Your cart is currently empty!
Category: LGBTQI
-
Verdedig de vrije keuze van seksuele geaardheid
In maart werden twee jonge vluchtelingen, Yahia en Ramzi, het slachtoffer van homofoob geweld in de Brusselse metro. De twee jongens zijn hun land van afkomst – Palestina en Algerije – ontvlucht om aan homofobe vervolgingen te ontsnappen. Dit geweld was maar een topje van de ijsberg. Iedere dag worden duizenden holebi’s en transseksuelen het slachtoffer van homofobie.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Homofobie doorheen de hele wereld
- Er zijn acht landen waar holebi’s worden geëxecuteerd
- In een zestigtal landen is homoseksualiteit strafbaar
- In de VS mogen openlijke homo’s niet in het leger. Recent verklaarde een voormalige NAVO-commandant dat het bloedbad in Srebrenica (Bosnië) mee het resultaat was van de aanwezigheid van homo’s in het Nederlandse leger
- In 30 Amerikaanse staten is homoseksualiteit een gerechtvaardigde reden tot ontslag
- De nummer twee van het Vaticaan verklaarde naar aanleiding van de vele pedofilieschandalen in de katholieke kerk dat er een verband is tussen pedofilie en homoseksualiteit – het celibaat van de priesters heeft uiteraard niets te maken met de schandalen…
- In Oost-Europa wordt de Gay Pride gewelddadig onderdrukt.
[/box]
Nochtans hebben holebi’s in ons land dezelfde rechten als hetero’s – ze kunnen trouwen en kinderen adopteren. Homofobie is een strafbare vorm van discriminatie. Maar woorden op papier volstaan niet. In de praktijk moet gelijkheid tussen holebi’s en hetero’s nog steeds worden afgedwongen.
Uit een Europese studie blijkt dat 80% van de holebi’s onder de 25 jaar te maken krijgt met verbaal en vaak ook fysiek geweld op school als gevolg van hun andere seksuele geaardheid. Heel wat specialisten zeggen dat er op school aandacht zou moeten zijn voor holebi’s in het lessenpakket. Bij seksuele opvoeding zouden ook andere geaardheden aan bod moeten komen (zowel hetero als holebi of transseksuelen). Dat zou niet snel op een namiddag moeten worden afgehandeld maar onderdeel vormen van de hele opvoeding van jongeren en worden toegelicht door een daartoe opgeleide leraar.
Dit zou een belangrijk wapen tegen homofobie zijn aangezien het jongeren vanaf kleins af aan zou gewoon maken aan verschillende vormen van seksualiteit. De afgelopen 20 jaar is duidelijk geworden dat de opeenvolgende regeringen niet bepaald geneigd zijn om middelen in onderwijs te investeren, laat staan in andere openbare diensten. Het onderwijzend personeel moet het met steeds minder middelen doen, de gebouwen zijn er slecht aan toe, de klassen overvol en het tekort aan middelen ondermijnt een goede pedagogische begeleiding.
Om in het onderwijs voldoende aandacht te kunnen besteden aan seksuele opvoeding, is er gratis en degelijk onderwijs nodig dat toegankelijk is voor iedereen en over voldoende publieke middelen beschikt. Dat is waarom we opkomen voor meer publieke middelen voor onderwijs, minstens 7% van het BBP.
In de Verenigde Staten is één op de vier jonge holebi’s die uit kast komt het slachtoffer van homofobie vanwege de ouders en staat de coming-out gelijk met een nieuwe woonplaats zoeken. Tussen de 20% en 40% van de jonge daklozen in de VS zijn holebi’s. In Europa zijn er andere cijfers die de moeilijkheden tonen waarmee holebi’s worden geconfronteerd: 12,4% van de jonge homo’s onderneemt een zelfmoordpoging (bij hetero’s is dat maar 5,9%). 25% van de jonge lesbiennes wil zelfmoord plegen tegenover 5,4% van de hetero-meisjes. De situatie in ons land is niet fundamenteel anders dan in de VS of de rest van Europa.
Jonge en minder jonge holebi’s hebben meer dan ooit nood aan opvangmogelijkheden die hen beschermen tegen homofoob geweld in het dagelijkse leven, op school, op het werk of op straat. We stellen echter vast dat er tegen de achtergrond van de crisis zeker geen middelen worden vrijgemaakt om groepen te beschermen die dit nodig hebben (holebi’s maar ook slachtoffers van intrafamiliaal geweld, kleine kinderen,…). Er zijn quasi geen opvangplaatsen of enkel na het doorlopen van een lange wachtlijst. Veel holebi’s of slachtoffers van seksistisch geweld hebben hierdoor geen andere keuze dan het geweld te ondergaan. Vluchten betekent maar al te vaak op straat terecht komen of zelfs in de prostitutie. Begeleiding en opvang van slachtoffers van allerlei vormen van geweld staat niet op de regeringsagenda, daar wordt eerder gekeken waar er nog verder kan bespaard worden op alle diensten.
Wij komen op voor degelijke openbare diensten die gratis hulp bieden aan personen die gevaar lopen en die rekening houden met de reële problemen waarmee de bevolking wordt geconfronteerd, zowel jongeren als minder jongeren, holebi’s en hetero’s, mannen en vrouwen.
Sinds meer dan 30 jaar richt AIDS een ravage aan in heel de wereld. Ondanks de huidige wetenschappelijke kennis en de enorme inspanningen van duizenden onderzoekers bestaat er nog steeds geen vaccin. Dat komt omdat het wetenschappelijk onderzoek steeds meer in handen is van grote privé-bedrijven zoals de farmaceutische groepen. Die willen enkel onderzoek financieren met het oog op de eigen winsten. GSK, de tweede grootste farmaceutische groep op wereldvlak, maakte een winst van bijna twee miljard euro met de verkoop van het vaccin tegen de Mexicaanse griep. GSK financiert heel wat onderzoek in de gezondheidssector.
Onderzoek moet in de publieke handen zijn en gericht worden op de echte behoeften van de meerderheid van de bevolking, bijvoorbeeld door meer te investeren in onderzoek naar vaccins tegen AIDS en andere ziektes.
Hoeveel holebi-koppels zijn ook niet het slachtoffer van homofobie als ze huisvesting zoeken? Een groot deel van de huisvesting is in de handen van de private sector. Daar geldt de regel dat de verhuurder kan beslissen of de kandidaat-huurder geschikt is. Veel migranten, alleenstaande moeders, werklozen of OCMW-uitkeringstrekkers hebben hierdoor geen toegang tot heel wat huisvesting.
Wij eisen een massaal plan van sociale woningbouw zodat er goedkope en degelijke huisvesting is onder democratische controle van de gemeenschap zodat er geen willekeur kan heersen.
Deze voorstellen en eisen zouden homofobie bestrijden en maken integraal deel uit van het LSP-programma. We hebben er allemaal bij te winnen, zowel holebi’s, hetero’s, vrouwen, migranten, jongeren,… We zullen deze eisen echter niet zomaar afdwingen door ze naar voor te brengen. We moeten strijden voor en deelnemen aan de opbouw van een samenleving gebaseerd op de reële behoeften van de samenleving en niet de winsten van een kleine minderheid. Zoniet zal er steeds ingespeeld worden op verdeeldheid onder de werkende bevolking, of het nu op basis van sekse, huidskleur of seksuele geaardheid is. Als jij ook een einde wil maken aan het kapitalistische systeem en alle gevolgen van dat systeem – zoals seksisme, racisme en homofobie – sluit dan aan bij LSP.
-
Vervolging van holebi’s. Vroeger & nu
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
RECENSIES op SOCIALISME.be
- "Blackwater, opkomst van ‘s werelds machtigste huurlingenleger" door Jeremy Scahill
- "De rode vlag" door David Priestland
- "Dokter in overall" door Karel Van Bever
- Which side are you on?
- "Het islamdebat" door Sami Zemni
- Varmints: boek, film en CD
- "Onze kant van het bed" door Marc Reynebeau
- Tentoonstelling: Frida Kahlo in Bozar
- “Jean-Marie Dedecker. De buffel” door Raf Sauviller
- “Cuba na Castro, een eiland in omwenteling" door Lode Delputte
- Avatar. Als de aandeelhouders de wereld verslinden
- "The People Speak" van Howard Zinn
- “Stalin’s Terror of 1937-1938. Political Genocide in the USSR” door Vadim Z Rogovin
- “Das Kapital van Karl Marx” door Francis Wheen
- “Het andere Duitsland. De voormalige DDR 20 jaar na de val van de Muur” door Jeroen Kuiper
- "De beschavingsmachine. Wij en de islam” door Ico Maly
De film “Un amour à taire” (verkrijgbaar op DVD met Nederlandstalige ondertitels) is één van de weinige films over de deportatie en vervolging van holebi’s onder het nazisme. De centrale figuren in de film zijn Jean en Philippe die van elkaar houden. In het Parijs van 1942 was dat een misdaad. Het volstond om met een roze driehoek te worden gebrandmerkt en vervolgd.
Op Socialisme 2010 is er op zondag 25 april tussen 13u en 15u30 een commissie over de strijd voor holebirechten.
[/box]De film van Christian Fauré brengt een verhaal over het verzet, de collaboratie en de verschrikkingen van de concentratiekampen. De film wordt gedragen door sterke acteurs en brengt ook een mooi liefdesverhaal.
Toen de nazi’s in 1933 aan de macht kwamen, werden al snel wetten ingevoerd tegen “erfelijke rampen”. Daarbij werd onder meer overgegaan tot het steriliseren van homoseksuelen. Deze vervolging begon meteen na 1933. In de eerste twee jaar van de nazimacht werden volgens Albert Knoll (archivaris in Dachau) 50.000 tot 63.000 mensen veroordeeld wegens homoseksualiteit. Uiteindelijk werden meer dan 100.000 homoseksuelen naar concentratiekampen afgevoerd.
De wrede vervolgingen door de nazi’s zorgden ervoor dat het aantal sterfgevallen onder holebi’s in de kampen erg hoog lag: zowat 60%. In de film wordt getoond hoe één van de hoofdpersonages zich verzet als een gevangene met roze driehoek door een bewaker in elkaar wordt geslagen. Dit verzet wordt beantwoord door hem naar een ander kamp te sturen en te vergassen. De politie had een uitgebreid overzicht van alle homoseksuelen in Frankrijk gemaakt en bood dit overzicht aan de nazi-bezetters aan. Jean en Philippe werden slachtoffers van de collaboratie van het Vichy-regime.
De Franse wet waarmee homoseksualiteit strafbaar werd gesteld, bleef ook na de oorlog bestaan. Deze wet werd pas in 1981 afgeschaft en pas in 2001 werd de deportatie van homoseksuelen officieel erkend door de overheid.
Ook in andere landen bleef de vervolging van holebi’s na de Tweede Wereldoorlog dagelijkse kost. In de Sovjetunie werd homoseksualiteit verboden onder Stalin, die met de wet van 7 maart 1934 holebi’s met vijf jaar werkkamp in de Goelags bestrafte. Die positie werd ook overgenomen door Cuba, waar de laatste homofobe wetten pas in 1997 werden afgeschaft.
Vandaag zijn er nog steeds zeven landen waar op homoseksualiteit de doodstraf staat. In 2005 werden twee jonge Iraniërs openbaar geëxecuteerd omwille van hun geaardheid. In een zestigtal landen zijn er andere bestraffingen voor homoseksualiteit. In 2009 nog werd in Oeganda een wetsvoorstel ingediend om de doodstraf voor holebi’s in te voeren. De strijd is duidelijk nog niet gestreden.
Zaterdag 15 mei: Gay Pride in Brussel.
-
Twee vluchtelingen aangevallen in Brussel – homofobie in opmars
Afgelopen zaterdagavond besloten twee studenten, Yahia en Ramzi, om samen met vrienden uit te gaan. Wat begon als een leuke avond onder vrienden, eindigde op de spoeddienst van het Brugmann ziekenhuis. Wij zijn geschokt door dit homofoob geweld.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Op Socialisme 2010 is er op zondag 25 april tussen 13u en 15u30 een commissie over de strijd voor holebirechten.
[/box]Eén van de aanvallers deelde meerdere slagen uit. Hij sloeg Ramzi en riep daarbij: “Vuile pedofiel. Ik haat jullie. Op de grond, zodat ik je kan schoppen.” (Le Soir 30 maart). Ramzi is student aan de Leuvense universiteit en werd nadien naar het ziekenhuis overgebracht, zijn hele gezicht zat onder het bloed.
Zijn vriend Yahia stelde in de media: “We mogen dit niet zomaar laten passeren. Dit is verschrikkelijk.” De twee slachtoffers zijn vluchtelingen, de ene uit Algerije de andere uit Palestina. Ze zijn beiden gevlucht om te ontsnappen aan homofobe vervolgingen.
In zowel Algerije als Palestina is homoseksualiteit nog steeds wettelijk verboden. Er is een harde repressie. In heel wat landen worden holebi’s geconfronteerd met vervolging waardoor ze zich diep in de kast moeten verborgen houden of zelfs moeten vluchten om gewoon zichzelf te kunnen zijn.
Yahia stelde dat hij met de dood werd bedreigd door een salafist in Alger. “Dat is verschrikkelijk. Ik wil gewoon vrij kunnen gaan en staan waar ik wil met mijn dubbele status van Arabier en homo.” (Le Soir 30 maart). Ramzi vervolgt: “Ik ben de haat ontvlucht, ik wil er hier niet opnieuw mee worden geconfronteerd.” Het begint met verwijten, maar het ontaardt al snel in een toename van homofoob geweld.
De strijd is niet gestreden
Ondanks alle wettelijke bepalingen en vooruitgang op dat vlak, blijft geweld tegen holebi’s in ons land een realiteit. Yahia en Ramzi zijn niet de enigen. Het is moeilijk om cijfers te vinden, de politie houdt geen statistieken of gegevens bij van homofoob geweld.
Maar onderzoek onder holebi’s zelf maakt een en ander duidelijk. 12,4% van de jonge homo’s denkt wel eens aan zelfmoord (tegenover 5,9% van heterojongens), onder jonge lesbische meisjes is het zelfs 25% (tegenover 5,4% onder heteromeisjes). Een Europees onderzoek stelde dat 80% van de holebi’s jonger dan 25 jaar op school wel eens het slachtoffer werd van verbaal geweld en vaak ook fysiek geweld omwille van hun seksuele geaardheid.
Dergelijke cijfers maken duidelijk dat de strijd nog niet gestreden is. We moeten blijven opkomen tegen iedere vorm van discriminatie. LSP roept dan ook op om deel te nemen aan de Gay Pride, die volgens ons een strijdbare betoging moet worden in de plaats van een commercieel feest. De strijd tegen homofobie is verbonden met de strijd tegen het kapitalisme dat een grotere nadruk legt op alles wat ons verdeelt – of het nu op basis van afkomst, huidskleur, sekse, religie of seksuele geaardheid is. Dat kan enkel beantwoord worden met een samenleving zonder onderdrukking en uitbuiting, waardoor er geen belang meer is bij discriminatie. Wij strijden voor een democratisch socialistische samenleving!
Gay Pride – zaterdag 15 mei
-
Homofobie naar aanleiding van overlijden Boyzone-zanger
Het overlijden van de zanger van de jongensgroep Boyzone, Stephen Gately, leidde tot een schandalige homofobe uitval van een journalist van het Ierse Daily Mail. De journalist in kwestie, Jan Moir, schreef een artikel onder de titel “waarom er niets “natuurlijk” was aan de dood van Stephen Gately”. De dood van de zanger werd aangegrepen om uit te halen naar holebi’s.

Moir hield in het artikel geen rekening met de medische bewijzen waaruit bleek dat Gately een natuurlijke dood stierf. In de plaats daarvan werd ingegaan op de “levensstijl” van de zanger. De omstandigheden rond de dood werden in het artikel “bijzonder dubieus” genoemd.
De journaliste speculeert verder over het seksleven van Gately en zijn partner en beweert zelfs: “Een ander spijtig gegeven rond Gately’s dood is dat het een slag toebrengt aan de mythe van gelukkige burgerlijke partnerschappen.” Een homokoppel kan volgens de journaliste blijkbaar geen duurzame relatie hebben.
Het artikel in de Daily Mail leidde tot heel wat protest. De Ierse klachtencommissie kreeg meer dan 22.000 klachten. Op facebook werden bijna 30.000 mensen lid van een groep die zich tegen het artikel uitspreekt.
Dit artikel is echter geen geïsoleerd gegeven. De populaire media probeert in haar zoektocht naar meer winst zoveel mogelijk in te gaan op speculatie rond het seksleven van bekende mensen. Homofobie, seksisme en racisme worden schaamteloos ingezet indien dit de verkoop kan stimuleren. De eigenaars van deze media hebben niet toevallig een rechtse politieke agenda.
Het feit dat het overlijden van Stephen Gately wordt aangegrepen om een homofobe aanval te lanceren, maakt jammer genoeg duidelijk dat homofobie nog steeds een ernstig probleem is. Homofoob geweld en pestgedrag op school blijft de norm. In Ierland is het huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht nog steeds niet mogelijk.
Het is goed dat veel gewone mensen ingaan tegen het homofobe artikel in de Daily Mail. De woede is terecht en moet gebruikt worden om campagne te voeren tegen homofobie. Om een einde te maken aan homofobie, hebben we nood aan een samenleving die vertrekt van solidariteit in de plaats van vooroordelen en verdeeldheid.
-
Protest na homofoob geweld in Israël
Op 1 augustus werden twee homo’s en een lesbienne vermoord in Tel-Aviv. Bij de aanval vielen ook tal van gewonden. Een man in zwarte kleren schoot in het wild op een holebi-activiteit. Dit was de meest ernstige homofobe aanval ooit in Israël. Het geweld trok onmiddelijk een golf van protest op gang.
Het kwam al snel tot een spontane betoging met meer dan 1.000 aanwezigen, waarbij een voortrekkersrol werd gespeeld door militanten van Maavak Sozialisti (onze zusterorganisatie in Israël/Palestina) en Hadash (een front rond de Communistische Partij). Ook in de daaropvolgende dagen waren er acties en het kwam tot een historische massabijeenkomst in Tel Aviv met naar schatting 70.000 aanwezigen. Tegelijk waren er solidariteitsoptochten in onder meer de VS en West-Europa.
De omvang van het protest dwong de traditionele politici tot een veroordeling van het geweld. Tegelijk werd geprobeerd om de protestacties wat af te zwakken door de mogelijkheid van een persoonlijke afrekening te promoten. Het is overigens opvallend dat dit argument niet wordt gebruikt bij Palestijnse aanslagen in Israël.
De traditionele politici ontkennen hun verantwoordelijkheid in het stimuleren van homofobie, discriminatie en het ondersteunen van extreem-rechts. In een poging om aansluiting te vinden bij de beweging, probeerden ze om zoveel mogelijk aandacht te besteden aan persoonlijke oproepen aan ouders om hun kinderen te aanvaarden los van hun seksuele geaardheid.
Dat dit hypocriet is, blijkt onder meer uit de homofobe standpunten die welig tieren in de partij Kadima van Livni. Bovendien waren het leden van Kadima die mee aan de basis lagen van de anti-democratische maatregelen waarmee in het verleden Gay Pride betogingen werden verboden.
Maavak Sozialisti had op de grote betoging onder meer een spandoek met de slogan: “De homofobe machthebbers zijn verantwoordelijk”. De krant Haaretz merkte terecht op dat die slogan de pijnlijke positie van president Peres duidelijk maakte: Peres hield dan wel een toespraak maar liet zich eerder vooral gelden als een homofoob. Maavak Sozialisti voert campagne voor volledige gelijke rechten voor holebi’s als onderdeel van een strijd voor een socialistische samenleving waarin alle individuen zich ten volle kunnen ontplooien.
-
Moskou. Harde repressie tegen de holebi-beweging
De Gay Pride in Moskou? “Er is er nooit één geweest en er zal er nooit geen zijn”, verklaarde de woordvoerder van de burgemeester. Eens de betoging werd opmerkt, stormden speciale eenheden van de politie erop af met de matrak in de hand. Achter hen bevonden zich een honderdtal journalisten, maar ondanks de aanwezigheid van camera’s hebben de honderden politie-agenten er zich niet voor gegeneerd om grof geweld te gebruiken. De holebi-militanten (lesbiennes, homo’s, bi- en transseksuelen) hebben nog net tijd gehad om “Gelijke Rechten voor allen” te scanderen, vooraleer allemaal opgepakt te worden.
Op zaterdagochtend 16 mei werden een 40-tal militanten gearresteerd in de buurt van de universiteit van Moskou. Onder hen de Britse Peter Tatchell, die aanwezig was op alle Gay Prides die al plaatsvonden in Rusland. Hij getuigt: “De methodes van de politie waren nogal gewelddadig. Bij verschillende mensen werden de armen achter de rug gewrongen (…) wat vrij pijnlijk was.” “Vandaag vechten we niet enkel voor de vrijheid van homo’s en lesbiennes in Rusland, maar ook voor de vrijheid van meningsuiting”, riep de stichter van Gay Liberation Network, Andy Thayer, net voor hij gewelddadig het zwijgen werd opgelegd.
De Russische holebi-militanten wilden aan de vooravond van de “Internationale dag van strijd tegen homofobie” hun stem laten horen. Bovendien gebeurde dit op een ogenblik van een internationaal evenement: het Eurosongfestival. Nikolaï Alexeïev, één van de organisatoren van de Gay Pride en leider van de Russische holebibeweging legt uit hoe “de Russische regering het songfestival dit jaar gebruikt als een gala om de vooruitgang van het land sinds de jaren ’90 aan de wereld te tonen. Maar wat deze ochtend in de straten van Moskou kon worden geobserveerd, toont de wereld net tot op welk punt Rusland weinig vooruit is gegaan op het vlak van de mensenrechten.” Om het belang te schetsen die de Russische autoriteiten hechten aan dit evenement, volstaat het te vermelden dat ze hiervoor 32 miljoen euro veil hadden.
De holebimilitanten botsen al meerdere jaren op de houding van een openlijk homofobe burgemeester. Homoseksualiteit was verboden in de tijd van de stalinistische dictatuur en werd tot in 1993 als een misdaad beschouwd, tot in 1999 werd het als een “mentale ziekte” beschreven. Met de steun van neo-nazigroepen en religieuze integristen hebben de Russische autoriteiten volgens gaypride.ru 167 betogingen van de holebi-beweging op die dag verboden. Eerder in de week werd het twee jonge Russische vrouwen verboden te trouwen door de Moskouse burgemeester.
Diezelfde burgemeester veroorzaakte eerder dit jaar ook luid protest in de rest van de wereld met zijn uitspraken, zo noemde hij de Gay Pride “het werk van satan”. “Er is een direct verband tussen raketten en een niet-traditionele seksuele oriëntatie. Het zijn allebei massavernietigingswapens”, ging hij door. “Wat de Gay Pride betreft, is hun voornaamste doel”, volgens een verantwoordelijke van een vereniging van de orthodoxe jeugd, “om de zonden in onze samenleving te legaliseren. De homoseksuelen willen tonen dat het geen zonde is om homoseksueel te zijn. Maar ik kan je verzekeren dat wij, de trouwe orthodoxen, ons niet zullen laten doen”.
Rusland is geen geïsoleerd geval!
De voorbeelden van de Gay Prides in Roemenië, Bulgarije, Moldavië, Kroatië, Servië spreken voor zich. Sinds de eerste Gay Pride in 2004 in Roemenië organiseren de meest reactionaire organisaties van het land tegenbetogingen onder de noemer “Mars voor normaliteit”. In 2008 werd in Moldavië de mars voor de rechten van holebis het mikpunt van geweld vanwege neofascistische groepen, waarbij de nochtans aanwezige politie niets deed om dit geweld te stoppen. In hetzelfde jaar hebben militanten van extreem-rechts en skinheads de eerste Gay Pride in Bulgarije aangevallen met molotow-cocktails. Ongetwijfeld waren ze geïnspireerd door de verklaringen van de eerste minister Stanichev, nochtans een “socialist”, die “het uitstalen van seksuele oriëntaties” veroordeelde.
Homofobie is niet alleen aanwezig in het voormalige Oostblok en de ex-USSR, maar overal te wereld (China, Iran, zwart Afrika,…). In die landen hebben de Gay Pride-betogingen een eisend karakter dat veel minder aanwezig is in de West-Europese wereld, homoseksualiteit heeft er nog steeds een rotslecht imago. In veel landen is homofobie een harde realiteit voor holebi’s die hun seksuele oriëntatie moeten verstoppen om geweld op hun persoon te voorkomen.
En ook bij ons zijn die problemen nog steeds aanwezig, ondanks de wettelijke vooruitgang, wat o.a. resulteert in het feit dat de zelfmoordgraad bij jonge holebi’s 13 maal hoger ligt dan bij hetero-jongeren. Vechten tegen deze discriminaties is dan ook meer dan nodig. We willen dit gevecht voeren met de grote meerderheid van mensen, met jongeren, met arbeiders met of zonder werk en hun families. Het is aan ons om onze strijdbewegingen te verenigen tegen zij die ons willen verdelen – of dat nu op basis is van origine, religie, sekse of seksuele oriëntatie,… – om ons beter te kunnen uitbuiten. We moeten vechten voor een samenleving zonder onderdrukking noch uitbuiting, voor een maatschappij zonder discriminatie, wat enkel mogelijk is als niemand baat heeft bij dergelijke zaken, m.a.w. voor een democratisch socialistische samenleving.
Holebis organiseren… tegen het kapitalisme !
Holebis moeten zich organiseren ! Hoe ? Vandaag militeren holebis voor hun rechten in organisaties die exclusief uit holebis bestaan, organisaties die niet verbonden zijn met andere groepen die vechten voor progressieve veranderingen. De holebi-organisaties hebben druk gezet op de regeringen in diverse landen om gelijke rechten te eisen en ze hebben ook een aantal wettelijke stappen vooruit bekomen. Maar deze organisaties hebben hun limieten, verbonden aan de limieten van een “gelijke rechten”-programma. Voor echte gelijkheid tussen hetero’s, homo-, bi- en transseksuelen is meer nodig dan enkel wetten.
Zoals de crisis de vooruitgang in de vrouwenemancipatie bedreigt, is dat ook het geval voor holebis. Ondanks wetten die discriminatie in tewerkstelling, in huisvesting, enz. verbieden, gaan die discriminaties toch door als voorheen. Waarom? Omdat we leven in een systeem dat een belang heeft bij de talrijke verdeelmechanismen die de grote massa van mensen verdeelt die moeten werken om te leven of die, bij gebrek aan werk of door de onmogelijkheid van werken, leven van armoedige uitkeringen.
In die klasse kan de vrijheid om zijn/haar leven te leiden zoals men wil enkel gegarandeerd worden door een goede job met een comfortabel loon. Jonge holebi’s die, niet als andere jongeren, geraakt worden door de gevolgen van de crisis, zoals werkloosheid, ondertewerkstelling (deeltijdse contracten, dienstencheques,…) en werkonzekerheid (interim, contracten van korte duur,…), zijn wel verplicht om langer bij hun ouder te blijven wonen. Open zijn over hun seksuele oriëntatie wordt in zo’n geval iets dat afhangt van het niveau van begrip die hun ouders daarvoor hebben. De werkonzekerheid die in het algemeen toeneemt, gecombineerd met de discriminaties op de arbeidsmarkt, maken dat meer dan de helft van de holebi’s hun seksuele oriëntatie verbergen voor hun baas en hun collega’s. Het is met andere woorden geen toeval dat het proces van emancipatie de laatste 20 jaar stagneert, ondanks een aantal wetten die in die periode nog werden ingevoerd. Hier en daar zien we nu al een reële achteruitgang.
Om alle discriminaties op de arbeidsmarkt naar het verleden te verwijzen, is de beste positie er één van een werkloosheid die zo dicht mogelijk de 0% benadert. Volledige tewerkstelling is enkel bereikbaar via de strijd voor “het indexeren van de arbeidsuren”, waarbij het werk verdeeld wordt over alle arbeiders en de arbeidstijd fluctueert samen met de productie en dit gecombineerd met een echte indexering van de lonen. Het “probleem” met zo’n programma is dat het de kapitalisten onmogelijk maakt hoge winsten te boeken. Voor de arbeiders en de massa’s van de bevolking echter zou zo’n situatie een stabiele koopkracht garanderen en de vrijheid om zijn/haar leven te leiden zoals men wil, terwijl tegelijk de productie om te voorzien in de noden van de meerderheid zou verzekerd worden, en waarbij het deel dat vandaag in de zakken van de minderheid verdwijnt in handen komt van de samenleving.
Een systeem dat gebouwd is op de wil van een minderheid om de rest van de bevolking uit te buiten, zal steeds gekenmerkt worden door alle mogelijke vormen van verdeeldheid, uitgedragen door de media, het onderwijs,… Vandaar de noodzaak van eenheid tussen alle gediscrimineerde en onderdrukte groepen en lagen. Die eenheid is mogelijk gezien de belangen van die groepen verenigd zijn in de noodzaak van een samenleving zonder klassen, zonder onderdrukking en zonder uitbuiting. Maar om van die potentiële eenheid een reële eenheid te maken, is het nodig dat die groepen opnieuw een politiek instrument uitbouwen die een politiek kan uitdragen die zich focust op de verdediging van de belangen van alle arbeiders – man of vrouw, LHBT of hetero, Belg of migrant, met of zonder papieren,… – tegen de fat cats die steeds opnieuw proberen ons te verdelen om beter over ons te kunnen heersen.
LSP/PSL roept op voor de opbouw van zo’n politiek instrument, voor een nieuwe arbeiderspartij. In andere landen zoals Frankrijk, Nederland of Duitsland zijn nieuwe formaties reeds in opbouw et onze zusterorganisaties in die landen werken daaraan mee, waarbij we binnen deze formaties een socialistisch programma verdedigen die de noodzaak naar voor brengt van de verdediging van alle onderdrukte lagen van de bevolking om een kracht te smeden die uiteindelijk dit kapitalistische systeem, waarin discriminatie inherent is, omver kan werpen.
-
Nieuw op DVD: “The times of Harvey Milk”, de eerste holebipoliticus in de VS
Harvey Milk was de eerste openlijke holebipoliticus in de VS. Zijn levensverhaal werd opnieuw bekend door de film Milk met onder meer Sean Penn. Deze hernieuwde aandacht voor Milk leidde ook tot de uitgave van een DVD met de documentaire “The Times of Harvey Milk” uit 1984. Net als de biografische film won deze documentaire ook een Oscar.
Onder holebi-activisten is Milk een gekende figuur. Het is goed dat hij bekend is en dat zijn levensverhaal breed verspreid wordt. Dat is nuttig omdat het de strijd van holebi’s voor gelijkheid naar voor brengt en zo een inspiratie kan zijn voor wie vandaag deze strijd verder zet.
Harvey Milk was een relatieve nieuwkomer in San Francisco in de jaren 1970. Voordien was hij een beursanalist in Wall Street. Hij radicaliseerde door zijn deelname aan de acties tegen de oorlog in Vietnam en raakte betrokken in de tegencultuur van de jaren 1960. Hij vestigde zich in San Francisco en opende daar een fotowinkel in de wijk Castro, een wijk die populair was bij homo’s. Milk raakte betrokken in lokale activiteiten en organiseerde mee acties voor de rechten van holebi’s, zoals de Gay Freedom Day betoging.
Na drie mislukte pogingen werd hij in 1977 verkozen in de gemeenteraad op basis van een coalitie van activisten van etnische minderheden, holebi’s en vakbondsmilitanten. De lokale Teamster-vakbond steunde zijn kandidatuur nadat Milk een rol had gespeeld in de campagne tegen Coors-bier dat werd gemaakt in een brouwerij waar vakbondsmilitanten werden afgedankt. Het bier verdween door deze campagne uit de holebi-cafés. Milk stelde bij zijn verkiezingscampagne dat hij opkwam voor de leden van de vakbond.
Op politiek vlak was Milk een radicale populist en vormde hij een uitdrukking van een nieuw San Francisco dat in de jaren 1970 een grote aantrekkingskracht uitoefende op holebi’s die in een tolerantere omgeving wilden wonen en leven. Zijn campagnes richtten zich tegen bouwontwikkelaars, voor propere straten,… Als openlijke homo trokken zijn campagnes voor holebi’s de meeste aandacht. Hij verzette zich tegen iedere vorm van discriminatie en leidde een succesvolle campagne tegen een voorstel (“Proposition Six”) dat de deuren zou openzetten om homo-leraars meteen af te danken. Het referendum in California over dat voorstel leidde tot een overwinning van de tegenstanders.
Zijn betrokkenheid in dit soort campagnes leverde Harvey Milk verschillende doodsbedreigingen op. Na slechts 11 maanden in de gemeenteraad werd hij ook effectief vermoord door Dan White, een ander gemeenteraadslid die een conservatieve katholiek was. Die had zich eerder verzet tegen alle anti-discriminatievoorstellen en had opgeroepen om de Gay Freedom Day betoging te verbieden. Vlak voor hij Milk neerschoot, had hij ontslag genomen. Nadien probeerde hij terug op de voorgrond te komen op basis van steun van bouwontwikkelaars en figuren uit de politie. Toen duidelijk werd dat deze poging tot terugkeer zou mislukken, schoot hij eerst de liberale burgemeester George Moscone dood en nadien Harvey Milk.
Dan White werd veroordeeld wegens opzettelijke doodslag. In de blanke jury zaten geen holebi’s. De jury besliste om White niet te veroordelen wegens moord, maar slechts voor opzettelijke doodslag. Dat leidde tot heel wat woede in de holebigemeenschap. Het kwam zelfs tot rellen in de “White Night Riot”. Er was een betoging aan het stadhuis van San Francisco uit protest tegen het feit dat White niet meteen voor moord werd veroordeeld. De betoging werd aangevallen door de politie waarop rellen ontstonden en tientallen politiewagens in brand werden gestoken. Wat de documentaire niet toont is dat de politie nadien razzia’s uitvoerde in holebicafés waarbij de aanwezigen slaag kregen.
De documentaire brengt het verhaal aan de hand van archiefbeelden en interviews met vroegere vrienden en politieke bondgenoten van Milk. Harvey Milk wordt afgebeeld als een slimme activist die een wegbereider was die in staat was om een inspiratie te vormen voor belangrijke bewegingen. De harde strijd tegen Proposition Six gebeurde vooral door middel van deur-aan-deur campagnes, stands op straat, verspreiding van pamfletten aan bedrijven,… Dat stond in contrast met andere campagnes tegen homofobe voorstellen elders in de VS, waarbij campagnes zich probeerden te baseren op media-aandacht maar daar geen overwinningen mee boekten.
Milk was duidelijk een radicale figuur binnen de Amerikaanse politiek. Zijn werk is een inspiratiebron. Het verhaal van hoe hij vermoord werd, is een aangrijpend moment in de documentaire. Velen zullen ook geschokt zijn door de wijze waarop het onderzoek gebukt ging onder vooroordelen. Dan White zat slechts vijf jaar in de gevangenis, in 1984 kwam hij al vrij. Een jaar nadien pleegde hij zelfmoord. Een persoon die op straat werd geïnterviewd, een jonge zwarte man, vroeg zich af welke straf White zou gekregen hebben moest hij een kleurling of als zijn slachtoffer hetero was geweest.
Na het zien van de documentaire en de film wou ik toch meer weten over de politieke posities van Milk. Dat kwam niet zo sterk aan bod in de documentaire, mogelijk omdat er niet genoeg over geweten is. Maar een breder beeld van zijn politieke standpunten had toch interessant geweest om te zien of hij aan de kant van de gewone bevolking zou blijven staan of mogelijk naar rechts zou zijn opgeschoven. Milk was immers lid van de Democratische Partij, ook al werd hij niet officieel gesteund door die partij. Hij was erg bedreven in het voeren van politieke discussies in het stadhuis, maar ook in het campagnevoeren op straat.
De documentaire sluit af met een toespraak van Harvey Milk waarin hij het heeft over zijn hoop dat een homo-verkozene een inspiratie kan vormen voor holebi’s om zich te outen en op te komen voor hun rechten. Een radicale politicus kan anderen inspireren, maar het feit dat een holebi verkozen is maakt op zich weinig verschil uit. Er waren de afgelopen jaren verschillende holebi’s onder de traditionele politici zonder dat dit een inspiratie vormde voor de holebigemeenschap.
Harvey Milk zag zichzelf als een vertegenwoordiger van een beweging die opkwam voor gelijke rechten voor holebi’s. Het ontbreken van een massabeweging zorgde ervoor dat er weinig vooruitgang was, het is pas de laatste jaren dat daar stilaan verandering in komt. Er zijn in de grote steden holebigemeenschappen met een groter zelfvertrouwen, maar er is nog steeds heel wat geweld tegenover holebi’s. In California werd vorig jaar het homohuwelijk ingvoerd, maar dat werd uiteindelijk opnieuw weggestemd. In 14 Amerikaanse staten zijn er nog wetten die het holebi’s moeilijk maken om openlijk voor hun geaardheid uit te komen. In slechts 20 staten zijn er anti-discriminatiewetten.
De documentaire legt de nadruk op één individu waardoor de bredere sociale en politieke context ontbreekt. Dat is het element dat het meeste ontgoochelt aan de documentaire. De toenmalige president Jimmy Carter komt twee keer kort in beeld. De eerste keer als hij wil vermijden om samen met Harvey Milk te worden gefotografeerd, de tweede keer als hij zich uitspreekt tegen Proposition Six (een standpunt dat hij enkel innam nadat gouverneur Jerry Brown hem had gezegd dat het “volkomen veilig” was om zo’n uitspraak te doen).
In de laten jaren 1970 was er een opmars van christelijke fundamentalistische groepen in de VS. De religieuze rechterzijde begon zich te organiseren binnen de Republikeinse partij die sterk naar rechts opschoof. Dat leidde tot homofobe standpunten. De verkiezing van Ronald Reagan in 1980 vormde het beginpunt voor een periode van conservatief beleid die zich nog altijd laat voelen. Het is nog maar de vraag of de economische crisis en de verkiezing van Obama voor verandering zal zorgen op dat vlak.
De radicalisering van Milk kwam er op een ogenblik dat het ongenoegen in de Amerikaanse samenleving toenam. Dat ging gepaard met de burgerrechtenbeweging en het verzet tegen de oorlog in Vietnam. Zonder die bewegingen, zouden en wellicht minder individuen hebben opgestaan om een voorbeeldrol te spelen in de strijd tegen iedere discriminatie. De rellen van Stonewall in New York in 1969 vormden het begin voor de holebibeweging. Intussen blijft er strijd nodig om echte bevrijding af te dwingen.
Er is nog strijd nodig, waarbij we moeten breken met het huidige beleid. De dominantie van de belangen van de grote bedrijven staat bevrijding in de weg. Activisme kan een rol spelen in deze strijd, maar het is pas als de Amerikaanse arbeidersklasse, waaronder ook holebi’s, een eigen politieke stem zal krijgen en de spieren zal laten rollen, dat het systeem echt kan worden verworpen.
-
Gay Pride. Strijd voor holebirechten blijft nodig
De Gay Pride dit jaar werd opnieuw een vrij commerciële aangelegenheid in ons land. Van een strijdbare optocht rond holebirechten is jammer genoeg amper sprake. Nochtans is het duidelijk dat de strijd nog niet gestreden is. Een blik op de repressie tegen de Gay Pride in Moskou maakt duidelijk dat internationale solidariteit nodig is. Maar ook in eigen land dreigt het gevaar van een toename van homofobie. Tegen de achtergrond van crisis is er een grote openheid voor verdeel-en-heers methoden.
Crisis: voedingsbodem voor verdeeldheid
De afgelopen jaren kreeg de holebigemeenschap een aantal legale rechten, waaronder het huwelijk. Bovendien werden holebi’s door marketeers steeds meer voorgesteld als hip en welgesteld. Voor een kleine toplaag in de samenleving is holebi zijn inderdaad geen probleem. Voor de overgrote meerderheid van de bevolking is dat minder het geval.
Uiteraard juichen wij iedere stap naar legale gelijkheid toe, maar er zal meer nodig zijn om discriminatie en homofobie te stoppen. We dreigen er bovendien op achteruit te gaan in de komende maanden en jaren. Economische crisis leidt tot een scherpe toename van de tekorten en mogelijkheden om daarop in te spelen door verschillende groepen tegen elkaar op te zetten. Migranten kunnen daarvan meespreken, maar ook holebi’s kunnen onder vuur komen te liggen.
We zien nu reeds dat er een toename is van homofobie en wantrouwen tegenover holebi’s onder jongeren. Commentatoren in de media zoeken de oorzaak daarvan bij de jongeren zelf en omschrijven jongeren vandaag als minder tolerant. Wij zijn het daar niet mee eens. Het is het afbouwen van een toekomstperspectief en van de mogelijkheden van jongeren om een beter leven uit te bouwen dat openingen creëert voor allerhande verdelende opvattingen. Het aantal jongeren dat een betere toekomst kan uitbouwen dan hun ouders neemt steeds verder af. Dat verhoogt de druk op jongeren, wat niet wordt vergemakkelijkt door de jarenlange ondermijning van het onderwijs door de onderfinanciering. Dit biedt ruimte voor homofobie.
LSP gaat in tegen racisme, seksisme en homofobie. Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons. Om iets te doen aan de voedingsbodem van dergelijke verdeeldheden, moeten we ons organiseren rond een duidelijk anti-kapitalistisch programma.
Repressie in Rusland
De Gay Pride in Moskou heeft geleid tot een bijzonder repressief optreden van de politie. De autoriteiten hadden aangekondigd dat het voor hen nooit tot een echte Gay Pride zal komen in de Russische hoofdstad. Met bruut geweld werd een poging tot optocht voor holebirechten de kop ingedrukt. Ondanks de aanwezigheid van een honderdtal journalisten werd niet geaarzeld om repressief op te treden. Holebi-militanten riepen slogans als “rechtvaardigheid tegen homofobie” of “gelijke rechten voor iedereen”. Ze werden snel afgevoerd door de oproerpolitie…
Ieder jaar opnieuw is er een zelfde repressieve aanpak van de Moskouse Gay Pride (zie ons verslag van de repressie in 2007). Er werd even gehoopt dat het Eurosongfestival, dat op hetzelfde ogenblik plaats vond in Moskou, openingen zou bieden. Dat bleek niet het geval te zijn. Rusland staat niet alleen met een homofoob beleid, dit jaar werden holebi’s in diverse Afrikaanse landen vervolgd. In Senegal werden leden van een holebi-organisatie tot 8 jaar celstraf veroordeeld omdat ze aan aidspreventie deden. In Burundi werd homoseksualiteit bij wet verboden.
De repressie en vervolging van holebi’s moet ook hier worden opgenomen door de holebibeweging die tegenover discriminatie en verdeeldheid internationale solidariteit moet voorop stellen.
-
Holebirechten. Interview met een Braziliaanse activiste
Onlangs nam Pablo deel aan een Latijns-Amerikaanse bijeenkomst van het CWI. In dat kader interviewde hij Mariana Christina, de verantwoordelijke van de holebiwerking van Socialismo Revolucionario in Brazilië. In neokoloniale landen is de strijd voor holebirechten nog minder evident dan bij ons. We vroegen Mariana om een beeld te geven van de situatie.
Kan je ons eens uitleggen wat de positie van holebi’s is in Brazilië en welke reacties er komen op de strijd tegen homofobie?
Mariana: “Eerst en vooral moeten we opmerken dat de onderdrukking van holebi’s anders is dan deze van vrouwen of zwarten, het patronaat gebruikt het onderscheid hetero/holebi niet op directe wijze om meer winst te maken. De onderdrukking van holebi’s wordt doorgaans ontkend in Brazilië. Er wordt gesteld dat holebi’s gelijke rechten hebben zoals iedereen.
“Tegelijk zien we echter dat de realiteit anders is. Bijna niemand zal zichzelf openlijk homofoob noemen, maar tegelijk zullen weinigen toegeven dat ze holebi’s kennen in hun directe omgeving. Recent was er een onderzoek waarbij aan kinderen werd gevraagd wie ze niet zouden willen als vrienden, een meerderheid stelde geen holebi’s als vriend te willen. Bovendien zijn homofobe verwijten erg courant, zo worden soms dierennamen gegeven aan gekende holebi’s. Er is ook geweld tegenover holebi’s, zeker tegen transseksuelen en travestieten die zich vaak moeten prostitueren om te overleven en daarbij heel wat risico’s lopen.
“Lesbiennes lopen het gevaar van huishoudelijk geweld, daar zijn wel geen exacte cijfers over maar we weten dat dit een probleem is. Holebi’s worden in familiale omgeving geconfronteerd met heel wat discriminatie. Vaak denken ze dat hun problemen persoonlijk zijn en daarom worden geen rechtszaken ingespannen of klachten ingediend.”
In België is het huwelijk tussen mensen van het zelfde geslacht wettelijk, kan dit ook in Brazilië?
“Er is inderdaad een wetsvoorstel, maar dat wordt al 18 jaar lang bediscussieerd. President Lula heeft veel beloofd aan de holebigemeenschap, waaronder een versnelling van het project voor een wet rond het homohuwelijk en een campagne “nultolerantie voor homofobie”. Maar we hebben er nog niets van gezien. Bovendien denken wij dat de strijd voor holebirechten niet beperkt is tot het wettelijke of het huwelijk, dat is maar één onderdeel van onze strijd.”
De kerk heeft een groot gewicht in Latijns-Amerika. Wat is de houding van de katholieke kerk tegenover de holebigemeenschap?
“De katholieke kerk is jammer genoeg een enorm probleem voor onze strijd. Begin dit jaar verklaarden woordvoerders van de kerk nog dat ze hoopten dat dit jaar de homoseksualiteit zou worden uitgeroeid. In de buurt van de Gay Pride organiseert ze een “mars voor het leven” met een uitgesproken homofoob karakter en met als doel om met meer op straat te komen dan het aantal aanwezigen op de Gay Pride. Gelukkig slagen ze daar niet in. De protestantse kerk is meer open en wil een campagne voeren tegen homofobie, maar ze beschikt over onvoldoende middelen daartoe omdat alle middelen werden gebruikt voor een campagne rond abortus.”
De Gay Pride in België wordt ieder jaar meer apolitiek en zelfs plat commercieel. Is dat in Brazilië ook het geval?
“Er is ook een soort van kapitalistische holebi-optocht, een “roze optocht” waar vooral luxeproducten worden voorgesteld. Dat fenomeen is wel breed verspreid, soms wordt wel eens gezegd dat een holebi zijn of haar homoseksualiteit moet “kopen”. Wij zien het natuurlijk als een klassenkwestie. Enkel de rijken kunnen het zich veroorloven om echt holebi te zijn. Op de stranden van Copacabana in Rio de Janeiro floreert het gay-toerisme en de rijke holebi’s kennen daar geen enkel probleem op straat, ze kunnen er probleemloos hand-in-hand flaneren door de dure winkelstraten. Voor andere holebi’s in Brazilië is dat niet het geval, zij worden geconfronteerd met geweld op straat.
“De Gay Pride in Brazilië is ieder jaar een groot evenement met meer dan 3 miljoen aanwezigen. Er wordt maandenlang aan voorbereid en het is een belangrijke gebeurtenis voor de holebigemeenschap, het is de enige dag van het jaar dat velen openlijk holebi kunnen zijn.”
Hoe komen de linkse socialisten tussen op die dag?
“Wij staan vooraan in de holebiwerking van de Psol (Partij voor socialisme en vrijheid). In 2006 hadden we een wagen met parlementsleden van de Psol en militanten errond die pamfletten verdeelden. Jammer genoeg heeft dat enkel in de eerste helft van de dag effect, daarna zijn veel aanwezigen te zat of gedrogeerd om nog aan politiek te doen. In 2007 was er geen grote interventie van de Psol en verdeelden we pamfletten van Socialismo Revolucionario. Vorig jaar kwamen we samen met Conluttas tussen, dat is een nieuwe linkse vakbonsfederatie in Brazilië. De organisatoren stelden echter dat ze geen politiek wilden en stelden dat de wagen van Conlutas niet voldeed aan de juiste vereisten. Wij organiseerden een menselijk schild om de wagen door te laten, waarop de organisatoren de politie op ons afstuurden. Resultaat: twee arrestaties en iemand met een gebroken arm.”
Waarom komt de Psol niet meer tussen?
“Er waren een aantal holebimilitanten die enkel met de holebiwerking bezig waren, maar de druk vanuit de holebibeweging en het gebrek aan een bredere visie zorgden ervoor dat zij niet langer een rol spelen in de Psol. Dat heeft de tussenkomsten van de Psol ernstig verzwakt. Wij letten er op dat onze holebimilitanten niet alleen opkomen voor hun gemeenschap, maar voor de arbeidersklasse in haar geheel.”
Wat is de holebiwerking van Socialismo Revolucionario?
“We organiseren holebi’s, werken aan een programma en willen anti-homofobe campagnes opzetten onder jongeren. We willen dat koppelen aan een campagne op de werkvloer. Daarbij willen we samenwerken met Conlutas. Tenslotte willen we ook via het CWI een internationaal aspect toevoegen aan onze holebiwerking.”
-
Holebi-geschiedenis. Stonewall 1969, moderne holebi-beweging kwam tot stand op basis van strijd
De rellen in Stonewall in 1969 vormden een keerpunt in de strijd voor holebirechten. Recente gewelddaden geven echter aan dat de strijd zeker nog niet is gestreden. We gaan na wat het belang was van de gebeurtenissen in Stonewall in het vormen van de holebi-beweging en de strijd voor gelijke rechten.
Op 27 juni 1969 was er een onopvallende gebeurtenis in Greenwich Village in New York. Er gebeurde iets wat duizenden keren eerder was gebeurd in de VS. De politie voerde een razzia uit in een homobar.
Alles gebeurde aanvankelijk volgens het normale ritueel: zeven agenten in burger en een geüniformeerde agent kwamen binnen en kondigden hun aanwezigheid aan. Het personeel van de bar stopte onmiddellijk met het serveren van hun veel te dure drank (aangelengd met water), terwijl hun maffia-bazen snel het hazenpad kozen. De agenten vragen de identiteitspapieren van alle aanwezigen en begeleiden hen naar buiten waar ze in klaarstaande combi’s worden geleid, terwijl anderen opzij worden geduwd.
Op een bepaald ogenblik wordt het normale script verlaten door de “usual suspects” die beslissen om terug te vechten. Er is tot op vandaag een hevige discussie over welk incident leidde tot de rellen. Was het een lesbische vrouw in mannenkleren die inging tegen haar arrestatie of was het een drag queen die tussenkwam en zich ostentatief opstelde tussen de agenten en de ingang van de bar?
Een veteraan van de holebistrijd, Craig Rodwell, stelde: “Er waren een aantal incidenten die tegelijk plaatsvonden. Het was niet één iets dat gebeurde of één persoon, er was gewoon een groepsgevoel van enorme woede”.
De groep van opgepakte klanten van de bar begon met het gooien van muntstukken naar de agenten, een verwijzing naar het beruchte omkopingssysteem waarbij politiechefs grote sommen smeergeld kregen van bars waar holebi’s kwamen. De muntstukken werden al snel gevolgd door flessen, stenen en andere zaken. Er werd geroepen en de opgepakte holebi’s in de combi’s werden bevrijd. Agent Pine stelde later: “Ik had al deelgenomen aan gevechtssituaties, maar ik was nooit zo bang als op dat ogenblik.”
Pine gaf bevel aan zijn ondergeschikten om zich terug te trekken in de lege bar waar alles werd vernield. Zelfs een heteroseksuele folkzanger die op het foute ogenblik binnenstapte, werd hard in elkaar geslagen door de agenten. Later op de avond verloor een tiener twee vingers toen zijn hand klem zat tussen een autodeur. Anderen moesten naar het ziekenhuis omwille van het politiegeweld. De historicus die over de rellen schreef, Martin Duberman, stelde dat de politie probeerde om groepen eruit te pikken voor een speciale behandeling. Jonge mannen of “verwijfde” personen kregen een extra harde aanpak.
Pine en zijn agenten werden bijna levend verbrand toen iemand brandstof binnen goot in de bar en probeerde om vuur te stichten. Een parkeermeter werd uit de grond gerukt en gebruikt als stormram. De omstaanders riepen slogans als “Gay power” en het nieuws van de acties verspreidde snel doorheen Greenwich Village waarop honderden holebi’s, zowel zwarten, blanken als Hispanics en voornamelijk arbeiders, samenkwamen op Christopher Street in de buurt van Stonewall Inn, de bar waar de politie zich bevond. De politie kreeg versterking van de oproerpolitie die gespecialiseerd was in het aanpakken van protestacties tegen de oorlog in Vietnam.
Duberman beschreef dit als volgt: een groep van enkele tientallen sterk uitgeruste oproeragenten probeerden traag vooruit te gaan op Christopher Street. Ze waren ingehaakt en slaagden erin om de betogers traag achteruit te drijven, maar – in tegenstelling tot wat de politie had verwacht – gaven de betogers niet toe en liepen ze niet weg. Een groep liep wel weg maar hergroepeerde zich aan de andere kant van de agenten waardoor deze stilaan omsingeld waren. Hierop sloegen ze iedereen die binnen hun handbereik kwam.
Dit scenario herhaalde zich meermaals. De politie slaagde erin om de betoging te ontbinden, maar ze hergroepeerden telkens op een andere plaats. De politie kreeg op een bepaald ogenblik af te rekenen met een lijn van grijnzende drag queens die met hun armen inhaakten bij elkaar terwijl ze tegelijk hun hoge hakken in de lucht zwierden in pure Rockettes-stijl. Ze zongen een eigen compositie: “We are the Stonewall girls. We wear our hair in curls. We wear no underwear. We show our pubic hair… We wear our dungarees. Above our nelly knees!”
Dat was een antwoord op de repressieve aanpak van de politie die onverwacht aankwam bij die politie. De volgende avond waren er opnieuw betogingen met duizenden deelnemers. Er werden pamfletten verspreid met als titel: “Weg met de maffia en de flikken uit de holebi-bars”. De protestacties duurden zo’n vijf dagen.
Na de rellen waren er intense discussies in de holebi-gemeenschap van de stad. In de eerste week van juli kwam een kleine groep holebi’s samen om een nieuwe organisatie op te zetten, het “Gay Liberation Front”. Die naam werd bewust gekozen omwille van de associatie die kon worden gemaakt met de anti-imperialistische strijd in Vietnam en Algerije. Delen van het GLF namen ook deel aan solidariteitsacties voor de opgepakte Black Panthers. Ze zamelden geld in voor stakende arbeiders en maakten het verband tussen de strijd voor holebi-rechten en de strijd voor socialisme.
Een holebi-magazine uit New York publiceerde een speciale editie van haar blad over de rellen. In dit nummer was er ook een positieve bespreking van John Reed’s boek over de Oktober revolutie, “Tien dagen die de wereld schokten”. In het daaropvolgende jaar werden groepen van het GLF opgezet in ondermeer Canada, Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland, België, Nederland, Australië en Nieuw-Zeeland.
Het woord “Stonewall” is de geschiedenis ingegaan onder holebi’s. Het is een symbool voor de opstand van de holebi-gemeenschap tegen onderdrukking en voor de strijd voor volledige gelijke rechten op alle vlakken. Vandaag bestaat het GLF niet meer, maar is het idee van “Gay Power” nog steeds aanwezig. Zo vormde dit de aanleiding voor de jaarlijkse betogingen van “Gay Pride” in tal van landen.
Ontwikkeling van een sub-cultuur
Waarom vonden de gebeurtenissen van Stonewall plaats op dat ogenblik? Hoe was het mogelijk dat acties van minder dan 200 mensen zorgden voor een breder protest en voor de ontwikkeling van Gay Liberation?
De historicus John D’Emilio schreef in zijn boek “Sexual Politics, Sexual Communities” uit 1983 over de voorgeschiedenis van Stonewall. De auteur toont aan hoe het proces van industrialisering en verstedelijking, waarbij de plantage-arbeiders naar de steden trokken om te werken, het makkelijker maakte voor Amerikaanse holebi’s om hun seksualiteit te ontdekken en te beleven. Tegen 1920 was er een holebi subcultuur ontwikkeld aan de Barbary Coast van San Francisco, het Franse kwartier van New Orleans en in Harlem en Greenwich Village in New York.
Er hebben doorheen heel de geschiedenis holebi’s bestaan. De samenleving stond echter anders tegenover hen op verschillende ogenblikken van de geschiedenis. Het belang van de sociale verandering die hierboven werd aangehaald en de ontwikkeling van een subcultuur, zorgden ervoor dat een groeiend aantal holebi’s uit het isolement van de kleine landelijke gemeenschappen wilde stappen. Ze kwamen in aanraking met andere holebi’s en begonnen deel te worden van een bredere holebi-gemeenschap.
In de samenleving waren er nog altijd straffen op homoseksualiteit. Er waren in verschillende Amerikaanse staten wetten tegen seks met een partner van hetzelfde geslacht. Eenvoudige uitingen van affectie op publieke plaatsen kon leiden tot bestraffing indien het ging om twee mannen of twee vrouwen die elkaars hand vasthielden. Zelfs een verklaring dat je homo of lesbo was, kon leiden tot een opname in een psychiatrische instelling zonder enige mogelijkheid tot verweer.
Binnen de embryo’s van de nieuwe subcultuur waren er vooral jonge homo’s en minder vrouwen, omwille van hun grotere economische afhankelijkheid waardoor het voor vrouwen moeilijker was om buiten de sociale normen te treden. Tijdens WO2 kwam daar verandering in. De routine van de vredestijd werd doorbroken, waardoor er ook meer ruimte was voor holebi’s (zowel mannen als vrouwen) om vrijer om te gaan met hun seksuele geaardheid.
Vrouwen kwamen op de arbeidsmarkt en ook in het leger, waardoor er ook meer economische onafhankelijkheid was waardoor er ruimte was om de eigen seksualiteit te zoeken. In de documentaire “Before Stonewall”, stelde een lesbische vrouw die in het leger zat dat ze samen met een andere vrouwelijke militair – wellicht ook een lesbische – bij de generaal werd geroepen.
Generaal Eisenhower – over deze generaal ging het – vertelde haar dat hij wou dat alle lesbische vrouwen uit het bataljon zouden worden verwijderd. Hij vroeg de twee vrouwen om een lijst te maken van lesbische vrouwen. Ze antwoordden hem dat ze graag zo’n lijst zouden maken, maar dat hij dan alle chauffeurs, secretarissen,… zou moeten vervangen en dat hun eigen namen bovenaan de lijst zouden staan. Eisenhower was uit zijn lood geslagen en trok het idee in. Enkele jaren later zou Eisenhower als president de anti-communistische heksenjachten van het McCarthyisme steunen, daarbij werd ook gezocht naar “seksuele perverten”.
Hernieuwde repressie
De terugkeer van de vredestijd zorgde ervoor dat er einde kwam aan de tijdelijke openheid tegenover holebi’s. Miljoenen Amerikanen hadden in het leger homo’s of lesbiennes ontmoet. Maar na de oorlog kwam de normale routine terug. De meeste ontmoetingsplaatsen voor holebi’s sloten de deuren. De vrouwen trokken terug naar huis nu de soldaten terugkwamen en in de fabrieken gingen werken.
Het tijdperk van conservatisme op seksueel vlak kwam terug en er kwam een donkere periode voor holebi’s. Maar de geest van lesbische en homo-experimenten was uit de fles gekomen. De zaken zouden nooit meer hetzelfde zijn. Eén van de blijvende gevolgen was het groot aantal lesbische en homoseksuele ex-soldaten die besloten om de havensteden te blijven omdat er daar enige seksuele vrijheid was, weg van hun families en de druk om te trouwen.
Tijdens de oorlog was San Francisco al wat uitgegroeid tot een centrum en dat was na de oorlog nog steeds zo. Samen met de minder repressieve maatregelen in Californië tegenover bijvoorbeeld holebi-bars, de aanwezigheid van steun voor homoseksualiteit vanuit de literaire beweging van de “Beats” rond schrijvers als Jack Kerouac,… zorgde dit ervoor dat San Francisco de holebi-hoofdstad van de VS werd.
In de VS was er in de jaren 1940 en 1950 een heropbouw van het land en een druk om de consumptie op te drijven. Dat gebeurde tegen de achtergrond van de Koude Oorlog. De autoriteiten legden sterk de nadruk op het model van de orthodoxe gezinskern en familiewaarden. De andere kant van de medaille was een repressieve aanpak tegenover wie buiten dat stelsel stapte, bijvoorbeeld holebi’s.
De onderzoeken van het Comité voor on-Amerikaanse Activiteiten zorgden ervoor dat duizenden holebi’s hun job bij de overheid verloren. Het verbod op de tewerkstelling van holebi’s bij de federale regering bleef van kracht tot 1975. In het district Columbia waren er begin jaren 1950 jaarlijks zo’n 1000 arrestaties. In iedere staat publiceerden lokale kranten de namen van wie vervolgd werd, wat ook leidde tot massale ontslagen. De post opende brieven van holebi’s en gaf de namen van de geadresseerden door. Scholen hielden lijsten bij van wie verdacht werd van holebi-neigingen…
De opkomst van het verzet
Het was tegen deze vijandige achtergrond dat de holebi-rechten beweging in de VS tot stand kwam. In 1948 reeds besliste Henry Hay, een homo en langdurig lid van de Communistische Partij in de VS, om een holebi-groep op te zetten. Dit was een eerste hoofdstuk in wat holebi’s in die periode omschreven als de beweging van “homofielen”.
Net als andere Communistische partijen, stelde de Amerikaanse CP dat het verder bouwde op de traditie van de Oktoberrevolutie in Rusland. Eén van de eerste maatregelen van de Bolsjewieken bestond uit het afschaffen van de criminalisering van holebi’s. Maar de opkomst van het stalinisme in de jaren 1930 leidde tot het terug opkomen van anti-holebi maatregelen. Ook in de CP’s begon er wereldwijd een negatieve houding te ontstaan tegenover holebi’s.
In deze situatie was Hay vastberaden om zijn project door te voeren, wat leidde tot een uitsluiting uit de CP. Hij wees als tegenargument op zijn lange staat van dienst in de partij, maar die weigerde daar rekening mee te houden. Met een kleine groep van medewerkers ging hij verder, daaronder heel wat voormalige leden van de CP. Hij zette de Mattachine Society (MS) op in 1950. De naam kwam van een mysterieuze groep van anti-establishment muzikanten in de Middeleeuwen. Die muzikanten traden enkel op met maskers op en mogelijk ging het om holebi’s.
D’Emilio omschreef het programma van de Mattachine Society als het eenmaken van geïsoleerde holebi’s, het vormen van holebi’s zodat ze zichzelf zien als onderdrukte minderheid, en het organiseren van een strijd voor hun eigen emancipatie. Hay riep op voor een “ethische homoseksuele cultuur” en vergeleek dit met de opkomende culturen van de zwarten, Joden en Mexicaanse bevolkingsgroepen in de VS. De MS had lokale discussiegroepen opgezet om dit “ethisch” programma te promoten. Deze discussiegroepen stelden dat “emotionele stress en geestelijke verwarring” onder homo’s en lesbiennes “sociaal bepaald” werd.
Ondanks de Stalinistische degeneratie in de Amerikaanse CP, waarin Hay twee decennia lang actief was, hadden de oprichters van de MS een marxistische methode in het verklaren van de positie van holebi’s en het uitwerken van een weg vooruit. Voor de structuur van de MS maakte Hay gebruik van de methoden die hij in de CP had geleerd ten tijde van de vervolging door de autoriteiten, maar ook met de achtergrond van een toename van ondemocratische methoden van het stalinisme in de arbeidersbeweging.
Tegenover de onderdrukking van holebi’s in de samenleving vormde de MS een netwerk van cellen onder leiding van een comité met Hay en andere leiders. Die toplaag was niet gekend onder basisleden, er werd gewerkt met vijf lagen in een hiërarchische structuur. Gedurende drie jaar kenden de discussiegroepen van de MS een geleidelijke groei. Vanaf 1952 versnelde de groei na een overwinning op de politie toen die een lid van de MS in Los Angeles had beschuldigd, maar die klachten moest intrekken. Dat gebeurde na een campagne door een frontorganisatie met de naam “Citizens Committee to Outlaw Entrapment”.
Het jaar nadien was er een onderzoeksartikel verschenen door een McCarthyaanse journalist in Los Angeles waarop de leiding besloot om een “democratische conventie” te organiseren. Toen deze bijeenkomst plaatsvond, kwam er kritiek van de basis door conservatieve en anti-communistische elementen. Die eisten dat Hay een loyaliteitseed zou invoeren, een tactiek die meermaals werd toegepast door aanhangers van McCarthy. De radicale leiding slaagde erin om alle resoluties van de oppositie te laten wegstemmen.
Maar Hay en zijn kameraden besloten om geen kandidaat te zijn voor de leidinggevende posities in de organisatie die ze zelf hadden gesticht en opgebouwd. Hierdoor kwam de leiding van de groep in handen van de conservatieven. Velen die de aanvankelijke doelstellingen hadden gesteund, verlieten de groep. Het duurde twee jaar vooraleer het ledenaantal terug op hetzelfde niveau stond. Als de groep van Hay was gebleven, had dit een aantrekkingskracht kunnen hebben op militante holebi’s. Nu verloor de beweging een decennium.
De oprichters van de MS stonden voor een vroege versie van “gay pride”, maar de nieuwe leiding weerspiegelde de sociale vooroordelen die bestonden tegenover holebi’s. De nieuwe voorzitter, Kenneth Burns, schreef: “We moeten de schuld voor ons lot bij onszelf zoeken… Wanneer zullen de homoseksuelen zich realiseren dat sociale hervorming pas effectief is als het voorafgegaan wordt door persoonlijke hervorming?”
De positie van de nieuwe leiding was dat holebi’s niet moeten strijden voor veranderingen in de Amerikaanse samenleving maar moeten zoeken naar “respectabele” dokters, psychiaters,… die deel uitmaken van het establishment en zo voor een positievere houding kunnen zorgen. De meeste leden van het establishment dachten echter nog steeds dat homoseksualiteit een ziekte was. Anti-holebi experts mochten van de nieuwe leiding artikels schrijven in de publicaties van MS, waarbij sommige artikels vandaag als verschrikkelijk zouden worden gezien door holebi-activisten.
Tegen het einde van deze periode was er een dergelijke expert, Albert Ellis, die op een conferentie van de MS stelde dat “de exclusieve homoseksueel een psychopaat is”. Iemand uit het publiek antwoordde: “Gelijk welke homo die bij jou voor een behandeling zou komen, moet wel een psychopaat zijn”.
De opkomst van een holebi-activisme
Heel wat holebi’s die nog niet uit de kast waren gekomen, namen deel aan de campagnes van de zwarten voor burgerrechten. In de jaren 1950 en 1960 nam de invloed van de burgerrechtenbeweging toe en dat had ook gevolgen binnen de beweging van homofielen. Het holebi-establishment rond figuren als Burns lagen steeds meer onder vuur van een nieuwe generatie van militante activisten.
Dit leidde ertoe dat de leiding van de Mattachine Society en een gelijkaardige conservatieve lesbische groep (DOB, Daughters of Bilitis) besloot om de nationale structuur op te doeken toen ze vreesden dat deze in de handen zou vallen van radicalen. Individuele leden en afdelingen van MS en DOB besloten om zich te blijven organiseren. Ook elders waren er nieuwe militante leiders die een meerderheid behaalden, vaak na serieuze strijd.
Een invloedrijke figuur in dit proces was de astronoom Frank Kameny die was ontslagen uit overheidsdienst tijdens de anti-holebi zuiveringen. Hij trok naar de rechtbanken, maar kreeg geen gelijk. Daarop kwam hij tot de conclusie dat de VS-regering hem “de oorlog had verklaard”, waarop hij voltijds actief werd als holebi-activist. Kameny was razend op de oude leiding van de homofiele beweging en hun onderdanigheid aan het medische establishment: “Een bevooroordeelde geest bevat geen informatie en kan niets worden geleerd”. De echte experts over homoseksualiteit, waren de holebi’s zelf. Dat was het standpunt van Kameny. Frank Kameny stelde over de organisaties van de zwarte burgerrechtenbeweging: “Ik zie de NAACP en CORE zich niet bezig houden met onderzoek naar het chromosoom of de genen die zorgen voor een zwarte huidskleur, of over de mogelijkheid om een zwarte af te bleken.” De strijd van de zwarten leidde tot slogans als “Black is beautiful”. Kameny speelde daarop in met de slogan “Gay is Good” en hij slaagde erin om de homobeweging deze slogan te laten overnemen in de aanloop naar Stonewall.
De militante activisten begonnen publieke campagnes met slogans en directe acties, wat leidde tot een offensief tegen de politie en de regering, het verbod op tewerkstelling en een reeks andere maatregelen. De conservatieve leiders van de MS en de DOB hadden hun leden aangeraden om afstand te houden van de holebi-bars in de arbeidersbuurten. Maar tegen de jaren 1960 werden de holebi-bars een centraal forum voor activisten om te recruteren voor holebi-activisten en om campagnes te organiseren. D’Emilio omschreef dit als “het samenkomen van de beweging en de sub-cultuur”.
Twintig jaar nadat Henry Hay voor het eerst het idee van de MS lanceerde, was de Amerikaanse samenleving sterk veranderd. De opkomst van de vrouwenbeweging (met een prominente rol voor lesbische activisten), het proces van de zwarte burgerrechtenbeweging die steeds meer een beweging van “black power” werd (waarbij delen van de beweging socialistische standpunten innamen), de revolte tegen de VS-oorlog in Vietnam op de Amerikaanse campussen (mee beïnvloed door mei 1968 in Frankrijk) en neveneffecten zoals de persoonlijke relaties in groepen als de hippies, zorgden er allemaal voor dat de holebi-campagnes een meer militante fase ingingen.
Eén van de stromingen binnen het Gay Liberation Front stelde dat er een revolutionaire strijd nodig was tegen het kapitalisme om te bouwen aan een socialistische samenleving om zo een einde te maken aan de onderdrukking van holebi’s.
Craig Rodwell kwam tot deze conclusie: “Er was een erg actief politiek gevoel, zeker onder jongeren… toen de nacht van de rellen van Stonewall plaatsvonden, kwam alles samen op hetzelfde ogenblik. Velen vragen zich af wat er zo speciaal was aan die nacht… Er was niet één specifiek punt speciaal. Het was alles dat samen kwam, één van die momenten in de geschiedenis waarvan je weet: dit is het, dit is waar we op hadden gewacht.”