Category: Sociale zekerheid

  • Met de petitie “Red de Solidariteit”… tijd voor actie

    Al 136 dagen proberen Leterme en Cie een Oranje-Blauwe regering ineen te knutselen. De inzet is niet gering: een regelrechte aanval op alles wat arbeiders en hun gezinnen aanbelangt. Alle partijen lijken het hier grondig over eens, zowel die van de uittredende als die van de nog te vormen meerderheid. Als ook de resterende oppositiepartijen in het parlement.

    Pamflet van CAP-Antwerpen

    Het VBO ziet er nauw op toe dat we het niet vergeten: ondanks de klaagzang, onder meer bij de belastingsdiensten, over personeelstekort, telt België naar verluidt teveel ambtenaren. België mag toch niet achter blijven inzake afbraak van de openbare dienstverlening. Antwoord van Oranje-Blauw: slechts een gedeelte van de ambtenaren die op pensioen vertrekken wordt vervangen. Hoeveel? Een derde, de helft, dat staat nog ter discussie. De werkdruk? Indien nodig kunnen de ambtenaren worden vervangen door werknemers van de private sectoren.

    In de privé-sector wil men het bekende verhaaltje: meer flexibiliteit, meer overuren en meer uitzendarbeid. Om het aanbod aan werknemers op te trekken en de lonen te drukken wil men een 2de generatiepact en nog meer activering van werklozen, vooral dan in Wallonië. Bovendien heeft het patronaat nu al voor een stuk resultaatsgebonden verloning verkregen en alweer uitstel inzake de vakbondsvertegenwoordiging in KMO’s. Bij verzet wil het patronaat naast de traditionele eenzijdige verzoeksschriften en dwangsommen, een verdere uitbreiding van het arsenaal repressiemiddelen. Staken, bijvoorbeeld, wil ze voortaan liefst beperkt zien tot die momenten dat niemand er hinder van ondervind, vandaar de discusie over “minimumdiensten”

    Maar hoe verkoop je die a-sociale politiek aan een bevolking van hoofdzakelijk loontrekkenden? Lange tijd slaagden de PS en de SPa erin via onder-handelingen, schijfje per schijfje, de bittere pil bij te zoeten met lepeltjes suiker (vrij naar De Wever). Op 10 juli kregen ze daarvoor de rekening gepresenteerd, meteen lag de weg open voor een nog rechtsere regeringsvariant. Die wil haar afbraakbeleid aan de man brengen door “hardwerkende” Vlaamse arbeiders op te jutten tegen “werkonwillige” Franstalige arbeiders of omgekeerd door “solidaire” Franstalige arbeiders te waarschuwen voor “egoïstische” Vlaamse arbeiders.

    Oranje-Blauw zal in alle toonaarden ontkennen dat het haar bedoeling is het land te splitsen. Het Comité voor een Andere Politiek aanvaardt dit. Met het communautair opbod wil men in de eerste plaats de regio’s “responsabiliseren”, dit wil zeggen het sociaal zekerheidsstelsel geleidelijk opdelen in twee elkaar beconcurrerende stelsels en de loonvorming uitsplitsen naar regio, zodat die regio’s met elkaar kunnen wedijveren voor het binnenhalen van investeringen ten koste van de lonen en de sociale uitkeringen.


    Met hun initiatief voor het behoud van de federale sociale zekerheid hebben de syndicale delegaties van Total en Degussa de stilte doorbroken. Het Comité voor een Andere Politiek wenst haar erkentelijkheid hierover uit te drukken. Wij stellen de openheid en democratische ingesteld-heid op prijs van AC-Antwerpen-Waasland en BBTK-Antwerpen. Met de organisatie van dit debat beantwoorden zij de vraag van veel syndicale militanten die hier de argumenten hopen te vinden waarmee ze morgen op de werkvloer tegen de mediastorm zullen ingaan.

    De petitie “Red de solidariteit” stelt ietwat ongelukkig: “De solidariteit tussen de rijkere en armere inwoners en de solidariteit tussen rijkere en armere regio’s zijn pijlers van onze Belgische samenleving.” Als men daarmee bedoelt dat we al onze verworvenheden te danken hebben aan de gezamenlijke strijd van Vlaamse, Franstalige, Duitstalige en migrante arbeiders, zijn we het er volledig mee eens. De rijkere inwoners van België, voor zover we daarmee de heersende klasse en haar politieke lakeien bedoelen, hebben echter helaas steeds de taal- en levensbeschouwelijke verschillen misbruikt om de armere inwoners, de arbeiders en arme boeren, op te laten draaien voor hun winst en privileges. Bovendien heeft diezelfde Belgische burgerij nooit enige terughoudendheid aan de dag gelegd als het in haar kraam paste de arbeiders van de ene regio op te zetten tegen die van de andere.

    De initiatiefnemers van “Red de Solidariteit” zijn erin geslaagd heel wat personaliteiten te mobiliseren en hebben het initiatief daardoor gepopulariseerd en aantrekkelijk gemaakt, ook voor de media.

    Niet alle personaliteiten hebben wellicht hun mening even grondig overwogen en sommigen werden misschien verrast door de plotse belangstelling. De stelling echter dat België een goed land is om in te leven en dat daaraan best niets verandert, zal bij de 15% armen en talloze andere arbeidersgezinnen, werklozen, interimarbeiders, deeltijdsen, gepensioneerden en mindervaliden weinig sympathie losweken. Het Comité voor een Andere Politiek wil niets te maken hebben met de Vlaams nationalistische elite die de Vlaamse arbeiders nog wat harder wil uitpersen, maar we wensen evenmin de belangen van Lippens, Frère, Davignon of de monarchie te verdedigen.


    In een dankwoord verzonden aan allen die hun campagne voor het behoud van de federale sociale zekerheid hebben ondersteund, schrijven de syndicale delegaties van Total en Degussa “… hopelijk betekent 24 oktober voor de vakbewegingen ook de start naar meer”.

    Het Comité voor een Andere Politiek kan deze oproep enkel onderschrijven. Het communautaire opbod van Oranje-Blauw heeft niets te maken met de belangen van “de” Vlamingen of “de” franstaligen, het is een poging om de arbeiders en uitkeringsgerechtigden op te laten draaien voor de duizelingwekkende winsten van het patronaat. Dat zijn net diezelfde belangen die ook de unitaristen van het VBO of de monarchie verdedigen. De petitie was goed en moet doorgaan, CAP onderschrijft ze, personaliteiten zijn welkom, maar de arbeiders hebben nood aan een eigen, van communautaristen en unitaristen onafhankelijke stem, vertaald in concrete actie en een programma.

    “CAP is een zelfstandige politieke beweging die, in dialoog met partners, de vorming van een nieuwe arbeiderspartij (d.w.z. een partij van diegenen die leven van een loon of een uitkering en hun gezinnen) wil bevorderen.” Zo begint de tweede paragraaf van de werkingsprincipes van het Comité voor een Andere Politiek, gestemd op haar conferentie van 20 oktober jongstleden. CAP ontstond op initiatief van onder meer voormalig ABVV-algemeen secretaris Georges Debunne en voormalig SP-volksvertegenwoordiger Jef Sleeckx. Sleeckx werd vorige zaterdag verkozen in het nationaal secretariaat van CAP. Met Debunne en veel andere syndicalisten kwam hij tijdens de strijd tegen het generatiepact tot de vaststelling dat de sp.a zich definitief had afgekeerd van de arbeiders. Op het sp.a congres van vorige zondag werd dit alweer bevestigd: nadat de sp.a-Rood kandidaat een eervolle 33% had behaald, werd het debat afgesloten en de architect van de neoliberale politiek van paars, Vande Lanotte, met staande ovatie bedankt voor diens afbraakbeleid.

  • Dienstencheques. Sociale zekerheid 1 miljard euro lichter gemaakt!

    Het systeem van dienstencheques werd in het leven geroepen door de vorige federale regering om het zwartwerk in de schoonmaaksector tegen te gaan en bijkomende ‘witte’ banen te scheppen. Volgens de overheid is het een succesverhaal geworden. De vraag van particulieren naar dienstencheques is veel groter dan verwacht en tienduizenden mensen zouden via het systeem uit het zwartwerk circuit gehaald zijn.

    Karel Mortier

    Vandaag zijn er zo’n half miljoen gebruikers van dienstencheques, vooral in Vlaanderen, en dat aantal neemt nog steeds toe. Vandaag is er een hele industrietak uitgebouwd rond het systeem van dienstencheques en zouden er reeds een 30.000 tal mensen via het systeem van dienstencheques een inkomen verwerven.

    In 2006 werden er 32 miljoen uren gepresteerd via het systeem van dienstencheques (in de eerste zeven maanden van 2007 ging het reeds om 27 miljoen uren). De vraag is zo groot dat de regering problemen heeft om het systeem te blijven financieren.

    Particulieren betalen voor een dienstencheque 6,70 euro waarvan ze 30% kunnen aftrekken bij hun belastingen. Uiteindelijk betaalt men dus als particulier per uur slechts 4,70 euro. De overheid betaalt per cheque het verschil terug tussen de aankoopprijs van de cheque voor particulieren en het terugbetalingstarief van de dienstencheque dat momenteel 20 euro bedraagt. De overheid betaalt dus per gebruikte dienstencheque 13,30 euro waarvan uiteraard een deel verdwijnt in de zakken van de werkgevers en niet die van de mensen die de prestaties leveren. Het beheerscomité van de sociale zekerheid verwacht dat de dienstencheques de RSZ in 2008 meer dan 800 miljoen euro zullen kosten en in totaal bijna een miljard als we de minderinkomsten voor de belastingen meetellen. Dat is een miljard euro om diensten te financieren die vaak, maar uiteraard niet uitsluitend, ten goede komen van beter begoeden. En dan wordt gezegd dat moet bespaard worden op de sociale zekerheid…

    Het effect op de werkloosheid is ook niet altijd even duidelijk. De overheid en de dienstencheques-industrie stelt het zeer rooskleurig voor en pakt regelmatig uit met goede cijfers, maar verschillende studies spreken dit beeld tegen. De overheid vergroot ook systematisch het toepassingsgebied van die dienstencheques, zoals recent kinderopvang, waardoor de kans bestaat dat dienstencheques in toenemende mate andere vormen van tewerkstelling zullen verdringen in plaats van bijkomende banen te scheppen.

    De dienstencheques worden nu gebruikt om cadeaus uit te delen aan werkgevers (of particulieren) die er gebruik van maken. Tegelijk is het vaak een instrument om meer flexibiliteit door te voeren voor de werknemers. En wie draait er voor op? De gemeenschap. Daartegenover stellen wij de noodzaak van degelijke jobs en openbare diensten die afgestemd zijn op de behoeften in de maatschappij.

    Er is een maatschappelijke nood aan bepaalde diensten zoals kinderopvang en poetshulp, maar dienstencheques vormen er geen goed antwoord op. Dat systeem kost de gemeenschap heel wat middelen, maar soms is het onduidelijk wie daarvan profiteert. Waarom worden de gemeenschapsmiddelen niet aangewend om een publieke, gratis en toegankelijke openbare dienstverlening uit te bouwen op het vlak van poetshulp of kinderopvang? Dat zou mogelijk goedkoper zijn voor de overheid en de werknemers zouden vaak kunnen genieten van een beter statuut. De diensten zouden ook beter kunnen afgestemd worden op de reële noden in de maatschappij.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop