Your cart is currently empty!
Tag: Daniel Piron
-
Hoe antwoorden op de crisis? Debat in Antwerpen: links moet durven!
Een panel van politieke en syndicale voortrekkers (Daniël Piron, Bruno Verlaeckt, Hans Schippers, Ferre Wyckmans, Peter Mertens en Stephen Bouquin) ging in Antwerpen het debat aan over de crisis van het kapitalisme en het linkse antwoord erop. Het initiatief ging uit van Rood! en het Masereelfonds, maar het doel was uitdrukkelijk om een breder politiek debat te voeren. In de zaal waren er een 60-tal aanwezigen.
Daniël Piron lichtte als eerste spreker het initiatief van het ABVV Charleroi en Zuid-Henegouwen toe. Hij beschreef hoe de verhouding tot de PS omwille van het asociale beleid van die partij onder druk was komen te staan. Van de beweging tegen de onderwijsbesparingen langs Franstalige kant in 1995 over de laffe aanval van de PS op de 104 dagen durende staking bij AGC Splintex in 2004 tot de aanvallen op de werklozen. Het waren allemaal druppels die de emmer deden overlopen.
De begroting van 2012, de eerste van een regering geleid door een PS-premier, bevatte een hele reeks asociale maatregelen zoals een nieuwe aanval op de werklozen door een versnelde degressiviteit van de uitkeringen, opheffing van de herinschakelingspremie,… Het leidde tot verzet en een algemene staking op 30 januari 2012. Die acties leidden slechts tot beperkte aanpassingen en steeds meer militanten wilden dan ook de verhouding tot de PS herzien.
Van daaruit kwam de oproep van Charleroi op 1 mei 2012. Het doel van die oproep is om krachten die links van PS en Ecolo staan te verzamelen. Er werd een steuncomité opgezet dat na de gemeenteraadsverkiezingen een eerste bijeenkomst organiseerde. Op die bijeenkomst stelden de zowat 400 aanwezigen vast dat de PS zowat alle actieterreinen heeft verlaten. Er werd ook besloten om het initiatief nationaal bekend te maken.Daartoe werd een brochure opgemaakt die op 10.000 Franstalige en 5.000 Nederlandstalige exemplaren werd verspreid. Na deze brochure waarin het initiatief van Charleroi werd verduidelijkt, volgt binnenkort een brochure met een anti-kapitalistisch anticrisisprogramma. In de lente van 2014 komt er een nieuwe grote bijeenkomst in Charleroi.
Bruno Verlaeckt merkte eerst en vooral op dat hij sprak als voorzitter van de Algemene Centrale Antwerpen-Waasland niet als voorzitter van ABVV Antwerpen. Over de banden met SP.a zijn de meningen binnen het Antwerpse ABVV verdeeld. De Algemene Centrale nam 12 jaar geleden afstand door het relais niet te beperken tot één partij. Het regeringsbeleid en de rol van SP.a daarin hebben geleid tot een confrontatie, onder meer in het kader van het Generatiepact, het IPA 2011-2012 met een virtuele loonstop die door de regering werd opgelegd, het asociale regeerakkoord en recente maatregelen zoals de loonstop of het eenzijdig opgelegde eenheidsstatuut waarmee de minister tegen de belangen van de arbeiders ingaat, zo worden de bouwarbeiders gediscrimineerd.
Maar de vakbonden hebben nood aan de politiek om hun belangen door te drukken en het volstaat niet om gewoon wat te ‘shoppen’. Er is druk van onderuit, dat zagen we onder meer ten tijde van het Generatiepact, maar dan moet er wel één alternatief links van de SP.a zijn. Het vermijden van versplintering is nodig en het is positief dat dit in Charleroi lijkt te lukken. De situatie langs Vlaamse en Waalse kant is wel verschillend. De dreiging van onbeschoft rechts in de vorm van de N-VA wordt gebruikt om de stelling dat we links, met inbegrip van SP.a en Groen, niet mogen verdelen. De dreiging is reëel als we zien dat wordt voorgesteld om de vakbondsvrijheid, het stakingsrecht,… aan te pakken. Terwijl het ongenoegen tegenover de SP.a groot is omdat die partij sociale rechten afbreekt en daar nog trots op lijkt te zijn, is er ook schrik om een stap zoals in Charleroi te zetten. Een links alternatief zal uit zichzelf moeten groeien.
Hans Schippers, secretaris bij de bediendencentrale BBTK, onderschreef veel van de punten van Bruno Verlaeckt. Ook de Antwerpse BBTK heeft geen exclusieve bevoorrechte politieke partner. Er is twijfel of we de sociaaldemocratie volledig moeten laten vallen of niet, er is immer wel een politiek relais nodig. Indien er geen eengemaakt initiatief links van de sociaaldemocratie is, kan dat de twijfel in de andere richting duwen. Met de aanwezigheid van een vijand als N-VA is dat zeker het geval.
Dat betekent echter niet dat het niet mogelijk is om rond bepaalde thema’s die door de volledige linkerzijde gedragen worden eenheid te vinden. Consequent links moet daarbij wel tactisch zijn, soms lijkt het alsof de sociaaldemocratie de belangrijkste vijand van consequent links is. Vele kritieken kloppen, maar consequent links moet het ook tactisch spelen. Rond verschillende thema’s zijn verenigende initiatieven mogelijk. Zo kan links het thema van het monetaire stelsel opnemen, een thema dat vandaag door niemand wordt uitgewerkt.
Ferre Wyckmans van LBC, de christelijke bediendenbond, heeft in zijn vakbondscentrale nooit een exclusieve of bevoorrechte band met een politieke partij gekend. Bij de bredere koepels van ACV en ACW ligt dat natuurlijk anders, maar bij LBC is altijd gepleit voor een onafhankelijke positie. Niet dat de vakbond geen politieke standpunten inneemt, maar de LBC is partijpolitiek onafhankelijk. Dat betekent niet dat naar alle partijen wordt gestapt, bij sommige moeten we niet aankloppen. Het is normaal dat we ‘lastiger’ zijn op diegenen die beweren dezelfde belangen als ons te verdedigen, maar een beleid voeren dat dit tegenspreekt. De lijst van sociale rechten die gered zijn, is kleiner dan de lijst van zaken waarop werd toegegeven.
Van het initiatief voor de opbouw van een christelijke arbeiderspartij (de groep WKAP, werkgroep christelijke arbeiderspartij) was Ferre naar eigen zeggen een “koele minnaar”. Het is volgens hem niet de taak van de vakbonden om het initiatief voor een politieke partij te nemen. Wel kan de vakbond een rol spelen in progressieve frontvorming. Het debat over progressieve frontvorming is wat van de agenda verdwenen, maar iedere vooruitgang is door sociale bewegingen en vakbonden afgedwongen. Vakbonden hebben een sterkere mobilisatiekracht dan alle politieke formaties en kunnen een verschil maken.
Namens PVDA sprak Peter Mertens. Hij weerlegde de stelling dat links altijd op links kapt. In Antwerpen wordt stelselmatig tegen de N-VA, Open Vld en schepen Van Peel (CD&V) ingegaan. De PVDA botst waar er moet gebotst worden, terwijl op sommige vlakken wel kan samengewerkt worden met SP.a en Groen. Het vertrekpunt daarbij is concreet. Als er problemen zijn zoals de lange wachtlijsten voor sociale woningen, kinderopvang,… dan botsen we met de bevoegde minister, los van de vraag of die van Open Vld of SP.a is. Het uitgangspunt van links is de verdediging van de belangen van de werkende bevolking.
De kritiek op het beleid mogen we niet overlaten aan de rechterzijde. Er zijn tal van zaken waarop we moeten reageren, denk maar aan de GAS-boetes of de afkoopwet waarmee de klassenjustitie nog eens in de verf wordt gezet. PVDA wil van de verkiezingen van 2014 gebruik maken om op basis van een volgehouden inspanning en actieve opbouw in de volkswijken en op de bedrijven twee verkozenen in het parlement te halen. Dat zou de krachtsverhoudingen natuurlijk niet volledig veranderen, maar het zou een stap vooruit zijn. Peter Mertens stelde dat het dominante discours in Vlaanderen en Wallonië verschillend is,waarbij langs Franstalige kant termen als klassenstrijd, sociale zekerheid of sociale verworvenheden niet aanstootgevend zijn. Anderzijds is er een bijzonder groot spagaat tussen de linkse retoriek van de PS en de daden van die partij in de regeringen. Het initiatief van Charleroi juichte Peter Mertens toe. Hij legde nadruk op het feit dat het initiatief zich niet op verkiezingen of de korte termijn richt, maar een krachtsverhouding op langere termijn wil opbouwen en bovendien politieke discussie in de vakbonden stimuleert.
Tenslotte kwam Stephen Bouquin van Rood! als laatste spreker aan bod. Hij legde uit dat Rood! een gelijkaardig parkoers kende als het ABVV van Charleroi. Op basis van de strijd tegen het Generatiepact werd SP.a-Rood opgezet dat vervolgens als politieke fractie campagne voerde bij de interne voorzittersverkiezingen en diverse kiescampagnes. Er werd uiteindelijk gebroken met de sociaaldemocratie om een zelfstandige politieke beweging te vormen. Stephen Bouquin benadrukte dat het initiatief van Charleroi een unieke stap is voor de linkerzijde. Het is een uitdrukking van de vaststelling dat de PS ons niet zal redden, maar dat we het zelf zullen moeten doen.
De vraag die velen bezig houdt, is wat we zullen doen met de verkiezingen van 2014. Er is druk voor het argument van de nuttige stem waarbij we moeten zwijgen. Dat standpunt leeft in de vakbonden, maar het verandert niets aan de balans die van het regeringsbeleid moet opgemaakt worden. Dat is niet bepaald positief en bovendien is het nu al duidelijk dat er nog veel aanvallen zullen volgen. Tegen de rechtse dreiging, die reëel is, moeten we een links front vormen. Binnen Rood! wordt een interne bevraging gehouden met een keuze tussen verschillende opties zoals consequent links verzamelen in het versterken van de PVDA, een eigen campagne in het kader van de Europese verkiezingen of steun aan Groen. Los daarvan zou het nuttig zijn om met links stoutmoedige initiatieven te nemen. De politieke en syndicale krachten moeten zelf in het politieke debat treden, bijvoorbeeld met een grote mobilisatie vlak voor de verkiezingen rond thema’s als fiscale rechtvaardigheid of economische democratie.
Na de pauze kwamen de sprekers elk nog kort terug in het debat. Zo wees Bruno Verlaeckt erop dat het bij veel acties soms aan perspectief ontbreekt. Hij haalde de beweging rond koopkracht aan als een voorbeeld van hoe een opbouwend actieplan het verzet versterkt. Het idee van een mars of een beweging van onderuit vlak voor de verkiezingen wist Bruno Verlaeckt wel te appreciëren. Daniel Piron verwonderde er zich over dat er bij links in Vlaanderen soms ten onrechte een positief beeld van de PS heerst, terwijl er de afgelopen jaren geen enkele positieve fundamentele maatregel aan die partij kan toegeschreven worden.
Vanuit de zaal legde Johan, een militant van ACOD-Financiën, uit dat Piron en Verlaeckt door zijn vakbondsafdeling zijn uitgenodigd om de discussie over het politieke relais te voeren. Hij benadrukte dat het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen met hun initiatief een taboe doorbreken. Luc, een militant bij De Lijn, herhaalde de oproep van LSP om in 2014 eengemaakt naar de verkiezingen te trekken. Met een zwaar besparingsbeleid na die verkiezingen zou een linkse stem in het parlement nuttig zijn. Door eengemaakt, met bijvoorbeeld ook LSP-kandidaten op PVDA+, naar de verkiezingen te trekken, zouden linkse militanten ook op de werkvloer sterker staan in de politieke discussies. Verder waren er ook tussenkomsten van een activist van migrantenafkomst en een militant die actief is in de strijd tegen armoede.
Onder tijdsdruk was er weinig ruimte voor reacties door de sprekers en verder debat met de zaal. Op de vraag van Luc wierp Peter Mertens op dat een dergelijke discussie niet via open brieven kan gevoerd worden, maar dat het achter de schermen moet gebeuren. Stephen Bouquin stelde voor om een nieuwe discussie te organiseren rond het programma dat ABVV Charleroi en Zuid-Henegouwen zal uitbrengen.
Het was een breed debat met een uitwisseling tussen strijdbare syndicale verantwoordelijken en politieke activisten ter linkerzijde. Dat is op zich nuttig om elkaars standpunten en gevoeligheden beter te leren kennen, maar ook om elkaars standpunten en actievoorstellen te verscherpen zodat links zich niet in een defensieve positie laat dringen maar het aandurft om vooruit te gaan en uiteindelijk te winnen. Zoals een van de sprekers opmerkte, moeten we tegenover de onbeschofte rechterzijde een onbeschaamde linkerzijde plaatsen.
-
Hoe verder met de oproep van het ABVV van Charleroi en de opbouw van linkse eenheid
Op 18 juni zat de zaal van de Garcia Lorca in Brussel helemaal vol met een 100-tal aanwezigen voor een debat van het collectief ‘Alternatives à Bruxelles’, een collectief van Belgische afdelingen van buitenlandse linkse partijen als Izquierda Unida (Spanje), Rifondazione Comunista (Italië), Die Linke (Duitsland) en de PSU (Marokko), en van de stichting Joseph Jacquemotte.
Artikel door Boris Malarme
Het debat werd geopend door Daniel Piron, de regionale secretaris van het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen, en Lahoucine Tazribine, secretaris van de CNE in de privé-sector. Ze werden gevolgd door sprekers van politieke organisaties: Saïd Cherrid van de Mouvement de Gauche, Anja Deschoemacker van LSP en Stephen Bouquin van Rood! Een verslag van de bijeenkomst.
Daniel Piron legde uit wat de oproep van het ABVV van Charleroi is. Het ABVV stelde vast dat we ons niet mogen neerleggen bij de herstructureringen en besparingsplannen. Na de algemene staking van 30 januari 2012 gingen tal van militanten in tegen de bestaande banden tussen de vakbond en de PS, terwijl die partij de arbeiders verraadt door besparingen op te leggen. Na een discussie in de vakbond werd op 1 mei 2012 een oproep gedaan om alle antikapitalistische krachten links van PS en Ecolo bijeen te brengen. Na de gemeenteraadsverkiezingen is de regionale afdeling van het ABVV bijeengekomen met acht politieke formaties en met het CNE, de bediendencentrale van het Franstalige ACV. Het doel daarvan was om een discussie aan te gaan tussen deze organisaties.
Op 27 april werd een discussiedag hierover gehouden, er waren ongeveer 400 aanwezigen. Daniel Piron legde uit dat er twee conclusies uit het evenement kwamen: de vraag om “te bestaan” bij de verkiezingen van 2014 en de vraag om het initiatief uit te breiden onder de arbeiders enerzijds en in andere regio’s van het land anderzijds. Dat is waarom het ABVV van Charleroi een pamflet/brochure voorbereidt waarin het intiatief wordt uitgelegd. Dit zal op grote schaal verspreid worden in Charleroi en elders.
Lahoucine Tazribine stelde dat het belangrijk is om alternatieven op de herstructureringen naar voor te brengen, zoals een collectieve arbeidsduurvermindering. Geen enkele verkozene van de gevestigde partijen heeft het syndicale verzet tegen het Europese besparingsverdrag ondersteund, de CNE zal daar aan denken bij de komende verkiezingen. Tazribine wees op het feit dat de PVDA wel een doorbraak kent, met twee gemeenteraadsleden in Brussel, maar dat dit niet voldoende is. Het belang van de oproep van Charleroi is dat de kwestie van een breed politiek relais voor de arbeidersstrijd naar voor wordt gebracht.
Hij vervolgde dat de strijd van de linkerzijde op gelijkheid moet gericht zijn, wat betekent dat we moeten werken aan de eenheid van de werkenden over de taalgrenzen heen om te bouwen aan een echt gemeenschappelijk front. Tazribine wees erop dat de CNE politiek onafhankelijk is, wat betekent dat er geen gepriviligieerde partner is. Tenslotte stelde hij dat de CNE in Brussel-Halle-Vilvoorde goed is voor ongeveer de helft van de 160.000 leden van CNE en dat de centrale zich in Brussel actief zal inzetten rond de oproep van Charleroi.
Anja Deschoemacker benadrukte dat de oproep van Charleroi een historische gebeurtenis is. Het is een uitdrukking van de kloof tussen de syndicale basis en de sociaaldemocratie. Wat ook de samenstelling van de volgende regering zal zijn, het besparingsbeleid zal opgevoerd worden en zal de spanningen tussen vakbondsbasis en sociaaldemocratie versterken. Figuren als Hollande of Di Rupo hebben geen enkel antwoord op de crisis, er is immers geen marge voor zelfs een beperkt neo-Keynesiaans of neo-reformistisch programma. Er is nood aan een radicaal investeringsplan waarbij publieke middelen worden ingezet om te antwoorden op de talrijke sociale noden (op vlak van huisvesting, onderwijs, werk, gezondheidszorg,…). Dat vereist de nationalisatie van de banken en de sleutelsectoren van de economie.
Hierop legde Anja uit dat LSP voorstelt om de campagne rond het pamflet van Charleroi te combineren met een tweede bijeenkomst in Charleroi in oktober na een nationale campagne in de bedrijven om van die bijeenkomst een nog groter succes te maken. Verandering kan er enkel komen op basis van arbeidersstrijd, maar het bekomen van linkse verkozenen in de parlementen in 2014 zou een belangrijke bijdrage kunnen leveren om linkse ideeën een bredere ingang te doen vinden, het klassenbewustzijn te ontwikkelen en een stem te geven aan onze strijd. De PVDA is momenteel op electoraal vlak het beste gepositioneerd. Dat is waarom LSP aan de volledige linkerzijde voorstelt om in 2014 samen naar de verkiezingen te trekken, bijvoorbeeld onder de vorm van lijsten met de naam ‘PVDA-Eenheid’ of iets dergelijk, waarbij de lijsten zodanig samengesteld zijn dat alle politieke organisaties gemotiveerd zijn om ervoor te gaan en waarbij een goede coördinatie samengaat met de vrijheid van iedere deelnemende organisatie om eigen politiek materiaal te verspreiden en de redenen voor de deelname aan zulke lijsten naar voor te brengen.
Tenslotte volgden de sprekers van de Mouvement de Gauche, de beweging rond Bernard Westphael die uit Ecolo is gestapt, en van Rood!, de socialistische beweging waar ook LSP aan meewerkt. Tal van aanwezigen uit de zaal kwamen tussen om hun steun aan de oproep van Charleroi te betuigen en voor een uitbreiding van het initiatief te pleiten. Er werd onder meer tussen gekomen door militanten en delegees van BBTK en LBC uit Brussel, alsook door leden van Europese linkerzijde zoals Maïté Mola (Izquerdia Unida, vice-voorzitster van Europees Links, een overkoepeling van linkse partijen in Europa) en Giorgos Karatsioubanis (voorzitter van Syriza België). Er werd ook opgemerkt dat het jammer was dat de PVDA de uitnodiging voor dit debat had afgewezen.
De syndicale sprekers stelden ter afsluiting van het debat voor om een volgende bijeenkomst in Brussel meer te richten op vakbondsmilitanten. Er werd ook een oproep gedaan aan alle aanwezigen en alle organisaties om de oproep van Charleroi actief te ondersteunen en te laten slagen. Het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen en de CNE steken met die oproep immers hun nek uit.
- Open brief van LSP voor een electorale krachtenbundeling in 2014
-
VOOR EEN POLITIEKE VERTEGENWOORDIGING VAN DE ARBEIDERSSTRIJD!
“Samen een links alternatief bouwen op de kapitalistische crisis”. Dat is het onderwerp van een belangrijke meeting in Charleroi op 27 april. Het is het vervolg op de gedurfde toespraak van Daniel Piron, algemeen secretaris van FGTB-Charleroi-Sud Hainaut, vorig jaar op 1 mei.(1) Daarin stelde hij vast dat “PS en Ecolo de eisen van de werkende bevolking niet langer vertalen”. Hij riep op tot “een bundeling van de krachten links van deze partijen om de hoop en de waardigheid van de werkende bevolking te herstellen.” De meeting in Charleroi is een gezamenlijk initiatief van FGTB Charleroi-Sud Hainaut, CNE Hainaut en zowat alle consequente linkse partijen en groeperingen.(2)
Dossier door Eric Byl uit de mei-editie van ‘De Linkse Socialist’
De toespraak van Piron was geen persoonlijke oprisping, maar het resultaat van rijp overleg met alle centrales van het gewest op basis van discussies met de militanten. Bij de militanten werd ze warm onthaald. Aan de apparaten van de PS, van Ecolo en wellicht ook aan delen van de vakbonden bezorgde ze koude rillingen. De pers, die dergelijke verklaringen doorgaans negeert, was wel verplicht er ruchtbaarheid aan te geven. Piron vertegenwoordigt immers een gewest met 110.000 leden en een sterke traditie. Rechtse en patronale kringen doen wat neerbuigend en hopen wellicht dat het allemaal overwaait, maar het zou ons sterk verbazen dat ze het initiatief niet aandachtig in het oog houden.
De secretarissen van het FGTB-gewest hadden een gemakkelijker weg kunnen kiezen. Zoals zovelen, hadden ze hun schouders kunnen ophalen en wachten tot iemand anders de kastanjes uit het vuur haalde. Er is altijd wel een reden om te stellen dat het te vroeg of te laat is. Ofwel zijn de mensen er niet rijp voor of de andere gewesten volgen niet of het is aan politici om het initiatief te nemen etc. Ze hebben echter gehandeld zoals ze dat van hun beste militanten gewoon zijn. Actie is altijd een risico. Is de patroon niet uit op provocatie? Zal de achterban wel volgen? Zijn de andere vakbonden mee? Loopt men niet het risico zich te isoleren en bloot te stellen aan represailles? Dat zijn terechte afwegingen, waar men niet lichtzinnig aan voorbij mag. Maar wie nooit iets onderneemt, is bij voorbaat verloren.
Wat volgde, was een periode van maanden waarin het terrein werd afgetast, interviews werden verleend en aan debatten deelgenomen werd. Uiteindelijk werd vanaf januari samen gekomen met vertegenwoordigers van de consequente linkse partijen om hun reactie in te schatten en hun voorstellen te overwegen. Van bij het begin maakten de secretarissen duidelijk dat ze niet wilden overhaasten, dat ze geen herhaling wensten van Gauches Unie (3) of wie dan ook onder druk wilden zetten, maar streefden naar een consensus. Maar ze wezen wel op de dringendheid. Hun kop uitsteken, dat hadden ze al gedaan op 1 mei 2012. Ze verwachtten duidelijk een volgende stap, die rekening houdt met de moeilijkheden en de gevoeligheden, maar toch beantwoordt aan de dringendheid.
Dat is hoe we uiteindelijk aanbelandden bij deze meeting, waar de kwestie van een politieke vertegenwoordiging zonder omwegen zal voorgelegd worden aan enkele honderden militanten. Waar militanten van andere vakbonden, andere centrales en gewesten, die misschien nog twijfelen, mee de sfeer kunnen opsnuiven vooraleer ze de sprong wagen. Waar consequente linkse partijen en groeperingen niet alleen hun opinie kunnen delen, maar vooral kunnen komen inschatten hoe de syndicale achterban daarover denkt. Waar tenslotte, en dat is waarom 27 april werd uitgekozen, de basis kan gelegd worden om met de militanten op de talloze 1 mei activiteiten in heel het land, in discussie te treden over die cruciale kwestie.
De Belgische arbeidersbeweging heeft historisch fors geleden onder de talloze verdeel-en-heersmechanismen die de burgerij in ons systeem heeft ingebouwd, vooral die op basis van taal en religie. Maar bij de gewestelijke secretarissen was er gelukkig geen spoor van regionalistische illusies te bespeuren. Vlaamse militanten zijn meer dan welkom, niet als toeschouwers uit een ander landsgedeelte, maar als noodzakelijke bondgenoten. Als het initiatief verder uitbreiding vindt, zullen we daarvoor nog moeten oppassen. Bovendien zal de christelijke bediendenbond CNE plaats nemen op de tribune naast FGTB Charleroi-Sud Hainaut. De uitspraken van haar algemeen secretaris Felipe van Keirsbilck worden wel degelijk gedragen door zijn achterban, ook al geeft het CNE, goed voor 170.000 leden, grif toe dat de discussie met haar militanten nog niet zo ver gevorderd is als in het FGTB-gewest.
Dit verklaart waarom geopteerd werd voor een interne mobilisatie van enkele honderden militanten en nog niet voor een brede publieke mobilisatie met talloze pamfletten in de bedrijven en op publieke plaatsen. Dat volgt hopelijk nog. Tegenstanders van de oproep zullen uiteraard alle zwakheden uitvergroten. Onder de titel “linkse bedreiging voor de PS en Ecolo” wijst het Franstalig magazine Le Vif erop dat “Piron en de zijnen geconfronteerd zijn met een behoorlijk probleem: hun isolement in de socialistische vakbond.” Fijntjes wordt aangehaald dat de CNE uitsluit openlijk op te roepen voor een lijst in 2014. “Onze statuten verbieden ons politieke vrienden te hebben”, citeert het Van Keirsbilck. Maar Van Keirsbilck voegt er wel aan toe dat de verkozenen die binnenkort het Europees verdrag zullen tekenen “ons vertrouwen niet zullen hebben in 2014. In het stemhokje zal dat al een pak kandidaten elimineren.”
Dat er nog een lange weg af te leggen is, zal niemand ontkennen, zeker de initiatiefnemers niet. De kwestie van een gezamenlijke lijst in 2014 is trouwens niet aan de orde. Maar er is wel een reden waarom Le Vif hierover moet schrijven, en waarom ook andere media dit niet in de doofpot kunnen stoppen: dat een volledig gewest van het FGTB en een centrale van het CSC die gezamenlijk 280.000 leden tellen, zich zo expliciet uitspreken voor een links alternatief, is een absolute primeur. Dat zal niet zomaar verdwijnen, het drukt de groeiende kloof uit tussen de vakbondsbasis en hun traditionele politieke partners, een kloof die de komende maanden en jaren enkel zal verdiepen.
Vier vragen om te beantwoorden
WAT ZOU ER GEBEUREN ALS ER GEEN LINKS ALTERNATIEF KOMT?
In zijn toespraak op 1 mei 2012 zei Daniel Piron dat de militanten de toverspreuk “zonder ons zou het nog erger zijn” beledigend vinden voor hun beoordelingsvermogen. Hij citeerde PS’er Jean-Claude Van Cauwenberghe die de stakers van Splintex destijds “een zwarte smet op de kaart van Wallonië” noemde. Lange tijd heeft de PS zich kunnen verschuilen achter “rechts Vlaanderen” en zich opwerpen als oppositie binnen de regering. Daaraan is een einde gekomen. Als premier zette Di Rupo het zwaarste besparingsplan in de stijgers dat ooit doorgevoerd werd in België.
Is dit het einde van “het minste kwaad”? Nog steeds zullen heel wat arbeiders met de knijper op de neus PS stemmen, ook al bij gebrek aan een voldoende uitgebouwd alternatief. Ver hoeven we echter niet te lopen om een idee te krijgen van het scenario dat ook Wallonië en Brussel wacht als er geen links alternatief voor handen is. Veel sneller dan de zusterpartij in Franstalig België, heeft de Vlaamse SP.a komaf gemaakt met haar “socialistisch” verleden en haar traditionele achterban. Van de volkshuizen, het rijke verenigingsleven, de druk bijgewoonde partijvergaderingen en de kritische jongerenafdelingen blijft nauwelijks wat overeind. Bij sociale conflicten vinden arbeiders de SP.a doorgaans aan de andere kant van de barricades.
Toch blijft het ABVV-apparaat de militanten bij elke verkiezing de weg van die partij uitsturen. SP.a-minister voor Werk, Monica De Coninck bedankt het ABVV daarvoor als volgt: “Zodra er wordt onderhandeld over een interprofessioneel akkoord, is er altijd wel iets waar ze niet mee kunnen leven”.(4) Bruno Tobback, SP.a-voorzitter: “Het ABVV heeft geen cultuur om moeilijke zaken uit te leggen. Je kunt niet het behoud van de index eisen en tegelijkertijd verwachten dat er marge overblijft voor loonsverhoging.”(5) De bewering dat het met de anderen nog erger zou zijn, is intussen tot op de draad versleten.
De besparingspolitiek ontwapent de militanten bij de leden. Die kijken bij gebrek aan ernstig alternatief steeds meer in de richting van de meest zichtbare oppositie, zelfs al is die populistisch en economisch rechts zoals de N-VA. In 2010 stemde nog maar 32% van de ABVV leden voor de SP.a, tegen 22% voor de N-VA en 19% voor het Vlaams Belang! Met het ACV is het niet beter gesteld: 27% stemde CD&V, 31% N-VA en 13,5% Vlaams Belang.(6)
EEN VAKBONDSPARTIJ?
De Gentse professor Jan Blommaert schreef in maart: “Waarom geen vakbondspartij?”(7) “Een Partij van de Solidariteit, of van de Sociale Actie, zou best wel wat harten sneller doen kloppen, ook in het stemhokje… Ze zou plots sociaaleconomische thema’s op de agenda plaatsen, en niet in de marge van de debatten maar in het centrum ervan. … De idee van een vakbondspartij komt uit vakbondsmiddens zelf, ik geef dat even mee. Ik pikte ‘m op in discussies met vakbondsmensen. Hoe meer ik er over nadenk, hoe logischer en belangrijker het me lijkt. Als vakbonden hun historische rol ernstig nemen, en hun beginselen eveneens, dan moeten ze deze stap nu zetten. Ze kunnen de machtsvraag in een crisis met een diepgang en impact zoals deze niet uit de weg blijven gaan.”
Blommaert maakt daar een zeer belangrijk punt. Wie zal zijn nek uitsteken? Hij gaat ervan uit dat het dé vakbonden moeten zijn. Graag hadden we de gezamenlijke oproep van de initiatiefnemers op 27 april hier gepubliceerd, maar dat zou teveel plaats innemen. Daarvoor verwijzen we de lezer naar onze website.(8) De oproep herhaalt de vaststelling van 1 mei vorig jaar en bevestigt de actualiteit ervan. Maar hij stelt ook “We moeten dit kapitalistische systeem naar de prullenbak van de geschiedenis verwijzen. Het systeem kan niet hervormd worden. Het moet weg. Het volstaat niet om dit te verklaren vanop deze tribune. We hebben er de middelen voor nodig en een politiek verlengstuk waarmee we onze doelstelling kunnen concretiseren.” Als we daarvoor op dé vakbondsleiding moeten rekenen, dan wacht ons nog een lange lijdensweg.
ANTI-KAPITALISTISCH?
LSP is het eens met de oproep. Wij staan voor een economie gebaseerd op solidariteit, niet op concurrentie. Dat vereist de nationalisatie van de sleutelsectoren, van het financiewezen, transport, energie en ook onderwijs en gezondheidszorg. En verder van de bedrijven die bedreigd worden met sluiting of herstructurering zoals Ford, ArcelorMittal, Caterpillar, NLMK etc. Niet met een manager als Didier Bellens of Johnny Thys aan de top, die het runt als een privébedrijf, maar onder controle van de werknemers en de gemeenschap. Pas dan kunnen we de economie echt democratisch plannen in functie van onze behoeften en niet van de winsten van een handvol kapitalisten die er offshore mee verdwijnen.
We zullen ons programma verdedigen, ook binnen een nog te vormen politiek verlengstuk. Maar als we daar voorlopig niet iedereen kunnen van overtuigen, dan zal ons dat niet stoppen om deel te nemen aan een minder expliciet “anti-kapitalistisch” of “links socialistisch” initiatief. Zolang maar ingegaan wordt tegen elke besparing ten koste van de werknemers of de uitkeringsgerechtigden. Zolang het volledig herstel van de index en welvaartsvastheid van uitkeringen er maar deel van uitmaken. Zolang men maar een algemene verkorting van de werktijd zonder loonverlies voorop stelt als middel om de werkloosheid te bestrijden. Zolang men maar een punt maakt van de verdediging van de openbare diensten.
Volgens de huidige politici kan men ideeën slechts realiseren door aan de macht deel te nemen. Dat is verkeerd, zowel feitelijk als historisch. Alle grote verwezenlijkingen werden afgedwongen door een krachtsverhouding uit te bouwen in strijd. Een écht links alternatief zoekt haar bondgenoten niet in rechtse coalitiepartners die haar meesleuren in de besparingspolitiek, maar in de bedrijven en op straat. We moeten breken met de politiek van besparingscoalities en integendeel bouwen aan een strijdpartij!
SYNDICALE ONAFHANKELIJKHEID?
We begrijpen de vakbondsmilitanten die op de syndicale onafhankelijkheid staan. Vandaag zijn onze vakbondsleiders immers doorgaans meer een transmissieriem voor standpunten van de “politieke vrienden” in de vakbond, dan andersom. Maar het zijn wel de vakbondsleiders, en dan vooral de linkse, die in een zeldzame positie zitten om faciliteiten te bieden, organisatorisch en financieel en vooral door hun delegees en leden te betrekken om zo’n initiatief vorm te laten nemen. En waarom niet door zelf mee op de eerste rij te staan?
We mogen onszelf niets wijsmaken. In vakbondsvormingen wijzen we er onze nieuwe militanten op dat er in onze klassenmaatschappij drie zaken niet bestaan: objectiviteit, neutraliteit en onafhankelijkheid. Syndicale onafhankelijkheid geldt trouwens niet voor de rechtse vakbondsleiders, als het er om gaat om samen te hokken met zij die mee op de eerste rij staan om onze verworvenheden af te breken. Laat het dan ook niet onze syndicale onafhankelijkheid zijn die ons tegenhoudt om een echt alternatief links van PS en Ecolo op poten te zetten. Naast linkse delegees, hebben ook linkse secretarissen en voorzitters in welke vakbond of centrale dan ook, hier een verantwoordelijkheid in.
Om te vermijden dat een echt links alternatief dezelfde weg op gaat van de traditionele politieke partners, hebben we in de eerste plaats democratie nodig, zowel binnen dat links alternatief als binnen onze vakbonden. Dat betekent onder meer dat wie verkozen is, verantwoording moet afleggen en desnoods teruggeroepen en vervangen moet kunnen worden. Het betekent ook dat wie verkozen is, net zoals onze duizenden delegees en militanten in de bedrijven, niet meer moet verdienen dan het gemiddeld loon van diegene die hij of zij vertegenwoordigt. Hoe kan men immers werknemers vertegenwoordigen, als men qua levensstandaard mijlenver verwijderd is van de condities waarin zij moeten leven en werken.
Linkse initiatieven
De oproep van Piron is niet de eerste in die zin. Het dateert niet van vandaag dat de sociaaldemocratie en de groenen zich gedragen als loyale uitvoerders van de politiek van sociale afbraak. Het verzet tegen het Globaal Plan in 1993 leidde al tot de oprichting van Gauches Unie. In 1994 ontstond in Antwerpen de Beweging voor Sociale Vernieuwing. Voor de Europese verkiezingen van 1999 verzamelde Roberto D’Orazio radicaal links op een Europese lijst onder de naam Debout! Maar dat was in de nasleep van de val van de Muur van Berlijn en het stalinisme dat verkeerdelijk werd voorgesteld als “socialisme”. Het ging bovendien gepaard met economische groei in het Westen en de illusie dat het kapitalisme uiteindelijk iedereen zou optillen tot het westers welvaartsniveau. We weten nu wat daarvan aan was.
Sindsdien nam LSP deel aan zowat iedere poging om te komen tot een nieuwe, brede, inclusieve en pluralistische vereniging van links. De meest recente? Het Comité voor een Andere Politiek, ontstaan na de strijd tegen het generatiepact, Rood met voormalig SP.a-kandidaat-voorzitter Erik De Bruyn, Front de Gauche in Charleroi en La Louvière, Front des Gauches en later Gauche Communes in Brussel en ook VEGA in Luik. Was dat verkeerd? We denken het niet, we hebben er enorm veel uit geleerd en hebben nooit nagelaten om tegelijk LSP uit te bouwen.
Maar hoe juist een idee ook mag zijn, het vergt concrete gebeurtenissen vooraleer het opgenomen wordt door bredere groepen in de maatschappij. Het bewustzijn loopt nu eenmaal achter op de materiële omstandigheden om het dan, op basis van concrete gebeurtenissen, in schokken in te lopen. Denk maar aan de revoluties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. We denken dat het geen toeval is dat drie tot vier jaar na het begin van de grootste crisis van het kapitalisme sinds de jaren 1930, een belangrijk gewest van het ABVV en een belangrijke centrale van het ACV de nood aan een nieuwe linkse formatie zo uitdrukkelijk op de agenda plaatsen.
LSP en PvdA+
LSP wil niets afbieden op de verdienste van de PvdA. Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen heeft die 53 verkozenen behaald. Dat werd voorbereid met een jarenlang volgehouden militante inzet, een belangrijke inplanting in de wijken en de bedrijven, en een slimme mediastrategie. De PvdA is de meest zichtbare component van consequent links. Maar een belangrijke factor in de groei van de PvdA, zowel qua leden als qua kiezers, was de koerswijziging in 2008 naar meer openheid. Het is daardoor dat de PvdA een fractie van het publiek voor een verenigde consequent linkse formatie kon aanboren.
Veel nieuwe leden en nog meer nieuwe kiezers van de PvdA , hebben hun keuze mee laten bepalen door die zichtbare tekenen van meer openheid, niet om daar nu een einde aan te stellen, maar juist om die ontwikkeling aan te moedigen en verder te zetten. Naast de PvdA zijn er talloze politiek georganiseerde en ongeorganiseerde militanten met eveneens een belangrijke inplanting. De logische volgende stap is om ook die te betrekken en het potentieel maximaal te benutten. LSP begrijpt de voorzichtigheid van de PvdA, haar vrees om in een avontuur te stappen en haar absolute wil om haar naam niet te grabbel te gooien, maar dit potentieel onbenut laten zou wel eens een omgekeerd effect kunnen hebben. LSP heeft eerder al een pilootproject gesuggereerd aan de PvdA en de andere consequent linkse partijen en groeperingen. We blijven bereid om daar samen over na te denken.
Noten
- http://jeunesfgtbcharleroi.wordpress.com/2012/05/03/discours-de-daniel-piron-secretaire-regional-de-la-fgtb-charleroi-1er-mai-2012/
- PvdA-PTB, Rood, Mouvement de Gauche, Front de Gauche Charleroi, Parti Communiste, Parti Humaniste, LCT, LCR-SAP, LSP-PSL
- Zie kader
- Humo 19 februari 2013
- Het Nieuwblad 21 februari 2013
- Op basis van verkiezingsonderzoek aan de KUL in 2010
- https://jmeblommaert.wordpress.com/2013/03/19/waarom-geen-vakbondspartij/
- http://www.socialisme.be/lsp/archief/2013/04/17/charleroi.html