Your cart is currently empty!
Category: Column
-
De rijkste man ter wereld, Elon Musk, is een complete kwakzalver

Artikel door Pádraig O’Flynn
Het nieuws dat ‘s werelds rijkste man voor een schandalige 44 miljard dollar (42 miljard euro) de controle over zijn favoriete sociale medianetwerk overneemt, heeft het debat heropend over wie de sociale mediaplatforms moet bezitten en controleren. Terwijl sommige liberalen misschien bijzonder geschokt zijn door het vooruitzicht dat Musk (een verfoeilijke, reactionaire transfoob die de rechtse rioolsluizen dreigt te openen onder het mom van ‘vrije meningsuiting’) de controle overneemt en meer ‘aanvaardbare’ miljardair-eigenaars vervangt, zijn socialisten niet zo verbaasd.
Wie beheert de sociale media?
Feit is dat transfoben, racisten en seksisten altijd vrij zijn geweest om hun gal te spuwen op Twitter (en elk ander sociale mediaplatform dat in handen is van miljardairs), waar hun slachtoffers eerder worden verbannen als ze reageren met onbeleefde taal. Het is in het belang van de heersende elite om de sociale media te gebruiken om de cultuuroorlog en daarmee de verdeeldheid onder de arbeidersklasse aan te wakkeren.
Wie geneigd is terug te verlangen naar het bewind van Jack Dorsey (de oprichter van Twitter) en anderen, moet denken aan de langdurige banden tussen hem, zijn bedrijf en het autocratische Saoedische regime. Deze relatie kan ertoe hebben bijgedragen dat Saudische agenten bij het bedrijf in dienst zijn gekomen en een andere Twitter-medewerker hebben omgekocht om toegang te krijgen tot de gegevens van ongeveer 6.000 Saudische burgers, onder wie anonieme dissidenten, die vervolgens zijn gearresteerd, gevangengezet, gemarteld en zelfs vermoord.
De Saoedische prins Alwaleed bin Talal is al lang een investeerder van Twitter en is nu zelfs aan boord gekomen als mede-investeerder in Musk’s onderneming, samen met verschillende andere miljardairs en fondsen, waaronder het staatsinvesteringsfonds van Qatar (samen goed voor 7 miljard dollar van de 44 miljard dollar). Vreemde medestanders voor een zelfbenoemde “vrije meningsuiting absolutist.”
Een selfmade man?
Musk is, net als vrijwel alle miljardairs uit Silicon Valley, niet erg origineel als het gaat om zijn verhaal over hoe hij rijk werd. Er is het aspect dat hij van niets zou gestart zijn (zo beweert hij dat hij in de eerste dagen van zijn verhuizing naar de VS in zijn kantoor sliep en in de YMCA ging douchen), het feit dat hij de universiteit verliet om een start-up te beginnen (hij zegt een doctoraat in Stanford te zijn gestart, maar na twee dagen al vertrok).
Dat element van zijn imago wordt grotendeels ondermijnd door zijn opleiding in de Ivy League en het feit dat zijn vader een multimiljonair projectontwikkelaar en ingenieur was, die contracten in de wacht sleepte van onder meer de luchtmacht van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Hij bezat ook de helft van een Zambiaanse smaragdmijn.
Bovendien, en dat wijst op een zeer vreemde karaktertrek, heeft Elon een overweldigende drang om de oprichter te zijn van elk bedrijf waar hij ooit bij betrokken is geweest, ongeacht of hij dat ook echt was of niet. In tegenstelling tot zijn eigen mythologie, was Musk niet betrokken bij de oprichting van Tesla. In plaats daarvan gebruikte hij zijn diepe zakken om zijn aandeel in en controle over het (reeds bestaande) autobedrijf te vergroten en de eigenlijke oprichters te verdringen. Vervolgens herschreef hij op lachwekkende wijze de geschiedenis, zodat hij officieel als een van de oprichters te boek kwam te staan.
Hij was ook geen oprichter van PayPal, ondanks verdere onwaarheden in die richting. Zijn onopvallende bedrijf, X.com, had het geluk te fuseren met de mensen en het bedrijf waaruit PayPal ontstond, dat vervolgens door Ebay werd gekocht voor $1,5 miljard (wat Musk $160 miljoen opleverde). Daarvoor had hij een ander technologiebedrijf opgericht, Zip2, dat ook voor veel geld werd verkocht tijdens de dot-com bubble, wat Musk 22 miljoen dollar opleverde.
Wat beide bedrijven gemeen hadden, was dat hun succes kwam nadat Musk aan de kant was geschoven, blijkbaar omdat hij een combinatie was van te incompetent en te onaangenaam om mee samen te werken. Een van Musks favoriete tactieken is het lanceren van wilde, grandioze beweringen en beloften die nooit worden waargemaakt. Dat doet hij samen met wat in feite neerkomt op oplichting.
Hij weet dat hij kan rekenen op een volgzame kapitalistische media om zijn PR voor hem te doen en zijn uitspraken aan de wereld door te geven. Wanneer die onvermijdelijk op niets uitlopen, kan hij er evenzeer op rekenen dat zij hun mond houden (op enkele uitzonderingen na).
Volgens Musk zou in 2017 een autonoom Tesla-voertuig zichzelf door de VS hebben gereden, van kust tot kust; hij zou muizen op Mars laten landen; er zouden nu al robottaxi’s zijn. Hij heeft herhaaldelijk gesproken over zijn plannen om een Hyperloop (een veel minder efficiënte en meer elitaire metro) te bouwen voor 6 miljard dollar. Experts schatten de prijs op 60 miljard euro. Het dichtst in de buurt komt hij met de bouw van een korte, zinloze tunnel onder Las Vegas waar je door een Tesla langzaam tussen congrescentra kunt worden gereden. Het laat Lyle Lanley en zijn ‘Monorail’ uit The Simpsons eruit zien als een betrouwbare ondernemer.
De libertarische hypocriet
De LA Times berekende dat tot 2017 de totale staatsinvestering in Tesla in de vorm van belastingvoordelen, subsidies, ultragoedkope leningen, reguleringskredieten, enz. bijna 5 miljard dollar bedroeg, met nog eens miljarden die sindsdien zijn opgehoest. Hoe moeilijk het ook te verkroppen is voor hem en zijn sekteleden, zonder deze overheidsfondsen en -regelingen zou Tesla niet bestaan. De gulle giften aan grote bedrijven die in 2008 door de regering-Obama werden uitgedeeld, hebben het bedrijf gered toen het op de rand van de dood stond.
Ondanks het feit dat hij aan de ontvangende kant stond van deze enorme bedrijfssteun, had Musk op de één of andere manier de brutaliteit om te tweeten dat gewone mensen niet nog een overheidscheque moesten krijgen, terwijl velen tijdens de pandemie en lockdowns enkel overleefden dankzij overheidssteun. Tesla bevestigde vervolgens dat het bedrijf zelf “bepaalde loonvoordelen” aanvaardde van de 600 miljard dollar pandemiestimulus van de federale overheid!
Wankele wielen, brandende auto’s en andere rampen
Het is al gevaarlijk genoeg om op de weg te komen, zonder dat daar de rampzalige gevaren en risico’s van Musk moeten bijgenomen worden. Veel storingen bij Tesla zijn geen alledaagse probleempjes van betrouwbaarheid, maar zijn uniek voor wat de propagandisten omschrijven als de meest geavanceerde auto’s ter wereld.
Een van de beruchtste problemen is wat een Tesla-criticus is Keith Leech. Dat is een gepensioneerde ingenieur die burgeractivist is geworden. In zijn eigen woorden bestrijdt hij “de valse en overdreven beweringen van ‘groene’ bedrijven die munt slaan uit de milieuzorgen van mensen.” Hij heeft het over ‘wankele wielen’.
Musk en zijn leger van fanboys waren woedend, en klaagden hem aan als een short seller (iemand die een gokje waagt op een aandeel dat in waarde daalt) en erger. Wat echter onbetwistbaar lijkt op basis van getuigenissen van onfortuinlijke Tesla-rijders, samen met het fotografisch bewijs van honderden getroffen Tesla’s, verzameld door mensen als Leech, is dat hun wielen er gewoon afvielen.
