Milleniumdoelstellingen worden niet gehaald. Winsthonger versterkt armoede

Binnen drie weken is een plenaire zitting van de Verenigde Naties in New York gepland om te discussiëren over de vooruitgang inzake de Milleniumdoelstellingen. Bij het begin van dit millenium, in september 2000, stelden meer dan 150 wereldleiders, van presidenten over premiers tot kroonprinsen, in de gebouwen van de VN acht doelstellingen op voor de strijd tegen armoede. Eind september wordt nagegaan hoe die doelstellingen kunnen worden aangepast.

Joe Higgins

De eerste milleniumdoelstelling was het “uitroeien van extreme armoede en honger”. Tegen 2015 moest het aandeel van de bevolking dat moet rondkomen met minder dan 1 dollar per dag worden gehalveerd. Er moest volledige en productieve tewerkstelling aan degelijke condities komen voor iedereen, inclusief vrouwen en jongeren. Het aandeel van de mensen die honger lijden, moest gehalveerd worden.

Zal het wereldkapitalisme – het systeem waarop beroep wordt gedaan om de doelstellingen te bereiken – in staat zijn om deze doelstellingen te realiseren? Zelfs de VN is daar niet bepaald zeker van. “De milleniumdoelstellingen kunnen worden behaald, maar er is een dringende noodzaak om te antwoorden op uitdagingen, falen te erkennen en samen te werken aan de obstakels die zich stellen. We zullen hiertoe een pioniersrol moeten spelen en hebben nood aan politieke wil…”

Een recent artikel in het bekende Duitse magazine Der Spiegel stelt dat er ook in de VS een groeiende voedselonzekerheid is: 50 miljoen Amerikanen hebben tijdelijk niet genoeg eten. Een op de acht volwassenen en een op de vier kinderen leeft van voedselhulp. Als dit de situatie is in de belangrijkste kapitalistische macht ter wereld, hoe kunnen we dan hopen dat dit systeem de hele wereld kan voeden?

In 2007 en 2008 waren er nog “voedselrellen” in een 30-tal landen, het ging om bewegingen van de bevolking tegen de snel oprukkende voedselprijzen. De VN-organisatie voor Voedsel en Landbouw stelde in het rapport “Honger in opmars” onder meer dat “deze tumultueuze ontwikkelingen 75 miljoen mensen toevoegden aan de rangen van de hongerigen en naar schatting 125 miljoen extra mensen in extreme armoede terecht bracht.”

De realiteit is dat de winsthonger vanwege de machtige grote bedrijven en handelaars die de voedselproductie en distributie controleren (en bijgevolg ook de prijzen bepalen in een groot deel van de wereld) hoger wordt geplaatst dan de uitroeiing van de fysieke honger van honderden miljoenen mensen.

Speculatie door financiële investeerders kende een opmars in de markten van de grondstoffen en de futures (toekomstige grondstoffen). Dit heeft de prijzen verder doen toenemen. Zo zijn speculanten erg actief op het vlak van graan, koffie, rijst en soja. Sinds april zijn de graanprijzen met 17% gestegen en de sojaprijs met 12%.

Armajaro, een Londens hefboomfonds dat gespecialiseerd is in de handel van koffie en cacao, kocht recent voor 1 miljard euro aan cacaobonen waardoor het financieel fonds meer dan 7% van de wereldwijde cacao-oogst in handen heeft. Dat komt overeen met de jaarlijkse vraag in een land als Duitsland. De oogst in Ivoorkust was dit jaar erg slecht. De cacaoprijzen zijn gestegen naar het hoogste niveau in 33 jaar waardoor Armajaro een immense winst zal boeken.

De Britse krant The Guardian berichtte dat de investeringbank Goldman Sachs vorig jaar meer dan 5 miljard dollar winst maakte door handel in grondstoffen. Dit is dezelfde investeringsbank die rijk werd door de miserie van arme Amerikanen in de sub-prime kredietcrisis waarbij de speculatie de wereld in een recessie terecht bracht in 2008.

Dezelfde neoliberale waanzin die leidde tot de financiële ineenstorting heeft ook vernietigende gevolgen in de arme landen. In de jaren 1980 en 1990 legden het IMF en de Wereldbank structurele aanpassingsprogramma’s op aan de armste landen. Deze programma’s moesten ervoor zorgen dat er geen landbouwsubsidies meer werden gegeven, de controle op de prijzen werd afgebouwd, invoerheffingen werden afgeschaft en de economie werd geprivatiseerd. Dit heeft de grote multinationals een duw in de rug gegeven, maar het bedreigt de voedselveiligheid van de lokale bevolking.

Productie voor lokale behoefte werd vervangen door de productie van bepaalde goederen voor de export met een tendens naar een erg homogene (niet gediversifieerde) landbouw. Dit leidt tot een absurde situatie waarbij voormalige voedselexporterende landen afhankelijk worden van import en kwetsbaar worden voor prijsschommelingen op de wereldmarkt. Ook het stimuleren van ethanol en biobrandstoffen speelt daar een rol in.

De VN Conferentie over Handel en Ontwikkelingen (UNCTAD) erkent dat “de liberalisering van de markt en de privatisering van de grondstoffensector heeft niet geleid tot een grotere stabiliteit van de wereldwijde grondstoffenprijzen. Er is een breed ongenoegen tegenover het resultaat van de ongereguleerde financiële en grondstoffen markten die niet in staat zijn om betrouwbare prijssignalen te geven aan de producenten.”

Om een einde te maken aan de honger in de wereld, zou het meest eenvoudige “pioniersidee” dat zijn om voedsel te produceren om iedereen te eten te geven en niet om speculanten en grote bedrijven te verrijken. Haal de speculanten uit onze voedselketen, breng de agro-industrie onder gemeenschapsbezit en democratische arbeiderscontrole. Steun kleine producenten met duurzame technologie en zorg voor vaste prijzen. Dat kan een einde maken aan de opmars van de honger in de wereld en het biedt een basis om de strijd tegen verdere klimaatveranderingen aan te gaan.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop