Your cart is currently empty!
Tag: cultuursector
-
‘Sociale barometer’ toont nood aan actieve strijd voor maatschappijverandering

Actie van zorgpersoneel op 7 december COVID-19 legde rond de jaarwisseling nogmaals de zwakke positie van de verschillende regeringen in dit land bloot. Zowel de Vlaamse, Waalse, Brusselse als federale regering struikelen over hun eigen voeten en de stabiliteit is zoek.
Edito door Michael uit maandblad De Linkse Socialist
Slecht cabaret is geen cultuurbeleid
Het protest van de culturele sector op 26 december en de dreiging van burgerlijke ongehoorzaamheid dwongen de politici om terug te komen op hun beslissing om enkel voor die sector nieuwe beperkende maatregelen in te voeren. De cultuursector was natuurlijk al op haar hoede. De woede beperkte zich niet tot de nieuwe reeks maatregelen die vlak voor de kerstdagen werd afgekondigd. De sector staat symbool voor een COVID-beleid dat bepaald wordt door de winstbelangen. Cultuur wordt als een optioneel luxeproduct gezien, dat gemakkelijk kan gesloten worden. De intrekking van de maatregelen onder druk van het protest volstaat overigens niet voor vele kleine vissen in de sector. Een bioscoopmultinational kan gemakkelijker sluiten en heropstarten dan een kleine theatergroep.
De verantwoordelijkheid voor de nieuwe maatregelen lag bij alle regeringen, ook de federale regering rond de tandem De Croo-Vandenbroucke. In tegenstelling tot politici als Paul Magnette, die onder druk van de acties sprak over een collectieve vergissing (maar toch vooral naar de cultuurministers wees), probeerde Jan Jambon, minister van cultuur en Vlaams minister-president, niet eens de schijn hoog te houden dat hij om de cultuursector geeft.
Jambon spreidde dezelfde neoliberale productieve visie op “maatschappelijke relevantie” ten toon wanneer hij de laatste week voor de kerstvakantie in het lager onderwijs beschreef als “een week met weinig pedagogische impact” wegens beperkt tot “een kerstfeestje hier, wat voorlezen daar en wat weet ik nog allemaal”. Jambon moest antwoorden op de vele reacties. Hij deed dit met de verduidelijking “dat je in die laatste week toch wat minder bezig bent met kennisoverdracht”. Ontplooiing en pedagogie moet voor de N-VA vooral economisch relevant zijn. Een kans om leerkrachten af te schilderen als potverteerders, laat de partij ook nooit liggen.
Alle regeringen zijn zwak en verdeeld
Terwijl Jambon zo de Vlaamse regeringspartners in verlegenheid bracht, was het aan Waalse zijde verdeeldheid troef. Het liberale rechts populisme van Georges-Louis Bouchez duwde hem zo ver in de provocatie dat hij begin december de Waalse regering op het spel zette. De PS voelt de hete adem van de PVDA/PTB in haar nek en wil iets binnenhalen om zich progressief op het sociaaleconomische terrein te profileren. De fiscale hervorming die daarvoor moest dienen, werd door Bouchez afgeschoten. Het leverde het ontslag op van een van zijn eigen ministers, Waals minister van begroting Crucke, die een lucratieve zetel in het Grondwettelijk Hof in de plaats krijgt. Het illustreert de spanningen tussen PS en MR op Waals niveau en zet bij uitbreiding druk op Vivaldi. Ondertussen zetten discussies over onder meer mobiliteit de Brusselse regering onder hoogspanning.
Vivaldi kwam op een specifiek moment tot stand: de gezondheidscrisis duwde enkele neoliberale heilige huisjes naar de achtergrond en versterkte de roep naar een stabiele regering. Dat moest een regering mogelijk maken zonder al te grote provocaties aan het adres van de arbeidersbeweging. De politieke stabiliteit is echter al langer zoek. Het krediet van alle politieke instellingen van het kapitalisme kreeg zware klappen de voorbije jaren. De traditionele partijen raken steeds meer uitgehold. Bovendien komt er op rechts concurrentie van het trumpisme.
Het mag de arbeidersbeweging echter niet ontgaan dat de instabiliteit van de politieke vertegenwoordigers van het systeem in laatste instantie veroorzaakt wordt door de dreiging van sociaal protest. Het cultuurprotest was er een uitdrukking van. De polarisatie tussen Bouchez en de PS wordt versterkt door de verdere groei van de PVDA langs Franstalige kant. Ook in Vlaanderen is de regering, en in het bijzonder de N-VA, kwetsbaar voor sociale strijd. Strijd plaatst immers de eisen van de werkende klasse op de agenda, wat rechts populisme in het defensief duwt. Het is het beste vaccin tegen trumpisme.
Arbeidersbeweging moet handelen
Alle onderdelen in de sociale barometer van de werkende klasse gaan in het rood. De snel stijgende prijzen, in het bijzonder voor zaken waar werkenden en armen gemiddeld een groter deel van hun budget aan besteden zoals energie en huisvesting, zetten onze levensstandaard onder druk. Jaren van besparingen hebben openbare diensten tot op het bot ondermijnd. Gezonde leefomstandigheden zijn voor de winstbelangen van het grote kapitaal een even overbodig luxeproduct als cultuur en ontspanning. Alle crisissen van dit systeem versterken elkaar en maken dat elke eenvoudige eis die we stellen al gauw botst met het volledige systeem.
Als de sociale barometer iets duidelijk maakt, is het de noodzaak van sociale strijd. De vakbonden haalden op een week tijd 25.000 handtekeningen op met een petitie voor het veranderen van de loonnormwet die onze lonen in een dwangbuis steekt en voor het behoud van de index. De petitie kan de aanzet zijn om te mobiliseren naar nieuw massaal straatprotest. Zo’n campagne wordt best gekaderd in een actieplan dat opbouwt van petities, informatiecampagnes en betogingen naar stakingen. De PVDA-actie van 27 februari onder de noemer ‘Basta’ kan dat versterken. Een grote mars voor betaalbare energie, degelijke lonen en sterke openbare diensten (waaronder de zorg) kan helpen om die thema’s centraal te stellen en om de discussie aan te gaan over onze eisen en wat nodig is om deze af te dwingen.
Tijdens de pandemie kreeg de werkende klasse opnieuw een gezicht: het zijn de werkenden die alles doen draaien. Het zijn de werkenden die bij elke ramp meteen de solidariteit organiseren, ook waar de overheden afwezig blijven of compleet tekort schieten. Het zorgpersoneel, maar ook ander essentieel personeel, kreeg een reusachtige steun in de publieke opinie. De tekorten als gevolg van jarenlange onderinvesteringen zijn stilaan voor iedereen duidelijk. “Corona heeft pijnlijk duidelijk gemaakt wat wij al lang weten: de zorg is kapotbespaard”, merkte een zorgkundige op in het populaire weekblad ‘Dag Allemaal’.
Terwijl de werkenden alles doen draaien, kijken de bazen en hun woordvoerders al naar manieren om de gevolgen van hun crisis op ons af te wentelen. Zelfs de index wordt opnieuw in vraag gesteld, van een indexsprong tot verder gepruts aan de index waardoor die nog meer achterloopt op de reële prijsstijgingen. In december stond de inflatie op 5,71% op jaarbasis terwijl de gezondheidsindex 5,21% bedroeg. Als de werkende klasse niet reageert, zal het patronaat in de aanval gaan. Zwakheid zet aan tot agressie.
Systeemverandering
De werkende klasse staat potentieel echter bijzonder sterk. De noden worden algemeen begrepen en doorheen actie wordt solidariteit steeds versterkt. Het breken van de loonwet, verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur, behoud en versterking van de index en de sociale zekerheid, een massaal investeringsplan in de zorg en het onderwijs (alsook andere openbare diensten), energie in publieke handen om de prijzen met de gemeenschap te controleren en een groene transitie mogelijk te maken … het zijn stuk voor stuk eisen die de werkende klasse kunnen motiveren en mobiliseren.
Om onze eisen af te dwingen, moeten we tegen het volledige systeem ingaan. Kapitalisme betekent dat de tien rijksten tijdens de pandemie hun vermogen zagen verdubbelen, terwijl er wereldwijd 160 miljoen armen bijkwamen. De tien rijksten werden 15.000 dollar per seconde rijker. Neen, niet onze lonen zijn het probleem. Het is de accumulatie van rijkdom bij een kleine elite die onze inkomens en onze leefomstandigheden onder druk zet. Beeld je in wat er mogelijk wordt indien de beschikbare middelen op deze planeet democratisch aangewend worden om voor iedereen een gezond en degelijk leven te garanderen. Hiervoor is strijd nodig: socialistische verandering zal ons niet gegeven worden door de superrijken, we zullen er ons voor moeten organiseren en de strijd aangaan zodat eindelijk het doek valt voor het kapitalisme.
-
Cultuurprotest legt zwakte van regeringen bloot

Protest zorgde ervoor dat het doek viel over de willekeurige sluiting van de cultuursector. Na breed gesteund protest vanuit de culturele wereld en de entertainmentsector moesten de regeringen terugkomen op de genomen beslissing om de sector te sluiten. Daarmee werd de zwakte van de verschillende regeringen extra in de verf gezet. Het toonde bovendien aan hoe de maatregelen in de strijd tegen de pandemie er vooral op gericht zijn om niet aan de winstbelangen te raken. Cultuur wordt als een optioneel luxeproduct gezien, iets waarmee de regeringen weinig tot geen voeling hebben. Vlaams minister van Cultuur Jambon werd reeds omschreven als ‘minister van cancelcultuur’.
Het Overlegcomité, waarin alle regeringen van het land vertegenwoordigd zijn, wilde voor de kerstvakantie maatregelen nemen om duidelijk te maken dat de pandemie niet voorbij is en het gevaar van de nieuwe Omikron-variant dreigt. Beperkende maatregelen nemen lag echter gevoelig, waardoor gekozen werd voor een schijnbaar ‘gemakkelijke’ oplossing: er kwamen geen nieuwe maatregelen, behalve voor de culturele wereld en de entertainmentsector. Dit gebeurde zonder overleg met de sector en het was evenmin opgeworpen in de adviezen van de experten van de GEMS. Het wetenschappelijk instituut Sciensano merkte op dat theaters, bioscopen en concertzalen niet de plaatsen zijn waar massaal besmettingen opgelopen worden.
Het protest van de culturele sector kon op brede steun rekenen: er was de grote protestactie van 26 december in Brussel en de dreiging van burgerlijke ongehoorzaamheid door ondanks het verbod open te blijven. Verschillende politici, ook van regeringspartijen, keerden zich van de beslissing af. PS-voorzitter Magnette verklaarde dat de politici zich op het Overlegcomité collectief vergist hadden en steunde de kritiek van de culturele wereld. Tegelijk schoof hij de verantwoordelijkheid grotendeels door naar de cultuurministers die nalieten om ‘hun’ sector te verdedigen. Een beslissing van de Raad van State maakte de impasse compleet en verplichtte de regering om de sluiting van de culturele sector in te trekken.
Dit is niet alleen een blamage voor de federale regering-De Croo, maar voor alle regeringen. Het komt op een ogenblik dat die regeringen zwak staan. De tandem De Croo-Vandenbroucke sputtert met interne oppositie vanuit de regeringspartijen, waaronder de onberekenbare MR-voorzitter Bouchez die eerder ook de Waalse regering bijna deed ontploffen en druk op de PS om zich rond sociaaleconomische thema’s te profileren. Wat de Vlaamse regering zelf doet, doet ze niet beter. Jambon is niet bepaald de ‘sterke Jan’ van de N-VA-marketing. VLD-kopstuk Somers haalde in de media uit naar de Vlaamse regering waar hij deel van uitmaakt: “Op deze manier wordt Jambon I geen succes.”
Het cultuurprotest legde de zwakte van de regeringen nog scherper bloot. De arbeidersbeweging kan dit aangrijpen om op een offensieve wijze de belangen en bekommernissen van de werkende klasse te verdedigen. Is het nu niet hét moment om de strijd voor een massaal en onmiddellijk plan van publieke investeringen in de zorg en het zorgpersoneel op te voeren? Waarom geen oproep tot een nationale betoging hiervoor gekoppeld aan eisen zoals de opheffing van de patenten op vaccins en nationalisatie van de farmasector? Tegen de achtergrond van snel stijgende inflatie groeit het ongenoegen over de achterblijvende lonen en koopkracht. Ook daarrond is er nood aan een ernstig actieplan dat zich niet beperkt tot wat stoom aflaten, maar dat het protest opbouwt rond eisen die een verschil maken, zoals de afschaffing van de loonwet van 1996 of nog voor een energiesector in publieke handen zodat een groene transitie mogelijk wordt en de energieprijzen betaalbaar blijven. Als de arbeidersbeweging (zowel de vakbonden als de linkerzijde) de strijd voor verandering niet aangaat, dan zullen andere krachten inspelen op het ongenoegen en de frustraties.
Elke crisis toont het falen van het systeem en versterkt andere crisissen. De klimaatactivisten die voor ‘system change’ opkomen, hebben gelijk. Er is nood aan een ander systeem waarin niet de private winstbelangen tellen en waarin niet de patronale lobbyisten beslissen. Waartoe dat leidt zien we in de aanpak van de gezondheidscrisis, maar evengoed in de beslissing van de Europese Commissie om gas en kernenergie een ‘groen label’ te geven … Een ander systeem moet vertrekken van de belangen en noden van de meerderheid van de bevolking. De middelen hiervoor bestaan: in 2021 werden de tien rijkste mensen op de planeet nog eens 400 miljard dollar rijker. Beeld je in wat er mogelijk wordt indien de beschikbare middelen op deze planeet democratisch aangewend worden om voor iedereen een gezond en degelijk leven mogelijk te maken. Hiervoor is strijd nodig: socialistische verandering zal ons niet gegeven worden door de superrijken, we zullen er ons voor moeten organiseren en de strijd aangaan zodat eindelijk het doek valt voor het kapitalisme.
-
Cultuur: Besparingspolitiek valt niet te rijmen met de coronacrisis

De harde besparingsmantra van de Vlaamse regering is door de coronacrisis minstens naar de diepvries verwezen. Op het moment van de aanstelling van cultuurminister Jambon was de boodschap nochtans duidelijk: er moest paal en perk gesteld worden aan de subsidieslurpers en aan de kunstenaars die niet bezig zijn met schoonheid, maar enkel met zichzelf.
Door Thomas (Antwerpen)
De coronacrisis én het protest tegen dit asociale en wereldvreemde beleid hebben ertoe geleid dat er van die vooropgestelde plannen weinig komt, en dat er extra investeringen aankomen. Deze zijn wel slechts éénmalig, en de noodzakelijke investeringen die een brede, toegankelijke, diverse en duurzame cultuurbeleving mogelijk moeten maken, komen er hiermee zeker nog niet. Hieronder een overzicht van die turbulentie en wat er kan verwacht worden voor de komende periode.
November – December 2019: De Vlaamse minister voor Cultuur Jan Jambon kondigt een serieuze besparingsronde aan, conform het Vlaamse Regeerakkoord. Er zou 6% minder geld naar de werkingssubsidies gaan en daarbovenop 60% minder middelen naar projectsubsidies (subsidies die noodzakelijk zijn om jong talent hun eerste producties aan de man te kunnen brengen). De grote cultuurhuizen zouden genieten van een vermindering: zij zouden slechts 3% moeten inboeten op hun werkingssubsidie. In totaal zou deze besparingsoefening 5 miljoen opleveren, en dit op de totale begroting van afgerond naar beneden 45 miljard (!).
De reactie vanuit de culturele wereld was vernietigend voor de minister en getuigde van een grote solidariteit in een bijzonder versnipperde sector. Er werden verschillende protestacties georganiseerd zodra dit nieuws bekend werd. Het protest kreeg een concrete vorm nadat de vakbonden van de VRT een protestwake hielden tijdens de toelichting van die besparing, ook omdat de openbare omroep al lang en nog steeds gebukt gaat onder het besparingsmes. Die actie was succesvol in omvang; ook omdat de eerder opgebouwde solidariteit binnen de sector zich naar dit moment toewerkte en consolideerde.
De toon was gezet. Niet alleen voor de culturele sector zélf, maar het asociale en wereldvreemde karakter van deze Vlaamse Regering werd duidelijk gemaakt. Het was bovendien, samen met de acties vanuit de sociale sector, één van de eerste protesten ooit die zich actief richtten tegen een beslissing vanuit het Vlaamse niveau, nota bene tegen het departement dat het eerste geregionaliseerde departement van het land is.
Uit dit protest is er uit de bus gekomen dat er meer overleg met de sector zal plaatsvinden. Concreet: de beoogde besparingsronde zou blijven, maar de verdeling zou gebeuren in overleg met de sector. Toegegeven: dit is een mager resultaat, maar er werd niets anders verwacht.
Wat er wel van dit protest is overgebleven, is dat Jambon vaker en vaker ‘éénmalige toegevingen’ blijkt te doen doorheen zijn mandaat. In januari 2020 – van Corona was er nog geen sprake – bleek al dat hij zelf meer geld had gevonden om in de projectsubsidies te steken dan dat hij eigenlijk had gepland. Laat het duidelijk zijn: zonder het eengemaakte protest van eind 2019 had dat niet waar geweest. Je zou kunnen zeggen dat het protest Jambon op zoektocht heeft gestúúrd.
En dan moest het land in lockdown. De blunders van de Vlaamse Regering begonnen zich op te stapelen. Herinner u bijvoorbeeld de ongelukkige en onbeschofte reactie van Jambon als Minister-President over de kuisvrouwen; het lange wachten op duidelijkheid vanuit het departement Onderwijs; de opeenvolging van de blunders van Beke, waarop die gedwongen werd te herinvesteren onder druk van het federale niveau maar vooral door het protest van het gezondheidspersoneel; het misplaatst fout inschatten van een tweede verstrenging voor Vlaanderen toen het water aan de lippen stond voor de ziekenhuizen (het huis moest niet geblust worden), etc. De lijst blijft zich aanlengen.
De paniekreacties bij de Vlaamse regering volgden elkaar in snel tempo op, waarbij keer op keer op het besparingselan moet teruggekomen worden. Toen in maart alles dicht ging, heeft het tot half mei geduurd vooraleer de eerste voorzichtige versoepelingen voor de culturele sector werden toegezegd. Deze versoepelingen gingen vooral over de cultuurbeleving en niet zozeer over steun voor iedereen die werkt in de sector. Musea mochten terug open en activiteiten voor kinderen werden toegelaten.
Merk op dat er tegelijkertijd aanhoudend werd geprotesteerd in voor-en achterkamers: de hashtag #soundofsilence die nu nog steeds de ronde doet werd gelanceerd, gekoppeld aan velerlei symbolische/ludieke acties. Er was bijvoorbeeld eind mei de actie van techniekers die voor de Munt in Brussel hun materiaal open en leeg gingen opstellen; er kwamen sterkere en sterkere geluiden vanuit State Of The Arts, die onder meer een maand lang uitgebreide Youtube-live sessies hield over ‘hoe moet de sector verder?’, en zowat ieder theaterhuis had wel ergens een oproep voor meer middelen om de zomer creatiever te kunnen invullen om iedereen die niet op vakantie kon hun portie ontspanning en geestverruiming te garanderen. Dit is maar een kleine greep uit de noodkreten vanuit de culturele wereld, en deze veelheid kan mee verklaard worden vanuit de positieve ervaringen van november-december 2019 en het herwonnen zelfvertrouwen dat daarmee gepaard ging. State Of The Arts bijvoorbeeld was voorheen bij het grote publiek nagenoeg onbekend.
Wat verder ook opviel in de periodes van lockdown, is dat er vaak beroep werd gedaan op de tijdelijke of technische werklozen uit het culturele veld om de gaten in de gezondheidssector te vullen. Als men spreekt over versterking in de testcentra of voedselbedeling bijvoorbeeld, gaat het vaak ook over werkloze artiesten of cultureel personeel. Op zich is dat een goeie zaak, en dit werd ook goed onthaald. Tenminste: door zij die vanuit hun werkgever gewoon werden doorbetaald. Voor al die freelancers, zelfstandige artiesten, technisch werkloze acteurs … die dit vrijwillig deden, is het nog steeds wachten op een compensatie.
Daar komt nog bij dat men er nu, eind 2020 en waarschijnlijk het volgende jaar nog, eigenlijk eenzijdig vanuit wordt gegaan dat die gaten verder worden opgevuld. Er wordt bijvoorbeeld op gerekend dat het technisch personeel vanuit de evenementensector de vaccinatiecentra gaan inrichten en opbouwen. De vele schermen die je normaliter op festivals en grote happenings ziet, gaan je dus in de komende periode vertellen wat je moet doen in zo’n vaccinatiecentrum. Deze tendens doet zich al voor in Duitsland, en het zal ook in ons land een groot deel zijn van de vaccinatiestrategie. Dat is op zich goed nieuws, maar zal dit gecompenseerd worden als men er nog niet eens in slaagt om vrijwillig gevaarlijk werk te compenseren?
Er zijn sinds juli 2020 maatregelen genomen en er is geld vrijgemaakt voor deze uitzonderlijke periode van Corona. In juli is er het noodfonds opgericht dat in totaal zo’n 178 miljoen heeft gemobiliseerd. Van die som was zo’n 87 miljoen voorzien voor lokale besturen die elk voor zich een verdeling zouden maken over hun sport-, jeugd- en cultuurcentra. Van de rest van het bedrag zou zo’n 65 miljoen gaan naar de culturele sector, 16 miljoen naar jeugdwerk en 10 miljoen naar sport. Die 65 miljoen is verdeeld over verschillende maatregelen: de cultuurcoronapremie, steun aan structureel gesubsidieerde organisaties, en de culturele activiteitenpremie.
De cultuurcoronapremie kon men slechts aanvragen tot 31 augustus en omvatte slechts 1500 euro voor iedereen die geen andere steunmaatregelen vanuit de hinderpremies en dergelijke kon ontvangen ‘om de mazen van het net’ te sluiten.
Steun aan structureel gesubsidieerde organisaties is bedoeld om als overheid tussen te komen in die culturele organisaties die structureel veel meer uitgaven hebben gemaakt door de Covid-crisis. Dit gaat enkel over die organisaties die in 2020 al werkingssubsidies ontvingen. We mogen van geluk spreken dat deze regering slechts aangesteld is vanaf 2019, waardoor de besparing van 6% op die werkingssubsidies nog niet in werking kon treden.
Komt nog bij dat deze ook niet meer kan worden aangevraagd. De deadline was immers 31 augustus.
De culturele activiteitenpremie ten slotte is een forfaitaire subsidie die tussen 1 september 2020 tot 31 mei 2021 gebruikt kan worden voor de organisatie of uitvoering van een culturele activiteit, of voor de terbeschikkingstelling van infrastructuur voor een culturele activiteit, o.a. om deze coronaproof te maken. Op het moment van dit schrijven is er al 24,7 miljoen van de vrijgemaakte 35 miljoen voor deze premie gebruikt.Al de bovengenoemde financiële middelen zijn slechts éénmalig, en dat is zowat de grootste kritiek die je kan leveren; los van het feit dat dit noodfonds te laat kwam; en de termijn voor de cultuurwerkers, artiesten, zelfstandigen, freelancers … om in te tekenen op steun was wel erg kort. Als je weet dat het decreet voor het noodfonds effectief is goedgekeurd op 9 juli 2020, dan is minder dan twee maanden eigenlijk onvoldoende om een premie van 1500 euro aan te vragen.
Wat er vooral opvalt in dit tumult, is dat de taal van de Sterke Jan als cultuurminister aan het begin van deze legislatuur verdwenen lijkt. Het zou er nog aan mankeren. Over de aangekondigde desastreuze en symbolische besparing zwijgt men voorlopig. De regering kan het zichzelf ook gewoon niet meer permitteren om deze symboolbesparingen op te leggen.
Er kan niet genoeg benadrukt worden dat enige vorm van gestructureerde en langdurige (her)investeringen publiek zullen moeten georganiseerd worden. De cijfers voor de economie zullen zich negatief uiten de komende jaren, en dan wordt het stilaan meer en meer onhoudbaar om van extern privékapitaal af te hangen. Het gevolg daarvan zal zijn dat de toegang tot cultuur nog minder breed zal zijn. Denk maar aan meer verhoogde prijzen van een Netflix-abonnement (of Streamz zo u wil), nog onbetaalbaardere festivals, die nog meer gaan afhangen van rare sponsors als automerken, banken … , meer geprivatiseerd patrimonium zoals een Boerentoren die schaamteloos wordt overgeleverd aan de grillen en de trollen van de financiële wereld, een openbare omroep die zich in nog minder kan onderscheiden van een commerciële, sportevenementen die letterlijk benoemd zullen worden naar merken die niets met sport te maken hebben… (crokycup, binckbank-tour) en zo kan de lijst blijven aangevuld worden.
De kans is ook groot dat het als het van dit beleid afhangt, men meer en meer gaat rekenen op wat de culturele sector zelf eenmalig aan de dag legt, of privé-investeerders. Dat is een enorme handicap voor iedereen die ervoor pleit dat cultuur moet excelleren.
Het surrealisme dat typisch is voor dit land uit zich immers nog steeds in het Vlaams Regeerakkoord: “Het projectenbeleid geeft ontwikkelingskansen aan opkomend talent, maar dit mag er niet toe leiden dat de illusie wordt gecreëerd dat dit automatisch leidt tot een structurele subsidie. Bij de beoordeling gebeurt de selectie prioritair in functie van het potentieel om een internationaal niveau te bereiken”. Lees: we gaan meer dan ooit mensen weigeren van structurele subsidies.
De strategie moet omkeren. Er moet een stevige publieke en duurzame investering naar de hele sector vloeien, om iedereen te kunnen garanderen van een blijvende, ontspannende, verwonderende, toegankelijke cultuurbeleving die diegenen actief in de sector telkens zo vrank en vrij mogelijk moet kunnen aan de dag leggen.
Desondanks de veerkracht die zo eigen is aan de culturele sector, wordt het een zaak van de herwonnen weerbaarheid aan het einde van 2019 door te zetten. Er is sterker dan ooit aangetoond dat een brede, toegankelijke, duurzame en diverse cultuurbeleving noodzakelijk is, ook voor het welzijn van de brede lagen van de samenleving. 2021 kan een jaar worden van verhoogde strijd in heel diverse sectoren. Ook voor de culturele sector wordt het zaak om de tijdelijke, eenmalige toegevingen om te zetten in structurele en verhoogde investeringen.
Dit past in de strijd die andere sectoren voeren. Ook zijn er algemene eisen, zoals die voor een verhoging van het minimumloon, die belangrijk zijn in de culturele sector en in de eenmaking van strijd. Het jaar van de pandemie heeft duidelijker dan ooit dezelfde belangen aangetoond van de culturele sector met bijvoorbeeld die van de gezondheidssector en onderwijs. Samen sterk!
-
Sound of Silence. Culturele sector de mond gesnoerd

Sos. Sound of Silence. Je zag de facebookfilter met het oranje kruis mogelijk al passeren. Het is een initiatief van de evenementen- en cultuursector. De livesector (waar het merendeel van de cultuursector deel van uitmaakt) boekte de afgelopen maanden 1 miljard euro (95%) verlies. Uit cijfers van databedrijf Graydon blijkt dat 23% van de bedrijven in de sector, goed voor 11.000 jobs, het eind van dit jaar niet zullen halen. Naast de actie op sociale media richtten verschillende overlegorganen uit de sector een crisiscel op om te onderhandelen met de regering.
door Koerian (Gent)
Vooral in de culturele sector steekt het. De sector staat al zwak door de effecten van decennialange besparingen. Afgelopen winter werd er nog gesneden in de projectsubsidies. Het is de sector met de tweede grootste stijging in freelancecontracten. De precariteit is er bijna spreekwoordelijk. Lage lonen, slechte voorwaarden, geen werkzekerheid: de meeste cultuurwerkers werken in dezelfde omstandigheden als Deliverookoeriers. Kunstenaars, productiemedewerkers en anderen surfen van de ene tijdelijke schijnzelfstandigheid naar de andere.
Corona slaat hard toe
De Coronacrisis sloeg een sector die al wankelde, volledig in de touwen. Volgens cijfers van Amplo, HR-dienstverlener, waren er tijdens de lockdown 73% minder freelancers aan het werk in de sector dan in dezelfde periode vorig jaar, in de livesector is dat 90%.
De genadeslag kwam echter enkele weken later, toen het aantal besmettingen opnieuw steeg. Terwijl mensen op reis mogen in overvolle vliegtuigen en in onveilige omstandigheden moeten werken, werden quasi alle live-evenementen afgelast. De Vlaamse regering denkt er niet aan vleesverwerkende bedrijven, bewezen verspreiders van corona, te sluiten. De livesector, tot nog toe zonder gevallen, moet dan weer wel dicht. De AB in Brussel wees 200 externe medewerkers de deur, de Botanique was gedwongen hetzelfde te doen.
De verschillende steun- en hinderpremies zijn voor de meeste freelancers, wanneer ze er al recht op hebben, onvoldoende om te overleven. Nog volgens Graydon is 90 miljoen euro nodig om de ergst getroffen bedrijven dit jaar door te helpen.
Het is voor veel mensen in het haar krabben waarom cultuur zo hard wordt aangepakt. De creatieve sector staat in voor 6,3% van de Vlaamse tewerkstelling (12,9% van het aantal zelfstandigen) en genereert 2,5 euro opbrengst voor elke euro subsidie. Het is over het algemeen een diverse, progressieve en erg vocale sector. Een doorn in het oog van de N-VA. De Vlaamse regering streeft naar een Nederlands model, waar de culturele sector nog meer werd geprecariseerd en bijna volledig werd overgeleverd aan de controle van private investeerders. Kunstenaars onder het juk van de Fernand Hutsen en Gert Verhulsten van deze wereld, zullen veel minder geneigd zijn kritisch uit de hoek te komen. Het is een afrekening (of guerrilla zoals N-VA cultuurchef Pohlmann het beschreef) met ‘cultureel links’. Het past in de lijn van besparingen op onderzoeksjournalistiek, openbare radio en – televisie of het sociaal werk. Het N-VA-kritische middenveld moet worden weggeveegd. Werknemers in de private sector worden voortdurend opgezet tegen werknemers in de socio-culturele sector.
De culturele sector was nochtans, samen met de universiteiten, de eerste om haar verantwoordelijkheid op te nemen inzake corona, nog voor de disfunctionele kliek in de Vlaamse regering in actie kwam. Zij kan zelf het best bepalen hoe veilig te functioneren en wat ze daarvoor nodig heeft. Maar voor die autonomie, en de fondsen ervoor, zal strijd nodig zijn.
Strijd en solidariteit
Toen Jambon en de zijnen vorig jaar dreigden meer dan 60% te besparen op de projectsubsidies schoot de culturele sector voor het eerst sinds heel lang in ééngemaakte actie. Tienduizenden verzamelden op verschillende acties in Brussel, bekende kunstenaars gebruikten hun platform en streden voor een terugdraaien van de besparingen. Voor het eerst sinds mensenheugenis stonden grote en kleine cultuurhuizen, freelancers en vaste werknemers schouder aan schouder. Bovendien verklaarden de actievoerders zich solidair met andere sectoren getroffen door besparingen, en ondersteunden ze het sociaal werk in hun acties.
Hoewel een gebrek aan lokale organisatie en het winterreces de strijd vroegtijdig platlegden, was het genoeg om Jambon de besparing eenmalig grotendeels te doen terugdraaien. Ook de minieme steunmaatregelen die er nu zijn voor kunstenaars, waren zonder die strijd wellicht ondenkbaar geweest.
Als de sector opnieuw overwinningen wil boeken, zal ze opnieuw in actie moeten komen. Deze Vlaamse regering heeft geen enkele intentie te luisteren naar de culturele sector. Het oprichten van een crisiscel kan een goede stap zijn om de sector opnieuw te verenigen. De methodes schieten echter tekort. Onderhandelen met deze regering zal niets uithalen. In het beste geval werpt ze de grotere eventbedrijven een been toe, terwijl ze kleinere cultuurhuizen een arm afzaagt. Het oprichten van lokale comités van freelancers en werknemers uit de sector, die samen discussiëren over de volgende stappen en werken aan een actieplan zou een stap in de juiste richting zijn.
Waarom niet opnieuw solidariteit tonen en deelnemen aan de geplande acties van de verpleegkundigen van het actiecomité ‘De Zorg in actie’ in een hernieuwde beweging?
-
Georkestreerde besparing
Er was een tijd dat de groten der muziek het nog aandurfden de falende heersende elite bij de strot te grijpen. Soms openlijk, zoals de stoutmoedige Beethoven, die niet wilde wijken voor de koets van de prins. Soms subtiel verborgen, zoals Sjostakovitsj, die met gevaar voor eigen leven in zijn muziek de strijd aanging met het stalinisme.
Lezersbrief door Frederik De Groeve, afgelopen weekend verschenen in ‘De Standaard’
De kersverse intendant van het Nationaal Orkest van België, Jozef De Witte, zou aan hen een voorbeeld kunnen nemen. Ik begrijp zeer goed dat in de culturele sector, zoals in vele andere sectoren, angst heerst voor de drieste wijze waarop de huidige regering er de hakbijl inzet. Maar het is compleet misplaatst om te jubelen voor de langzame aderlating als alternatief op de botte bijl (DS 24 september) .
De Witte is ‘opgelucht’ dat er geen sociaal bloedbad komt, maar tegelijkertijd zal op termijn wel een kwart minder muzikanten aan de slag kunnen dan vandaag het geval is. Peter de Caluwe, directeur van de Munt, ziet hierin geen besparing maar een ‘investering in de toekomst’. Het moet aangenaam kijken zijn door de bril van de heer De Caluwe!
Het aantal muzikanten zal afnemen door ‘natuurlijke afvloeiingen’: dat verandert geen jota aan het reële banenverlies in de sector. Voor de huidige generatie muziekstudenten is dit een slag in het gezicht. En wat met die nieuwe generatie muzikaal getalenteerde jongeren die binnenkort een studiekeuze moeten maken? Welk signaal krijgen die? Ga toch maar voor boekhouder of tandarts studeren, want gepensioneerde muzikanten worden niet langer vervangen.
Dan heb ik het nog niet gehad over het concertaanbod. Zal één orkest hetzelfde aanbod kunnen brengen als twee? Opnieuw inleveren dus voor de cultuurliefhebber. En waarom alweer precies?
Het moet gezegd, het getuigt van creativiteit om de besparingsoperatie van Didier Reynders (MR) voor te stellen als een ‘wervend artistiek project’ en een ‘langetermijnperspectief’. Sta me toe niet onder de indruk te zijn. Het wordt tijd dat we, in de geest van Beethoven en Sjostakovitsj een artistiek project aanvangen dat zich niet laat beperken en beknotten door het huidige achteruitgangsdenken, maar hierop juist een alternatief biedt en de voorbode is voor maatschappelijke vooruitgang. Durf te kijken naar dirigent Gustavo Dudamel en zijn orkest El Sistema! We vergeten al te gemakkelijk dat het ons anno 2015 niet ontbreekt aan middelen of talent, enkel aan perspectief. Viva la musica!