Your cart is currently empty!
Category: Geen categorie
-
[Archieftekst] Hoe marxisten verkozen posities gebruiken
Twee jaar geleden publiceerden we dit dossier over marxisten en verkozen posities. Hoe kunnen consequent linkse verkozenen hun positie gebruiken om met de werkende bevolking sterker te staan in de strijd tegen de besparingen? En hoe kunnen enkele verkozenen de toon van het debat bepalen? Om op deze en andere vragen een antwoord te bieden, kijken we naar enkele voorbeelden van verkozenen die deel uitmaken van onze organisatie.
http://www.socialisme.be/nl/18055/hoe-marxisten-verkozen-posities-gebruiken-om-een-krachtsverhouding-voor-verandering-uit-te-bouwen
-
20 jaar geleden: Witte beweging, het systeem is rot tot op het bot!
In 1996 werd ons land opgeschrikt door een massale uitbarsting van straatprotest en woede. Na een week van spontane acties en betogingen, volgde op 20 oktober 1996 de Witte Mars in Brussel met 300.000 deelnemers. De ‘witte beweging’ maakte duidelijk hoe snel een beweging kan ontwikkelen. Twintig jaar later is het nuttig om terug te kijken op de acties, maar ook op justitie. Wat is er veranderd? En hoe staan socialisten eigenlijk tegenover het gerecht?Dossier oorspronkelijk verschenen in 2011 bij de 15de verjaardag
Witte beweging: uitbarsting van woede op straat
De Witte Beweging in 1996 ontstond naar aanleiding van de affaire-Dutroux waarbij er een grote verslagenheid was omwille van de jonge slachtoffers van Dutroux en co. Toen bleek dat het onderzoek naar deze affaire met heel wat moeilijkheden te kampen kreeg, barstte de woede uit.
De directe aanleiding was het verwijderen van onderzoeksrechter Connerotte van het dossier. Die had een bord spaghetti gegeten op een steunavond voor de vermiste meisjes en was bijgevolg niet ‘onpartijdig’. Connerotte werd gezien als een doortastende figuur die door de bureaucratische mallemolen van het gerechtelijk establishment door middel van het spaghetti-arrest aan de kant werd geschoven. Velen vreesden een nieuwe doofpotoperatie.
De acties toonden aan dat niet alleen de politici maar ook andere delen van de burgerlijke instellingen gediscrediteerd waren. Gerecht en politiediensten, maar ook de media, waren alle vertrouwen van de bevolking verloren. Een reeks opgestapelde frustraties kwamen samen. Het waren de arbeiders van VW-Vorst die de beweging op gang trokken door het werk op 14 oktober neer te leggen. Ze kregen al snel navolging doorheen heel het land.
Er volgde een week van spontane betogingen en massaal protest. Het establishment verloor deels de controle over de situatie en er kwamen wanhopige oproepen aan de scholieren om terug naar school te gaan en aan de arbeiders om terug te werken. Alle elementen van het establishment mengden zich in die oproepen, van regering tot de koning en de kerk. Allen waren ze bang voor deze beweging. Daarom moest de Witte Mars apolitiek gehouden worden. De traditionele politici hadden immers geen controle op de politieke ideeën die ontwikkelden in de beweging. De omvang, spontaneïteit en snelheid van de beweging verrasten het volledige establishment.
Doorheen de acties werd niet alleen het gerecht, maar de volledige samenleving in vraag gesteld. Wij speelden daar op in met onze slogan ‘Het systeem is rot tot op het bot’. Waar we een zekere impact hadden, voornamelijk in Gent, werd deze slogan massaal overgenomen. Daar deden we er ook alles aan om de spontane uitbarsting van woede te organiseren in een grote gezamenlijke betoging op vrijdag 18 oktober 1996. De oproep daarvoor kwam van de Studentenvakbond (SVB) waarbinnen LSP-leden een actieve rol speelden.
We trokken naar bedrijven, scholen en aula’s. Tegelijk kwamen we ook tussen in de spontane betogingen. Het waren drukke dagen. ‘s Ochtends vroeg opstaan, een megafoon nemen en de eerste de beste spontane betoging zoeken om van daaruit tot een grote betoging te komen. Dat ritueel werd enkele dagen na elkaar herhaald. De Gentse betoging van 18 oktober 1996 was massaal, met 25.000 deelnemers was het de grootste betoging na de nationale Witte Mars.
Op dit ogenblik werd de beweging steeds meer gedragen door de arbeiders en hun gezinnen. Dat gebeurde niet bewust als klasse, maar als ouder, als kind. Het was mogelijk om het onbewuste bewust te maken. Een ordewoord van de vakbondsleidingen had volstaan om de beweging richting te geven en verder te laten ontwikkelen. Wij stelden dat er een oproep moest komen voor een algemene staking en de vorming van actiecomités om die staking voor te bereiden. Dat zou een actie onder controle van de basis worden. Maar de vakbondsleiding had evenveel schrik voor een algemene staking als de politici.
Dit liet ruimte aan het establishment om de beweging te recupereren. Door het gebrek aan een leiding vanuit de arbeidersbeweging, werden de ouders van de verdwenen kinderen, vaak tegen hun zin, tot leiders en woordvoerders gebombardeerd. Zij werden in alle media opgevoerd en plots gingen alle deuren, tot die van het koninklijk paleis, voor hen open. Het establishment deed er alles aan om de Witte Mars om te vormen tot een apolitieke rouwstoet waar kritiek op het establishment werd verboden. Dat ging gepaard met een repressieve aanpak, LSP-militanten die heel de week vooraan stonden in het protest werden onverbiddelijk opgepakt omdat ze pamfletten bij hadden. Vrije meningsuiting was niet aan de orde van de dag. De recuperatie stopte de beweging in de doofpot.
Klassenjustitie om de belangen van de rijken te dienen
Het gerechtelijk apparaat volgt nochtans de regels en wetten die de belangen van het establishment dienen. Los van de samenstelling of de exacte structuur van de rechtbanken, staat vast dat de beslissingen moeten overeenstemmen met de regels die de privileges van het kapitaal verdedigen. De burgerlijke staat zoals we die vandaag kennen, verdedigt het kapitalistische systeem waarvan het een uitdrukking is. Alle retoriek over onafhankelijkheid en onpartijdigheid ten spijt, geldt dit ook voor het gerecht.
Het centrale basisprincipe voor de wetgeving in het kapitalisme is de verdediging van de private eigendom van de productiemiddelen. Dat geldt zowel op het vlak van het burgerlijk recht (schulden, contracten,..) als op het vlak van strafrecht. Wij stellen uiteraard niet dat asociaal gedrag (zoals geweld, inbraken,…) niet moet bestraft worden. Maar we zien wel dat de wijze waarop strafrecht wordt toegepast verschillend is naargelang je afkomst of sociale positie. Een grote diamantfraudeur mag meer dan een gewone arbeider.
De ‘neutraliteit’ van het recht is slechts schijn. De regels gelden voor iedereen, zowel armen als rijken mogen geen appel stelen als ze honger hebben. Rijken komen dankzij duur betaalde juridische spitstechnologie met bijna alles weg, kijk maar hoe een topfiguur als DSK met verkrachting weg geraakt. De beslissingen worden bovendien genomen door rechters die doorgaans uit het kleine wereldje van de elite komen. Veel rechters hebben er al een carrière als advocaat opzitten en kunnen rekenen op een stevig inkomen. Van democratische controle op het gerecht is al helemaal geen sprake.
Socialisten pleiten voor de afschaffing van het bestaande gerechtelijke apparaat. Ze zijn voor het vormen van nieuwe rechtbanken waar de rechters op democratische wijze worden verkozen door de meerderheid van de bevolking en bovendien permanent afzetbaar zijn.
In een socialistische samenleving zal het aantal conflicten afnemen, nu zijn de meeste discussies immers met eigendomsrechten verbonden. Gevallen van criminaliteit en asociaal gedrag zouden uiteraard aangepakt worden, maar dan wel met het oog op het vermijden van dergelijk gedrag in de toekomst en het compenseren van de schade die aan de samenleving is aangebracht. Een louter repressieve benadering lost niets op en leidt niet tot een afname van criminaliteit. Kijk maar naar de VS: nergens anders ter wereld zitten zoveel mensen in de gevangenis, maar toch is het geen veiliger land geworden.
“Iedereen gelijk voor de wet”. En de rijken nog meer
Overdrijven we als we over klassenjustitie spreken? Laat ons eens een recent praktijkvoorbeeld aanhalen.
De Antwerpse diamantsector heeft voor 700 miljoen euro gefraudeerd op Zwitserse rekeningen. De kans dat een veroordeling volgt, is zo goed als nihil. De fraude is bijna even groot als die van Beaulieu (van tapijtenboer De Clerck) en KB-Lux samen. Toen ging het telkens om 400 miljoen euro. In beide grote fraudezaken draaide de gerechtelijke procedure op een sisser uit. Moraal van het verhaal: wie het groot genoeg aanpakt, gaat vrijuit. Waag het niet om een parkeerboete niet te betalen, maar fraudeer ineens voor 700 miljoen euro.
De frauderende diamantairs kunnen op politieke steun rekenen. In Antwerpen beschikt de diamantsector over een eigen schepen: Ludo Van Campenhout (ex-VLD en nu N-VA). Die verklaarde dat de zaak “in de media wordt opgeklopt” en dat al “zeer streng” wordt opgetreden. De schepen van de frauderende diamantairs wil de mogelijkheden van onderzoek naar fraude aan banden leggen. Over naar de staatssecretaris van fraudebestrijding Carl Devlies (CD&V). Die verklaarde: “Er zijn al vele maatregelen en ik denk dat die volstaan”. Voor de diamantsector en andere fraudeurs volstaan die maatregelen inderdaad.
De diamantsector zelf heeft dure advocaten onder de arm genomen om via de Raad van State inzage te krijgen in de dossiers van de fiscus. Zo wil de sector weten wat de fiscus weet om vervolgens een akkoord met die fiscus te sluiten. Dat is hoe de rijken hun zaakjes aanpakken.
Maar als Antwerpse topmagistraten bij de opening van het gerechtelijk jaar wijzen op de ondermijning van de sociale zekerheid door de forse toename van de zwarte sector, richten ze zich niet tot de organisatoren van de zwarte circuits. Neen, ze beperken zich tot oproepen om iets te doen aan de instroom van buitenlandse arbeidskrachten die evenzeer het slachtoffer zijn van de zwarte circuits. De kleine slachtoffers van het zwartwerk worden aangepakt, de grote fraudeurs gaan vrijuit.
Even terzijde. Er zijn in Antwerpen schrijnende tekorten. Van de kinderopvang over de scholen, ontspanningsmogelijkheden tot openbare diensten en werk voor de bevolking. Delen van de bevolking vallen uit de boot en worden vatbare prooien voor criminelen (zoals drugdealers) die steeds driester te werk gaan. Het rechtse beleid heeft tot een zootje geleid en bij ieder voorstel om er iets aan te doen (bijvoorbeeld door echte jobs met degelijke lonen te creëren en te investeren in degelijke huisvesting alsook onderwijs), is het argument dat er daar geen middelen voor zijn. Wie durft dat nog te beweren nu bekend is dat de diamantairs quasi ongestoord voor 700 miljoen euro kunnen frauderen?
Nog steeds rot tot op het bot
Terwijl onze levensstandaard onder vuur ligt, laat het politieke establishment zich al jaren enkel opmerken door kinderlijk geruzie, is het gerecht nog volop bezig met de verdediging van de belangen van de rijken (denk maar aan de Fortis-affaire) en overgiet de media het geheel met een sausje entertainment.
De politici staan mijlenver af van de dagelijkse realiteit van ons leven. Ze verdienen als parlementslid 10.000 euro per maand, krijgen opzegvergoedingen tot 300.000 euro bovenop een rijkelijk pensioen (na 20 jaar te hebben gewerkt) en ze kunnen hun eindeloopbaan koppelen aan lucratieve postjes in de raden van bestuur van grote ondernemingen. De verontwaardiging naar aanleiding van de afscheidspremie voor Sven Gatz maakte duidelijk dat het ongenoegen tegenover de traditionele politici bijzonder groot is. Wie gelooft die politici nog?
Het gerecht werd de afgelopen 15 jaar hier en daar wat hervormd. Er werden elementen van de structuur aangepakt, maar aan de fundamenten werd niet geraakt. Ook dit blijft een wereldvreemd wereldje van ‘ons kent ons’. De wijze waarop het gerechtsgebouw op het Poelaertplein in Brussel boven de rest van de binnenstad uitsteekt, vat de verhoudingen samen.
In 2009 bleek hoe bij rechter De Tandt in Brussel vonnissen op bestelling konden verkregen worden. Het onderzoek hiernaar werd jarenlang tegengewerkt door het parket-generaal dat imagoschade voor het gerecht vreesde. Deze praktijk werd pas bekend toen rechter De Tandt in het Fortis-dossier een vonnis velde dat werd gekopieerd van een project van vonnis opgemaakt door het advocatenkantoor dat de regering vertegenwoordigde in het proces.
Dit is een normale praktijk. Syndicalisten weten hoe het gerecht zich gemakkelijk voor de kar van het patronaat laat spannen om eenzijdige verzoekschriften van patronale advocaten letterlijk over te nemen om stakingen te breken. Wie gelooft die rechters nog? Ondertussen neemt ook het vertrouwen in de media zienderogen af. Bij ons zagen we nog geen schandaal zoals dat van Murdoch in Groot-Brittannië die journalisten telefoons liet afluisteren om smeuïge roddels te kunnen verkopen. De krant van Murdoch, News of the World, moest de boeken sluiten. Maar ook bij ons vragen steeds meer mensen zich af: hoe kunnen we die journalisten nog geloven?
Aan de top van politie, gerecht, bedrijfswereld en politiek kent iedereen elkaar en zijn er onderlinge banden die verder gaan dan hoe dit doorgaans wordt voorgesteld. Met het oog op het onderhouden van die banden wordt “creatief” omgesprongen met de wetgeving en de rechtspraak. Zelfs politionele tussenkomsten kunnen op een even creatieve wijze worden opgezet. De zogenaamde scheiding der machten is vooral een theoretisch gegeven om een schijn van onpartijdigheid te wekken. In werkelijkheid is het volledige establishment over de verschillende machten heen één kliek.
Tegen de achtergrond van een systeem in crisis ontstaan er ook meningsverschillen aan de top. Maar de belangrijkste ontwikkeling is er een van een groeiend wantrouwen tegenover het volledige establishment. In de strijd voor een degelijke levensstandaard botsen de arbeiders en hun gezinnen met dat establishment. Als een systeem de meerderheid van de bevolking geen degelijke toekomst kan bieden, dan kunnen we enkel vaststellen dat dit systeem rot is tot op het bot.
Witte Beweging, 15 jaar later
Een spontane omvangrijke beweging die het establishment op haar grondvesten doet daveren. Dat was 15 jaar geleden een uitzonderlijk gegeven. Vandaag is het tegen de achtergrond van de revolutionaire golf in het Midden-Oosten en Noord-Afrika natuurlijk minder spectaculair. Wel is het belangrijk vast te stellen dat een dergelijke beweging ook bij ons mogelijk is en rond schijnbaar kleine feiten tot uitbarsten kan komen.
De snelheid en de omvang van de Witte Beweging vormen een antwoord op diegenen die denken dat er in ons land nooit iets gebeurt of dat bewegingen hier niet aan de orde van de dag zijn. De voorwaarden voor een beweging als in 1996 zijn nog steeds aanwezig. Er zijn staan nog veel emmers ongenoegen klaar om bij een extra druppel over te lopen in straatprotest.
Het ontbreken van een actieve betrokkenheid van de vakbondsleiding maakte dat er enige onduidelijkheid was over het klassenkarakter van de beweging. Er namen ook andere lagen van de maatschappij deel aan de beweging. Maar dat is geen statisch gegeven. Het patronaat haakte al gauw af toen er stakingsacties waren. De middenstand had voorheen een actieve rol gespeeld in het verspreiden van affiches van de verdwenen kinderen en stond ook sympathiek tegenover de acties, maar ze had er niet de leiding over. Onder tal van intellectuelen werd neerbuigend gedaan over het ‘volkse’ karakter.
De beweging kreeg een massakarakter na de staking bij Volkswagen in Vorst en werd steeds meer gedragen door de arbeiders en hun gezinnen. Ook de Witte Beweging toonde de potentiële kracht van de arbeiders. Daarbij is het essentieel voor linkse krachten om het onbewuste bewust te maken en de beweging perspectief te geven vanuit een klassenstandpunt.
De Witte Beweging kon enkel worden gerecupereerd omdat de arbeidersbeweging er geen bewuste leiding aan gaf. Het ontbrak aan ordewoorden en bijhorende organisatie. Waar er wel enige richting aan het protest werd gegeven, vooral in Gent, kwam het tot een grote betoging met 25.000 deelnemers en duidelijke slogans zoals ‘Het systeem is rot tot op het bot’.
Dat toonde het potentieel indien de vakbondsleiders zich actief achter de beweging hadden gezet. Het is dan ook van groot belang om strijdbare syndicalisten en militanten te organiseren op zowel syndicaal als politiek vlak. We moeten een aantal tradities van de arbeidersbeweging opnieuw opbouwen zodat we bij cruciale keerpunten en bewegingen het initiatief niet noodgedwongen moeten overlaten aan andere krachten.
-
[Archieftekst] Toen Liverpool een socialistisch gemeentebestuur kende
Een socialistische gemeenteraad in een grote stad onder de politieke leiding van linkse socialisten die opkomen voor een breuk met het kapitalisme. Het is geen verhaal uit begin 20ste eeuw maar uit de jaren 1980 in Groot-Brittannië waar op dat ogenblik Iron Lady Thatcher aan de macht is. Het verhaal van Liverpool blijft tot de verbeelding spreken. We verwijzen in onze reeks archiefteksten op zomerse zondagen dan ook graag naar onderstaand interview met een activist die de strijd vanop de eerste rij mee voerde.
http://www.socialisme.be/nl/192/lpool-2
-
60 jaar geleden: de Suez-crisis van 1956
Op 5 november 1956 trokken Britse en Franse para’s naar Port Said in Egypte om de toegang tot het Suezkanaal over te nemen. Twee maanden eerder had de Egyptische president Nasser voor een enthousiaste menigte in Cairo verklaard: “We zullen onze vrijheid verdedigen. Ik kondig de nationalisatie van het Suez-kanaal aan.” We blikken terug op de Suez-crisis en het Nasserisme.Imperialisme
De Russische revolutionair Lenin omschreef imperialisme als het “hoogste of het monopoliestadium van het kapitalisme”. In de negentiende eeuw exporteerden grote bedrijven uit Europa en Noord-Amerika kapitaal naar het buitenland om daar verse reserves van goedkope arbeid, grondstoffen en markten aan te boren. Dat gebeurde in het Midden-Oosten, Afrika, Azië en Latijns-Amerika.
Om de investeringen en winsten veilig te stellen, gingen de Westerse machten over tot militaire bezettingen waarbij de nieuwe kolonies ook politiek werden gecontroleerd. Vanaf het einde van de 19de eeuw werd onder de Europese machten gestreden voor de Afrikaanse kolonies. De onderlinge tegenstellingen waren groot en zouden uiteindelijk leiden tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Na de Tweede Wereldoorlog gingen de massa’s van de stedelijke arbeiders en de bevolking op het platteland de strijd tegen de koloniale machten aan om de onafhankelijkheid af te dwingen. Dit leidde in een aantal gevallen tot het omverwerpen van de lokale kapitalistische klasse en tot allianties met de Sovjetunie.
De imperialistische machten moesten hun directe heerschappij achterwege laten, maar ze zouden het lot van de voormalige kolonies blijven beheersen door hun dominantie van de wereldmarkten. Dat is wat bekend staat als ‘neokolonialisme’, gesymboliseerd door machtige multinationals.
Groot-Brittannië, Frankrijk en de VS weigerden Egypte een lening toe te kennen om een hydro-elektriciteitsproject op te starten met de bouw van de Aswan dam. Nasser verklaarde hierop dat hij de 100 miljoen dollar inkomsten van het Suez Kanaalbedrijf zou overnemen om het project te financieren.
Deze nationalisatie zette kwaad bloed bij het Britse en Franse imperialisme. Nasser had nu de controle over een strategische waterweg waarlangs de Arabische olievoorraden naar het Westen werden verscheept. Bovendien kreeg hij steeds meer steun van de uitgebuite arbeiders en boeren in de regio. Deze bewegingen bedreigden de marionettenregimes van de oliedictators in het Midden-Oosten.
Na 1945 dreven de arbeiders en boeren doorheen de koloniale wereld hun anti-imperialistische strijd op om nationale en sociale bevrijding te bekomen. De dagen van directe heerschappij door de oude koloniale machten waren geteld.
De Britse premier Anthony Eden werd aangemoedigd door zijn conservatieve regering om een poging te ondernemen om het Britse rijk te herstellen. Ondanks de versnelde economische en politieke achteruitgang van het Britse imperialisme als gevolg van de Tweede Wereldoorlog, dacht Eden dat Groot-Brittannië een machtige rol zou kunnen spelen in de wereldgebeurtenissen. Ook de Franse heersende klasse dacht dat het mogelijk was om de vroegere koloniale glorie van het land te herstellen. De brutale aanpak van de Fransen in de koloniale oorlogen leidde tot harde nederlagen in Vietnam en Algerije. De Fransen moesten zich uit beide landen terugtrekken.
Westerse reactie
“We zullen de dam bouwen met de schedels van de 120.000 Egyptische arbeiders die hun leven lieten in de bouw van het kanaal.” Dat standpunt van Nasser was voor de arbeiders en werklozen in de sloppenwijken van Cairo en Alexandrië en voor de Arabische bevolking doorheen de hele regio erg helder en het had een enorme aantrekkingskracht.
De reactie van het Westen was voorspelbaar. Zowel het Britse als het Franse parlement vergeleek het optreden van Nasser met Mussolini en Hitler. De burgerlijke media en de conservatieve parlementsleden hadden het over “Nasser-Hitler” en werden daarin vervoegd door parlementsleden van Labour en de Liberals die er bij premier Eden op aandrongen om maatregelen tegen Egypte te nemen. Eden deed dit maar al te graag, hij liet de middelen van het Suezkanaal die in de handen van Britse banken waren onmiddellijk bevriezen. Het ging om zowat twee derden van de inkomsten van het Kanaal.
Labour-leider Hugh Gaitskell steunde de conservatieve regering bij de Verenigde Naties en stelde dat een gewapende interventie tegen Nasser niet mocht worden uitgesloten. De Franse premier Guy Mollet beloofde een “harde tegenaanval.”
De Britse regering probeerde de crisis op diplomatieke wijze aan te pakken. Er werd een conferentie van 24 maritieme landen bijeengeroepen in Londen om te discussiëren over de “bedreiging van de vrije internationale scheepvaart.” Er werd minder aandacht aan gegeven, maar het leger riep reservisten op en begon een grote zeemacht klaar te stomen.
Het antwoord van Nasser bestond uit een oproep voor een internationale solidariteitsstaking bij het begin van de conferentie. Op 16 augustus waren er massale stakingen in Libië, Egypte, Syrië, Jordanië en Libanon en kleinere acties in Soedan, Irak, Tunesië en Marokko. Er waren overal betogingen die naar de Britse en Franse ambassades trokken.
Samenzwering
De Amerikaanse president Eisenhower zat midden een verkiezingscampagne en weigerde een Brits-Franse militaire tussenkomst te steunen. Het VS-imperialisme ging de confrontatie aan met de Britse en Franse rivalen in een strijd voor invloed in het Midden-Oosten.
Het excuus voor de inval in Egypte was een Israëlische inval in Sinai. De Britse en Franse troepen kwamen vervolgens tussen om de Israëlische en Egyptische legers van elkaar te scheiden en het internationale verkeer door het Suez-kanaal te beschermen.
Vertegenwoordigers van de Israëlische, Franse en Britse regeringen kwamen in het geheim bijeen op 24 oktober in de buurt van Partij. Daar werd een pact gesloten. De Britse minister van buitenlandse zaken, Anthony Nutting, verklaarde daar later over dat het Britse optreden onderdeel was van een “samenzwering met de Fransen en de Israëli’s.”
Israël gebruikte het voorwendsel dat er grensoverschrijdende aanvallen van de Palestijnen waren en dat de haven van Eilat was afgesloten door de Egyptenaren. Hierop werd op 29 oktober tot een militaire invasie overgegaan. De volgende dag kwamen de Fransen en Britten met een gezamenlijk ultimatum waarin ze Israël en Egypte oplegden om elk tien mijl van het Kanaal weg te blijven. Dat was op een ogenblik dat de Israëlische troepen nog meer dan 100 mijl van het Suez-kanaal verwijderd waren en dagenlang zouden moeten vechten om stand te houden.
Uiteraard weigerde Egypte het ultimatum en ging Israël er mee akkoord. De Britse en Franse troepen kwamen vervolgens tussen. Egyptische luchthavens werden aangevallen en er kwam op 5 november een invasie van de kanaalzone. Zowat 1.000 Egyptenaren, vooral gewone burgers, kwamen om bij de invasie in Port Said.
Nederlaag
De Britse arbeidersbeweging mobiliseerde tegen de inval in Egypte en hield een grote betoging op Trafalgar Square. Toen de betogers naar Downing Street wilden trekken, kwam het tot confrontaties met de politie.
Eden had geluk dat de gebeurtenissen in Egypte naar de achtergrond werden verdreven omdat er in Hongarije een arbeidersopstand tegen de Stalinistische dictatuur was waarbij de opstand werd neergeslagen door Sovjettanks. Dat was op dezelfde dag dat Egypte werd binnengevallen. Maar intussen raakte de Tory-regering steeds meer geïsoleerd.
De internationale gevolgen waren verregaand. De meeste Arabische landen verbraken de diplomatieke banden met Groot-Brittannië en Frankrijk. De Britse oliepijpleiding in Syrië werd opgeblazen. Saoedi-Arabië blokkeerde de olie-export naar Groot-Brittannië. De VS eiste een volledige terugtrekking uit Egypte. De Sovjetunie dreigde met vergeldingsacties.
De economische en politieke zwakheid van het Britse imperialisme werd duidelijk. Het Suezkanaal werd geblokkeerd met schepen die tot zinken werden gebracht. Binnen de paar weken moest de olie gerantsoeneerd worden. De VS weigerde een lening te geven en hield de Britse vraag voor een lening bij het IMF tegen. De Britse pond zakte in elkaar en de buitenlandse muntreserves raakten snel uitgeput.
Na zes weken moesten de Britse en Franse troepen de aftocht blazen, ook de Israëli’s trokken zich terug. Nasser kwam er als overwinnaar uit en had de imperialisten vernederd. Eden was politiek en fysiek gebroken en nam ontslag.
Na de Suez-crisis kreeg de Arabische revolutie een nieuwe dynamiek die even sterk was als de ineenstorting van de invloed van het Britse imperialisme.
[divider]
Wat is Nasserisme?
Nasser kwam aan de macht na een militaire staatsgreep waarmee de rijke en corrupte koning Farouk werd omvergeworpen in 1952. Farouk was een marionet van het westen en vooral van het Britse imperialisme.
Op dat ogenblik hadden 6% van de Egyptische landeigenaars 65% van de landbouwgrond in handen. 72% van de bevolking moest het doen met slechts 13% van de grond. Er waren miljoen landloze boeren en werklozen die gedwongen werden tot een bestaan in de sloppenwijken van Cairo en Alexandrië. Landbezettingen en stakingen ontwikkelden, maar er was geen arbeidersformatie die in staat was om de arbeiders en boeren te leiden in een strijd om de macht. Kolonel Nasser stapte in het politieke vacuüm.
Hij voerde beperkte landhervormingen door, maar liet het kapitalisme intact. Hij had een socialistische retoriek om de steun van de arbeiders te verwerven, maar aarzelde tegelijk niet om stakingsleiders te arresteren en dood te schieten. Hij verkoos hulp van de Westerse machten, maar leunde over naar de Sovjetbureaucratie als tegengewicht tegen het imperialisme. Deze evenwichtsoefening in eigen land en tegenover de buitenlandse machten zorgde ervoor dat hij een dictator met Bonapartische kenmerken werd.
-
[Archieftekst] Het leninisme onder Lenin
Hoe konden de bolsjewieken uitgroeien tot een partij die de Russische massa’s naar een overwinning op het kapitalisme leidden en als hoofd van de sovjetstaat in moeilijke omstandigheden de eerste stenen voor een socialistische maatschappij hebben gelegd? Dat is een van de onderwerpen in het boek ‘Leninism under Lenin’ van Marcel Liebman. Dit boek is een aanrader voor al wie de wereld wil veranderen en meer inzichten wil in de gebeurtenissen in Rusland in 1917 en daarvoor. Hieronder een verwijzing naar een archieftekst uit 2013.http://www.socialisme.be/nl/13196/lenin-3
-
LSP-Nieuws. In en om de partij
In deze rubriek brengen we nieuws vanuit LSP zelf. We willen plaats bieden voor korte verslagen van acties, campagnemomenten,… Er worden aankondigingen gedaan of verslagen gegeven van bijeenkomsten. Nieuwe leden kunnen uitleggen waarom ze lid geworden zijn (en waarom jij dat ook moet doen).
[divider]
StakingsdagOp de stakingsdag van 24 juni verdeelden we ons pamflet op meer dan 100 piketten in het hele land. Verschillende LSP-leden waren betrokken bij het organiseren van een stakerspost op hun eigen werkplaats of sector. Enkele leden maakten een zichtbaar verschil door hun aanpak van het informeren van collega’s, het discussiëren en betrekken van zoveel mogelijk mensen. Andere leden trokken naar verschillende piketten om solidariteit te betuigen en om onze voorstellen te verspreiden. We vroegen stakers naar hun mening en verkochten tientallen exemplaren van onze krant en tal van abonnementen.
Vorige week zondag hielden de Antwerpse afdelingen een BBQ in Deurne Noord. Door de kalender van de voetbalwedstrijden moesten we dit jaar naar een zondag uitwijken. Het kon de pret niet bederven, we hadden meteen de zonnigste dag van de week. Een goede 20 eters passeerden gedurende de avond. Een team van Tamil kameraden zorgde voor vlees en vegetarische alternatieven. Er werd nog nagepraat en gedronken. Zo waren we goed voorbereid voor de tussenkomst op de stakingsdag van 24 juni. De BBQ bracht ongeveer 200 euro op voor ons strijdfonds. Het is al uitkijken naar de zomerse BBQ van volgend jaar!
Het BBQ-seizoen is overigens volop ingezet. Gisteren was er ook in Keerbergen een LSP-BBQ. Daar is over de jaren heen een traditie gevestigd, gisteren werd dit bevestigd. Er waren een 60-tal aanwezigen. Volgende week een verslagje.
[divider]
Zomerkamp: last callKomende vrijdag start ons zomerkamp al. Er zijn een 100-tal ingeschreven deelnemers, maar er is nog extra plaats vrij. Wil je voor een dag komen, dan kan dat uiteraard. Laat het ons op voorhand weten als je wil mee-eten. Het programma vind je hier. Wie al aan een zomerkamp deelnam, weet dat het een aanrader is. Voor de laatste twijfelaars: laat je overtuigen door een dagje (of meer) deel te nemen.
[divider]
Zomerkrant en zomerritmeDe komende week zal socialisme.be nog aan een normaal ritme publiceren met één of meer artikels per dag. Onze redactie werkt ook aan een zomereditie van ‘De Linkse Socialist’ die hopelijk vrijdag van de drukker zal komen en de maandag erop naar de abonnees vertrekt. Volgend weekend brengen we nog partijnieuws op zondag, daarna zal deze rubriek onregelmatiger verschijnen en zal ook het publicatieritme naar beneden gaan, tenzij de actualiteit er anders over beslist natuurlijk.
[divider]
Strijdfonds: streefdoel behaaldDit systeem van uitbuiting, armoede, oorlog, milieuverwoesting en besparingen heeft er alle belang bij dat het verzet zich niet organiseert en dat de meerderheid van de bevolking verdeeld wordt op basis van racisme, seksisme, homofobie, … Om tegen het kapitalisme in te gaan, kunnen we enkel rekenen op onze eigen krachten. Dat geldt voor alle onderdelen van onze strijd, ook op financieel vlak. LSP wil elke drie maanden 11.500 euro steun ophalen met campagnes en onder sympathisanten. Zo kunnen we onze acties en opbouw organiseren. In de maanden april-juni haalden we onze doelstelling. Zorgen jullie er mee voor dat dit ook in de periode juli-september het geval is? Steun de strijd voor een socialistisch alternatief: stort op BE69 0012 2603 9378 van LSP met vermelding ‘steun’.
De resultaten per regio:
- Luik-Luxemburg: 154%
- Vl Brab-Limburg: 120%
- O en W Vlaanderen: 119%
- Bxl-W.Brab: 108%
- Antwerpen: 95%
- Henegouwen-Namen: 85%
- Nationaal: 127%
- TOTAAL: 114% of 13.083,53 €
-
Zomerschool. Revolutie en contrarevolutie in het Midden-Oosten en Noord-Afrika
Meer dan 2,5 jaar geleden begon de revolutionaire golf in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. In zijn inleiding benadrukte Serge Jordan van het CWI dat dit de situatie in de hele regio heeft veranderd. Er waren veranderingen op economisch, sociaal, politiek en militair vlak. Er wordt een nieuwe geopolitieke kaart getekend met daarop elementen van revolutie, contrarevolutie, oorlog, burgeroorlog, sectair geweld, economische crisis, regimeveranderingen, onstabiliteit en imperialistische inmengingen.
De complexe mengeling van factoren vereist een constante aandacht en aanpassing van de analyses. Dat is gezien het ritme van de gebeurtenissen niet altijd evident. Er zijn bovendien tal van wisselwerkingen tussen de landen. Bij recente antibesparingsacties in Israël werd bijvoorbeeld door een aantal betogers verwezen naar de massabeweging in Egypte. Maar er zijn uiteraard ook erg specifieke elementen in elk afzonderlijk land.
Libië
De arbeidersbeweging in Libië staat erg zwak, wat bijdraagt tot een unieke en chaotische situatie die wordt gekenmerkt door onveiligheid en geweld. Het aantal moorden neemt drastisch toe en de centrale regering moet beroep doen op milities om de orde te bewaren. Er zijn echter steeds meer confrontaties tussen rivaliserende milities. Dat versterkt de onstabiliteit, ook al zijn er acties van de arbeidersbeweging geweest met onder meer stakingen in de olievelden.
In Marokko zijn er toenemende sociale spanningen. De heersende elite bereidt zich voor op klassenstrijd, mogelijk kan die strijd losbarsten bij een aanval op de voedselsubsidies.
Egypte neemt een centrale plaats in de Arabische wereld in. Het omverwerpen van Morsi was dan ook een belangrijk keerpunt dat de politieke ontwikkelingen in andere landen heeft versneld. Onder kapitalistische commentatoren en zelfs onder een deel van links is er heel wat verwarring over wat er in Egypte gebeurde. Wat was de rol van het leger, was het een staatsgreep of een revolutie? Het zou verkeerd zijn om rigide termen te plakken op gebeurtenissen die elementen van revolutie en contrarevolutie omvatten.
De staatsgreep werd door het leger uitgevoerd maar werd mogelijk door een oprechte revolutionaire massabeweging. Het is echter bijzonder gevaarlijk om illusies in het leger te hebben. Repressieve maatregelen tegen de Moslim Broederschap zullen nadien ook tegen de arbeidersklasse worden ingezet. De oude staatsmachine is er nog steeds.
Het excuus van de strijd tegen de politieke islam kan door de staat gebruikt worden om de eigen machtspositie te consolideren. Er waren gevallen van brutaal geweld door de overheid. Een aantal islamitische fracties kunnen hierdoor in de richting van terrorisme worden geduwd.
Islamistische groepen
De arbeidersklasse moet een eigen politieke vertegenwoordiging uitbouwen, zoniet is er ruimte voor islamistische groepen om het vacuüm deels in te nemen. Ze kunnen zeker onder de armsten een ingang vinden indien de linkerzijde daar niet aanwezig is. Deze groepen spreken niet alleen over Jihad, ze verdelen voedsel, medicijnen en andere goederen waardoor ze in bepaalde regio’s een parallelle sociale structuur vormen. De vervreemde jongeren kunnen het gemakkelijkste aangetrokken worden tot de Jihadisten. Het falen van de opeenvolgende regimes om deze jongeren een degelijke bestaan aan te bieden, zorgt voor een voedingsbodem voor de Jihadisten.
in Tunesië en Egypte blijft de strijd tussen de verschillende klassen de belangrijkste factor. Er is een intensieve klassenstrijd, wat onder meer blijkt uit het aantal stakingen. In Egypte waren er de afgelopen vijf maanden 5.544 betogingen en in Tunesië waren er in dezelfde periode stakingen bij 215 bedrijven.
Deze klassenstrijd verhindert niet dat er ook confrontaties zijn tussen verschillende politieke vleugels van de heersende klasse. In Egypte is er geen twijfel over mogelijk dat de legerleiding de massabeweging heeft aangegrepen om de rivaliserende Moslim Broederschap aan de kant te schuiven. Die Moslim Broeders hadden geen volledige controle op het staatsapparaat verworven.
In Tunesië kan het verleidelijk zijn om naar de seculiere vleugel van de heersende klasse uit te kijken om een positieve rol te spelen. Maar dat is een gevaarlijke positie. Het idee dat er eerst een seculiere staat moet komen en dat socialisme pas later op de agenda staat, zal de arbeidersklasse in de handen van de klassenvijand overleveren.
Het is geen kwestie van ofwel een seculiere ofwel een religieuze staat. Reactionaire rechtse krachten worden even goed door seculiere regeringen gesteund in de strijd tegen de werkende bevolking.
’Algerijnisering’
Er wordt wel eens gesproken over de mogelijke ‘Algerijnisering’ van Egypte, een verwijzing naar de ontwikkelingen in de jaren 1990 in Algerije. Daar werd duidelijk welke verschrikkelijke gevolgen mogelijk zijn indien de werkende bevolking en de armen geen onafhankelijk klassenperspectief zien. Sommigen ter linkerzijde juichten de staatsgreep tegen de FIS in 1992 toe, maar toen volgde een terreurcampagne door het leger. Zowat 200.000 mensen kwamen om het leven en de armen en werkenden kregen een sociale en economische ramp opgelegd.
Het Algerijnse regime is vandaag erg zenuwachtig over de mogelijkheid van een verspreiding van de massabeweging. Het regime probeert de jongeren meer faciliteiten aan te bieden – er worden bioscopen geopend en de cafés mogen tot middernacht open blijven, aan enkele gebouwen in het centrum van Algiers mogen jongeren zelfs graffiti aanbrengen. Dat dient om een revolte te vermijden. Tegelijk is er een crisis aan de top van de Algerijnse staat, onder meer door de gezondheidsproblemen van de president.
Geen enkel regime in het Midden-Oosten of Noord-Afrika is stabiel. Er is een algemene angst onder de heersende klassen voor gebeurtenissen zoals in Egypte. Er is ook een snelle afname van de steun voor de nieuwe islamistische regimes. Zowat 63% van de Egyptische bevolking stelt dat ze er slechter aan toe zijn dan voor Morsi aan de macht kwam. In deze periode sloten meer dan 4500 fabrieken de deuren.
De economische crisis beperkt de mogelijkheden voor de nieuwe regimes. Een journalist van Wall Street Journal stelde recent dat Egypte een nieuwe Pinochet nodig heeft. Maar vandaag is het voor de heersende klasse niet mogelijk om de arbeidersklasse een beslissende nederlaag toe te brengen, de revoluties beschikken immers nog over een enorme sociale kracht.
Syrische tragedie
Er is een humanitaire crisis in Syrië, iedere dag vertrekken 6.000 mensen uit het land. Vluchtelingen overspoelen Jordanië, Turkije en Libanon met een destabiliserend effect op die landen. De landbouw kent een crisis waardoor er een tekort aan voedsel is. Rivaliserende groepen bevechten elkaar – binnen de burgeroorlog zijn er nog verschillende kleinere burgeroorlogen.
De afgelopen periode kon Assad zijn positie wat versterken. Hij werd aangemoedigd door de steun die hij kreeg vanuit Iran, Irak en Hezbollah uit Libanon. De situatie is gênant voor het Westerse imperialisme. Waar zullen de wapens voor Syrische rebellen naar toe gaan? Assad zal mogelijk de controle behouden over minstens een deel van het land. Het ziet er naar uit dat dit wel eens een langdurig en bloedig conflict kan zijn.
Op hetzelfde ogenblik is er in de Israëlische heersende klasse omwille van verschillende factoren een openheid voor nieuwe militaire avonturen, wat de onstabiliteit in de regio nog kan versterken.
In de discussie werden voorbeelden gegeven van politieke activisten die de fout maken om naar een ‘progressieve’ vleugel van de burgerij (de kapitalistische klasse dus) uit te kijken in plaats van de nadruk te leggen op het feit dat de arbeidersklasse haar eigen politieke vertegenwoordiging moet uitbouwen. In Turkije werden deze opvattingen, die hun oorsprong in het stalinisme vinden, uitgetest. Velen dachten dat de politie niet tegen de betogers zou ingezet worden omdat de heersende klasse bang zou zijn van de eigen democratische rechten. Het is op een harde manier duidelijk geworden dat de heersende klasse banger is van een massabeweging van de arbeiders dan voor het verlies van eigen persoonlijke vrijheden.
In de discussie op de zomerschool werden heel wat voorbeelden uit verschillende landen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika gegeven, de discussie was rijk door de inbreng van leden uit de regio.
Palestina
Sprekers uit Israël/Palestina legden uit dat de Israëlische heersende klasse wel onderhandelingen aangaat met de Palestijnse Autoriteit maar niet om een Palestijnse staat met echte onafhankelijkheid te erkennen. De heersende klasse uit Israël wil evenmin dat de Palestijnse strijd voor onafhankelijk een inspiratie vormt voor sociale strijd in Israël zelf.
De afgelopen twee jaar was er in Israël een beweging tegen de hoge levensduurte. Laag betaalde arbeiders sloten bij vakbonden aan, Joodse Israëli’s en Palestijnen werken daar goed samen. Maar geen enkele vakbond neemt een duidelijk standpunt over de bezetting in. Volgens peilingen is 39% van de bevolking ervan overtuigd dat de nederzettingen geldverlies zijn, vorig jaar werd dat standpunt nog maar gedeeld door 24% van de Israëli’s. En 31% denkt dat de kolonisten een hinderpaal voor vrede zijn.
De eerste prioriteit moet uitgaan naar een programma dat het recht op zelfbeschikking voor de Palestijnen en de Israëlis centraal stelt als onderdeel van de socialistische strijd voor verandering. Een nieuwe Palestijnse massale beweging en opstand moet een oproep doen naar de Israëlische werkende klasse. Er is geen veiligheid voor die arbeiders indien er geen vrijheid voor de Palestijnen is – een doel dat enkel met een socialistisch programma kan bereikt worden.
In de afronding van de discussie stelde Niall Mulholland van het Internationaal Secretariaat van het CWI dat de huidige revolutionaire bewegingen doorheen het Midden-Oosten en Noord-Afrika hun basis vinden in de wereldwijde crisis van het kapitalisme. Geen enkel regime kan op kapitalistische basis blijvende hervormingen bekomen, er zal dus wellicht een opeenvolging van regimes zijn in Egypte, Tunesië en andere landen.
In Egypte was de beweging van afgelopen juni een van de grootste massabewegingen uit de geschiedenis. Revolutie en contrarevolutie gaan er samen. De generaals hadden de staatsgreep niet gepland, maar aan de vooravond van een algemene staking waren ze bang dat de massa’s het hele systeem zouden neerhalen. Het nieuwe regime zal snel onder grote druk staan om de verwachtingen in te lossen.
De beweging van juni is niet uitgeput, er is nog veel revolutionaire energie over en nieuwe delen van de arbeidersbeweging kwamen in actie. Het ontbreekt wel aan een massaal revolutionair alternatief. Het regime zit in een aanhoudend conflict met de arbeidersklasse en de Jihadisten kunnen gebruik maken van het vacuüm. Anderzijds leren de arbeiders snel lessen uit de bewegingen – het duurde maar een jaar vooraleer de Moslim Broederschap aan de kant werd geschoven.
Balkanisering
In verschillende landen is er een gevaar van Balkanisering of het opbreken van landen. In Syrië heeft Assad mee aangestuurd op een sectaire burgeroorlog om toch maar de macht te behouden. Het Westen en de Golfstaten mengen zich in het conflict waardoor het langer duurt. In Irak is er een gevaar van sectair opbreken van het land. De volledige regio wordt hertekend langs sectaire grenzen.
De nieuwe ‘onderhandelingen over onderhandelingen’ in Israël/Palestina zullen niet tot een echte Palestijnse staat leiden. Met het bestaan van de nederzettingen is het waarschijnlijk dat een voorstel van Palestijnse staat niet eens leefbaar zou zijn. Onze oproep voor twee socialistische staten als onderdeel van een socialistische federatie, zou de grenzen ook hertekenen maar dan wel op basis van een akkoord tussen de werkende bevolking na het omverwerpen van het kapitalisme.
Er is een nieuwe strijd nodig die aansluit bij de tradities van de eerste intifada, met name door een massabeweging en niet op basis van individueel terrorisme al dan niet in alliantie met burgerlijke Arabische regimes. De eerste intifada leverde uiteindelijk niet het gewenste resultaat op omdat het aan een onafhankelijke arbeidersleiding ontbrak. Een nieuwe massastrijd kan wel succesvol zijn en kan een oproep aan de Israëlische werkende bevolking doen om samen te strijden.
De afgelopen periode hebben onze ideeën een grotere ingang gevonden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, we hebben nieuwe leden gemaakt doorheen de stormachtige gebeurtenissen van de afgelopen periode. En die waren slechts een voorsmaakje van wat ons nog te wachten staat.
-
Directie Chirec ontslaat de BBTK-hoofddelegee
Interview met BBTK-secretaris
Op 29 maart werd Naima Amakran ontslagen. Ze was hoofddelegee voor de BBTK bij Chirec, een associatie van privéziekenhuizen. We spreken met Yves Dupuis, BBTK-BHV-secretaris verantwoordelijk voor de social profitsector en we luisteren naar de opmerkingen van de delegees van Chirec. Hieronder het interview met Yves Dupuis.
Interview door Anja en Michel (Brussel)
Kunt u uitleggen wat er is gebeurd? Waar komt dit ontslag ineens vandaan?
"We weten natuurlijk niet wat er zich afspeelt in het hoofd van dit type werkgever. Het is een bijzonder type, daarop komen we straks misschien nog terug. Naima was de hoofddelegee van de meest strijdbare vakbond in Chirec. De liberalen zijn er altijd geweest, we blijven ervan overtuigd dat ze destijds aangenomen zijn door dokter Wynen om de syndicale actie in te perken. De CNE is wel strijdbaar, maar is sindsdien flink afgekoeld. De BBTK is altijd een vakbond van strijd geweest, dat is duidelijk, het is inherent aan het ABVV. We denken dat Naima iemand was die de juiste vragen stelde, die de vinger legde waar het pijn deed. En dat al jarenlang. Naima is degene die een linkse vakbond heeft durven opbouwen, eerst in Cavell en daarna op de andere sites van Chirec. Eerst alleen, daarna vervoegd door een belangrijk aantal militanten en delegees.
"En nu komen we op een kritiek moment, nu ze een grote lening hebben bekomen bij de Europese Investeringsbank voor de bouw van een nieuw ziekenhuis op Delta. Dat is niet niets. De vragen die we stellen in de ondernemingsraad over de cijfers enz. zijn soms zeer gericht en « lastig ». De vragen die we stellen over overuren, bijvoorbeeld, waarvan er veel worden gevraagd en die niet worden betaald. Overuren zijn het instrument voor de flexibiliteit in deze instelling. Veel werken of thuis blijven in afwachting van een oproep indien de activiteit het noodzaakt. Het is mijn persoonlijke indruk dat het project er zal komen, de lening is aanvaard en ze willen geen problemen meer tussen nu en de opening van de Deltasite in 1017. En ze willen zeker niet iemand in de buurt die de toewijzing van de financiële middelen op de helling zou kunnen zetten. Maar ik heb daar geen bewijzen voor."
De Toeuf, medisch directeur van Chirec en vicevoorzitter van het artsensyndicaat ABSYM, had vorig jaar gedreigd dat de regeringsmaatregelen rond de ereloonsupplementen van dokters zouden leiden tot enkele duizenden ontslagen. Denkt u dat we voor herstructureringen moeten vrezen?
"Toen de minister Onkelinckx haar koninklijk besluit rond de erelonen in de tweepersoonskamers naar buiten bracht, kregen we de harde verklaringen van De Toeuf in Le Soir. Hij stelde er in zijn functie van vicevoorzitter van ABSYM dat erdoor 3000 jobs zouden sneuvelen in België. Hij vergeleek dat met de 3000 jobs die verloren werden bij ArcelorMittal en stelde dat men zich niets aantrok van de tewerkstelling in de ziekenhuissector terwijl voor de metallo’s alles uit de kast werd gehaald. Dat is een volledig overtrokken vergelijking, het ene heeft niets met het andere te maken. Ten tweede zijn we nu enkele maanden verder en er zijn geen duizenden ontslagen gevallen. Bovendien dreigde hij er meteen mee dat het voor Chirec zou neerkomen op het verlies van 90 jobs. Het is waar dat het een probleem is voor Edith Cavell: de kamers daar zijn kamers met twee bedden, die ze nu zullen moeten omvormen tot kamers met één bed. Alle dokters zullen er immers vragen om kamers met één bed te nemen om verder hogere erelonen te kunnen vragen. Maar dat zal hun bezettingsgraad halveren…
“We hebben ons niet laten doen op dat vlak. We werden er samen met het CNE, niet het CGLSB, van beschuldigd publiciteit te hebben gemaakt met name met het platform Solidarité-Santé. Hij mengt daarbij alles, zo zijn wij zogezegd « van de PS ». Terwijl ik me niets aantrek van de P. We kunnen toch eigen ideeën hebben als vakbond. Ik zeg niet dat het niet een relais kan zijn, maar ze zijn meer rechts dan links op het moment. We hebben niets met hen te maken. Wanneer we bij Onkelinckx zijn geweest, was dat omdat we een hoop cijfers in handen kregen waaruit we niets konden opmaken, zij heeft ze terug in hun context geplaatst. Onkelinckx had de syndicale organisaties uitgenodigd. Wij hadden gezegd samen met de directie te willen komen, maar zij heeft hen niet uitgenodigd. Maar dat is hun probleem. Wij kunnen haar toch niet zeggen wie ze wel en niet moet uitnodigen, we kunnen enkel een voorstel doen.
“Maar dat alles werd ons verweten, ook aan het CNE, maar vooral het BBTK bleek de “grote duivel”. Ze dachten dat wij aan het manoeuvreren waren. Door met het ontslag van Naima de delegatie te onthoofden, denken ze het BBTK te kunnen raken die hen zogezegd minacht. Maar we minachten hen niet, we zeggen wat er gebeurt. Chirec heeft zeer goede ziekenhuizen, het personeel dat er werkt is uitstekend. De dokters ook, jammer genoeg vaak aan een te hoge prijs. We stellen bijvoorbeeld vast dat er veel dokters zijn die elders werken en in Chirec hun privépraktijk komen presteren. Het is een tweede punt, na de overuren, waarbij ons verweten werd stand te houden en neen te zeggen.
“En dan probeerde men ons uiteraard te gijzelen met de voorstelling alsof de vakbonden verantwoordelijk zouden zijn voor het verlies van 90 jobs in Chirec “omdat ze Onkelinckx steunen”. Maar wij steunen niets. We stellen wel vast dat er van alle ziekenhuizen slechts 20 zijn die door deze maatregelen worden geraakt, minder dan 20 zelfs, eerder 18 of 19. Waaronder Chirec die de helft van de ereloonsupplementen opeet. Op zijn eentje, de helft van de supplementen in heel België! Die informatie komt niet van mij, ik vind die cijfers niet uit. De statistieken van de ziekenhuizen en het RIZIV bewijzen het. Ik zeg niet dat het daarom een slecht ziekenhuis is, ik stel het gewoon vast. Elk ziekenhuis heeft haar eigen doelstellingen, er zijn publieke ziekenhuizen die beschermd moeten worden en die vandaag ook beschermd worden. Maar we moeten ook zeggen zoals het is: de ziekenhuizen van Chirec zijn niet zomaar een ziekenhuis. Zij zeggen: “ook wij aanvaarden mensen die niet kunnen betalen”. En dat is juist, als de ambulance toekomt met een dakloze, kunnen ze die mens niet wegsturen, ze moeten die aanvaarden, maar het is niet hun gebruikelijk cliënteel. Dat is geen verwijt, het is een vaststelling.”
Wouter Beke stelde vorige week in De Knack dat de groeinorm in de gezondheidszorg, die vroeger nog op 4,5% stond en toen zakte naar 2,8%, onder de regering Di Rupo verder zou zijn gezakt tot 1,6% dit jaar. Moeten we in de sector vrezen voor herstructureringen, voor gedwongen fusies e.d.? Want we praten hier over een privéziekenhuis, maar een budget dat te weinig toeneemt, zal ook de andere ziekenhuizen raken.
“Dat is een goede vraag. Het is een verwijt van de voorzitter van het Absym tegenover het kabinet van volksgezondheid, een kabinet dat vaak door socialisten werd geleid. Dat ze nooit werden geprivilieerd en zelfs het tegendeel. Dat is niet waar. Ze werden noch achtergesteld, noch geprivilegieerd, maar ondergingen dezelfde behandeling als de rest. Maar ik hoop dat er geen harde besparingen komen op de gezondheidszorg. Zolang er socialisten in het ministerie van volksgezondheid, zou dat niet moeten gebeuren, maar we weten niet wat morgen brengt. We weten dat er bij de laatste besparingen ook op onderdelen in die sector werd bespaard. Het is niet evident, maar op basis van eigen onderzoek stelt ook het studiebureau van ABVV vast dat er nog altijd misbruiken zijn in een aantal ziekenhuizen en het is daarop dat Onkelinckx probeert te richten.
"De vermindering van de groeinorm is iets dat we moeten vaststellen. Het is gedaald tot 2,8% en we hopen dat het op dat punt wordt gestabiliseerd. We kunnen een soberheidsbeleid aanvaarden, wat wil zeggen dat het geld wordt gezocht daar waar het niet wordt ingezet voor openbaar nut, waarvoor het moet dienen. Maar op zaken besparen die horen tot het vitaal minimum voor de burgers is iets wat we niet kunnen aanvaarden. Dat zullen we bestrijden. Als we effectief zouden dalen naar 1,6%, dan is dat niet haalbaar. Als dat morgen gebeurt, zie ik niet hoe ze dat zullen doen, waarin ze de hakbijl zullen laten neerkomen.
“Wat Chirec betreft, zullen ze hun grote Deltaproject volbrengen en het lijkt me waarschijnlijk dat er in dat kader personeel zal wordt geofferd op het altaar van de herstructurering door uitbesteding naar onderaannemers, delokalisatie van de administratieve diensten… Voor de rest van België is het moeilijker te zeggen. Er is al zodanig bespaard door fusies, door de 150 en dan 250 bedden, door de zorgbassins… Ik weet niet wat ze nog zullen uitvinden, maar ze hebben altijd veel rechtse ideeën, minder linkse,… Ik hoop dat links er zal staan om neen te zeggen. Dat is alles wat we kunnen zeggen. En wij zullen hen daarmee helpen.
“Maar ik weet niet waar Wouter Beke die cijfers vandaan haalt. Ik word ongemakkelijk door zo’n verklaringen, dat maakt me bang. Maar welke cijfers zijn dat, van Onkelinckx horen we andere zaken. In ieder geval kunnen we een soberheidsbeleid wel aanvaarden, maar geen blind besparingsbeleid. Als er misbruiken zijn, moet dat worden opgelost. Openbare middelen moeten niet worden verspild. Daar hebben we geen probleem mee, maar geen besparingsbeleid op dat vlak. We hebben het altijd gezegd: de gezondheidszorg en onderwijs zijn zaken die gratis moeten blijven, ook huisvesting moet betaalbaar zijn. Daaraan mag niet worden geraakt, dat zijn zaken die behoren tot het vitale minimum voor iedere burger. “
Kunt u wat meer vertellen over de zaak van Naima? Wat was haar rol in de delegatie, in het bedrijf. Waaraan heeft ze dit ontslag “verdiend”?
“Naima werkt al 20 jaar bij Chirec. Het BBTK is aanwezig sinds de laatste drie sociale verkiezingen en nu zijn we zeer goed vertegenwoordigd. We zijn ook echt een “genante” vakbond. Al acht jaar neemt de angst bij de directie toe, een zeer rechtse directie, over de groei van een linkse vakbond. Volgens mij maakt het hen zeer angstig. De beheerraad, bijna volledig samengesteld uit dokters – en niet van het type dat werkt in de medische wijkcentra, geen linkse of sociale dokters, maar rechtse dokters, van zeer hoge kwaliteit maar rechts – verdraagt het niet dat een linkse vakbond groeit in hun onderneming. En met iemand die hen als hoofddelegee angst aanjaagde. Ze rechtvaardigen haar ontslag met opmerkingen over haar gedrag, maar concreet worden haar enkel syndicale daden verweten. Ik denk dus dat ze haar vakbondswerk te goed deed in hun ogen. Veel te goed. En ze legde haar vinger daar waar dat voor hen niet mocht. “
De laatste 10 à 20 jaar moeten we vaststellen dat de bescherming van delegees niet voldoende is om dergelijke ontslagen te vermijden. We zitten in een situatie waar het wettelijk niet kan, maar waarbij de herintegratie niet verplicht is, zelfs als het ontslag erkend wordt als abusief. Denkt u dat de wet moet veranderen?
“Het is een probleem van lange adem. De laatste keer dat de wet ter bescherming van de delegees werd aangepast, was in 1991. Toen werd een procedure vastgelegd dat een patroon die een delegee uit de ondernemingsraad of het comité voor preventie wil ontslaan, verplicht is de goedkeuring te vragen van de voorzitter van de arbeidsrechtbank. En al de patroon een delegee wil ontslaan, moet de arbeider in kwesties laten weten de herintegratie te eisen. Ik ben aanwezig in de non-profitsector sinds 1995 en sindsdien zijn er twee gevallen van ontslag van een delegee geweest. We zouden kunnen denken dat zo’n zaken enkel gebeuren in de banken of de grote bedrijven, en niet in de non-profitsector gezien een delegee ontslaan toch bakken geld kost, maar neen. Het gebeurt ook in onze sector. Het eerste ontslag waarmee ik werd geconfronteerd, dateert van februari 2010 toen twee delegees bij Partenamut op dezelfde manier werden ontslagen. En is er Naima, waar de baas zegt: ik ontsla ze op staande voet, ik respecteer de wettelijke procedure niet en ik aanvaard alle kosten die hieruit voortvloeien. En dat alles met publieke middelen die zouden moeten dienen voor de volksgezondheid.
“Wat kunnen we doen om dit tegen te gaan? De wet op het functioneren van de ondernemingsraden stelt dat wanneer iemand het goed functioneren van de ondernemingsraad verhindert, er wettelijke sancties kunnen volgen. Misschien moeten hiertoe ook gevangenisstraffen behoren. Misschien brengt dat de patroons op betere gedachten, wanneer ze riskeren ze in de gevangenis te belanden als ze een delegee abusievelijk ontslaan. En ik voeg hieraan toe dat de wet van ’91 voorziet dat de ontslagen delegee zijn/haar herintegratie moet vragen, anders ontslaat de baas zonder compensaties. Het zijn de nieuwe elementen voorzien in de wet van ’91, maar het is nog niet genoeg. De sommen die betaald moeten worden, zijn omvangrijk maar niet voldoende om de patroons echt aan het denken te zetten vooraleer tot ontslag over te gaan.”
Het is ook een kwestie van krachtsverhoudingen: als de vakbond de integratie wil afdwingen, zal dat niet enkel via justitie gebeuren. Dat is niet het terrein waarop we gemakkelijk kunnen winnen. Moeten de vakbonden niet denken aan een plan voor de strijd tegen deze ontslagen en tegen die bazen die de wet aan hun laars lappen?
“Sinds 1995 zijn er in de non-profitsector twee gevallen geweest, dat is niet veel. Het is niet anekdotisch gezien de enorme bedragen die ermee gepaard gaan, maar het is geen dagdagelijks gebeuren. Het zou helemaal niet mogen gebeuren, maar er is ook het probleem van een patroon die moet aanvaarden dat er iemand in zijn bedrijf werkt met wie hij totaal niet meer om kan. Dat is een probleem, want als we wetgeving ontwikkelen, kunnen we dat niet helemaal alleen doen. En de bazen zullen van hun kant eisen dat ze zich kunnen ontdoen van wat ze een “lastige” delegee noemen. We leven in een rechtstaat en iedere partij heeft het recht zich uit te drukken en we bevinden ons tussen de sociale partners op veel verschillende niveaus. Dus zullen we moeten discussiëren onder ons en het ontwikkelen van nieuwe wetgeving zal dus moeilijk verlopen.
“Wat kunnen we ter plaatse doen? Het eerste wat we kunnen doen in geval van misbruiken, waarbij de procedures en wetten niet worden gerespecteerd, is het zoeken naar solidariteit in het bedrijf. In Chirec is dat niet voldoende mogelijk gezien het personeel bang is. Daarom hebben we een collectieve maatregel geëist, naast wat voor Naima zelf werd geëist. De voorzitter van de paritaire commissie heeft goed begrepen dat het voor ons de noodzakelijke voorwaarde was om over een oplossing voor Naima te praten. Daarom hebben we ook onze actie opgeschort. We zullen nu tot het einde van het jaar de overlegorganen kunnen laten opvolgen en kaderen door de paritaire commissie, ook de ondernemingsraad waar de delegees constant mishandeling, vernedering en laster moeten ondergaan.
“Het is moeilijk om onmiddellijk tot een oplossing te komen, het hangt af van het concrete geval. Normaal gezien heb ik te maken met andere gevallen waarbij de patroons naar de arbeidsrechtbank trekken om de opheffing van de bescherming te vragen, waarbij gedreigd wordt met ontslag, maar waarbij de vraag later wordt ingetrokken. Recent nog was er een geval in een bank. Daar hebben we het ontslag ook kunnen stoppen. Als alles zo kan gebeuren, is dat het beste voor iedereen. En dat gebeurt. Maar hier in de non-profitsector hebben we die twee gevallen, die vrij atypisch zijn. In onze sector staat het personeel en de directie immers vaak aan dezelfde kant om meer middelen te eisen vanwege de politiek en de staat. We verwachten van hun kant dus geen dergelijke zaken. Maar zelfs in de non-profitsector beginnen de bazen steeds meer te lijken op de bazen van de winstgevende sectoren.”
Dit ontslag vindt ook plaats in de context van de discussies over het eenheidsstatuut arbeiders-bedienden. Dat zal gevolgen hebben in jullie sector die grotendeels uit bedienden bestaat. Welke impact wordt daarvan verwacht?
“Ik zie geen direct verband met de kwestie van bescherming. Het gaat om de opzegtermijnen van de bedienden die het patronaat naar beneden wil herzien, maar dat zou normaal gezien geen gevolgen hebben voor de bescherming van delegees, waar sinds de wet van ’91 een bescherming van acht jaar is voorzien. Ik heb daar niet onmiddellijk angst voor, maar we weten nooit wat ze voorbereiden.
“Als los van de bescherming zoals die speelt in het geval van Naima, zullen we een ernstig probleem hebben met onze bedienden, gezien men hen een sociale bescherming afneemt, niet die van de delegees, maar die elke werkende. Nu zijn er kritieken op het ultimatum van het Grondwettelijk Hof tegen 8 juli. Enkelen denken dat die haar boekje te buiten zou zijn gegaan gezien ze een grondwettelijk recht van elke bediende opheft. En men vraagt zich af of het Hof niet te ver is gegaan. We denken dat enkel het parlement hierover wetten kan maken. Sommigen stellen dat de vakbonden gelijk hebben als ze zeggen dat in deze kwesties niet met ultimatums kan worden gewerkt en dat het langzamer moet, op een meer graduele wijze, zoals wij voorstellen. En dat er dus geen breuk moet worden uitgelokt zoals een maatregel die door de regering kan worden genomen, waarbij deze laatste zich gedraagt als een olifant in een porseleinkast en alles kapot maakt.”
Welke condities heersen er nu in Chirec? De wet helpt niet op het vlak van herintegratie, maar in andere sectoren hebben we gezien dat de mobilisatie van de arbeiders toeliet de herintegratie te eisen.
“In de profitsector, zoals de handel bijvoorbeeld, is er vaak meer solidariteit. We beschikken over solidariteit, maar hoe verder men verwijderd is van de eigen sector, hoe zwakker ze is.
“De solidariteit is belangrijk, maar die solidariteit wordt vooral opgebracht voor de eigen sector, hoe verder men ervan weggaat, hoe zwakker ze wordt. Daarin zijn we allemaal een beetje corporatistisch. Maar wat we uiteindelijk hebben beslist, individueel en collectief met de begeleiding van de voorzitter van de paritaire commissie, is belangrijk voor Naima. Haar stem zal zich immers verder kunnen uitdrukken, ook zonder aanwezigheid in het bedrijf, gezien het de dossiers zijn waarvoor zij heeft gevochten en waarvoor zij ontslagen is, die overgemaakt zullen worden aan de voorzitter van de paritaire commissie om prioritair behandeld te worden. Het is ook belangrijk voor de BBTK-ploeg om een objectieve getuige te hebben na wat nu is gebeurd.”
Kunnen we zeggen dat we, met enerzijds de bestaande krachtsverhoudingen die kunnen spelen in een herintegratie en anderzijds de balans die we moesten opmaken uit de onderhandelingen tussen wat we moesten geven en wat we konden krijgen, de optie van een blokkade moesten laten vallen?
“We hebben strategische keuzes moeten maken. Het probleem met de herintegratie is immers ook dat als iemand gere-integreerd wordt tegen de wil van de patroon, hij ook opnieuw kan beginnen. Als een patroon iemand echt buiten wil… Hier gaat het niet om een impulsieve beslissing van de patroon, genomen in een vlaag van woede, maar om iets dat volgens mij al minstens een jaar terug is genomen. Het was weloverwogen en de beslissing was om het nu ook te doen. Ook dat moet geëvalueerd worden. Een woedebui vanwege een patroon is iets wat gebeurt en dat voelen we ook aan. En dan volgt de strijd met een blokkade enz. Maar we zouden het ziekenhuis een week geblokkeerd hebben en dan zouden ze gezegd hebben: oké, we laten het vallen. Ze zouden haar opnieuw opgenomen hebben om daarna opnieuw te beginnen, bijvoorbeeld door het zoeken naar een zware fout.”
Kunt u uitleggen wat de situatie is voor de delegatie bij Chirec? Op welke manier is het plaatsen van de ondernemingsraad onder voogdij een voordeel voor hen?
“Indien we hadden geblokkeerd voor de herintegratie – wat we niet zouden hebben bekomen, want eens ze beslist hebben, zijn ze ook beslist – zou het gedurende onbepaalde tijd een guerrillaoorlog zijn geworden, met een constante krachtmeting tussen de BBTK en de baas. Dat houd je ook geen maanden vol, op een bepaald moment moet het stoppen. Het zou een hel zijn geweest voor zij die achterblijven en die reeds ten dele gedemoraliseerd waren door de onthoofding van de delegatie. Naima deed een uitzonderlijk werk, uiteraard in samenwerking met de andere delegees, maar zij droeg de delegatie. Ze hebben goed gekozen en goed gemikt, het zijn geen idioten.
“Wat we hebben bekomen, is dat de baas Naima een correcte ontslagvergoeding moet betalen, evenals een morele schadevergoeding, wat wij hebben gevraagd omdat er schade geleden is. Als ik morgen de delegatie opnieuw wil opbouwen met de delegees die er nog zijn – de vakbondsverantwoordelijke met zijn delegees die van de slag zijn door wat is gebeurd – dan is de enige mogelijkheid door te werken aan de dossiers alsof Naima er nog was, zich snel reorganiseren, met een begeleiding om opnieuw met de patroon te kunnen praten. Naima had geen angst, zij was de woordvoerder. Die is nu afgeschoten, maar haar stem is er nog steeds want het is de stem van een ploeg van een veertigtal delegees. Door een nieuwe collectieve dynamiek te creëren, met externe hulp door iemand van FOD Werkgelegenheid en Arbeid, denken we dat we ons staande kunnen houden en verder de arbeiders ter plaatse verdedigen. Want die hebben daar recht op. Dat staat de delegatie toe verder te gaan op haar elan en het maakt de delegatie nog efficiënter.”
“Dus de directie heeft enerzijds de vakbondsdelegatie verzwakt door het ontslag van de hoofddelegee, maar er is anderzijds ook de verzwakking van de directie door de verplichte aanwezigheid van iemand van FOD-Werkgelegenheid en Arbeid, die moet verzekeren dat de overlegstructuren gerespecteerd worden. Drie maal tijdens de onderhandelingen heeft de patroon niet geaarzeld te zeggen dat hij de wet niet volgt. Hij geneert zich niet. Niet over het geval van Naima, maar over andere zaken. Over de wet van 16 maart 1971 over de lengte van de arbeidstijd heeft hij drie maal toegegeven dat hij ze niet respecteert. Wie zijn dan die kleine Naima en die kleine Dupuis die ons komen vertellen dat ze geen collectieve arbeidsovereenkomst willen tekenen omdat ze illegaal is. Wat de overuren betreft, willen ze over de wettelijke beperkingen heen gaan, maar wat illegaal is, is illegaal. Noch wij, noch de bazen staan boven de wet.
“De uitdaging voor morgen is het nieuwe ziekenhuis en de mogelijke herstructureringen, waarbij ze meer geld zullen proberen te maken met minder personeel. De dokters willen niet minder verdienen? De werkenden willen hun jobs niet verliezen! Dat ze het proberen, wij zullen klaar staan!
-
Organiseer het verzet!
Kiezen tussen besparingen of nog meer besparingen?
Het slechte nieuws is voor na 14 oktober. Dan wordt de federale begroting aan Europa overgemaakt en komen er ook op regionaal en lokaal vlak besparingen. Nu zwijgen de gevestigde partijen nog angstvallig over de lokale tekorten. Ze laten ons na 14 oktober eens te meer opdraaien voor de factuur van een crisis die niet wij hebben veroorzaakt.
Besparingen op alle niveaus
De economische groei in ons land valt opnieuw stil, er is zelfs een krimp. Dat leidt tot meer werklozen en minder inkomsten voor de overheid. Er wordt uitgegaan van mogelijk tot 1 miljard euro extra besparingen waarover dit jaar nog wordt beslist. Dat komt bovenop de eerdere maatregelen waarbij onder meer de pensioenen en de werkloosheidsuitkeringen werden aangepakt.
Op regionaal niveau is er een schrijnend tekort aan middelen voor de meest dringende noden zoals betaalbare huisvesting, openbaar vervoer of onderwijs. De eerste gevolgen daarvan zien we al: afbouw van de dienstverlening van De Lijn, een dreigend tekort aan plaatsen op school, nieuwe records op de wachtlijsten voor een sociale woning, gezondheidszorg of kinderopvang. Straks staan we van de crèche tot in het bejaardentehuis op een wachtlijst.
Ook op lokaal vlak zijn er onder meer als gevolg van de Dexia-affaire tekorten: 70% van de Vlaamse gemeenten, de helft van de Brusselse en 39% van de Waalse gemeenten gaan in het rood.
Met de context van een hard Europees besparingsbeleid dat de levensstandaard in landen als Griekenland, Spanje of Italië verder de dieperik in duwt, moet geen economisch herstel verwacht worden. Alle gevestigde partijen aanvaarden de besparingslogica waarbij wij betalen voor een crisis die wij niet hebben veroorzaakt.
Verzet voorbereiden
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Foto: solidariteitsactie voor de Spaanse mijnwerkers. Met van links naar rechts: Europarlementslid Paul Murphy (Socialist Party, Ierland), Anja Deschoemacker (lijsttrekker Gauches Communes in Sint-Gillis), Clara Aguila (kandidaat van Spaanse afkomst voor Gauches Communes in Sint-Gillis) en Finghin Kelly (medewerker van Paul Murphy en kandidaat voor Gauches Communes in Sint-Gillis).
Er is nood aan echt werk zodat jongeren geen verloren generatie vormen, betaalbare huisvesting en degelijke collectieve diensten zoals kinderopvang. Als de huidige partijen vandaag investeren is het niet daarin, maar in prestigeprojecten om een rijkere bevolking en toeristen aan te trekken. Ondertussen verliest een groeiende laag van de bevolking ieder toekomstperspectief. Is het dan verwonderlijk dat er groeiende problemen zijn door een verharding van de samenleving?
Om een verdere opmars van tekorten en onveiligheid te stoppen, moeten we ingaan tegen het besparingsbeleid. Overal in Europa zien we ongenoegen tegenover dat beleid: van de Griekse algemene stakingen over de Spaanse jonge indignado’s of de mijnwerkers van Asturië. Ook wij zullen in actie moeten komen. Wie de strijd aangaat, kan verliezen. Maar wie de strijd niet aangaat, is op voorhand verloren. We moeten onze strijd zowel op straat, in de bedrijven als op politiek vlak voeren.
De Linkse Socialistische Partij wil daar een actieve rol in spelen. We kunnen de besparingslawine beter stoppen voor ze volledig op dreef komt en onze levensstandaard tot een Grieks niveau herleidt. Een actieve strijd tegen het besparingsbeleid zal ook leiden tot discussie over een politiek instrument. Wij denken dat het nodig is om al wie zich tegen het neoliberale beleid verzet te verenigen in een open en democratische partij waarbinnen er respect is voor de eigenheid van verschillende stromingen en achtergronden.
Rood! werd in mei 2011 opgezet toen Erik De Bruyn uit de SP.a stapte. LSP werkt sindsdien actief mee aan de opbouw van Rood! Wij vinden dat er nood is aan een brede linkse kracht waarbinnen verschillende organisaties en stromingen samenwerken.
[/box]
Er is nood aan politieke vertegenwoordigers van de werkende bevolking, uitkeringstrekkers, gepensioneerden, jongeren,… Deze vertegenwoordigers moeten in tegenstelling tot de managers die het vandaag voor het zeggen hebben, leven aan het gemiddelde loon van een geschoolde werknemer.
Dat is waarom wij deelnemen aan eenheidsinitiatieven. In Vlaanderen is dat Rood!, de beweging die uit SP.a is gestapt en met krachten buiten die partij samen bouwt aan een nieuwe politieke beweging. We doen mee met Rood! in Gent en Antwerpen. Daarnaast is er een LSP-Rood! lijst in Keerbergen, een LSP-lijst in Dendermonde en staan we op de LEEF!-lijst in Zottegem. In Brussel nemen we deel aan Gauches Communes, een initiatief van syndicalisten en activisten met de steun van de Brusselse afdelingen van LSP, PH en CAP en met kandidaten van onder meer Syriza (Griekenland) en de Socialist Party (Ierland). In Wallonië nemen we deel aan het Front de Gauche in Charleroi en La Louvière alsook aan ‘Verts et à gauche’ (VEGA) in Luik. Hiermee willen we het pleidooi versterken om bij de parlementsverkiezingen van 2014 te komen tot een gecoördineerd eenheidsinitiatief van alle linkse krachten.
Waar wij voor staan
LSP staat voor een programma dat vertrekt van de belangen van de meerderheid van de bevolking. De technologische mogelijkheden daartoe zijn aanwezig en er zijn ook voldoende middelen. Enkele van onze centrale punten:
- WERK voor iedereen. Terwijl de werkloosheid dramatische proporties aanneemt, moeten anderen pillen nemen om hun werk aan te kunnen of twee jobs uitoefenen om rond te komen. Wij zeggen: in plaats van de werkloosheid te verspreiden, moet het beschikbare werk verdeeld worden. Dat kan met een verkorting van de werkweek zonder loonsverlies en met bijkomende aanwervingen. We staan voor een actief verzet tegen afdankingen en willen degelijke jobs waarmee jongeren een toekomst kunnen uitbouwen.
- OPENBARE DIENSTEN voor iedereen. De privatiseringen en liberaliseringen leiden tot minder diensten die ons meer geld kosten. Energie, openbaar vervoer, postbedeling, kinderopvang, gezondheidszorg,… zijn essentiële diensten die de gemeenschap zelf in handen moet nemen om ze verder uit te bouwen in plaats van af te breken. De besparingen van de afgelopen jaren hebben al grote gaten geslagen in het sociale weefsel. Er zijn steeds meer tekorten, onder meer op vlak van onderwijs en kinderopvang. In plaats van sociale diensten weg te saneren, moeten ze meer publieke middelen krijgen.
- Betaalbare HUISVESTING. Er is een dringend programma van sociale woningbouw nodig. Dat zou meteen ook een neergaande druk zetten op de huurprijzen op de private markt. De sociale woningen moeten in openbare handen zijn en van goede kwaliteit. De huurprijzen mogen niet meer dan 20% van het gezinsinkomen bedragen.
Is er geen geld?
Er is wel geld voor enorme prestigeprojecten waarmee de steden en gemeenten rijkere inwoners en toeristen willen aantrekken.
Er is wel geld bij de kleine wereldwijde elite van superrijken die eind 2010 minstens 17.000 miljard euro op rekeningen in belastingparadijzen had staan. De onderzoekers die dit cijfer bekend maakten verklaarden: “De wereld beschikt over een enorme berg financiële rijkdom die zou kunnen worden gebruikt om mee de belangrijkste wereldproblemen op te lossen.”
Er is wel geld bij de veertien Bel20-bedrijven die in de eerste zes maanden van dit jaar 7 miljard euro nettowinst boekten. De grote bedrijven zijn jaarlijks goed voor miljarden winsten en drijven de winst op met fiscale cadeaus zoals de 4,25 miljard euro aan notionele intrestaftrek in 2011. Bovendien is fiscale fraude goed voor 30 miljard euro per jaar.
Middelen genoeg, maar de kapitalisten dwingen om de maatschappelijk geproduceerde rijkdom ook te investeren in de bevrediging van de behoeften van de meerderheid van de bevolking is onbegonnen werk. Dit kapitalistische systeem is niet in staat tot een sociaal programma dat de reële noden dekt en heeft er weinig belang bij. Een dergelijk programma is enkel mogelijk wanneer de massa van de werkende bevolking zich organiseert en een strijd voert over wie de controle over de maatschappelijke rijkdom toekomt: zij die de rijkdom produceren (de werkende bevolking zelf) of zij die zich die rijkdom vandaag toeëigenen. Enkel een systeem waarin de maatschappelijke rijkdom in handen is van de gemeenschap zelf – een socialistische maatschappij gebaseerd op een democratisch opgestelde planeconomie – kan dergelijke verworvenheden definitief garanderen.
Een socialistisch alternatief
Iedere verworvenheid door arbeidersstrijd afgedwongen ligt nu onder vuur. Er is een systeemcrisis van het kapitalisme dat voor een meerderheid van de bevolking enkel meer werkloosheid, armoede, oorlog en milieuvernietiging aan te bieden heeft. Nochtans waren de technologische mogelijkheden en de rijkdom nog nooit zo groot.
LSP komt op voor een socialistisch alternatief waarbij de rijkdom die de werkenden creëren aan de hele samenleving toekomt in plaats van te verdwijnen in de zakken van grote aandeelhouders en andere speculanten. De nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie is een eerste noodzakelijke stap om een democratische controle op en beheer van onder meer de financiële sector of de energiesector mogelijk te maken. Wij komen op voor democratisch socialisme waarbij de productie in functie van de behoeften van de meerderheid wordt georganiseerd en niet in functie van de winsten van een kleine minderheid.
Onze mening
“Ook de gemeenten zoeken het geld vooral in de zakken van de gewone bevolking, waarbij de privileges van de rijksten behouden blijven. Nochtans beschikken de gemeenten over allerlei bevoegdheden om de 1% van allerrijksten, kapitalisten en speculanten een flink grotere bijdrage op te leggen. Maar in de gemeenten zijn dezelfde partijen aan de macht als op de andere niveaus. We moeten ons hierop voorbereiden en nu reeds beginnen de krachten te verzamelen voor de strijd tegen deze besparingen.”
“Na de verkiezingen zal er ook in Gent bespaard worden. De afbouw van het openbaar vervoer bood op dat vlak een voorsmaakje. Er is een alternatief mogelijk, met name een politiek waarbij de sociale doelstellingen primeren boven prestige, commercie en winsten voor de privé. Er zijn 7.500 sociale woningen nodig, 1.000 nieuwe plaatsen in de stedelijke kinderopvang, goedkopere energiefacturen door de productie en distributie in publieke handen te nemen en nog extra investeringen in openbaar vervoer om het aanbod fors uit te breiden.”
“De Wever en Janssens staan voor een zelfde besparingsbeleid, enkel de nuances verschillen. Bij gebrek aan fundamentele inhoudelijke verschillen, moeten ze het hebben van showelementen die moeten verbergen dat we na de verkiezingen wellicht een coalitie van beiden zullen krijgen, een voortzetting van de huidige coalitie met een gewijzigde interne verhouding. Wij wensen De Wever veel succes met zijn dieet, maar verzetten ons tegen zijn beleid waarmee de werkenden, uitkeringstrekkers en jongeren op droog zaad worden gezet.”
Doe mee met de linkse socialisten
Er zijn LSP-kandidaten in Gent (Rood!), Antwerpen (Rood!), Dendermonde (LSP), Zottegem (LEEF!), Keerbergen (LSP-Rood!), Sint-Gillis (Gauches Communes), Elsene (Gauches Communes), Anderlecht (Gauches Communes) en Jette (Gauches Communes).In Wallonië komen we op met kandidaten in Luik, Charleroi en La Louvière. Waar we niet opkomen, roepen we op om te stemmen voor strijdbare syndicalisten en kandidaten uit de arbeidersbeweging.
De Linkse Socialistische Partij is niet alleen actief bij verkiezingen. We zijn dagelijks betrokken bij strijd, bewegingen en campagnes op de werkvloer, in de wijken of onder jongeren. Tegenover de crisis van het kapitalisme is er nood aan een brede open en verenigde linkerzijde. LSP wil daaraan meebouwen. Steun onze campagnes financieel, neem deel aan onze activiteiten of sluit je aan! Rekeningnummer: 001-2260393-78 van LSP.
Voor meer info/lidmaatschap, contacteer ons via info@socialisme.be of 02/345 61 81.
Neem een abonnement op ‘De Linkse Socialist’! Wil je iedere maand onze analyses en verslagen lezen? Neem dan een abonnement op ons maandblad. Dat kost 20 euro voor 12 nummers (steun: 30 of 50 euro) of neem een doorlopende opdracht van minstens 2 euro per maand. Stort op rekeningnummer 001-3907596-27 van ‘Socialist Press’ met vermelding “abonnement”.
Sluit je aan bij LSP.De arbeidersklasse kan enkel op haar eigen krachten rekenen om tot verandering te komen. We moeten ons organiseren. LSP benadrukt politieke betrokkenheid van onderuit en is actief op de werkvloer, in de wijken, aan de uniefs en scholen. Wil je zelf ook een actieve rol spelen? Sluit je dan vandaag nog bij LSP aan of contacteer ons voor een discussie met een militant. E-mail: info@socialisme.be of 02/345 61 81.
-
Crisis in Sri Lanka houdt aan, klassenstrijd verscherpt
Op onze zomerschool was er een discussie over Sri Lanka met onder meer Dammika, een leidinggevend lid van de United Socialist Party. Er was tevens een discussie met kameraden van de Frontline Socialist Party, een brede linkse formatie die van de links-chauvinistische JVP is afgesplitst. We publiceren een artikel op basis van de commissie op de zomerschool en discussies achteraf met Dammika en Tamilactivisten uit Groot-Brittannië en ons land.
De druk op het regime in Sri Lanka wordt voortdurend opgevoerd, niet alleen door de onopgeloste binnenlandse conflicten die maar blijven aanhouden, maar ook doordat de wereldeconomie in een neerwaartse fase zit en de levensstandaard van grote delen van de wereldbevolking mee naar beneden trekt. Het regime onder leiding van de familie van president Rajapakse is steeds meer een dictatoriale weg op gegaan om de macht volledig in handen te houden. In regio’s waar de Tamilbevolking een meerderheid vormt, zijn de verkiezingen doorgaans een klucht. Daar geldt nog steeds de noodtoestand en heeft het leger haar greep op het dagelijkse leven steeds verder uitgebreid. In de praktijk is er een militaire bezetting waarbij het bestuur wordt bepaald door verantwoordelijken die een vreemde taal spreken, met name het Singalees. Als onderdeel van de jarenlange verdeel-en-heerspolitiek zijn er weinig mensen die zowel Singalees als Tamil spreken en begrijpen. Tamils hebben niet het recht van vrije meningsuiting, politieke vrijheid of de vrijheid om bijeenkomsten te organiseren.
Het totale gebrek aan democratische rechten, de militaire bezetting en de verschillende opeenvolgende vluchtelingenstromen als gevolg van de bloedige burgeroorlog maken dat de rol van de Tamils in het buitenland, de diaspora, erg belangrijk is. Wij proberen daar met de campagne Tamil Solidarity een rol in te spelen en richten de Tamils op de arbeidersbeweging. Zo is het belangrijk dat UNISON, een Britse vakbond met meer dan 1,3 miljoen leden, officieel steun geeft aan Tamil Solidarity.
Dat versterkt ook de moedige acties van de arbeiders en de armen in Sri Lanka. Zelfs in het noorden van het land, in Jaffna en andere steden, wordt in verzet gegaan. Dat gebeurt onder meer met de campagne van studenten en onderwijzend personeel tegen het gebrek aan middelen, het gebrek aan inspraak voor de leerplannen, de inschrijvingsgelden en de racistische en strikte examenprocedures. De overheid slaagt er niet in om onderwijs voor iedereen aan te bieden. In plaats van zich daarmee bezig te houden, wordt het studentenprotest repressief aangepakt. De prioriteiten van de regering zijn overigens duidelijk: er wordt veel meer aan defensie en leger uitgegeven. De onderfinanciering van het onderwijs zet de deur open voor een grote privatiseringsoperatie. De traditie van goedkoop en degelijk openbaar onderwijs, afgedwongen door jarenlange arbeidersstrijd, wordt nu op de helling gezet. Het onderwijs in Sri Lanka was jarenlang een uitzondering in de neokoloniale wereld, vandaag blijft er weinig van over. Het regime wil eliteonderwijs dat gemakkelijk voor de belangen van de burgerij kan ingezet worden. De onderwijshervormingen zijn volgens de regering noodzakelijk omdat ze deel uitmaken van de voorwaarden die het IMF had opgelegd bij het toekennen van de miljardenleningen waarmee onder meer de bloedige oorlog werd gefinancierd.
De studenten en het onderwijzend personeel hebben maandenlang betoogd, gestaakt en de universiteiten bezet. Dat leidde meermaals tot repressie. De regering heeft de hervormingen voor het publieke onderwijs tijdelijk opgeborgen, maar tegelijk de deur open gezet voor de komst van privaat onderwijs. Dat zal nadien worden gebruikt om het publieke onderwijs volledig uit te hollen.
Ook in de fabrieken, plantages en op het platteland zijn er protestacties, betogingen en bezettingen. De arme boeren worden hard geraakt door de economische crisis en de bijhorende stijgende voedselprijzen en onbetaalbare brandstof. De overheid maakt het erger met allerhande absurde voorstellen, zoals de verplichting om enkel nog plastieken bakken te gebruiken voor het transport van groenten, fruit en rijst in plaats van de traditionele rieten manden en zakken die nochtans beter aangepast zijn aan de slechte wegen, het verouderde transport dat bovendien soms erg moeilijk is in bergachtige gebieden. Duizenden boeren protesteerden tegen de verplichting door hun groenten en fruit op de straten uit te strooien. Het protest dwong de regering om de maatregel tijdelijk in te trekken. Maar het voorstel is niet volledig van de baan. De maatregel zou de prijzen verder de hoogte in duwen, de aankoop van de plastieken bakken zou immers doorgerekend worden in de prijzen. De regering aarzelt niet om met lege beloftes protest in de kiem te smoren. Het protest van de rijstboeren tegen de te lage prijs die ze kregen voor een kilo rijst, leidde tot een beperkte verhoging van de aankoopprijs. Maar het enorme tekort aan opslagplaats zorgde ervoor dat de boeren slechts een kleinere hoeveelheid konden verkopen, de rest moesten ze onder de prijs op de privémarkt verkopen. De boeren vragen al jaren om investeringen in opslagplaatsen en efficiëntere irrigatiesystemen. De overheid negeert dit en verklaart dat de boeren enkel maar tijdens het regenseizoen moeten produceren.
De United Socialist Party is actief in het ondersteunen van verzet, zowel in de steden als op het platteland. In onze krant berichtten we over strijdbewegingen en verdedigen we de noodzaak van arbeiderseenheid. Wij zijn een partij die in alle delen van het land actief is. Onze krant komt in twee talen uit, het Singalees en het Tamil. Na vele jaren van nationalistische verdeeldheid was er dit jaar op 1 mei een opmerkelijke gezamenlijke optocht van verschillende linkse organisaties en zowel Singalese, Tamil als moslimarbeiders in Colombo.
De verdeel-en heerspolitiek kwam tot een bloedig hoogtepunt in de eindfase van de burgeroorlog. In de laatste fase van deze oorlog werden minstens 40.000 Tamils afgeslacht, dat zijn althans cijfers die internationaal worden erkend. Er zijn nog steeds tienduizenden mensen vermist. Anderen zitten nog steeds zonder enige vorm van proces vast in openlucht gevangenissen. Duizenden vrouwen werden verkracht, verminkt en mishandeld. Drie jaar na het officiële einde van de oorlog zijn nog steeds tienduizenden wezen en alleenstaande moeders op de dool zonder enige hulp of vooruitzicht op een betere toekomst. In juli kwam een jonge Tamil, Nimalaruban, in verdachte omstandigheden om het leven in een gevangenenkamp in de buurt van Colombo. Het regime gaf geen toelating om hem in zijn dorp te laten begraven door zijn familie. Politieke activisten, waaronder de United Socialist Party, hebben hierop de begrafenis in handen genomen om ten minste respect te betuigen voor de overledene en zijn nabestaanden. Het incident toonde eens te meer de houding van het regime en het feit dat het einde van de oorlog niet tot een einde van geweld en racisme heeft geleid.
Honderdduizenden mensen verloren hun huis omdat het verwoest werd in de oorlog. De regering maakt hiervan gebruik om grote stukken grond in beslag te nemen om er militairen of mensen van andere bevolkingsgroepen te vestigen in kolonies. Dit zal de tegenstellingen niet wegnemen maar integendeel opnieuw en verregaander op de spits drijven.
De militarisering blijft niet beperkt tot het noordelijke gebied met een Tamilbevolking. Ook elders speelt het leger een steeds grotere rol. Het is geen toeval dat het leger in 2011 goed was voor een budget van 201 miljard Roepee (meer dan tijdens de oorlog!) terwijl er slechts 52 miljard Roepee naar gezondheidszorg ging en een schamele 27 miljard naar het onderwijs. Voor 2012 voorzag de begroting nogmaals 30 miljard Roepee meer voor het leger. Ondertussen is een ongeziene staatsschuld opgebouwd. Economisch kent het land een zekere groei, maar onvoldoende om de levensstandaard te verbeteren. Bovendien is de belangrijkste bron van inkomsten uit het buitenland niet de export van thee of textiel, maar het geld dat dat de 1,3 miljoen vrouwen en meisjes die als huisslaaf in het Midden-Oosten werken naar huis sturen. De kapitalisten in Sri Lanka kunnen met de steun van China, Rusland, India, de VS en Europa enorme winsten boeken, terwijl de overige 99% van de bevolking steeds meer armoede en miserie kent.
Dat leidt tot verzet en politieke discussie. Ook binnen de links-chauvinistische JVP (Volksbevrijdingsfront) was er discussie. Deze formatie was begin jaren 1970 opgezet en kon al gauw een massale aanhang verkrijgen, onder meer omdat het verraad van de Lanka Sama Samaja Party (LSSP, een traditionele arbeiderspartij met een sterk socialistisch verleden) daar ruimte toe liet. De afgelopen jaren lag de klemtoon van de JVP steeds meer op het chauvinisme en minder op de ‘marxistische’ retoriek die voorheen in eerder maoïstische traditie werd gehanteerd. Op chauvinistisch vlak is de JVP echter voorbijgestoken door het regime en de ‘linkse’ partijen die de regering ondersteunen (de communistische partij en de restant van de LSSP). Een deel van de JVP probeerde een bilan van de partij op te maken en splitste zich af in de FSP, de Frontline Socialist Party. Deze partij wil zich internationalistisch profileren en verenigend met een werking onder zowel Singalezen als Tamils. Het regime staat niet bepaald positief tegenover de ontwikkeling van een nieuwe linkse partij. Nog voor de nieuwe partij officieel was opgericht, werden twee leiders opgepakt. Ze waren ontvoerd en pas na grote druk, ook vanwege onze internationale organisatie, ‘terug gevonden’. De twee waren met een witte bestelwagen afgevoerd – een traditionele methode van politieke afrekeningen door het regime. Ze werden langs de kant van de weg terug gevonden en vertoonden tekenen van martelingen. Partijleider Kumara Gunaratnum werd hierop naar Australië gedeporteerd.
In onze strijd voor gerechtigheid mogen we geen enkele illusie hebben in de VN, India of andere kapitalistische instellingen en machten. Ook de gevestigde politici in het Indische Tamil Nadu zijn meer bezig met het vullen van de eigen zakken dan met het lot van de Tamils in Sri Lanka. Er wordt hoogstens in woorden voor die Tamils opgekomen – dat levert electoraal immers op aangezien een grote meerderheid van de gewone bevolking in Tamil Nadu wel sterk meeleeft. Linkse organisaties die illusies hebben of in stand houden tegenover gevestigde politici in Tamil Nadu maken een cruciale fout – concreet is dat een kritiek die wij hebben op de NSSP (verbonden met het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale). De linkse militanten in Sri Lanka en elders moeten de tradities van de socialistische beweging terug opbouwen. Dat is de enige manier om op basis van onze eigen krachten, die van de arbeiders en armen, tot echte verandering te komen. De Tamildiaspora kan daar een actieve rol in spelen door aansluiting te vinden bij arbeidersstrijd in de landen waar ze verblijven en daar de socialistische bewegingen te versterken. Er is nood aan nieuwe linkse massapartijen die het recht op zelfbeschikking erkennen vanuit een internationalistisch standpunt. Daartoe moeten we ingaan tegen het kapitalistische systeem van uitbuiting en onderdrukking om het te vervangen door democratisch socialisme. Enkel door de internationale gemeenschap van de 99% te organiseren, kunnen we dat realiseren.