De ware omvang van dit schandaal is onbekend, omdat Tesla reageerde met een ongelooflijk gevaarlijke doofpotoperatie – het zwijgen van de slachtoffers werd afgekocht met een vervangende Tesla op voorwaarde dat ze geheimhoudingsverklaringen ondertekenden. De (zeer lichtvaardige) regelgevende instantie in de VS heeft Tesla uiteindelijk opgedragen deze praktijk te beëindigen, maar heeft nooit een terugroepactie geëist. Het lijkt erop dat Tesla niet de enige is die zijn aandelenkoers boven mensenlevens stelt.
Tesla en Musk beweerden ook schaamteloos dat het geen zin had om te praten over wielen die eraf zouden vallen en dat alle losgeraakte wielen op de belastende foto’s gewoon het resultaat waren van ongerelateerde botsingen (een voorval dat moeilijk te vermijden is als een wiel halverwege de rit verdwijnt).
Een andere beruchte tekortkoming is de neiging van Tesla’s lithium-ion batterijen om in vlammen uit te barsten (die niet kunnen worden geblust met water), meestal na een (al dan niet lichte) crash. Dit scenario is des te huiveringwekkender wanneer het wordt gekoppeld aan Elons geliefde, futuristische, intrekbare en volledig elektrische deurgrepen, die stoppen met werken wanneer hun krachtbron in brand staat.
Een ander aspect van Tesla’s technologie waar Musk niets liever over doet dan lyrisch zijn of regelrechte leugens over vertellen is de zelfrijdende functie. Zijn propaganda, die zijn toegewijde fans ervan heeft overtuigd dat de technologie in staat is om mensen volledig te vervangen, is al in verband gebracht met verschillende sterfgevallen.
Vrijheid van meningsuiting voor iedereen, behalve voor eigen personeel, klokkenluiders of critici
In maart vorig jaar bevestigde de National Labour Relations Board een uitspraak uit 2019 dat Tesla een werknemer die betrokken was bij de organisatie van een vakbond illegaal had ontslagen en dat Musk werknemers illegaal had bedreigd met het verlies van aandelenopties als ze een vakbond zouden oprichten.
Tesla’s fabriek in Fremont, Californië, is de enige niet-vakbondsfabriek in de VS die door een grote Amerikaanse autofabrikant wordt geëxploiteerd. Dat is er aan te zien. De fabriek lijkt, net als de auto’s, een bedreiging voor lijf en leden. Uit de getuigenissen van de werknemers blijkt dat er een sfeer heerst van diepgewortelde angst, vergelijkbaar met het leven onder het bewind van een gestoorde dictator. Als dat al wat overdreven klinkt: de fabriek in Fremont heeft geen gele markeringen op de vloer om voetgangers veilig door de fabriek te leiden. De reden? “Elon houdt niet van de kleur geel” – om het antwoord te citeren dat een veiligheidsmedewerker van haar baas kreeg.
Het blijkt dat te veel borden en het piepende geluid dat achteruitrijdende vorkheftrucks maken ook niet in de smaak vallen bij Zijne Heerlijkheid. In de periode 2014-2018 had Tesla Fremont drie keer zoveel OSHA (Occupational Safety and Health Administration) overtredingen als tien grote autofabrieken samen!
Tesla-werknemers hadden te maken met 30% bovengemiddelde niveaus van ernstige letsels, tot 2017 toen de niveaus op mysterieuze wijze daalden tot in de buurt van het industriegemiddelde. Een onderzoek door Reveal News bracht de reden aan het licht: op klassieke Elon-manier had het bedrijf gewoon besloten de wet te overtreden en geen melding meer te maken van een groot aantal ernstige verwondingen.
Wie moet de maatschappij besturen?
Dit alles illustreert duidelijk de minachting die Musk heeft voor de werknemers die (samen met overheidsgeld en miljarden aan gratis PR van een leger van online voorstanders en een corporate media-establishment) deze hansworst en charlatan tot de rijkste man op aarde hebben gemaakt. Wat zegt het over de maatschappij waarin we leven dat oplichters als Musk en zijn soortgenoten de onvoorstelbare rijkdom bezitten en controleren die ze hebben (240 miljard dollar in Musks geval op het moment van schrijven), terwijl zijn personeel met zo’n minachting wordt behandeld?
Niemand, en zeker niet iemand als Elon Musk, zou in staat moeten zijn om honderden miljarden dollars te vergaren, en de macht en invloed die daarmee gepaard gaan. Het is niet alleen ongelooflijk obsceen, het is ook ongelooflijk gevaarlijk. Musk’s rijkdom en bedrijven zouden, net als die van alle miljardairs, in handen van de overheid moeten komen – te beginnen met Twitter en Tesla. Onder de democratische controle van de arbeiders in het hart van deze bedrijven, en met de inbreng van de bredere arbeidersklasse, zou alles wat nuttig wordt geacht ingezet worden voor het welzijn van de samenleving.
-
28 maart 1997. “De mooiste dag van mijn leven…”

Op de ochtend van 28 maart 1997 was ik op de personeelsvergadering van de arbeiders van Forges de Clabecq in de oude fabriek. De sfeer is gespannen omdat veel arbeiders dachten dat na de multicolore mars met 70.000 aanwezigen begin februari de situatie zou gedeblokkeerd geraken om jobs te redden.
door Francine Dekoninck
Het algemene gevoel was dat er actie moest worden ondernomen. De syndicale delegatie nam contact op met het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Vande Lannote om hen mee te delen dat zij de autoweg bij Wauthier-Braine symbolisch zouden bezetten. We liepen de 6 km naar het knooppunt van de snelweg. Onderweg vernamen we dat Vande Lanotte een mondeling akkoord gaf.
Aangekomen aan de op- en afrit van de autosnelweg kwamen er plots rijkswachters uit de bosjes. Ze vielen ons aan en zetten het waterkanon in. Wellicht dachten ze dat de arbeiders met lege handen waren gekomen. Dat was echter niet zo. Er waren enkele vrachtwagens met zand, stokken en wat gereedschap. Twee bulldozers begeleidden de betoging. Die werden naar voor gebracht om het waterkanon te neutraliseren. Er vlogen stenen en stokken in het rond. De rijkswachters moesten zich terugtrekken, sommigen konden niet snel genoeg weg zijn. Enkele voertuigen van de rijkswacht werden opzijgeschoven door de bulldozers. Het duurde slechts ongeveer tien minuten, maar het was de moeite!
Uiteindelijk konden we de snelweg niet op, maar we keerden trots terug naar de fabriek. Zoals in Asterix, waar de Galliërs de Romeinse legioenen in elkaar slaan, pronkten sommige arbeiders op de terugweg met hun trofeeën: wapenstokken, schilden, helmen van rijkswachters. Op de terugweg brachten enkele inwoners ons koffie, de kinderen van een school kwamen naar buiten om ons toe te juichen: misschien werkte hun vader of een oom in de smederijen.
Toen we in de fabriek aankwamen, droogde iedereen zijn truien aan draden die voor een palletvuur werden gespannen. Ik was uitgeput omdat ik meer dan 10 km had afgelegd, maar dit was de mooiste dag van mijn leven. Het was de dag waarop de arbeiders van Clabecq de rijkswacht een rammeling gaven. Op dat ogenblik wisten we nog niet dat de beelden van die veldslag de wereld zouden rondgaan…
-
Maarten Boudry: fluiten in het donker in dienst van de neoliberale globalisering

Op 10 maart publiceerde de wetenschapsfilosoof Maarten Boudry een essay over de weldaden van de globalisering in De Morgen. De academicus voelde zich geroepen om stemmen die opperen dat de globalisering deels wordt teruggedraaid tot de orde te roepen. Wanneer – zoals met de abrupte economische sancties tegen Poetins regime, het terugtrekken van multinationals uit Rusland en groeiende spanningen met China – een rooskleurig wereldbeeld van toenemende kapitalistische integratie en vermeende “vooruitgang” fundamenteel wordt ondermijnd, loopt de oude ideologie bij haar meest doctrinaire vertegenwoordigers doorgaans nog een kortademig rondje verder.
