Achter de retoriek – zou Obama echt verandering brengen?

De campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen toont een enorme woede onder arbeiders en jongeren. Na acht jaar Bush is er een afkeer tegen het rechtse beleid dat enkel de grote bedrijven ten dienste was en de VS meesleurden in uitzichtloze oorlogen in Irak en Afghanistan. De Democraten waren daarbij medeplichtig voor de misdaden van Bush. De economische problemen in eigen land versterken het ongenoegen: 75% van de Amerikanen is niet tevreden met de huidige gang van zaken.

Dan DiMaggio, Socialist Alternative (VS)

Barack Obama speelt in op dat ongenoegen en de breed gedragen roep naar verandering. Hij stelt zichzelf voor als een uitdager voor het establishment in Washington. De campagne van Obama heeft miljoenen arbeiders, jongeren en Afro-Amerikanen gepolitiseerd op basis van een begrijpbaar enthousiasme voor de mogelijkheid van een eerste zwarte president.

Wij willen ook een einde aan het rampzalige beleid van Bush en de Republikeinen. Maar als we achter de retoriek kijken naar het beleid waar Obama voor staat, merken we dat hij nauwe banden heeft met de grote bedrijven en zal staan voor een verderzetting van het beleid van het gevestigde establishment. Obama heeft veel verwachtingen gecreëerd, maar kan enorme ontgoochelingen veroorzaken omdat hij niet zal staan voor de verhoopte verandering. Hij voert een linkse campagne om een rechts beleid te voeren.

Socialist Alternative denkt dat noch McCain noch Obama de stem verdienen van de jongeren en arbeiders die echte verandering willen. Wij steunen de onafhankelijke campagne van Ralph Nader die zich verzet tegen de oorlog en tegen het establishment. Dat is volgens ons de beste manier om radicale eisen te populariseren en in te gaan tegen het tweepartijensysteem waarbij enkel de belangen van de rijksten aan bod komen.

In tegenstelling tot Obama en McCain staat Nader voor een volledige terugtrekking van de troepen uit Irak, een forse besparing op het defensiebudget, een leefbaar loon en een universele gezondheidszorg. Iedere stem voor Nader is een stem tegen het establishment en de twee partijen van het establishment die verantwoordelijk zijn voor de oorlog in Irak, het gebrekkige gezondheidsstelsel, armoede, seksisme, racisme,… We bekijken enkele mythes over Obama om duidelijk te maken waarom hij niet voor echte verandering staat.

De mythe van de kleine donateurs

Obama heeft zijn succes bij het ophalen van kleine giften gebruikt om de illusie te creëren dat het de gewone kleine man is die zijn campagne controleert.

Hij hield zich niet aan zijn belofte om op openbare financiering beroep te doen bij de verkiezingscampagne en verklaarde dit als volgt: “We hebben een parallel publiek financieringssysteem gecreëerd waarbij het Amerikaanse volk beslist of ze een campagne wil steunen en op het internet gaat om het te financieren. Zij zullen evenveel toegang en invloed hebben over het verloop en de richting van onze campagne, als er traditioneel was voor de rijken en machtigen.’ (NY Times, 10 april)

Ondanks alle kleine giften, is de campagne van Obama toch grotendeels afhankelijk van de superrijke donateurs. Hij kreeg miljoenen van grote bedrijven, wiens vertegenwoordigers deelnemen aan wekelijkse telefoonconferenties met de verantwoordelijken voor de campagne. Dat soort betrokkenheid is er niet voor de gewone kiezers.

Op 18 augustus haalde Obama bijvoorbeeld 7,8 miljoen dollar op in drie uur tijd. Dat gebeurde met een etentje waarbij de aanwezigen tussen 2.300 en 28.500 dollar betaalden voor een bord. Dat is slechts één van de vele voorbeelden die duidelijk maken dat het geld wel degelijk bij de rijksten wordt gezocht.

De New York Times stelde dat het geheim van de financiële steun van Obama bestaat uit een “falanx van meer dan 500 ‘bundlers’, fondsenwervers die allen bijdragen hebben verzameld voor een totaal bedrag van 50.000 dollar of meer. Heel wat van die ‘bundlers’ komen uit de bedrijfswereld en hebben belangrijke belangen in Washington… Advocaten vormen met hun 130 de grootste groep, velen van hen werken voor bedrijven die ook veel lobbywerk verrichten. Minstens 100 bundlers zijn topmanagers of hooggeplaatsten uit de investeringsbedrijven, bijna twee dozijn van de bundlers werken voor financiële reuzen als Lehman Brothers, Goldman Sachs of Citigroup. Zowat 40 anderen komen uit de vastgoedsector”. (“Big Dollar Donors Are Major Force in Obama Campaign,” 8/06/08).

Obama neemt misschien zelf geen directe giften aan van bedrijven, maar zijn geld komt intussen wel van persoonlijke giften van belangrijke figuren uit de bedrijfswereld en zijn Democratische Partij blijft directe steun aanvaarden van de grote bedrijven.

Heel wat bedrijven hebben meer dan een miljoen dollar gegeven om de Nationale Conventie van de Democraten in Denver te sponsoren. “De sponsors werd toegang beloofd tot verkozenen en topfiguren van de Democraten op een groot aantal feestjes en recepties.” (NY Times, 14 juli)

De belangrijkste fondsenwerver voor de Nationale Conventie was Steve Farber die onder meer werkt voor AT&T en Comcast, twee bedrijven die veel voordeel haalden uit de beslissing van Obama en andere Democraten om de telecomsector immuniteit toe te kennen. Dit geeft nogmaals aan hoe nauw de banden zijn tussen de politieke elite, waartoe Obama behoort, en de bedrijfswereld.

Obama en de economische crisis

Velen hopen dat Obama iets zal doen aan de toenemende ongelijkheid in de Amerikaanse samenleving en dat hij zal vermijden dat de lonen van de arbeiders verder afnemen, hun jobs verloren gaan, de gezondheidskosten de lucht ingaan, de prijzen voor energie toenemen of dat gezinnen uit hun huizen worden gezet. De campagne van Obama is evenwel nauw verbonden met heel wat figuren die mee verantwoordelijk zijn voor deze situatie.

De lijst van belangrijkste donateurs biedt een kijk op de top van de bankwereld, van Goldman Sachs over JPMorgan en Citigroep, alle belangrijke actoren van de kredietcrisis zijn van de partij.

Dat verklaart waarom Obama zich verzet tegen een moratorium op de openbare verkopen van huizen of het bevriezen van de intresten op hypotheken terwijl 2,5 miljoen Amerikanen dit jaar hun huis zullen verloren hebben. Het verklaart ook waarom Obama tegen het voorstel stemde om de intrest op kredietkaarten met 30% te verminderen of waarom hij zich verzet tegen een grotere controle op de bankwereld.

Obama stelde recent op CNBC: “Kijk, ik ben voor groei en voor de vrije markt. Ik hou van de markt”. Het hoofd van zijn economisch team, Jason Furman, werkte eerder ook voor Wal-Mart, een bedrijf met een geschiedenis van strijd tegen de vakbonden. Obama gebruikt een populistische retoriek en sprak zich tijdens de voorverkiezingen uit tegen bijvoorbeeld het vrijhandelsakkoord NAFTA. Zijn belangrijkste economische adviseur stelde de Canadese ambassadeur in de VS hierna evenwel onmiddellijk gerust met de stelling dat deze kritiek “meer te maken hadden met een politiek maneuver dan met beleid”. (AP, 3 maart)

Obama bevestigde de holheid van zijn populistische retoriek toen hij in juni een interview gaf aan Fortune waarin hij stelde dat zijn kritiek op NAFTA overdreven was. Hij beloofde om de onderhandelingen rond NAFTA te heropenen.

Gevaar voor onze democratische vrijheden

Het grootste verraad van Obama kwam er misschien nog toen hij in juli voor de Foreign Intelligence Surveillance Act (FISA) stemde, ondanks een eerdere belofte om in het verweer te gaan tegen dit wetsvoorstel.

Deze wet geeft met terugwerkende kracht immuniteit aan de grote telecommunicatiebedrijven die het de regering mogelijk maakten om op illegale wijze miljoenen Amerikaanse e-mails en telefoongesprekken te onderscheppen. Bovendien wordt voorzien in de mogelijkheid om dergelijke activiteiten in de toekomst uit te breiden.

Het is ook niet verwonderlijk dat Obama ervoor stemde om de Patriot Act te verlengen in 2005.

Is Obama tegen de oorlog?

Bij de voorverkiezingen legde Obama sterk de nadruk op het feit dat hij al voor de inval in Irak tegen de oorlog was. In het parlement heeft hij nochtans consistent voor de oorlogsbegrotingen gestemd.

Obama belooft om alle gevechtseenheden binnen de 16 maanden terug te trekken, bij zo’n terugtrekking zouden er nog 60.000 tot 90.000 Amerikaanse soldaten enkele jaren in Irak blijven naast de private huurlingen van bedrijven als Blackwater. Obama kwam recent terug op zijn belofte en stelde bereid te zijn om te werken aan een “verfijning” van de kalender voor de terugtrekking van de troepen.

Dat klinkt niet erg anti-oorlog, het is eerder een poging om de positie van het VS-imperialisme te versterken. Het standpunt van Obama wordt gedeeld door een groeiend deel van de heersende elite in de VS die beseft dat er een onhoudbare situatie is in Irak en dat op zowel economisch, militair als politiek vlak. Er wordt een uitgeweg gezocht uit het moeras dat ze zelf hebben gecreëerd.

Uit een recente peiling van het Foreign Policy en het Center for American Progress blijkt dat 69% van de nationale veiligheidsexperts voorstander is van het terugtrekken van de meeste Amerikaanse troepen uit Irak in de komende 18 maanden waarbij deze troepen worden overgebracht naar Afghanistan en de Perzische Golf. De heersende klasse (en Obama) blijven intussen negatief staan tegenover een volledige terugtrekking van alle troepen. Ze willen vermijden dat het Amerikaanse prestige dermate wordt ondermijnd door een vernederende terugtrekking. Irak bevindt zich in het hart van de Perzische Golf en beschikt over heel wat oliereserves. Bovendien is er een gevaar van een opsplitsing van Irak of een regionale oorlog.

Obama wil minstens 10.000 extra soldaten naar Afghanistan sturen om de Amerikaanse bezetting daar te ondersteunen. Op dit vlak is hij het eens met Bush en McCain. Onder het mom van een oorlog tegen het terrorisme, gaat de oorlog in Afghanistan (net als in Irak) in werkelijkheid over de macht en het prestige van het VS-imperialisme, niet over de belangen van gewone Amerikanen of Afghanen.

Obama herhaalt in feite de oproepen van Bush om het aantal Amerikaanse soldaten te vermeerderen met 92.000. Obama zegt dat hij het Amerikaanse defensiebudget wil behouden, momenteel bedraagt dit meer dan 600 miljard dollar wat meer is dan de militaire uitgaven van alle andere landen samen.

Hij heeft 30 miljard dollar Amerikaanse steun beloofd aan de Israëlische regering, voornamelijk militaire steun. Hiermee zou de Israëlische regering de onderdrukking van de Palestijnen kunnen verderzetten. Obama heeft zich ook uitgesproken voor de annexatie van het Arabische Oost-Jeruzalem. Ondanks alle beloften voor meer diplomatie, is Obama voor een verderzetting van de blokkade van Cuba, militaire steun aan het rechtse repressieve regime van Colombia en beloofde hij een hard standpunt in te nemen tegen Iran.

Obama en de Afro-Amerikanen

De verkiezing van een eerste Afro-Amerikaan in het Witte Huis, in een land waar 40 jaar geleden zwarten nog werden vermoord indien ze opkwamen voor stemrecht, zou zeker geen onbelangrijk gegeven zijn. Obama wijst op de economische en sociale achterstelling van Afro-Amerikanen, maar hij beperkt zijn antwoord tot vriendelijkere topmanagers of de individuele verantwoordelijkheid van zwarten voor hun eigen lot.

Obama steunde de hervorming van de sociale zekerheid onder Bill Clinton, ook leidden die besparingen tot heel wat problemen onder zwarten en Latino’s die niet langer federale steun kregen. De regering bood deze bevolkingsgroepen geen degelijke jobs of huisvesting. Obama weigert iedere kritiek op het structurele racisme dat voortkomt uit het Amerikaans kapitalisme dat zich heeft opgeworpen op de brutale uitbuiting van Afrikaanse slaven en Afro-Amerikaanse arbeiders. Malcolm X stelde al dat je geen kapitalisme kunt hebben zonder racisme…

Obama gebruikt zijn campagne niet om zich uit te spreken tegen de racistische elementen van het huidige beleid, de doodstraf of het gerechtelijk systeem waardoor één op de drie Afro-Amerikaanse mannen op een bepaald ogenblik in hun leven in de gevangenis terechtkomen. Van de 2,3 miljoen gevangenen zijn er 900.000 zwarten. Hiermee telt de VS relatief het grootste aantal gevangenen.

Obama en de gezondheidszorg

Ondanks het feit dat een meerderheid van de Amerikanen, waaronder een meerderheid van de dokters, voor een nationale gezondheidszorg is, weigert Obama steun te verlenen aan dit voorstel. Het is niet verwonderlijk dat Obama meer geld kreeg van de gezondheidsindustrie dan McCain.

De voorstellen van Obama inzake gezondheidszorg beperken zich tot regeringssubsidies om de mensen bij te staan als ze private verzekeringen kopen. In de praktijk zou dit neer komen op een rechtstreekse subsidie van de overheid aan de grote gezondheidsbedrijven.

Welk energiebeleid?

Obama probeerde op te scheppen met zijn werk in het parlement om de toegang tot en het gebruik van hernieuwbare energie te versterken. Dat werk beperkte zich veelal tot bekomen en veilig stellen van massale subsidies en beschermingstarieven voor ethanol. Er zijn nochtans veel studies die aangeven dat ethanol weinig impact heeft op de uitstoot van broeikasgassen. Ethanol leidt wel tot grote winsten voor de agro-industrie waarbij een belangrijk bedrijf, Archer Daniels Midland, toevallig haar uitvalsbasis heeft in Illinois, de thuisstaat van Obama.

Obama heeft, net als andere top-Democraten, zijn eerdere kritiek op het starten van nieuwe olieboringen op zee ingetrokken. Eerder zochten ze aansluiting bij de kritiek van milieu-activisten op dergelijke boringen en de gevolgen ervan voor zowel de kustbewoners als de zee. Obama krijgt tevens heel wat steun van de nucleaire energielobby. Het belangrijkste bedrijf in die sector, Exelon, staat 20ste op de lijst van donateurs voor Obama.


Lees meer

> Meer over de Amerikaanse presidentsverkiezingen

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop