Tag: investeringen

  • Brussel: nodige investeringen botsen op financieel keurslijf

    Kortenbergtunnel in Brussel. Foto: Wikimedia

    Begin dit jaar publiceerde het Federaal Planbureau zijn vooruitzichten: het begrotingstekort op federaal vlak zou dit jaar oplopen tot 7,5 miljard euro. Volgend jaar wordt dat al 9,6 miljard. In mei kwam het CERPE (Centre de Recherches en Economie Régionale et Politique Economique) van de universiteit van Namen met begrotingsvooruitzichten voor het Brussels Gewest. De volgende regering beschikt er over geen enkele marge voor de nodige publieke investeringen en de schuldenberg zal verdubbelen van 4 tot 8 miljard euro tussen 2019 en 2024!

    door Nicolas Menoux (Brussel)

    In het kader van het Europees Stabiliteits- en Groeipact moeten de verschillende regeringen hun begroting aan de Europese Commissie voorleggen. Dit mechanisme zorgt ervoor dat besparingen op alle machtsniveaus worden toegepast. Het wordt door gevestigde politici gebruikt als excuus voor hun asociaal beleid: ‘het moet van Europa’. Gezien de reeds geplande investeringen in Brussel (275 miljoen in 2018 en bijna het dubbele daarvan dit jaar), laat het Europees toezicht geen marge voor andere investeringen. Tenzij huidige projecten, zoals de renovatie van tunnels of de uitbreiding van de metro, worden afgeblazen.

    Het probleem is niet nieuw en is diepgaand: het is een resultaat van decennialang gebrek aan middelen en investeringen. Het besparingsbeleid is een transfer van publieke middelen van de gemeenschap naar de winsten van de grote bedrijven of de redding van de banken. De overheidsinvesteringen in België zijn op 25 jaar tijd gehalveerd. Om het niveau van de jaren 1970 te behalen, zou een investering van 15 tot 20 miljard euro per jaar nodig zijn!

    Beperkte middelen, maar grote noden. Brussel stort letterlijk in

    De zinkgaten als gevolg van verouderde waterleidingen in Brussel illustreren de uitdagingen. Watermaatschappij Vivaqua wil 1,1% van het distributienet en 1,3% van het rioleringsnet renoveren tegen 2024. Dat is erg bescheiden, maar zelfs dan moet elk jaar 85 miljoen euro gevonden worden zodat de schuld niet toeneemt. Daarom wordt nu een stijging van de waterfactuur overwogen. Er zijn plaatsen tekort in de kinderopvang, in de sociale huisvesting, in de scholen. In musea dreigen collecties verloren te gaan door vochtigheid in kelders en de Brusselse tunnels zijn onveilig. Er zijn dus ernstige tekortkomingen inzake infrastructuur.

    Het gebrek aan publieke middelen treft ook het personeel: gebrek aan collega’s, hoge werkdruk, lage lonen, … De vakbonden van de lokale en regionale besturen in de hoofdstad voeren al een jaar campagne voor onder meer een loonsverhoging met 10% en de afschaffing van de laagste loonschaal. Er volgden ook acties van het personeel van de ziekenhuizen tegen het gebrek aan collega’s. Tenslotte wees de internationale beweging van jongeren tegen de gevolgen van klimaatverandering op de noodzaak van publieke investeringen in ecologische transitie, bijvoorbeeld in openbaar vervoer.

    Het financieel keurslijf doorbreken!

    Wij zijn voorstander van een politiek programma dat uitgaat van de behoeften en vervolgens zoekt naar de middelen om dit mogelijk te maken. Na jaren van verwaarlozing hebben we een radicaal plan van publieke investeringen nodig. De vele tekorten leiden tot een debat over de beperkte middelen, onder meer in de onderhandelingen voor de vorming van een regering. Dit biedt belangrijke kansen voor links om een perspectief te vestigen dat niet vertrekt van de vrijwillig opgelegde beperkte middelen. Om de belangen van de bevolking voorop te stellen, is een breuk met het financiële keurslijf nodig.

    Geconfronteerd met een gebrek aan publieke middelen wordt uitgekeken naar publiek-private samenwerking of privatiseringen. Er zal echter geen oplossing komen op basis van de hebzucht van bedrijven die enkel uit zijn op maximale winsten. Kunnen we rekenen op een versoepeling van de strikte begrotingsregels voor de broodnodige investeringen? Die kans is klein, maar zelfs dan nog blijven de problemen van het gebrek aan personeel, de looneisen, … botsen op de beperkte middelen.

    We zijn het eens met de PVDA als die uitlegt dat we moeten “breken met de opgelegde besparingsregels zodat we kunnen investeren in de sociale en ecologische noden.” Het programma en de verkiezingscampagne moeten de kiezers en de werkende klasse voorbereiden op de uitdagingen die daarmee gepaard gaan.

    Een linkse regering die met de begrotingsregels wil breken, zal een stevige krachtsverhouding nodig hebben onder de bevolking. Een verkiezingscampagne moet dat populariseren en op die manier illusies rond electorale beloften vermijden. Een dergelijke benadering baseert zich op collectieve strijd voor de niet-betaling van de publieke schulden, het onder publiek bezit plaatsen van de banken en de sleutelsectoren van de economie met democratische controle van de gemeenschap. Zo worden de middelen niet ingezet voor speculatieve investeringen en verdwijnen ze niet in de zakken van de aandeelhouders, maar worden ze gebruikt om de broodnodige publieke investeringen te financieren.

  • Waarom er nood is aan radicaal plan van publieke investeringen

    Aftakelende infrastructuur toont failliet besparingsbeleid

    Foto: Jean-Marie

    De huidige periode wordt gekenmerkt door enorme ongelijkheid. Enkele superrijken bezitten evenveel als de armste helft van de wereldbevolking. Hoe ze daarin slagen? Door hard werken, wordt wel eens gezegd. Dat klopt: door ons hard werk worden zij rijk. Niet alleen op directe wijze: door een deel van de door ons geproduceerde waarde af te romen, maar ook op indirecte manieren. Eén daarvan is het neoliberale besparingsbeleid dat de publieke uitgaven drastisch beperkt. In de sociale zekerheid, ouderenzorg, onderwijs, … stapelen de tekorten zich op. Dit gebeurt ook bij investeringen in infrastructuur (wegen, gebouwen, …).

    Dossier door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Geen licht aan het einde van de tunnel

    Het besparingsbeleid maakt dat gewone werkenden steeds minder over een buffer voor tegenspoed beschikken. Tot een kwart van de arbeiders heeft geen spaargeld en één op de zes werkenden kan geen maand verder zonder inkomen. Maar ook de collectieve buffer verdwijnt: werklozen en zieken worden hard aangepakt door deze (en vorige) regeringen. Betaalbaar wonen wordt onmogelijk omdat de overheden niet investeren en alles overlaten aan de private markt die grote winsten maakt. De aftakelende infrastructuur toont een systeem waar geen optimisme of vertrouwen in de toekomst vanuit gaat. Het vertrouwen in dit systeem is stilaan even wankel als de Morandi-brug in Genua dat was. De vraag is niet of het zal instorten, maar wanneer.

    De afgelopen maanden was er sprake van economisch herstel en bescheiden groei. Deze groei bleef achter bij de rest van Europa, maar er was nog groei. Nu zijn er heel wat risicofactoren – van de ontwikkelende handelsoorlog over de politieke instabiliteit tot de schuldenbergen – die maken dat er meer waarschuwingen komen voor een nieuwe recessie. Dit zou verregaande gevolgen hebben in ons land. Er is bespaard tot een groeiende laag van de bevolking op zijn tandvlees zit. Hoe kan je dan nog meer besparen?

    Dat is nochtans het enige perspectief dat de analisten naar voren brengen. Zelfs in een optimistisch scenario waar er niets verkeerd gaat, wordt uitgegaan van een groei van amper 1,5% dit jaar en gelijkaardige cijfers de komende jaren. Als je weet dat de inflatie 1,9% bedraagt, weet je dat de groei stokt. Het enige antwoord in de neoliberale logica is om steeds verder te besparen.

    Het herstel van de afgelopen jaren is niet doorgesijpeld naar een verbetering van onze levensstandaard. Integendeel: gewone werkenden en hun gezinnen hebben het terechte gevoel dat ze erop achteruit gingen. Maatregelen zoals de indexsprong waarmee we loon verloren, pensioenhervormingen waardoor we langer moeten werken, aanvallen op sociale zekerheid en tal van indirecte belastingverhogingen (van brandstof tot suiker), persen onze citroen nog verder uit. Je kan een citroen echter slechts één keer uitpersen. Als het herstel van de voorbije jaren al geen beterschap bracht voor de meerderheid van de bevolking, wat zal een nieuwe recessie dan betekenen? Neen, onder het kapitalisme is er voor onze toekomst geen licht aan het einde van de tunnel.

    Publieke investeringen nemen af

    De globale overheidsinvesteringen zijn sinds de jaren 1970 gehalveerd. Begin jaren 1970 werd 5,5% van het BBP aan publieke investeringen besteed, nu is dat nog maar 2,3% of 9,7 miljard euro.(1) Om deze cijfers concreter te maken: in de jaren 1970 kwamen er sommige jaren tot 100 kilometer nieuwe wegen bij. Vandaag wordt er zelfs niet genoeg geïnvesteerd om het bestaande wegennet te onderhouden. De Tijd schreef op 17 augustus: “Sinds eind jaren ‘80 zijn de overheidsinvesteringen nauwelijks toereikend om de aftakeling van de bestaande infrastructuur te compenseren. In verschillende jaren lag het investeringstempo zelfs lager dan wat nodig is om het hoofd te bieden aan de snelheid waarmee het beton erodeert.”(2) Op Ierland na investeert geen enkel Europees land zo weinig in weginfrastructuur. Dat er in Ierland minder in wegen wordt geïnvesteerd, kunnen we nog begrijpen: het is een eiland met één grote stad. Maar België is een logistieke draaischijf in Europa, met veel vervoer van en naar Duitsland, Frankrijk en Nederland.

    Zelfs een liberale econoom als Bart Van Craeynest trekt aan de alarmbel: “België bungelt met zijn investeringen al ruim dertig jaar onderaan. Minder investeren zag men als een makkelijke besparing, want mensen voelen de impact niet direct. Maar de gevolgen zijn navenant: afbrokkelende Brusselse tunnels, verkeersknopen die dichtslibben of problemen met de spoorwegen. De economische schade van het tekort aan investeringen is erg reëel.” Er is zo hard bespaard dat zelfs de ideologische verdedigers van dit beleid de gevolgen ervan als rampzalig omschrijven.

    De afgelopen tien jaar is de afname van investeringen in een verdere stroomversnelling geraakt. In de Europese Unie daalden de publieke investeringen in 2016 tot 2,7% van het BBP, het laagste niveau in 20 jaar. De Europese Investeringsbank merkte op dat de investeringen op 20% onder het niveau van voor de financiële crisis van 2008 blijven steken.(3) Met andere woorden: het economisch herstel is niet tot in de publieke infrastructuur doorgesijpeld.

    Het gaat bij publieke investeringen uiteraard niet enkel over wegen en infrastructuur. Ongeveer een derde van de investeringen worden op lokaal niveau gedaan. Van de 9,7 miljard publieke investeringen worden er 3 miljard uitgevoerd door de gemeenten en steden. Het gaat om scholen en crèches, buurt-en zorgcentra, weg- en fietsinfrastructuur, jeugdbeleid, culturele centra, armoedebeleid … Kortom, allemaal basisvoorzieningen in ons dagelijks leven. In 2012 gaven de gemeenten nog 4 miljard euro uit aan investeringen. In 2017 was dat 3 miljard euro: een daling met een kwart! Dit betekent afbouw van diensten en personeel, bestaande diensten werden duurder en er kwamen allerhande taksen en belastingen voor de gewone bevolking.

    Sociaal bloedbad onder gemeentepersoneel: 17.000 statutairen weg!

    De besparingen bij de lokale besturen – zowel op vlak van investeringen als werkingsmiddelen – hebben een grote impact gehad op de werkgelegenheid: tussen 2011 en 2017 daalde het aantal lokale ambtenaren in de 589 Belgische gemeenten van 156.582 naar 139.687. Dat is een daling met 17.000 of 11%. (4) Een aantal van die functies zijn uitbesteed of overgenomen door contractuelen, maar de afname is spectaculair en heeft uiteraard ook gevolgen voor het overblijvende personeel. Verschillende personeelsleden van gemeenten bevestigden ons dat er bij hen een stijging is van het aantal burnouts, stress en spanningen op de werkvloer. Er is een grotere werkdruk, onzekerheid en een probleem voor de toekomstige pensioenen van statutairen.

    Nog een vaststelling: zowel rechtse als ‘linkse’ besturen snoeien in het aantal statutairen. In Antwerpen was de daling met -11% beperkter dan die in Gent met -18%. Er is wel een communautair verschil: de daling is in Vlaanderen het grootst met -15%, in Wallonië is dat -2% en in Brussel was er een stijging met +8%. Dit komt onder meer omdat er in Vlaanderen nog meer statutaire personeelsleden zijn: 36% tegenover 24% in de Waalse gemeenten.

    De forse daling van publieke investeringen als onderdeel van het harde besparingsbeleid in de jaren 1980 zorgde toen ook voor indirect jobverlies: één op de vier jobs in de bouwsector ging verloren.

    Waarom wordt niet geïnvesteerd?

    Infrastructuur en diensten zijn essentieel voor het sociaal weefsel van een gemeenschap. Waar er tekorten zijn, nemen de spanningen toe en groeit ook de ruimte voor allerhande vormen van verdeeldheid. Bovendien zijn de huidige tekorten gevaarlijk. Bij de instorting van de Morandi-brug in Genua vielen 43 doden. Wat als er morgen ook in de Brusselse tunnels een ramp gebeurt? Of wat als een brug instort? Er staan 31 bruggen op een Vlaamse lijst van verhoogde waakzaamheid, van de 4.500 Waalse bruggen staan er een vijftigtal op de probleemlijst en in Brussel gaat het om twee van de 92 bruggen.

    In 2016 stelde professor overheidsfinanciën Wim Moesen: “Een beschaafd land geeft drie procent van zijn bruto binnenlands product uit aan publieke investeringen.” (5) België blijft daar al 30 jaar onder. De afgelopen jaren waren alle publieke investeringen (dus van alle niveaus: van federaal tot de gemeente) goed voor 2 tot 2,5% van het BBP, waarbij het grootste deel  eigenlijk afschrijvingen van investeringen uit het verleden waren en geen nieuwe. De netto publieke investeringen bedragen slechts een fractie van een procent van het BBP. Sommige jaren was er zelfs een netto desinvestering.

    Investeringen worden zo goedkoop mogelijk gehouden. Industrieel ingenieur bouwkunde Wim Van den bergh (UA) stelde in DS Weekblad: “Technisch kunnen we perfect bruggen en wegen voor de komende 50 of zelfs 100 jaar bouwen, de ingenieurs hebben de knowhow. Maar als mijn studenten straks op de markt komen, is de enige mantra de prijssetting. De marges zijn zo klein geworden dat de kwaliteit er wel onder moet lijden. Zo zetten we de poort open voor verval.” Van den bergh voegt eraan toe: “Wat doet het met een mens, als alles kapot gaat? Ik voel me beter als ik op een goed aangelegde weg rij of in een mooi gebouw binnenstap, zoals het ook beter is voor de moraal wanneer je les krijgt in een mooi schoolgebouw. Lelijke gebouwen en slechte wegen geven trieste mensen.” (6)

    De Tijd probeerde in een edito op 16 augustus te antwoorden op de vraag waarom er vandaag niet geïnvesteerd wordt. “Omdat andere uitgaven dan geschrapt moeten worden. Politici geven echter liever geld uit aan lekkers om de kiezers en belangengroepen te behagen. De investeringen in basisinfrastructuur moeten daarvoor wijken.” (7) Dat is kort door de bocht. Het is niet dat er geld uitgegeven is om bredere lagen van de bevolking tevreden te stellen. Alles moet wijken voor de fiscale cadeaus aan een kleine minderheid van superrijken.

    De regering stelt dat ze het tij aan het keren is en meer begint te investeren, er is zelfs een heus investeringspact. Bij de lancering ervan in maart 2017 nam premier Michel gemakshalve bestaande investeringen zoals die voor de Oosterweelverbinding in Antwerpen of zelfs de aankoop van gevechtsvliegtuigen op. Met het ‘investeringspact’ wil de premier de overheidsinvesteringen optrekken tot 3,2% van het BBP. Een expertencomité berekende dat er tussen nu en 2030 maar liefst 150 miljard euro kan geïnvesteerd worden. Het blijft echter grotendeels bij vage ideeën zonder concrete investeringsvoorstellen en nog minder concrete financieringsvoorstellen. Met dit pact wil Michel ons land naar eigen zeggen omvormen tot een ‘nieuw El Dorado.’ (8) Allemaal grote plannen, maar in deze legislatuur kwam er helemaal geen kentering in de erg beperkte overheidsinvesteringen: onder druk van de besparingslogica bleven deze ondermaats.

    Voor een radicaal plan van publieke investeringen

    Een verhoging van de gezamenlijke publieke investeringen van 2,3% tot 5,5% van het BBP, zoals begin jaren 1970, betekent meer dan een verdubbeling. Waar er vandaag voor 9,7 miljard euro publieke investeringen zijn, zou 5,5% neerkomen op 23 miljard euro gaan. Als ruim een derde tot 40% door de gemeenten geïnvesteerd wordt, spreken we over een budget van 7,7 tot 9,3 miljard euro per jaar in plaats van de huidige 3 miljard. Die middelen zijn noodzakelijk om de sociale tekorten weg te werken.

    Het zou betekenen dat de groeiende tekorten op vlak van sociale huisvesting, onderwijs, kinderopvang en diensten aangepakt worden in het kader van een radicaal plan van publieke investeringen. Een dergelijk plan zou bredere lagen van de bevolking een beter toekomstperspectief bieden: eindelijk zouden de bestaande middelen en technologische mogelijkheden ingezet worden in het belang van de meerderheid van de bevolking in plaats van voor de winsthonger van een kleine minderheid. De investeringen zouden bovendien duurzamer zijn.

    Het geld halen waar het zit

    De jarenlange verwaarlozing en besparingen zijn mee het resultaat van nederlagen in vroegere strijd en een neoliberaal ideologisch offensief waarmee de arbeidersbeweging in de jaren 1990 in een erg defensieve positie geduwd werd. Geleidelijk keert die situatie. Vandaag moeten zelfs de verdedigers van dit systeem erkennen dat het gevoerde beleid leidt tot een gebrek aan beschaving, om de woorden van professor Moesen te parafraseren. Onder jongeren is er in de VS, maar ook in Europa, een groeiende zoektocht naar alternatieven. Mochten in Groot-Brittannië enkel jongeren stemmen dan werd Jeremy Corbyn met een overtuigende meerderheid de nieuwe premier.

    In de discussie over alternatieven op het huidige beleid moeten we eerlijk zijn: er zal strijd nodig zijn. De superrijken zullen niet vrijwillig afstand doen van hun bevoorrechte positie. Zonder krachtsverhouding zullen we geen programma van massale publieke investeringen bekomen. Deze strijd wordt versterkt door een alternatief op het kapitalisme te verdedigen: een socialistische samenleving waarin de beschikbare middelen worden ingezet naargelang de noden en behoeften van de bevolking, en waarbij de sleutelsectoren in publieke handen zijn zodat ze onder democratisch beheer onderdeel kunnen zijn van een planmatige aanpak.

    De kiescampagnes die LSP voert – zowel met kandidaten in Sint-Gillis (Gauches Communes) en Keerbergen (Consequent Links) als waar we zonder eigen kandidaten doorgaans oproepen om voor PVDA te stemmen – benadrukken de nood aan publieke investeringen en willen de strijd om onze eisen te bekomen voorbereiden. Deze uitdaging stelt zich ook na de lokale verkiezingen van 14 oktober: rebelse gemeentebesturen kunnen de besparingslogica doorbreken en bouwen aan een front van gemeenten die vertrekken van de noden en niet de budgettaire dwangbuizen. Maar ook voor de parlementsverkiezingen van mei 2019 en de sociale strijd blijft dit een belangrijke kwestie. Het volstaat niet om het besparingsbeleid te verwerpen, we moeten opkomen voor nieuwe investeringen en nieuwe sociale verworvenheden.

     

    Voetnoten

    1. Nationale Bank: https://www.nbb.be/doc/ts/publications/other/Report_public_investments_fr.pdf
    2. “Belgische investeringen in beton lopen hopeloos achter,” De Tijd 17 augustus 2018, https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie/algemeen/belgische-investeringen-in-beton-lopen-hopeloos-achter/10040516.html
    3. “België barst: een infrastructureel probleem. ‘We zijn al 30 jaar putjes aan het vullen’,” De Standaard weekblad 15 september 2018, http://www.standaard.be/cnt/dmf20180914_03743593
    4. “17.000 jobs weg bij gemeenten,” Het Laatste Nieuws 25 januari 2018, https://www.hln.be/de-krant/17-000-jobs-weg-bij-gemeenten~a08f8d54/
    5. “Gat in de begroting, gaten in het wegdek,” NRC 29 september 2016, https://www.nrc.nl/nieuws/2016/09/29/gat-in-de-begroting-gaten-in-het-wegdek-4516264-a1523957
    6. “België barst: een infrastructureel probleem. ‘We zijn al 30 jaar putjes aan het vullen’,” De Standaard weekblad 15 september 2018, http://www.standaard.be/cnt/dmf20180914_03743593
    7. “Investeringen,” De Tijd 16 augustus 2018, https://www.tijd.be/opinie/commentaar/investeringen/10040500.html
    8. “Experts presenteren Investeringspact van 150 miljard,” De Tijd 11 september 2018, https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie/federaal/experts-presenteren-investeringspact-van-150-miljard/10048224.html
  • Infrastructuur kapotbespaard. Nood aan massaal publiek investeringsplan

    De instorting van een brug in Genua waarbij 43 mensen omkwamen, leidde tot een schok in de Italiaanse samenleving. Dit zal verregaande sociale en politieke gevolgen hebben. De ramp is het resultaat van een beheer van de autosnelwegen door private bedrijven en een gebrek aan investeringen in onderhoud gedurende decennia. Waar er in 2007 nog 14 miljard euro in de Italiaanse wegen werd geïnvesteerd, was dit in 2015 nog maar 5 miljard euro.

    Door Stéphane Delcros uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Een dergelijke ramp is jammer genoeg ook in ons land mogelijk. Als er geen wijziging in het beleid komt, neemt de kans hierop toe. De brug in Genua is immers in hetzelfde bedje ziek als bijvoorbeeld de Brusselse tunnels en tal van andere infrastructuur: een chronisch gebrek aan investeringen en onderhoud als onderdeel van een besparingsbeleid.

    Heel wat wegen, de Brusselse tunnels, de waterleidingen, musea, scholen en andere publieke gebouwen, de spoorinfrastructuur, … Zowat alle diensten voor de bevolking – van de kinderopvang over de scholen tot de bejaardenzorg – kreunen onder de tekorten en worden deels uitbesteed aan de private sector die enkel uit is om winst.

    Niet dat het volstaat om het beheer gewoon in publieke handen te laten of te hernationaliseren: de publieke infrastructuur en openbare diensten beheren zoals in de private sector, gericht op zo weinig mogelijk kosten en investeringen, is evenmin een antwoord. Zonder de nodige middelen schiet de openbare dienstverlening tekort.

    De afgelopen 25 jaar was er een forse afname van publieke investeringen in infrastructuur en andere domeinen. Een belangrijk deel van die publieke investeringen heeft betrekking op de gemeenten: scholen, kinderopvang, zorgcentra, wegen, culturele centra, … De afgelopen jaren zijn de publieke investeringen door gemeenten met een kwart afgenomen: van 4 miljard euro in 2012 tot 3 miljard in 2017. Er gingen 5.200 voltijdse equivalente banen verloren bij het gemeentepersoneel. Resultaat: minder diensten, minder kwaliteit en heel wat problemen van stress en burn-out bij het gemeentepersoneel dat er ondanks alles het beste van probeert te maken.

    Nood aan massaal publiek investeringsplan op alle niveaus: gemeenten, regio’s, federaal!

    Zo’n plan botst echter meteen met het financiële keurslijf en bijhorend besparingsbeleid waarmee de gemeenschap op droog zaad gezet wordt om de fiscale cadeaus aan de grote bedrijven te financieren. Om te investeren op basis van wat nodig is, moeten we het keurslijf voor de begrotingen doorbreken. Op gemeentelijk vlak kan dit bijvoorbeeld door de schulden die van bovenaf opgelegd worden te verwerpen. Op regionaal en federaal niveau door een einde te maken aan de cadeaus voor de grote bedrijven en superrijken zodat er middelen zijn om de sociale tekorten aan te pakken. Maar om alle tekorten in de samenleving aan te pakken, zal meer nodig zijn: de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie. Zo moet de volledige bankensector in publieke handen komen onder beheer en controle van de gemeenschap. Enkel dan kan werk gemaakt worden van de broodnodige investeringen gericht op de vele en toenemende behoeften van de gemeenschap.

    We zullen dit niet cadeau krijgen, het zal massastrijd vereisen. Laten we van elke gelegenheid gebruik maken om onze eisen offensief naar voor te brengen, te beginnen met de sociale strijd tegen de rechtse regering en de gemeenteraadsverkiezingen van oktober. Sluit aan bij LSP om een strijdbaar socialistisch alternatief naar voren te schuiven!

  • Na jaren van verwaarlozing is er nood aan massaal publiek investeringsplan

    • Ingestorte brug in Genua is in zelfde bedje ziek als onder meer de Brusselse tunnels: een chronisch gebrek aan investeringen en onderhoud als onderdeel van een besparingsbeleid.
    • Voor een massaal publiek investeringsplan op alle niveaus: gemeenten, regio’s, federaal. 
    Kortenbergtunnel in Brussel. Foto: Wikimedia

    De ingestorte brug in Italië is het resultaat van een gebrek aan investeringen en onderhoud. 25 jaar van besparingsbeleid leidt overal in Europa tot gelijkaardige situaties. Zo waren er de voorbije jaren bij ons problemen met de Brusselse tunnels, waterleidingen, insijpelend vocht in musea en andere publieke gebouwen, … Tot een ramp zoals in Genua kwam het gelukkig nog niet. Maar met het huidige beleid is dat slechts een kwestie van tijd.

    De publieke investeringen in onder meer infrastructuur zijn de afgelopen 25 jaar fors gedaald. In 2016 stelde professor overheidsfinanciën Wim Moesen: “Een beschaafd land geeft drie procent van zijn bruto binnenlands product uit aan publieke investeringen.” België blijft daar al ongeveer 30 jaar onder. De afgelopen jaren waren alle publieke investeringen (dus van alle niveaus: van federaal tot de gemeente) goed voor 2 tot 2,5% van het BBP, waarbij bovendien het grootste deel van die ‘investeringen’ eigenlijk afschrijvingen waren en geen nieuwe investeringen. De netto publieke investeringen bedragen slechts een fractie van een procent van het BBP.

    Zie deze grafiek uit Le Soir uit 2016

    Om tot een niveau als in de jaren 1970 te komen, zou jaarlijks ongeveer 15 tot 20 miljard euro moeten geïnvesteerd worden. Alleen al om de chronische onderinvesteringen van de afgelopen 25 jaar te compenseren, is er nood aan een massalere investering. Een belangrijk deel van de publieke investeringen gebeurt op gemeentelijk niveau (tot 40% van de publieke investeringen): scholen, kinderopvang, buurt- en zorgcentra, weg- en fietsinfrastructuur, culturele centra, … Investeringen hierin blijven echter uit: bestaande diensten werden duurder en er kwamen er geen nieuwe bij. De afgelopen jaren zijn de publieke investeringen van Belgische gemeenten nogmaals met een kwart afgenomen: van 4 miljard euro in 2012 tot 3 miljard euro in 2017. Tussen 2012 en 2017 verdwenen 5.200 voltijdse equivalente jobs in de gemeenten. Dit betekent minder diensten en minder kwaliteit, naast heel wat problemen van stress en burn-out bij gemeentepersoneel dat er nog het beste van probeert te maken.

    Het resultaat van het gebrek aan investeringen is voor iedereen zichtbaar: er waren de problemen met de Brusselse tunnels, maar ook met andere wegen, kanalen en spoorinfrastructuur. Op verschillende plaatsen in Brussel doken ‘zinkgaten’ op: grote verzakkingen in de weg als gevolg van lekken in de waterleidingen. Dat fenomeen is niet tot Brussel beperkt: per 100 liter drinkwater in Vlaanderen gaat 17,8 liter verloren door lekken. En wij onze tuin maar niet sproeien tijdens de hittegolf… Het waternet herstellen is niet aan de orde van de dag. “Economisch niet verantwoord” was het oordeel van AquaFlanders toen het cijfer van het verlies door lekken bekend raakte. Zowat alle diensten voor de bevolking – van de kinderopvang over de scholen tot de bejaardenzorg – kreunen onder de tekorten en worden deels uitbesteed aan de private sector die er enkel winsten wil maken. Nieuwe investeringen voor sociale huisvesting, kinderopvang, wijkcentra, … kwamen er amper bij. Dit liet de private sector toe om een grotere rol te spelen. Eén van de resultaten: de gemiddelde woningprijs in België is op 25 jaar tijd verviervoudigd!

    Wij pleiten voor een massaal plan van publieke investeringen in sociale huisvesting, onderwijs, zorg, wegen, … Dat botst meteen op het besparingsbeleid waarmee de gemeenschap op droog zaad gezet wordt om de fiscale cadeaus aan de grote bedrijven te financieren (die deze cadeaus overigens amper productief investeren, ze worden liever doorgesluisd naar belastingparadijzen). Een massaal publiek investeringsplan op gemeentelijk, regionaal en federaal niveau botst op het financiële keurslijf. Zo’n plan is enkel mogelijk als we ingaan tegen de inhaligheid van de bankensector en de grote bedrijven. De volledige bankensector moet net als andere sleutelsectoren van de economie in publieke handen komen zodat werk kan gemaakt worden van de broodnodige investeringen gericht op de vele en toenemende behoeften van de gemeenschap. We zullen dit niet cadeau krijgen, het zal massastrijd vereisen. Laten we van elke gelegenheid gebruik maken om onze eisen offensief naar voor te brengen, te beginnen met de sociale strijd tegen de rechtse regering en de gemeenteraadsverkiezingen van oktober. Doe mee met LSP om een strijdbaar socialistisch alternatief naar voren te schuiven!

  • ‘Investeringspact’ om besparingen en gebrek aan investeringen te verdoezelen

    De afgelopen jaren kelderden de middelen voor publieke investeringen. Niet verwonderlijk dat onze tunnels, wegen, musea, ... er zo slecht aan toe zijn!
    De afgelopen jaren kelderden de middelen voor publieke investeringen. Niet verwonderlijk dat onze tunnels, wegen, musea, … er zo slecht aan toe zijn! Grafiek van Le Soir.

    Na de “jobs, jobs, jobs” van vorig jaar komt Charles Michel met het idee van een “nationaal pact voor strategische investeringen” waarbij tussen 2017 en 2030 enkele miljarden zouden vrijgemaakt worden. Zonder nadere verduidelijking werd vaag gesuggereerd dat dit de vorm van publiek-private samenwerking zou aannemen.

    Artikel door Ben (Charleroi) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Laten we niet naïef zijn: gezien de vele ‘rekenfouten’ van deze regering en het beleid van grootse aankondigingen, kan de wil en de capaciteit tot investeringen in vraag gesteld worden. Zonder breuk met de neoliberale begrotingslogica is het onmogelijk om het gebrek aan publieke investeringen te stoppen. Herinner je je ook de tax shift waarmee de regering wat het met de ene hand gaf, met de andere drie keer terugnam?

    De regering overspoelde ons met een besparingstsunami. Om het gat in de begroting van dit jaar te vullen en de geplande begrotingskoers voor 2017 aan te houden, moet nogmaals 2,4 miljard euro gevonden worden. Er wordt nu al gezegd dat er in 2018 nog eens 5 miljard moet gevonden worden.  Dit komt onder meer omdat de tax shift onvoldoende gefinancierd werd. Dat zal er niet op verbeteren nu de regering de vennootschapsbelasting wil wijzigen om het algemene tarief te verlagen tot 24% volgens het voorstel van de werkgeversfederatie VBO of 20% in het voorstel van minister van Financiën Van Overtveldt. Dit zou ongeveer 7,3 miljard euro kosten.

    De miljarden voor publieke investeringen zullen mogelijk dus niet eens opwegen tegen de besparingen van de komende jaren. Bovendien blijven we met enkele miljarden nog ver van wat in de jaren 1970 aan investeringen werd besteed. Om te komen tot een gelijkaardig niveau als toen, ongeveer 4,5% van het Bruto Binnenlands Product, is er een jaarlijkse investering van 15 tot 20 miljard euro vereist. Sinds de jaren 1980 zijn de investeringen in infrastructuur teruggevallen op ongeveer 2% van het BBP. Enkel en alleen om de chronische onderinvesteringen van de afgelopen 25 jaar te compenseren, zou er een massalere investering nodig zijn.

    Dat er nood is aan investeringen is duidelijk. De problemen met tunnels, wegen, kanalen, spoorinfrastructuur, … tonen dit voldoende aan. Tegelijk wordt al lang gewacht op de investeringen in mobiliteit zoals het Brusselse voorstadsnet of de Antwerpse ring. In het Franstalig onderwijs zullen er naar schatting 20.000 plaatsen te weinig zijn tegen 2022. In Brussel hebben veel scholen al hun speelplaats opgeofferd aan nieuwe containerklassen. Dan zijn er nog de tekorten inzake publieke huisvesting, kinderopvang, wijkcentra, het enorme gebrek aan middelen voor gezondheidszorg, de tekorten voor overheidsdiensten zoals justitie, financiën, …

    Er is dus meer dan ooit nood aan een investeringsplan. Om de investeringen te richten op de vele behoeften van de gemeenschap, moeten we ingaan tegen de neoliberale logica en het kapitalisme. Enkel massastrijd kan echte publieke investeringen afdwingen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop