Naar meer protectionisme na het mislukken van Doha-ronde

Zeven jaar na het opstarten van de onderhandelingen in Doha, Quatar, sprongen de discussies over een nieuwe globaal handelsakkoord af in Genève. De schijnbaar oneindig lang durende onderhandelingen werden door een waarnemer omschreven als “kijken naar verf die nooit droogt”. Er is geen akkoord uit de bus gekomen om de belemmeringen voor kapitalistische handel weg te nemen.

Dave Reid

Een belangrijk aspect voor het rechtse neoliberale project, is het wegnemen van alle belemmeringen op handel (zoals tarieven met extra belastingen die het moeilijker maken om goederen en diensten te verkopen in andere landen) zodat kapitalistische bedrijven makkelijker markten, arbeiders en grondstoffen op gelijk welke plaats in de wereld kunnen uitbuiten.

Het feit dat er geen akkoord werd bekomen, is een opvallende nederlaag voor het kapitalistische neoliberale project om de markten te openen om een vrij verkeer van kapitaal en goederen wereldwijd mogelijk te maken. Het opent de deur voor een toename van protectionistische maatregelen en bilaterale akkoorden tussen economieën die allen geraakt worden door de globale economische achteruitgang.

Het proces van globalisering waarbij er miljarden dollars naar de kleine groep van kapitalisten gingen, terwijl miljarden arbeiders in armoede leven, zal mogelijk wat doorkruist worden door deze nederlaag voor de “vrije” handel. De onderhandelingen vonden plaats in het kader van de Wereldhandelsorganisatie en hadden betrekking op 153 landen, ook al waren er maar 30 handelsmachten uitgenodigd in Genève om effectief deel te nemen. De finale onderhandelingen werden gevoerd door vertegenwoordigers van 7 landen. Maar er was een blokkade tussen enerzijds de VS en de EU en anderzijds India en China.

De onderhandelaars waren het wel eens over een verdere liberalisering van de handel in diensten en industriële goederen, wat vooral de VS en de EU ten goede komt. Er kwam geen akkoord over landbouwproducten. India wilde haar 200 miljoen boeren beschermen tegen een massale voedselimport uit Europa of de Amerikaanse voedingsindustrie.

Heel wat kapitalistische commentatoren probeerden het voor te stellen alsof het falen van de Doha-ronde geen effect zal hebben voor de wereldeconomie. De dag na het falen van de onderhandelingen gingen de beurzen zelfs omhoog. Optimisten stelden dat de wereldhandel en de globalisering de afgelopen zeven jaar ook zonder akkoord konden oprukken.

De meeste landen hebben invoertarieven die sowieso lager liggen dan de maximale invoertarieven die in 1993 werden afgesproken in Uruguay. De meeste tarieven liggen zelfs al lager dan het maximum dat werd aanbevolen in Doha. Het belang van deze discussie voor de wereldhandel wordt geschat op 100 miljard dollar, of 0,007% van de wereldwijde handel (ter waarde van 14 triljoen dollar). Volgend jaar beginnen nieuwe onderhandelingen met een nieuwe Amerikaanse president of in 2010 met een nieuwe Europese commissie.

Protectionisme

Deze optimistische visie van bepaalde commentatoren komt er in de hoop dat het een rem zet op het toenemende protectionisme. De wereldeconomie gaat naar een periode van crisis wat gepaard gaat met een tendens bij regeringen om hun eigen industrieën te beschermen door import moeilijker te maken op allerhande manieren. Het falen van Doha zal daar meer mogelijkheden bieden zonder de regels van de Wereldhandelsorganisatie te breken.

Het falen zelf is een uitdrukking van de toename van het protectionisme. Geen enkel kamp kon toegeven omdat ze dit niet zouden verkocht krijgen. De zwakke Indische regering vreesde een reactie van de boeren, en zeker van de grootgrondbezitters, indien het zou toegeven. De Amerikaanse vertegenwoordiger wist dat ze geen akkoord door het parlement zou krijgen.

Meer pessimistische kapitalistische economen vergeleken het falen met de handelsoorlogen tijdens de depressie van de jaren 1930. Jonathan Fenby waarschuwde: “Een globale handelsanarchie zou leiden tot handelsoorlogen, voorkeursbehandelingen en competitieve devaluaties. Het voorbeeld van de periode na 1929 biedt daar voldoende bewijs van. De financiële crisis die rond ons aan het opborrelen is, zou ernstig versterkt worden als het zou gepaard gaan met het soort ik-eerst beleid dat kenmerkend was voor de jaren 1930.” (The Guardian, 6 augustus)

Er wordt gevreesd dat de consensus van de periode na Wereldoorlog 2 inzake vrije handel binnen de kapitalistische wereld aan het afbrokkelen is naarmate ook de Wereldhandelsorganisatie zelf haar geloofwaardigheid verliest. Er zal nu wellicht een complexe reeks bilaterale handelsakkoorden volgen waarbij landen en handelsblokken buiten de Wereldhandelsorganisatie onderhandelingen voeren. Dat kan de wereldhandel verder destabiliseren.

De Wereldhandelsorganisatie was jarenlang een stuurkamer van waaruit de ontwikkelde kapitalistische economieën een hardere uitbuiting van de ontwikkelende wereld oplegden. Nu was de situatie anders. Er werd een vage alliantie gevormd tussen China, India en Brazilië om in te gaan tegen de VS en de EU. Toen de huidige onderhandelingsronde werd opgestart in Doha in 2001, net na 11 september, leek de Amerikaanse macht onoverwinnelijk. Zeven jaar later hebben we te maken met het falen in Irak, de groei van de Chinese en Indische economieën en een verandering van de balans in de wereldwijde krachtsverhoudingen.

De VS blijft de belangrijkste kapitalistische wereldmacht, maar het is niet langer in staat om haar handelspartners eenzijdig al haar voorwaarden op te leggen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop