Category: Latijns-Amerika

  • Massaal protest in Latijns Amerika

    Actualiteit van de week

    Na weken van massaprotest, tegen de plannen om de gasrijkdommen van Bolivië te verkopen aan de VS, maar ook voor hogere lonen, betere pensioenen, landhervormingen en een terugtrekking van Bolivië uit de FTAA (Free Trade Association of the Americas), houdt president Sanchez de Lozada het voor bekeken en vlucht naar Miami. Mesa, vice-president onder Lozada, neemt zijn plaats in. Hoewel hij door sommige kranten bestempeld wordt als een "man van het volk", is dit een millionair, een journalist/historicus die zijn eigen mediaimperium heeft opgebouwd en nauw gelinkt is met het voormalige neo-liberale beleid.

    Met deze machtsovergang hebben de machthebbers tijd gekocht, maar de oppositie heeft de nieuwe president welgeteld 90 dagen om in te gaan op de eisen van de betogers. Nationalisatie van de gasreserves is één van de eisen van de beweging!

    Eénzelfde massabewegingen in Latijns-Amerika hebben regimes doen zwichten voor de druk. In Peru kon Toledo zijn plannen voor de privatisering van de electriciteit in zijn zak steken en is het Lichtend Pad zich opnieuw aan het organseren. In Ecuador heeft Gutierrez de staat van beleg aangekondigd tegen protesten van bananentelers en ook in Argentinië zit de schrik voor het heropstaan van de massabeweging er dit in. De regering weigerde in te gaan op de vraag van het IMF om nieuwe besparingen door te voeren in ruil voor een nieuwe lening.

  • Bolivië: opstand van arbeiders en boeren verjaagt president

    De voorbije weken werd het armste land van Latijns Amerika opgeschrikt door een krachtige beweging van arbeiders, boeren en de inheemse bevolking tegen de neo-liberale plannen van de regering. Op 17 oktober moest president Gonzalo Sánchez de Losada ontslag nemen.

    Andrés Aravena, Socialismo Revolucionario (Chili)

    De voorbije twee weken betoogden tienduizenden in de grote steden. De mijnwerkers hadden stokken met dynamiet bij. De beweging leidde tot verdeeldheid in de regering en uiteindelijk tot het ontslag van de president. De voormalige president stond erg negatief tegenover arbeiders en de armsten. Zelf was hij een rijke zakenman die een opleiding in de VS genoot, hij spreekt Spaans met een VS-accent waardoor hij de bijnaam ‘el gringo’ meekreeg.

    De betoging trok door de hoofdstad La Paz terwijl slogans werden geroepen als: "We gaan door tot hij weg is". Losada vluchtte uit het presidentieel paleis met een helikopter en trok naar Miami, de beruchte speeltuin van de elite in Latijns Amerika. Losada werd vervangen door vice-president Carlos Mesa.

    Bolivië is het armste land van Zuid-Amerika en lijdt onder enorme sociale ongelijkheid. De economische catastrofe betekent dat 5,6 Bolivianen – op een bevolking van 8 miljoen – in armoede leven. Ieder uur van de dag komen 20 nieuwe mensen (8 op het platteland en 12 in de steden) terecht in omstandigheden van ‘extreme armoede’. Op hetzelfde ogenblik verplaatsten de toplui uit de entourage van president Losada zich met luxe-wagens, maken ze uitstapjes naar Miami,… Losada zelf is een miljonair en patroon van een mijnbedrijf. Zij leiden een dergelijk leven op een ogenblik dat 3 miljoen Bolivianen geen toegang hebben tot elektriciteit of stromend water!

    Deze statistieken op zich vormen voldoende reden voor de arbeiders, boeren en armsten om grote betogingen te houden en de wegen te blokkeren. Dit protest heeft evenwel geleid tot enorme staatsrepressie. Meer dan 100 demonstranten werden vermoord tijdens de opstand. Zij kwamen op straat om hun oppositie te tonen tegenover de regering en het economisch systeem dat niet in staat is om de werkloosheid op te lossen of om te voorzien in een landhervorming. Het kapitalisme heeft geleid tot extreme uitbuiting van de natuurlijke rijkdommen door multinationals. De betogers gingen in tegen de corrupte heersende klasse van Bolivië die de meerderheid van de bevolking laat leven in extreme armoede.

    Ondanks de gewelddadige politie-repressie, de leugens in de media en de dreiging van massale afdankingen, hebben de arbeiders, boeren en onderdrukten dagelijks massaal betoogd en de blokkades verdergezet. De COB (Boliviaanse Arbeiderscentrale) riep op voor een algemene staking van onbepaalde duur vanaf 29 september. De beweging duurde meer dan twee weken en bracht arbeiders van alle sectoren, boeren en kleine handelaars samen in strijd.

    Eisen van de beweging

    De centrale eisen van de beweging waren: nationalisatie van de gasindustrie (de regering probeerde dit te verkopen aan de VS) en het ontslag van president Sánchez de Losada, die een neo-liberaal beleid voerde in het belang van de multinationals. Andere eisen gingen in tegen de wetgeving die de deur opent voor privatiseringen en voor een programma van landhervormingen waarbij ook wordt ingegaan op de teelt van coca-planten. Daarnaast werd ook het intrekken geëist van de wetgeving die de pensioenen en de lonen beperkt om de begrotingstekorten te verminderen. De betogers eisten ook het intrekken van het Decreet 21060 op basis waarvan werknemers kunnen ontslagen worden zonder enige motivering of enige reden.

    De regering raakte tijdens de beweging meer en meer geïsoleerd. De beweging leidde tot het ontslag van de president, maar nu komt de voormalige vice-president aan de macht. De arbeiders en boeren waren nog niet in staat om op een beslissende wijze de macht van de kapitalisten en grootgrondbezitters aan te pakken. Het is duidelijk dat de eisen van deze beweging niet kunnen gerealiseerd worden zonder het in vraag stellen van het kapitalisme in Bolivië.

    Er kan weinig of niets gewonnen worden onder het kapitalisme

    Het enige dat de arbeidersklasse tegenhield om de Boliviaanse samenleving over te nemen, was de zwakheid van hun organisaties en het gebrek aan een duidelijk socialistisch programma bij de leiding van de beweging – de COB, CSUTCB (Verenigde vakbond van landarbeiders en boeren in Bolivië) en de MAS (Beweging voor socialisme). Hierdoor wordt door de massa’s het socialisme nog niet gezien als een alternatief op het kapitalisme en het grootgrondbezit.

    Het is noodzakelijk om de eisen van de beweging te kaderen in een strijd voor socialisme en voor het opzetten van een regering van arbeiders en boeren. Zo’n regering zou de natuurlijke rijkdommen en de grote bedrijven nationaliseren, een programma van landhervormingen doorvoeren en dat onder democratische arbeiderscontrole en arbeidersbeheer.

    Deze schitterende strijd – een revolutionair proces – kan afgeleid worden indien het niet dringend verenigd wordt rond een revolutionair socialistisch programma. De regering moest een stap achteruitzetten, maar de heersende klasse blijft aan de macht en probeert de beweging te verdelen door aparte onderhandelingen op te zetten en gebruik te maken van ieder teken dat de beweging vermoeid raakt. Delen van de boeren en arbeiders hebben hun strijd stopgezet om de nieuwe regering "een kans" te geven, terwijl delen van de COB nog steeds in staking zijn. De nieuwe kapitalistische regering zal geen antwoord bieden op de sociale crisis waarmee het land geconfronteerd wordt onder het kapitalisme. Er zal opnieuw strijd losbarsten.

    Jammer genoeg zorgen de reformistische opvattingen van de MAS voor verwarring bij veel arbeiders. Het is niet mogelijk om de levensvoorwaarden van de massa’s te verbeteren door enkel het kapitalisme stap per stap te hervormen. Het is niet mogelijk om zo uiteindelijk het socialisme te bereiken, zoals gesteld wordt door leiders van de MAS zoals Evo Morales en andere parlementsleden van de MAS. Evo Morales suggereerde dat de VN moet aangesproken worden als adviseurs om de kwestie van de gasexport op te lossen! Sinds het ontslag van de voormalige president, heeft Morales opgeroepen dat de nieuwe regering tijd moet krijgen.

    Het idee om het land te "herstichten", wordt verdedigd door delen van de heersende klasse en ook deel elementen in de MAS. Dit is een uitdrukking van de onstabiele situatie waarin de heersende klasse zich bevindt. In Santa Cruz, één van de rijkste regio’s met enorme oliereserves en vruchtbare landbouwgrond, roepen de werkgevers en grondbezitters op om het land te "federaliseren" met grotere autonomie voor de regio’s. Ze verdedigen dit idee op basis van hun eigen klassebelangen en om de beweging van arbeiders en boeren te verdelen.

    Delen van de heersende klasse lijken ook bereid om de oproep te steunen voor verkiezingen van een parlementaire raad als uitweg voor de crisis. Dat is het standpunt van één van de regeringspartijen (de NFR). Volgens ons zal er echter een revolutie nodig zijn en de oprichting van een regering van arbeiders en boeren om een echte parlementaire raad te kunnen garanderen, een revolutionaire parlementaire raad. Daarin zouden vertegenwoordigers zetelen van de arbeiders, boeren en de inheemse bevolking, van de kleine handelaars en de soldaten, om te discussiëren over de maatregelen die nodig zijn om de belangrijkste problemen aan te pakken waarmee het land geconfronteerd wordt en om een begin te maken van de socialistische omvorming van het land.

    De arbeidersklasse en de algemene staking

    De COB riep op voor een algemene staking om de president tot ontslag te dwingen de verkoop van gas aan de VS te stoppen. Het onbepaalde karakter van de staking en de enorme steun ervoor brachten de vraag naar voor van wie de macht in handen heeft en wie de samenleving echt leidt. Het is niet genoeg om een algemene staking uit te roepen en dan te hopen dat de kapitalisten en de regering gewoon verdwijnen.

    Het is ook nodig om een duidelijk plan en doelstellingen naar voor te schuiven om een overwinning te kunnen bereiken. De COB-leiding deed niets om dit voor te bereiden toen de algemene staking werd uitgeroepen.

    Het is van cruciaal belang dat er in alle regio’s stakingscomités worden verkozen op lokaal, stedelijk, regionaal en nationaal vlak om de strijd te coördineren en de beweging één te maken. Deze organen zouden ook problemen moeten aanpakken zoals het tekort aan basismiddelen, het verhinderen van vandalisme of acties van provocateurs.

    Het is de arbeidersklasse die een beslissende rol moet spelen in deze strijd. Door haar sociale cohesie kan deze klasse de leiding nemen van de beweging.

    Een programma voor het leger

    Het leger was aanvankelijk beïnvloed door de massale sociale beweging. Er waren rapporten die waarschuwden voor het feit dat de soldaten en zelfs de officiers positief stonden tegenover de eisen van de beweging. Sommigen spraken zelfs van een mogelijke splitsing in het leger, een factor die de beslissing van de president om af te treden zeker versneld heeft. De beweging moet een oproep doen aan de basis van het leger (soldaten die arbeiders en boeren in uniform zijn) om de orders die oproepen om te beweging neer te slaan niet op te volgen. De soldaten moeten uitgenodigd worden om eigen comités op te zetten en aan te sluiten bij de stakingscomités. Er is in het leger een enorm ongenoegen en er is nood aan een revolutionair programma om hun problemen te verbinden met de beweging.

    De meeste militairen komen uit gezinnen van arbeiders en boeren. Dienstplichtigen worden ingezet als huispersoneel voor de rijken. Ze worden als goedkope arbeiders ingezet om wegen te bouwen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een deel van het leger sympathiek staat tegenover de beweging. Delen van het leger kunnen overgewonnen worden naar de kant van de arbeiders en boeren, die hen de mogelijkheid zouden bieden om zich te organiseren en comités te vormen om een strijd op te zetten voor betere arbeids- en levensvoorwaarden.

    Voor een revolutionaire leiding om komaf te maken met het kapitalisme

    Zonder een revolutionaire leiding met een marxistisch programma dat alle delen van de arbeiders verenigt, kunnen de beperkingen van de huidige leiders enorme gevolgen hebben voor de arbeidersklasse. De strijd kan niet onbepaald verdergezet worden als de arbeiders en boeren het gevoel hebben dat het nergens toe leidt. Vermoeidheid en een aarzelende houding kunnen dan opduiken. Het gevoel van nederlaag of de frustratie daarbij kunnen de heersende klasse de mogelijkheid bieden om haar krachten te herorganiseren en om de controle over de samenleving volledig terug te winnen, mogelijks op gewelddadige basis.

    Het is hoog tijd dat de beweging een programma aanneemt die ook de noodzaak van een arbeiders- en boerenregering bevat. Dat betekent een strijd om de regering omver te gooien, een einde te maken aan de heerschappij van de kapitalisten en grootgrondbezitters, een einde te maken aan de rol van het imperialisme in Bolivië en te beginnen met de socialistische omvorming van het land.

    Een revolutionaire socialistische overwinning door de arbeiders en boeren in Bolivië zou onmiddellijk leiden tot een versterking van het zelfvertrouwen van arbeiders in heel Latijns Amerika die ook op zoek zijn naar een alternatief op het neo-liberale beleid. De arbeiders en jongeren op het continent zouden van hieruit de strijd kunnen voeren voor een socialistisch Latijns Amerika. Nationalistische opvattingen worden historisch gebruikt door de heersende klasse om haar privileges te verdedigen en de arbeiders te verdelen. Een federatie van heel het continent en het beëindigen van de situatie van armoede en miserie, zijn enkel mogelijk in de strijd voor een socialistische samenleving.

  • Massale beweging in Bolivië

    Het is de tweede keer dit jaar dat de heersende klasse in Bolivië geconfronteerd wordt met een enorme beweging van arbeiders en boeren waarbij de beweging de proporties van een opstand aanneemt. President Sanchez de Lozada – die in augustus verkozen werd met slechts 25% van de stemmen – raakte meer en meer geïsoleerd en moest nu zelfs ontslag nemen.

    Dave Carr

    Het feit dat de president het leger inzette tegen de betogers (waarbij er 45 doden vielen!), leidde tot verdeeldheid onder de partners van de president in de regering.

    Vorig weekend waren er grote confrontaties tussen arbeiders en politie in El Alta, een industriële voorstad van de hoofdstad La Paz. De politie stopte haar repressie pas toen de rubberkogels en het traangas op bleken te zijn.

    De protestacties van vakbondsmilitanten, etnische indianen en boeren begon vijf weken geleden, aanvankelijk omwille van hun verzet tegen de export van gas naar de VS en Mexico. Ze vreesden dat de inkomsten van de export enkel zouden gebruikt worden om de winsten van buitenlandse multinationals te vergroten en ze eisten daarom de nationalisatie van de hele sector. De president werd gedwongen om de exportplannen voor het gas in de koelkast te stoppen tot 31 december.

    De beweging en de algemene staking, waarbij ook wegen geblokkeerd worden, is vandaag echter breder dan enkel rond de export van gas. Er wordt geëist dat de regering haar kapitalistische "vrije markt" beleid zou stopzetten.

    Het presidentschap van Sanchez werd erg onstabiel omdat de arbeiders en boeren weigerden om te betalen voor de diepe kapitalistische crisis die het land treft. Officieel is 12% van de bevolking werkloos en leeft 60% van de bevolking op of onder de armoedegrens, waarbij velen slechts beschikking hebben over 2 dollar per dag.

    De regering zit gekneld tussen het IMF dat harde besparingsplannen eist om komaf te maken met de schuld van 240 miljoen dollar, en anderzijds de vastberaden arbeidersklasse. Het zal noodzakelijk zijn dat er een massale socialistische partij komt om de heerschappij van het kapitalisme aan te pakken en een regering van arbeiders en boeren te vormen.

    Het burgerlijke weekblad ‘The Economist’ omschreef de beweging in februari 2003 als: "De ergste periode van burgerlijke wanorde in het land sinds de ‘volksrevolutie’ van 1952." De beweging vandaag gaat nog verder dan die in februari.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop