Category: Partijnieuws

  • Dit was 2004… linkse socialisten in het offensief

    De Linkse Socialistische Partij heeft een bijzonder druk jaar achter de rug. Er waren verkiezingen waaraan we deelnamen met lijsten langs beide kanten van het land, we organiseerden een aantal betogingen, namen deel aan tal van campagnes en bewegingen. Intussen werd onze inplanting versterkt, zowel in de arbeidersbeweging als geografisch met vooral een sterke groei langs Franstalige kant waar onze organisatie in 2005 haar 10-jarig bestaan zal vieren.

    De enorme stappen die onze organisatie vooruit gemaakt heeft in het afgelopen jaar, kwamen sterk tot uiting op ons nationaal congres waar zo’n 145 militanten bijeen kwamen voor discussies over de internationale situatie, Belgische perspectieven en een organisatorische discussie. We slaagden erin onze inplanting in de arbeidersbeweging te versterken en tegelijk onze jongerenwerking verder te ontwikkelen.

    Eén van de meest arbeidsintensieve campagnes was onze verkiezingscampagne in juni en de maanden daarvoor. Het bleek een grote uitdaging om 10.000 peterslijsten op te halen en die dan nog erkend te krijgen. Met een intensieve campagne slaagden we erin heel wat nieuwe militanten te winnen voor onze partij en andere leden politiek sterker te ontwikkelen. Uiteindelijk behaalden we 20.000 stemmen, waaronder ook die van arbeidersleider Roberto D’Orazio.

    De belangrijkste stappen vooruit voor onze organisatie waren er in de arbeidersbeweging. Ons werk daar begint gestructureerder te verlopen met regelmatige publicaties in de non-profit, De Post, de MIVB en regelmatige pamfletten op alle grote betogingen. Dat werk willen we ook het komende jaar versterken en daarom voeren we de campagne voor de Jongerenmars voor werk zo breed mogelijk.

    Onder jongeren heeft LSP de afgelopen jaren een enorme reputatie uitgebouwd. In de acties tegen de oorlog, tegen extreem-rechts,… staan onze militanten steeds op de eerste rij. Zo organiseerden we dit jaar een anti-fascistische betoging in Antwerpen met 700 deelnemers en op 2 december nog betoogden we met 1.500 jongeren door Gent. Aan de universiteiten voerden we campagne om de Actief Linkse Studenten erkend te krijgen. Nochtans werd ons meermaals geprobeerd de mond te snoeren. Dat er strijd nodig is onder de studenten, werd ook bijzonder duidelijk gemaakt bij de acties van de Franstalige hogescholen.

    Daarnaast waren we ook betrokken in lokale campagnes, onder meer tegen de afbraak van 89 arbeiderswoningen in Gent, de dure prijs van de vuilzakken in Veurne of de bouw van een GSM-mast op een woningblok in Geel. Doorheen onze campagnes slaagden we er het afgelopen jaar in om nieuwe afdelingen te ontwikkelen of op te zetten, onder meer in Verviers, Mons, Beveren en Hasselt. Door de oprichting van een nieuwe afdeling in Hasselt zijn we eindelijk in alle Vlaamse provincies vertegenwoordigd met een werking!

    Wie dit artikel leest, zal het wellicht ook opgevallen zijn dat we dit jaar gewerkt hebben aan onze publicaties. Ons maandblad is van opmaak veranderd en verbeterd, er worden meer brochures gepubliceerd en ook onze website kende een grondige hernieuwing en werd ook uitgebreid op vlak van het aantal artikels (in 2004 publiceerden we meer dan 800 artikels) . Op deze punten willen we ook het komende jaar onze werking versterken. Zo komt er een nieuwe Franstalige website naar het model van de Nederlandstalige site en er staat ook een Franstalige versie klaar van de theoretische site Marxisme.Net, dat stilaan uitgroeit tot een referentiepunt voor het marxisme in het Nederlandstalige gebied.

    Op internationaal vlak zette het CWI stappen vooruit in de ex-koloniale wereld (waaronder de vorming van een nieuwe afdeling in Pakistan), maar ook in Europa. Op onze jaarlijkse zomerschool waren er 350 militanten uit heel Europa voor een reeks enthousiaste discussies. Bij verkiezingen slaagden we erin 4 gemeenteraadsleden te halen in Ierland, 3 in Duitsland: in Rostock, Keulen en Aken. Jammer genoeg was er ook slecht nieuws. Rotimi Ewebiyi, een lid van de internationale leiding van het CWI, overleed begin juni op 41-jarige leeftijd. Zijn werk wordt echter verder gezet!

    LSP heeft een traditie om vooruit te lopen op bewegingen. Nog voor de term ‘anti-globaliseringsbeweging’ ingeburgerd was, stonden we in 2001 klaar met de campagne Internationaal Verzet, nog voor de ‘zwarte zondag’ (de eerste grote verkiezingsoverwinning van het Vlaams Blok in 1991), stonden we klaar met Blokbuster. Momenteel voeren we sterk campagne voor een nieuw initiatief: dat van een Jongerenmars voor werk. Op 19 maart willen we daarmee een sterk antwoord naar voor brengen op het offensief van regering en patronaat. Wie nog aarzelt, roepen we op om onze rangen te vervoegen en samen te bouwen aan een sterke linkse oppositie tegen het rechtse beleid dat ons enkel oorlog, werkloosheid en miserie te bieden heeft. Sluit aan!

  • Ierland: Joe Higgins is “oppositielid van het jaar”

    Het is de tijd van de eindejaarslijstjes: wie maakte het meeste indruk, welke gebeurtenissen waren het meest frappant,… Dat is een internationaal fenomeen. Ook het Ierse dagblad ‘Irish Examiner’ stelde haar lijstjes op van de meest verdienstelijke ministers en parlementsleden. Het meest verdienstelijke parlementslid van de oppositie in het Ierse parlement volgens deze krant is het socialistische parlementslid Joe Higgins.

    Twee jaar geleden werd Joe Higgins van de Socialist Party (onze Ierse zusterpartij) door hetzelfde blad reeds uitgeroepen tot oppositielid van het jaar. Vorig jaar ging de prijs naar een vertegenwoordiger van de rechtse partij Fine Gael, maar de krant schrijft dit jaar: "Dit jaar zie ik geen alternatief buiten het toekennen van de titel aan Joe Higgins. Hij is terug sterk in vorm. Higgins is erg veelzijdig in het parlement en de wijze waarop hij de Taoiseach (de premier) aanpakte toen die de kleerkast van Higgins had leeggeroofd van zijn socialistische uitrusting, komt in aanmerking als één van de beste parlementaire interventies van dit decenium."

    Aanvankelijk werd wat neerbuigend gekeken naar de vreemde vogel in het Ierse parlement die niet voortkwam uit de kringen van het establishment, maar verkozen werd door de brede steun onder arbeiders in Dublin. Dat neerbuigende element is snel naar de achtergrond verdwenen door de scherpte van de tussenkomsten van Joe Higgins die het in het parlement steevast opneemt voor de arbeiders en hun gezinnen. Die parlementaire interventies worden gekoppeld aan een activiteit aan de basis en een actieve betrokkenheid bij strijdbewegingen. Hierdoor worden die strijdbewegingen versterkt omwille van het parlementaire forum dat hen aangereikt wordt door Higgins. Tegelijk wordt hierdoor duidelijk dat Higgins geen zonderling is, maar een vertegenwoordiger van de meerderheid van de bevolking.

    Het leidde er reeds toe dat de premier zichzelf plots "socialist" verklaarde. Toen de premier hierover in het parlement aan de tand gevoeld werd aan de hand van een ‘examen’ door Joe Higgins, viel die bijzonder snel door de mand. De poging van de premier om zich "progressief" voor te doen, werd efficiënt gekelderd. De ‘perceptie’ werd doorprikt door te wijzen op de realiteit.

  • 350 aanwezigen op activiteit ALS-Antwerpen

    350 studenten namen gisteravond deel aan een activiteit van de Actief Linkse Studenten in Antwerpen. Voor het eerst kregen we een zaal van de universiteit en dit om een reportage over het Vlaams Blok te tonen. Dat er vraag is naar anti-fascistische standpunten en een strategie bleek o.a. door de opkomst. Aan de ingang telden we 349 aanwezigen. Hieronder publiceren we een aantal foto’s.

  • Australië: eerste gemeenteraadslid Socialist Party verkozen in Melbourne

    In Melbourne werd Steve Jolly van de Socialist Party dit weekend verkozen als gemeenteraadslid. Hij wordt daarmee het eerste gemeenteraadslid van de Socialist Party in Australië. Met 13% van de stemmen in de gemeenteraad van Yarra (een onderdeel van Melbourne) slaagde hij er bovendien in een sterk resultaat neer te zetten voor radicaal-links.

    Het gemeentebestuur van Yarra werd na de vorige gemeenteraadsverkiezingen mee geleid door de Groenen die met een links programma die verkiezingen hadden gewonnen. In de praktijk betekende dit evenwel geen breuk met het asociale beleid. De Socialist Party voert actief campagne onder jonge arbeiders, onder meer met de organisatie ‘Unite’, een vakbond van interimarbeiders en andere slecht betaalde werknemers. Met Unite wordt in de grote winkelstraten bijvoorbeeld campagne gevoerd tegen lage lonen die betaald worden in grote winkelketens en tegen de tijdelijke contracten waarmee veel jongeren er geconfronteerd worden.

    De Socialist Party heeft in Melbourne een zekere traditie van strijd en betrokkenheid in acties. Zo waren er in de jaren ’90 acties in een school in Richmond met een bezetting van de school tegen de besparingen die er zouden doorgevoerd worden. In die strijd speelde het nieuw verkozen gemeenteraadslid Steve Jolly een centrale rol.

    Nadien was de Socialist Party er ook betrokken bij protesten tegen de oorlog, jongerenacties, vakbondsacties,… Zo is het pas verkozen gemeenteraadslid Steve Jolly ook delegee in de bouw en werkt hij als bouwvakker. Die traditie van strijd heeft nu geleid tot een electoraal verlengstuk. Dat is op zich belangrijk als argument tegen diegenen die beweren dat de Australische kiezers een draai naar rechts gemaakt hebben, o.a. bij de vorige verkiezingen toen de conservatieve premier John Howard opnieuw verkozen werd.

    Onze centrale kandidaat, Steve Jolly, is 41 jaar en reeds lang actief in de socialistische beweging. Hij sloot in de jaren 1980 aan bij de Ierse afdeling van het CWI in zijn geboortestad Dublin. Nadien trok hij naar Engeland en uiteindelijk naar Australië. In 1989 was hij aanwezig op de protestacties op het Tienamen plein in China waarover hij een uitgebreid verslag schreef (Lees dit Engelstalig verslag online).

    Het feit dat de Socialist Party er in een district in slaagt 13% te halen, geeft aan dat er een openheid is voor een radicale linkse en socialistische oppositie tegen het huidig beleid. De Linkse Socialistische Partij feliciteert alvast haar Australische zusterpartij en Steve Jolly.

  • Socialistisch discussieweekend in Dublin met 180 aanwezigen

    Op 29 en 30 oktober organiseerde de Socialist Party in Ierland een discussieweekend met verschillende debatten waaraan gekende personaliteiten deelnamen, waaronder ex-premier Garett Fitzgerald. Gedurende het weekend waren er zo’n 180 aanwezigen. We publiceren een verslag.

    Een zicht op de zaal

    Van links naar rechts: Joe Higgins, gemeenteraadslid Ruth Coppinger en ex-premier Garett Fitzgerald

    Janice Godrich, voorzitter PCS

    Op het weekend met de titel "Socialism Today" namen zo’n 180 mensen deel aan de discussies. Er was een debat tussen voormalig premier Garett Fitzgerald en het socialistische parlementslid Joe Higgins over "Welke toekomst onder het kapitalisme?" en tussen Eoin O’Broin, gemeenteraadslid van Sinn Fein in Belfast, en Peter Hadden, algemeen secretaris van de Socialist Party in Noord-Ierland, over "Socialisme en nationalisme."

    Tijdens de debatten waren er een aantal verrassingen. De eerste verrassing kwam er toen ex-premier Garret Fitzgerald verklaarde dat hij voor 90% akkoord ging met wat Joe Higgins zei. Hij stelde wel dat hij niet zag hoe socialistische ideeën in de praktijk kunnen omgezet worden. Nog verrassender voor een aantal aanwezigen was dat Eoin O’Broin een aantal argumenten van Fitzgerald herhaalde en stelde dat de arbeidersklasse geen sterke kracht is en dat ideeën zoals socialisme "sentimenteel" zijn, maar niet kunnen bereikt worden in de nabije toekomst zodat we ons moeten concentreren op "nationale bevrijding".

    Bij de discussie over privatiseringen waren er drie sprekers: gemeenteraadslid Clare Daly (tevens vakbondsdelegee bij Aer Lingus), Janice Godrich (voorzitter van de ambtenarenbond PCS in Groot-Brittannië) en Carmel Gates (voorzitter van de Noord-Ierse vakbond van openbare diensten, NIPSA). Zij legden alle drie uit wat privatiseringen betekenen voor de arbeiders: besparingen op vlak van tewerkstelling en werkomstandigheden en slechtere openbare diensten. Janice legde uit wat de besparingsplannen in de openbare diensten in Groot-Brittannië inhouden en benadrukte de groeiende strijdbaarheid met een stakingsactie georganiseerd door de PCS op 5 november.

    Het weekend werd afgesloten met een meeting over de noodzaak van socialisme. De centrale spreker daarbij was Hannah Sell (auteur van "Socialism in the 21st Century" en leidinggevend lid van de Socialist Party in Engeland en Wales). Hannah ging in op de enorme verspilling onder het kapitalisme waar ieder jaar 1 triljoen dollar gespendeerd wordt aan de wapenindustrie. Een socialistische samenleving zou die enorme middelen inzetten voor de behoeften van de bevolking en niet voor de winsten van enkelen. Zoals Amy Bannon, een lid van Socialist Youth, zei: "De toespraak van Hannah Sell maakte duidelijk dat het socialisme een antwoord kan bieden op de problemen waarmee de wereld vandaag geconfronteerd wordt."

    Hazel Devine, die recent lid werd van de Socialist Party in Belfast, volgde het debat tussen Peter Hadden (Socialist Party) en Eoin O’Broin (Sinn Fein gemeenteraadslid in Noord-Belfast).

    “Ik was ontgoocheld dat ik geen vragen heb gesteld aan de heer O’Broin. Hij zei dat het programma van Sinn Fein open staat voor iedereen. Als protestant uit een wijk die noch loyalistisch noch unionistisch is, had ik hem graag gevraagd wat een nationalistische partij als Sinn Fein mij te bieden heeft.

    “Eoin O’Broin viel de Socialist Party aan omdat het wil dat gewone mensen bij de partij aansluiten omwille van haar socialistische opvattingen. Hij ging daar tegen in en stelde dat enkel vooruitgang mogelijk is op basis van een nationalistisch programma. Ik sloot aan bij de Socialist Party omwille van het politieke vacuüm dat bestaat. De Socialist Party gaat in op echte thema’s die voor mij noch groen noch oranje zijn [noch Iers-nationalistisch noch Brits-loyalistisch]. In het debat werd duidelijk dat O’Broin enkel groen nationalisme aan te bieden heeft.”

  • LSP in congres – organisatorische discussie

    De laatste centrale discussie op het congres van LSP/MAS afgelopen weekend in Nieuwpoort ging over de staat van onze organisatie en de centrale organisatorische uitdagingen voor de komende periode. Uiteraard kunnen we van deze discussie slechts een aantal elementen publiceren, aangezien het voornamelijk interne zaken betreft. We willen echter toch een aantal grote lijnen naar voor brengen. De discussie werd ingeleid door Vincent Devaux uit Verviers en afgerond door Els Deschoemacker. 22 kameraden kwamen tussen in de discussie.

    Vincent Devaux legde in zijn inleiding uit dat er na de val van het stalinisme een moeilijke periode geweest is voor de arbeidersbeweging, o.a. omwille van het ideologische offensief van de burgerij. Wij hebben ons in die periode vooral georiënteerd op die lagen waar er nog actie was, vooral onder jongeren en dat met de anti-racistische campagne Blokbuster. Ook de antiglobaliseringsbeweging hadden wij voorzien en nog voor de betogingen in Göteborg en Genua waren wij reeds maanden bezig met het opzetten van anti-kapitalistische jongerencomités van Internationaal Verzet. Dankzij onze analyses en onze eerdere werking onder jongeren, slaagden we erin een belangrijke rol te spelen in de anti-oorlogsbeweging, zeker met de acties op Dag X, de dag dat de oorlog begon.

    Door deze elementen hebben we onze organisatie kunnen versterken, zowel inhoudelijk als numeriek. Er zijn nieuwe afdelingen bijgekomen, nu ook in Limburg, en andere afdelingen hebben zich enorm versterkt. Vooral langs Franstalige kant is de groei van onze organisatie opvallend en nu zijn er zelfs Duitstalige kameraden. Dat heeft een volledige metamorfose van onze organisatie teweeggebracht.

    Onze werking onder jongeren blijft belangrijk. Het succesvolle congres van de Actief Linkse Studenten – Etudiants de Gauche Actifs, is daar een voorbeeld van. Maar we zijn ook actief betrokken op lokaal vlak, zo speelden we een belangrijke rol in de campagne aan de unief van Luik waar het rectoraat tot toegevingen werd gedwongen op het punt van de inschrijvingsgelden. Met het nationaal studentencongres hebben we een structuur opgezet om onze werking onder studenten beter te kunnen coördineren. Daarnaast blijven we natuurlijk ook op andere vlakken actief, zo blijft Blokbuster aan aantrekkingspunt voor anti-fascistische jongeren. De anti-NSV betoging van maart in Antwerpen (waar er 700 aanwezigen waren) is daar een voorbeeld van.

    Het verharden van de aanvallen van de burgerij op de arbeidersklasse zal gevolgen hebben. De voorspellingen over een hete herfst waren de afgelopen maanden sterk aanwezig. Hoewel zo’n voorspellingen natuurlijk niet onfeilbaar zijn, hebben de vele acties en stakingen toch aangetoond dat het al een vrij warme herfst was tot nu toe. Het zal voor onze organisatie belangrijk zijn om daar voldoende te kunnen op inspelen door een grotere aandacht voor onze inplanting in bedrijven, maar ook onder werklozen.

    De groei van onze organisatie leidt er ook toe dat we moeten nadenken over onze structuren. Op dit congres verkiezen we een nieuw Nationaal Comité, de nationale leiding van LSP/MAS, dat op zijn beurt een Uitvoerend Bestuur verkiest dat instaat voor de dagelijkse werking van de organisatie. Daarnaast willen we in de komende periode ook sterker nadruk gaan leggen op het uitbouwen van lokale leidingen op regionaal vlak. Daarnaast leidt de groei van de organisatie ertoe dat het moeilijk haalbaar is om ieder jaar een congres te organiseren, er wordt voorgesteld om slechts om de twee jaar een congres te houden met daartussen eventueel een nationale conferentie rond een bepaald thema.

    We willen onze structuren en ons apparaat aanpassen aan de groei van onze organisatie en de enorme kansen die zich stellen, zowel in België als internationaal. Dat betekent bijvoorbeeld concreet dat de bijdrage die we betalen aan het CWI sterk verhoogd wordt. Maar uiteraard zullen de inkomsten eveneens moeten stijgen. Daarom worden streefdoelen voorgesteld op vlak van lidmaatschap, financies,… Door het werken met streefdoelen kunnen we doelbewust vooruitgaan.

    Discussie

    In de discussie werd sterk nadruk gelegd op de mogelijkheden om onze partij op te bouwen onder alle lagen van de bevolking. Er waren voorbeelden van onze campagnes aan de doplokalen, maar ook van campagnes onder syndicale militanten, studenten, scholieren,… Ook werd nadruk gelegd op de Jongerenmars voor werk van 19 maart, een initiatief waarvoor wij sterk willen mobiliseren. De komende periode zullen de eerste concrete initiatieven daartoe genomen worden, in een paar steden zijn al comités opgezet – al dan niet brede comités. Dat moeten we de komende periode versterken.

    Er waren verslagen van de werkingen van een aantal afdelingen. Door tijdsgebrek was het niet mogelijk om alle afdelingen aan bod te laten komen. Jasper uit Veurne sprak over de campagne die we daar voeren tegen de verhoging van de prijs van de vuilzakken in Veurne waarbij we al 500 handtekeningen verzameld hebben als protest tegen die maatregel. Geert uit Turnhout had het over de campagne die we voerden tegen fascistisch geweld waarmee we in september een betoging met 200 deelnemers organiseerden. Vanuit de afdeling in Verviers werd ook verslag uitgebracht over de samenwerking met onze afdeling in Aken (Duitsland) waarbij onze kameraden hebben meegewerkt met de verkiezingscampagne waarmee een gemeenteraadslid van onze organisatie werd verkozen in Aken.

    Vanuit Gent, Leuven, Brussel, Luik en Antwerpen waren er enthousiaste verslagen over o.a. de groeiende studentenwerking daar. Het zal belangrijk zijn dat we de tijd nemen om nieuwe kameraden en sympathisanten te vormen. Zo wordt in een aantal steden gewerkt met vormingscycli waar de basisdiscussies over het marxisme gevoerd worden met nieuwe leden. Tenslotte werd ook vermeld dat studentengroepen opgebouwd worden in Mons, Louvain-La-Neuve en Hasselt.

    In de grotere steden wordt nu in heel wat gevallen gewerkt met verschillende afdelingen, zo zijn er momenteel 3 afdelingen in Brussel en Gent, 2 in Leuven, Antwerpen en Luik. In die afdelingen is de afgelopen periode gediscussieerd over aangepaste structuren voor deze groei.

    Vanuit de vrouwenwerking bracht Laure uit Brussel een verslag over de driemaandelijkse nationale vergaderingen waarop telkens meer dan 20 kameraden aanwezig zijn. Wij zijn tegen een geïsoleerde vrouwenwerking, maar denken wel dat een specifiek orgaan in de partij nuttig is om te kunnen discussiëren over vrouwenthema’s en tegelijk een laag vrouwelijke kameraden te vormen, wat in de huidige samenleving niet evident is. An uit Leuven werkte dat punt verder uit en stelde dat het nodig is dat we aandacht hebben voor het voorzien van babysit bij de afdelingsvergaderingen, wat nu reeds gebeurt in grotere afdelingen.

    Emiel sprak over de rol van ons maandblad om in te gaan tegen de heersende ideeën. Wij willen een balans vinden tussen agitatie, theorie en propaganda, wat een evenwichtsoefening is. Op dit ogenblik willen we ons blad versterken door meer aandacht te hebben voor regionaal nieuws, voor het uitwisselen van ervaringen uit strijdbewegingen,… Ons maandblad heeft succes en we moeten nu de oplage verhogen.

    Afronding

    De ontwikkeling van de organisatie hangt samen met de objectieve situatie en de nadruk die we de afgelopen periode gelegd hebben op partijopbouw. We hebben een groot potentieel in de partij, zowel op vlak van politieke ervaring als van dynamische jongeren. Onze partij is opgebouwd in een moeilijke periode. In 1992 waren we slechts met een handvol leden die de Blokbustercampagne geleid hebben. De afgelopen jaren is de groei sneller gegaan en sinds 2000 zijn we verdubbeld op vlak van lidmaatschap.

    De komende periode zal een drukke periode zijn met een sterkere ontwikkeling van de klassenstrijd. Vandaag gaan reeds een aantal sectoren in verzet tegen de aanvallen van de burgerij. Die verandering in de objectieve situatie vergt een verandering in de houding van de partij. En dat is al tot uiting gekomen in de discussies op dit congres.

    We leggen ambitieuze doelstellingen voor inzake de verdere groei van de partij en om daaraan te voldoen zal ieders bijdrage noodzakelijk zijn op alle vlakken. Het vertrouwen van de leden werd duidelijk op dit congres, zowel bij de discussies als bij de financiële oproep waarmee we 8.600 euro ophaalden. We hebben onze ideeën en onze methode, en een bijzonder enthousiast lidmaatschap, zodat we vol vertrouwen de nieuwe periode tegemoet gaan.

    Tenslotte werd gestemd over de teksten die voorlagen over de Belgische en internationale politieke situatie, een organisatorische resolutie, een financiële resolutie, de doelstellingen voor het komende jaar en werd ook het nieuwe Nationaal Comité verkozen.

  • LSP in congres – verslag van de discussie over Belgische perspectieven

    De tweede centrale discussie op het congres van LSP/MAS afgelopen weekend ging in op de politieke en sociale situatie in België. Die wordt gekenmerkt door een groeiende politieke onstabiliteit en een begin van ontwikkeling van sociale strijd. We publiceren een samenvatting van de inleiding door Anja Deschoemacker uit Brussel, enkele punten uit de daaropvolgende discussie en de afronding van de discussie door Eric Byl.

    Verslag door onze correspondenten ter plaatse (*)

    Anja Deschoemacker: “De groei in de Eurozone in 2003 bedroeg slechts 0,5%, waar voornamelijk het gevolg is van de afname van de investeringen. De bedrijven hebben bespaard om de winsten te herstellen. Ditzelfde proces zien we in België waar ook kan gesproken worden van een proces van desindustrialisering. In 2003 was er een licht herstel van de investeringen en wellicht zal dit verder gezet worden in 2004. De Belgische economie kende een zekere groei, voornamelijk op basis van de export. Nu wordt voorspeld dat er een groei zal zijn in 2004 van 2,8%, sommigen hopen zelfs op 3%. De Nationale Bank herziet de groeiverwachtingen naar boven, terwijl de meeste economen voor volgend jaar een lagere groei verwachten. De meeste economen denken dat de groei over haar hoogtepunt heen is. Voor 2005 wordt een groei van 2,5% voorspeld, een lagere groei dan in 2004 onder meer omwille van de stijging van de olieprijzen.

    “Een belangrijke discussie in de komende periode zal deze rond het Interprofessioneel Akkoord (IPA) zijn. Bij het vorige IPA was een maximale stijging van de lonen van 5,4% afgesproken, wat betekent dat er quasi geen reële stijging is. Voor het volgende IPA wordt in feite geëist dat de stijging lager zou zijn dan de inflatie en de productiviteitsstijging, wat dus in de praktijk neerkomt op een reële daling. Het VBO wil zelfs nog verder gaan omdat in het buitenland er nog sterker gesnoeid is.

    “Volgens een professor die voor een arbeidsduurvermindering naar 36 uur is, zou er een arbeidsreserve zijn van 780.000 mensen en kan een economische groei daar geen oplossing voor bieden. Er is in België een hoge productiviteit, maar een lage activiteitsgraad. De vraag naar arbeid is sinds de oliecrisis niet gestegen, de vraag naar werknemers in de industrie is zelfs gedaald met 20% wat deels gecompenseerd wordt door jobs in de dienstensector. De enige oplossing hiervoor is dat iedereen minder zou werken.

    “Er is vandaag een record aantal faillissementen en ook de werkloosheid neemt verder toe. Het aantal nieuwe jobs dat gecreëerd wordt, ligt vrij laag en volgend jaar wordt nog een verdere daling verwacht. Het is bovendien duidelijk dat je in België niet bepaald kunt profiteren van de sociale zekerheid, ervan overleven lukt net als je geluk hebt. Bovendien wordt een jacht op de werklozen ingezet, er zijn nu al meer dan 3000 werklozen uitgenodigd bij de RVA. Van de Vlaamse werklozen die al gecontroleerd zijn zouden er slechts 16% voldoende naar werk gezocht hebben, 38,33% heeft onvoldoende inspanningen geleverd en moet snel terugkomen voor controle. Tegelijk ontbreekt het aan middelen om de werkgevers te controleren, in 2002 stond iedere ambtenaar in voor de controle van meer dan 4.000 ondernemingen, waardoor er slechts om de 8 jaar een inspectiebezoek mogelijk is. Dat ligt sterk onder het gemiddelde van onze buurlanden.

    “Naast de dalende lonen en de dalende uitkeringen stijgen de prijzen. De prijzen voor woningen zijn daarbij opvallend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat per week 100 gezinnen bedreigd worden met een huisuitzetting omdat ze hun huur niet meer kunnen betalen. Bovendien is de werkdruk erg groot waardoor er veel lichamelijke en psychische problemen opduiken. Er wordt geschat dat er per jaar 2 miljard euro uitgegeven wordt aan ziekteverzuim.

    “Om de economie op niveau te houden, wordt gerekend op de particuliere consumptie. Die is in 2003 met 1,7% gestegen, wat beperkt is. Nochtans heeft de Belg gemiddeld een financieel vermogen van 64.400 euro, maar de 30% rijksten bezitten 70% van het totale vermogen. De 10% rijksten bezitten de helft. De 30% armsten kunnen amper rondkomen.

    “Gaat het slecht in België? Als we de winstcijfers van de bedrijven bekijken, stellen we vast dat de hoogste winst ter wereld gerealiseerd wordt in verhouding tot de omvang van het geïnvesteerd kapitaal. Inzake arbeidsproductiviteit moeten we enkel Noorwegen laten voorgaan. Toch wil de regering besparen. Vandenbroucke en Vande Lanotte brengen de plannen van de burgerij naar voor waarbij men de achterstand op de buurlanden wil inlopen. Concreet wil men een versnelling van de besparingsmaatregelen.

    “De begroting die nu voor ligt, is zachter dan algemeen verwacht werd. Een aantal sociaal-economische kwesties zijn uitgesteld om besproken te worden in het kader van sociale onderhandelingen. Zo is de eindeloopbaanproblematiek uitgesteld tot de lente. Men hoopt de begroting in evenwicht te houden door de beruchte salamitactiek toe te passen: hier en daar een klein stukje afsnijden in de hoop dat het niet teveel pijn zou doen.

    “Op vlak van sociale zekerheid stelt minister Demotte een reeks besparingen voor. Hij stelt zelf dat er vooral zou bespaard worden bij de farmaceutische industrie, maar daar zijn nog nooit besparingen doorgevoerd. De laatste maatregelen om generische geneesmiddelen te promoten hebben zelfs een omgekeerd effect gehad. De uitgaven zijn op het vlak van geneesmiddelen sterk gestegen, van 2,3 miljard in 1993 tot 3,7 miljard in 2003. De aankondiging van Demotte om het Nieuw-Zeelandse model te bekijken op voorwaarde dat het niet ingaat tegen EU-maatregelen, zal wellicht botsen op die EU-maatregelen.

    “Een andere zogenaamde sociale maatregel was het invoeren van een maximumfactuur. Op dit ogenblik zou volgens de administrateur-generaal van het RIZIV zo’n 26,3% van de kosten door de Belgen zelf betaald worden, in onze buurlanden scoort enkel Nederland nog slechter.

    “Eén van de centrale problemen voor de instabiliteit in België op dit ogenblik is de nationale kwestie, zeker nu er asymmetrische coalities zijn. De Vlaamse coalitie van zowat alle grote partijen behalve het Blok, is duidelijk een ongewilde coalitie die enkel tot stand gekomen is door de electorale druk van het Blok. Tegelijk heeft de PS langs Franstalige kant haar positie te versterken, wat het mogelijk maakte om de MR (Franstalige liberalen) uit de Franstalige regeringen te houden.

    “De enige politieke familie die in alle regeringen vertegenwoordigd is, is de sociaal-democratie. De Vlaamse en Waalse sociaal-democratie zijn wel nog erg verschillend, vooral omdat ze in verschillende omstandigheden werken. Terwijl er in Wallonië nog illusies zijn in de PS, is dat bij de SP.A al enige tijd niet langer het geval. De PS maakt gebruik van de nationale kwestie om zich in de lokale regeringen zonder de liberalen op te werpen, zodat ze nationaal enige oppositie kunnen voeren tegen te harde voorstellen van de liberalen. Hierdoor stelt de PS zich voor als de verdediger van ‘Franstalig België’. Dat is de reden waarom ze zich verzetten tegen de splitsing van de gezondheidszorg.

    "“Nochtans heeft de PS sinds ze in de regering zit, en dat is al van in 1988, zich nooit verzet tegen de aanvallen op de sociale zekerheid of nu op de controle van de werklozen. Het zogenaamde toekomstplan van de PS in Wallonië heeft alle kenmerken van een neo-liberaal beleid, de ministers zijn verantwoordelijk voor de besparingen (denk maar aan het Franstalig onderwijs).

    “De CD&V heeft het een tijd moeilijk gehad in de oppositie. Dat is niet vreemd als je enige alternatief op een besparingsbeleid nog meer besparingen zijn. Wellicht daarom is het profiel van CD&V inzake de nationale kwestie versterkt, o.a. door het aangaan van een alliantie met de NVA. Hierdoor staan in het Vlaams regeringsakkoord nu een aantal eisen die erg provocatief zijn voor de Franstaligen. Bovendien lijkt de politieke agenda nu gedomineerd te worden door de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Waarom is dat plots het centrale politieke item? Wie ligt er van wakker? En toch wordt algemeen aangenomen dat het mogelijk is dat de regering hierover kan vallen.

    "De verkiezingsresultaten hebben ertoe geleid dat de federale regering constant een evenwichtsoefening moet doen waarbij de oude wafelijzerpolitiek van het afkopen van compromissen moeilijker geworden is. De enige reden waarom de regering nog niet gevallen is, is omdat geen enkele regeringspartij verkiezingen wil. De PS zit waar ze wil zitten en de rest zou wellicht verliezen bij verkiezingen. Het is daarentegen waarschijnlijker dat geprobeerd wordt tot meer politieke stabiliteit te komen door de CD&V in de regering op te nemen.

    “Tegelijk met de discussie over asociale maatregelen, zoals het opdrijven van de productiviteit en het flexibeler omspringen met de arbeidstijd (o.a. door annualisering), zien we een toename van arbeidsstrijd. Er zijn al acties geweest bij De Post, de Non-Profit, MIVB,…. De ombudsdiensten van De Post klagen dat ze stroom van klachten niet meer kunnen verwerken nu door de druk van Georoute heel wat misloopt bij de postbedeling.

    “Aangezien de begroting iets zachter was dan verwacht, is het idee van veralgemeende strijd nog even vooruitgeschoven. Maar de woede op de werkvloer groeit en zal tot uiting komen. Wellicht zullen er verder een aantal strijdbewegingen ontwikkelen waarbij de eis voor veralgemeende actie aan terrein zal winnen. Daarbij zijn er wel een aantal obstakels, zoals de vakbondsleiding. In Vlaanderen, Brussel en Wallonië zitten de politieke bondgenoten van zowel de rode als de groene vakbond mee in de regering. Het is een burgerlijke regel in België dat zoiets noodzakelijk is om een zwaar besparingsplan door te voeren. Maar zelfs indien de christen-democratie in de regering komt, valt algemene strijd niet uit te sluiten. De laatste algemene staking, tegen het globaal plan in 1993, was tegen maatregelen van een regering van sociaal-democraten en christen-democraten.

    “De komende periode zal strijd ontwikkelen. Er is een rechtse regering met een rechts beleid. De afgelopen jaren werd zowat iedere regering afgeschilderd als “de meest linkse” regering die zou mogelijk zijn. De strijd die zal ontwikkelen zal dat rechtzetten en duidelijk maken dat er nood is aan een links alternatief tegen het huidige asociale rechtse beleid.”

    Discussie

    In de discussie waren er 21 kameraden die tussenkwamen. Daarbij viel vooral de actieve betrokkenheid van heel wat sprekers op bij de strijd die begint te ontwikkelen. Zo spraken er kameraden die actief betrokken zijn op syndicaal vlak bij De Post, het onderwijs, de MIVB, de NMBS, Belgacom en de privé-sector. Daarnaast waren er ook tussenkomsten over de algemene politieke situatie, met vooral aandacht voor het nationale vraagstuk alsook voor de strijd tegen het Vlaams Blok.

    Koen, een kameraad uit Gent, sprak over het IPA. Het patronaat heeft in de aanloop naar de besprekingen over het IPA een bijzonder offensieve houding ingenomen met eisen als arbeidsduurverlenging en de afschaffing van het brugpensioen. Wellicht wil het patronaat met haar offensief programma niet zozeer de 40-urenweek binnenhalen, maar wel andere maatregelen binnenhalen. Zo zal er geen discussie zijn over het opdrijven van de flexibiliteit. Bovendien wil het patronaat de opzeggingstermijn voor bedienden inkorten. Nochtans is er al zwaar bespaard. Toen we aan de doplokalen campagne voerden werd dat erg duidelijk. In 1982 kreeg een werkloze gemiddeld 42% van een maandloon, nu is dat 26%.

    Jo Coulier, ACOD-afgevaardigde aan de VUB, benadrukte de verdeel-en-heersstrategie die toegepast wordt in het onderwijs en dat tussen de verschillende netten alsook tussen de verschillende gemeenschappen. Dat maakt het soms moeilijk om tot een ééngemaakte tussenkomst te komen in het volledige onderwijs. In Wallonië zijn er in de jaren 1990 zo’n 10.000 jobs in het onderwijs verloren gegaan, op een ogenblik dat er in Vlaanderen nog bijkwamen.

    Simon Van Haeren, verkozen als studentenvertegenwoordiger aan de VUB, ging op dit punt verder en legde uit dat er toch een aantal gelijklopende tendensen zijn waarbij de band tussen de privé-sector en het onderwijs nauwer wordt. In de VS komt 2/3 van het geld voor onderwijs van bedrijven. De besparingen hebben gevolgen, zo verklaarde de kabinetschef van Vandenbroucke reeds dat er wellicht tijdens de ambtstermijn van Vandenbroucke wel eens een schoolgebouw zou kunnen instorten, wat aangegrepen werd om te spreken over publiek-private samenwerking.

    Er zijn zowel aan Franstalige als aan Nederlandstalige zijde reeds acties geweest, maar de beweging zit zeker in Vlaanderen wat in een dipje. Dit jaar waren er al betogingen langs Franstalige kant, maar die waren vooral ongeorganiseerd en werden wellicht bewust afgeremd. We willen de Actief Linkse Studenten verder uitbouwen om zo op nationaal vlak een rol te kunnen spelen in studentenstrijd.

    Karim Brikci uit Brussel ging in op de beweging van de Franstalige hogescholen. In 1980 bedroeg het budget voor onderwijs nog 7% van het BNP terwijl dat nu nog slechts 5% is, een vermindering van 3 miljard euro. Bij het Franstalig onderwijs ligt de begroting vast sinds 1996 waardoor de enveloppes geen rekening houden met de stijging van het aantal studenten. Nochtans zijn er de voorbije 3 jaar 3.500 studenten bijgekomen wat enorme gevolgen heeft voor de infrastructuur en het gebrek aan onderwijzend personeel.

    Een leraar uit Gent legde uit dat minister Vandenbroucke op onderwijs het beleid van zijn liberale voorgangster, Marleen Vanderpoorten, gewoon verder zet. Ook hij gaat uit van het rapport “accent op talent”. Toch wordt Vandenbroucke door de vakbonden anders benaderd als Vanderpoorten, er wordt gezegd dat Vandenbroucke beter overweg kan met de vakbonden. Dat maakt hem echter gevaarlijker. Het kabinet van nationale eenheid samen met de inschikkelijke houding van de vakbondsleiding kunnen leiden tot een harde aanval, ook al zal het verkocht worden met een progressief-klinkend discours.

    Jan, een kameraad uit Leuven actief in de Non-Profit, ging in op de acties van de sector. Er waren reeds verschillende betogingen met duizenden deelnemers, maar nog steeds blijven de eisen erg actueel. De sector kent op vlak van lonen een achterstand van 10,5% op andere sectoren. Bijgevolg zijn de looneisen erg belangrijk, maar ook bvb de eis voor een volwaardige dertiende maand, het verlagen van de arbeidsduur en de aanwerving van 25.000 extra mensen worden opgeworpen.

    Een kameraad uit de Kempen ging in op de situatie bij hem op de werkvloer en de strijd tegen de verdeel-en-heersstrategie van het patronaat die soms bijzonder concreet is, zo worden afdelingen in bedrijven tegen elkaar opgezet of ook mannen tegen vrouwen.

    Een kameraad die bij het spoor werkt, stelde dat er voorlopig geen acties zitten aan te komen. Er was eerder dit jaar een voorakkoord inzake de herstructureringen en besparingen bij het spoor, maar dit is nog niet verder uitgevoerd. Het is duidelijk dat de hervormingen grote gevolgen zullen hebben, nu hebben er al zo’n 2.000 mensen brieven gekregen dat hun post afgeschaft wordt. Vooral bij de cargo zijn er veel problemen, wat nog zal versterkt worden door de plannen voor het vrijmaken van het goederenverkeer.

    Een kameraad die actief is in de strijd van de MIVB in Brussel legde uit wat de aanvallen bij de MIVB zijn sinds Flausch er aangesteld is als bestuurder. Het nieuwe management wou het bedrijf splitsen in 3 delen: bus, tram en metro. Natuurlijk wou men daarmee de concurrentie tussen die onderdelen opdrijven met het oog op een eventuele privatisering. Een volgende aanval was het opdrijven van de werkdruk door de rijtijden scherper te stellen. De lonen zijn niet direct verlaagd, maar iedereen moet langer werken door het wegvallen van rusttijden tussen de ritten.

    Guy Van Sinoy uit Brussel sprak onder meer over de organisatie van onze syndicale werking. We hebben op dat punt enorme stappen vooruit gezet, maar het is belangrijk dat de jongeren die beginnen te werken ook weten wat het voordeel is van een politieke militant te zijn voor hun syndicale werk. We moeten op de afdelingen de werking in de bedrijven bespreken en samen met kameraden die op de werkvloer actief zijn ons politiek begrip versterken.

    Een kameraad die lange tijd bij De Post gewerkt heeft, sprak over de gevolgen van Georoute. In bepaalde diensten zijn de personeelssamenstellingen voor zowat de helft veranderd. De bedoeling van Georoute is duidelijk: ervoor zorgen dat er van 40.000 naar 32.000 werknemers wordt gegaan. In verschillende steden waren er spontane acties van soms verschillende dagen, zo werd in Vilvoorde 9 dagen gestaakt. In Luik werd vorig jaar 2 weken gestaakt en werden toegevingen afgedwongen. In Gent was er een spontane staking van 4 dagen en zijn ook een aantal toegevingen afgedwongen. De nationale staking van 10 november kwam er vooral onder druk van de basis, en de leiding probeerde te ontkennen dat het ongenoegen rond Georoute aan de basis van die druk lag. De deelname aan de staking was overweldigend, wat een uitdrukking is van de actiebereidheid.

    Een kameraad die bij Belgacom gewerkt heeft, legde uit wat het effect was van de gedeeltelijke privatisering van Belgacom. Vandaag moeten openbare diensten concurreren, zo werd de RTT destijds omgevormd tot een bedrijf waarbij de overheid nog slechts 50% + 1 aandelen van in handen hield, terwijl de rest verkocht werd. Is de dienstverlening hierdoor verbeterd? Begin jaren 1970 stond de RTT aan de Europese top inzake communicatie. Dat is nadien verslechterd door het politiek wanbeheer. Vandaag wordt sterk bespaard, het privatiseren zorgde voor 10.000 ontslagen de voorbije jaren. Geleidelijk aan komt er een gamma van luxeproducten voor rijken en kruimels voor de armere lagen.

    Verder was er ook discussie over de impact van het Vlaams Blok proces en de anti-fascistische strijd. Geert Cool uit Antwerpen stelde dat wij geen burgerlijke rechtbank nodig hadden om het blok racistisch te noemen en dat het idee dat het Blok kan bestreden worden via gerechtelijke weg een illusie is. Bovendien maakt het Blok handig gebruik van het proces als onderdeel van haar marketingstrategie. Koenraad Depauw uit Gent stelde dat het noodzakelijk is om een echt alternatief naar voor te brengen. Die anti-fascisten die alles ingezet hadden op het proces en er zelfs een feest voor organiseerden, zullen niets bereiken. In Gent stelt de kwestie zich erg duidelijk, burgemeester Beke kreeg zelfs de prijs voor de democratie omdat hij zogezegd het Blok zou tegenhouden. Nochtans haalde het Blok 22% in Gent en voert het stadsbestuur een asociaal beleid, de komende jaren wil het stadsbestuur duizenden woningen afbreken en de wachtlijsten voor sociale woningen zijn indrukwekkend lang.

    Jan uit Verviers haalde de nationale kwestie aan en benadrukte dat we sinds kort ook een werking hebben in het Duitstalige gedeelte van het land. Er zijn zo’n 70.000 Duitstaligen in België, ook al zijn die tegen hun zin bij dit land gekomen. Tot op vandaag zijn er nog heel wat problemen voor de Duitstaligen in dit land. De politiek van het Waalse gewest heeft een sterke invloed bij ons, waardoor bijvoorbeeld onderwijs een Waalse bevoegdheid is en er geen aandacht is voor het aanleren van Duits. Op vlak van sociale strijd gebeurt er niet zoveel, er waren wel 3 grote massaontslagen en de werkloosheid is gestegen van 5% in 2000 tot 6,4% in 2004. Het zal belangrijk zijn dat enkel de arbeidersstrijd in staat zal zijn de vrijheid van de naties en de eenheid onder de arbeiders van verschillende naties te verwezenlijken.

    Thierry Pierret uit Brussel bracht een verslag van de politieke situatie in het Waalse gewest. Daar maakt de PS duidelijk dat ze voor een neo-liberaal beleid opkomen. Zo is de minister van onderwijs ook bevoegd voor elementen van het bedrijfsleven, uiteraard met duidelijke bedoelingen. Op vlak van onderwijs wil minister Arena de “bedrijfsgeest” aanmoedigen onder studenten. Het belangrijkste verschil tussen de Vlaamse en de Waalse politieke situatie op dit ogenblik is het ritme waarin de neo-liberale politiek wordt uitgevoerd, maar inhoudelijk is er geen fundamenteel verschil tussen de politieke projecten.

    François Bliki uit Brussel zei dat Lenin destijds al aangaf dat het nationaliteitenvraagstuk samen met economie, één van de moeilijkste kwesties is voor het marxisme. Wij spreken niet over een nationaliteitenprobleem, maar over een nationaliteitenvraagstuk. Voor de burgerij is het een probleem. Voor ons komt het erop aan een overgangsprogramma te ontwikkelen dat rekening houdt met het nationale bewustzijn om zo de noodzaak van socialisme naar voor te kunnen brengen. De natiestaat zoals we die vandaag kennen is een onderdeel van de historische taak van de burgerij, naast het privaat bezit van de productiemiddelen. De natiestaat is vandaag echter een rem geworden op de ontwikkeling van de productiekrachten en de burgerij slaagt niet in haar talrijke pogingen om dat te overstijgen. Het nationaliteitenvraagstuk is in essentie een uitdrukking van een defensieve positie van de arbeidersklasse, het is geen toeval dat het sterker wordt bij nederlagen van de arbeidersbeweging. Wij moeten echter in staat zijn om een openheid te behouden als het bewustzijn ontwikkelt op die punten.

    Marijke Decamps sprak over de sociaal-economische positie van vrouwen. Sinds de jaren 1960 zijn vrouwen steeds meer betrokken in het arbeidsproces. Dat heeft evenwel niet geleid tot een echt financieel onafhankelijke positie. Bovendien worden vrouwen nog steeds in veel gevallen geconfronteerd met een dubbele dagtaak: naast het werk buitenshuis ook nog eens het huishouden. Wij moeten de eis opnemen van het collectiviseren van huishoudelijke taken. Daarnaast moeten we vooral ingaan op sociale rechten: gelijk werk voor een gelijk loon. 40% van de vrouwen werkt deeltijds, maar met een deeltijds loon kan je niet onafhankelijk overleven. In Nederland worden werkloze vrouwen vandaag door de werkloosheidsdiensten verplicht om gelijk welke job aan te nemen, ook al is dat prostitutie. Meer zelfs, wie zo’n job niet aanvaard, loopt het risico om geschorst te worden van de werkloosheid.

    Roel uit Mechelen benadrukte de mogelijkheden voor de Jongerenmars voor werk in Brussel op 19 maart 2005. Hij gaf aan hoe in 1993 een kleine jongerenmars werd georganiseerd door Blokbuster, het ABVV en andere anti-fascisten. In onze campagne naar de jongerenmars toe moeten we ook aandacht hebben voor de meest onderdrukte lagen van arbeiders. Begin jaren 1990 was interimarbeid een ziekte, vandaag is het een pest geworden. En vooral jongeren zijn daar de dupe van.

    Een kameraad uit Brussel die zelf als interimarbeider werkt, gaf aan dat er in 2003 volgens officiële cijfers 314.000 interimarbeiders waren. Dat is een uitdrukking van het opdrijven van de flexibiliteit. Een aantal van onze leden in Brussel ervaren dit erg concreet in hun werksituatie. Zo wordt gewerkt met weekcontracten die pas op het einde van de week getekend worden zodat je onder druk kunt gezet worden, een kameraad van onze partij werkt 42 uren per week maar als hij dat niet aanvaardt krijgt hij geen nieuw weekcontract. Het feit dat 1 jongere op 5 werkloos is, versgroot de druk.

    Afronding door Eric Byl

    De discussie werd afgerond door Eric Byl, algemeen secretaris van LSP/MAS. Hij stelde dat de discussie indrukwekkend was en een uitdrukking van het talent in onze organisatie. De afgelopen periode hebben we enorme stappen vooruit gezet en het zelfvertrouwen van deze organisatie is recht evenredig met de onzekerheid die heerst bij de burgerij.

    Het is belangrijk om een aantal elementen in de discussie naar voor te brengen. Terwijl het klopt dat in Nederland de regering van de moord op Van Gogh gebruik gemaakt heeft om haar agenda door te zetten met het sociaal akkoord, moeten we ook benadrukken dat er toch heel wat toegevingen in het akkoord zitten. De afbouw van de invaliditeitsuitkering, het systeem van brugpensioen,… zijn allemaal herzien. Zonder de moord op Van Gogh had er echter meer kunnen uitgehaald worden. Balkenende heeft echter beperkte toegevingen gedaan omdat hij de kracht van de arbeidersbeweging begon te voelen.

    We kunnen ons de vraag stellen wat er gebeurd is met al diegenen die in de jaren 1990 dachten rijk te zijn. Wat is er gebeurd met diegenen die dachten een kleine kapitalist te kunnen worden omdat ze wat aandelen hadden of met diegenen die een klein bedrijf begonnen? Veel blijft er niet over. De enige manier waarop de burgerij vandaag haar systeem in de hand kan houden is met een aanval op de verworvenheden van de arbeiders en het aanmoedigen van particuliere consumptie, consumptie van wat ze morgen nog moeten verdienen.

    De aanval van de burgerij komt neer op het optrekken van de relatieve meerwaarde. Door investeringen in machines wordt de productiviteit opgedreven, maar is er ook meer kapitaal nodig. Het patronaat stelt altijd dat de loonkost te hoog is, we herinneren allemaal hoe dat door Ford Genk werd ingeroepen. Maar als we het van dichterbij bekijken, zien we dat de loonkost bij Ford Genk slechts 7% van de totale kosten uitmaakte.

    Het argument van de delokalisatie wordt bewust overdreven door de burgerij om de arbeiders hier tot toegevingen te dwingen. Dat wil niet zeggen dat wij de delokalisatie onderschatten, maar de stroom van kapitaal van west naar oost in Europa is momenteel kleiner dan omgekeerd.

    Alle burgerlijke economen zitten met het probleem dat de investeringen te beperkt zijn. Zelfs indien die dit jaar met 3% zouden groeien, valt dit niet te vergelijken met de periode tussen 1997 en 2002. Alleen de vervangingen van machines vereisen een investering van 2% à 3%. De laatste jaren zaten we daaronder, de burgerij doet dus zelfs niet de moeite om alles te vernieuwen. Daarom wordt nu van strategie veranderd en wordt de VS gevolg. Daar wordt geprobeerd de absolute meerwaarde op te drijven door de arbeiders langer te laten werken. Dat gebeurt door het opdrijven van flexibiliteit, interimarbeid, deeltijdse arbeid,….

    Bij de discussie over het IPA maakt ook de Belgische burgerij gebruik van de maatregelen in het buitenland. Het idee van een 40-urenweek lijkt hen aantrekkelijk en is overgenomen door het VBO. Maar dat is een valse discussie. Het patronaat zou het misschien wel willen, en indien een precedent mogelijk is, zullen ze het niet nalaten te gebruiken. Maar de echte agenda van het patronaat bestaat uit het opdrijven van de flexibiliteit, ook al is de mate van flexibiliteit vandaag reeds verrassend. Willen ze ons fysiek compleet uitputten? Er is hier in de zaal een interimarbeider die bij De Post 9 weken na elkaar met een weekcontract heeft gewerkt. Daar was het mogelijk 3 jaar interim te werken voor er kans was op een vaste job! De Post heeft zelfs een eigen interimkantoor opgericht.

    Als een kapitalistisch systeem in crisis komt, gebeurt dat meestal eerst op economisch vlak. Maar na verloop van tijd komt de volledige structuur van de maatschappij in de problemen. Dat heeft ook politieke gevolgen, geen enkele traditionele partij komt nog goed over bij bredere lagen. In de ogen van de massa’s zijn het zakkenvullers. De onderwijzers die vroeger gezien werden als deel van de elite, gaan nu in heel wat gevallen quasi depressief naar school in de hoop dat ze er fysiek heelhuids uit zullen komen. Dat is een uitdrukking van hoe diep de crisis in iedere porie van de maatschappij zit.

    En dit is nog maar het begin. Vroeger werd in schijven bespaard, nu met hele brokken. De verkiezingen hebben de plannen van de regering wel wat doorkruist waardoor ze niet mee is met eisen van het VBO op vlak van loonbevriezing, opdrijven van de flexibiliteit, annualisering van de werktijd, versoepeling van de lonen,… Vandenbroucke doet nochtans zijn uiterste best om elke maatregel die het patronaat wil, zelf voor te stellen. Het is niet verwonderlijk dat de VLD het soms moeilijk heeft. De VLD van Verhofstadt, destijds baby-Thatcher, de auteur van de burgermanifesten, wordt nu rechts voorbijgestoken door Vandenbroucke. Coveliers dacht destijds wellicht dat hij eindelijk een echt rechtse partij had gevonden, maar nu is het de SP.A die voorstelt om de middelen voor het onderwijs en de non-profit te bevriezen. Hoe sommigen nog illusies kunnen hebben in de SP.A ontgaat mij compleet, die partij is vandaag het belangrijkste instrument van de burgerij geworden.

    Economen voorspellen voor dit jaar een iets hogere groei dan voorzien. De Nationale Bank is er snel bij om te stellen dat de groei dit jaar geen 2,3% bedraagt, maar 2,8%. Dat leidt echter niet tot een toename van het aantal jobs, de werkloosheid is tussen 2002 en 2004 met 12% gestegen in Vlaanderen. In Brussel en Wallonië was die stijging iets trager. Maar dat is in een periode van beperkte groei.

    Als professor Blanpain vandaag zegt dat 1 miljoen mensen een uitkering krijgen, wordt niet eens meer gereageerd op dat soort hallucinante cijfers. Blijkbaar is het volgens de officiële linkerzijde “progressief” om alles beter voor te stellen dat wat er echt gebeurt. De burgerlijke politici weten blijkbaar vooral goed hoe ze de zaken moeten aanbrengen.

    Wij beperken ons niet tot het zeggen waar het op staat, maar ook waar we naar toe gaan. De groeicijfers in België gaan uit van een stabiele groei van de Amerikaanse economie, geen verdere stijging van de olieprijs, een vreedzame oplossing in het Midden-Oosten,… Dat is een droomkasteel. De herverkiezing van Bush zal niet leiden tot een afname van de onstabiliteit. De olieprijs kan gemakkelijk boven de 60 en zelfs de 80 dollar per vat gaan. Dat zou rampzalig zijn voor de bedrijven, de gemiddelde energiekost van een bedrijf gaat vaak tot 25%. Er wordt een drama georganiseerd voor de wereldeconomie.

    Er zijn nu al de enorme schuldenbergen in de VS en dat maakt dat de mogelijkheid reëel is dat die economie stilvalt. Dat zou enorme gevolgen hebben voor de wereldeconomie, maar de Nationale Bank lijkt dat niet te willen snappen. Als de slechte schulden naar boven komen, zal de motor van de wereldeconomie sputteren.

    Het politieke vacuüm zorgt ervoor dat een politiek alternatief nodig is en dat we voor een dubbele taak staan: enerzijds is er nood aan een brede nieuwe arbeiderspartij die socialistische ideeën populair kan ingang doen vinden, anderzijds is er nood aan een revolutionaire kaderpartij zoals wij deze opbouwen. Ter rechterzijde heeft het Blok blijkbaar die dubbele taak ook begrepen, zij proberen de fascisten wat op de achtergrond te houden en gebruiken plat populisme omdat ze weten dat er geen massa’s voor een solidaristisch en fascistisch programma kunnen gewonnen worden.

    De groei van het Blok versterkt de druk op CD&V, VLD, SP.A en ook Groen. Langs Waalse kant is er een draai naar rechts in de maak bij de liberale MR. Ook daar is er het potentieel van een extreem-rechtse formatie, maar is er nog geen structuur daarvoor aanwezig. De rol van de CDH (christen-democraten) is uitgespeeld. De partij overleeft enkel door de PS.

    De burgerij heeft duidelijk problemen en moet daarom beroep doen op andere factoren die wel sterk genoeg zijn. Daarom wordt geprobeerd in te spelen op de arbeidersklasse en dit voornamelijk door zich te baseren op de vakbondsleiding. De greep van de leiding is echter niet absoluut, zoals duidelijk werd in Nederland. Maar ook hier zien we een begin van ontwikkeling van strijd. In de non-profit waren er tal van betogingen en stakingen, bij De Post wordt actie gevoerd, bij de MIVB waren er bijzonder sterke acties.

    Het feit dat onze werking op de werkvloer aan belang heeft toegenomen, betekent uiteraard niet dat we ons jongerenwerk vergeten. Op de meeste universiteiten zijn we de grootste linkse organisatie, er is een sterke basis waarop we kunnen bouwen, zowel onder arbeiders als onder jongeren. Vanuit de kleine kaderpartij die we nu zijn, kunnen we de komende periode sterk groeien. We moeten de kansen grijpen en ambitieus zijn. Met de Jongerenmars willen we een nieuwe stap vooruit zetten. Het huidige systeem leidt tot verzet van jongeren en arbeiders, wij willen daarop bouwen om ons op termijn te kunnen omvormen van een revolutionaire kaderpartij naar een revolutionaire massapartij. Daarin kan ook jij een rol spelen, aarzel niet om vandaag nog lid te worden!


    (*) De verslaggeving van het congres is het collectief werk van verschillende kameraden uit de afdeling Antwerpen. Het grootste deel van het werk werd verricht door Jeroen Weyn en Jan Vlegels (noteren van de interventies) en Jeroen Van Camp en Laurent Grandgaignage (foto’s)

  • Congres LSP – Verslag discussie internationale perspectieven

    Op het congres van LSP/MAS vorig weekend waren er drie uitgebreide discussies. De eerste discussie ging in op de internationale situatie en werd ingeleid door Nicolas Croes uit Luik. We publiceren een verslag van de inleiding en de discussie. Er wordt gewerkt met samenvattingen van hetgeen gezegd is. Niet alle tussenkomsten worden verwerkt en bepaalde punten worden samen geplaatst naargelang het thema.

    Verslag door onze correspondenten ter plaatse (*)

    Nicolas Croes: “Het kapitalisme heeft zijn historische rol beëindigd. De uitbuiting van de arbeiders en de crisis van het systeem leiden ertoe dat er geen enkele weg vooruit meer aangeboden wordt door het huidige systeem. Iedere technologische vooruitgang maakt de tegenstellingen van het huidig systeem scherper. Tegenover deze overproductiecrisis is de enige schijnbare oplossing van een aantal landen het voeren van een dubbele economische oorlog. Enerzijds door middel van het invoeren van taksen en heffingen op import waarbij vooral de ex-koloniale landen getroffen worden. Anderzijds wordt ook een economische oorlog gevoerd tegen de arbeidersklasse van iedere staat.

    “De huidige crisis van het kapitalisme is structureel waardoor er weinig ruimte is om de kapitalistische agressie te temperen. Het verdwijnen van de Sovjetunie en het stalinisme leidde tot een sterk burgerlijk ideologisch offensief. Er werd gezegd dat enkel de vrije markt zou werken en de arbeidersklasse kende een terugslag waar ze nog niet volledig van bekomen is.

    “De VS werd de enige wereldheerschappij en Bush Sr. noemde dit destijds de “nieuwe wereldorde”. In de jaren 1990 is de positie van de VS versterkt aangezien het een zekere groei kende op een ogenblik dat Japan een negatieve groei kende en de Europese economie eveneens aan het sputteren was.

    “De recessie van 2000/2001 vormde een belangrijk keerpunt. De beperkte heropleving na deze recessie was niet van die aard dat de werkloosheid begon te dalen of dat de levensstandaard van de arbeiders erop vooruit ging. Bovendien was de groei de meest beperkte groei sinds WO2.

    “Onder druk van de schuldenlast is de Federal Reserve verplicht om vandaag de rentevoeten te laten stijgen. De wereldeconomie en ook de VS-economie zijn vandaag gebaseerd op de enorme schulden van zowel de particuliere consumenten als de overheid. De afgelopen jaren was de rente gedaald van zo’n 7% tot 1%, wat met de inflatie inbegrepen dus eigenlijk een negatieve rentevoet was. Maar dit moet op de één of andere wijze terugbetaald worden. Aangezien de voorspelde vooruitgang uitbleef, werd de rentevoet opnieuw lichtjes verhoogd.

    “De oorlog en de bezetting in Irak hebben de schuldenlast in de VS verder opgedreven. Bij die oorlog en bezetting heeft de VS aangetoond dat het niet in staat is om louter met haar militaire overmacht de wereld volledig onder controle te krijgen. De poging om de dominantie van de VS opnieuw te bevestigen, is mislukt. Het budget voor defensie is enorm, maar de olievoorraden zijn nog steeds niet hersteld.

    “Bovendien zien we dat er in zowat alle belangrijke olieproducerende landen problemen zijn. Het Midden-Oosten blijft politiek onstabiel, maar ook elders zijn er problemen. In Nigeria zijn er sociale en nationale spanningen, de situatie in Venezuela is onzeker voor de VS, in Rusland was er het proces tegen Yukos wat eveneens een bedreiging vormt voor de olieproductie. Bovendien worden de mogelijkheden voor de VS om direct tussen te komen op militair vlak sterk beperkt, door de militaire overbelasting waarmee het te kampen heeft door de oorlog in Irak.

    “De zoektocht naar een alternatief is het duidelijkst aanwezig in Latijns-Amerika. Ondanks de beperkingen van het politiek project van Chavez, heeft hij zich de woede van de nationale en internationale burgerij op de hals gehaald. Om de beperkte stappen vooruit in het land verder te ontwikkelen, zal het noodzakelijk zijn dat Chavez verder gaat en breekt met het kapitalisme. Zoniet kan het imperialisme terugkomen en haar beleid volledig opdringen, zoals het vandaag kan doen in het Brazilië van president Lula. Die kwam aan de macht op basis van de steun van de arbeiders, maar hij heeft die arbeiders al snel verraden. In die zin is de ontwikkeling van een nieuwe partij in de vorm van de PSOL (Partij voor socialisme en vrijheid) een belangrijke stap vooruit.

    “In Europa zien we overal een offensief van de burgerij om een besparingspolitiek op te leggen. Er zijn aanvallen op de pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, de lonen en arbeidsvoorwaarden. Daarbij wil de burgerij de competitiviteit opdrijven, maar hoe ver zal daar in gegaan worden? Zullen we straks de loonsvoorwaarden uit pakweg China hier moeten aanvaarden?

    “Er is in Europa een heropleving van de arbeidersstrijd. Het verzet tegen de oorlog in Irak was een belangrijke ontwikkeling, maar is geen geïsoleerd gegeven. Het heeft de mogelijkheid van collectieve strijd naar voor gebracht en dergelijke strijd staat vandaag meer dan ooit op de agenda. Er waren reeds de belangrijke bewegingen in Duitsland en Nederland, maar het is duidelijk dat we nog maar aan het begin van deze mobilisatie staan.

    “In de strijd tegen de aanvallen op de verworvenheden van de arbeiders en hun gezinnen moeten wij de noodzaak naar voor brengen van eengemaakte strijd, maar ook van de noodzaak van een politiek instrument dat in staat is fundamentele verandering af te dwingen. Er is geen tussenweg tussen kapitalisme en socialisme, dat is duidelijk genoeg gemaakt in Chili 1973 of eerder bij de Spaanse revolutie. In de strijd tegen de kapitalistische barbarij is er nood aan een sterk wapen, een revolutionaire partij.”

    Over de ontwikkeling van die revolutionaire partij op wereldvlak werd ingegaan door een vertegenwoordiger van het Committee for a Workers’ International, Karl Debbaut. Die beklemtoonde de mogelijkheden voor de uitbouw van onze organisatie en dat op wereldvlak. Ook na de herverkiezing van Bush zijn er geen redenen om pessimistische conclusies te trekken, noch om de Amerikaanse bevolking te beledigen. We mogen niet vergeten dat ook Nixon er in slaagde verkozen te raken en dat in volle Vietnamoorlog op een ogenblik van wereldwijde radicalisering.

    Karl Debbaut bracht ook verslag uit van onze werking in een aantal landen. In Brazilië ligt onze relatief kleine organisatie mee aan de basis van de PSOL, een arbeiderspartij opgericht als antwoord op de verrechtsing van de PT en de neo-liberale politiek van Lula. Daar wordt de dubbele taak van marxisten vandaag erg duidelijk: enerzijds het opbouwen van de arbeidersbeweging en het populariseren van socialistische ideeën, en anderzijds het opbouwen van een revolutionaire kaderpartij. Hierdoor moeten we constant afwegingen maken. Maar ook financieel legt het druk op onze organisatie. Zo hebben we een kameraad verkozen in het uitvoerend bestuur van de PSOL, een orgaan dat tweewekelijks samenkomt in de hoofdstad. Gewoon deelnemen aan die vergadering is een dure aangelegenheid.

    Om de Braziliaanse afdeling bij te staan, willen we een aantal kameraden uit Europa naar Brazilië krijgen voor het Wereld Sociaal Forum in januari. Dat zal belangrijk zijn om een beter beeld te krijgen van de situatie in heel het continent. Er zal ook een interessante conferentie zijn van socialistische krachten uit heel het continent, een conferentie georganiseerd door de PSOL.

    Ook elders op het continent komen we tussen. Zo hebben we een zware financiële inspanning geleverd om kameraden uit Chili langere tijd naar Venezuela te sturen om daar deel te nemen aan de acties en er contacten te leggen om een stevige marxistische organisatie uit te bouwen in het land.

    Onze afdelingen in de neo-koloniale wereld werken onder zeer moeilijke omstandigheden, maar toch boeken we er belangrijke vooruitgang. Zo is onze Nigeriaanse afdeling de tweede grootste sectie van het CWI. De Democratic Socialist Movement komt er tussen in alle belangrijke bewegingen, zo is er binnenkort de zevende algemene staking sinds 2000. Onze kameraden spelen er een leidinggevende rol, en worden ook in de media naar voor gebracht als de radicale vleugel die de beweging organiseert.

    In Sri Lanka is onze partij aan het uitgroeien tot de belangrijkste factor ter linkerzijde. Bij lokale verkiezingen eerder dit jaar haalden we 14.600 stemmen, enkele maanden later waren dat er reeds 21.000. We zijn in dat land de enige partij die zowel onder Tamils als Sinhalezen georganiseerd is.

    Er zijn nog tal van voorbeelden te geven van de werking van onze internationale organisatie, maar de uitbouw ervan moet nog opgedreven worden. Dat is noodzakelijk in de huidige wereldsituatie. 3 miljard mensen op deze wereld leven van minder dan 2 dollar per dag. Dat is de rotheid van dit systeem waartegen we moeten vechten.

    In de discussie die hierop volgde waren er tal van tussenkomsten. Tina De Greef uit Leuven bracht een verslag van een bezoek dat zij bracht aan Zuid-Afrika waar zij ook de kameraden van de Democratic Socialist Movement ontmoette. Onze organisatie in Zuid-Afrika kent een lange geschiedenis en speelde destijds een belangrijke rol in het ANC. De regeringsdeelname van het ANC en de verburgerlijking van de partij maakten de situatie voor ons moeilijk in de jaren 1990, maar nu groeien we opnieuw en dat vooral onder jongeren.

    Yacov uit Israël benadrukte de onstabiele situatie in het Midden-Oosten. Er is in de hele regio een uitgesproken woede tegen het VS-establishment en dat mee omwille van de oorlog in Irak. Bovendien worden de banden tussen lokale leiders en de VS meer en meer duidelijk wat leidt tot instabiliteit, bvb in Saoedi-Arabië. In de industriële wijken zijn er daar zowat dagelijks aanslagen op de olie-industrie en ook in de hoofdstad zijn er delen niet meer onder controle van de regering. Ook in Egypte zijn er zelfmoordaanslagen die aangeven hoezeer het regime van Moebarak verzwakt is door de oorlog.

    In de media is er veel aandacht voor het overlijden van Arafat en de gevolgen daarvan, maar in feite worden de bestaande tegenstellingen en spanningen nu enkel duidelijker tot uiting terwijl het geen nieuwe elementen zijn. De enorme corruptie van de Palestijnse Autoriteit en haar rol bij het sluiten van de vredesakkoorden zorgden ervoor dat de steun voor Arafat reeds enige tijd afgenomen was. Nu wordt vooral duidelijk dat geen enkele organisatie de belangen van de burgerij degelijk kan verdedigen. Het bouwen van de muur en het terugtrekkingsplan tonen de zwakte van de Israëlische heersende klasse. Dat gaat gepaard met een dieper wordende economische crisis waardoor de kans op conflicten toeneemt. De opbouw van marxistische krachten is in onze regio een zaak van leven of dood.

    Jean Peltier van onze afdeling in Luik ging in op ons standpunt over het verzet in Irak. Wij geven geen kritiekloze steun aan om het even welke vorm van verzet. Het is duidelijk dat er geen tweestadia theorie kan gehanteerd worden in Irak waarbij er eerst zou moeten opgekomen worden tegen het imperialisme om pas in een tweede stadium te strijden voor socialisme. Zo’n tactiek heeft in het verleden haar failliet bewezen, denk maar aan de Iraanse revolutie van 1979 waar uiteindelijk het reactionaire regime van Khomeini de macht kon grijpen. Wij moeten steeds een klassenstandpunt innemen en de strijd tegen de bezetting koppelen aan een socialistisch programma.

    Een volgende spreker was Roel van de afdeling in Mechelen. Hij legde uit dat we bij de Zuidoostaziatische crisis in 1997-98 te snel stelden dat dit de aanvang van een wereldwijde economische crisis was. Het kapitalisme kon in een aantal delen van de wereld net gebruik maken van de Aziatische crisis om het geld terug te trekken en te investeren in de VS en Europa. Maar ook hier krijgen we nu meer en meer kenmerken van een economische situatie die allesbehalve rooskleurig is. Er is de zware schuldenlast wat zal leiden tot ‘slechte schulden’ (schulden die niet meer terugbetaald worden) en ook een sterke stijging van de vastgoedprijzen die doet denken aan de situatie in Japan begin jaren 1990.

    Tim Joosen uit Brussel sprak over de uitbreiding van de EU op 1 mei, waarbij vooral Oost-Europese landen lid werden van de EU. De EU is een machine voor privatiseringen en besparingen. Er zijn de voorbeelden van de privatiseringen bij de spoorwegen, energiesector en ook de havenarbeid. De arbeidsvoorwaarden worden onder druk gezet door de EU-uitbreiding, zowel bij ons als in de nieuwe lidstaten. In Polen is er bijvoorbeeld een gemiddeld loon van 460 euro per maand, maar veel arbeiders hebben slechts 200 à 250 euro. De EU-toetreding heeft er geleid tot een sterke stijging van de prijzen, zo is de prijs van suiker met 60% omhoog gegaan. In realiteit is zowat de helft van de bevolking werkloos, er zijn dorpen waar niemand nog werk heeft. Dat leidt ertoe dat veel boeren naar de steden trekken en daar zien we heuse krottenwijken ontstaan. De vrije markt in Oost-Europa leidt er tot een zekere vorm van Afrikanisering.

    Philip Locker uit Seattle (VS) bracht de groeten van de Amerikaanse afdeling van het CWI. Hij benadrukte dat de teleurstelling wereldwijd erg groot was toen Bush erin slaagde de verkiezingen te winnen. Een president die er als eerste in 30 jaar tijd in slaagt om een netto jobverlies te veroorzaken waarbij een meerderheid van de bevolking vindt dat de VS slecht bezig is. De overwinning van Bush is vooral een nederlaag van Kerry en de Democraten. Die slaagden er niet in stemmen te winnen omdat zij voor een zelfde beleid staan als Bush. Kerry had als strategie om telkens Bush te imiteren.

    Dat het verzet tegen het asociaal beleid niet gebroken is en dat de Amerikanen geen eenduidig conservatief reactionaire massa vormen, werd nochtans duidelijk bij deze verkiezingen. In Florida haalde Bush het bij de presidentsverkiezingen, maar was er ook een referendum over het optrekken van de minimumlonen waarbij een grote meerderheid voor zo’n verhoging was.

    Bush zal proberen gebruik te maken van de verkiezingen om een verdere rechtse politiek te voeren en zijn imperialistische politiek verder te zetten. Maar het idee dat Bush nu vrijspel heeft, is verkeerd. Het falen in Irak en de economische problemen beperken de ruimte voor de nieuwe regering van president Bush.

    In de laatste tussenkomst ging Geert Cool uit Antwerpen in op de situatie in Nederland en onze houding tegenover de politieke islam. Als Nederland één iets heeft aangetoond, is het dat zowel terrorisme als racisme de arbeidersbeweging verzwakken. Er was een scherpe opgang van de arbeidersbeweging met begin oktober de grootste mobilisatie sinds meer dan 10 jaar. Maar na de moord op Van Gogh lijkt het publieke debat niet te gaan over het verzet tegen het asociale beleid, maar over racistische verdeeldheid. Dat is een tijdelijk gegeven, het verzet tegen het huidige beleid zal opnieuw opgang kennen, maar er is op een bijzonder scherpe wijze aangetoond dat verzet niet in een rechte lijn ontwikkelt.

    Vandaag wordt de islam als centrale vijand naar voor gebracht door heel wat reactionaire krachten en dat wordt nog versterkt door het beleid van de neo-conservatieven in de VS. Die hebben een vijandsbeeld nodig om hun imperialistische politiek in Azië te rechtvaardigen. Bij gebrek aan het vroegere “rode gevaar” hebben ze het nu over het gevaar van het “islam-terrorisme” en eigenlijk het gevaar van de islam op zich. Daarbij wordt niet geaarzeld om de rol van de politieke islam op te kloppen, zo is de rol van de beweging rond Al-Zaqarwi in Irak (een beweging gelinkt aan al-Qaeda) veel beperkter dan de voorstelling ervan in de Amerikaanse media. De VS kan er echter van gebruik maken om een beeld te creëren rond de islam en tegelijk het brede karakter van het verzet in Irak te verdoezelen.

    Wij onderschatten het reactionaire karakter van de politieke islam absoluut niet, maar gaan wel na wat de materialistische basis ervoor is. Het zogenaamde fundamentalisme is niet cultureel of religieus bepaald, maar een politiek gevolg van een specifieke objectieve situatie. De politieke islam kon zich opwerpen als alternatief door het falen van het stalinisme en het Arabisch nationalisme, zeker na de val van de Muur. Bij gebrek aan een alternatief kan de politieke islam terrein winnen en het kan daarbij gebruik maken van het feit dat ze vroeger steun kregen van het imperialisme dat toen beroep deed op de politieke islam als buffer tegen het “rode gevaar”, denk maar aan de VS-steun voor de Taliban in Afghanistan.

    De sociale situatie in het Midden-Oosten leidt tot de mogelijkheid van de ontwikkeling van de politieke islam, zo zien we in Saoedi-Arabië dat er regio’s zijn met een werkloosheid van 40% terwijl er tegelijk een enorme olierijkdom aanwezig is. Extreme groepen kunnen daarop inspelen. De ontwikkeling van de politieke islam en het offensief van het imperialisme, samen met de neo-liberale aanvallen hier in Europa, kunnen leiden tot een scherpe toename van racisme in Europa. Bij gebrek aan strijdbewegingen met een duidelijk programma kan het tevens zorgen voor radicalisering onder de migranten, maar dan wel in zowat alle richtingen met ook een grotere openheid voor ideeën van de politieke islam en ook terrorisme.

    Ons antwoord is er één op klassenbasis. Het verenigen van de arbeiders en jongeren op internationaal vlak is noodzakelijk en het uitbouwen van een politieke factor kan internationale gevolgen hebben voor het bewustzijn.

    Tenslotte werd de discussie afgerond door Bart Vandersteene, de woordvoerder van LSP in Gent. In de jaren 1990 werd duidelijk dat de ‘nieuwe technologie’ een zeepbeleconomie vormde, maar zelfs na het ineenstorten van de beurzen is de zeepbel gebleven. Door het verlagen van de rentevoeten is er nu een zeepbel ontstaan op de huisvestingsmarkt. Op 8 jaar tijd is de prijs 35% boven de inflatie uitgestegen. Deze zeepbel heeft een groot effect op de bevolking, meer dan bij de ineenstorting van de beuren in de jaren 1990. Het effect van het doorprikken van de zeepbel kan dan ook veel groter zijn.

    Ook sociaal zijn de gevolgen niet te onderschatten. Het is misschien nuttig te verwijzen naar enkele cijfers over hoe de Amerikanen hun eigen sociale positie. Begin jaren 1990 dacht 19% van de Amerikanen dat ze bij de 1% rijksten in de VS hoorden en 20% dacht ooit bij die 1% te raken. Het is op basis van dit gevoel van rijkdom dat de Amerikaanse burgerij de consumptie in de VS verder heeft kunnen opdrijven. Tussen 2000 en 2003 is de consumentenschuld in de VS met 33% gestegen. Met een verderzetting van de huidige politiek zal een gemiddeld gezin tegen het einde van de ambtstermijn van Bush een schuld hebben gelijk aan 150% van het jaarlijks gemiddeld gezinsinkomen. Dit leidt tot een enorm probleem, zeker aangezien het versterkt wordt door het grote begrotingstekort van 600 miljard dollar en het tekort op de handelsbalans (een uitdrukking van het feit dat er meer geïmporteerd wordt dan geëxporteerd).

    De huidige situatie vereist een instroom van geld, een rol die de afgelopen jaren gespeeld werd door de Aziatische banken. Komt daar nog bij dat er problemen zijn als de olieprijs, wat een invloed heeft op de economie en de koopkracht van de bevolking. De overwinning van Bush bij de presidentsverkiezingen heeft op korte termijn de olieprijzen doen dalen, maar er is geen reden om te verwachten dat dit op langere termijn zo zal blijven. Cruciaal daarbij is natuurlijk de situatie in Irak.

    Op dit ogenblik zien we het lang aangekondigde offensief in Falluja dat ook beslissend zal zijn voor de verkiezingen in Irak. Geleidelijk aan zien we de situatie in Irak ontwikkelen naar het model van de Balkan. De Soennieten roepen nu al op om de verkiezingen in januari te boycotten, de Koerden steunen meer en meer het idee van autonomie. De vergelijking met de Balkan loopt enkel mank op vlak van de enorme schaal waarop de spanningen toenemen en de gevolgen voor de wereldsituatie.

    Nu duidelijk wordt dat de burgerij geen oplossing kan aanbieden, krijgen wij meer gehoor. Dat uitte zich onder meer in een wereldwijde afkeer van Bush, 76% van de Europeanen sprak zich uit tegen het beleid van Bush. Dat is niet verwonderlijk gelet op de situatie die steeds meer vergelijkbaar is met Vietnam destijds: een combinatie van een militair moeras en een groeiend verzet in eigen land. Tegen die achtergrond zal er ook in de VS een eigen politiek instrument nodig zijn. Daarom steunden wij de campagne van Nader op een kritische wijze. Michael Moore vatte het destijds op een goede manier samen: “They blame Nader for giving us Bush, I blame them for being Bush”. Jammer genoeg nam Moore dit standpunt niet meer in bij de huidige verkiezingen.

    De steun voor Kerry was niet zozeer het gevolg van zijn programma, 60% van zijn kiezers stemde in de eerste plaats tegen Bush. Zelfs onder vakbondsleden maakte Kerry geen grote impact, 36% van de vakbondsleden stemde voor Bush en dat ondanks de belastingsverlagingen voor de rijken. Bush bepaalde de agenda en slaagde erin om vooral nadruk te leggen op ethisch conservatieve posities. Dat was mee mogelijk door de onzekere situatie voor bredere lagen waarbij de angst voor de toekomst zich vertaalde in traditionele waarden zoals het gezin, religie,…

    De burgerij zal daar op internationaal vlak lessen uit trekken en het proberen toe te passen als methode om het verzet tegen de crisis een reactionaire richting te geven. In Nederland zien we dit bvb met het opstaan van een nieuwe rechts-conservatieve figuur die uit de VVD gestapt is en als onafhankelijke zetelt, Geert Wilders die momenteel in de peilingen tot 18 zetels zou halen. Dat zou meer zijn dan de VVD zelf! Ook Berlusconi gebruikt een gelijkaardige methode en zal dit blijven doen in de toekomst, denk maar aan zijn houding inzake de samenstelling van de nieuwe EU-commissie. In België zien we op beperkte schaal gelijkaardige ontwikkelingen met Coveliers en Dedecker in de VLD of Decrem bij de CD&V die zich allen rechts van de partijlijn positioneren.

    Tegenover dat conservatisme is een politiek instrument van de arbeidersbeweging nodig om ertegen in te gaan. De jongeren zullen niet zomaar aanvaarden dat de klok tientallen jaren teruggedraaid wordt, denk maar aan de eisen om abortusdokters de doodstraf toe te kennen of het schrappen van de evolutietheorie uit het Amerikaans onderwijs. Binnen de antiglobaliseringsbeweging zal moeten gediscussieerd worden over de te volgen weg. Binnen de leiding van die beweging is er geen sprake van socialistische opvattingen. Het is echter verkeerd om zich veilig op te sluiten onder de vleugels van de leidingen van NGO’s en vakbonden op bijeenkomsten zoals het ESF. In het verslag dat op onze site en in ons maandblad verschenen is van het ESF was er een belangrijke opmerking. Er werd gesteld dat er op de twee uur durende meeting die wij hielden meer over klassenstrijd werd gesproken dan in de overige 30 uur van het ESF. Op een ogenblik dat de vakbond in de publieke sector een confrontatie aangaat met de Labour-regering was het overigens duidelijk waar onze prioriteit in Engeland lag…

    In vergelijking met een aantal jaren geleden is de samenleving grondig door elkaar geschud. De mogelijkheden voor de opbouw van onze krachten nemen toe naarmate de klassenstrijd heropleeft. Dit werd in Duitsland reeds duidelijk waar we dit jaar drie gemeenteraadsleden verkozen kregen en waar nu gediscussieerd wordt over een nieuwe arbeiderspartij. Naarmate de strijd opkomt, stijgt ook de honger naar ideeën. Die honger zal moeten beantwoord worden. Niet met vage slogans, maar met een duidelijk socialistisch programma gebaseerd op de arbeidersklasse en met een internationalistisch perspectief. Het is zo’n programma dat wij de komende periode verder willen uitwerken en uitdragen.


    (*) De verslaggeving van het congres is het collectief werk van verschillende kameraden uit de afdeling Antwerpen. Het grootste deel van het werk werd verricht door Jeroen Weyn en Jan Vlegels (noteren van de interventies) en Jeroen Van Camp en Laurent Grandgaignage (foto’s)

  • Foto-verslag vanop het congres

    Laurent Grandgaignage & Jeroen Van Camp

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop