blijft zeker niet beperkt tot de VS.
Wetten en politieke retoriek gericht tegen LGBTQIA+ personen zijn ook in Europa in opmars. In Hongarije heeft de extreemrechtse regering van Orban een aantal anti-LGBTQIA+ wetten aangenomen, waaronder een wet die het trans personen verbiedt om legaal van geslacht te veranderen en een andere wet die het bespreken van homoseksualiteit in seksuele voorlichting op scholen verbiedt. Voor de allereerste keer beriep het Britse parlement zich op Sectie 35 van de Scotland Act 1998 om de Schotse Gender Recognition Bill te blokkeren die het trans personen mogelijk zou hebben gemaakt hun geslacht legaal te veranderen op hun geboorteakte zonder dat daar een medische diagnose voor nodig was. Ondertussen wacht 90% van de mensen op de wachtlijst voor een afspraak in een openbaar ziekenhuis voor genderdysforie al meer dan 18 weken.
In Rusland versterkt het autoritaire regime zijn aanvallen op trans personen en LGBTQIA+ mensen in het algemeen. Er wordt een nieuwe wet doorgedrukt die genderbevestigende gezondheidsdiensten verbiedt en tegelijkertijd operaties op intersekse kinderen zonder hun toestemming toestaat. Het wordt mensen verboden om hun naam of geslacht in documenten te veranderen – en degenen die dat al hebben gedaan, worden gedwongen om de veranderingen ongedaan te maken.
Aan het begin van de Pride-maand kwam een anti-gaywet in Oeganda wereldwijd in het nieuws. Deze wet voorziet in levenslange gevangenisstraf en zelfs de doodstraf voor homoseksualiteit en is daarmee een van de meest brute anti-LGBTQIA+ wetten ter wereld. Van grootschalige anti-LGBTQIA+ verboden tot de gevaarlijke zondebokretoriek van rechtse politici, zijn deze aanvallen een wereldwijd fenomeen geworden dat om een gecoördineerde reactie vraagt. Om basisrechten op gezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg en betaalbare huisvesting af te dwingen en om de recente golf van aanvallen op onze lichamen en onze levens terug te dringen, moeten we ons organiseren!
Regenboogkapitalisme ontmaskerd
In de afgelopen decennia hebben we een ommekeer gezien in de sociale houding ten opzichte van gays en transgenders, samen met overwinningen in veel landen voor gelijkheid inzake het huwelijk en wettelijke basisbescherming. Hoewel politici en grote bedrijven het tegendeel beweren, zijn deze overwinningen niet van bovenaf opgelegd, maar het resultaat van een militante strijd onder leiding van LGBTQIA+ personen, met steun van de bredere arbeidersklasse. De Pride maand wordt door veel werkende mensen terecht gezien als een jaarlijkse viering van de LGBTQIA+ cultuur en de overwinningen die onze beweging heeft behaald.
De afgelopen jaren zijn bedrijven steeds meer op de Prides gesprongen met regenbooglogo’s en merchandising. Als er militant verzet is, vermijden dezelfde bedrijven Pride-gerelateerde marketing of trekken ze deze zelfs terug. Voor de kapitalistische profiteurs en hun vertegenwoordigers in de pro-kapitalistische partijen is het al dan niet steunen van LGBTQIA+ personen een koude winstberekening – dit jaar hebben ze vaak het gevoel meer te winnen door zich afzijdig te houden.
Waar komen deze aanvallen vandaan?
Verdeel en heers is een centraal instrument van de kapitalistische klasse en het huidige rechtse verzet bewijst dat onder dit systeem alles wat we winnen kan worden teruggehaald. Rechts zweept zijn achterban op rond ‘cultuuroorlogen’ in een poging om de aandacht af te leiden van de vele crises waar werkende mensen mee te maken hebben. Van de klimaatramp tot oorlog en torenhoge kosten van levensonderhoud: het kapitalistisch systeem levert de ene crisis na de andere op en wij zijn degenen die de prijs betalen.
Het is geen toeval dat anti-LGBTQIA+ wetten zich vooral richten op trans jongeren. Rechts buit de verwarring van werkende mensen uit door hun aanvallen te verhullen in retoriek over het beschermen van vrouwen en kinderen, door te praten over ‘kinderlokkerij’ en het verdedigen van ‘eerlijkheid’ in vrouwensport. Ze putten niet alleen uit de vooroordelen die ongetwijfeld nog steeds bestaan tegen LGBTQIA+ mensen, maar gebruiken ook de sociale ontwrichting en het wantrouwen jegens instellingen onder werkende mensen om vijandigheid te creëren tegen de kleine groep van trans mensen.
Hoewel rechts vooral trans personen gebruikt als nieuwste zondebok, zijn de aanvallen deel van een bredere terugslag. Er is een toename van anti-migrantenretoriek, er zijn pogingen om discussies over gender, seksualiteit of racisme in de scholen te voorkomen, er zijn aanvallen op abortusrechten in de VS en elders. Overal is rechts in het offensief. Bovendien zijn de anti-LGBTQIA+ wetsvoorstellen zelf niet alleen een aanval op gays, maar zijn ze ook gericht tegen het openbaar onderwijs, werknemers in de gezondheidszorg en openen ze de ruimte voor verdere aanvallen op andere werkende mensen. Terwijl rechts profiteert van het gebrek aan kennis over gays en transgenders onder de bevolking, zal onderwijs of blootstelling aan LGBTQIA+ mensen niet genoeg zijn om rechts terug te dringen. Deze aanvallen maken deel uit van een bewuste politieke strategie die een georganiseerd politiek antwoord vereist.
Organiseer je om de rechtse reactie te bestrijden!
Tegelijkertijd heeft de zwakte van linkse bewegingen wereldwijd ruimte gecreëerd voor rechtse ideeën. Van de enorme protesten rond Black Lives Matter in 2020 tot de beweging in Polen om terug te vechten tegen het bijna totale verbod op abortus: dit decennia was er al heel wat strijd met grote openheid voor linkse ideeën. Deze bewegingen, waarin LGBTQIA+ personen vaak een sleutelrol speelden, bieden een glimp van de enorme macht die arbeiders en jongeren hebben als we verenigd zijn. De bewegingen hebben echter niet geleid tot het soort doorbraak in massale, democratische organisatie van de arbeidersklasse dat nodig is als we rechts fundamenteel willen terugdringen.
Over het algemeen heeft dit echter niet geleid tot een beslissende overwinning voor rechts. Hoewel bewegingen zijn teruggedrongen, sudderen de onderliggende problemen onder de oppervlakte en zullen ze uiteindelijk weer exploderen. We hoeven niet te accepteren dat onze lichamen en onze levens worden gebruikt als politiek kanonnenvoer voor rechts. Hoewel de situatie ontmoedigend lijkt, is het essentieel om erop te wijzen dat deze rechtse cynische bangmakerij uiteindelijk niet voortkomt uit een echte basis van anti-trans haat onder de arbeidersklasse in het algemeen. Jonge activisten kunnen manieren vinden om zich te organiseren en terug te vechten met een programma dat de arbeidersklasse verenigt tegen deze aanvallen en voor eisen die de meerderheid van de samenleving ten goede komen. We kunnen de rechtse aanvallen bestrijden en afblokken.
Welk soort beweging is er nodig?
De terugslag van rechts maakt een nieuwe verzetsbeweging noodzakelijk. Ondanks de verwarring die ze kunnen zaaien, is rechts er niet in geslaagd om de positieve verandering in de sociale houding ten opzichte van LGBTQIA+ personen van de afgelopen jaren terug te draaien. Het verzet dat we nu zien, komt niet organisch van gewone mensen, maar wordt van bovenaf gestimuleerd door rechtse krachten, delen van de media, politieke en pro-kapitalistische instellingen.
Om de huidige situatie het hoofd te kunnen bieden, moet de beweging breken met de beperkte en apolitieke benadering die de belangrijkste LGBTQIA+ organisaties tot nu toe hebben gekenmerkt. Deze benadering was gericht op lobbyen en het opbouwen van banden met kapitalistische politici en grote bedrijven als middel om ‘gestage vooruitgang’ te boeken. Maar in een tijdperk van scherpe polarisatie en een oplevende rechterzijde, zullen we snel de oppervlakkigheid zien van de betrokkenheid van het ‘liberale’ kapitalistische establishment bij LGBTQIA+ rechten.
Wat in plaats daarvan nodig is, is een nieuwe massabeweging van onderaf, van LGBTQIA+ personen, jongeren, vrouwen en arbeiders om de aanvallen van de rechtervleugel te weerstaan en het recht op zelfidentificatie te eisen, gratis trans-gezondheidszorg betaald door de rijken te belasten, en meer geld voor genderbevestigende en geestelijke gezondheidszorg om de wachttijden te verkorten. Dit moet gepaard gaan met massale straatprotesten, stakingen op scholen en universiteiten zoals die in de VS hebben plaatsgevonden om te protesteren tegen anti-trans-wetten en actie door werknemers, waaronder stakingen. Werknemers in sectoren als onderwijs en gezondheidszorg staan in de frontlinie van veel nieuwe homofobe en transfobe maatregelen en bevinden zich in een bijzonder goede positie om hun macht als werknemers te gebruiken in de strijd hiertegen. Een belangrijk startpunt voor dit soort verzet kan bestaan uit Pride-evenementen die omgevormd worden tot momenten van massaprotest in plaats van apolitieke gelegenheden gedomineerd door grote bedrijven, zoals dit op veel plaatsen het geval geworden is.
Bouw aan een strijdbare Pride
De LGBTQIA+ beweging moet verbonden worden met de strijd van alle onderdrukten en de arbeidersklasse als geheel. De krachten die het op onze rechten gemunt hebben, hebben het ook gemunt op vrouwen, migranten, vluchtelingen en mensen van kleur. Ze vallen de wereldwijde feministische beweging, de klimaatbeweging en links aan. Ze vallen de levensstandaard van werkende en onderdrukte mensen internationaal aan. Ze proberen een reactionair en autoritair programma op te leggen aan de hele arbeidersklasse. Dit betekent dat we een beweging nodig hebben die gebaseerd is op solidariteit en een verenigd verzet tegen alle aanvallen van rechts. Een militante beweging verenigt de strijd tegen onderdrukking met de opnieuw opkomende wereldwijde arbeidersstrijd rond eisen voor gratis gezondheidszorg, huisvesting, goed betaalde en vaste jobs om de koopkrachtcrisis tegen te gaan, en een einde aan discriminatie en anti-LGBTQIA+ wetten.
Dit betekent dat de radicale tradities die aan Pride ten grondslag liggen nieuw leven worden ingeblazen. In de nasleep van de Stonewall-rellen in 1969 was de beweging die ontstond nauw verbonden met andere belangrijke sociale strijd, waaronder de anti-oorlogsbeweging, burgerrechten- en vrouwenbewegingen. Antikapitalistische en socialistische ideeën hadden een grote invloed en de onderdrukking van LGBTQIA+ personen werd algemeen gezien als onderdeel van een bredere status quo van onderdrukking en ongelijkheid. Er waren inspirerende voorbeelden waar de strijd van gays en lesbiennes zich verbond met die van arbeiders, zoals tijdens de mijnstaking van 1984-5 in Groot-Brittannië, waar ‘Lesbians and Gays Support the Miners’ hechte banden opbouwden met mijnwerkers en hun gemeenschappen. In 1985 liep een groep mijnwerkers mee in de London Pride Parade en de mijnwerkersvakbond steunde de koerswijziging van de Labour Party om voortaan LGBTQIA+ rechten te ondersteunen.
We hebben een beweging nodig die de valse beloften van het ‘regenboogkapitalisme’ verwerpt. Hoewel het kapitalisme de LGBTQIA+ gemeenschap gebruikt als een markt om aan te verkopen en als een manier om het systeem een liberaal en progressief gezicht te geven wanneer het hen uitkomt, is de waarheid dat dit geen echte bevrijding zal opleveren. Ongelijkheid zit in het DNA van het kapitalisme. De gezamenlijke werking van homofobie, transfobie en de kapitalistische markt betekent dat LGBTQIA+ jongeren meer dan twee keer zoveel kans hebben om dakloos te zijn in de Verenigde Staten en dat trans personen twee keer zoveel kans hebben om in armoede te leven.
Vecht tegen het kapitalisme, doe mee met International Socialist Alternative
Rigide gendernormen, homofobie en transfobie zijn eigen aan het kapitalisme. Dit systeem had nood aan het kerngezin voor de onbetaalde huishoudelijke arbeid die nodig is voor de reproductie van het systeem, waaronder kinderverzorging, koken, schoonmaak en zorg. Dit werk wordt grotendeels door vrouwen gedaan. Dit werd gerechtvaardigd door een ideologie die geïdealiseerde opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid benadrukte, evenals rigide verwachtingen rond geslacht en seksualiteit. LGBTQIA+ mensen waren het doelwit van criminalisering, pathologisering en andere vormen van sociale controle, die vandaag nog steeds in grote delen van de wereld bestaan. Het kapitalisme steunt nog steeds op de onbetaalde arbeid van vrouwen, die jaarlijks 11 biljoen dollar waard is.
Ondanks de enorme vooruitgang die in veel landen is geboekt door de strijd van LGBTQIA+ personen, is het kapitalisme niet fundamenteel veranderd. Dit systeem bevindt zich nu in een crisis en haalt alle mogelijke vooroordelen en verdeeldheid naar boven en bedreigt de rechten die we in het verleden hebben verworven.
Steeds meer jongeren en vooral queer jongeren begrijpen dat vechten voor echte bevrijding betekent antikapitalistisch zijn. Maar we moeten ook een duidelijk alternatief voor dit systeem ontwikkelen. Dat alternatief is een democratische socialistische samenleving waarin de overvloedige grondstoffen en rijkdom worden gebruikt om de vrije ontwikkeling van iedereen mogelijk te maken in plaats van de winst van enkelen. Het betekent dat de rijkdom uit de handen van de kapitalistische elite wordt genomen en onder de democratische controle van arbeiders en de gemeenschap wordt gebracht. In deze nieuwe samenleving, die niet langer afhankelijk is van ongelijkheid en verdeeldheid maar van solidariteit, zal er een einde komen aan de behoefte aan rigide gendernormen, aan sociale controle van gender en seksualiteit en aan de onderdrukking van LGBTQIA+ personen.
De keuze is tussen socialistische verandering of de toenemende onderdrukking en ongelijkheid die het kapitalisme biedt. Om de verandering te bewerkstelligen die we nodig hebben, moeten we ons nu organiseren. ISA is een internationale socialistische organisatie gevestigd in meer dan 30 landen. We strijden compromisloos voor de bevrijding van LGTBQIA+ personen en alle onderdrukten, gekoppeld aan onze algemene strijd voor de opbouw van een alternatief voor de arbeidersklasse en een socialistische wereld.
-
Rechten komen niet uit het niets, lessen uit Stonewall
Rechten voor LGBTQIA+personen zijn er zeker niet uit het niets gekomen. LGBTQIA+personen hebben hun rechten enkel behaald doordat de LGBTQIA+strijdbeweging deze heeft afgedwongen doorheen decennia. In periodes waarin LGBTQIA+rechten worden aangevallen, is het erg belangrijk om terug te kijken naar de geschiedenis van die militante beweging.
door Sam (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist
In de geschiedenis van het LGBTQIA+activisme zijn er een aantal sleutelmomenten en één van de meest cruciale sleutelmomenten is het ontstaan van de Stonewall-rellen. Die veroorzaakten ook de geboorte van de militante LGBTQIA+beweging in de Verenigde Staten. Het was een gebeurtenis die heel wat organisaties over de hele wereld zou inspireren om de strijd voor gelijke rechten en tegen discriminatie op straat te brengen.
Stonewall 1969
Op 28 juni 1969 vond er een politierazzia plaats in de Stonewall Inn, één van de weinige bars in New York waar LGBTQIA+personen toegelaten werden. Door de maffia gerunde bars zoals de Stonewall Inn waren toen vaak de enige plek waar LGBTQIA+personen een zekere vorm van vrijheid genoten. De Stonewall-rellen vonden plaats tegen een achtergrond van harde sociale repressie waarbij iedereen die niet voldeed aan de heteroseksuele- en cisgendernorm maatschappelijk werd geïdentificeerd als “pervers” en veroordeeld tot een leven in de marginaliteit. De Stonewall Inn was een toevluchtsoord voor queer- en transjongeren, waarvan velen ook van Latino en Afro-Amerikaanse afkomst. Zij zouden in de frontlinie van de Stonewall-rellen staan en de strijdbeweging die daarop volgde.
Fysieke repressie en geweld waren een dagdagelijks feit. LGBTQIA+bars werden geregeld ontruimd en de aanwezigen gearresteerd. De razzia in de Stonewall Inn was dus helemaal niets nieuws, maar de rellen die erop volgden en die zes dagen en nachten zouden duren, waren wel ongezien.
Toen de politieagenten identiteitscontroles uitvoerden en de aanwezigen arresteerden, begonnen de aanwezige LGBTQIA+personen weerstand te bieden. Zo werden er muntstukken naar de politieagenten gegooid als verwijzing naar het omkopingssysteem waarbij politiechefs smeergeld aannamen van de maffia.
Er bestaan heel wat mythes over de Stonewall-rellen, maar er is niet één specifiek incident dat tot de rellen leidde. Er waren een aantal incidenten die tegelijk plaatsvonden. Er was een groepsgevoel van enorme woede.
Het nieuws van de Stonewall-rellen verspreidde zich snel doorheen New York waarop honderden LGBTQIA+personen samenkwamen in de buurt van de Stonewall Inn en slogans riepen als “gay power!” en “gay liberation now!”. De politie kreeg versterking van de oproerpolitie die gespecialiseerd was in het aanpakken van protestacties tegen de oorlog in Vietnam. De politie slaagde er uiteindelijk in om de betoging te ontbinden, maar de aanwezige demonstranten hergroepeerden zich telkens opnieuw. Dit werd beantwoord door geweld waarbij de politie iedereen sloeg die binnen handbereik kwam. Maar de volgende dag waren er opnieuw betogingen met duizenden deelnemers. De protestacties zouden zes dagen en nachten duren.
Protest komt op straat
De Stonewall-rellen brachten de strijd voor gelijke rechten en tegen discriminatie op straat. Er werden pamfletten verspreid die LGBTQIA+personen opriepen om zelf in actie te komen en een einde te maken aan de repressie. Het strijdbaar karakter van het protest werd versterkt door de actieve rol die sociaal uitgestoten LGBTQIA+jongeren speelden in de Stonewall-rellen.
De roep om nieuwe organisatievormen werd steeds luider. De ervaring van activisten in andere strijdbewegingen zorgde ervoor dat de LGBTQIA+beweging een meer militante fase zou ingaan.
Na de rellen waren er intense discussies. In de eerste week van juli 1969 werd het Gay Liberation Front opgericht. Deze naam werd bewust gekozen omwille van de associatie met de anti-imperialistische strijd in Vietnam en Algerije. Ze zamelden ook geld in voor stakende arbeiders en maakten de link tussen de strijd voor LGBTQIA+rechten en die voor socialisme.
De publieke meetings van het Gay Liberation Front hadden vaak een sterk antikapitalistisch karakter. De groep nam vaak een revolutionair standpunt in en benadrukte de noodzaak van een eengemaakte strijdbeweging van alle groepen die onderdrukt worden binnen het kapitalisme. Met de slogan “Gay liberation equals peoples liberation” drukten velen de wens uit voor solidariteit met de feministische beweging, de burgerrechtenbeweging en de antikapitalistische bewegingen over de hele wereld. Er werden in vele steden in de VS en Europa afdelingen van het Gay Liberation Front opgericht.
Back to the roots
Op 28 juni 1970 vond de eerste Christopher Street Parade plaats ter herdenking van de Stonewall-rellen. Dit markeerde het begin van de organisatie van jaarlijks georganiseerde Prides. Bij de eerste editie in 1970 waren er enkele duizenden aanwezigen. Eén van de slogans op de Pride van 1970 was “Stonewall means fight back! Smash gay opression!”.
Tijdens de jaren 1970 werden ook de eerste Prides in Europa georganiseerd. Die hadden vaak een erg strijdbaar karakter. Doorheen de jaren verloren de Prides dat strijdbaar karakter en werden ze steeds commerciëler. Maar de huidige situatie waarbij LGBTQIA+rechten vaker worden aangevallen en openlijk in vraag gesteld, toont aan dat er nog steeds nood is aan strijdbare Prides en een militante LGBTQIA+beweging.
-
De leugen van het “regenboogkapitalisme”: waarom LGBTQ-fobie deel uitmaakt van het systeem
Deze Pride Month zullen we, zoals elk jaar, zien dat grote bedrijven reclame maken met een pride thema, hun sociale mediaprofielen veranderen en vrijblijvende uitspraken doen over inclusiviteit. Het is een vrij eenvoudige poging om te verkopen dankzij Pride. De traditie en de echte wortels van Pride liggen in de strijd van de LGBTQIA+ gemeenschap voor gelijkheid en bevrijding. Tegelijkertijd weerspiegelt het ook een diepere trend – ook wel ‘regenboogkapitalisme’ genoemd – waarbij aandacht voor LGBTQIA+ rechten wordt gebruikt om de reputatie van een steeds meer in diskrediet gebracht systeem wit te wassen. Men tracht kapitalisme te koppelen aan concepten van sociale vooruitgang en persoonlijke vrijheid in plaats van de ongebreidelde ongelijkheid en onderdrukking die het echte gezicht ervan is.
Door Conor Payne
Bijna elk groot Pride-evenement wordt gedomineerd door megabedrijven en gevestigde politici, van wie velen pas ‘bondgenoten’ van de queer gemeenschap werden nadat onze bewegingen er al in waren geslaagd om meer wettelijke rechten en publieke acceptatie te verwerven. Natuurlijk betekent de ‘vrijheid’ die het regenboogkapitalisme biedt niet veel voor transpersonen die geen toegang hebben tot gezondheidszorg; voor LGBTQIA+ jongeren die door de huisvestingscrisis niet kunnen ontsnappen aan onveilige gezinssituaties; of aan vluchtelingen die dreigen te worden uitgezet naar landen waar ze zullen worden vervolgd om wie ze zijn.
Extreemrechtse aanvallen
De realiteit is dat we onder dit systeem geen gestage vooruitgang zien voor LGBTQIA+-mensen, maar het tegenovergestelde: een groeiende en internationale rechtse reactie die ons allemaal treft, en in het bijzonder de transgemeenschap. De kapitalistische media, politici en een aangemoedigd extreemrechts stimuleren een morele paniek gebaseerd op angst en verkeerde informatie over transpersonen, dragqueens en de ‘indoctrinatie’ van kinderen. Dit maakt deel uit van een bredere rechtse reactie die zich ook richt op migranten, de wereldwijde feministische beweging en links. Het is een strategie om de verworvenheden van bewegingen van onderdrukte mensen ongedaan te maken en om een steeds meer door crisis geteisterd kapitalisme te stabiliseren rond een reactionair autoritair programma.
In deze context zien we hoe oppervlakkig de zogenaamde bijdrage van het kapitalisme voor LGBTQIA+-rechten is. In de VS zagen we onlangs een klein voorbeeld hiervan bij Target, een grote winkelketen die Pride-artikelen uit zijn winkels heeft gehaald als reactie op een georganiseerde rechtse campagne. Het is niet alleen zo dat kapitalisme geen weg is naar echte bevrijding – er zijn redenen waarom dit systeem voortdurend leidt tot homofobie en transfobie. Het zit in het DNA.
Geschiedenis van gender onderdrukking
Vroege menselijke samenlevingen waren georganiseerd op basis van gelijkheid, inclusief gendergelijkheid en seksuele vrijheid. De ontwikkeling van een klassenmaatschappij en dus een bezittende elite bracht de systematische onderdrukking van vrouwen en gedwongen heteroseksuele gezinsstructuren met zich mee als een middel om een erfenis veilig te stellen voor opgebouwde rijkdom. De ontwikkeling van het kapitalisme installeerde ook het geïdealiseerde kerngezin, de sfeer waarin vrouwen het onbetaalde huishoudelijke werk zouden doen dat nodig is voor de reproductie van het systeem – inclusief het opvoeden van kinderen, koken en verzorgen. Daar waar vrouwen betaald werk verrichten worden ze uitgebuit als een laagbetaald deel van de beroepsbevolking.
Dit is niet alleen geschiedenis – het kapitalisme steunt vandaag de dag nog steeds op de onderdrukking van vrouwen. Hoewel het traditionele kerngezin in bepaalde opzichten verzwakt is, steunt het kapitalisme nog steeds op het idee dat zorg en huishoudelijk werk privé-verantwoordelijkheden zijn in plaats van de zorg van de hele gemeenschap. De waarde van de onbetaalde arbeid van vrouwen wordt wereldwijd geschat op bijna 1.000 miljard euro per jaar.
Het is niet mogelijk om zo’n systeem in stand te houden zonder een ideologie van rigide gendernormen of zonder de sociale controle van gender en seksualiteit. Queer-personen zijn het doelwit omdat ze bestaan buiten deze geïdealiseerde opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid en de structuur van het kerngezin. Kapitalistische samenlevingen hebben LGBTQIA+-mensen in het algemeen onderworpen aan criminalisering, pathologisering en stigmatisering. Achterhaalde ideeën over gender en seksualiteit zijn in de kapitalistische samenleving overgedragen door haar belangrijkste instellingen, waaronder religie, de media, het onderwijssysteem en de staat.
Socialistische strijd voor bevrijding
In de afgelopen decennia heeft de strijd van LGBTQIA+-mensen zelf aanzienlijke progressieve veranderingen teweeggebracht. Die strijd heeft ook een enorm positief effect gehad op de houding van mensen uit de werkende klasse, hoewel homofobie en transfobie natuurlijk deel blijven uitmaken van het dagelijks leven, zelfs in de meest ‘progressieve’ kapitalistische landen. Het kapitalisme zelf is niet fundamenteel veranderd en dit systeem in crisis haalt nu alle vooroordelen boven met als doel haar voortdurende heerschappij.
Het is geen verrassing dat veel LGBTQ+-jongeren ervan overtuigd zijn dat we, om echt bevrijding te bereiken, een einde moeten maken aan dit systeem en moeten vechten voor een alternatief. Dat alternatief is een socialistische samenleving gebaseerd op gelijkheid en solidariteit, waar rijkdom wordt weggenomen uit de handen van de kapitalistische elite en democratisch wordt gecontroleerd voor de behoeften van iedereen.
-
Pride is a Protest! Voor een wereld zonder onderdrukking en discriminatie!
De strijd van LGBTQIA+personen leidde tot meer acceptatie en erkenning. Gelijkheid op papier werd afgedwongen. Geweld en discriminatie worden vaker aangeklaagd. Toch lijkt LGBTQIA+fobie meer aanwezig. Een alliantie van conservatieven en extreemrechts wordt mondiger en gewelddadiger. Ze beschikken over een enorm platform om transfobie en queerfobie te verspreiden. Hoog tijd om hen van antwoord te dienen en onze strijd voor echte gelijkheid en vrijheid van expressie te volbrengen!
Geen kapitalisme zonder LGBTQIA+fobie
Velen halen het eind van de maand niet meer, kunnen hun studies niet betalen, voelen zich onveilig of zien hun werk en levensomstandigheden achteruitgaan. Extreemrechts wijst bewust naar de verkeerde zondebok. Met onder andere transfobe discussies over transvrouwen in sportcompetities leiden ze de aandacht af van wat echt oneerlijk is: het constante gegraai van ultrarijke kapitalisten. Over hoe de toegang tot sport en beweging voor iedereen mogelijk gemaakt kan worden, wordt er dan weer gezwegen.
Discriminatie zit diepgeworteld in het kapitalisme. De traditionele patriarchale gezinsstructuur wordt gebruikt om vrouwen te belasten met onbetaalde zorg en huishoudelijk werk. Binaire genderrollen, waarin mannen met dominantie geassocieerd worden en vrouwen met zorg, houden het systeem in stand. LGBTQIA+personen dagen die rollenpatronen en het traditionele kerngezin uit. Dat vormt de basis voor de structurele onderdrukking van LGBTQIA+personen.
Van Stonewall tot Pride is a Protest
De strijd van LGBTQIA+personen belangt de hele werkende klasse aan, maar in hun strijd staan ze te vaak alleen. Andersom bouwden LGBTQIA+activisten consequent solidariteit uit met de werkende klasse. In de Britse mijnwerkersstaking van 1984 tegen het asociale neoliberale beleid van Thatcher, haalden solidariteitsgroepen van LGBTQIA+personen geld op voor de stakers. De schitterende film ‘Pride’ brengt dat in beeld. Die traditie wordt voortgezet. In Parijs haalde een queer-stakerskas in de voorbije maanden meer dan 50.000 euro op als steun voor de beweging tegen de asociale pensioenplannen en het regime van Macron.
Ook op de werkvloer is er LGBTQIA+fobie. 72% van de LGBTQIA+ personen in België durft op de werkvloer niet open zijn over hun seksuele voorkeuren of gender. Zonder eenheid is het moeilijker om samen te strijden. Er is nood aan een offensieve campagne op elke werkvloer om komaf te maken met LGBTQIA+ fobie. De strijd van LGBTQIA+personen voor meer gelijkheid maakt deel uit van de strijd die gevoerd wordt voor degelijke jobs, minder werkdruk en hogere lonen. Bovendien hebben we iedereen nodig in die strijd.
Voor een socialistische wereld – vrij van onderdrukking
Strijd loont, maar zodra het kan, worden verworvenheden teruggedraaid. Dat zien we vandaag met de wereldwijde aanvallen op abortusrechten, transzorg en de toename van haatspraak tegen onderdrukte groepen. Regenboogkapitalisme betekent geen echte gelijkheid. Verworvenheden zoals de acceptatie van LGBTQIA+personen worden misbruikt door bedrijven om zich als progressief voor te stellen en hun verantwoordelijkheid in de oorzaak van ongelijkheid weg te wassen. Om te strijden tegen de wortels van discriminatie, hebben we het geld, de rijkdom en de middelen nodig die nu in handen zijn van de kapitalisten.
Zoals de revolutionaire transactivist Leslie Feinberg zei: “Niemand van ons zal vrij zijn totdat we een economisch systeem bouwen dat zich baseert op de noden van elke mens. Als trans personen zullen we geen echte vrijheid bekomen tot we een samenleving winnen waarin geen enkele klasse baat heeft bij het aanwakkeren van haat en vooroordelen, waar wetten die sekse, gender en menselijke liefde beperken ondenkbaar zullen zijn. Wij, de trans strijders, zal je vinden tussen de voortrekkers van de strijd voor de echte bevrijding!”
De strijd tegen LGBTQIA+fobie moet er een zijn voor een socialistisch alternatief. Waar geen enkele kapitalist winst maakt op puberteitsremmers of andere noodzakelijke zorg. Waar de grote sleutelsectoren zoals de energie-, farma-, zorg- en bankensector in eigendom van de gemeenschap en onder democratisch beheer van de werkende klasse staan. Leden van LSP, deel van International Socialist Alternative (ISA), voeren elke dag strijd voor zo’n wereld. Dat is ook de reden waarom we in 2017 het initiatief namen om Campagne ROSA te lanceren. Als we ons organiseren, kunnen we winnen: doe mee!
- Woensdag 28 juni: Pride is a Protest in Gent. 17u Coyendanspark. Facebookevenement
-
Transfobie in sport. Bliksemafleider voor tekorten en gebrek aan investeringen
Het recht van trans vrouwen om aan sport te doen ligt onder vuur. Afgelopen jaar verboden onder andere de internationale zwembond (FINA) en World Rugby de deelname van trans vrouwen in hun competitie. Verschillende Amerikaanse staten verboden de deelname van trans vrouwen aan universiteits- en schoolsport, voor veel jongeren het ticket tot een studiebeurs.
door Eveline (Brussel) en Koerian (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist
Haat tegen trans personen in sport is een stokpaardje voor extreemrechts. Ze claimen vrouwensport te beschermen door trans personen uit te sluiten. In realiteit proberen verschillende sportbonden en extreemrechtse politici de aandacht af te leiden van de enorme tekorten en desinvesteringen in vrouwensport. Tegelijk hopen ze politieke punten te scoren op de kap van één van de meest kwetsbare groepen in de samenleving.
Sinds het Internationaal Olympisch Comité (IOC) in 2021 besloot dat sportfederaties hun eigen regels rond trans personen moeten opstellen, ging de bal aan het rollen. Rechtse politici en opiniemakers oefenen een enorme druk uit op de sportbonden. Verschillende federaties gingen over tot een volledig deelnameverbod of extreem strenge testosteronwaarden. Dit beleid is echter niet in een vacuüm tot stand gekomen, maar stond al jaren in de spelregels van het IOC. Het waren zij die in 2015 een testosterondrempel installeerden en zo de deur openden voor nationale sportfederaties om hetzelfde te doen.
Deze repressieve en bekrompen regels om te voorkomen dat trans personen aan competities deelnemen, zijn gebaseerd op slechte wetenschap. Ze zoeken naar redenen om trans personen te diskwalificeren door zich te baseren op een lange geschiedenis van geslachtsverificatie waarbij trans-en intersekse personen onder de loep worden genomen. De meest besproken regels zijn die van World Athletics (WA), de internationale atletiekfederatie. WA verlaagde de drempelwaarde voor testosteron in alle disciplines naar 2,5 nmol/l. Dezelfde regel gold al sinds 2019 voor kortere loopnummers. Dit betekent dat ook niet-transatletes als Mbomba, Semenya, Niyonsaba – bij de geboorte aangeduid als vrouw maar met een hogere testosteronproductie – hun testosteronniveaus twee jaar lang met medicatie moeten onderdrukken voor ze weer mogen deelnemen aan de competitie. Dat is het de facto einde van hun carrière.
Wetenschappelijk bewijs
Nochtans is er geen bewijs dat trans vrouwen een voordeel hebben tegenover cisgendervrouwen. CCES, het Canadees antidoping-agentschap, deed een metastudie dat alle Engelstalige wetenschappelijke literatuur die tussen 2011 en 2021 verscheen over trans vrouwen in sport bekeek. De conclusie was duidelijk: “Er is momenteel geen substantieel onderzoek dat wijst op biologische voordelen die de eerlijkheid van de deelname van trans vrouwen aan topsport voor vrouwen in de weg staan.” Er bestaat momenteel geen bewijs dat trans vrouwen die ervoor kiezen testosteron te onderdrukken onevenredige voordelen behouden ten opzichte van cis-vrouwen. Het rapport toont bovendien dat studies die het omgekeerde bewijzen vol – al dan niet bewuste – methodologische fouten zitten. Ze vergelijken de prestaties van cisgendermannen en vrouwen, nemen gripkracht als proxy voor gehele lichaamskracht of vergelijken de prestaties van niet (top)sporters.
Er is geen consensus over de blijvende effecten van een mannelijke puberteit, welke effecten testosteron of genderbevestigende hormoontherapie heeft op sportprestaties. Er is zelfs geen consensus over wat nu juist een oneerlijk voordeel is binnen een topsportwereld die genetische uitschieters viert. Wat wel vaststaat, is dat testosteronniveaus en het aantal rode bloedcellen (verantwoordelijk voor het transport van zuurstof naar de spieren) van trans vrouwen binnen de gangbare vrouwelijke waarden valt. Bovendien brengt het lamleggen van testosteronproductie een hele hoop andere effecten teweeg: spierafbraak, gewichtstoename, lusteloosheid, depressie en het verlies van rode bloedcellen. Niet niets dus. Zeker is dat niemand een transitie ondergaat om beter te presteren in een andere categorie.
Lia Thomas is wellicht het bekendste voorbeeld van een trans atlete die onder vuur kwam te liggen. Voor haar transitie was Thomas één van de beste zwemmers van de VS in de mannencategorie. Het jaar na haar transitie was ze 556ste in de vrouwencategorie en het jaar erop (wanneer ze gedwongen werd te stoppen) 46ste. Rechts schreeuwde moord en brand omwille van een top tien notering in een zwemwedstrijd na haar transitie, maar in feite zijn de prestaties van Thomas er sterk op achteruit gegaan. De bewering dat mannen een jarenlange transitie zouden doorstaan om te winnen in vrouwencategorieën is gewoonweg belachelijk en schandalig.
Seksistisch vrouwbeeld
Eerder dan op wetenschappelijk bewijs baseren rechts en verschillende sportbonden zich op een seksistisch vrouwbeeld. Een vrouw die gespierd of groot is of zelfs een hoekige kaaklijn of lage stem heeft, is meteen verdacht. Serena Williams kreeg heel haar tenniscarrière te horen dat ze te mannelijk was, omdat ze gespierd is. MMA-vechter Cris Cyborg werd onder andere door commentator Joe Rogan omschreven als man. Basketbalspeelster Brittney Griners geboortegeslacht werd in twijfel getrokken toen ze opkwam voor transinclusie. Transfoben maken dankbaar gebruik van seksistische stereotypes die al aanwezig zijn in onze samenleving.
Amerikaanse jacht op trans jongeren in de sport (en daarbuiten)
In 2020 opende de Republikeinse Partij in de VS openlijk de jacht op trans personen in verschillende staten waar ze een meerderheid heeft. Idaho werd in maart van dat jaar de eerste staat die transgender meisjes verbood om deel te nemen aan meisjessporten. Honderden van dergelijke wetsvoorstellen werden tot nu toe ingediend bij wetgevende instanties.
Met het excuus ter “bescherming van elementaire rechtvaardigheid” verbieden 21 staten nu trans vrouwen om deel te nemen aan vrouwensportteams op scholen en universiteiten die overheidsfinanciering ontvangen, wat betekent dat naar schatting 30% van de LGBTQIA+-mensen in een staat met een verbod woont.
Volgens conservatieve politici zouden trans meisjes een oneerlijk voordeel hebben in de competitie voor studiebeurzen. Amerikaans hoger onderwijs kost een klein fortuin. Sportbeurzen zijn een belangrijke manier voor jongeren uit de arbeidersklasse om toegang te krijgen tot hoger onderwijs zonder levenslange schulden aan te gaan. Net als de onderfinanciering van vrouwensport creëert het gebrek aan toegang tot onderwijs een extreem competitieve sportomgeving. Dit pervers systeem wordt nu misbruikt door conservatieven om trans vrouwen uit te sluiten uit sport. Nochtans toont onderzoek dat scholen en universiteiten die werken aan transinclusie ook beter scoren op inclusie van vrouwen in sport. Indien politici echt zouden geven om de kansen van vrouwen in onderwijs, zouden ze het inschrijvingsgeld afschaffen en de bestaande studieschulden kwijt schelden.
Hoewel er weinig bewijs is dat de arbeidersklasse dit beleid breed steunt (slechts 8% zegt het nieuws erover te hebben gevolgd), heeft de voortdurende campagne van de conservatieven om transgender personen tot zondebok te maken een effect op de publieke opinie.
Het doel en het effect van deze wetten zijn dat trans vrouwen niet kunnen deelnemen aan sport, wat een cruciaal middel kan zijn om zelfvertrouwen en vriendschappen op te bouwen en stress te beheersen. Deze wetten zorgen ervoor dat trans vrouwen en meisjes verder geïsoleerd geraken en de discriminatie nog erger wordt.
Toegang tot topsport
Transfoben leiden de aandacht af van de vele problemen waar topsport en vrouwensport in het bijzonder mee kampen. Als er een niveauverschil is tussen mannen en vrouwen, heeft dit vaker te maken met het enorme verschil in de financiering en de omkadering, en niet met de intrinsieke capaciteiten van de atleten en atletes zelf. Maatschappelijk seksisme leidt tot ongelijke toegang in topsport. Vrouwen worden minder dan mannen gestimuleerd om te sporten. Slechts een minderheid van de vrouwelijke topsporters heeft het statuut van voltijds atlete. De meerderheid van de topsport hangt af van private investeerders en maffiose sportbonden. Zij investeren vele malen meer in mannensport dan in vrouwensport. Onderfinanciering van de vrouwencompetitie maakt de concurrentie voor een contract, sponsors, beurzen etc. nog een pak harder dan in de mannencategorieën.
De competitielogica binnen topsport gecombineerd met het gebrek aan kansen in vrouwensport vormt een dankbare voedingsbodem voor transfoben. Ze passen hun favoriete verdeel-en-heers tactiek toe door de angst te creëren dat er nog minder wedstrijdkansen, prijzengeld, sponsoring en verslaggeving zal zijn. Leugens dat trans vrouwen een natuurlijk voordeel zouden hebben, teren zo op een reëel gebrek aan kansen en middelen.
In realiteit worden trans en vrouwelijke topsporters met gelijkaardige obstakels geconfronteerd: een gebrek aan onderzoek naar prestaties en trainingsmethodes, discriminatie op en naast het sportveld, gebrek aan rolmodellen en professionele begeleiding…
Als sportbonden en overheden echt zouden inzitten met eerlijke vrouwensport zouden ze massaal investeren in opleidingskansen, onderzoek en wedstrijdkansen. Maar zelfs eerlijk prijzengeld en leefbare minimumlonen zijn vandaag al te veel gevraagd.
Toegang tot amateursport
Nog belangrijker dan de toegang tot topsport is natuurlijk het recht op sport en beweging voor iedereen. Trans personen botsen hier op heel wat barrières. Ze worden meer dan cismannen en -vrouwen slachtoffer van fysiek en seksueel geweld, wat sporten in de publieke ruimte een pak minder toegankelijk maakt. Wanneer trans personen naar een publieke fitness of sporthal gaan, worden ze bijna altijd geconfronteerd met binaire faciliteiten: mannen- en vrouwenkleedkamers, mannen- en vrouwentoiletten… Vaak botsen ze op een gegenderd sportaanbod: zumbalessen voor vrouwen, krachttraining voor mannen. Commerciële sportclubs maken gretig gebruik van genderstereotypes om hun aanbod te verkopen.
Hetzelfde geldt voor sportlessen op school. Vaak worden trans personen gedwongen om zich om te kleden in een kleedkamer die niet bij hun gender past, gebruiken leerkrachten en medeleerlingen niet de juiste voornaamwoorden of worden ze zelfs uitgesloten. Ook in amateurcompetities worden trans personen geconfronteerd met discriminatie, onbegrip en haat. Het maakt recreatieve sport een heel onveilige plek voor trans personen.
Safe spaces
In deze context winnen LGBTQIA+ friendly sportclubs en safe spaces aan terrein. Het is logisch dat er een zoektocht is naar rechtstreekse oplossingen om de veiligheid te verzekeren en sporten mogelijk te maken. Hoe waardevol deze initiatieven ook zijn, ze blijven in een samenleving vol transfobie geïsoleerd en worden vaak geconfronteerd met dezelfde tegenkanting en moeilijkheden die individuele transatleten ervaren. Bovendien is het geen alternatief op inclusie. Trans personen moeten in elke sportclub terecht kunnen. Safe spaces lopen het risico het idee te voeden dat trans personen maar hun eigen aparte plek, categorie of club moeten creëren. Om discriminatie tegen te gaan zijn vooral middelen nodig.
Echte inclusie vraagt investeringen. De strijd tegen transfobie moet gekoppeld worden aan eisen voor een beter gebruik van de publieke ruimte voor iedereen: meer openbaar vervoer, meer publieke ontspanningsruimten en sportinfrastructuur met voldoende personeel dat goed opgeleid is. Zodat trans personen niet afhankelijk zijn van de goodwill van commerciële sportketens of de inzet van enkele safe spaces. Er is nood aan middelen voor opleidingen rond genderinclusiviteit voor sportcoaches, meer middelen voor scholen en clubs zodat er tijd is voor een gepersonaliseerde aanpak van atleten. Breder hebben scholen voldoende middelen en begeleiding nodig om seksuele voorlichting te geven die niét heteronormatief is en ook ingaat op vragen rond gender en geslacht. Dit vereist meer middelen voor onderwijs in plaats van de besparingen van de afgelopen decennia.
Bredere aanval op transrechten
De aanvallen op trans vrouwen in sport komen niet alleen. Onder andere het recht van jongeren of niet-neurotypische personen om in transitie te gaan, wordt overal ter wereld in vraag gesteld. In heel wat Amerikaanse staten heeft het geleid tot een verbod op het voorschrijven van puberteitsblokkers aan minderjarigen. De vloedgolf van aanvallen op transrechten draagt bij tot groeiend geweld tegen trans personen, aangezien wetten een rol spelen bij het dicteren van de publieke perceptie.
De beleidsmakers zijn niet geïnteresseerd in het verdedigen van vrouwensport. Ze spelen een berekend politiek spel. Dit beleid creëert vaak een probleem waar het niet bestaat, en gebruikt trans personen als afleidingsmanoeuvre. Het maskeert het gebrek aan publieke investeringen in onderwijs en sportvoorzieningen door te focussen op haat tegen trans personen. Economische, ecologische en sociale crises volgen elkaar op en versterken elkaar. Door haat aan te wakkeren tegen trans personen hoopt het politieke establishment te bereiken wat ze ook met racisme bereikt: mensen verdelen zodat ze de echte schuldigen niet viseren. Onder het kapitalisme is het aanwakkeren van verdeeldheid onder de arbeidersklasse een cruciale strategie tijdens een crisis; het is een reddingsboei voor het heersende establishment.
Het lijdt geen twijfel dat succesvolle aanvallen op trans personen de deur verder zullen openen voor aanvallen op alle onderdrukten en mensen uit de arbeidersklasse.
Investeringen nodig in andere organisatie van sport
Het organiseren van echte gelijkheid begint bij een sterke financiering en democratisering van sport, en dit op alle niveaus. Dit omvat een stevige investering door de overheid in infrastructuur, begeleiding en opleidingen, én het creëren en ondersteunen van democratisch beheerde sportclubs en -bonden, waarbij de sporters, de omkadering en de supporters zelf mee besturen.
Het zorgt er ook voor dat jongeren (m/v/x) hun interesses kunnen exploreren, zonder dat hierbij financiële of sociale drempels in de weg staan. Deze democratisering doorbreekt de hiërarchische, vaak politiek beïnvloede structuren in de sportwereld.
Dit zijn eisen die niet alleen de transgender gemeenschap ten goede zouden komen, maar alle werkenden. Door eensgezind voor deze eisen te strijden, kunnen transfobe ideeën binnen de arbeidsklasse worden uitgedaagd.
Transgender rechten zijn een zaak van de arbeidersklasse, en het zijn de methoden van arbeidersstrijd en solidariteit die ons laten zien hoe we vooruit kunnen komen en winnen. Een verenigend programma voor de rechten van queer en transgender personen zal ons niet alleen verdedigen tegen rechts, maar zal het leven van alle mensen uit de arbeidersklasse verbeteren.
Hiervoor is er nood aan strijdbare Prides die aanknopen bij de tradities van Stonewall. Er is nood aan zichtbare solidariteit vanuit de LGBTQIA+ gemeenschap met strijd van de werkende klasse, zoals de zorg en de sociale sector die op 13 juni betogen of het onderwijs dat actie voert voor meer middelen. De campagnes, wetsvoorstellen en media-aanvallen van rechts werken enkel bij gebrek aan een reële organisatie die strijd organiseert op straat.
-
Belgian Pride. ‘Protect the protest’. Geen kapitalisme zonder LGBTQIA+fobie!
Zaterdag namen 150.000 mensen deel aan de Belgian Pride in Brussel. Het thema van dit jaar was “Protect the protest”. De strijd van LGBTQIA+personen leidde tot meer acceptatie en erkenning. Gelijkheid op papier werd afgedwongen. Geweld en discriminatie worden vaker aangeklaagd. Toch lijkt LGBTQIA+fobie meer aanwezig. Een alliantie van conservatieven en extreemrechts wordt mondiger en gewelddadiger. Ze beschikken over een enorm platform om transfobie en queerfobie te verspreiden.
Op het journaal van VRT zei Elise van Campagne ROSA: “Feesten is belangrijk en er zijn dingen die goed zijn qua wetgeving in België. Maar we zien nog steeds dat veel jongeren zich bijvoorbeeld niet veilig voelen op school, dat er heel veel discriminatie is bij het zoeken naar een job of een woning. Dat zijn problemen die nog steeds aanwezig zijn. Een deel van de Pride moet dus op zijn minst een protest zijn.”
Met symbolische maatregelen die niet veel geld kosten, zoals gekleurde zebrapaden, komen we er niet. Het zijn massale investeringen in gezondheidszorg en het onderwijs die echt een verschil kunnen maken. Al is dat natuurlijk onvoldoende, want een kapitalistische samenleving gebaseerd op extreme ongelijkheid zorgt voor een permanente voedingsbodem voor haat, geweld en rechtse ideeën. De strijd tegen LGBTQIA+fobie is een strijd tegen elke vorm van discriminatie.
Elke overwinning voor LGBTQIA+ personen is slechts tijdelijk en de rechterzijde slaat terug van zodra ze dit kan. Zolang de wortels van LGBTQIA+ fobie en alle andere vormen van discriminatie niet aangepakt worden, zullen we deze strijd moeten blijven voeren. Daarom linken wij de strijd tegen LGBTQIA+ fobie met de strijd voor een socialistisch alternatief. Een maatschappij waar de enorme rijkdommen en het maatschappelijk potentieel ten dienste staat van de noden en niet van de winsten. Sleutelsectoren zoals energie, farma, banken en gezondheidszorg moeten in eigendom van de gemeenschap en onder democratisch beheer van werkenden staan. Een wereld zonder ongelijkheid en LGBTQIA+ fobie is mogelijk! Daarvoor komen wij op straat!
Volgende afspraak: woensdag 28 juni in Gent – Pride is a Protest – vanaf 17u in het Coyendanspark













-
Ondanks transfobie zijn overwinningen nodig én mogelijk
De transfobe polarisering slaat diepe – en verre van figuurlijke – wonden. Rechtse politici gebruiken haat tegen een groep die jaren onderdrukking met zich meedraagt om hun programma van besparingen door te drukken. Tegelijk krijgen figuren als Griet Vandermassen een groot platform om transzorg (in het bijzonder voor jongeren) subtieler aan te vallen. Toch leidt strijd nog steeds tot reële, levensreddende overwinningen, in België en elders. Een militante en sociale Pride is daarom belangrijk.
door Koerian (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist
Stappen vooruit
De laatste 20 jaar zijn de rechten van trans – en non-binaire personen erop vooruit gegaan. In België zijn wijzigingen in de procedure voor geslachtsregistratie, wetten tegen discriminatie en de conventie voor terugbetaling van transzorg belangrijke verbeteringen in het dagelijkse leven van transpersonen. Die rechten kwamen er onder druk van de LGBTQIA+ beweging die hier sinds de jaren ‘50 een harde strijd voert. De dappere coming-outs van Sam Bettens en Bo Van Spilbeeck creëerden de laatste jaren een grote openheid. In 2018 was Van Spilbeecks boek over haar transitie het best verkochte boek in Standaard Boekhandel. Het toont een oprechte interesse voor transpersonen bij een grote groep mensen.
Extreemrechtse haat
Toch lijkt het de laatste tijd alsof transpersonen continu onder vuur worden genomen. Transzorg bij jongeren wordt te pas en te onpas in vraag gesteld, denk maar aan de recente PANO-reportage of de columns die Griet Vandermassen in zowel De Morgen als De Standaard mag pennen. Het is giftige transfobie, vermomd als een redelijke mening of zelfs bezorgdheid. De overgrote meerderheid van het wetenschappelijk onderzoek toont dat genderbevestigende zorg de gezondheid van jongeren vooruit helpt en vaak zelfs levensreddend is.
Dit soort opinies vergroot het geweld tegen trans personen en geeft extreemrechts het zelfvertrouwen een stap verder te gaan. Studies stellen vast dat het geweld tegen trans personen toeneemt.
Neofascist Dries Van Langenhove intimideerde recent samen met Vlaams Belang Brugge een drag queen-voorleesuurtje georganiseerd door de Brugse musea. Het markeert de relatief nieuwe focus van extreemrechts op transfobie als speerpunt. Net als toen Bo van Spilbeek uit de kast kwam, geeft de traditionele media Van Langenhove en andere transfoben graag een platform. Het zorgt voor sappige titels en de bijhorende clicks.
Strijd loont
Ook vandaag, in een sfeer van toenemende polarisering, kunnen overwinningen worden geboekt.
In Spanje werd een wet afgedwongen die de rechten van LGBTQIA+ personen mijlen vooruit katapulteert. Minderjarige trans personen kunnen nu zonder wachtperiode hun transitie starten. In Finland werd dit jaar een wet gestemd die ervoor zorgt dat mensen zonder psychiatrisch rapport of sterilisatie legaal van geslacht kunnen veranderen. Beide wetten zijn het gevolg van strijd en mobilisatie.
LGBTQIA+ rechten zijn net als vrouwen- of andere rechten nooit verworven. Er is geen automatische rechtlijnige vooruitgang naar meer rechten of openheid. Dat hebben de moorddadige wetswijzigingen in de VS de afgelopen maanden duidelijk gemaakt. Van Stonewall tot vandaag: elk recht, elke bescherming, elke wet is het gevolg van een onaflatende strijd. Ook op concrete aanvallen is strijd het beste antwoord. Zo moest Posie Parker, een bekende Britse transfoob, haar tour door Nieuw-Zeeland annuleren na protest van duizenden mensen. De meerderheid van de mensen heeft geen boodschap aan de haat van extreemrechts. Zo vinden 72% van de Belgen dat trans personen recht hebben op genderbevestigende chirurgie (Ipsos-peiling uit 2017). Hen op straat brengen maakt meteen duidelijk dat transfoben een marginaal minderheidsclubje zijn en neemt hen de wind uit de zeilen.
Verdeel-en-heers
Het is geen toeval dat extreemrechts vandaag de transfobe kaart trekt. Ze hebben geen antwoord op de thema’s die hun kiespubliek echt bezighouden: dalende koopkracht, groeiende wachtlijsten, dure prijzen … Dus grijpen ze terug naar hun standaardpraktijk: het oppoken van haat en verdeling. Het is een tactiek die gretig wordt overgenomen door de gevestigde politiek. Onder druk van een gigantische pensioenbeweging grijpt Macron terug naar grof racisme om te proberen verdeeldheid te zaaien, in volle syndicale storm blokkeerde de Britse regering de Schotse Gender Recognition Bill. Het kapitalistisch systeem heeft nood aan brutale besparingen om haar winsten te garanderen en het heeft nood aan discriminatie om die besparingen door mensen hun strot te rammen.
Zorg en onderwijs
De besparingen op zorg en onderwijs dragen in het bijzonder bij tot de recente transfobe polarisering. Zieken-, ouderen- en kinderzorg worden kapot bespaard en komen steeds meer bij het gezin te liggen. Dat betekent een veel grotere focus op man-vrouw-kind, het binaire kerngezin, en een wantrouwen tegenover wie buiten dat keurslijf valt. Hoe meer zorgtaken worden geprivatiseerd, hoe meer het kapitalistisch systeem nood heeft aan ‘traditionele gezinswaarden’ als verantwoording.
Het is geen toeval dat Campagne ROSA investeringen in zorg en onderwijs centraal stelt voor haar Pride is a Protest acties. Investeringen in zorg betekenen ook een einde aan de wachtlijsten in transzorg. Investeringen in onderwijs zijn nodig om een inclusieve en kwaliteitsvolle seksuele en relationele opvoeding te realiseren. Gender bijscholingen voor leerkrachten, kleinere klasgroepen om echte discussies mogelijk te maken, grote en goed opgeleide genderteams om betere transzorg mogelijk te maken, gratis en voldoende psychologische hulp … Om eender welk van deze levensnoodzakelijke eisen te verwezenlijken, hebben we nood aan een breuk met de kapitalistische besparingslogica. Het geld is er. De twintig grootste beursgenoteerde bedrijven in België deelden 8 miljard dividenden uit.
Het zijn bovendien eisen die niet alleen trans personen aanbelangen. Ook je buur en oma zijn gebaat bij betere scholen en ziekenhuizen. Een solidaire strijd van buren, grootouders en vakbonden kan bergen verzetten. De solidariteitscampagne Lesbians and Gays support the Miners was een kantelpunt in de Britse LGBTQIA+ geschiedenis. Bovendien ontmaskeren sociale eisen extreemrechts. Als Dries Van Langenhove en zijn meelopers zo graag kinderzieltjes willen beschermen, waarom stemt Vlaams Belang dan consequent tegen meer middelen voor onderwijs?
Elke vooruitgang is steeds onzeker door een gebrek aan middelen om de enorme sociale tekorten aan te pakken. Het onrendabele deel van de gezondheidszorg, persoonlijke zorg, wordt door de overheid gefinancierd. Het meest winstgevende deel van de sector, de farmaceutische industrie, is daarentegen in handen van grote private groepen. Deze laatste moet worden genationaliseerd om gratis geneesmiddelen en behandelingen, vrij van alle octrooien, te garanderen binnen een nationale publieke gezondheidsdienst. De nationalisatie van de gehele financiële sector zou, door deze sector uit de klauwen van speculanten te halen, een echte bron van massale financiering van al onze openbare diensten mogelijk maken, waaronder onderwijs, sociale hulp, hulp aan slachtoffers, kinderopvang …
De wonden die de huidige transfobe polarisering slaat, zijn diep en jammer genoeg niet altijd spreekwoordelijk. Ze komen bovenop de littekens van het verleden. Shock en angst zijn logische reacties. Toch is Pride geen verdedigingswerk. Het is een militante, solidaire en sociale strijd. Heel reële overwinningen, zoals in Nieuw-Zeeland en Spanje, kunnen ook hier worden geboekt. We will not be quiet, Stonewall was a riot!
Transfoben richten zich op sport
Transfoben hameren de laatste tijd op de uitsluiting van transvrouwen uit (top)sport. De zwem- en atletiekbond volgden hen hierin en sloten transvrouwen uit. Ze denken gemakkelijk punten te scoren op basis van een seksistisch beeld van hoe een vrouwenlichaam er moet uitzien. “Kijk hoe gespierd die is, dat is toch niet normaal.”
Nochtans concludeert een metastudie door het Canadees centrum voor ethiek in sport, die alle studies bundelde over transvrouwen in topsport tussen 2011 en 2021: “Wat topsport voor vrouwen bedreigt, zowel voor cis- en transvrouwen, zijn niet transvrouwen, maar eerder discriminatie in de vorm van onderfinanciering, ongelijke deelname/leiderschap, ongelijke verdeling/toegang tot sportruimte en een reeks kansen die vrouwen (cis- en transvrouwen) niet op een gelijke manier krijgen.” (1) Amerikaans onderzoek concludeert dan weer dat scholen en universiteiten die inzetten op inclusie van transpersonen in sport het ook beter doen op inclusie van cisgender vrouwen. (2)
Rechts en sportinstanties gebruiken transfobie om de aandacht af te leiden van het schrijnend gebrek aan investeringen, om een gelijke toegang tot sport mogelijk te maken. Ze willen het vooral niet hebben over het seksisme binnen hun respectieve sporten.
1. https://www.cces.ca/sites/default/files/content/docs/pdf/transgenderwomenathletesandelitesport-ascientificreview-e-final.pdf
2. https://www.americanprogress.org/article/fair-play/