Door Peter (Leuven)
Wereldwijde aanvoerketens liepen spaak omwille van de veranderde patronen van consumptie tijdens de pandemie. Kapitalistische just in time-productie – bedoeld om winsten te optimaliseren – zorgde voor tekorten, onvermijdelijke flessenhalzen en draagt bij aan de sterk oplopende inflatie. Net zoals klimaatverandering de wereldwijde voedselproductie verstoort en een factor is in stijgende prijzen. Ook daarover geen woord: Boudry wacht – recht in de leer – nog altijd op een kapitalistisch-technologische fix om de effecten van klimaatverandering te stoppen. Dus veegt hij de tastbare gevolgen voor werkende mensen handig onder de mat.
Oekraïne is de graanschuur van een groot deel van de wereld. Maar over stijgende broodprijzen – die in de neokoloniale wereld kunnen leiden tot voedselrellen en mogelijk nieuwe revoluties tegen de heersende elites – opnieuw geen letter in Boudry’s betoog. “Libanon importeert 50 procent van zijn tarweconsumptie uit Oekraïne, gevolgd door Libië met 43 procent, Jemen met 22 procent en Bangladesh met 21 procent.” (Knack, 3/3/22). Was de globalisering ooit een factor in het laag houden van prijzen omwille van de superuitbuiting in onder meer Chinese fabrieken, dan jaagt ze in een fase van kapitalistische wanorde destabiliserende prijsstijgingen aan.
Veralgemeende “inflatie” is de tastbare realiteit die velen in de portefeuille voelen. Maar het woord “inflatie” slaagt erin, verrassend genoeg, om nergens te vallen in het hele betoog van Boudry! Krampachtig de illusie in stand houdend dat we nog steeds in de beste van alle mogelijke werelden leven. Boudry’s analyse gaat gebukt onder steeds flagrantere blinde vlekken. Zo vergaat het propagandisten van het winstsysteem, blind hun leerstellingen belijdend in een kapitalistische wereld die in diepere crisissen wegzinkt.
Een hele catalogus van blinde vlekken: Boudry heeft net zo min in zijn essay aandacht voor de pogingen van de Europese Unie om zich minder afhankelijk te maken van Russische gasproductie. De Amerikaanse regering-Biden besliste om een ban op Russische olie in te voeren. Het Amerikaanse imperialisme moet gaan bedelen bij dat andere toonbeeld van “vrijheid, democratie en lgbtq-rechten” Saoedi-Arabië om de olieproductie op te drijven. Een vicieus dictatoriaal regime dat in Jemen een menselijke catastrofe aanricht en al langer het oppompen van olie afremt omwille van onvrede met de eigen bondgenoten in Washington.
Het zijn tastbare elementen van deglobalisering in het kader van een opflakkerende nieuwe Koude Oorlog. Die wordt met de oorlog in Oekraïne een stuk warmer, met een gevaarlijke nucleaire dreiging er bovenop. Het kapitalisme lijkt een nieuw tijdperk van wereldwijde wanorde en toenemend protectionisme in te gaan. Met het VS- en Europese imperialisme aan de ene kant en het Chinese en Russische imperialisme – voorlopig nog in een bondgenootschap – aan de andere kant. Een voor de werkende klassen en armen giftige cocktail van opgeklopt nationalisme, klimaatrampen, geopolitieke spanningen, sociale achteruitgang en oorlog. Maar ook met een potentieel van revolte en revolutie tegen de barbarij van het afgeleefde kapitalisme.
Het kapitalisme probeert reeds 4 decennia een geleidelijke economische en politieke crisis toe te dekken met schuldenbergen en verhoogde uitbuiting. Maar vandaag in de nieuwe realiteit van kortere economische groeiperiodes en langer durende crisissen. Zoals ook beschreven door Engels, de compagnon van Marx, in zijn analyse van de depressie van de jaren 1870 tot begin jaren 1890. Een crisis waar het systeem toen tijdelijk uitkwam door de verovering van nieuwe markten en de ontwikkeling van het imperialisme. Tot die vroege faze van kapitalistische globalisering omsloeg in de verwoestende barbarij van Wereldoorlog I. Een politiek van concurrentie om markten en invloedsferen met andere, militaire middelen.
Marx had in Engeland een kapitalisme van conjuncturele overproductiecrisissen geanalyseerd. Hij reikte ook de sleutels aan voor de analyse van fasen van depressie. Een periode waarin de tegenstellingen van het systeem meer structureel worden: de neiging van de winstvoeten om te dalen in de productieve sectoren van de economie – zoals in de jaren 1960 tot begin jaren 1980 – en de neiging naar overaccumulatie van kapitaal, in het bijzonder wanneer veralgemeend in de lonen wordt gesneden om de winstvoeten terug te herstellen. Zoals tijdens de afgelopen 40 jaar van neoliberale besparingen op onze levensstandaard.
Boudry gaat ook voorbij aan de plannen van het Amerikaanse kapitaal en de Europese heersende klassen om, gesmeerd door overheidssubsidies, de productie van elektronische chips naar de eigen regio terug te brengen. Een strategisch vitale economische sector die ze nu eenmaal niet aan de “globalisering” en haar naïeve profeten kunnen overlaten, nu het wereldkapitalisme meer neigt naar het militair en via economische sancties uitvechten van de concurrentie tussen imperialistische machtsblokken.
Het klopt dat het terugbrengen van wereldwijde aanvoerketens naar het westen, of op z’n minst de eigen regio, slechts in een kleine minderheid van de gevallen is gebeurd tijdens de pandemie. Multinationals hebben deze optie wel onderzocht, maar zo’n ingewikkeld proces zou jaren duren. De meeste kapitalisten waren finaal niet bereid om hun meerwinsten op basis van superuitbuiting in lageloonlanden als China op te geven.
Om problemen in de aanvoerketens te vermijden werd eerder gekeken naar diversificatie in China zelf of werd uitgekeken naar andere lageloonlanden. Afhankelijkheid van slechts één leverancier van bv. grondstoffen, zoals de Financial Times rapporteerde, was niet langer houdbaar. En er werden grotere voorraden aangelegd: ‘just in time’ werd omgevormd tot ‘just in case’. Enkel voor strategisch essentiële sectoren of in het kader van stimulansplannen met elementen van een groene transitie – en op voorwaarde dat private winsten worden gesubsidieerd door de overheid – is het kapitaal bereid om productie hier te houden of te reshoren.
Deed de globalisering de armoede dalen?
Boudry herhaalt zijn bekende refrein dat de “globalisering” de armoede wereldwijd deed dalen. Hij baseert zich daarvoor op de rapporten van de Wereldbank omtrent “extreme armoede”. De belangrijkste factor voor de officiële daling van extreme armoede is echter de opkomst van kapitalistisch China.
Sinds vooral de jaren 1990 – ongeveer 40 jaar na de start van de kapitalistische bloeiperiode in het westen – kende China een graduele overgang naar kapitalistische eigendomsrelaties. De voormalige stalinistische, van bovenaf en bureaucratisch gedirigeerde planeconomie maakte plaats voor China als goedkope “fabriek van de wereld”. Een speeltuin voor westerse multinationals, zonder onafhankelijke vakbonden die in andere landen dikwijls nog een rem zetten op de uitbuiting. Periodes van sterke kapitalistische groei gedurende enkele decennia zijn ook in het westen voorgekomen. Het punt is, en dat vergeten propagandisten als Boudry, dat de interne tegenstellingen van de kapitalistische productiewijze het systeem uiteindelijk altijd doen stokken, zoals vandaag ook in China gebeurt.
De periode van “7 decennia van toenemende welvaart” na de Tweede Wereldoorlog dekt een breuklijn midden jaren 1970 toe. Het wereldkapitalisme ging toen een fase in van verval, herstel van winstvoeten ten koste van de lonen en levensstandaard, hogere armoede, toenemende uitholling van arbeidscontracten, ondermijning van de balans werk-gezin, exploderende langetermijnziekte als uitwas van de neoliberale tredmolen die Boudry professioneel opleukt, gebrek aan perspectief voor jongeren, crisis in ondergefinancierde sectoren als gezondheidszorg en onderwijs, en blijvend seksisme, racisme en achterstelling,…
De traditionele partijen verloren stelselmatig hun meerderheden in verkiezingen. Niet zo moeilijk om te zien waarom! Behalve als je een professionele pilaarbijter van de marktgerichte incrowd bent, zoals er in de burgerlijke media wel meer rondlopen (daarom vertrouwt niemand hen nog en worden ze platgesubsidieerd door overheden waar tegenover ze kritisch beweerden te zijn).
Boudry erkent zijdelings dat de marktgedreven globalisering niet enkel rozengeur en maneschijn opleverde. Werkenden in westerse bedrijven zagen hun jobs gedelokaliseerd worden. En dan is er nog dat kleine detail van het vaccinnationalisme. Boudry stelt de ontwikkeling van vaccins voor als een triomf van internationale samenwerking en dus “globalisering”. Zowel het Chinese staatskapitalisme als het westerse kapitalisme hadden tijdelijk een gemeenschappelijk belang in het vinden van vaccins tegen een ziekte die hun economieën en maatschappelijke stelsels ondermijnde. Het neemt niet weg dat de Chinese dictatuur aanvankelijk de uitbraak van het sterk overdraagbare virus probeerde te ontkennen en toe te dekken. De farmaceutische industrie nekte elke poging om de patenten vrij te geven, wat de Biden-administratie even opperde. Tot zover de “internationale samenwerking” omtrent de vaccins.
Vandaag staan de imperialistische machtsblokken met openlijk getrokken messen tegenover mekaar. Wie secundaire elementen met fundamentele processen verwart en schijn met werkelijkheid, zoals Boudry, zal geen betrouwbare gids zijn in de woelige periode van kapitalistisch verval die zich voor ons opent. Eerder een heilloos prediker in de kapitalistische woestijn.
Zelfs als er een opening komt voor een einde aan de oorlog in Oekraïne dan zal de nieuwe Koude Oorlog een bepalende factor blijven. Niet omdat geopolitiek “de economie” begint te domineren – zoals de commentator Martin Wolf suggereert – maar net omgekeerd. Zoals de marxist Lenin stelde: politiek is “geconcentreerde economie”.
Die kapitalistische economie komt na 40 jaar geleidelijke en kunstmatig toegedekte crisis voor een meer instabiele periode van verval en wanorde te staan. Net omwille van de zo lang opgehoopte tegenstellingen – inzake schuldenbergen, overaccumulatie van kapitaal, ongelijkheden in rijkdom en armoede, ondermijnde reserves bij de middengroepen, uitbreiding van het aantal zombiebedrijven, zeepbellen op de beurzen en huizenmarkten,… – zal het moeilijker worden om terug een schijn van stabiliteit en de “normale” groei en recessie-cyclus te creëren. Groei wordt korter en instabieler, crisis wordt meer ingebakken. De dialectiek bijt kortzichtig kapitalistisch crisisbeheer in de staart. Het futiele en van de realiteit losgezongen “pragmatisme” van de kleinburgerij en grote delen van de vakbondsleidingen bereidt een opening voor revolutionaire en marxistische ideeën voor.
De keuze is er niet een, zoals Boudry denkt, tussen globalisering en autarkie (een economisch op zichzelf terugplooien). Op kapitalistische basis is globalisering – de vrijmaking en internationale ineenschakeling van markten – altijd een tijdelijk fenomeen. Eigen aan periodes van relatieve groei. Periodes van diepe crisis neigen naar het omkeren van die trend en naar protectionisme. Nog nooit in de geschiedenis van dit systeem werd een periode van “globalisering” niet gevolgd door protectionisme, geopolitieke conflicten en oorlog. Het crisiskarakter van het winstsysteem – de wetmatigheden van crisis voortkomend uit de concurrentie tussen kapitalen – verpulvert telkens weer de verwachtingen van “geleidelijke en vreedzame vooruitgang”. Het alternatief op de onvermijdelijk falende kapitalistische globalisering is niet economisch op zichzelf terugplooien, maar socialistisch en strijdbaar internationalisme.
Ofwel sleurt de kapitalistische klasse de maatschappij de dieperik in van economisch en sociaal verval, oorlogen en aftakeling. Ofwel wint de arbeidersklasse in haar strijd voor degelijke lonen, sociale zekerheid en een democratisch socialistische breuk met het kapitalisme. De werkende massa’s, de jongeren en armen dienen dit systeem omver te werpen om te bouwen aan een economie onder controle van de werkende meerderheid: met democratische verkiezingen op de werkvloer, permanente afzetbaarheid van vertegenwoordigers, getrapte arbeidersdemocratie,… in een democratisch geplande economie in België en op wereldvlak.
-
Sovjet-Unie: de staking in Novotcherkassk van 1962
Uit de archieven van de klassenstrijd

Afbeelding uit de film ‘Dear Comrades’, gebaseerd op het verhaal van de staking in Novotcherkassk Na de dood van Stalin (1953) kwam Nikita Chroesjtsjov naar voren als de leidende figuur in de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU), nadat hij zijn gevaarlijkste rivaal Beria, de chef van de politieke politie, had uitgeschakeld. De volgende jaren werden gekenmerkt door gewelddadig onderdrukte arbeidersopstanden in verschillende Oost-Europese landen: de staking en opstand van bouwvakkers in Berlijn in 1953, de stakingen in Polen in 1956 of nog de Hongaarse opstand van 1956 die door Sovjettanks in bloed gesmoord werd.
door Guy Van Sinoy uit maandblad De Linkse Socialist
”De Sovjet-Unie zal de Verenigde Staten inhalen in productie per hoofd van de bevolking”
Aan het eind van de jaren vijftig ontwikkelden de Sovjets een ambitieus ruimtevaartprogramma waarmee zij de Verenigde Staten voor waren in de verovering van de ruimte: de eerste kunstmatige satelliet (Spoetnik) in oktober 1957, de eerste mens in de ruimte (Gagarin) in april 1961. Deze successen in de ruimte brachten Chroesjtsjov ertoe ambitieuze en totaal onrealistische voorspellingen te doen.
In oktober 1961 liet hij het 22e partijcongres een nieuw programma goedkeuren waarin werd aangekondigd dat de Sovjet-Unie de periode inging van “de opbouw van een communistische maatschappij waarin de bronnen van maatschappelijke rijkdom vrijelijk zullen stromen.” Hij kondigde aan dat binnen tien jaar “de Sovjet-Unie de Verenigde Staten zal overtreffen in productie per hoofd van de bevolking.”
Tegelijkertijd groeiden de rijen voor winkels met bijna lege etalages en schappen. Er deed een grap de ronde: journalisten gaan naar het huis van de beroemde kosmonaut Joeri Gagarin om hem te interviewen. Hij is er niet, maar zijn kinderen zeggen: “Hij is in de ruimte en zal over 30 minuten terug zijn.” En waar is jullie mama? “Ze is even in de rij gaan staan bij de slager, ze is hopelijk over vier of vijf uur terug.”
Novotcherkassk 1962
Chroesjtsjov verhoogde de prijs van vlees met 30% en die van melk, boter en eieren met 19%. De aankondiging wekte de bezorgdheid van de ambtenaren en de woede van de bevolking op. In de locomotieffabriek NEVZ in Novotcherkassk, een industriestad met 100.000 inwoners in het zuiden van Rusland, veranderde deze woede in opstand. Vooral nadat de lonen er verlaagd waren.
Op de ochtend van 1 juni kwamen een twaalftal werknemers van de walserij, die de dag tevoren een loonsverlaging van 30% te slikken kregen, in de werkplaats bijeen en ze bleven discussiëren in plaats van naar hun werkplek te gaan. De manager kwam naar beneden om hen de les te lezen. De arbeiders besloten naar buiten te gaan en lieten de sirene van de fabriek loeien om anderen mee te krijgen. Ze maakten kartonnen borden: “Vlees! Boter! Loonsverhogingen.” De populairste slogan was ongetwijfeld: “Chroesjtsjov in de pan”!
Een delegatie van NEVZ ging langs de fabrieken om de beweging uit te breiden. Drie uur later stonden 4.000 arbeiders voor het kantoor van de directie. De partijsecretaris stuurde een detachement van 200 soldaten, die in een oogwenk door de menigte werden weggejaagd. ‘s Avonds kwamen er machinegeweren en enkele pantservoertuigen om de directeurs te bevrijden die ‘gegijzeld’ waren door de stakers. Het Kremlin werd gealarmeerd. Chroesjtsjov stuurde Mikojan, één van zijn plaatsvervangers, ter plaatse.
De volgende ochtend betoogden 10.000 arbeiders met spandoeken met eisen en portretten van Lenin. Tanks blokkeerden hun pad. De menigte scandeerde: “Maak plaats voor de arbeidersklasse!” Een delegatie van stakers, aangevoerd door de arbeider Mokrooussov, had een ontmoeting met Mikojan. Ze eisten de terugtrekking van de troepen en de opheffing van de prijsstijging. Mikojan verklaarde niets te kunnen doen aan de prijsstijging. Het gesprek leverde niets op, maar voor het eerst werd het apparaat dat de arbeidersklasse beweerde te vertegenwoordigen rechtstreeks geconfronteerd met de klasse.
Repressie
De plaatselijke partijleider belde naar het Kremlin en vroeg Chroesjtsjov toestemming om de betogers uiteen te drijven. Een detachement speciale troepen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken kwam ter plaatse. Gewapend met machinegeweren, schoten ze op de menigte. Tientallen mensen raakten gewond. Er vielen veel doden. Hoeveel doden? Het cijfer is onzeker omdat de politie ‘s nachts de lichamen meenam om op een geheim gebleven plaats te begraven.
De volgende dag gingen de arbeiders niet aan de slag. Rond 9 uur ‘s morgens verzamelden 500 arbeiders zich voor het centrale politiebureau om de vrijlating te eisen van de betogers die de vorige dag waren gearresteerd. De plaatselijke partijleider verklaarde op de radio dat de actie het resultaat was van “hooligans, dronkaards en provocateurs” die “enkele onwetende arbeiders” op sleeptouw hadden genomen.
Zeven ter dood veroordeelden
De bureaucratie nam brutaal wraak voor de angst die de staking bij haar had opgeroepen. Veertien arbeiders kwamen voor de rechter. Ze werden als criminelen berecht en behandeld. Zelf mochten ze niet spreken, dat werd aan de door de rechtbank aangestelde advocaten overgelaten. Uiteindelijk werden zeven arbeiders, waaronder Mokrooussov, ter dood veroordeeld en de zeven anderen tot 10 à 15 jaar in een kamp of de gevangenis.
Novotcherkassk was het begin van het einde voor Chroesjtsjov. Het werd door het partijapparaat als één van de redenen aangegrepen om zich te ontdoen van de bijzonder onpopulaire partijleider.
-
Eindejaarskwis 2021

Foto: Wikimedia/commons 2021 was een jaar waarin meerdere crisissen van het kapitalisme zich verder opstapelden: de milieucrisis, de pandemie, de verder durende sociale crisis,… En dan te bedenken dat de heersende klasse na de val van het stalinisme in de jaren 1990 meende dat we in de beste van alle mogelijke werelden waren beland. Wat een horror voor de werkenden en jongeren. Maar ook de afkeer van het systeem en de strijd groeiden. Daarom, om niet te vergeten of te vergeven, in de strijd der klassen: de eindejaarskwis van het afgelopen jaar.Door Peter1/ Ondanks de oplopende prijzen en de uitgeholde index wensten regering en patroons een loonnorm van – wrijf even je ogen uit – slechts 0,4% door te drukken. Over 2 jaar tijd. De patroons maakten tijdens de pandemie ook van de gelegenheid gebruik om de starterslonen met gemiddeld meer dan 2% te laten zakken. Tegelijk werd er niets gedaan aan de oplopende energieprijzen. Nee, een Koopkracht Safe Pass schudt een kapitalistische regering niet zomaar uit haar mouw. Om ons tegen verder koopkrachtverlies te behoeden, hebben we eerder een revolutionaire regering van de werkende klasse nodig. Hoe heette de legendarische regering van het werkvolk die 150 jaar geleden de heersende elites kopbrekens bezorgde?a) De Commune van Merksemb) De Arbeidersraden van Knokke Zoute tot aan het Zwinc) De Ridders van de Arbeid van Chicagod) De Parijse CommuneAntwoord: d2/ Het nieuwe jaar was nog maar net begonnen of Donald Trump waagde zich op 6 januari aan een couppoging in Washington, ondersteund door een allegaartje van extreemrechts, wanhopige kleinburgerij, rijke beleggers met even niets om handen en aanhangers van complottheorieën allerhande. Hoe heette de zelfbenoemde sjamaan van QAnon die, aan het hoofd van de rechtse troepen, orde op zaken kwam stellen in Washington?a) Steve Bannonb) Jürgen Coningsc) Jacob Chansleyd) Alex JonesAntwoord: c3/ In 2021 kwam Gert Verhulst – ondernemer en TV-persoonlijkheid – met opwellende tranen op voor de enige minderheid die het volgens hem verdiende: het verketterde kapitaal, dat alles aan zichzelf te danken had. Ook de ontembare drang naar belastingontduiking in verre landen. Snik. Een minder goed oog had Gertje – zoals Samson hem legendarisch noemde – in mensen die financieel moeilijker de eindjes aan mekaar knopen: “Als je al heel je leven keihard werkt en nog altijd nergens bent geraakt, dan heb je iets verkeerd gedaan”. Aldus ons laatavondorakel.De werkers in de frontlinie van de pandemie weten alles van door gebrek aan overheidsinvesteringen “nergens geraken”. Waarom hebben al die helden van de werkende klasse in de zorg en in het onderwijs zich niet spontaan omgevormd tot Genieën van de Schepping als Gert Verhulst, die gretig munt slaat uit industrieel kindervertier met de diepgang van een versleten pantoffel? Welke partij moest volgens Verhulst dringend uit haar politieke quarantaine worden gehaald, daarbij feilloos zijn eigen klassebelang als rijke kapitalist volgend?a) Vlaams Belangb) Lijst Dedeckerc) De NSDAPd) De Partij voor even Onnozele als Narcistische ManagersAntwoord: a4/ Vooruit-voorman Conner Rousseau opende een evenement van zijn partij in oktober met een knal. Aan het scenario was maandenlang getimmerd door een door de wol geverfd team van reclamegoeroes, stylisten, kappers en de occasionele eigenaar van een wellness-boerderij. Conner zou dynamisch door een soort doek springen, op het podium zou witte rook voor een feeëriek schouwspel zorgen en Conner zou dan – als levende belichaming van alles wat lak heeft aan de wereld en zijn eigen electorale achterban – in koninklijk meervoud “We’re back bitches” in een microfoon gillen. Helaas, in de plaats van zwiepende présence die niet verdacht kon worden van enige diepgang, liep er een en ander mis. Wat?a) Conner stond eerst 3 minuten doelloos aan het doek te pulkenb) Toen het doek eindelijk moeizaam was opengewrikt, wilde het niet vlotten met de witte rook-explosiec) Conner begon vervolgens in de micro te vloeken dat zijn micro niet openstondd) Na al die ellende kon de Instagram-sensatie enkel nog “We’re back…” mompelen op een toon die liet vermoeden dat Vooruit zich reeds lang in de Vivaldi-regering had stukgeregeerde) Tot overmaat van ramp knalde vervolgens de Internationale in een deep house-versie door de boxenAntwoord: a, b, c en d. De house-versie van de Internationale haalde het na een nipte stemming op het partijbureau net niet.5/ Volgens de advocaten van Bart De Pauw had de man van Melle niets misdaan wat voor seriële stalking kon doorgaan. U stuurt toch ook wel eens honderden sms’en per dag naar uw zinnebeeld van liefdevolle aanbidding annex passionele versmelting. Niets machtsmisbruik van een superieur. De Pauw beweerde zelfs dat zijn gedrag mogelijk werd ingegeven door een “autismestoornis”. Daardoor zou een “Loop vriendelijk naar de pomp” hem eerder als “Misschien ga ik je sms’jes toch nog missen” in de oren hebben geklonken. In welke van de volgende steden organiseerde Rosa, de campagne tegen seksisme, op 25 november acties op de Internationale Dag tegen tegen geweld op vrouwen, wat meer dan 500 mensen op de been bracht?a) Gentb) Antwerpenc) Leuvend) Mellee) KortrijkAntwoord: a, b, c en e. Daarnaast ook in Brugge, Brussel en Luik. Aan Melle wordt gewerkt.6/ In de aanloop naar de klimaattop in Glasgow vonden er in België scholieren- en studentenacties plaats tegen de klimaatverandering. In Gent stroomden meer dan 1000 jongeren samen om op te komen voor “system change, not climate change”. Tot grote verbijstering van een journalist van De Morgen hadden de protesterende jongeren een “nieuwe vijand” gevonden in “het kapitaal”. Terwijl ze volgens deze gezant van de patronale inactie politiek neutraal moesten blijven, godbetert. Daarvoor had ook De Morgen-columnist Joël De Ceulaer Anuna De Wever aangepakt omdat ze het kapitalisme als oorzaak van de klimaatverandering aanduidde. Welke slogans bedachten deze redacteurs van De Morgen zelf – dienstbaar als altijd – tijdens een brainstormsessie voor de opstomende klimaatbeweging?a) Mei ’68 is gedaan. Loop als jongere niet achter een rode vaan.b) What do we want? Climate injustice! When do we want it? During business hours!c) Maatschappijkritiek? Nee! Collectivisme? Nee! Socialisme? Nee! Hipsterbars met wafels van zoete aardappelen, kikkererwten en guacamole? Ja!d) Parasitair kapitalisme? Ja! Biodiversiteit? Misschien!e) Mediamagnaten van de wereld, verenigt u in het produceren van de lichtjes slabakkende kapitalistische consensus!Antwoord: Redacteurs van De Morgen die zich schrap zetten tegen de linkerzijde binnen de klimaatbeweging verzinnen, ahum, geen slogans. Heren van stand zullen altijd wandelen. Zelfs gedachteloos de klimaatchaos in slenteren. Maar nooit lopen, laat staan slogans bedenken. Altijd zo genuanceerd als een klimaatoverstroming.7/ De Vlaamse regering heeft het wonderlijke idee opgevat om de klimaatcrisis op te lossen door de verplichte invoering van elektrische auto’s die de meeste mensen zich amper kunnen permitteren. De Bende van Jambon: een club nieuwe rijken die zich erover verbaast dat er nog werkvolk bestaat dat het geld niet op de rug ziet groeien. Ondertussen bouwen die rechtse politici het openbaar vervoer af. Ze geven de grote vervuilers subsidies in de plaats van ze in publieke eigendom te nemen onder arbeiderscontrole, wat de arbeidersbeweging dan maar zelf moet doen.Welke eisen brachten de 300 socialisten en marxisten van de delegaties van Rosa, ALS en International Socialist Alternative naar voren tijdens de massaprotesten op de klimaattop in Glasgow?a) Gratis en uitgebreid openbaar vervoer!b) Nationaliseer de energiesector onder democratische arbeiderscontrole!c) Isoleer alle huizen wijk per wijk via een publiek plan in het kader van democratisch socialistische planning!d) Tegen 2035 stevent de wetenschap af op de ombouw van Maarten Boudry en Joël De Ceulaer tot gigantische reactionaire energiebronnen, waarmee je de halve planeet kan verlichten! Of desgewenst verduisteren. Hangt ervan af welke knop mediakapitalist Christian Van Thillo heeft ingedrukt.Antwoord: a, b en c8/ Tijdens de zomer kloeg Plopsaland, of all places, over een tekort aan arbeidskrachten. Waar is de tijd dat werkende mensen zich voor een habbekrats als een manshoge muis met puntmuts lieten optuigen, terwijl ze een voorgekauwd verkoopspraatje over gesuikerde pinda’s dienden uit te stoten? Een pretpark voor het kapitaal vooral, die geinig bedoelde achtbaan naar de bestaansonzekerheid. Welke van de volgende attracties is er helaas niet in Plopsaland te zien?a) The Flying Bikesb) Super Splash (in de cash)c) Stuur alle miljardairs in een raket naar de maan en produceer naar behoefted) Het BallenbadAntwoord: cPrettige feesten voor alle arbeiders! -
Uit de archieven van de klassenstrijd. Bois du Cazier, 27 april 1942

De steenkoolmijn Bois du Cazier in Marcinelle is vooral bekend van de grote mijnramp op 8 augustus 1956 waarbij 262 mijnwerkers omkwamen, van wie meer dan de helft migranten.
door Guy Van Sinoy uit maandblad De Linkse Socialist
In dit artikel wil ik het echter over een andere belangrijke gebeurtenis in Bois du Cazier hebben. In de nacht van 26 op 27 april 1942 slaagde een groep gewapende partizanen erin 300 kilogram dynamiet en 2.000 ontstekingsmechanismen, die 170 meter onder de grond lagen opgeslagen, buit te maken.
De Gewapende Partizanen, opgericht door de Communistische Partij van België (PCB), waren kleine, volledig clandestiene sabotagegroepen. In totaal waren er meer dan 12.000 verzetsstrijders bij de gewapende partizanen. In Charleroi werden ze aangevoerd door Raoul Baligand, een mecanicien in de fabriek ACEC. Tijdens de burgeroorlog (1936-1939) in Spanje vocht Baligand tegen het fascisme. Hij kwam met een solide militaire ervaring terug.
De gewapende partizanen waren door communistische mijnwerkers gewaarschuwd dat Bois du Cazier zojuist een grote voorraad explosieven had ontvangen. Ze besloten door een list een groot deel van de explosieven te stelen. Twee groepsleiders, Raoul Baligand en Victor Thonet, bestudeerden het terrein gedurende veertien dagen. Baligand sloop ‘s nachts de kolenmijn binnen, terwijl Thonet, onder het voorwendsel werk te zoeken, zich onder de mijnwerkers begaf en hen vakkundig ondervroeg. De topografie van de plaats en de organisatie van de diensten hadden weldra geen geheimen meer voor hen.
Op 26 april 1942 om 22.30 uur kwam de groep partizanen bijeen op het kerkhof van Marcinelle, dat 200 meter van de kolenmijn lag. Zij maakten ruimte in twee kluizen, die eerder door Baligand waren ontdekt, om de explosieven naast de lijkkisten te verbergen. Gewapend en gemaskerd kwamen Baligand en Thonet om 23.45 uur de kolenmijn binnen. De huisbewaarder besefte dat het beter was om zich niet te verzetten. De andere leden van de groep, met revolvers in de hand, neutraliseerden de paar aanwezige arbeiders. Onder bedreiging met een pistool stemde de machinist ermee in de kooi te laten zakken die drie mannen van het commando naar de verdieping 170 bracht waar de explosieven waren opgeslagen. Om 3 uur ‘s nachts brachten de drie mannen, geholpen door mijnwerkers, het dynamiet naar boven. De hele groep partizanen vervoerde de kisten met explosieven naar het kerkhof om ze tijdelijk te deponeren in de grafkelder die van tevoren was vrijgemaakt. De operatie was een compleet succes zonder dat er ook maar één schot gelost werd.
Alvorens de plaats te verlaten, gebruikte Baligand een lading dynamiet van 5 kg om de machines van de luchtafvoerschacht op te blazen. De kabels waren gebroken en de kooien vielen op de bodem van de mijn. Het werk werd pas op 4 mei hervat. Een week later brachten de partizanen de kisten stilletjes van de begraafplaats naar een veilige plaats. De explosieven werden gebruikt voor sabotageoperaties in Henegouwen.
In het voorjaar van 1942 vertrok Baligand om de gewapende partizanen in de regio Centre te leiden. Hij werd in Charleroi vervangen door Victor Thonet, een schilder. De gewapende partizanen van Charleroi voerden heel wat acties: op 6 maart 1942 ontplofte er een bom in de gebouwen van het extreemrechtse Rex, een andere bij UTMI (‘vakbond’ van collaborateurs). Op 22 juni 1942 werd een bom gebruikt tegen de lokalen van de SS en in september 1942 werd de Rexistische burgemeester van Charleroi op straat doodgeschoten.
De nazi’s verhoogden het aantal gijzelingen en arrestaties. Na een aanklacht werd Victor Thonet gearresteerd, naar Breendonk gedeporteerd, gemarteld en vervolgens doodgeschoten in Schaarbeek. Vijf partizanen die op 27 april aan de operatie hadden deelgenomen, werden als gijzelaars gearresteerd en eind 1942 in Breendonk gefusilleerd: Joseph Boulanger (drukker), Gustave Derard (bediende), Roger Istasse (mijnwerker), François Lambert (monteur), Yvon Malevez (elektricien).
Toen de bevrijding naderde, werd Raoul Baligand benoemd tot nationaal commandant van het partizanenleger. Van 1946 tot 1949 was hij parlementslid voor de PCB, van 1946 tot 1952 gemeenteraadslid in Gilly. In 1952 keerde hij terug naar de fabriek als monteur. Vanaf het begin van de jaren vijftig was hij voorzitter van de Garcia Lorca, in Brussel, die als dekmantel diende voor de activiteiten van de Spaanse communistische partij in ballingschap.
-
Shanghai 1927: de verplettering van de Chinese revolutie
Uit de archieven van de klassenstrijd – 100 jaar CCP, deel 2

In de vorige krant heb ik kort China aan het begin van de 20e eeuw geschetst: een semi-koloniaal land met een economie waar de boerenmassa’s uitgebuit werden door grootgrondbezitters. De Qing-dynastie, verbonden met de landadel, leefde teruggetrokken in de Verboden Stad, delegeerde de macht in de provincies aan plaatselijke gouverneurs en gaf de grote imperialistische machten (Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Rusland, Japan …) territoriale “concessies” waar de industriële ontwikkeling geconcentreerd was.
door Guy Van Sinoy
De Kwomintang en de CCP
De Kwomintang (KMT) was een nationalistische republikeinse partij die in 1905 was opgericht door Sun Yat-Sen, een verwesterde intellectueel. De partij gaf uitdrukking aan de aspiraties van de middenlaag in de samenleving. De KMT leidde een door het officierskorps geïnitieerde opstand en de republiek werd in 1911 uitgeroepen. Noord-China bleef in handen van de krijgsheren, terwijl de invloed van de KMT zich verspreidde naar de zuidelijke steden waar de industrie was geconcentreerd: Kanton, Shanghai, Hongkong, Wuhan.
Toen zij in 1921 werd opgericht, telde de Chinese Communistische Partij (CCP) slechts enkele tientallen leden. Op aanraden van Comintern-gezanten moesten de leden van de CCP zich individueel aansluiten bij de KMT in een poging haar richting te geven. Toen Sun Yat-sen in 1925 stierf, nam de beroepsofficier Chiang Kai-shek de leiding van de KMT over. Tegen die tijd was de CCP een massapartij geworden met 60.000 leden. De rechtervleugel van de KMT werd bang en besloot, met instemming van Chiang Kai-shek, de communisten te bestrijden.
Na de mislukking van de Duitse revolutie in 1923 vestigden de leiders van de Comintern hun revolutionaire hoop op China om het isolement van Sovjet-Rusland te doorbreken. In Moskou steunden Stalin en Boecharin de deelname van de CCP aan de KMT, in het kader van de pseudo-theorie van het ‘vier-klassen-blok’ (nationale burgerij, kleinburgerij, arbeidersklasse, boeren). Gealarmeerd door de volgzame houding van de CCP ten aanzien van de KMT, luidden Trotski en Zinoviev (die in 1926 als voorzitter van de Comintern werd vervangen door Boecharin) de noodklok. Ze raadden de CCP aan om met de KMT te breken. “We zeggen aan de Chinese boeren dat de KMT-leiders hen onherstelbaar zullen bedriegen als ze de regering in Wuhan gehoorzamen en afzien van het opzetten van eigen onafhankelijke raden,” verklaarde Trotski op 24 mei in 1927 in een toespraak voor de leiding van de Comintern.
Kanton 1926, Shanghai 1927
In Kanton was in 1926 bijna alle macht in handen van het stakerscomité dat sinds juni 1925 de arbeiders had georganiseerd en over gewapende milities beschikte. Op 20 maart 1926 kondigde Chiang Kai-shek de staat van beleg af, liet de piketten ontwapenen en arresteerde de communisten die de staking leidden. De CCP, verlamd door de instructies van de Comintern, reageerde niet.
Shanghai huisvestte de helft van de fabrieksarbeiders van het land. Gesteund door de krijgsheren nam Chiang Kai-shek contact op met de imperialistische mogendheden om hun steun te verkrijgen. Op 12 april 1927 vielen de troepen van Chiang Kai-shek de vakbonden en alle arbeidersorganisaties in de stad aan. Duizenden communisten werden geëxecuteerd (doodgeschoten, onthoofd, of levend verbrand in de ketels van de locomotieven). Deze tragische episode van klassenstrijd betekende het einde van de massale invloed van de CCP in de Chinese arbeidersklasse. De Chinese revolutie die decennia later onder leiding van Mao Tse-tung zou plaatsvinden, steunde op het platteland.
Na afloop gaf de Comintern Chen Du-xiu, secretaris van de CCP, de schuld van de nederlaag. Chen Du-xiu werd uit de leiding gezet. Hij sloot zich aan bij Trotski en de Linkse Oppositie. In 1932 werd Chen Du-xiu door de KMT veroordeeld tot 13 jaar gevangenisstraf. Hij stierf in de gevangenis. Peng Shu-zhi, de rechterhand van Chen Du-xiu, had verscheidene malen voorgesteld om met de KMT te breken. Uitgesloten uit de leiding en vervolgens uit de CCP, sloot Peng Shu-zhi zich met Chen Du-xiu aan bij de Linkse Oppositie en vervolgens in ballingschap bij de Vierde Internationale waar hij actief bleef tot aan zijn dood in 1983.
-
De eerste stappen van de communistische beweging in China
Uit de archieven van de klassenstrijd

Chen Duxiu Deze zomer hadden de media aandacht voor de 100ste verjaardag van de oprichting van de Chinese Communistische Partij. Over de oprichting zelf bleef deze aandacht beperkt tot de datum (28 juli 1921) en de plaats (een klein huis in de Franse wijk van Shanghai), eventueel gevolgd door een verwijzing naar de Lange Mars (1934-35) onder leiding van Mao Zedong. In Europa is over het algemeen zeer weinig geweten over de geschiedenis van China, zijn verre verleden en de revolutionaire omwentelingen die het land in de 20e eeuw kende. In het eerste deel van dit artikel gaan we in op de oprichting van de CCP en de aanloop ernaar. In oktober volgt een tweede deel.
Artikel door Guy Van Sinoy uit De Linkse Socialist
1911: het Chinese rijk valt uiteen
Het Chinese rijk dateert van 20 eeuwen voor onze tijdrekening. Zo dateert het terracotta krijgersleger dat in Xian begraven ligt uit het Quin-rijk (220 v.C.), dat is vóór het Romeinse Rijk. In de 19e eeuw lieten de imperialistische mogendheden hun begerige ogen vallen op China. Van 1839 tot 1842 voerde Groot-Brittannië een oorlog om China open te stellen voor de in India geproduceerde opium. Vervolgens leidde een imperialistische coalitie (Groot-Brittannië, Frankrijk, VS) een tweede Opiumoorlog van 1856 tot 1860. Deze imperialistische militaire expedities hadden tot doel het land te strippen en territoriale concessies af te dwingen. Anderzijds vochten meer dan 1.500 krijgsheren, groot en klein, tegen elkaar, district tegen district, en streken jaren van tevoren belasting op.
Vier bataljons van het leger onder leiding van jonge republikeinse officieren die zich al jaren tegen de Quing-dynastie verzetten, gingen in oktober 1911 tot actie over in Wuhan, het economische hart van centraal China. Ze bezetten de kazernes, vielen het paleis aan en dwongen de gouverneur te vluchten. In minder dan een maand tijd stapte het grootste deel van Zuid-China over naar de kant van de revolutie. Het rijk stortte in als een kaartenhuis. Puyi, de laatste keizer van de Quing-dynastie, deed op 10 oktober 1911 afstand van de troon en in de hoofdstad Nanjing werd een voorlopige regering gevormd, geleid door Sun Yat-sen.
In 1912 richtte Sun Yat-sen een burgerlijke nationalistische partij op, de Kwomintang (Nationale Volkspartij). De Chinese burgerij pleitte voor de hereniging van het land, de eenmaking van de nationale markt en de opheffing van alle belemmeringen, zoals de burgerij in Europa had gedaan tijdens de eeuwen van haar opkomst. Ondanks haar verlangen het land te bevrijden van feodale overblijfselen, vreesde de Chinese burgerij de opkomst van de arbeidersklasse.
Klassenstrijd schudt het land door elkaar
De ellendige situatie van de Chinese werkende klasse deed denken aan de situatie van de Engelse arbeiders zoals door Friedrich Engels beschreven in 1844, maar dan nog erger. Er braken doorgaans spontane stakingen uit rond economische eisen en voor betere arbeidsomstandigheden. De periode 1922-23 werd gekenmerkt door massale stakingen. Zo staakten 120.000 zeelieden in Hongkong in januari 1922. Ze voerden 56 dagen actie voor hogere lonen. De buitenlandse reders moesten wel toegeven. In oktober legden 50.000 mijnwerkers in Kailan (een door China en Groot-Brittannië beheerde mijn) 25 dagen lang het werk neer om een loonsverhoging te eisen. De repressie was vaak brutaal. Tijdens de algemene staking van de spoorwegarbeiders in 1923 werd Lin Xiangqian, secretaris van de vakbond, met een zwaard onthoofd omdat hij weigerde op te roepen tot de hervatting van het werk.
23 juli 1921: oprichting van de Chinese CP
Bij haar oprichting was de Chinese Communistische Partij een zeer kleine organisatie met slechts enkele tientallen leden. De leidende figuren waren Li Dazaho en Chen Duxiu, een prestigieuze intellectueel die tot algemeen secretaris werd gekozen. Mao Zedong was weliswaar aanwezig op het congres, maar nam niet actief deel aan de debatten. Op grond van zijn ervaring in Indonesië stelde de Comintern-gezant Maring (Henk Sneevliet) voor dat de CCP de Kwomintang zou steunen. Chen Duxiu was daar echter tegen. In het begin van de jaren twintig was de Kwomintang slecht georganiseerd en Sun Yat-sen vroeg Moskou, dat welwillend reageerde, om zijn organisatie te versterken.
In 1923 telde de Chinese CP 420 leden. Het trad toe tot de Kwomintang, die 50.000 leden had. Sun Yat-sen stierf in maart 1925. De beroepsmilitair Chiang Kai-shek manoeuvreerde om de leiding van de Kwomintang te nemen… (wordt vervolgd).
-
Op de oceanen en in de havens: de maritieme afdeling van de Comintern (1923-1943)
Uit de archieven van de klassenstrijd

Valtin Gepubliceerd in de Verenigde Staten in 1941 onder de titel ‘Out of The Night’, werd de autobiografie van Jan Valtin (pseudoniem van Richard Krebs), een Duitse communistische zeeman actief op alle oceanen en in veel grote havens (Hawaii, Californië, China, Maleisië, West-Europa, Rusland) al snel een bestseller.
door Guy Van Sinoy uit maandblad De Linkse Socialist
De auteur werd in 1904 in Duitsland geboren. Zijn vader was scheepvaartinspecteur in het Verre Oosten. Valtin volgde zijn familie van haven tot haven. “Op 14-jarige leeftijd sprak ik, naast mijn eigen taal, redelijk goed Chinees en Maleisisch, ik kon me redden in het Zweeds, Engels en Italiaans.” Valtin keerde tijdens de Eerste Wereldoorlog terug naar Duitsland, werd op 16 jaar lid van de Communistische Partij in Duitsland (KPD) en nam deel aan de opstand in Hamburg in 1923.
Vanaf dat moment was zijn leven nauw verbonden met het revolutionaire vuur dat zich in de jaren twintig en dertig over de hele wereld verspreidde. Als zeeman bevoer hij de wereldzeeën, meestal als verstekeling. Hij organiseerde communistische kernen in havens op alle continenten. Hij deed dit politieke werk in het kader van de rode vakbondsinternationale (Profintern) om een internationale organisatie van zeelieden en dokwerkers op te zetten.
Jan Valtin was een schimmige en geheimzinnige figuur. Hij behoorde tot de ‘rode voorhoede’ die onophoudelijk de werkende massa’s op het pad van de gewapende opstand wilde leiden. Hij volgde de instructies van de partij, ondanks zijn twijfels, en kwam op die basis tot het standpunt dat de belangrijkste vijand in Duitsland de sociaaldemocratie was. Naast tal van fascinerende onthullingen maakt dit boek ook duidelijk hoe de machtsovername van Hitler mee te danken was aan de door Moskou gedicteerde verkeerde strategieën.
In 1933 werd Valtin opgepakt door de Gestapo. Samen met duizenden communisten en socialisten werd hij naar de eerste concentratiekampen gestuurd. Zijn zoon werd onder dwang ingelijfd bij de Hitlerjeugd. Na jaren van marteling ontsnapte Valtin aan de hel door zich voor te doen als een dubbelagent binnen zijn organisatie.(1)
Hij werd al gauw opgejaagd door zowel de Gestapo als de GPU (Russische geheime dienst). Hij trok naar de VS waar hij, zonder ook maar iets van zijn eerdere strijd te verloochenen, het adembenemende boek ‘Out of the Night’ schreef.
Dit boek is een krachtige getuigenis van de immense moed en de geest van zelfopoffering van een hele generatie arbeiders-activisten tegenover het nazisme. Het was ook één van de eerste aanklachten van de misdaden van het stalinisme voor een groot publiek.
(1) Valtin deed alsof hij zich aansloot bij de Nazi’s, op instructie van zijn communistische superieur Ernst Wollweber. Van 1953 tot 1957 stond Wollweber aan het hoofd van de politiemacht (Stasi) van de Duitse Democratische Republiek (DDR).
-
Uit de archieven van de klassenstrijd. Het tragische verhaal van Margarete Buber-Neumann
Gedeporteerd naar de Goelag, door Stalin overgedragen aan de Gestapo
Dit is het tragische verhaal van Duitse communisten die in de klauwen van Stalin vielen. Margarete Thüring sloot zich in 1926 op 25-jarige leeftijd aan bij de Communistische Partij van Duitsland (KPD). Ze trouwde met Rafael Buber en kreeg twee kinderen. In 1929 ging het koppel uit elkaar. Daarna was Margarete samen met Heinz Neumann, een jonge en briljante medewerker van de KPD aan wie belangrijke internationale taken werden toevertrouwd in China en Spanje.door Guy Van Sinoy
In 1932 botste Neuman, lid van het parlement en van het Politiek Bureau van de KPD, met KPD-voorzitter Ernst Thälmann. Aanleiding was de kwestie van het ‘rood-bruine’ volksreferendum: een gezamenlijk initiatief tot referendum van de nazi’s en de communisten tegen de socialisten in de deelstaat Pruisen. Neumann werd aan de kant geschoven en werd in 1935 naar Moskou geroepen. Daar werd hij in april 1937 opgepakt door de geheime politie (NKVD). Hij verdween voorgoed, waarschijnlijk werd hij vermoord.
In juni 1938 wordt Margarete op haar beurt gearresteerd door de NKVD. In een schijnproces werd ze beschuldigd van contrarevolutionaire activiteiten en veroordeeld tot vijf jaar in een werkkamp. Ze werd gedeporteerd naar de Karaganda goelag in Kazachstan, waar ze twee jaar in erbarmelijke omstandigheden doorbracht.
In augustus 1938 werd het Hitler-Stalinpact ondertekend tussen de Sovjet-Unie en Duitsland. In het kader van dit akkoord werden Duitse communisten, die in de Sovjet-Unie hun toevlucht hadden gezocht, in 1940 aan Hitler uitgeleverd. Na twee jaar in de goelag werd Margarete Buber-Neumann overgedragen aan de Gestapo, die haar opsloot in het concentratiekamp Ravensbrück, ten noorden van Berlijn. Ze bracht er vijf jaar door en raakte bevriend met gedeporteerde verzetsstrijders: de Franse etnologe Germaine Tillon en de Tsjechische journaliste Milena Jesenska die in 1944 overleed en wier biografie Margarete schreef.
De kampleiding liet in april 1945 een groot aantal gevangenen vrij toen het Rode Leger aan een opmars bezig was. Margarete begon aan een lange reis te voet door Duitsland om aan het Sovjet-leger te ontkomen en zich bij haar familie in Beieren te voegen.
Ze schreef na de oorlog verschillende boeken:
- Gedeporteerd naar Siberië, gevangene van Stalin en Hitler
- Gedeporteerd naar Ravensbrück, gevangene van Stalin en Hitler
- Milena