Your cart is currently empty!
Category: Column
-
COLUMN. Pensioen pas na 45 jaar – wie doet beter?
(pd) op de satirische blog links-socialisme.blogspot.com
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
"En daarom bedanken wij Freddy, Lien en Jonas voor 45 jaar trouwe dienst aan het bedrijf. Wat zouden we al die jaren geweest zijn, zonder hun trouwe, steeds op de targets gefocuste en immer opmonterende aanwezigheid…? Zeer weinig! En onze aandeelhouders nog minder. Schol!"
[/box]Marianne Thyssen vond het zelf een briljant idee. Geconfronteerd met de ergste crisis in 80 jaar dienen werkende mensen – Willy Claes en zijn zitje in de directie van Carrefour niet meegerekend (Claes is reeds 25 jaar gemummificeerd, moet u weten) – liefst 45 jaar, ja 45 jaar, hun nestel af te draaien voor het kapitaal. Tot je 25e gestudeerd? Dan zal je pas op je 70e levensjaar de deur van je arbeidend bestaan achter jezelf mogen dichtslaan. Met toeters en bellen, hetzij met een vals gebit in de aktentas, dan wel voortdokkerend in een kortademig aangestuurde rolstoel.
Wees dan liefst ook niet enkele jaren werkloos in die blitse en veerkrachtige kapitalistische economie van ons. Of je mag tot je 75e die razend interessante kantoorjob creatief blijven invullen. Of met reuma, bloeduitstortingen in de onderbenen, nu en dan werktuiglijk een Viagrapil achterover drukkend, aan de lopende band van de assemblagefabriek je ding blijven doen.
Enkel een burgerlijk politicus kan op het idee komen om werkende mensen een “carrière” van 45 jaar aan te praten. Toegegeven: Roger Blanpain, professor emeritus in de economische bedpankunde, had het mogelijk ook gekund. Is het u trouwens ook opgevallen dat Blanpain als neoliberale agent-provocateur de laatste maanden concurrentie heeft gekregen? Nog wel van een andere geleerde en gestrikte medemens. Marc De Vos, professor en “algemeen directeur” (niet gelachen!) van het Itinera Institute. Zeg nooit Itinera Instituut tegen het gelijknamige – pruilmondje – Institute. Het betreft hier geen monetaristische kloosterorde. Neen, het gaat om – ga er even voor zitten – een “onafhankelijke denktank en doetank die wegen voor beleidshervorming” – even naar adem happen – “naar duurzame economische groei en sociale bescherming identificeert en promoot”. Vrij vertaald voor de werkmens: deze kinky bastards willen onze sociale zekerheid met alle mogelijke middelen ontmantelen. Kijk uit voor deze Strikmans! Gelooft even hard in de liberale vrije markt als Paus Benedictus – hallelujah – in de Onzichtbare Hand van God. Effectief: ‘t collectief, laat staan een arbeidersstaat, is voor De Vos Satan.
Wij stellen onze thesis dus bij: enkel burgerlijke politici en intellectueel verdwaalde proffen kunnen verzinnen dat wij ons 45 jaar uit de naad moeten werken voor de knuppels van het kapitaal. Terwijl een politicus dat al na 20 jaar mag! Recht op volledig pensioen. Vanaf 52 jaar, mensen. Het betere brugpensioen, jazeker. Wat ze een levende schande vinden als een doodgewone bandarbeider ervan gebruik maakt. Zo’n hoogbejaarde politicus kan dan eventueel nog wat uitbollen in de beheerraad van Inbev (Dehaene) of Carrefour (waar de Heer Claes spreekwoordelijk langs de kassa passeert). Ziedaar de rood-groene politieke vertegenwoordiging van de arbeidersklasse! Wat een spektakel. Misschien kunnen we het toch beter zelf doen?
‘t Zou ons niet verwonderen als we binnenkort, als het kapitalisme helemaal op de fles gaat, nog drastischer voorstellen in de maag gesplitst krijgen. Waarom stoppen na 45 jaar als we tot aan onze invaliditeit het winstsysteem kunnen overeind houden? Haal de bedlegerigen uit de homes en rusthuizen. Trommel met klaroengeschal de ouden van dagen op uit hun eenzame eengezinsflats! Drijf de mankenden, de zieken, de ijlenden en dementen samen in hangars om ze tot hun laatste levensadem voor Vadertje Kapitalist en Zijn Politici puntige feesthoedjes te laten plooien. De actieve welvaartstaat: nu ook voor post-gepensioneerden, hinkend, zingend en zwalpend op krukken. Terwijl het legertje jongere werklozen tegelijkertijd maar aangroeit…
Een wonderlijk idee zou het zijn, maar een gouden zaak voor crematoria en andere eeuwige rustplaatsen. Geef ieder kapitalistisch bedrijf of overheidsinstelling zijn geautomatiseerd bedrijfspark, euh, begraafplaats bedoelen we. Een echt kapitalistisch kerkhof. Weg met alle valse symboliek! Geachte Heer Leterme, meneer Verhofstadt en allerbeste Frankie Vandenbroucke: laat dit jullie nieuwe, gloedvolle missie zijn. Loop er niet van weg, zoals die simpele Wouter Bos in Nederland: een man die ellendig verzaakt aan de nobele saneringstaken van de heersende klasse.
Want inderdaad, op die manier hoeven jullie als politici helemaal géén pensioen meer te betalen aan ons – klasse van werkende loonslaven. Een pensioen dat in de tweede en derde pensioenpijler toch wordt vergokt op dementerende beurzen. Vandenbroucke heeft zoals steeds gelijk. Met goedkope praatjes dat de superrijken (die 10% die 50% van alle vermogen slash rijkdom bezit) het gelag zullen moeten betalen, zullen we de maatschappij niet op orde krijgen. Dat klinkt als marxisme en socialisme uit de zeer oude doos – die wij nooit hopen te worden.
Installeer na 45, 50 dan wel 60 jaar labeuren – voor de echte doorbijters – gewoon een modern crematorium, annex stemmig verlicht en ingericht kerkhof, aan de uitgang van elk kapitalistisch bedrijf. En noem het Creatieve Destructie Met een Strikje. Met Marc De Vos als zuinige ceremoniemeester en uitvaartbegeleider, en Adam Smith op de bidprentjes.
Nu nog hopen, vingers kruisen beste mensen, dat de werkende bevolking – zo’n vals gebit komt soms hard aan – tegen dan niet met brede lagen op straat, laat staan in opstand, begint te komen. The times, they are a-changing… Bob Dylan, leeft die nog?
-
COLUMN. Over burgerlijke vrijheden en zwakke argumenten. De sound of Straatsburg
Vanuit mijn kamer in hotel Victoria hoor ik het ononderbroken getik van koffertjes op wielen die over het trottoir worden meegesleurd. Samen met het monotone geruis op de achtergrond herinnert dit me niet enkel aan de nood om op te staan, maar ook aan de absurditeit van mijn verblijf in Straatsburg.
Eenmaal per maand pakken duizenden verkozen, medewerkers, fractiemedewerkers, ambtenaren van de commissie en de administratie hun koffers om van Brussel naar Straatsburg te trekken. Op maandag zijn er daar plenaire zittingen en stemmingen van het Europees parlement. Het is een treinrit van ongeveer zes uur, gelukkig kon ik een zitplaats reserveren. Naast me, voor me en achter me staan en zitten medewerkers van het Europees parlement.
Van de trein gaat het recht naar het parlement. Alles is er wat kleiner als in Brussel maar het blijft verwarrend genoeg om verloren te lopen. Hier zijn er aparte ingangen voor chauffeurs, medewerkers, bezoekers en verkozenen. Mijn collega Paul zei me dat hij op een avond het gebouw samen met parlementslid Joe Higgins wou verlaten, maar dat de veiligheidsdiensten hem er op wezen dat hij een andere uitgang moest gebruiken. Deze zin voor dit soort details zegt soms meer over een instelling dan de welklinkende verklaringen die worden uitgestuurd.
SWIFT verworpen
Het gespreksonderwerp in de wandelgangen is de discussie over SWIFT, zal het parlement de databescherming van de Europese burgers “verdedigen”? Zullen de fracties van de liberalen en sociaal-democraten bij hun verzet tegen deze maatregelen blijven? SWIFT staat voor Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication en het is een multinationale Belgische onderneming met een systeem dat onder meer door banken wordt gebruikt voor internationale transfers. Bij internationale overschrijvingen is een SWIFT of IBAN nummer vereist.
In het kader van de internationale strijd tegen het terrorisme heeft de Europese Commissie toelating gegeven aan de Amerikaanse regering om de bankgegevens van Europese burgers te controleren. Uit onderzoek van de New York Times blijkt dat de VS deze gegevens zonder enige melding zou kunnen inzien. Sinds de inwerkingtreding van het verdrag van Lissabon op 1 december 2009 moet het parlement een dergelijk akkoord goedkeuren.
De Amerikaanse regering is bezorgd om het resultaat van de stemming. Er is een permanente aanwezigheid van Amerikaanse vertegenwoordigers in het parlement en er wordt ingepraat op “twijfelende” verkozenen.
De verkozenen krijgen twee brieven, één van Hillary Clinton en één van de Spaanse voorzitter van de EU, Zapatero. De Spaanse sociaal-democraten van de PSOE gelden als een onzekere factor van het blok dat tegen SWIFT zal stemmen. Hillary Clinton verzoekt de verkozenen om goed na te denken vooraleer tot een beslissing te komen. Ze grijpt diep in de trommel van moralistische argumenten: “Het Terrorist Finance Tracking Programme (TFTP) [dit is het programma om de financiering van terrorisme op te sporen in het kader van het SWIFT-akkoord] stemt overeen met de sterke Europese traditie van burgerlijke vrijheden. Het is voor de VS en Europa van onschatbare waarde in de strijd tegen het terrorisme. Het akkoord niet goedkeuren, zoals wordt voorgesteld door de resolutie van het comité voor burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE), brengt de efficiëntie van de zorgvuldig ontwikkelde anti-terrorismeprogramma’s in gevaar. Dat is nochtans van groot belang voor alle landen ter wereld die door terrorisme worden bedreigd.”
Feit is evenwel dat er geen enkel bewijs is dat de verdere afzwakking van het bankgeheim ook maar heeft bijgedragen aan het verhinderen van één terroristische aanslag op onschuldige burgers. Misschien een tegenvoorstel voor iedereen die bekommerd is voor de veiligheid en terreurdreiging: trek alle troepen terug uit Irak, Afghanistan en andere oorlogsgebieden.
Het parlement heeft het akkoord weg gestemd. Veel verkozenen waren daar blij om, ook die van de fractie GUE/NGL. Maar dit is niet het einde van het verhaal. De VS zal verder met de Commissie onderhandelen. Joe Higgins wijst er in een persbericht op dat het afwijzen van het akkoord geen garantie is voor de vrijwaring van de democratische vrijheden. En of het nu enkel de Europese of ook de Amerikaanse regering is die de banktransacties kan volgen, maakt voor de meeste arbeiders en jongeren daarbij niet veel uit.
Griekenland in crisis
Op een vergadering van de fractie GUE/NGL achteraf was er een discussie over de schuldencrisis in Griekenland. Er waren natuurlijk heel wat solidariteitsverklaringen met de Griekse arbeiders en jongeren die zich beginnen te verzetten tegen de sociale kaalslag van de sociaal-democratische PASOK-regering. De korte discussie werd ingeleid door Charalampos Aggouradis van de Griekse communistische partij (KKE) en Nicolaos Chountis van Syriza. Beiden stelden dat het niet de arbeiders zijn die moeten betalen voor een crisis die zij niet hebben veroorzaakt. Ze stelden dat het correct en belangrijk is dat de vakbonden protesteren en dat we dat moeten steunen.
Ze stelden dat er nood is aan een nieuw pact voor werk en groei in de plaats van het stabiliteitspact. De beweging kan tot resultaten leiden, maar dan moet er wel nagedacht worden over volgende stappen in de uitbouw van de beweging en ook over de noodzaak van een socialistische samenleving. Daar ging het naar mijn aanvoelen alvast veel te weinig over. De discussie concentreerde zich op de vraag of Griekenland beter de eurozone zou verlaten of niet. En over de vraag of de linkerzijde niet moet pleiten voor onafhankelijke rating-kantoren die de kredietwaardigheid bepalen en die daardoor de speculatie tegen de euro kunnen vermijden.
Joe Higgins herinnerde er als enige aan dat de Euro van meet af aan tegenstellingen kende die eigen zijn aan het kapitalistisch systeem. De wens om tot een Europees handelsblok te komen staat tegenover de belangen van de nationale staten en de nationale regeringen die de eigen kapitalisten steunen en waar die kapitalisten beroep op doen om hun belangen en concurrentiepositie te verdedigen. Een eengemaakte Europees handelsblok heeft bijgevolg een beperkte houdbaarheidsdatum onder het kapitalisme.
Midden februari kwamen de Europese staats- en regeringsleiders in Brussel bijeen om een strategie voor Griekenland te bespreken. Met het oog op die bijeenkomst werden een reeks eisen en maatregelen voorgesteld door de fractie. Er wordt gesproken over een institutionele herstructurering die zou nodig zijn wat de euro en de internationale financiële instellingen betreft. De fractie eist ook dat maatregelen worden genomen tegen onder meer hedgefunds en andere bedrijven die de derivatenmarkt controleren en de economie kunnen destabiliseren. Ze had het over een herdefiniëring van de rol van de Europese Centrale Bank en er werd gesproken over maatregelen tegen multinationals en financiële speculatie.
Eerlijk gezegd was het verschil tussen de politieke eisen van “Europees links” en die van de sociaal-democratie erg beperkt. Er is een tendens om te proberen om het kapitalisme beter te beheren in de plaats van het te bestrijden. Dat verklaart waarom de Financial Times ook de vraag stelde: “Waar is de Europese linkerzijde?” Die krant stelde vast dat de linkerzijde afwezig blijft op een ogenblik dat het net succes zou moeten kennen.
Handelscommissie
Tenslotte nog een anekdote uit de commissie internationale handel.
Omdat multinationals in tijden van crisis en massale afdankingen niet bepaald een grote steun genieten bij de bevolking moet er aan hun imago worden gewerkt. Dat gebeurt door de bedrijven zelf, maar ook door de Europese instellingen die met vermanende vinger de Corporate Social Responsibility naar voor brachten.
Naar aanleiding van deze discussie was er een hoorzitting met vertegenwoordigers van de vakbonden en de bedrijfswereld. Patrick Itschert van het Europees Vakverbond en manager Radek Spicar van autobouwer Skoda namens de werkgevers.
In zijn tussenkomst ging Joe Higgins in tegen het cynisme van de zogenaamde Corporate Social Responsibility. Hij vroeg waar de zogenaamde “sociale verantwoordelijkheid” was toen de banken en financiële instellingen nadat ze met gemeenschapsgeld werden gered overgingen tot de orde van de dag en de eigen top daarbij opnieuw grote bonussen toekenden. Joe gaf een voorbeeld van een mediabericht van begin februari 2009 van het Amerikaanse “National Labour Committee” dat het had over de zogenaamde “High Tech Misery in China” en bericht bracht over de moordende arbeidstijd, lage lonen en draconische disciplinemaatregelen in het zuiden van China. 2.000 overwegend jonge vrouwen maken in de fabriek Meitai producten voor Hewlet-Packard, Dell, Lenovo,Microsoft en IBM. Er wordt 12 uur per dag gewerkt en dat zeven dagen per week. Per maand zijn er twee vrije dagen. De arbeidshandelingen zijn per seconde uitgerekend, als een bepaalde handeling 1,1 seconde in beslag neemt dan moet dit 3.250 keer per uur gebeuren, 35.750 keer per dag, 250.250 keer per week en meer als een miljoen keer per maand. Het uurloon bedraagt 41 dollarcent. Ook daar is de “sociale verantwoordelijkheid” van de bedrijven opgeofferd voor de winstmaximalisatie.
De spreker hierna, Daniel Caspary van de Duitse CDU, merkte op: “Ik kan de vorige spreker niet goed volgen.” Hij begreep niet dat Higgins ook kritiek had op China, terwijl dat volgens de Duitse christen-democraat toch het model van “communistische dictatuur” was waar “uw politieke beweging zich op baseert”. Het argument van de heer Caspary was erg flauw. Hij zou beter wat moeite doen om zijn politieke tegenstanders te kennen. Joe Higgins is een trotskist en beroept zich niet op de traditie van de politieke beweging die vanaf midden jaren 1920 een einde maakte aan de democratie in de voormalige Sovjetunie en een stalinistische bureaucratie vestigde waarbij onder meer de trotskisten werden vervolgd omdat ze opkwamen voor een democratische planeconomie, permanente verkiesbaarheid en afzetbaarheid van vertegenwoordigers en tegen de politieke en materiële privileges van de bureaucratie.
Het actuele China is even communistisch als de katholieke kerk de naastenliefde in de praktijk brengt. De Chinese economie baseert zich steeds meer op het kapitalistische winstprincipe. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de grote bedrijven en hun partijen geen probleem hebben met het Chinese regime.
-
Bolivia. Nationale staking openbaar vervoer legt Bolivia 24 uur lam
Op woensdag 3 maart gingen alle buschauffeurs in Bolivia in staking. Door de solidariteit van de taxichauffeurs, blokkades van hoofdwegen en het geringe aantal Bolivianen met een privéwagen betekent dit een volledige verlamming van het land. De mogelijkheid bestaat dat er in de nabije toekomst verdere acties zullen volgen.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
Hannes in Bolivia
LSP-lid Hannes (Antwerpen) verblijft enkele maanden als uitwisselingsstudent in Bolivia. Hij zal regelmatig verslag uitbrengen van de politieke en sociale situatie in dit Latijns-Amerikaanse land dat de afgelopen jaren woelige tijden kende met massabewegingen en het aan de macht komen van een links regime onder president Morales en de MAS (Beweging naar het Socialisme).
> Archief van deze artikels
[/box]Naar aanleiding van een groot aantal dodelijke busongevallen in januari 2010, besliste de regering Morales op 3 februari om een nieuw decreet in te voeren. Dit decreet houdt in dat buschauffeurs die betrapt worden op het rijden onder invloed levenslang hun rijbewijs verliezen. Het decreet werd ingesteld zonder overleg met La Confederación de Choferes de Bolivia (de nationale overkoepelende vakbond). De regering bleek ook niet bereid te zijn om nog overleg te plegen, waarop de vakbonden op 9 en 10 februari een nationale 48-uren staking aankondigden. Door ervaringen uit het verleden weet men maar al te goed wat dit zou inhouden: een verlamming van het land gedurende twee dagen. Het was dan ook opvallend hoe snel de regering een bocht van 180° maakte en aankondigde om toch rond de tafel te willen gaan zitten. Afgelopen weekend bleken deze onderhandelingen echter op niets uit te draaien waarop de vakbonden op woensdag alsnog in staking gingen.
Op dit moment is de publieke opinie nog tegen de stakers gericht. Zij gaan mee in het verhaal van de regering en vinden dat er drastische maatregelen moeten worden genomen. 72 doden en 196 gewonden op 1 maand tijd is natuurlijk niet niks. Toch is het schandalig dat deze cijfers in de schoenen van de chauffeurs worden geschoven. Om te beginnen waren maar enkele van deze ongevallen te wijten aan dronken chauffeurs. Een veel belangrijkere oorzaak is de slechte staat van de wegen. Verder is het hier heel gemakkelijk voor de grote busbedrijven om de politie om te kopen. Zo kunnen zij goedkopere buschauffeurs zonder rijbewijs tewerkstellen, afgekeurde bussen laten rijden en voor lange afstanden slechts één buschauffeur betalen terwijl dit er minstens twee zouden moeten zijn. Als chauffeurs onder deze omstandigheden moeten werken, is dat natuurlijk om problemen vragen. Er moeten dus inderdaad drastische maatregelen genomen worden. Maar de regering zou beter investeren in betere wegen, de corruptie tegengaan (de politie voldoende betalen zodat corruptie niet nodig is) en de busbedrijven fatsoenlijk controleren in plaats van de arbeiders, die samen met de passagiers het slachtoffer zijn, aan te pakken.
Het valt niet te ontkennen dat ook dronken chauffeurs een niet te onderschatten factor zijn. Maar ga je deze mensen van hun verslaving afhelpen door hun enige bron van inkomsten levenslang af te pakken? Zou het niet beter zijn om de oorzaak van hun verslaving namelijk de kapitalistische uitbuiting met harde werkomstandigheden te bestrijden? Een buschauffeur krijgt maandelijks het armzalige bedrag van 1400 Bs. (140 €). Hiermee kom je zelfs in het goedkope Bolivia niet ver. Om nog maar te zwijgen over het onmenselijk aantal (nacht)uren die de chauffeurs hiervoor moeten kloppen. Dat velen onder hen in deze omstandigheden naar de fles grijpen, is dan niet verwonderlijk. Verder zijn het uiteraard niet enkel de buschauffeurs die een alcoholprobleem hebben. Door de extreme armoede van het land zijn verslavingen een wijdverspreid fenomeen.
Het valt moeilijk te voorspellen waar deze beweging gaat belanden. De verlenging van de staking zit er zeker in, maar is niet evident. Twee dagen niet werken, is voor een Boliviaanse arbeider een serieuze hap uit het budget. Op stakingsvergoedingen moet ze hier niet rekenen en veel reserves hebben ze uiteraard ook niet. De vraag die zich nu stelt, is hoe lang de regering er nog zal in slagen om de arbeiders te verdelen door de schuld bij dronken chauffeurs te leggen. Als de rest van de arbeidersklasse gaat inzien dat de strijd van de chauffeurs voor degelijke lonen, betere werkomstandigheden, veiligheid, opleidingen enz. ook hun strijd is, zouden ze wel eens mee de beweging kunnen uitbreiden en versterken. Dergelijke solidariteit zien we nu al bij de taxichauffeurs voor wie het nieuwe decreet niet van toepassing is. Het potentieel dat dit soort uitgebreide beweging in zich draagt is enorm en zou heel het huidige systeem op zijn grondvesten kunnen doen daveren.
Pittig detail: volgens sommige bronnen zou het hoofd van La Confederación de Choferes de Bolivia toegegeven hebben dat zijn rijbewijs reeds is ingetrokken wegens het rijden onder invloed. Dit zegt wel iets over hoe een vakbondsleiding een beweging kan stimuleren (in plaats van controleren en belemmeren) wanneer ze zelf het slachtoffer is van een bepaalde maatregel.
-
Linkse socialisten in het Europees parlement
Linkse socialisten in het Europees parlement
Deze website brengt een column met nieuws vanuit het Europees parlement. Met de verkiezing van het Ierse linkse socialistische parlementslid Joe Higgins is onze organisatie in dat parlement vertegenwoordigd. LSP-lid Tanja Niemeier is één van de medewerkers van de fractie GUE/NGL (Europees Verenigd Links, Noords Groen Links). Ze brengt hier om de paar weken verslag uit van de werking in dat parlement.
Aan de ingang van de cafetaria waar dagelijks duizenden parlementaire medewerkers, ambtenaren en soms ook verkozenen (die ook over een eigen “members only” restaurant beschikken) een middagmaal nuttigen, worden nu tombolatickets voor Haïti verkocht. Op het einde van de week was er in de Ierse pub op de hoek van het Luxemburgplein een benefiet voor Haïti waarvoor de verkozenen per email werden uitgenodigd. De internationale hulpoproep voor de slachtoffers van de aardbeving verovert nu ook het Europees parlement.
De aardbeving heeft de hoofdstad Port-au-Prince hard getroffen, vermoedelijk zijn meer dan 200.000 mensen onder het puin begraven en 2,5 miljoen mensen hebben geen dak meer boven het hoofd. De plenaire zitting van het parlement in Straatsburg besloot om de aardbeving op de agenda te zetten van een eerste buitengewone zitting van het parlement.
Even ging het dus om meer dan de toekomstige posten in de commissie Barosso II of de weinig succesvolle doortocht van de Bulgaarse kandidaat-commissaris voor humanitaire hulp en rampencontrole, Rumiana Jeleva. Mevrouw Jeleva is de (intussen voormalige) minister van buitenlandse zaken van Bulgarije en is lid van de groep van de Europese Volkspartij (EVP) in het parlement. In de hoorzitting blonk ze uit in incompetentie en bovendien ontbrak iedere transparantie over haar persoonlijke financiële situatie.
Op de vraag hoe ze de humanitaire situatie in Gaza dacht te verbeteren, antwoordde Jeleva dat ze er binnenkort wel eens naar toe zou rijden. Beschuldigingen over haar eigen dubieuze financiële situatie in verband met haar adviesbureau en steeds opnieuw opduikende geruchten dat haar man banden zou hebben met de Russische maffia, werden amper weerlegd. Hoeft het nog verwondering te wekken dat de Europese instellingen door een groot deel van de bevolking en de jongeren als niet bepaald vertrouwenswaardig worden gezien?
De schade werd beperkt: Jeleva trok haar kandidatuur terug in en nam meteen ook ontslag als minister van buitenlandse zaken in Bulgarije. Dat was een poging om te vermijden dat de volledige commissie gezichtsverlies zou lijden en dat bovendien het ondemocratische karakter van de Europese instellingen nogmaals zou blijken.
Maar terug naar Haïti. Er wordt gezegd dat er 422 miljoen euro is ingezameld door de lidstaten van de EU en de Europese Commissie om “onmiddellijke humanitaire hulp en hulp op lange termijn” te bieden om zo het lijden van de Haïtiaanse bevolking te beperken en “hun hoop op een betere toekomst te hernieuwen”. Drie miljoen euro komt rechtstreeks uit het EU-budget. Goed zo.
422 miljoen euro – die dus niet volledig uit de EU-kas komt – klinkt mooi maar niet bepaald indrukwekkend als je weet dat het volledige budget van de EU in 2010 141 miljard euro bedraagt. Het is nog minder indrukwekkend als je weet dat de grootste stijging van de uitgaven in 2010 deze is voor “Misdaadbestrijding, terrorisme en migratiecontrole” (lees: de uitbouw van “Fort Europa”). Die uitgaven stijgen met 16,2% tot 1 miljard euro. De uitgaven van de “gemeenschappelijke buitenlandse- en veiligheidspolitiek” stijgen met 15,9%. Alle mooie woorden en de stapels documenten stemmen niet overeen met de realiteit van de Europese politiek.
In het comité “internationale handel”, die ik opvolg als medewerker van de fractie van GUE/NGL, ging het nu over onder meer Colombia. De Europese Unie wil een bilateraal vrijhandelsakkoord met de Andeslanden, waaronder Colombia. Daartoe wordt nagegaan of Colombia aan de voorwaarden voldoet om een algemeen voorkeursysteem toe te passen, dat is een systeem waarbij de heffingen bij export vanuit “ontwikkelingslanden” naar de EU worden beperkt. Eén van de onderzochte criteria daarbij is het naleven van de mensenrechten. In 2009 bezochten verschillende vertegenwoordigers van de Verenigde Naties Colombia. Ze waren allemaal bezorgd over de systematische inbreuken op de mensenrechten en vakbondsrechten. Die inbreuken worden geduld of zelfs actief ondersteund vanuit de regering-Uribe in Colombia.
Om een “objectieve” mening te kunnen opmaken, werd een hoorzitting georganiseerd waarop verschillende standpunten aan bod kwamen vanuit Colombia. De verschillende politieke groepen hebben natuurlijk verschillende belangen en hebben verschillende meningen over wie op zo’n hoorzitting aan bod mag komen.
Iedere spreker, iedere minuut spreektijd en de verdeling van de spreektijd is een politiek steekspel waarin ook de Colombiaanse regering zich mengde. Voor het regime staat er immers heel wat op het spel. Uiteindelijk waren er vier sprekers: twee vakbondssprekers, een woordvoerder van de regering en een ondernemer.
De eerste vakbondsspreker was Enrique Alveiro Franco Valderrama van de vakbond UNALTRASAP (bond van veefokkers en landbouwers). Hij bleek een woordvoerder van de regering te zijn en een klassieke vertegenwoordiger van een “gele” vakbond (een vakbond die aan de kant van de werkgevers staat). Hij slaagde er in om nog straffer te zijn dan de regeringsspreker en stelde zowaar dat er in Colombia geen sprake is van geweld tegen vakbondsleden. Verder in de hoorzitting werd duidelijk dat hij een bond met enkele honderden leden vertegenwoordigd en dat de vakbondsfederatie CGT, waartoe de bond van Valderrama behoort, hem schriftelijk had meegedeeld dat hij niet openlijk mocht spreken in naam van de vakbond.
De tweede spreker, Alberto Vanegas van de CUT (Central Unitaria de Trabajadores), bracht een ander beeld van Colombia. Hij wees er nogmaals op dat ook de Internationale Arbeidsorganisatie heeft vastgesteld dat er in 2008 wereldwijd 76 vakbondsmilitanten werden vermoord wegens hun syndicale activiteiten, waarvan 49 in Colombia. Het opzetten van een vakbond op de werkvloer gaat vaak gepaard met repressie en het is niet makkelijk om degelijke loonsvoorwaarden te bekomen. Vanegas stelde dat de bilaterale akkoorden met Colombia best worden bevroren tot de situatie duidelijk beter is geworden. Heel wat verkozenen, uit zowel alle fracties, toonden een bezorgdheid over de situatie in Colombia. Sommigen wezen er op dat een perfecte wereld niet mogelijk is en dat de regering van Uribe toch belangrijke inspanningen levert. Joe Higgins (Socialist Party, CWI) zit voor de GUE/NGL in het comité internationale handel. Hij was de enige die er op wees dat de internationale en Europese multinationals zelf deelnemen aan de inbreuken op de vakbondsrechten in Colombia en dat ook de Europese vakbondsbeweging zich daartegen moet verzetten.
Nadien mocht Joe Higgins ook spreken over het thema “Eenheidspolitiek van de EU bij de ontwikkeling en het systeem van officiële ontwikkelingshulp”. De leden van het comité werden naar hun mening gevraagd en dat werd door Joe aangegrepen. Maar nog voor hij het woord kon nemen, werd hij onderbroken door een overijverig lid van de EVP, Pablo Zalba Bidgain (Partido Popular, Spanje), die tussenkwam om zich te beklagen over de onhoudbare standpunten van Joe Higgins. Joe verklaarde dat hij er zich van bewust is dat zijn mening diametraal ingaat tegenover die van de meeste verkozenen in het comité, maar dat hij er bij blijft dat er een grote kloof is tussen de woorden en de daden van de EU.
Hierna brachten de vertegenwoordigers van de EVP en de ECR (Europese conservatieven en hervormers), waartoe onder meer de Britse Tory-partij van voormalig premier Thatcher en ook de Lijst-Dedecker behoren, een lijst van 12 amendementen naar voor op een tekst van een halve A4 bladzijde. De sociaal-democratische fractie had 14 amendementen. Het ontlokte mijn collega Paul de commentaar dat we blijkbaar goed werk hadden geleverd.
De politieke dominantie van het neoliberale gedachtegoed in het parlement is niet noodzakelijk een weerspiegeling van wat leeft buiten het parlement. Dat bleek ook uit een reactie van de non-gouvernementele organisatie “Fair Politics” die in een schriftelijke commentaar over het debat (hier vind je de tekst daarvan) tot de conclusie kwam dat Joe Higgins wat hen betreft een echte “rechtvaardige politicus” is.
De afgelopen dagen was de GUE/NGL ook bezig met het SWIFT-akkoord waarmee de Amerikaanse regering in het kader van de strijd tegen het terrorisme toegang zou krijgen tot de gegevens van bankverrichtingen van de bevolking. Sinds het verdrag van Lissabon is een dergelijk akkoord mogelijk via het Europees parlement. Dat wordt nog een interessant onderwerp. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Update
Het SWIFT-akkoord werd door het Europees parlement verworpen met 378 tegen 196 stemmen. Hierdoor kan niet zomaar persoonlijke financiële informatie worden doorgegeven aan de Amerikaanse autoriteiten. De fractie GUE/NLG voerde deze week actie tegen het SWIFT-akkoord.
> Reactie van Joe Higgins (in het Engels)
-
COLUMN. Barack Obama: de hotline naar President Haiku Herman
Herman Van Rompuy: wie had ooit gedacht dat “onze Herman” het tot Europees president zou schoppen? De kranten wisten over niets anders meer te schrijven. Hadden zo’n drastische carrièrewending duidelijk niet verwacht. Zelfs in Washington, Londen en Den Haag moesten ze vrede nemen met een grijze, diep-katholieke Belg als vleesgeworden compromis, in het kluwen van de Europese natiestaten. Een Belg! Dat hij een dichter was, in de eerste plaats, kon slechts matig de gemoederen bedaren. Zo was Gezelle ook ooit begonnen.
Satirische column door Peter Delsing, overgenomen vanop links-socialisme.blogspot.com
Als president van de EU verwachten we dat Haiku Herman orde op zaken gaat stellen in Griekenland. Bandietenstaat met verdachte rekeningen. Eens hij dat voor mekaar heeft, staat – wat ons betreft – geheel Oost-Europa op de agenda. Te beginnen met de Baltische staten. Of die nu binnen of buiten de eurozone liggen, zouden we niet meteen kunnen bevestigen. Maar een EU-president moet ambitieus zijn. En wat denkt Haiku Herman te doen aan de 21% jongerenwerkloosheid in de eurozone? Da’s een probleem voor overmorgen, mensen, in zijn drukke agenda. Even geduld aub. Morgen eerst, op het “to do”-lijstje: Griekenland en Oost-Europa. De Grieken en hun dubbele boekhouding, tussen 9u en 12u ‘s ochtends. Dan snel een broodje binnenspelen, de buitenlandse kranten doornemen en ter verpozing een haiku aan de eeuwigheid toevertrouwen. In de namiddag zal de president dan Oost-Europa, in zijn gekende rustige stijl, op orde brengen. En waar lag Haïti ook weer? Google Earth!
Laat ons even terugkeren naar verleden donderdag, even na het middaguur. Penetrante ringtune: het Scalakoor, gedrapeerd op een beat van Milk Inc. De moderne CD&V: burgerlijk-degelijk en toch niet duur. Hemelse gezangen stijgen op uit Van Rompuy’s blinkend grijze Nokia. Welke melkproducent zou er nu weer aan de lijn hangen?
(in het Engels)
– “Hallo, met Herman Van Rompyou. Met wie heb ik het genoegen te spreken?”
– “Hi Haiku, geweldig je aan de lijn te hebben. Je praat met Barack Obama, president van de Verenigde Staten. Hoe staan de zaken ervoor, Haiku? Alles okay met de familie en kids? Om meteen ter zake te komen, ha. Heb je even 5 minuten om een aantal dingetjes te overlopen, betreffende onze doorlopende NAVO-samenwerking en de relatie tussen de wereldgemeenschap en China?”
– “Ah, meneer Obama. Maar mijn echte naam is Herman. Herman Van Rompyou. Niet Haiku.”
– “Wat zeg je, mister Van Rompyou? Je echte naam is niet Haiku? Werd er ook met uw geboorteakte geknoeid misschien? (buldert van het lachen) Dan hebben mijn medewerkers weer eens vergeten om de puntjes met elkaar te verbinden. Doet me denken aan die zaak met de Ondergoed Terrorist. Mmm.”
– “Om het op te helderen, meneer president: Haiku is slechts een bijnaam. Hij werd uitgevonden door de pers, aangezien ik mij op onbewaakte momenten wel eens overgeef aan de edele kunst van het dichten. In de Japanse haikuvorm. Haha! Ahum. U mag mij ook Herman noemen.”
– “OK, Herman. Laat ons eens zien… In de bloeiende vallei van ons wederkerig verlangen naar vrede en welvaart voor alle volkeren zou ik de Europese leiders het volgende willen vragen. Laat ons de mogelijkheden die de toekomst biedt niet beperken tot de horizon die we kennen. Als we samen opmarcheren, schouder aan schouder, naar onze duidelijk omlijnde doelstellingen, kunnen we wonderen verrichten. Hoop en sobere rede zijn de solide fundamenten van de menselijke onderneming. Kortom Haiku: ik zou meer troepen nodig hebben in Afghanistan. Wat heeft de EU ons te bieden op dit terrein?”
– “Euh, aha. Meneer de president, daarvoor moet ik eerst even rondbellen, denk ik. Met mevrouw Merkel en meneer Sarkozy. En met Pieter De Crem. We zitten ook met Griekenland… En de Baltische staten.”
– “OK, bedankt. Ik hoop op concrete engagementen, dat zal u begrijpen. Wij zijn reeds strategische partners voor zo lang. Ja, we kunnen het! En verder, meneer president Haiku: in het kader van de goedkope muntpolitiek van China en de verscherpte internationale concurrentie hebben wij beslist om extra belastingen op hun goederen te heffen. Kinderspeelgoed, staalplaten, badeendjes, batterijen, jeansbroeken, namaakeditorialen van Guy Tegenbos, enerverende wekkerradio’s,… Krijgen van onze douanediensten allemaal een fikse importheffing, ingaande vanaf maart 2010. Kunnen we rekenen op Europese steun in deze arena, die ons als strategische partners zozeer aanbelangt?”
– “Euh wel. Zeker meneer Obama. Maar wat die wekkerradio’s betreft zou ik toch even moeten afchecken met de heer Brown. En met mevrouw Merkel en met de Nicolas en zijn Carla. En ook met de heer Karel De Gucht, van onze Commissie Internationale Handel, die als geen ander de belangen van onze Europese wekkerradio’s verdedigt, zij het niet van de arbeiders die hen produceren.”
– “Hahaha! Prettig met je gesproken te hebben, Haiku. Ik hoop dat we de basis kunnen leggen voor een vruchtbare samenwerking in de toekomst. Tot wiens actuele horizon we ons nooit mogen en kunnen limiteren. Ja, we kunnen het!”
– “Hihi. Wijze woorden, meneer de president. Ik zou op onze samenwerking en mijn telefoonrekeningen dan ook een toost willen uitbrengen, evenals een bescheiden haiku ten berde willen brengen:
Onze economie verkleurt in crisis
Heden zwalpen wij op de kapitalistische Titanic
Constructief blijven arbeiders, ik ga even bellen” -
Linkse socialisten in het Europees parlement
Linkse socialisten in het Europees parlement
Deze website begint met een column die om de paar weken zal verschijnen en nieuws brengt vanuit het Europees parlement. Met de verkiezing van het Ierse linkse socialistische parlementslid Joe Higgins is onze organisatie in dat parlement vertegenwoordigd. Tanja Niemeier is één van de medewerkers van de fractie GUE/NGL (Europees Verenigd Links, Noords Groen Links). Ze brengt hier een relaas van de werking de afgelopen weken.
Het nieuwe jaar begon koud en eenzaam in het Europees parlement. De gangen die gewoonlijk het toneel zijn van een komen en gaan van medewerkers en parlementsleden, lagen er verlaten bij. Op de derde verdieping van het gebouw Altiero Spinelli op het Luxemburgplein waar de internationale televisieploegen elkaar doorgaans voor de voeten lopen, is zo goed als leeg. Er staat ook geen rij om zich van koffie te bedienen. In mijn bureau is het koud. Het is vier januari en de laatste email dateert van 22 december, het parlement heeft twee weken winterslaap in acht genomen.
Dit gaf mij als nieuwkomer en medewerker van de fractie van GUE/NGL (Europees Verenigd Links, Noords Groen Links) wat ademruimte om me in te werken in de verschillende internationale handelsakkoorden van de EU. Mijn job bestaat er in om samen met andere collega’s van de fractie de ontwikkelingen op het vlak van internationale handel op te volgen en voorbereidend werk te verrichten voor de GUE-verkozenen in de commissie internationale handel. De twee vertegenwoordigers van GUE in deze commissie zijn Joe Higgins, lid van de Ierse CWI-afdeling Socialist Party, en Helmut Scholz (Die Linke). In de commissie, net als in de rest van het parlement, is het “neoliberale consensus” dominant. Binnen de 35-koppige GUE-fractie zijn er erg verschillende opvattingen over hoe er met de krachtsverhouding in het Europees parlement moet worden omgegaan, maar daarover later meer.
Vrijhandel ten alle prijze
In het document “Global Europe: Competing in the world” maakt de Europese Commissie duidelijk dat de vrije toegang tot de markten en grondstoffen centraal is voor de competitiviteit van de EU tegenover andere handelsblokken en landen. Het is duidelijk dat men daarbij bereid is om over lijken te gaan, dat blijkt onder meer uit de onderhandelingen over een mogelijk vrijhandelsakkoord met de CAN (Gemeenschap van landen uit de Andes). Onder deze landen bevindt zich ook Colombia. Volgens het internationaal vakverbond werden in 2008 76 vakbondsmilitanten vermoord, waarvan 49 in Colombia. Tegen eind oktober stond de teller voor 2009 al op meer dan 30 dode vakbondsactivisten in Colombia.
De opvallende rust van de eerste week van januari werd gevolgd door een bijzonder hectische tweede week. De commissie onder leiding van Barosso werd opnieuw samengesteld. De 20 kandidaten voor de machtige posities van EU-commissaris werden in hoorzittingen bevraagd door de parlementsleden. Eén van de meest begeerde en invloedrijke postjes is ongetwijfeld deze van commissaris voor internationale handel.
Deze positie werd voorgesteld aan de Belgische kandidaat Karel De Gucht, voorheen commissaris voor ontwikkelingssamenwerking en prominent lid van de liberale partij (VLD). Hij werd op 14 januari bevraagd door de parlementsleden. De media hadden het over de “excellente” dossierkennis van De Gucht naar aanleiding van de vragen over internationale handel. Toen ik deze krantenartikels las, dacht ik even dat ik op een andere hoorzitting aanwezig was geweest. Maar dat was natuurlijk naïef van mij: De Gucht is inderdaad de geschikte man voor deze job. Hij verdedigt de belangen van de heersende klasse en de machtige bedrijven in Europa. Meer vrijhandel, betere toegang tot internationale markten en grondstoffen, de wens dat China zijn markt verder opent,… Kortom: het uitvoeren van de strategische doelstellingen van de EU. Uiteraard had hij het ook af en toe over het uitdragen van “Europese waarden” zoals mensenrechten, sociale rechtvaardigheid en milieuvriendelijkheid. Dat maakt wellicht deel uit van de poging tot het aannemen van een meer sociale retoriek op een ogenblik dat de eigen ideologie in de verdrukking komt. "Vrijhandel moet binnen internationale regelgeving. Vrijhandel moet de consumenten dienen, maar moet ook de fundamentele grondrechten bevorderen." Alsof je met mooie woorden een citroen zoet kunt maken.
Sri Lanka
Vanuit mijn standpunt, als revolutionaire socialist, was de discussie over Sri Lanka een hoogtepunt. De tribune van het parlement werd gebruikt om een stem te geven aan diegenen die anders geen gehoor vinden. Dat gebeurde in de discussie over Sri Lanka over een internationaal handelsakkoord. In die discussie werd een lid van Tamil Solidarity aan het woord gelaten. Sinds de tsunami van 2005 grote delen van Sri Lanka had verwoest en duizenden mensen dakloos had gemaakt, was er een tolvrije toegang van het land tot de binnenlandse Europese markt. Dit systeem noemt men “General System of Preference” of GSP+.
Omwille van de aanhoudende inbreuken op de mensenrechten tegenover de Tamil-minderheid in Sri Lanka heeft de Commissie begin dit jaar voorgesteld om het GSP+ te bevriezen. De Raad en het Parlement moeten zich daarover beraden. Daartoe had de commissie voor internationale handel een discussie van een uur uitgetrokken om te luisteren naar een vertegenwoordiger van de Sri Lankese regering en een spreker van buiten de regering. Een vertegenwoordiger van de in Sri Lanka actieve organisatie “Journalisten voor democratie” haakte af uit angst voor het leven van hemzelf en zijn familie. Er werd snel naar een andere spreker gezocht en de internationale coördinator van Tamil Solidarity, een campagne waaraan het CWI meewerkt, kon spreken. Het regime van Sri Lanka besloot om een vierkoppige delegatie te sturen om de boodschap over te brengen. Hun centrale idee: Sri Lanka is niet het enige land met problemen en de EU moet niet met twee maten en gewichten werken. Dat leek de centrale verdedigingslijn van de ambassadeur te zijn. Op arrogante wijze beschuldigde hij Senan, de internationale coördinator van Tamil Solidarity, ervan een typische uitdrukking te zijn van de Sri Lankese diaspora. De ambassadeur had het sarcastisch over “welfare villages” (welzijnsdorpen) als het over gesloten kampen ging. De locatie van de kampen wordt deels geheim gehouden en er zijn in deze kampen soms jongeren en kinderen. In een bepaald geval was er zelfs sprake van een kind van acht jaar dat in zo’n kamp was opgesloten als "potentiële terrorist".
Senan verklaarde dat de campagne Tamil Solidarity het opheffen van de GSP+ status van Sri Lanka steunt. Hij stelde tevens dat de ingenomen positie van de Europese Commissie "too little too late" is. In de plaats hiervan was er bij het begin van de genocide een duidelijke stellingname nodig geweest. De werkende bevolking en de armen hebben geen voordeel gehaald uit de vrijhandel tussen Sri Lanka en de EU. Veel arbeidsplaatsen die verloren gingen als gevolg van de tsunami zijn nog altijd verdwenen. Het geld voor de wederopbouw werd niet benut om effectief het land opnieuw op te bouwen, heel wat geld bleef in de zakken van het corrupte regime van de dynastie-Rajapakse steken. Wie wel voordeel haalt uit het GPS+ statuut in onder meer het British Retail Consortium. Voorzitter Alisdair Gray verklaarde dat dit systeem een goedkopere invoerprijs met zich meebrengt voor de invoer van textiel en stoffen vanuit Sri Lanka.
Senan sprak niet voor geïsoleerde elementen uit de diaspora. Dat bleek uit de vele reacties die hij naar aanleiding van zijn toespraak kreeg. “Beste Senan, je hebt een fantastische toespraak gehouden in het Europees waarin je de leugens van de Sri Lankese boodschappers goed hebt beantwoord”. Of nog: “Je hebt de waarheid gebracht over de toestand van de Tamils in Eelam. Hopelijk opent dit de ogen.”
Als je dat soort reacties ziet, dan weet je dat het werk dat we hier verrichten nuttig is om de arbeidersbeweging te versterken.