De trend van de afgelopen jaren naar meer arbeidersstrijd begint geleidelijk aan ook politieke gevolgen te hebben. In 2006 waren er op internationaal vlak opvallend veel overwinningen voor linkse formaties. In Latijns-Amerika was dit zeker het geval, onder meer met de herverkiezing van Chavez in Venezuela. Maar dit fenomeen blijft niet langer beperkt tot Latijns-Amerika. Dichter bij huis scoorde ook de Nederlandse SP bij de recente verkiezingen.
Eind 2005 werd Evo Morales verkozen als de nieuwe president van Bolivië. Daarmee werd een lange reeks verkiezingscampagnes in Latijns-Amerika ingezet. Morales haalde het op basis van een brede beweging tegen de plundering van de natuurlijke rijkdommen in het land. Hierdoor zou Morales onder zware druk komen te staan: toegeven aan de burgerij en het imperialisme, of luisteren naar de basis die hem verkozen heeft.
De druk om tot een ander beleid te komen, een beleid in het belang van de arbeiders en arme boeren, wordt sterker in Latijns-Amerika. Na een decennialang neoliberaal beleid is er een zoektocht naar een alternatief. Dat is het duidelijkst in Venezuela waar er een grote druk van onderuit is. Dat kwam onder meer naar voor bij de herverkiezing van Chavez eind 2006.
Maar ook elders waren er belangrijke ontwikkelingen: massaal scholierenprotest in Chili, een verkiezingsoverwinning voor de Sandinisten in Nicaragua, een opstand in de Mexicaanse deelstaat Oaxaca en protest tegen de verkiezingsfraude in datzelfde land,… De ziekte van Fidel Castro zette wel een domper. Het leidt meteen ook tot een aantal discussies over hoe het verder moet: hoe kunnen we komen tot een fundamentele breuk met het kapitalisme en hoe kunnen we aan een socialistisch alternatief bouwen?
Latijns-Amerika kwam in 2006 steeds dichterbij in Europa. Toch op het vlak van linkse verkiezingsoverwinningen. De ruimte voor een linkse formatie is zeker aanwezig. In 2006 slaagde de Nederlandse SP er in om enkele opmerkelijke stappen vooruit te zetten in een land dat vroeger het "Poldermodel" werd genoemd wegens zijn voorbeeldige neoliberalisme. Bij gemeenteraadsverkiezingen verdubbelde de partij haar aantal raadszetels, bij de parlementsverkiezingen haalde de SP zowaar 16% van de stemmen (een vooruitgang met 10%).
In Duitsland was er heel wat discussie over hoe links zich moet opstellen. In 2005 was er een verkiezingsoverwinning voor de Linkspartei.PDS dat met 8,7% een opgemerkte entree maakte in het nationale parlement. Er bleven echter een aantal discussiepunten, zoals het al dan niet deelnemen aan coalities die een asociaal beleid voeren. In Berlijn zorgde dat voor heel wat problemen. De PDS maakte er deel uit van een asociaal beleid, de WASG (verkiezingsalternatief) verzette zich ertegen. Een consequente positie voor een nieuwe linkse formatie is echter bijzonder belangrijk, zeker op een ogenblik dat er ook in Duitsland heel wat protest is tegen het neoliberaal beleid. In Berlijn trok de WASG met haar lijsttrekster Lucy Redler alleen naar de kiezer. De WASG behaalde 52.000 stemmen en legde daarmee de basis voor de verdere ontwikkeling van een links alternatief in de stad.
De discussie over een politiek alternatief zal zich blijven stellen, ook in andere landen. Op wie kunnen de Franse jongeren rekenen na hun protest tegen de jongerenbanenplannen? En de Griekse studenten die wekenlang hun faculteiten bezet hielden?
De bewegingen van arbeiders en jongeren de afgelopen jaren in Europa zullen niet tot een einde komen. Maar om deze bewegingen kracht bij te zetten, zal er wel nood zijn aan een politiek instrument.