Tag: James Connolly

  • 100 jaar na de Ierse Paasopstand: de echte opvattingen van James Connolly

    connollyStilaan beginnen in Ierland de voorbereidingen voor de vieringen van 100 jaar Paasopstand. In 1916 was er een opstand tegen de Britse bezetting van het eiland. De socialist James Connolly was een van de voortrekkers van de beweging. Vandaag probeert het establishment om Connolly te recupereren. Zoals hij Connolly zelf opmerkte bij een verjaardag van de opstand van 1798: “Vrijheidsapostelen worden idolen eens ze dood zijn, tijdens hun leven worden ze vervolgd.” Met Connolly was het niet anders.

    Tien jaar geleden verscheen een uitgebreid dossier door Peter Hadden onder de titel ‘De echte opvattingen van James Connolly’. Peter Hadden is veel te vroeg overleden in 2010 na een slepende ziekte. Zijn dossier over Connolly blijft bijzonder interessante lectuur, een goede aanzet om de herdenking van 100 jaar Paasopstand te kaderen.

    Lees hier het dossier ‘De echte opvattingen van James Connolly’ op marxisme.be

  • ‘Jimmy’s Hall’ van Ken Loach: passend vervolg op ‘The Wind That Shakes the Barley’

    Recensie door Niall Mulholland

    jimmyDe film ‘Jimmy’s Hall’ is gebaseerd op het waar gebeurde verhaal van de linkse arbeider en activist Jimmy Gralton. Het is een dramatische, inspirerende en erg levendige film die op heel wat vlakken een opvolger is van de uitstekende film ‘The Wind That Shakes the Barley’.

    Die film toonde broers die uiteen gehaald werden in de tumultueuze gebeurtenissen in Ierland tussen 1918 en 1922 – tijdens de strijd voor Ierse onafhankelijkheid, de burgeroorlog en de opdeling van het land. ‘Jimmy’s Hall’ speelt zich in de nasleep daarvan af, op een ogenblik dat de overwinnende revolutionaire krachten de vlag van het land hadden gewijzigd, maar zonder de onderliggende kapitalistische eigendomsverhoudingen en de klassenuitbuiting te veranderen.

    Jimmy (schitterend gespeeld door Barry Ward) verlaat het door economische depressie getekende Amerika achter zich om terug te keren naar zijn geboortestreek in het graafschap Leitrim, waar hij zijn moeder helpt om de familieboerderij recht te houden. Hij wordt al gauw door jongeren aangemoedigd om de ‘Pears-Connolly’ danszaal te heropenen. Die zaal werd door Jimmy en andere activisten gebouwd op grond van de familie-Gralton. De zaal werd naar de twee geëxecuteerde leiders van de Paasopstand van 1916 genoemd –Pearse was een radicale nationalist en Connolly was een marxistische denker en arbeidersleider.

    Conflict

    Jimmy aarzelt om die zaal terug te openen. Tien jaar eerder leidde het tot een conflict met de lokale leiding van de katholieke kerk, de grote landeigenaars en de reactionaire krachten van de nieuwe Ierse Vrijstaat. Dat verhaal komt aan bod via flashbacks. Het eindigde met de uitwijzing van Jimmy uit Ierland. Maar als hij de ruïne van de zaal bezoekt, haalt hij inspiratie uit een stoffig exemplaar van James Connolly’s klassieke boek ‘Labour in Irish History’ en uit de herinneringen aan de zaal op het hoogtepunt ervan.

    De heropende zaal is snel een succes. Een gratis zaal voor muziek en dans, met Ierse muziek en jazz. Een zaal waar gebokst wordt, gezongen, poëzie wordt gebracht en waar kunstonderricht wordt gegeven. Het was ook een plaats waar discussies werden gehouden over arbeidersrechten. Jimmy Gralton was een activist van de Revolutionary Workers’ Group, een voorloper van de Communistische Partij van Ierland.

    Doorheen de film komt de hernieuwde passie van Jimmy voor Oonagh aan bod. Zij was zijn vriendin toen hij tien jaar geleden het land moest verlaten. Inmiddels is ze getrouwd en heeft ze kinderen. Ook kan de heropening van de zaal opnieuw op tegenstand van het lokale establishment rekenen. De lokale pastoor Sheridan voert dat verzet aan.

    Dreigementen

    Het establishment ziet de zaal als een gevaarlijke subversieve uitdaging van de gevestigde orde. Vanop de preekstoel haalt pastoor Sheridan uit naar de ‘atheïstische’ leer van Jimmy. Hij vaart uit naar al wie de zaal bezoekt. Winkeliers worden bedreigd met een boycot als hun kinderen naar de lessen in de zaal gaan.

    Jim Norton die pastoor Sheridan speelt, brengt een complex personage. Hij vergelijkt Jimmy’s overtuigingen met de eerste christenen, maar is vastberaden om de potentiële aantrekkingskracht van marxistische ideeën onder de armen en hongerigen de kop in te drukken.

    Het succes van de zaal zorgt ervoor dat Jimmy wordt gevraagd om campagne te voeren voor een pachtende boer die door een grootgrondbezitter dreigt uitgezet te worden. Het leidt tot een hard debat onder de activisten van de zaal. Zijn de herstellende linkse en radicale nationalistische krachten sterk genoeg om het establishment aan te pakken?

    Uiteindelijk zet de grootgrondbezitter straatvechters in om de landbouwer en zijn familie uit hun huis te zetten, maar de aanval wordt afgewend door verzet. Het gezin kan terug naar huis. Jimmy houdt een sterke toespraak waarin hij James Connolly aanhaalt en waarin ook allusies op de hedendaagse ongelijkheid zitten.

    Optimisme

    Het is onvermijdelijk dat de reactionaire krachten wraak nemen. Ze vrezen dat het voorbeeld van de arbeiderseenheid van de katholieke en protestantse arbeiders in het noorden (met de ‘Outdoor Relief’ staking van 1932 in Belfast) naar het zuiden zou overslaan. De regering van Eamon de Valera vestigde een deportatiebevel uit tegen de ‘vreemdeling’ Jimmy Gralton. Hij moet opnieuw op de vlucht en de vakbonden zetten een nationale campagne op om hem te verdedigen.

    Uiteindelijk blijken de reactionaire krachten te sterk voor Jimmy en zijn kameraden. Er zijn enkele zwakkere elementen in de film, enkele dialogen zijn te houterig en te modern – de zaal wordt plots een ‘safe place’. Maar in het algemeen is dit een nieuwe hoogstaande film van Ken Loach. Het is een menselijke, ontroerende film vol optimisme. Het toont de enorme capaciteit van werkende mensen om te herstellen van de ergste nederlagen en de strijd voor zelf-emancipatie verder te zetten.

    Deze film komt midden augustus uit in Nederland en eind augustus in België. Hieronder de trailer.

  • Honderd jaar na de lock-out in Dublin

    Onze Ierse zusterpartij bracht een vlot leesbaar boek uit over de lock-out in Dublin in 1913. Het patronaat reageerde op de opkomende arbeidersbeweging die zich begon te organiseren onder het personeel van het openbaar vervoer. De arbeiders deden dat in de ITGWU (Irish Transport and General Workers Union), een strijdbare vakbond met leiders als Jim Larkin en James Connolly, twee revolutionaire socialisten. Tegen de officiële rechtse vakbondsleiders in en tegen een bijzonder agressief patronaat en de patronale marionetten van de gevestigde media en de katholieke kerk werd de strijd aangegaan.

    Om de opkomende strijdbare vakbond te breken, beslisten de bazen rond William Martin Murphy (eigenaar van onder meer het tramnetwerk van Dublin) om zes prominente militanten af te danken en de rest van het personeel te bedreigen: ze moesten kiezen tussen de vakbond of hun job. Hierop ging het trampersoneel in staking. Het protest botste op repressie waarbij doden vielen. Verschillende bazen gingen over tot een lock-out: het personeel werd aan de deur gezet.

    Doorheen het syndicale protest werden tal van methoden gebruikt om de strijd te versterken. De solidariteit werd georganiseerd, vrouwen werden bij de acties betrokken, kinderen konden naar sympathiserende gezinnen in Engeland,… Er werd nadien ook bewust geprobeerd om een politiek verlengstuk aan de strijd te breien, met eigen arbeiderskandidaten bij de verkiezingen.

    De acties in Dublin konden op een brede solidariteit doorheen Ierland, Engeland, Wales en Schotland rekenen. Toch ging de centrale Britse vakbondsleiding niet in op de druk die er van onderuit was om solidariteitsacties te ondernemen. Dat zou uiteindelijk een genadeslag aan de beweging toebrengen. Maar de nederlaag in 1913 betekende niet dat de arbeidersbeweging gebroken was, in de daaropvolgende jaren waren er tal van uitbarstingen van revolutionaire strijd.

    Het boek ‘Let us rise’ telt 142 pagina’s en kost amper 5 euro (+ verzendingskosten). Het is opgedeeld in korte hoofdstukken afgewisseld met interessante weetjes. Parlementslid Joe Higgins brengt op het einde van het boek ook een kritiek op hoe de huidige vakbondsleiders met de erfenis van 1913 omgaan. Dit is geen geschiedenisboekje, maar een boek over een historisch thema geschreven door activisten die uit de geschiedenis lessen voor vandaag halen.

    Bestel ‘Let us rise’ door 7,50 euro over te schrijven op BE48 0013 9075 9627 van Socialist Press met vermelding ‘Let us rise’.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop