Category: Partijnieuws

  • Socialisme 2006. Een weekend vol discussie en debat. U komt toch ook?

    Zaterdag 22 – zondag 23 april. Leuven

    Op 22 en 23 april organiseert LSP/MAS een nationaal weekend met discussie en debat over een socialistisch alternatief. We willen er ingaan op de belangrijkste strijdbewegingen van de afgelopen periode, maar bieden ook een alternatieve kijk op de internationale situatie. Het weekend is niet te missen voor iedereen die eens een andere visie wil horen dan hetgeen ons dagelijks gebracht wordt door regering, patronaat en traditionele media.

    > PDF-versie van dit pamflet

    STRIJD VOOR EEN SOCIALISTISCH ALTERNATIEF!

    Zelfs de bisschop van Luik en de hulpbisschop van Namen verklaarden naar aanleiding van het ontslag van tientallen mensen door delokalisatie van winstfabriek en bierbrouwer Imbev-Jupille: “Als de economische wetten geen rekening houden met de mens, moeten die wetten veranderen”. Zij spreken uiteraard vanuit christelijke naastenliefde, terwijl wij voorstander zijn van een structurele aanpak van maatschappelijke problemen. Toch kan het tellen. Het drukt uit hoe duizenden arbeiders zich voelen: in de steek gelaten en zonder alternatief. Banken en bedrijven boeken recordwinsten, managers kregen nooit hogere lonen dan nu, maar wij worden rond de oren geslagen met loonmatiging, flexibiliteit en afbouw van onze pensioenen en sociale zekerheid.

    Socialisme 2006 gaat over de strijd tegen het systeem dat die wantoestanden voortbrengt. Het brengt jongeren en arbeiders samen om strijdervaringen uit te wisselen. Het geeft je de gelegenheid uit te vissen waar het marxisme om gaat. Bovenal zal het ons in staat stellen uitgebreid te discussiëren over een alternatief op kapitalisme. te discussiëren over een alternatief op kapitalisme.

    WERELDWIJD PROTEST TEGEN HET NEOLIBERALISME

    Een greep uit het Socialisme 2006-programma over de internationale situatie met informatie en analyses uit de eerste hand. LSP/MAS situatie met informatie en analyses uit de eerste hand. LSP/MAS maakt immers deel uit van het internationale Committee for a Workers’, met afdelingen in 35 landen.

    LATIJNS AMERIKA

    Het verzet tegen neoliberalisme is er het verst gevorderd. Een derde van de 400 miljoen Latijns Amerikanen werd door de politiek van privatisering en liberalisering tot extreme armoede veroordeeld. Massastrijd en revolutionaire bewegingen voor een ander, socialer beleid heeft rechtse presidenten en/of regeringen opzijgezet en vervangen door linkse.

    Op Socialisme 2006 wordt dieper ingegaan op het “Socialisme in de 21ste eeuw” van Chavez in Venezuela, en ook op de “nationalisatie van de eeuw” van Chavez in Venezuela, en ook op de “nationalisatie van de gas”- politiek van Morales in Bolivië. Kan dit het leven van miljoenen mensen kwalitatief te verbeteren of is een meer fundamentele breuk met het kapitalisme nodig? Welke rol is weggelegd voor de arbeidersklasse en de arme boeren in het realiseren van een socialistische maatschappij?

    ISRAËL/PALESTINA

    De verdeel-en-heers politiek van het kapitaal heeft hier twee bevolkingsgroepen als vijanden tegenover elkaar geplaatst. Enkel het establishment is hiermee gediend. De politieke aardverschuivingen die de laatste maanden aan beide zijden plaatsvonden, zijn een uitdrukking van een dringende wens onder de gewone bevolking voor verandering. Maar het ontbreken van een socialistisch alternatief op zowel de nationalistische als ontbreken van een socialistisch alternatief op zowel de nationalistische als de religieuze partijen laat zich hard voelen. Welke uitkomst zien LSP/MAS, het CWI en haar afdelingen voor de impasse in deze regio?

    PAKISTAN

    Hoogtepunt van het Socialisme-weekend wordt ongetwijfeld het ooggetuigenverslag van leden van LSP/MAS en het CWI van het Wereld Sociaal Forum in Pakistan. Het kapitalisme heeft hier meer dan elders geleid tot een brutale maatschappij waar armoede en ellende dagelijkse kost zijn. Het CWI heeft afdelingen in Pakistan, Kashmir, India en Sri Lanka. Met de webcam in aanslag wordt verslag gegeven van de condities waarin arbeiders en jongeren moeten leven en werken, alsook van de campagnes die onze leden hebben gevoerd tegen de privatisering van de telecomsector in Pakistan en naar aanleiding van de aardbeving die enkele maanden geleden aan tienduizenden mensen het leven kostte en miljoenen mensen dakloos maakte.

    Verder zijn er workshops over China, de oorlog in Irak en de situatie in Frankrijk, waarin onze Franse zusterorganisatie de protestbeweging van studenten tegen de jongerencontracten met precair statuur zal toelichten.

    EUROPA: MASSA-BEWEGINGEN EN ALGEMENE STAKINGEN

    Sinds het massale NEEN in de referenda in Frankrijk en Nederland tegen de neoliberale Europese Grondwet, zien we een steeds duidelijker roep naar een meer sociale politiek. Dat wordt uitgedrukt in Duitsland door de stakingsbeweging in de openbare sector, de grootste in 14 jaar, en het succes van de WASG en de Linkspartei.

    In Nederland werd duidelijk “links” gestemd in de laatste gemeenteraadsverkiezingen. Alle regeringspartijen verloren ten voordele van de sociaaldemocratische PVDA en de linkse SP.

    Na een blinde explosie van overigens terechte woede in de banlieus, ontwikkelt in Frankrijk een massale beweging tegen de aanvallen op de werkzekerheid van jongeren, en ook in Italië werd opnieuw massaal gestaakt tegen de asociale politiek van Berlusconi.

    Strijdbaarheid genoeg, maar welk alternatief? In verschillende landen ontstonden nieuwe linkse partijen. Wat zijn de mogelijkheden ervan? Welke lessen kunnen we eruit trekken? Op het Socialisme-weekend getuigen leden van onze afdelingen in Duitsland, Nederland en Frankrijk en ook leden van LSP/MAS die deelnamen aan de recente Italiaanse protestbewegingen tegen de oorlog.

    HET VERZET IN BELGIË: TEGEN HET GENERATIEPACT EN MORGEN TEGEN HET COMPETITIVITEITSPACT

    Eind vorig jaar werd ook België overspoeld door massaal protest. Dit vond zijn uitdrukking eerder al in de syndicale betoging in december 2004, maar brak vooral door tijdens de algemene stakingen tegen het generatiepact.

    ZATERDAGAVOND: EEN NIEUWE ARBEIDERSPARTIJ IN BELGIË, MEETING MET WASG, JEF SLEECKX, …

    Uit deze beweging groeide de idee om ook hier een beweging te starten voor een anti-neoliberale partij, een partij van en voor arbeiders. Dit onderwerp is meteen het thema van het hoofddebat op zaterdagavond met o.a. Jef Sleeckx, jarenlang parlementair voor de SP, nu voortrekker van een nieuwe arbeiderspartij; Eric Byl, algemeen secretaris van LSP/MAS; een spreker van WASG Duitsland; …

    LSP/MAS JONGERENWERK

    Kom naar onze workshops over de campagne tegen:

    DE BESPARINGEN IN HET ONDERWIJS:

    Het nieuwe financieringsdecreet van onderwijsminister Frank Vandenbroucke voorziet zware besparingen in het hoger onderwijs, met catastrofale gevolgen voor personeel en studenten. Hij probeert de verschillende onderwijsinstellingen tegen elkaar uit te spelen. Inschrijvingsgelden zouden kunnen oplopen tot 25.000 euro en in het aanbod zou zwaar worden gesnoeid. Actief Linkse Studenten startte in samenwerking met de syndicale delegatie van het ABVV aan de VUB een campagne die studenten en personeel van alle instellingen één kan maken.

    3 JAAR OORLOG IN IRAK

    De oorlog “voor democratie en tegen terrorisme” werd een brutale koloniale oorlog voor de controle van één van de grootste olievoorraden ter wereld. Resultaat: dood en miserie voor miljoenen Irakezen, het land op de rand van een burgeroorlog, besparingen op de kap van de Amerikaanse arbeiders en hun gezinnen om die oorlogswaanzin te betalen. Internationaal Verzet blijft het verzet tegen de brutale bezetting organiseren en eist de terugtrekking van alle troepen. Enkel een socialistische politiek kan de verschillende nationaliteiten en religies éénmaken in de strijd voor een samenleving waarin de rijkdom in handen komt van de gemeenschap zelf. Troepen en multinationals hebben er niets te zoeken!

    RACISME EN IEDERE VORM VAN DISCRIMINATIE

    De besparingen leiden tot steeds meer sociale miserie. Werkloosheid bij gebrek aan jobs, huisjesmelkerij door een tekort aan sociale woningen, aanvallen op ons loon en onze sociale zekerheid om de winsthonger van het patronaat te stillen… zijn de echte oorzaken van racisme, homofobie en seksisme. Met schijnheilige lippendienst aan multiculturaliteit en gelijke rechten proberen politici en patronaat hun verantwoordelijkheid daarin van zich af te schuiven.

    Blokbuster, onze anti-racisme campagne en onze LSP-vrouwencommissie hebben jarenlang ervaring met anti-racisme en anti-seksisme en willen dit met jullie delen, om de strijd tegen elke vorm van discriminatie en verdeel en heers met succes te kunnen voeren.

    PRAKTIJK EN THEORIE VAN HET MARXISME

    SOCIALISME: EEN WETENSCHAP OF UTOPIE

    LSP/MAS en de internationale organisatie waartoe we behoren, is geen commentator langs de zijlijn, maar een actieve deelnemer in de reële bewegingen. Wij dromen niet alleen van een betere maatschappij, maar proberen er naar vermogen in de praktijk voor te vechten. Voor ons is socialisme niet gewoon “een goed idee”, maar het enige antwoord op de tegenstelling tussen een archaisch systeem, het kapitalisme, en de ontwikkeling van wetenschap en techniek die de grenzen van dit systeem al lang overschreden zijn. Ondanks alle beweringen van het tegendeel zien we dagelijks de toename van klassenstrijd. LSP/MAS komt bewust in dat proces tussen om deze strijd naar haar logische conclusie te helpen sturen: een maatschappij waarin de productie in functie staat van de mens en niet de mens een verlengstuk is van de productie.

    REFORMISME OF REVOLUTIE

    Of hoe de strijd voor betere lonen, arbeidscondities en een beter leven ons leidt tot de strijd voor een andere maatschappij. Dit is geen nieuwe discussie in de arbeidersbeweging. O.a. Rosa Luxemburg schreef eind 19e eeuw haar pamflet: “sociale hervorming of revolutie”. De belangrijke hervormingen, afgedwongen door strijd, hebben gedurende een hele periode de illusie in de mogelijkheid van de hervorming van het kapitalisme versterkt. Vandaag maken we een tegenbeweging mee. Het kapitalisme wordt als systeem door steeds meer arbeiders enjongeren opnieuw in vraag gesteld. Het offensief tegen onze lonen, diensten en arbeidscondities is daar niet vreemd aan. In plaats van vooruit, gaat het leven van velen erop achteruit. En dit ondanks de enorme ontwikkeling van de technologie, wetenschap en rijkdom. Andere meer theoretische inleidingen tot het marxisme gaan over de theorie van de permanente revolutie door Trotski en over planeconomie versus vrije markteconomie.

    Praktische info

    DATUM: zaterdag 22 en zondag 23 april 2006 | LOCATIE: Van Den Heuvelinstituut (VHI), Dekenstraat 2, 3000 Leuven | INSCHRIJVEN EN INFO: tel. 02/345.61.81 of e-mail socialisme2006@socialisme.be / website: www.socialisme.be | INKOMPRIJS: 25€ voor scholieren/studenten/niet-werkenden, 35€ voor werkenden / deelname, warme maaltijden, slaapplaats inbegrepen in prijs / babysit op aanvraag | DAGINDELING ZATERDAG: OPENINGSMEETING van 10.00 tot 12.00 – WORKSHOPS van 16.30 tot 19.00 – HOOFDDEBAT om 20.00: “Voor een nieuwe arbeiderspartij!”– AANSLUITEND: BAR & FUIF vanaf 22.00 | ZONDAG: MEETING van 10.00 tot 12.00 – WORKSHOPS van 13.30 tot 16.00 – SLOTMEETING | VOOR HET VOLLEDIGE PROGRAMMA: bel naar 02/345.61.81 of surf naar onze website: WWW.SOCIALISME.BE

  • LSP organiseert succesvolle discussiedag rond vrouwenrechten

    Op zaterdag 11 maart, in het kader van internationale vrouwendag, organiseerde LSP/MAS een nationale vormingsdag over vrouwenrechten. Het werd een bijzonder succesvolle dag met zo’n 85-90 aanwezigen uit heel het land. De discussies waren erg boeiend en de aanwezigen kregen een hoop argumenten om de discussie aan te gaan.

    Marijke Decamps

    Neoliberale aanvallen op de positie van vrouwen

    De eerste discussie ging voornamelijk in op de huidige situatie na de aanvallen van de regering met het het Generatiepact en bood een stevig antwoord op het dominante idee vandaag dat de situatie van vrouwen er zo fundamenteel op zou zijn verbeterd dat er geen probleem meer is.

    Integendeel, vrouwen, en dan vooral vrouwen en meisjes uit de werkende bevolking staan er slecht voor. Er is het probleem van seksisme en geweld ten opzichte van vrouwen, maar dit alles is gelinkt aan de zwakkere sociaal economische positie van vrouwen.

    Nog altijd nemen vrouwen het grootste deel van de huishoudelijke taken op zich, de zorg voor de kinderen etc. Er bestaat nog altijd zoiets als een dubbele dagtaak. Deze zwakkere positie wordt ook weerspiegeld in de lonen en arbeidsvoorwaarden bij vrouwen.

    Vrouwen verdienen nog altijd ongeveer een kwart minder dan wat mannen verdienen, werken vaker deeltijds en dit vooral om een job te kunnen combineren met een huishouden en kinderen, en worden dan ook dubbel getroffen door de aanvallen van de regering op het brugpensioen. Ook worden vrouwen meer getroffen door langdurige werkloosheid. Al meer dan 25 jaar is het antwoord van de verschillende regeringen op de crisis het cadeau’s geven aan de grote bedrijven in de vorm van lastenverlagingen en het voeren van een neoliberaal afbraakbeleid. Dit om zogenaamd jobcreatie te stimuleren. De enige jobs die vandaag zwaar in opmars zijn zijn de dienstencheque’s, en andere flexibele nepstatuten, waar je niet genoeg van verdient om echt goed te kunnen rondkomen, of een degelijk leven te leiden.

    Vandaag is de armoede in België aan een opmars bezig, en een groot deel van de slachtoffers daarvan zijn vrouwen. De beste manier voor vrouwen om aan de armoede te ontsnappen in België is nog altijd het vinden van een partner. Uit de discussie kwam heel duidelijk naar voren dat de heersende politiek geen weg vooruit biedt en de specifieke problemen waar vrouwen mee worden geconfronteerd alleen maar erger maakt.

    In de discussie waren er onder meer tussenkomsten van arbeidsters uit de non-profit en De Post. Er werd ook gesproken door een Ierse kameraad die onder meer verwees naar de strijd tegen het ontslag van een jonge vakbondsmilitante Joanne Delanay, een strijd die werd gewonnen. De discussie werd afgerond door een kameraad die bij het spoor werkt.

    Werkgroepen

    Nadien was er de ruimte om te discussieren in kleinere werkgroepen. Er was een discussie over hoe vechten tegen seksisme en geweld in de uitgaansbuurten, waarbij dieper ingegaan werd op problemen die vrouwen hebben als ze uitgaan, die variëren van opmerkingen en handtastelijkheden tot verkrachting. Veel vrouwen durven vaak niet meer buiten komen, of gaan alleen uit in grote groep, en slachtoffers van verkrachting durven vaak hun mond niet open te doen, ook dat ze het idee hebben dat dit toch geseponeerd wordt, en vaak is dit ook zo. In ieder geval ligt de oplossing niet in meer blauw op straat of camera’s, maar het verhogen van de sociale controle, en het actief campagne voeren hier over, natuurlijk gelinkt aan een sociaal programma dat fundamenteel een verbetering betekend voor vrouwen.

    Een andere werkgroep ging over de situatie in Pakistan en de campagne tegen geweld op vrouwen die onze Pakistaanse zusterorganisatie voert. Zeker in zo’n moeilijke situatie, waar het land wordt geregeerd door de dictator Musharraf als marjonet van de VS, betekent opkomen voor vrouwenrechten en het niet accepteren van geweld regelrecht tegen de stroom ingaan. Onze oproep op het einde van de dag voor solidariteit met Pakistan leverde een aardige som op.

    Als derde werkgroep was er een discussie over huishoudelijk geweld, ingeleid door Sinead Daly van onze Schotse zuterorganisatie en pas herverkozen in de nationale leiding van de SSP. Hier werd vooral duidelijk wat een immens probleem huishoudelijk geweld is, en wat een verschil een programma van sociale woningen, arbeidsduurverkorting, gratis kinderopvang zou kunnen maken in het kansen geven aan vrouwen en kinderen in mishandelings relaties om hieraan te ontsnappen.

    Afsluitende meeting

    Als afsluiter van de dag was er een meeting waarin dieper ingegaan werd op de noodzaak om vrouwen actief te betrekken en te ontwikkelen in de arbeiderbeweging en de revolutionaire partij, in solidariteit met de mannen van de arbeiderklasse die een objectieve bondgenoot zijn in de strijd voor vrouwenrechten, de situatie van vrouwen op wereldvlak en de nood om te bouwen aan een socialistische internationale.

    Want uiteindelijk zal het kapitalisme elke verwovendheid van de arbeidersklasse en specifiek voor vrouwen proberen terug te draaien, en de enige manier om al met al deze kapitalistische rotzooi komaf te maken zal het opbouwen zijn van een maatschappij waar de middelen worden verdeeld in functie van de behoeften van de meerderheid van de bevolking in plaats van de winsthonger van een kleine minderheid.

    Het gebruiken van de rijkdom die vandaag wordt geproduceerd hiervoor zal een manier zijn om openbare diensten te creëren die zoveel mogelijk het huishoudelijk werk op zich nemen, gratis en degelijke kinderopvang voorzien, de loonkloof aan te pakken, voldoende sociale woningen te voorzien om zodoende de basis te leggen om vrouwen rechten werkelijk te garanderen, en een degelijk leven te garanderen voor iedereen!

  • Kazakstan: conferentie van Socialistisch Verzet

    Binnenkort zullen zo’n 7 miljoen mensen in Kazakstan de kans krijgen om een TV-reportage te zien over de recente conferentie van Socialistisch Verzet (Socialisticheskoe Soprotivlenie, of ‘SocSopr’), de Kazakse afdeling van het CWI. De bijeenkomst werd deels gefilmd door het actualiteitsmagazine ’Situation.kz’. Hierdoor zullen jongeren en arbeiders een beeld krijgen op het bestaan van een socialistische oppositie tegenover het autoritaire regime van president Nazarbayev.

    Yakov, Alma-Ata, Kazakstan en Dominic McGrath, CWI

    SocSopr hield op 18 en 19 februari haar nationale conferentie in Bishkek, de hoofdstad van het buurland Kirgiziestan. Op de conferentie waren leden van SocSopr aanwezig uit verschillende steden en dorpen in Kazakstan, waaronder Alma-Ata, Aktyubinsk, Karaganda, Dzhambul, Uralsk en Ust-Kamenogorsk. Het bijeenbrengen van deze conferentie was niet evident omwille van de grote afstanden die de aanwezigen moesten afleggen, de slechte infrastructuur en de beperkte levensstandaard in het land.

    Naast de vertegenwoordigers uit Kazakstan waren ook Rob Jones en Dominic McGrath op de conferentie aanwezig. Zij brachten groeten over van CWI-leden in de regio en van heel onze internationale organisatie.

    Er waren ook gasten van de lokale communistische partij van Krgiziestan en de jongerengroep Kelkel-Vozrozhdenie (‘Heropstanding’).

    De cameraploeg van Situation.kz filmde delen van de conferentie en hield interviews met een aantal afgevaardigden. Daarbij werd ook gefilmd hoe afgevaardigden met de bus naar de conferentie gingen, om aan te geven dat leden van SocSopr “gewone mensen“ zijn en niet lijken op de politici in Kazakstan, zoals een journalist stelde. Het televisieprogramma komt nu zondag op TV en wordt bekeken door miljoenen mensen.

    De conferentie ging van start met solidariteitsberichten van CWI-afdelingen in Brazilië, Zweden en Portugal. Gedurende twee dagen bediscussieerden de afgevaardigden de politieke en economische situatie in Kazakstan, het politieke programma van SocSopr, de situatie in Centraal-Azië en de voormalige Sovjetunie, de internationale situatie en tenslotte de opbouw van SocSopr in Kazakstan.

    Ionur Kurmanov en Sergei deden de inleidingen over de perspectieven en de opbouw van de partij.

    Toegenomen repressie

    Het huidige regime van Nazarbayev stimuleert een situatie waarin de heersende elite en de politici zichzelf verrijken op de kap van de arbeiders. Ionur stelde dat de heersende kliek de afgelopen jaren haar greep op de macht heeft versterkt. De repressie door de overheid neemt eveneens toe. De meeste media wordt gecontroleerd door het regime. Nieuwe wetten leggen beperkingen op voor echte oppositie. Alleen partijen die de president steunen, maken kans om verkozen te worden.

    Aangezien Nazarbayev een beleid voert dat gunstig is voor de VS, nam de Westerse steun voor oppositiekandidaten bij de verkiezingen van vorig jaar drastisch af. Grote VS-bedrijven in het land worden beschermd door het regime. In tegenstelling tot de situatie in de Oekraïne, was er in Kazakstan geen “oranje revolutie“ met massale protestacties gesteund vanuit het Westen. Nochtans was er bij de verkiezingen van vorig jaar duidelijk sprake van verkiezingsfraude.

    Dat is een belangrijke les voor de arbeiders in Kazakstan. Velen hebben hun illusies in een Westerse tussenkomst verloren. Ze weten dat het Westen niet zal “helpen“ om democratie te brengen of een beter leven. Daartoe hebben de arbeiders nood aan een eigen partij en kan niet worden vertrouwd op kapitalistische politici. Een arbeiderspartij zou een enorme steun kunnen krijgen. In december ging 30% niet stemmen, wat deels een uitdrukking was van oppositie tegen het regime.

    De Communistische Partij in Kazakstan verdedigt niet langer een onafhankelijke arbeiderskoers, de partij heeft zich aangesloten bij een pro-kapitalistische oppositie “Voor een rechtvaardig Kazakstan“.

    Een aantal arbeiders waren gedemoraliseerd door de verkiezingsresultaten, maar het is fout om te denken dat er de komende zeven jaar een stabiel regime zal zijn. De tegenstellingen in de samenleving en in het regime nemen toe. De voorwaarden voor massale oppositie zijn aanwezig.

    Nazarbayev probeert zich op te stellen als een scheidsrechter tussen de verschillende klassen. Door zichzelf meer macht toe te eigenen, zal de president het centrale doelwit zijn van sociale onrust.

    Het regime probeert iedere oppositie tegen te gaan. Recent werd een gekende opposant, en voormalige bondgenoot van Nazarbayev, vermoord. Dat was een waarschuwing voor andere oppositiekrachten. Het regime kwam wel onder Westerse druk omwille van de moorden, wat aangeeft dat de imperialistische machten bang zijn dat de moorden zouden leiden tot massale onrust waarbij het regime en de imperialistische belangen worden bedreigd. Op de begrafenis van de gekende opposant waren er 3.000 aanwezigen, wat een opmerkelijk aantal is voor een protestactie in Kazakstan. Het is wellicht een gevolg van de groeiende druk dat wordt overgegaan tot arrestaties. Op 21 februari verschenen er berichten van verschillende arrestaties van verdachten bij de moord. Zullen zij geofferd worden voor hogere belangen?

    Olie en gas

    In de discussie over economie stelde kameraad Sergei dat sinds 2000 de groeicijfers erg hoog zijn in Kazakstan met een gemiddelde groei van 10% per jaar. De olie- en gassector groeide met 14%. Terwijl de olie- en gasexport met 50% toenam, zijn andere delen van de economie niet ontwikkeld. Er is een afname in bepaalde industriële sectoren. De grote investeringen in de olie en de gas, zorgen ervoor dat er geen middelen zijn voor andere sectoren. Zo sloten heel wat bedrijven uit de voedingssector.

    De president zette een stabiliteitsfonds op om de levensstandaard zogezegd te verbeteren. Dat wordt echter gebruikt om te investeren in de oliesector zodat de rijken nog grotere winsten kunnen binnenhalen. Het wordt niet gebruikt om de levensstandaard van de arbeiders te verbeteren. Het regime wil aansluiten bij de Wereldhandelsorganisatie wat zou kunnen leiden tot het volledig stopzetten van bepaalde industrietakken.

    De situatie op het platteland wordt erger. Een wet over de landbouwgrond leidde ertoe dat heel wat landelijke arbeiders geen toegang meer hebben tot de grond. Dat zorgt voor een toevloed naar de steden. Dat zijn voornamelijk etnische Kazakken, wat leidt tot groeiende spanningen tussen de etnische Russen in de steden en de Kazakse migranten. De multi-etnische samenstelling van het land maakt het belangrijk voor de arbeidersbeweging om op te komen voor arbeiderseenheid en een gezamenlijke strijd tegen de echte vijand, de grote bedrijven en hun politieke lakeien.

    Op de conferentie werd gediscussieerd over de perspectieven voor de oppositie. Ondanks hun pro-kapitalistisch beleid, kunnen de oppositiepartijen zich herstellen uit hun zwakke positie. Het is mogelijk dat ze in de toekomst massale protestacties zullen leiden door zichzelf opportunistisch en cynisch voor te doen als ’vrienden’ van de arbeiders en de armen. Maar er is een alternatieve oppositie: de georganiseerde arbeidersklasse. Er waren belangrijke protestacties van mijnwerkers in Karaganda in 2005 en van werklozen in Alma Ata. Onder de jongeren is er een radicalisatie. Ter linkerzijde is er een enorm vacuüm. In de sociale en industriële strijd zal een nieuwe generatie zoeken naar politieke alternatieven. SocSopr kan daar een belangrijke rol in spelen door op te komen voor een socialistisch alternatief.

    Op basis van de discussie over de situatie in Kazakstan werd het basisprogramma van de organisatie aangepast. Zo werden er eisen opgenomen voor gratis onderwijs en gezondheidszorg, de nationalisatie van de grote bedrijven waaronder de olie- en gassector onder democratische arbeiderscontrole en arbeidersbeheer, voor volledige democratische rechten inclusief het recht om vakbonden te vormen en zich te organiseren.

    Hongerstakingen van arbeiders

    De conferentie ging ook in op de opbouw van SocSopr in Kazakstan. Er waren tal van voorbeelden van de heroïsche activiteiten van de kameraden in de opbouw van een socialistisch alternatief tegen de achtergrond van staatsrepressie. Een student kwam op een zware lijst van de universiteiten terecht nadat hij een pamflet verdeelde waarin kritiek werd gegeven op Nazarbayev. Marina, een arbeidersleider, bracht een verslag van een staking in de koperfabriek waar ze werkt. De arbeiders gingen daarbij in hongerstaking, waarbij Marina bijna omkwam van de honger. Jammer genoeg werd de strijd niet gewonnen en gingen heel wat jobs verloren. In bepaalde delen van het bedrijf werd een andere productie opgezet en wordt voortaan saus gemaakt. De arbeidscondities daarbij zijn verschrikkelijk, een jonge arbeidster kwam om toen ze in een groot vat met kokend vet terecht kwam.

    Marina vertelde de conferentie wat de centrale lessen van de arbeidersstrijd in haar bedrijf waren en hoe nadruk moet worden gelegd op de noodzaak van onafhankelijke strijdbare vakbonden en op nationale en internationale solidariteit.

    Andere afgevaardigden gaven voorbeelden van de opbouw van het CWI in hun scholen, universiteiten, werkplaatsen, wijken,… De enorme omvang van het land en de beperkte infrastructuur en communicatiemiddelen, zorgen ervoor dat groepen SocSopr-leden vaak geïsoleerd zijn. Het was dan ook een bijzonder rijke ervaring om lessen en ervaringen uit te wisselen op een nationale conferentie.

    De discussie werd afgesloten met het verkiezen van een Nationaal Comité dat het werk van de kameraden in Kazakstan zal coördineren.

    Spoorarbeiders uit Kirgizistan

    Na de conferentie trok een groep van de conferentie naar een discussie met leden van een nieuwe spoorbond in Kirgizistan. Het CWI kwam enkele maanden geleden in contact met deze vakbond en hielp hen bij het organiseren van solidariteit bij hun strijd tegen privatiseringen.

    Tijdens de meeting vertelden de vakbondsleiders ons dat de regering in januari uiteindelijk had toegegeven en akkoord ging met betere lonen en arbeidsvoorwaarden na een intensieve en wanhopige strijd vorig jaar. Bij die strijd werd overgegaan tot een hongerstaking door de arbeiders, maar de regering wou niet toegeven.

    De arbeiders slaagden er uiteindelijk in om een reeks eisen ingewilligd te zien, maar ze denken nog steeds dat de spoorwegen zullen worden geprivatiseerd. Ze willen daartegen strijden met dezelfde vastberadenheid die ze vorig jaar aan de dag legden. Haar strijdbare opstelling zorgt ervoor dat de nieuwe vakbonden snel groeit en nieuwe leden overwint van de officiële regeringsgezinde spoorvakbond.

    Leden van SocSopr bespraken een verdere samenwerking met deze vakbond en hoe solidariteitsacties zullen worden georganiseerd.

    Het weekend van discussie in Bishkek was erg nuttig voor de werking in Kazakstan, maar ook voor de banden die gelegd werden in Kirgizistan. Een aantal afgevaardigden vertrokken terug naar huis terwijl anderen begonnen aan een 78 uren durende treinreis naar Moskou om er deel te nemen aan een conferentie van het CWI in de volledige voormalige Sovjetunie. Die conferentie vindt dit weekend plaats.

  • Socialisme 2006. Weekend van debat en discussie over een socialistisch alternatief

    Op zaterdag 22 en zondag 23 april organiseert LSP/MAS een nationaal vormingsweekend met verschillende discussies en debatten. Hieronder vind je het programma en praktische info.

    > Pamflet

    Wegbeschrijving

    Als je van het station komt, de Maria-Theresiastraat in en dan de zesde links. Je passeert de Justius Lipsiusstraat, de Jozef II straat, de Bogaardenstraat, de blijde Inkomststraat en de Tiensestraat). In de Dekenstraat is het direct op je rechterkant.

    PROGRAMMA – ZATERDAG 22 APRIL

    OPENINGSMEETING van 10.00 tot 12.00: Kapitalisme betekent armoede, werkloosheid, instabiliteit en oorlog. Wij vechten voor socialisme.

    WORKSHOPS van 13.30 tot 16.00: • Generatiepact: wie de maatschappij kan stilleggen, kan ze ook veranderen! Hoe onze vakbonden heroveren? • Hoe kan een socialistische planeconomie werken vandaag? • Spanje 1936: waarom “zij” spreken over burgeroorlog en “wij” over revolutie • Wordt China de nieuwe wereldsupermacht? Welke impact heeft de groei van de Chinese economie op de wereldrelaties? • Samen staan we sterk. Waarom en hoe socialisten vechten tegen racisme, seksisme en homofobie? • Israël/Palestina: enkel socialisme kan de condities creëren voor een vreedzaam samenleven

    WORKSHOPS van 16.30 tot 19.00: • De strijd voor gratis en degelijk onderwijs. Een actieplan en programma tegen de besparingen van Vlaams minister van onderwijs Frank Vandenbroucke • Geschiedenis van het socialisme: van utopie tot wetenschap • Revolutie in de “derde” wereld. Wat is de theorie van de permanente revolutie? • Anti-neoliberalisme in Latijns Amerika en de strijd voor socialisme • Voorstel debat: Hoe de strijd voeren tegen extreem rechts in België? Met verschillende sprekers • De nieuwe linkse partij (WASG) in Duitsland staat voor de keuze. Aanpassen aan het kapitalistisch systeem of een socialistisch programma verdedigen. Een getuigenis van Lucy Redler, recent verkozen in de leiding van WASG Berlijn.

    HOOFDDEBAT ZATERDAGAVOND OM 20.00

    ABVV/FGTB: breek met SP.a en PS – ACV/CSC: breek met CD&V – Arbeiders hebben hun eigen partij nodig! • Eric Byl van de LSP (Linkse Socialistische Partij): een nieuwe arbeiderspartij is nodig • Jef Sleeckx, jarenlang parlementair voor de SP.a en nu in oppositie tegen het generatiepact en de liberale koers van de SP.a • Delegees van ABVV en FGTB • Lucy Redler van WASG Berlijn

    AANSLUITEND

    BAR & FUIF vanaf 22.00

    PROGRAMMA – ZONDAG 23 APRIL

    MEETINGS van 10.00 tot 12.00: • Ooggetuigenverslag: Deelname aan het Wereld Social Forum in Karachi (Pakistan) • Voorstel: debat tussen Ecolo en LSP: Een socialistische energiepolitiek: kunnen we een degelijke levensstandaard voor allen bereiken zonder de planeet te vernietigen? Welke zijn de alternatieven op olie? Biedt nucleaire energie een oplossing?

    WORKSHOPS van 13.30 tot 16.00: • Syndicalisten tegen racisme. Hoe kunnen we Blokbuster uitbouwen binnen de vakbonden? • Migrantenarbeiders in verzet tegen neoliberalisme • Voorbereiding op een jaar van communautair opbod: welk programma verdedigt LSP/MAS? • Reformisme of revolutie (Rosa Luxemburg) – een argumentatie voor een revolutionaire socialistische partij toen en nu • Het spook van Vietnam waart door de VS. Hoe diep is het moeras in Irak? Hoe staat het met de anti-oorlogsbeweging? • Voorstel: LSP in debat met PVDA (gevraagd): China op weg naar socialisme of naar kapitalisme? • Frankrijk na de rellen in de banlieus

    SLOTMEETING: De socialistische omvorming van de maatschappij. Over de nood aan een programma, organisatie en strategie: een revolutionaire partij.

    Praktische info

    PRIJS: 25€ voor scholieren/studenten/niet-werkenden, 35€ voor werkenden deelname aan weekend, warme maaltijden en slaapplaats inbegrepen in prijs. Babysit op aanvraag.

    LOCATIE: Van Den Heuvelinstituut (VHI), Dekenstraat 2, 3000 Leuven

    INSCHRIJVEN OF INFO: tel. 02/345.61.81 of socialisme2006@socialisme.be

  • Socialisme 2006: een weekend van debat over de strijd voor socialisme

    Elk jaar organiseert LSP/MAS een weekend van vorming en discussie over actuele gebeurtenissen en de belangrijke ontwikkelingen op wereldvlak. Maar natuurlijk ook over de geschiedenis van de arbeidersbeweging, de vakbondsstrijd, het marxisme,…

    Vincent Devaux

    Dit jaar vergen verschillende ontwikkelingen op internationaal vlak een speciale aandacht: de groei en invloed van de Chinese economie op de wereldeconomie, de kapitalistische verloedering van ons leefmilieu, de ruk naar links in Latijns Amerika, de aardbeving in Pakistan,… We organiseren een debat over de strijd van immigranten voor degelijke lonen, onder meer met Kevin McLoughin van onze zusterorganisatie in Ierland.

    We zullen ons natuurlijk ook buigen over de Belgische actualiteit: de strijd tegen het Generatiepact, de aanvallen op het onderwijs, de strijd tegen extreem rechts, het communautaire opbod,…

    De strijd tegen discriminatie, onder meer seksisme en homofobie, komt natuurlijk ook aan bod. Leden van Internationaal Verzet en Actief Linkse Studenten zullen getuigen over de strijd waarin zij betrokken zijn.

    Naast leden van onze zusterorganisaties in het buitenland hebben we ook andere organisaties uitgenodigd voor debatten, onder meer over anti-racisme, ecologie en het klassenkarakter van China: gaat dat land in de richting van socialisme of kapitalisme?

    Een ander belangrijk punt gezien de recente aanvallen op het brugpensioen, en de beweging hierrond, zal de strijd voor een nieuwe arbeiderspartij zijn. Hierover willen we debatteren met syndicalisten, Jef Sleeckx (een ex-parlementair van de SP.a die een oproep lanceerde voor een nieuwe formatie), en een lid van de WASG uit Berlijn.

    Dit weekend is een gelegenheid om onze partij beter te leren kennen, te discussiëren met onze leden en misschien zelfs bij ons aan te sluiten, om samen de strijd voor onze rechten te voeren en de samenleving te veranderen.

    “Socialisme 2006” vindt op zaterdag 22 en zondag 23 april plaats in Leuven. Een crèche voor mensen met kinderen wordt voorzien. Ook is er de mogelijkheid om van zaterdag op zondag ter plaatse te overnachten. Er zullen warme maaltijden worden aangeboden. Om te reserveren, of meer inlichtingen te krijgen of het volledige programma, als je ons wil helpen om te mobiliseren voor dit weekend,…: stuur ons een e-mail op info@socialisme.be; bezoek onze website op www.lsp-mas.be of telefoneer naar 02 / 345 61 81.

  • LSP-Schaarbeek: geleid bezoek aan het Zoniënwoud

    Op zondag 12 februari organiseerde de Schaarbeekse afdeling van LSP/MAS een geleid bezoek aan het Zoniënwoud. Er was daarbij ook een picknick voorzien met streekbieren. Een groep kameraden trotseerde het koude winterweer om te genieten van de prachtige omgeving in de fel omstreden Brusselse rand. De uitstap werd georganiseerd om ons strijdfonds te spijzen. We publiceren enkele foto’s.

    Foto’s door Benjamin Vervondel

  • Een nieuw stadium van het wereldkapitalisme en de internationale arbeidersbeweging.

    Resolutie aangenomen op het Internationaal Uitvoerend Bureau van het CWI, eind 2005

    Zelden in de geschiedenis van het kapitalisme werden perspectieven voor afzonderlijke landen en zelfs voor continenten méér beïnvloed of zelfs bepaald door internationale gebeurtenissen of processen.

    De huidige fase van kapitalistische globalisering heeft enkele gelijkenissen, maar is tezelfdertijd verschillend van de ‘globalisering’ – hoewel die term op dat moment niet gekend was – van de late negentiende en de vroege twintigste eeuw, die uitmondde in de catastrofe van de eerste wereldoorlog. Die periode werd gekenmerkt door de export van kapitaal naar de ‘kolonies’, die beschermde markten werden, alsook bronnen van goedkope grondstoffen. Dit resulteerde in voortdurende manoeuvres en conflicten tussen de verschillende imperialistische machten. Die strijd kon uiteindelijk slechts via een oorlog beslecht worden.

    Er zijn, uiteraard, veel kenmerken van die periode in de huidige situatie: een woeste strijd tussen de imperialistische machten voor grondstoffen, vooral olie, een economische competitie voor voordelen en overwicht, gepaard gaande met militaire conflicten en interventies, zoals de oorlog in Irak. Dit wordt het duidelijkst in het conflict dat zich ontwikkelt tussen de VS en China, dat de ontwikkelingen op wereldvlak in de komende periode zal domineren. Terwijl de dreiging van een groot interimperialistisch gewapend conflict zich op korte en middellange termijn niet stelt, is er een zeer reële dreiging van grote handelsoorlogen tussen de imperialistische blokken.

    Dit stadium van kapitalistische globalisering verschilt op enkele vlakken met die van voor de eerste wereldoorlog. Toen exporteerde het kapitalisme kapitaal naar zijn koloniale bezittingen door goedkope grondstoffen eruit te trekken en duurdere afgewerkte producten terug te verkopen en op die manier “meer arbeid voor minder arbeid” te ontvangen zoals Marx het stelde. Deze ongelijke voorwaarden voor handel bestaan nog, en zijn eigenlijk verslechterd voor de neokoloniale wereld. In het laatste paar decennia was de directe buitenlandse investering (DBI) geconcentreerd in het ‘trio’ Europa, VS, Japan.

    Dit is nu iets gewijzigd door de kolossale export van kapitaal naar China – dat bijna op hetzelfde niveau staat als de VS als ontvanger van DBI – en tot op zekere hoogte Oost-Europa en de vroegere USSR, omdat het kapitalisme zijn productief potentieel zoekt te herlokaliseren om grondstoffen te exploiteren en de pool van goedkope maar geschoolde arbeid, ter beschikking door de ineenstorting van het stalinisme, uit te buiten.

    Tussen 1990 en 2003 steeg de DBI en groeide de ratio van het aandeel van DBI in het globaal product van 9% tot 23%. Dit, samen met andere factoren zoals de zogenaamde informatie- en communicatierevoluties, betekende een reusachtige integratie van de wereldeconomie, wat op zijn beurt betekende dat gebeurtenissen op nationaal vlak steeds meer bepaald worden door processen op wereldvlak, zoals Marx al voorpelde.

    De neokoloniale wereld is in dit systeem geïntegreerd, maar is nog voornamelijk een bron van goedkope grondstoffen. De groei van China kan op lange termijn de hegemonie van het trio en vooral de VS bedreigen, zowel op economisch als op militair vlak. Dit veronderstelt dat China ononderbroken kan doorgaan met haar huidige groeivoet, wat helemaal niet zeker is. Er is de dreiging van wereldwijde recessie of crisis, wat een diepgaand effect op China kan hebben.

    Er is de onvermijdelijke weerstand van de Chinese arbeidersklasse tegen de onmenselijke omstandigheden in de fabrieken, de lage lonen, vervuiling, enz. Een stijging van de lonen ten gevolge van massale strijd kan leiden tot een relocatie van investeringen vanuit China naar lageloonlanden en -regio’s wat de groei zou aantasten.

    Vandaag steunt de VS- economie en daarmee de wereldeconomie op China en tot op zekere hoogte op het Aziatische kapitalisme in zijn geheel. Er is een opmerkelijk ongeschreven pact tussen deze ‘partners’. De VS heeft haar grootste deficit ooit op haar lopende betalingsbalans. Volgens voorspellingen van het IMF zal dit tekort oplopen tot 760 miljard $ of 6,1% van het BBP in 2005. Recente voorspellingen suggereren wel een iets lager bedrag van 706 miljard $.

    De groei op wereldvlak is vooral geconcentreerd in China en de VS. Azië, Duitsland en olie-exporterende landen hebben handelsoverschotten geboekt. Zoals de Financial Times stelt: ”Het is een bizarre wereld waarin relatief arme landen in de wereld enorme sommen geld lenen aan rijke consumenten in de VS tegen extreem lage rentevoeten”. Peter Dixton van de Commerzbank stelde: ”De VS heeft enorme onevenwichten, zowel extern in termen van een deficit op de lopende rekening, en intern – hoge schuldenniveaus en lage spaarquota. Je kan enkel tijdelijk die onevenwichten vooruitschuiven. Buitenlandse investeerders bezitten Amerikaanse staatsobligaties ter waarde van 12 biljoen $, eigenlijk toekomstige bijdragen van de belastingsbetaler.”

    Dat leidt tot wat kapitalistische economisten ‘onverdraaglijke onevenwichten’ noemen. De Aziatische economieën, met China op kop, zagen hun buitenlandse wisselreserves groeien van 36% van het wereldtotaal (zonder de VS) tot 60% vandaag. China’s reserves groeiden gigantisch en vertegenwoordigen 2/3 van de reserves in heel Azië. Die reserves bestaan voornamelijk uit activa in VS-dollar die door de meeste centrale banken werden geaccumuleerd ten koste van investeringen in de binnenlandse industrie. Azië, geleid door China, ondersteunt de VS-industrie en vult de gaten van de tekorten in de VS. Ondertussen is de markt van Amerikaanse staatsobligaties nog levendig omdat de kapitalisten die recordwinsten boeken, hun geld daarin investeren, eerder dan in productieve investeringen.

    Dit alles heeft geleid tot een stijging in de uitgaven van consumenten en een daling van het sparen. Dat is de oorzaak van de “ondraaglijke” immobiliënmarkt in de VS (volgens de Financial Times is die markt “ondraaglijk”). Charles Dumas van Lombard Street Research waarschuwt: “De hele economie draait op kapitaalwinsten…[Als] de prijzen van huizen niet meer stijgen, zal de VS-economie in de problemen komen.” De wisselkoers van de dollar kan op elk moment ineenstorten, wat de Aziatische centrale banken enorme kapitalen zou doen verliezen, aangezien ze veel dollars bezitten. Daarom zouden ze geneigd kunnen zijn om te ‘desinvesteren’ in dollars en deze te verkopen om andere munten aan te kopen. Dat zou op zich het startschot van de ineenstorting van de dollar kunnen veroorzaken.

    Hoelang kan de economische boom blijven duren?

    Hoe lang kan de economische boom nog duren? Dat is een vraag die niet alleen de arbeidersklasse aanbelangt, maar ook de commentatoren van het kapitalisme zelf. De economische boom blijft langer duren omdat het wereldkapitalisme, onder leiding van de VS, massaal veel uitgaven doet. Die uitgaven worden ‘betaald’ door ‘quasi-keynesiaanse’ maatregelen voor de rijken zoals belastingsverlagingen. Er is een historisch lage rentevoet, waardoor leningen door bepaalde economen werden omgedoopt tot de term ‘gratis geld’. De tekorten zijn inmiddels onhoudbaar.

    De basis voor de wereldeconomie is echter bijzonder fragiel. De steunbalken onder de kapitalistische wereldeconomie kunnen de komende maanden vallen, maar het is ook mogelijk dat de elastiek wat meer wordt uitgetrokken tot op een breekpunt. Hierdoor zou de huidige economische cyclus nog enkele maanden kunnen voortgezet worden. Het Institute for International Economics in Washington voorspelt echter dat de balansen dermate in onevenwicht zijn, dat de markten er zenuwachtig van worden. De opbrengsten van obligaties beginnen te stijgen en dan worden de overheden nog nerveuzer. “Grotere correcties zijn pijnlijker. Men wil dit ontkennen en economisch optreden onder het principe van de wishful thinking” (Financial Times). Daarom kan de huidige economische fase tot een harde landing komen waarin het stagnerende Europa wordt meegezogen, zowel op economisch en politiek vlak. Het zou de ernstige crisis van het regime van Bush erger maken en mogelijk zelfs leiden tot een einde van de schijnbaar onstuitbare groei van China.

    Op middellange en lange termijn is de ontwikkeling van de Chinese economie en de effecten ervan van cruciaal belang. De Chinese economie heeft reeds een impact op het rekken van de huidige periode van economische groei, zelfs verder dan de limieten van die groei op basis van enorme liquiditeiten in de wereldeconomie. Kan het een stabielere basis vormen voor een verdere, langere groeifase voor het wereldkapitalisme? De burgerlijke economen hopen dit op een fervente manier. Ze beweren dat de ineenstorting van de ‘geplande economie’, waarmee ze het Stalinisme bedoelen, in Oost-Europa en de vroegere Sovjet-Unie en de beweging naar het kapitalisme in China de arbeidskracht op wereldvlak heeft verdubbeld maar dat de hoeveelheid kapitaal dezelfde blijft.

    Ze hopen dat de schijnbaar eindeloze toevloed van goedkope arbeid het systeem een nieuw leven kan inblazen. Een dergelijke hoop is op zijn minst problematisch. Als investeringen in China en Oost-Europa een zekere dynamiek hebben gegeven, dan is dat vooral door een groei van de ‘aanbodszijde’, van de productiekrachten. Toch is dit tegen de achtergrond van een groeiende overcapaciteit, vooral in verwerkende industrieën, auto’s, enz…Bovendien is de vraagmarkt, vooral in China en Oost-Europa en Rusland (met uitzondering van enkele stedelijke centra), beperkt. Dat komt door de lage levensstandaard en verarming van de massa’s.

    Maar als het kapitalisme, tegen alle logica in, in staat is om zijn levenscyclus te verlengen door China en Oost-Europa economisch uit te buiten, is dit nog niet het einde van het verhaal. Ten eerste zijn er de milieukosten: de stijging van de CO-uitstoten, het smelten van de ijskap, enz…Op basis van het kapitalisme kan de wereld de huidige groei van China en India niet blijven absorberen. China kan het toneel zijn van spectaculaire groei, maar het is ook, samen met de VS, één van de grootste vervuilers van de planeet. De wereld kan geen herstel van het kapitalisme dragen zonder enorme gevolgen op het vlak van milieu. Anderzijds is het neoliberalisme, zonder hetwelk er geen kapitalistische globalisering zou zijn (deregulatie, open grenzen voor kapitaal), op zich een politiek die het wereldkapitalisme overal wil doorvoeren.

    Deze onvermijdelijkheid zal hevige weerstand opwekken, waaronder revolutionaire uitbarstingen onder de arbeidersklasse en de arme massa’s. Zelfs toen het kapitalisme ‘relatief progressief’ was in de negentiende en vroege twintigste eeuw, was er een tendens om het deel dat aan de arbeiders werd betaald te beperken om de winstvoet van het grootkapitaal te versterken. Dat leidde tot opstanden van de laagbetaalde ongeschoolden in Groot-Brittannië in de tweede helft van de negentiende eeuw, de Russische revolutie van 1905, de opkomst van de arbeidersbeweging in Europa en de VS.

    In tegenstelling tot de vooroorlogse fase van het kapitalisme, is de weerstand vandaag verstomd of verzwakt door de afwezigheid van de subjectieve factor: een massapartij van de arbeidersklasse die in staat is een aantrekkingspool te vormen. De heersende klasse werd in het verzwakken van de weerstand van de arbeiders geholpen door het ideologische offensief dat het heeft gevoerd en door de toepassing van het neoliberalisme, enz… Nochtans is massale oppositie, hoewel tijdelijk, tegen sommige Europese heersende klasse blijven bestaan.

    China

    De problemen waarmee het wereldkapitalisme vandaag wordt geconfronteerd, zijn erg groot en ze worden steeds groter en zijn op lange termijn onoplosbaar. De implicaties van de opkomst van China en de invloed ervan op het wereldkapitalisme, zijn cruciale elementen voor Europa en de rest van de wereld. De volledige implicaties zijn nog niet volledig zichtbaar. China is nu het middelpunt van de productie in de wereld; iedere week horen we over jobs in de ontwikkelde kapitalistische landen die verloren gaan omdat de productie wordt overgeplaatst naar China of Oost-Europa. Het proces schijnt meedogenloos en onstopbaar. China, en op een beperktere schaal ook India (vooral door de expansie van informatietechnologie), zijn ontwikkeld als regio’s van laaggeschoolde, laag betaalde productie. China assembleert import uit Azië en re-exporteert deze opnieuw.

    Vandaag echter, is een binnenlandse concentratie van vernieuwende, hi-tech productie. Terwijl een groot deel van het DBI in China vanuit de VS komt, heeft het Aziatische kapitalisme een groot deel van zijn industrie naar China gerelokaliseerd. Taiwan bijvoorbeeld heeft zowat haar volledige industriële basis naar het vasteland overgebracht. Japan heeft hetzelfde gedaan. Dit heeft geleid tot de situatie die beschreven werd in een recent verslag van de EU waarin werd gewaarschuwd: “China wordt de meest competitieve industriële basis ooit.” Bijna 20% van China’s export wordt al als hi-tech geclassificeerd en het verslag legt uit, “met 2 miljoen afgestudeerden per jaar hebben we alle redenen om aan te nemen dat dit percentage nog zal stijgen”. Het aandeel van het Chinese BBP dat aan onderzoek en ontwikkeling wordt besteed, groeit jaarlijks met 10% terwijl het in de EU slechts met 0,02% stijgt! (Uiteraard start de EU van een hoger niveau).

    Tot voor kort konden burgerlijke economen zich nog gerust stellen met het feit dat, terwijl de industriële productie naar China en elders gerelocaliseerd worden, onderzoeks- en ontwikkelingseenheden en daardoor het monopolie op techniek en technologie in het ‘moederland’ konden blijven. Dyson bvb., de Britse producent van stofzuigers, relocaliseerde zijn productie naar Azië terwijl hij de ontwikkeling in Groot-Brittannië behield. Maar de groei van China’s hi-tech-basis, gedeeltelijk geholpen door het uitlenen en regelrecht ’stelen’ van de ontwikkelde landen, zorgt voor enige ongerustheid.

    Dit proces leidt zelfs naar een tendens van “het uithollen” van de industriële productie in de VS. Dit wordt grafisch aangetoond door de recente crisis bij General Motors, één van de vlaggenschepen van de Amerikaanse industrie, dat 30.000 ontslagen heeft aangekondigd. Ford kijkt tegen gelijkaardige problemen aan, die symptomatisch zijn voor de achteruitgang van de industriële productie in de VS. Zoals we uitlegden is de VS economie relatief verzwakt door de opkomst van het Chinese imperialisme.

    Terwijl de VS nog de sterkste van de imperialistische machten is, is het een relatief achteruitgaande macht. Als deze trend de balans in de richting van China zou doen ‘overhellen’ ten nadele van de VS en de Europese imperialistische machten, zal dit sociale en politieke schokken veroorzaken in de oude imperialistische machten (er zijn wel veel factoren die dit kunnen uitstellen of doorkruisen). Het zal ook het Chinese proletariaat in aantal en in sociaal gewicht enorm versterken. Haar politiek bewustzijn staat op dit ogenblik wel nog op een laag niveau.

    De gevolgen van deze massale relocatie van industrie en jobs naar China en elders, stellen enkele belangrijke punten met betrekking tot de marxistische theorie. Marx en voor hem Adam Smith, maakten een onderscheid tussen ‘productieve’ en ‘niet-productieve’ arbeid. De eerste creëerde nieuwe waarde, in het moderne jargon ‘toegevoegde waarde’. Niet-productieve arbeid, hoewel dikwijls vitaal voor de werking van het kapitalisme, creëert geen nieuwe waarde, maar deelt in de winsten, lonen, inkomen,enz…die oorspronkelijk uit de waarde komen, gecreëerd door de productieve arbeid.

    Marx stelde dat de meerwaarde die de arbeid van de werkende klasse had geschapen, wordt verdeeld in huurvergoeding, intresten en winst. Het is niet enkel de industrie die nieuwe waarde schept in het productieproces. Maar de industriële productie en zijn spin-offs, zijn de voornaamste bronnen van waarde. Daarom betekent het verlies van een industriële basis en al de afhankelijke spin-offs en verbonden industrieën in het beste geval, afhankelijk worden van machtigere industriële landen.

    Sommigen kunnen voor zichzelf een positie scheppen van een ‘renteniers’-kapitalisme, dat zich specialiseert in ‘diensten’ zoals bankwezen, toerisme, enz…Dit kan in stand worden gehouden, zoals dit bvb. het geval is voor Groot-Brittannië, door een stijgend inkomen uit buitenlandse investeringen, waaronder de superuitbuiting van de massa’s in de neokoloniale wereld. Tezelfdertijd kan het een ontvanger zijn van een tamelijk grote DBI, zoals altijd het geval is geweest in Groot-Brittannië.

    Dit is op korte termijn en zal niet noodzakelijk zo zijn in de toekomst. Nochtans omvat deze situatie voor de economie, en zelfs voor continenten, het gevaar van een ineenkrimpende industriële basis en een afhankelijkheid van ‘diensten’. Dit is in de woorden van vroeger Brits eerste minister Harold Macmillan als “iemands anders wasgoed binnennemen.” Op lange termijn zal het verlies van economische kracht op andere vlakken zichtbaar zijn.

    Industriële sterkte weerspiegelt uiteindelijk ‘zachte macht’ op diplomatiek vlak, en op een zeker niveau ook militaire macht, het potentieel voor ‘harde macht’. Het vooruitzicht dat China deze economische en militaire macht accumuleert, windt de oppositie van de heersende klasse in de VS op. Het reusachtige bilateraal handelsoverschot van China heeft botsingen over textiel, schoenen,… uitgelokt. In een bepaald stadium is het waarschijnlijk dat dit eveneens tot een ongecontroleerde protectionistisch verzet zal leiden. Dit hangt ook samen met het gegrom van de VS over het voortdurend opbouwen van Chinas militaire macht, wat op zijn beurt verbonden is met het hebzuchtig zoeken naar steeds meer grondstoffen om haar economie te doen draaien. Dit brengt op zijn beurt China in conflict met de heersende klasse in de VS, die ook betrokken is bij ‘het grote spel’, vooral voor olie.

    In Azië verschijnt duidelijk een blok, geleid door China, gericht tegen het Japanse imperialisme dat een alliantie heeft met de VS. Dit conflict heeft al geleid tot de versterking van het Japanse nationalisme. De effecten van deze interimperialistische rivaliteiten hebben ook geleid tot meer samenwerking van China met het Rusland van Putin, ironisch genoeg op een grotere schaal dan de twee vroegere stalinistische staten.

    Dit wordt nog versterkt door de haperende besprekingen over de Doha-ronde bij de Wereldhandelsorganisatie, met onder meer een botsing binnen het Europese blok over landbouw en andere thema’s. Hierdoor kan men zich gemakkelijk een toenemende rivaliteit voorstellen, die in hevigheid kan toenemen door een economische wereldrecessie of zelfs bij een groeivertraging.

    Hoewel de wereldhandel in absolute cijfers is gegroeid, heeft de wereldeconomie in haar herstelfase vanaf 2001 een ‘groeirecessie’ doorgemaakt, een kleine ontwikkeling van de productiekrachten zonder dat de massale langdurige werkloosheid werd opgelost, vooral in Europa waar het officiële werkloosheidscijfer 20 miljoen bedraagt.

    In de recente periode heeft de heersende klasse van de VS en van sommige andere landen een ‘Keynesianisme voor de rijken’ ingevoerd door belastingsverlagingen te geven aan de rijken. Bush heeft een belastingsverlaging van 700 miljoen $ aan de superrijken gegeven. Deze verlagingen hebben virtueel geen effect gehad op het verhogen van de consumptie-uitgaven. Tengevolge van de orkaan Katrina was hij gedwongen om een programma van heropbouw aan te kondigen.

    Tezelfdertijd beweerde hij dat hij het nationale tekort met 50% zou verminderen tegen het einde van zijn ambtstermijn. Deze besparingen zullen geconcentreerd zijn in de afbraak van de ziekenzorg, sociale zekerheid, woningbouw en andere programma’s. Met andere woorden: de armen zullen voor deze besparingen betalen. Het opeten van de reserves van het kapitalisme, kan tegen de achtergrond van een diepe crisis ertoe leiden dat de heersende klasse nog eens de ‘drukpersen laat rollen’ (om nieuw geld aan te maken) met het risico van een sterke inflatoire druk. Zo kunnen ze te maken krijgen met stagflatie zoals in de jaren 1970.

    Terwijl de huidige ‘groeirecessie’ voortduurt, kunnen de kapitalisten op één lijn blijven, terwijl ze af en toe elkaar slagen toedienen zonder al te ernstige handelsoorlogen. Maar een recessie en zelfs een periode van tragere groei, zullen tot botsingen leiden die op hun beurt de problemen van de wereldeconomie kunnen verergeren. De fundamentele factor – niet onmiddellijk en niet direct uiteraard, maar uiteindelijk – is de ontwikkeling van de productiekrachten als de voornaamste ‘bewegende’ kracht die het bewustzijn bepaalt, vooral van de arbeidersklasse en de weerspiegeling ervan op politieke gebeurtenissen.

    De vertrouwenscrisis van de kapitalisten

    Wat treffend is aan de huidige wereldsituatie, is dat de burgerij geconfronteerd wordt met een nooit geziene internationale vertrouwenscrisis. Het is vooral uitgesproken in de VS en in Europa. De catastrofe in Irak, gecombineerd met de economische en sociale ontwikkelingen is hierin een belangrijke factor in de VS, Groot-Brittannië en Australië. De nederlaag van de Europese grondwet in Frankrijk en Nederland had een gelijkaardig effect en demoraliseerde de heersende klassen in die en andere EU landen. Dit verlies in vertrouwen komt voor de aanvang van economische problemen de vorm van een recessie.

    Het komt scherp tot uiting in de voornaamste kapitalistische imperialistische macht, de VS zelf. De neoconservatieve kliek die er via het presidentschap van George Bush heerst is een regelrechte ramp voor het VS kapitalisme. Hun beleid heeft enkele parallellen, enkel op een hoger niveau, met dat van Thatcher in Groot-Brittannië 20 jaar geleden. Haar ‘erfenis’ is die van een‘verbrokkelde en zeer verarmde samenleving, verdoken achter de schittering van economische ‘vooruitgang’. Dit heeft haar Tory-opvolgers tot de schande veroordeeld en tot de ene na de andere verkiezingsnederlaag. Het presidentsschap van Bush dreigt hetzelfde te doen met de Republikeinse partij, wegens zijn desastreuze onwinbare oorlog in Irak en ook door zijn economisch beheer van de VS.

    De autoriteit van president Bush bevindt zich in vrije val. Er is het debacle in Irak, maar ook de ernstige sociale gevolgen van Katrina. Er zijn bovendien corruptieschandalen die recht naar Cheney dreigen te gaan en waarbij zowat alle leidinggevende republikeinen betrokken zijn. Bij het huidige schandaal zijn congresleden betrokken zoals Robert Ney, gekend als de ‘burgemeester van Congress Hill’ en Tom DeLay, gekend als ‘de hamer’ wegens zijn rol in het verstrengen van de republikeinse discipline in het congres.

    Een deel van de Amerikaanse heersende klasse probeert het Bush-regime te kortwieken. Corruptie is overal aanwezig in de kapitalistische wereld en onder de heersende klasse. Dit weerspiegelt gedeeltelijk het karakter van de heersende klasse die internationaal meer en meer parasitair is geworden en ook de afwezigheid van massapartijen van arbeiders die in het verleden sommige ‘excessen’ van het kapitalisme deels corrigeerden.

    Terwijl de eerste ambtstermijn van Bush gekenmerkt werd door de pogingen van de neoconservatieven om de macht van het VS imperialisme te consolideren, toont de tweede ambtstermijn duidelijk de limieten van die macht. Dit voorspelden we reeds in de teksten van ons laatste wereldcongres (zie: http://www.lsp-mas.be/lsp/2002/wk2002.html). Het werd niet enkel duidelijk bij de oorlog in Irak, maar ook bijvoorbeeld op de Amerikaanse Top in Argentinië eind 2005. De poging van Bush om de FTAA opnieuw op te starten, werd van tafel geveegd door de “vijf draken”: Argentinië, Venezuela, Brazilië, Paraguay en Uruguay.

    Francis Fukuyama was na de val van de Berlijnse muur de profeet van ‘het einde van de geschiedenis’. Daarmee bedoelde hij dat de liberaal burgerlijke democratie het ultieme stadium was in het historische proces van de mensheid. Dat was niets nieuw. De fundamentele fout van klassieke economisten – Adam Smith en David Ricardo – was om het kapitalisme te zien als het normale bestaan van de mensheid. Er kan wel een excuus zijn voor deze grote klassieke economisten: ze leefden voor het kapitalisme “haar bloei had bereikt, voor het kapitalisme oud werd.” (Trotski)

    Fukuyama brengt gelijkaardige argumenten naar voor in een periode van crisis en achteruitgang van dit systeem. De VS was de meest rijzende ster aan het firmament. Nochtans zegt Fukuyama nu: “op het niveau van de elite, kunnen leiders proberen om hun relaties met Washington te herstellen uit eigenbelang, maar op het niveau van de massa, is er een aardverschuiving in de manier waarop de wereld de VS waarneemt. Haar beeld is niet langer het vrijheidsbeeld maar dat van de gevangene met de kap in de Abu Ghraib.”

    De oorlog in Irak, net zoals die in Vietnam, heeft de Amerikaanse samenleving in beroering gebracht hoewel het aantal doden in Irak nauwelijks een dertigste bedraagt van het aantal in Vietnam. Nochtans leidt Irak, net als Vietnam, tot ernstige economische problemen. Daarom jammeren de burgerlijke commentatoren om het feit dat niemand weet hoe de economische inzinking zou kunnen vermeden worden. De geslagen hond Bush kan de dreigende catastrofe niet afwenden. Erger nog, sommigen zeggen dat de VS beroofd is van burgerlijke strategen, dat er bij een ernstige economische crisis geen strateeg is ‘van het niveau van Franklin D Roosevelt die stappen vooruit kan zetten en de VS in een andere richting kan sturen.’

    Het argument is dat Roosevelt door zijn ‘New Deal’ het VS kapitalisme destijds heeft ‘gered’. Maar zijn programma werd enorm overroepen. Het hield beperkte ‘sociale hervormingen’ in die de onderliggende economische crisis niet oplosten, zoals Trotski het stelde. Enkel de dreigende Tweede Wereldoorlog en de ontwikkeling van de oorlogsproductie, trok de VS uit de ernstigste economische crisis van haar geschiedenis. Deze uitweg, een nieuwe ‘derde wereldoorlog’, is nu geen optie voor het kapitalisme. Roosevelt speelde een cruciale rol om via quasi Keynesiaanse methoden schijnbaar de VS in een andere richting te duwen en op politiek vlak kalmeerde hij door een minimale maatregelen van jobcreatie voor een deel van de Amerikaanse arbeidersklasse, waardoor hij het geloof in “een betere toekomst” aanmoedigde.

    Nu schrijft een commentator in de Financial Times echter: “Indien een crisis van de schaal 1929-32 de VS nu treft [het is interessant dat dit als een vooruitzicht naar voor kan gebracht worden] zou het land geen FDR met een New Deal programma vinden om op te komen tegen Herbert Hoover van de republikeinen. Ze zouden een schuchtere ineffectieve Hoover hebben voor de democraten, die opkomt tegen een republikein Calvin Coolidge, een bekrompen verdediger van de slechtste aspecten van het bestaande systeem. Als dit de keuze in 1932 was geweest, had de Amerikaanse staat op zijn fundamenten in levensgevaar geweest.” (5 oktober 2005)

    De VS heeft met een enorme crisis van het leiderschap te kampen, met een ernstige economische crisis, alsook het verschijnen van klassengevoelens, wat zal zal leiden tot politieke schokken in de VS en daardoor in heel de wereld.

    De nederlaag van Schwarzenegger in de referenda in Californië, is enkel het topje van de ijsberg van de sociale en klassenbewegingen die in de VS te gebeuren staan. De splitsing die plaats vond in de AFL-CIO, hoewel het niet duidelijk is hoe dit zal ontwikkelen, is een weerspiegeling van de ontevredenheid die er heerst onder de conservatieve bureaucratie van de Amerikaanse vakbonden. Er is het vooruitzicht van een interactie van een groeiende anti-oorlogsbeweging met een groeiende sociale en klassebeweging rond economische thema’s. De aanvallen die men op de Amerikaanse arbeidersklasse voorbereidt, worden aangetoond in de Delphi fabriek voor auto onderdelen dat een ‘Chapter 11 bankroet’ meldde. Het bedrijf heeft 56.000 werknemers in de VS en 129.000 in het buitenland. Het vraagt een loonsverlaging van 27$ per uur naar 9.50$ per uur en besparingen op de vergoedingen bij ziekte.

    Zo’n aanvallen zullen in de komende periode leiden tot krachtige gevechten door de arbeidersklasse van de VS. Het ontstaan van groeiende klassenbewegingen in de VS is één van de meest significante ontwikkelingen in de komende periode die enorme gevolgen op internationaal vlak zal hebben.

    De anti-oorlogsstemming en de catastrofe in Irak, heeft een deel van de democraten ertoe gebracht om hun ‘geweten’ terug te vinden en laattijdig een standpunt tegen de oorlog in te nemen. Het democratische congreslid John Murtha uit Pennsylvania, die 37 jaar bij de mariniers heeft gediend, heeft opgeroepen tot de onmiddellijke terugtrekking van de VS-troepen uit Irak. Met zijn nauwe contacten met militairen, sprak hij waarschijnlijk voor een vleugel van het leger. Tezelfdertijd blijft Hilary Clinton, een mogelijke kandidate voor het volgende presidentschap, de oorlog steunen. Die werd nochtans door haar echtgenoot omschreven als een “grote vergissing”.

    De ernst van de crisis in de VS wordt weerspiegeld door de ongeziene openlijke kritiek op het regime in het Witte Huis door twee voormalige democratische presidenten, Bill Clinton en Jimmy Carter, alsook door delen van de Republikeinse leiding zoals Brent Scowcroft. De groeiende sociale tegenstellingen in de Amerikaanse maatschappij vormen een proces van ondermijning van zowel de republikeinse als de democratische partij, wat de grond effent voor een nieuwe massapartij.

    De VS-politiek in het Midden Oosten

    De groeiende crisis in Irak en de groeiende anti-oorlogsstemming op het thuisfront, stelden de kwestie van de terugtrekking van de troepen. De Irakese regering heeft gesproken in termen van 12 maanden. Een volledige terugtrekking zal niet mogelijk zijn wegens de dieper wordende crisis in Irak. Het is wel mogelijk dat er een beperking van de bezettingsmacht is tot zo’n 100.000 eenheden die geconcentreerd worden op sleutelposities en strategische gebieden. Zonder een eengemaakte, niet sectaire, arbeidersbeweging, zou een volledige terugtrekking uitmonden in een nog groter sectair en etnisch conflict. Op basis van het kapitalisme is er geen vooruitzicht op een stabiele burgerlijke democratie. Een groeiend etnisch en sectair conflict kan leiden tot het uiteenvallen van Irak in drie ‘staten’ waardoor het regime van Sadam Hoesein uiteindelijk wordt vervangen door drie reactionaire repressieve regimes geregeerd door drie ‘mini Sadams’. De imperialistische machten staan voor een onoplosbaar probleem vanuit hun standpunt. De prijs hiervoor wordt betaald door de volkeren van Irak en van de hele regio.

    De crisis in Irak toont duidelijk de limieten van de directe interventiemogelijkheden van het VS-imperialisme. Het VS-imperialisme wil een regimewissel in Iran en Syrië, maar is niet in staat om nog een militair avontuur te beginnen. Zelfs het bombarderen van Iran, hoewel niet uit te sluiten, is onwaarschijnlijk. De politiek van Bush heeft het reactionair theocratische regime van Ahamadinejad in een richting van een nog hardere lijn geduwd. Hoewel het repressieve karakter van zijn regime ruime oppositie in Iran en elders uitlokt en zichzelf al achterhaald heeft. Zoals in Syrië hoopt de VS op een nieuwe versie van een ‘oranje revolutie’ om deze regimes weg te halen en te vervangen door pro-VS regeringen.

    Tegelijk hebben de gebeurtenissen in Israël en Palestina een nieuwe fase in de crisis geopend. De verkiezing van Peretz in de leiding van de arbeiderspartij weerspiegelt, op een vervormde manier, de sociale kloof die wordt geopend in de Israëlische samenleving. Deze zeer merkwaardige ontwikkeling speelt nu gedeeltelijk in de kaarten van Sharon die Likoed verlaat en een nieuwe partij opricht. Hierachter ligt het falen van het Oslo-vredesproces, het einde van de tweede Intifada en het aanvaarden door een deel van de heersende klasse in Israël en nu ook door Sharon om de weg van de VS te volgen.

    Dit betekent dat aangenomen wordt dat Israël zijn grenzen zal terugtrekken tot achter een nieuw gebouwde ‘veiligheidsmuur’ die beter verdedigbaar zou zijn. Het betekent het opgeven van een beperkte hoeveelheid grondgebied, maar niet de cruciale nederzettingen of gebieden. Het zal geen hertekening zijn van de grenzen van voor 1967. De laffe Palestijnse heersende klasse heeft, via de Palestijnse autoriteit, deze ontwikkelingen verwelkomd. Nochtans betekent dit, ondanks de terugtrekking uit Gaza, geen overwinning voor het Palestijnse volk en zal dit het nationale conflict niet oplossen.

    De crisis in de hele regio zal verzwaard worden door de voortdurende nachtmerrie van het Irakees conflict en de explosieve situatie die zich in Iran, Saoedi-Arabië en andere landen ontwikkelt. Deze ontwikkelingen onderlijnen hoe de buitenlandse politiek van de VS en de heersende klassen van die regio een ramp betekent voor de bevolking van het Midden Oosten. We moeten kijken naar de onderliggende klassenconflicten die zich in de regio ontwikkelen en die de basis zullen leggen voor een nieuwe fase waarin socialistische en revolutionaire ideeën zullen groeien. Enkele eerste elementen zagen we reeds bij de recente stakingen in Quatar, de Verenigde Arabische Emiraten en Koeweit.

    Europa

    Het wegstemmen van de Europese grondwet in Frankrijk en Nederland had een vernietigend effect op de Europese heersende klassen. Het demoraliseerde hen en het ondermijnde het politiek vertrouwen. Het proces van Europese integratie is gestokt. Tegelijk zijn toenemende spanningen en conflicten tussen de EU-staten naar boven gekomen. Dat kwam tot uiting in de botsing tussen Frankrijk en Groot-Brittannië rond de landbouwsubsidies, of de discussie over de Europese begroting en de Britse korting op haar bijdragen aan de EU.

    In het algemeen stagneren de Europese economieën en lijden ze onder een kleine toename van de inflatie. De angst voor inflatie leidde oorspronkelijk tot een debat over het feit of de Europese Centrale Bank de intrestvoeten zou optrekken. Ze stapten van deze politiek af om ze uiteindelijk in december op te trekken. Die politiek zal de economische stagnering in Europa enkel verergeren.

    De nieuwe Europese landen in Oost Europa hebben de West Europese landen niet kunnen bijbenen. Elke economisch groei die er in sommige landen is geweest, was gebaseerd op goedkope arbeid. Hierdoor is er een reusachtige sociale polarisatie ontstaan. Een kenmerk van deze landen is de afwezigheid van stabiliteit in de regeringen . De sociale spanningen die in Polen zijn ontstaan, duiden op het perspectief van sociale uitbarstingen. Het proces van Europese expansie heeft geleid tot een grotere instabiliteit en spanningen binnen de EU.

    De crisis die in Europa ontwikkelt, komt nu vooral tot uiting in Duitsland, Frankrijk, Italië en Portugal. Ontwikkelingen in deze landen en stakingsbewegingen in België zijn een indicatie van hoe elementen van deze processen zich in de komende periode over heel Europa zullen ontwikkelen.

    De Duitse verkiezingen met de nederlaag van Schröder – en eigenlijk van heel zijn neoliberaal beleid – vormen een tegenslag voor de plannen van de heersende klasse. Het ontstaan van de WASG was een cruciale factor in dit proces. De coalitieregering van CDU en SPD na de verkiezingen, is een zwakke regering die zal verlamd zijn door splitsingen en besluiteloosheid. Bovendien zal het de mogelijkheid om een sterkere kracht te ontwikkelen vanuit het proces van de vorming van een nieuwe linkse kracht vanuit de WASG, de Linkspartei.PDS en andere krachten en activisten. Dit zou kunnen samenlopen met stakingen bij het verzet tegen relocalisatie van fabrieken, tegen besparingen op de lonen en een toename van asociale maatregelen door de nieuwe coalitieregering.

    Er is een beperkte erkenning door sommige burgerlijke commentatoren dat het neoliberale offensief in Duitsland op dit ogenblik niet volledig kan worden gevoerd op de verhoopte manier. Voor de verkiezingen keek de burgerij uit naar een coalitie geleid door de CDU om verder te gaan dan Schröder, die te maken kreeg met oppositie tegen zijn neoliberaal beleid in de eigen partij en vanuit de vakbonden. Er werd een duidelijke overwinning verwacht voor de CDU die hierop de arbeiders zou aanvallen. De verkiezingen doorkruisten dit perspectief.

    De zwakte van de regering en de mogelijkheid van een snelle crisis werd ook weerspiegeld in de verkiezing van Merkel als kanselier. 51 parlementsleden van de regerende coalitie stemden tegen haar! Zelfs binnen haar eigen CDU stuitte ze op oppositie waarbij belangrijke staatslieden weigerden als minister in haar regering te dienen.

    Tijdens de verkiezingscampagne beloofde Merkel de inkomensbelastingen te verlagen en de BTW te verhogen. Eén van haar eerste aankondigingen, eens aan de macht, was het verhogen van de BTW met 3 procent als een poging om het tekort van 35 miljard euro te beperken. Het Duitse imperialisme heeft politiek en economisch een zware prijs betaald voor het ‘succes van hereniging’. Oost-Duitsland heeft 1300 miljard euro verslonden aan subsidies sinds 1991 waarbij de werkloosheid op 18,4% bleef. De politiek van belastingverhoging zal niet helpen om de groei te stimuleren in Duitsland, waar de consumentenuitgaven laag zijn. Het zal de tendens naar recessie versterken.

    De regering-Schröder was via de vakbondsleiding in staat om een wijdverspreide algemene staking te vermijden tegen Agenda 2010. Het zal veel moeilijker zijn voor deze zwakke regering van “verliezers” (alle partijen in de coalitie verloren aanhang) om de arbeidersklasse in de pas te houden. Er is al woede tegen de aanvallen op ambtenaren en er is het uitbreken van beperkte stakingen met een defensief karakter. Dit duidt aan dat het aantreden van deze coalitie een nieuwe fase opent in de crisis in Duitsland dat een veralgemeende beweging tegen het neoliberale maatregelen van de regering zal zien.

    De neoliberale aanvallen op de arbeidersklasse hebben ook beroering veroorzaakt in Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland, België en Portugal. In feite is er een continentale revolte aan het broeien. Het eerste instinct van de burgerij als ze met sociale bewegingen wordt geconfronteerd, is meebuigen met de wind. Sommige van haar strategen hebben aangevoerd dat in Duitsland de frontale aanval door Schröder gelanceerd en door Merkel beloofd, sociale beroering zou kunnen aanwakkeren en manen daarom tot voorzichtigheid aan. Beter om ‘onderaan’ industrie per industrie, bedrijf per bedrijf aan te vallen, eerder dan een algemeen nationaal offensief, op dit moment. Er is een opgezette poging om het nationale systeem van nationale onderhandelingen tussen patronaat en vakbonden te breken.

    In Frankrijk reageerde De Villepin op de succesvolle staking in oktober met de verklaring dat hij “luisterde”. Dit betekent helemaal niet dat de burgerij gemakkelijk haar neoliberale politiek zal verlaten, maar massale tegenstand kan haar dwingen tot een tijdelijke terugtrekking, zoals gedeeltelijk het geval was in de strijd om de pensioenen in Groot-Brittannië, en elders.

    Bovendien, als de wereldeconomie implodeert, kunnen de economische gevolgen zo zwaar zijn, dat de burgerij, minstens tijdelijk, deze politiek opzijzet en grotere staatsinterventies voorstelt om de zaak draaiend te houden, ten koste van een groeiende inflatie. In feite is een fase waarin dit de dominante trend is bij de heersende klasse, onvermijdelijk in de toekomst. Maar zoals eerder aangegeven, is het effect van klassiek Keynesiaanse methodes beperkt en kunnen ze enkel toegepast worden ten koste van inflatie.

    Het uitbreken van massarellen in Frankrijk was een antwoord op de neoliberale politiek van Chirac/De Villepin en de wanhopige sociale omstandigheden die er bestaan in de getto’s rond de meeste Franse steden. Ze weerspiegelen de sterke sociale en klassentegenstellingen, alsook het venijnige racisme van de Franse staat. Deze sociale beroering was geen “raciale of etnische” beweging zoals Frans rechts heeft beweerd. Het was een woedeuitbarsting door de armste en de meest achtergestelde delen van de samenleving, met inbegrip van een laag arme blanken.

    Het was het begin van een beweging van zij die geen politiek kanaal hebben om hun woede en frustratie uit te drukken. Een dergelijke uitbarsting van woede is de verantwoordelijkheid van het Franse kapitalisme, de heersende klasse en de socialistische en communistische partijen die effectief de arbeidersklasse en de jongeren verlaten hebben. Het is ook een veroordeling van LCR (om opportunistische redenen) en LO (om sectaire redenen) die faalden in het opbouwen van een politiek alternatief om de woede en bitterheid te kanaliseren die door de betrokken opstandige jongeren werd gevoeld.

    De Franse regering heeft de gebeurtenissen voorgesteld als rassenrellen en ze gebruikt deze om racistische gevoelens op te zwepen. Ze hebben een smerige repressie ingevoerd met inbegrip van het afkondigen van de noodtoestand (voor het eerst sinds 1961 voor een langere periode) en het gebruik van de avondklok. Dit is op een selectieve basis in 30 districten toegepast. Het betekende de inschakeling van de CRS (oproerpolitie), politie op straat, helikopters en avondklokken. Meer dan drieduizend jongeren (met inbegrip van de ouders van de revolterende jongeren) werden gearresteerd.

    Het gebruik van zo’n methodes weerspiegelt de semi-bonapartistische karaktertrekken van de Franse staatsmachine. Tegelijk worden steeds meer repressieve en antidemocratische methodes aangenomen in Groot-Brittannië, de VS, Australië en andere landen.

    Tot zover hebben Groot-Brittannië, Ierland en Zweden effectief een ‘open deur’ politiek gevoerd inzake migratie. Dit werd gedaan met de bedoeling arbeiders van andere landen binnen te brengen en hen als goedkope arbeid te gebruiken als een manier om de lonen naar beneden te drukken. De bittere strijd van arbeiders in Ierland en Corsica met betrekking tot ferrymaatschappijen tonen hoe belangrijk deze kwestie in de toekomst zal zijn.

    Doorheen de EU zal deze politiek in een veralgemeende zin toegepast worden: migrante arbeiders gebruiken als middel om het loonniveau naar beneden te drukken en de arbeidsvoorwaarden. De dramatische effecten van deze veranderingen kan betekenen dat in veel landen de kwestie van migratie en racisme centrale items worden. Het kan de woede bij de arbeiders aanwakkeren in de landen waar deze politiek wordt doorgevoerd en het kan door extreem rechts gebruikt worden om racistische gevoelens op te zwepen.

    In sommige landen heeft extreem-rechts electorale verliezen geleden, bvb. in Oostenrijk. Significant, in de recente nationale verkiezingen in Duitsland heeft de opkomst van WASG/PDS vermeden dat extreem-rechts winst maakte. Dit wil niet zeggen dat de dreiging weg is. Het gevaar dat extreem-rechts in de toekomst enige electorale vooruitgang kan boeken moet gesteld worden, vooral bij een verslechtering van de economische situatie, door in te spelen op de angst van de arbeiders en door anti racistische gevoelens op te kloppen, vooral als er geen machtige linkse of socialistische alternatieven bestaan.

    We moeten voorbereid zijn op de kwestie van racisme en in het zal zeker een aspect zijn van ons jongerenwerk en activiteiten van onze secties in die landen waar het relevant is. Het zal nodig zijn om in ons campagnewerk twee centrale thema’s op te nemen als antwoord op racistische ideeën. Enerzijds een campagne in de arbeidersbeweging om migrante arbeiders te winnen voor de vakbonden en de arbeidersorganisaties en het gevecht opdat ze gelijke lonen en arbeidsvoorwaarden zouden kennen. Anderzijds moet het een campagne bevatten tegen racisme en reactionair nationalisme en etnische vooroordelen.

    De aard van de woede-uitbarsting in Frankrijk liet de regering in dit stadium toe om meer steun te vinden voor repressieve maatregelen. Maar het is niet Chirac die hieruit gewonnen heeft, maar de Villepin en Sarcozy. Hoewel arbeiders en jongeren begrijpen dat de oorzaak van de rellen in de sociale voorwaarden en het racisme vanwege de staat liggen, steunt volgens peilingen 68% van de bevolking de bestaande noodtoestand. In dezelfde peiling steunde zelfs 75% van hen die voor de LCR/LO stemden de noodtoestand.

    Nochtans zijn zulke gevoelens een tijdelijk antwoord op de crisis en kan dit snel veranderen, vooral in Frankrijk, vermits de regering alweer tracht te pushen met haar neoliberaal beleid. De PS neigt naar ‘links’ in antwoord op deze crisis. Nochtans blijft het een bourgeois partij en biedt ze geen alternatief aan de arbeidersklasse. 69% denkt dat de PS de volgende verkiezingen niet kan winnen en een gelijkaardig percentage denkt dat ze hetzelfde beleid als de regering had gevoerd indien ze aan de macht was geweest. De ervaring van de laatste socialistische regering blijft nog in het bewustzijn van de massa’s.

    Deze ontwikkelingen in Duitsland en in Frankrijk zijn cruciaal in de situatie die ontwikkelt in Europa. Tegelijk zijn andere landen een periode van crisis en sociale beroering binnengetreden. Italië is de zieke man van Europa, zowel economisch als politiek. De regering-Berlusconi wordt verstrikt door de ene crisis na de andere en heeft nu getracht zichzelf te redden door eenvoudigweg de regels van de verkiezingen voor april te veranderen en te proberen om aan de macht te blijven.

    Ondanks die wijzigingen, duiden opiniepeilingen aan dat er een sterke mogelijkheid bestaat dat de oppositie van ‘Union’, een centrumlinks alliantie, de volgende verkiezingen zal winnen. Het is niet uitgesloten dat de leiding van de PRC (Rifondazione Comunista), met het gevoel van wanhoop tegenover Berlusconi als rechtvaardiging, niet alleen steun zal geven aan de verkiezingscampagne van de centrumlinkse alliantie, maar ook zal toetreden tot een centrumlinkse regering. Wij zouden ons daartegen verzetten. Het kan leiden tot een crisis binnen de PRC, zeker als de regering de confrontatie met de arbeiders en jongeren zal aangaan.

    Portugal, met een hopeloze economische situatie, bevindt zich zonder twijfel aan de vooravond van een sociale explosie. Samen met de stakingsgolf in België en de oppositie die zich tegen de Blair regering ontwikkelt, evolueren deze gebeurtenissen naar een explosieve en gunstigere situatie in Europa om onze secties uit te bouwen en te versterken.

    Conclusies en taken

    In Europa en internationaal is het duidelijk dat een nieuwe gunstigere periode van toenemende moeilijkheden voor het kapitalisme en een groeiende stemming van verzet bij de arbeidersklasse is begonnen. De komende periode zal onvermijdelijk veel tegenstrijdige kenmerken bevatten, waarbij stappen voorwaarts worden gezet door de arbeidersklasse in de vorm van strijd, organisatie en politiek bewustzijn, samen met complicaties en achteruitgang. Nochtans zullen nieuwe en grotere mogelijkheden zich voordoen die het onze secties zal mogelijk maken om belangrijke stappen voorwaarts te zetten, onze invloed te versterken en het ledenaantal op te bouwen.

    Dit vereist van onze secties een verscherping van onze interventies en krachtige initiatieven. We zijn in staat om een grote impact te hebben op de klassenstrijd die zich begint te ontwikkelen, indien we op een correcte manier tussenkomen. Dit werd aangetoond door de interventie die Joe Higgins en de kameraden in Ierland deden in de strijd rond de Ierse ferry’s. Het is bijzonder belangrijk dat we kunnen tussenkomen, niet enkel door ons algemeen programma en onze methode uit te leggen. We zullen een grote impact kunnen hebben in de gevechten van de arbeiders als we correcte specifieke voorstellen kunnen doen over hoe de strijd die gevoerd wordt, te organiseren en te leiden. Wanneer onze secties interventies maken in stakingen en andere bewegingen, moeten ze zorgen dat onze tactieken en voorstellen volledig uitgediscussieerd en ‘gedragen’ zijn in de sectie op elk niveau.

    De volgende periode zal ons grotere mogelijkheden geven in de uitbouw van onze secties dan in het voorbije decennium. We moeten voorbereid zijn op snelle veranderingen en sprongen in het politieke bewustzijn en bereid zijn de noodzakelijke stappen te zetten om tussen te komen als zo’n veranderingen plaats vinden.

    Het CWI neemt geen universele tactiek aan in elk land, zonder rekening te houden met de specifieke condities die er bestaan. Maar in veel landen wordt de kwestie voor de noodzaak van nieuwe massale arbeiderspartijen een cruciaal punt. Het is essentieel dat onze secties herhaaldelijk de tactieken en de taken beoordelen en herinschatten, die we moeten aannemen met betrekking tot deze kwestie.

    De draai naar de WASG in Duitsland en de P-SOL in Brazilië hebben al belangrijke winsten opgeleverd voor deze secties. De initiatieven die we nemen in Groot-Brittannië en België voor het lanceren van grote campagnes om nieuwe arbeiderspartijen op te bouwen tonen welke initiatieven we bereid moeten zijn te nemen, als dit toepasbaar is.

    In het bijzonder is het noodzakelijk voor alle secties om speciale aandacht te geven in het recruteren en dan politiek ontwikkelen van een nieuwe generatie van kameraden. Het uitbreiden van jongerenwerk en onze interventie in de arbeidersklasse moeten de voornaamste prioriteiten van onze secties zijn. We moeten speciale maatregelen nemen om de nieuwe generatie van leden politiek te integreren en te ontwikkelen. Dit moet de belangrijkste prioriteit zijn in het werk en de activiteit van alle secties en leden in de volgende periode.

    De volgende periode zal ons meer gunstige mogelijkheden bieden om onze secties te versterken en om het CWI op de kaart te zetten.

  • Een nieuw stadium voor de kapitalistische globalisering en de internationale arbeidersbeweging

    Zoals elk jaar vond ook in de winter van 2005 een bijeenkomst plaats van het bestuur, het International Executive Committee (Internationaal Uitvoerend Comité) van het Committee for a Workers International (CWI). LSP/MAS is de Belgische afdeling van deze internationale organisatie. Op deze jaarlijkse bijeenkomst kwamen zo’n zestig vertegenwoordigers vanuit alle continenten een week lang bijeen om zich te buigen over diverse economische en politieke thema’s. Het is vanzelfsprekend slechts mogelijk om hier in dit verslag beknopt op in te gaan. Waar mogelijk zullen aangenomen documenten en verslagen via onze internationale en nationale websites gepubliceerd worden.

    Verslag door Ron Blom, Nederlands afgevaardigde in het IEC

    Een internationale organisatie voor socialisten

    Elk jaar vind er een bijeenkomst plaats van het bestuur, het International Executive Committee (Internationaal Uitvoerend Comité) van het Committee for a Workers’ International. Elke 4 jaar is er een wereldcongres met afgevaardigden van over de hele wereld. LSP/MAS is de Belgische afdeling (of sectie) van deze internationale organisatie van revolutionaire socialisten. Er zijn CWI-leden verkozen in het parlement (Ierland), gemeenteraden (Nederland – voor de SP, in Engeland, Duitsland, Zweden, Ierland, Australië…), en zijn verkozen als linkse en strijdbare vakbondsbestuurders (Nigeria, Engeland, Schotland, Noord-Ierland, België, Australië…). Altijd zijn het overtuigde socialisten (en dus geen sociaal-democraten), zijn ze geworteld in hun buurten, bedrijven en scholen, en nemen ze geen hoger salaris voor zichzelf dan dat van een geschoolde arbeider.

    Wereldsituatie

    Belangrijk onderwerp was de situatie van de wereldeconomie, de daaruit voortkomende interimperialistische spanningen, en Europa en de actuele klassenstrijd. Het document “Thesis, World Economy, USA, China, Europe and Iraq” bevatte veel stof voor discussie en een groot aantal afgevaardigden en gasten maakte gretig gebruik van de mogelijkheid om hun eigen ervaringen, nationale situaties en inschattingen naar voren te brengen. Hieronder volgt een greep uit de vele onderwerpen.

    De stijgende olieprijzen zorgen voor een verscherping van de conflicten tussen de verschillende wereldmachten, maar ook regionale grootmachten laten zich niet onbetuigd. De Verenigde Staten kennen een voorzichtige economische groei, maar deze is gebaseerd op een geweldige schuld. De groei is gebaseerd op kredietverlening. Het gemiddelde Amerikaanse gezin heeft een schuld van 7000 dollars. Met andere woorden de Amerikaanse werkende klasse kan zonder kredietverlening de zelf geproduceerde artikelen niet kopen.

    De opkomende industriële grootmacht China staat samen met een aantal andere Aziatische landen garant voor deze schuld. Bovendien is het ook het land waar steeds meer industriële producten vandaan komen. Via de wereldmarkt komen ze terecht bij de EU, Japan en natuurlijk ook de VS. Maar ondanks de geweldige economische groeicijfers van China blijft het in vele opzichten nog een junior-partner als het gaat om de competitie met de economische grootmachten Japan, EU en de VS. Grote problemen zullen natuurlijk opdoemen als door het barsten van de zeepbeleconomie van bijvoorbeeld de VS de geproduceerde artikelen niet meer geëxporteerd kunnen worden. De eigen interne markt in China is (nog) te klein en dat geldt ook voor de consumptieartikelen. De lage lonen van de Chinese arbeiders en arbeidsters zouden de wegvallende vraag dan niet op kunnen vangen.

    Door de oorlog in Irak is de olieprijs sterk gestegen. De behoefte aan deze brandstof voor bijvoorbeeld de Chinese economie neemt toe. We zien dan ook over de hele wereld het ontstaan van nieuwe allianties of het nieuw leven inblazen bij oude bondgenootschappen. China en Rusland werken op het moment beter samen dan ze ooit onder het stalinisme deden. China opereert in olieproducerende landen als Angola, Tsjaad, Algerije en Soedan. De VS proberen voet aan de grond te krijgen in een aantal voormalige Sovjetrepublieken (bijvoorbeeld Kirgizië) Verder spelen ze een rol in de diverse zogeheten oranjerevoluties in landen als Oekraïne. Opvallende nieuwe ontwikkeling is natuurlijk de gebleken kwetsbaarheid van het Amerikaanse imperialisme. Denk aan Katrina en de onwinbare oorlog in Irak. Ook een land als China is kwetsbaar: milieuvervuiling, boeren staan onder druk als gevolg van de toenemende vrijhandel, de sociale zekerheid en werkzekerheid wordt afgebroken en er vinden vaker en grotere oproeren en stakingen plaats. Op het moment worden door middel van de website www.chinaworker.org de eerste contacten gelegd met activisten van de arbeidersbeweging. Deze zijn veelbelovend en leveren een enorme hoeveelheid informatie op.

    Europa en de Europese Unie bleven vanzelfsprekend ook niet ongenoemd. Aan bod kwamen de ongeregeldheden in de Franse voorsteden, de campagnes rond de referenda met betrekking tot de EU-Grondwet, het Europese offensief van de bazen voor een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, Italië de “zieke man van Europa”, de arbeidsmigratie en het fort Europa, en de toenemende bevoegdheden van politie en veiligheidsdiensten onder het mom van oorlog tegen het terrorisme. Hoopvol zijn de ontwikkelingen richting meer vakbondstrijd in Europa.

    Nigeria

    De vertegenwoordigers van de Democratic Socialist Movement uit Nigeria, overigens een van onze grootste afdelingen (800 leden), deden verslag van de situatie in hun land. Niet zelden worden de voorlieden van onze organisatie in de pers genoemd als vertegenwoordigers van de arbeidersbeweging die strijdt tegen flexibilisering en prijsverhogingen. Opvallend genoeg moeten de Nigerianen nu ook meer betalen voor hun brandstof, waarmee ze voedsel bereiden. Dit terwijl er genoeg olie in de bodem zit. Daarnaast wordt het land geteisterd door corruptie, etnische conflicten en staatsrepressie. Net zoals Offensief in Nederland in de SP werkt zijn de leden van de DSM actief in de National Consiousness Party. Op het laatste DSM congres kwam de noodzaak van een verder werken in de NCP aan bod. Het besluit viel om onder de vlag van de NCP te blijven werken, vooral ook omdat dat op electoraal gebied de enige overgebleven optie is. Op dat laatste congres bleek dat vooral een nieuwe laag van partijactivisten zich niet alleen op de binnenlandse situatie richt maar zich ook meer en meer oriënteert op de internationale ontwikkelingen. Vanuit Nigeria worden contacten gelegd met activisten in Benin en vele andere Afrikaanse landen. Vanzelfsprekend speelt onze zusterorganisaties in Zuid-Afrika hier ook een belangrijke rol in. Interessant in dit verband is de organisatie van het Wereld Sociaal Forum in januari van het volgend jaar in Mali. Een andere hoopvolle ontwikkeling is de aanwezigheid van vrouwen in de sectie. Naast werken in bond en bedrijf zal ook het buurtwerk een hogere prioriteit krijgen.

    Azië

    Naast dat China een prominente plaats innam tijdens de eerste sessie, kwamen ook andere Aziatische landen uitgebreid aan bod. In Landen als Pakistan, India en Sri Lanka hebben we zusterorganisaties en we kregen dan ook informatie uit eerste hand. Het verwijt dat het CAI een Europese internationale organisatie is, wordt gelogenstraft door de aanwezigheid van zusterorganisaties in vele andere landen. In een opkomende regionale grootmacht als India is het niet gemakkelijk voor een kleine revolutionair-socialistische organisatie om op te boksen tegen twee massa “communistische” partijen die in de deelstaten waar ze in de regering zitten niet veel anders doen dan het neo-liberale beleid “verkopen” aan de achterban. In Sri Lanka en Pakistan spelen onze organisaties een uitmuntende rol als het gaat om het aan de kaak stellen van corruptie bij de verdeling van de hulp na de Tsunami en de aardbeving. In Pakistan kan een goed socialistisch alternatief de opkomst van moslimfundamentalisme dwarsbomen. Onze Sri Lankaanse United Socialist Party speelt een uitmuntende rol door op te komen voor de diverse nationale minderheden (Tamils, moslims) op het eiland. Bij de laatste verkiezingen eindigde de USP als derde.

    In de bijdragen gingen diverse deelnemers in op de oprichting vanuit de vakbeweging van een nieuwe arbeiderspartij in Zuid-Korea, de politieke discussie in de Indonesische linkse partij (PRD) over wel of niet steun verlenen aan bourgeoispartijen, de militarisering van de Pakistaanse maatschappij, de Maleisische Socialistische Partij waarmee de CAI warme relaties onderhoudt, het dictatoriale regiem van Nazarbajev in Kazachstan (waar wij ook een groep hebben) en de mate van herstel van het kapitalisme in een land als Vietnam. De vertegenwoordiger van de Australische Socialist Party gaf aan het land sterke industriële concurrentie ondervindt van China. Maar tegelijkertijd groeit de mijnbouw juist vanwege de export naar China.

    Nieuwe arbeiderspartijen, ons programma en onze tactieken

    Binnen onze Internationale discussiëren we al langer over de zogeheten nieuwe arbeiderspartijen. Het gaat hierbij veel om relatief nieuwe politieke formaties die zich buiten de communistische/stalinistische en sociaal-democratische partijen om ontwikkeld hebben. Te denken valt aan de Scottish Socialist Party, PRC in Italië, de samenwerking tussen Partei des Demokratischen Sozialismus (PDS)/LinksPartei en de Wahlalternative Arbeit und Soziale Gerechtigkeit (WASG) in Duitsland, en de Socialistische Partij in Nederland. Wij houden als Internationale niet een tactiek aan, maar houden steeds rekening met de nationale omstandigheden.

    Zo is er in een land als Frankrijk niets mogelijk op dit gebied, zolang de radicaal-linkse LCR en LO geen initiatieven nemen op dit gebied. De LCR schurkt aan tegen de Franse Communistische Partij en de sociaal-democratische SP. LO plaatst zich daarentegen buiten alles en iedereen.

    De discussie spitste zich vooral toe op wat de beperkingen zijn van dit soort politieke formaties. Duidelijk is dat er onder de huidige omstandigheden van economische teruggang en kapitalistische crisis weinig ruimte meer is voor een neo-keynesiaanse politiek. Deze nieuwe politieke formaties zijn over het algemeen vrij instabiel en laveren tussen oppositie en regeringsdeelname. Toch zijn het voor marxisten belangrijke partijen, want (grote) delen van de arbeidersklasse hebben zich afgewend van de klassieke sociaal-democratie en communistische partijen.

    In Nederland hebben we het voorbeeld van de SP. Op www.offensief.nl geven we regelmatig onze visie op de Nederlandse SP. Bovendien is er nu het voorzichtig samenwerken tussen de SP en de LinksPartei in de grensstreek tussen Nederland en Duitsland.

    Uitgebreid stonden we stil bij de ontwikkelingen in Duitsland. Onze kameraden zijn actief in de WASG die samen met de PDS/LinksPartei een goed verkiezingsresultaat neerzette bij de laatste verkiezingen. Meer en meer stemmen gaan op om de PDS/LinksPartei en de WASG (linkse afsplitsing van de SPD, waarbij ook vele vakbondsactivisten betrokken zijn) te laten fuseren.

    Onze Duitse kameraden van de Sozialistische Alternatieve Voran (SAV) spelen een belangrijke rol binnen de linkervleugel van de WASG. Binnen de WASG komen ze op voor consequente socialistische politiek en interne democratie. Daarbij stuiten ze op tegenstand van de leiding van de WASG die gesteund wordt door de zusterorganisatie van de Internationale Socialisten. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat voor de Berlijnse deelstaatssverkiezingen het bestuur van de WASG (inclusief de Duitse IS) staan voor samenwerking met de PDS/LinksPartei. Maar in deze deelstaat voert de PDS samen met de SPD een neoliberaal beleid uit van afbraak van sociale voorzieningen en bezuinigingen. Uit onvrede hierover hebben sommige PDS-leden de overstap gemaakt naar de WASG. Het ziet er dan ook sterk naar uit dat binnen de Berlijnse WASG de linkervleugel sterk genoeg is om een electoraal alternatief tegen het neoliberalisme naar voren te schuiven. In diverse gerenommeerde bladen zoals Der Spiegel worden onze kameraden met naam en toenaam genoemd als woordvoerders van de linkervleugel binnen de WASG die bereid is om consequent socialistische standpunten in te nemen en zich te verzetten tegen neoliberale politiek of die nu door rechts of door "links" gevoerd wordt.

    Het winnen van een parlementszetel door George Galloway op de lijst van Respect was natuurlijk indrukwekkend. Het vormde de uitdrukking van een sentiment tegen de Britse betrokkenheid bij de oorlog in Irak. Nadelen vormen het overwegende moslim element in deze partij, waardoor ze zich vervreemdt van allerlei andere groepen in de Britse maatschappij (b.v. hindoes). Bovendien wordt de partij hevig gedomineerd door de Socialist Workers’ Party (zusterorganisatie van de Nederlandse IS) en de persoonlijke stellingnamen van Galloway (tegen abortus, geen gemiddeld werknemersloon voor parlementaire vertegenwoordigers, sterk op de Islam gericht…). Met de interne democratie is het ook binnen deze formatie niet goed gesteld. Voor die vakbonden die inmiddels gebroken hebben met de Labour Party is Respect geen alternatief. Tegen deze achtergrond heeft onze zusterorganisatie in Engeland en Wales, de Socialist Party, het initiatief genomen om samen met vakbondsactivisten een conferentie te organiseren waar verder gesproken zal worden over de mogelijkheden van een nieuwe brede arbeiderspartij.

    Latijns Amerika: revolutie en contrarevolutie

    De hoogtepunten van de discussie over Zuid-Amerika vormden natuurlijk Venezuela en Brazilië. Onder het bewind van de linkse populist Chavez, gesterkt door de hoge olieopbrengsten, nemen de confrontaties tussen links en rechts in het land toe. Ook internationaal neemt Chavez steeds vaker stelling tegen het Amerikaanse imperialisme. Opvallend is dat in de linkse beweging in Venezuela steeds openlijker gesproken wordt over de noodzaak van het socialisme.

    Dat gebeurt ook in de Braziliaanse P-SOL. Met het degenereren van de Arbeiderspartij (PT) van Lula als gevolg van corruptie en neoliberale politiek, zoeken steeds meer linkse activisten naar een politiek alternatief. De P-SOL bestaat naast onze leden van Socialismo Revolutionario uit voormalige opposanten uit de PT. De meeste van de bij de P-SOL aangesloten groepen en stromingen beschouwen zichzelf als revolutionair, maar inmiddels is er binnen deze partij een ideologisch gevecht aan de gang over programma, electorale strategie en partijopbouw.

    Naast Venezuela en Brazilië stonden we uitgebreid stil bij de werkzaamheden van onze Chileense organisatie en de discussies en debatten die we voeren met socialistische activisten uit de diverse Latijns-Amerikaanse landen waar we (nog geen) afdeling hebben.

    Opbouw CWI

    De laatste dag stond traditioneel in het teken van de opbouw van de nationale afdelingen van het Committee for a Workers’ International (CWI). In diverse landen van de wereld bouwen we onder moeilijke omstandigheden organisaties op. In de Verenigde Staten spelen we aan belangrijke rol in de acties tegen de rekrutering door het Amerikaanse leger. In Australië waren we in staat om een gemeenteraadszetel te veroveren. In Zimbabwe hebben we onze eerste contacten dankzij de inspanningen van de Zuid-Afikaanse sectie. In Polen werkt onze groep samen met bepalende vakbondsleiders.

    Onze Internationale voert niet alleen discussies over de wereldeconomie en over de klassenstrijd in dit of dat deel van de wereld, we proberen ook concrete politieke en financiële solidariteit te organiseren. In het afgelopen jaar is een bedrag van circa 27.000 euro ingezameld voor de vakbondsrechtencampagne in Pakistan. De activisten achter de vakbondscampagne hebben hun dank uitgesproken voor het tot nu toe opgehaalde geld. Bovendien hebben ze een speciale nieuwjaarskaart gemaakt voor de schenkers. Uit solidariteit met de getroffen bevolking van Sri Lanka is 42.000 euro opgehaald.

    Aan het eind van elk IEC doet het Internationale Secretariaat altijd verslag van de werkzaamheden. Het gaat hierbij om wie aan welke landen bezoeken gebracht heeft (bezoeken van de afdelingen of bijvoorbeeld het Wereld Jeugd Festival in Venezuela of het Wereld Sociaal Forum in Brazilië), de financiële situatie van de organisatie, welke boeken en pamfletten zijn uitgebracht en hoe het website bezoek van www.socialistworld.net verloopt (tussen de 2.000 en 3.000 per dag). Over het algemeen leidde dit tot waardering voor het gedane werk. Maar zoals altijd zijn de mogelijkheden groter dan de middelen. Meer geld, meer leden en meer inbreng kunnen de realisering van de doelen vergemakkelijken.

    De sfeer tijdens de bijeenkomst kon getypeerd worden als enthousiast en stimulerend. Nieuwe plannen zijn inmiddels gemaakt voor de jaarlijkse zomerschool in België en het nemen van initiatieven in die delen van de wereld waar onze krachten nog zwak ontwikkeld zijn.

  • Op naar een strijdbaar 2006!

    De Linkse Socialistische Partij wenst haar leden, sympathisanten en andere lezers van deze website een strijdbaar 2006 toe. Nadat 2005 reeds een bewogen politiek jaar was vol strijd en verzet tegen het neoliberaal beleid, belooft 2006 een sterkere verderzetting hiervan te brengen. In het 829ste en laatste artikel van 2005 op deze site, kijken we even vooruit naar 2006.

    Geert Cool

    Op internationaal vlak zal verder en diepgaander gediscussieerd worden over de noodzaak aan een alternatief en meer concreet over hoe een socialistisch alternatief er moet uitzien. Na de linkse verkiezingsoverwinningen in Venezuela (waar Chavez een overweldigende meerderheid verkreeg in het parlement) en Bolivië (waar Evo Morales tot president werd verkozen), volgen er nog een 10-tal verkiezingscampagnes in Latijns-Amerika. Daarbij kan de linkerzijde stappen vooruit zetten, maar zal ze ook geconfronteerd worden met fundamentele vragen. Wordt het dictaat van het imperialisme aanvaard en wordt het neoliberaal beleid verdergezet zoals onder Lula in Brazilië? Of wordt gebroken met de logica van het kapitalisme om te bouwen aan een alternatief? Die kwestie zal vooraan op de agenda staan in Latijns-Amerika en gevolgen hebben op discussies in de rest van de wereld.

    In Europa wordt de noodzaak aan een politiek verlengstuk voor strijdbewegingen met de dag dringender. Het potentieel daarvoor is zeker aanwezig, zoals eerder werd aangetoond door de Duitse Linkspartei die 8,7% haalde bij de verkiezingen. De vraag of we strijdbewegingen kunnen verwachten, is overbodig. Het neoliberaal offensief op onze lonen, pensioenen, uitkeringen, arbeidscondities,… moet wel leiden tot ongenoegen en tot een actieve oppositie. Die oppositie zal ook het politieke toneel moeten betreden. Daartoe zal een nieuwe arbeiderspartij noodzakelijk zijn.

    Het idee van een nieuwe arbeiderspartij vindt steeds meer gehoor onder de meest bewuste laag van arbeiders en jongeren. In 2006 zal het erop aankomen om dat idee verder te concretiseren en initiatieven te nemen zodat de arbeiders een politieke vertegenwoordiging opbouwen. De gemeenteraadsverkiezingen van 2006 zullen daar misschien nog te vroeg voor zijn. Hierdoor zal LSP/MAS naar alle waarschijnlijkheid onder eigen vaandel deelnemen aan een aantal lokale verkiezingen. Daarmee kunnen we verder bouwen aan een lokale inplanting en in een actief contact treden met bredere lagen die op zoek zijn naar een alternatief.

    LSP/MAS ziet vol vertrouwen uit naar wat 2006 zal brengen. We zullen onze interventies in politieke en syndicale bewegingen verder opdrijven en de arbeidersbeweging mee versterken door een programma en een methode aan te bieden waarmee we kunnen komaf maken met het kapitalistische systeem dat voor de overgrote meerderheid van de bevolking enkel armoede, miserie, werkloosheid,… te bieden heeft. De strijd voor een socialistisch alternatief is ook uw strijd. Aarzel dan ook niet om 2006 goed te beginnen door de rangen van de linkse socialisten te vervoegen!

  • Onze solidariteitscampagne voor de slachtoffers van de aardbeving in Pakistan en Kasjmir

    Vandaag voert de traditionele media campagne voor haar solidariteitscampagne met de slachtoffers van de aardbeving in Pakistan en Kasjmir. Daarbij wordt gerekend op de vrijgevigheid van de Belgen. Ook bij de tsunami-ramp werd aangetoond dat er een enorme solidariteit bestaat. Wij hebben echter geen vertrouwen in veel officiële campagnes en organiseren ter plaatse eigen concrete solidariteit.

    Bij de Tsunami werd al duidelijk dat veel middelen niet ter plaatse raakten bij de meest hulpbehoevenden. De hulp uit het westen werd aangewend om de vriendjespolitiek van de grote traditionele partijen te versterken in landen als Sri Lanka. Heel wat slachtoffers bleven in de kou staan en veel hulp raakte nooit ter plaatse.

    In Pakistan dreigt een gelijkaardig scenario. Het regime van president Musharraf staat niet bekend omwille van haar bezorgdheid voor de armsten. Terwijl er enorm veel middelen worden vrijgemaakt voor het leger (binnenkort ook met Belgische F16s), worden de openbare diensten verder afgebouwd. Bij de aardbeving vielen veel slachtoffers in de scholen, omdat die met slechte bouwmiddelen werden opgetrokken. In veel dorpen en steden bleven enkel de stenen huizen (van rijken) overeind.

    Onmiddellijk na de aardbeving begonnen onze kameraden in Pakistan en Kasjmir met een hulpcampagne. In Lahore hebben we drie centra opgezet om voedsel, dekens, warme kledij,… in te zamelen. Er waren reeds verschillende konvooien om deze hulp naar Kasjmir en de Noordwestelijke Grensprovincie van Pakistan te brengen. Eind november was reeds 40.000 kilogram aan voedsel en ander materiaal overgebracht naar de getroffen gebieden.

    Azad Qadri van de campagne TURCP (een campagne voor vakbondsrechten in Pakistan, opgezet door onze kameraden) trok naar Bagh in Kasjmir om daar samen met onze lokale kameraden de hulpverlening te organiseren. Een bijeenkomst van 21 vakbonden in Lahore had beslist om met de TURCP een hulpverleningskamp op te zetten in Bagh.

    Er werd al hulp gebracht in 10 bergdorpen rond Bagh, waar samen zo’n 20.000 mensen wonen. In Bagh alleen al kwamen 5 camions toe met hulp van de TURCP. We reageerden onmiddellijk op de ramp, maar de hulpverlening is niet altijd gemakkelijk. In de Noordwestelijke Grensprovincie van Pakistan kwamen zeven kameraden van onze organisatie om bij de aardbeving. Anderen verloren familieleden en vrienden.

    We concentreren ons op een aantal dorpen rond Bagh waar er geen enkele infrastructuur is overgebleven. Alle scholen en ziekenhuizen zijn er van de kaart geveegd. We hebben inmiddels 5 nieuwe scholen opgezet om het onderwijs opnieuw op gang te krijgen. De TURC campagne voorziet in de nodige middelen om de scholen op te zetten. Dat gebeurt onder het toezicht van een democratisch verkozen comité van arbeiders en vakbondsmilitanten in Bagh. Dat comité kreeg de steun van de vakbond van gezondheidspersoneel in Kasjmir.

    Met de internationale financiële steun die we al ophaalden, werden middelen gekocht waarmee we voorzien in voedsel, kledij, dekens, medicijnen,… voor de getroffen slachtoffers van de aardbeving. We hebben op die manier al heel wat mensenlevens kunnen redden.

    We proberen momenteel om extra scholen en gezondheidscentra op te zetten. Daartoe is er financiële onderteuning nodig zodat de vakbondsactivisten en arbeiders hun hulpverlening kunnen opdrijven. In de regio Hazara willen we 5 scholen en 3 gezondheidscentra opzetten.

    Dit soort solidariteitscampagnes toont hoe internationalisten werken. Financiële steun is nodig om de arbeidersbeweging opnieuw op te bouwen in de regio. Deze steun wordt enorm geapprecieerd door de arbeiders en arme boeren in de regio.

    LSP voert in België campagne in samenwerking met de Kasjmiri gemeenschap in dat land. Een aantal LSP-leden zijn afkomstig uit Kasjmir en zijn actief binnen de gemeenschap van Kasjmiri in België. We voerden in Brussel en Antwerpen reeds meermaals campagne en haalden samen steun op onder studenten en op straat.

    We blijven deze campagne verderzetten en roepen op om je solidariteit met de slachtoffers van de aardbeving te tonen met een financiële bijdrage. Stort op rekeningnummer 001-2260393-78 van LSP met vermelding “Pakistan en Kasjmir” en wij zorgen ervoor dat uw bijdrage integraal en rechtstreeks wordt aangewend voor de praktische hulpverlening ter plaatse.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop